| 
					
					 W O O R D E N L I J S T 
  
  
Alvleesklier 
Ook  wel pancreas genoemd. Een orgaan in de buurt van de maag dat onder  andere insuline aanmaakt. De cellen die in de alvleesklier insuline  aanmaken, heten bètacellen.  
  
Albumine 
Een  bepaald eiwit in het bloed. Als in de urine meer dan een normale  hoeveelheid albumine zit, heet dat albuminurie. Dat is dan een  aanwijzing voor nierschade, nefropathie.  
  
Atherosclerose 
Aderververkalking.  Aan de wand van de bloedvaten hebben zich deeltjes vetten  (triglyceriden, LDL-cholesterol) afgezet. Daardoor zijn de bloedvaten  vernauwd. 
  
Bètacellen 
Cellen  in de alvleesklier die insuline aanmaken. Ze zitten in groepjes in de  zogeheten eilandjes van Langerhans. Bij diabetes type 1 maakt het  afweersysteem van het lichaam een vergissing en vernietigt zelf de  (meeste) bètacellen. Het lichaam probeert wel nieuwe bètacellen te  maken, maar die worden telkens opnieuw aangevallen door het  afweersysteem. Daarom moet moeten met met diabetes type 1 zelf insuline  inspuiten. 
  
Bloedglucosegehalte 
De  hoeveelheid suikers, glucose, in het bloed. Wordt ook wel  suikergehalte, glucosegehalte of bloedsuikerspiegel genoemd. Het bloedglucosegehalte wordt aangeduid in mmol/liter, en heet  dan een bloedglucosewaarde. Als je diabetes hebt en insuline gebruikt,  dan moet je meerdere malen per dag zelf je bloedglucosewaarde bepalen  met een vingerprik . 
  
Bloedglucosewaarde 
  
Zie  bloedglucosegehalte. 
  
Bloedsuikerspiegel 
Zie  bloedglucosegehalte.  
  
Body  mass Index BMI 
  
De maat voor de verhouding tussen je gewicht en lengte. Het gewicht (in  kilo’s) wordt gedeeld door de lengte in het kwadraat (in meters). Een  gezond gewicht heb je met een BMI tussen de 20 en 25. Bij een BMI van  25-30 heb je overgewicht en is het getal hoger dan 30 dan is er sprake  van ernstig overgewicht, obesitas. Om je BMI makkelijk na te gaan, kijk  op http://www.voedingscentrum.nl/ 
  
Cholesterol 
Cholesterol  is een belangrijke stof voor het lichaam. Het dient als bouwstof maar  ook om bepaalde hormonen aan te maken. 
Cholesterol wordt voor een groot  deel door de lever aangemaakt en voor een deel komt het uit voeding. Te  veel cholesterol kan ongezond zijn. Er zijn twee soorten cholesterol:het  goede HDL-cholesterol dat slechte vetdeeltjes in de bloedvaten  opruimt.het slechte LDL-cholesterol dat blijft plakken aan de wanden van  de bloedvaten. 
  
Complicaties 
Bijverschijnselen  of gevolgen van een ziekte, in dit geval diabetes. Als mensen met  diabetes erg vaak te veel suikers in hun bloed hebben, kan er veel mis  gaan in het lichaam. Bloedvaten en zenuwen lopen schade op.  Er kunnen  problemen komen met ogen, nieren, hart en bloedvaten en zenuwen. 
  
Diabetis 
'Diabetes  wordt vaak verkeerd geschreven, veel voorkomende schrijffouten zijn  diabetis en diabetus. Het moet zijn: 'diabetes'. 
  
Diabetische voet 
Een  ander woord voor voetproblemen bij mensen met diabetes. Zenuwen en  bloedvaatjes raken beschadigd wanneer de bloedsuiker te vaak te hoog is.  Dit leidt tot minder gevoel in de voeten, waardoor wondjes niet worden  opgemerkt en ook minder goed genezen. Een simpel wondje kan uitgroeien  tot een ontsteking of zweer (ulcus), die vaak slecht geneest. In het  ergste geval moet een teen, een voet of zelfs delen van het been  geamputeerd worden. 
  
Eilandjes  van Langerhans 
Groepjes  bètacellen in de alvleesklier die insuline aanmaken. De rondige vorm  van deze groepen cellen lijkt onder de microscoop op eilandjes van  bovenaf gezien. Ze zijn genoemd naar hun ontdekker in 1869, de Duitse  wetenschapper Paul Langerhans. Bij mensen met diabetes type 1 zijn de  eilandjes van Langerhans door een vergissing van het eigen afweersysteem  zwaar beschadigd: de insulineproducerende bètacellen in de eilandjes  zijn vernietigd. 
  
Gastroparese 
Medische  naam voor vertraagde maaglediging. Na verloop van tijd kan het hele  zenuwstelsel lijden onder diabetes, ook de zenuwen die de maagbewegingen  regelen. Wanneer dat regelsysteem niet meer goed werkt, wordt de  snelheid onvoorspelbaar waarmee voedsel vanuit de maag in de darmen  komt. Daardoor krijgen mensen soms last van een opgeblazen gevoel,  misselijkheid en buikpijn. Naar schatting hebben drie tot vijf van de  tien mensen met diabetes daarmee te maken. 
  
Glucagon 
Een  hormoon dat in de alvleesklier wordt aangemaakt, net als insuline.  Glucagon is als het ware de tegenhanger van insuline. Als het lichaam  merkt dat de bloedsuikerspiegel te laag is, pompt de alvleesklier  glucagon in het bloed. Dat zorgt ervoor dat reservevoorraden glucose  (suikers) uit de lever vrijkomen. De bloedsuikerspiegel stijgt dan weer.  Een injectie met glucagon wordt gebruikt bij ernstige gevallen van  hypoglykemie, wanneer iemand bewusteloos is. 
  
Glucose 
Een  vorm van suiker. Er zijn ook nog andere vormen van suiker, bijvoorbeeld  fructose. Veel voedingsstoffen worden tijdens het kauwen en later in de  maag en darmen omgezet in suikers. Dat gebeurt met alle  voedingsmiddelen die koolhydraten bevatten, bijvoorbeeld fruit, melk,  brood en aardappelen. 
  
Glucosetolerantie 
De  mate waarin het lichaam suikers, glucose, uit het bloed kan verwerken.  Met die glucosehuishouding kan op verschillende manieren wat misgaan. Zo  kan het zijn dat het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline, ook  wel insulineresistentie genoemd. Daardoor kan de glucose moeilijker uit  het bloed worden gehaald. Dat kan uitlopen op diabetes type 2. Maar het  kan ook gebeuren dat de alvleesklier gewoon te weinig insuline aanmaakt. 
  
Glykemische index 
Voor  alle voedingsmiddelen kan worden berekend hoe snel ze de  bloedsuikerspiegel doen stijgen. Dat gebeurt in de vorm van een  percentage dat de glykemische index heet. Die geeft aan hoeveel na het  eten van een bepaald voedingsmiddel het bloedsuikergehalte relatief  stijgt. Dat wordt dan bekeken ten opzichte van 100% glucose,  druivensuiker. Voorbeeld: aardappelpuree of honing wordt razendsnel  omgezet in glucose en in het bloed opgenomen (glykemische index van ca.  85%). Daarentegen duurt het bij appels en yoghurt veel langer (index van  ca. 35%). De laagste glykemische index, dus de langste omzettingstijd,  hebben bijvoorbeeld pinda's (ca 15%). 
  
HbA1c 
Uitslag  van een bloedtest die een idee geeft van de bloedsuikerspiegel van de  afgelopen twee tot drie maanden. Hb staat voor hemoglobine, dat is een  stof waardoor rode bloedcellen hun kleur krijgen. De test meet hoeveel  bloedsuiker zich heeft gehecht aan die hemoglobine. Het HbA1c wordt  uitgedrukt in een percentage; een goede regulatie zit onder de 7%. Let  op: dat percentage is wat anders dan de waarde van de bloedsuiker! Dus  een HbA1c van 7% is heel wat anders dan een bloedsuiker van 7 mm0/l. 
  
Hyper 
  
Afkorting  van hyperglykemie, te hoge bloedsuiker. 
  
Hyperglykemie 
Wordt  ook 'een hyper' genoemd. Situatie waarbij het bloedglucosegehalte te  hoog is, namelijk boven de 8-10 mmol/liter. 
  
Hypertensie 
Hoge  bloeddruk. Veel mensen met diabetes hebben daar last vast. Er is nog  discussie over wat de ideale waarde bij diabetes is. De grens is in de  afgelopen jaren steeds verder naar beneden bijgesteld naar aanleiding  van onderzoeksresultaten. Nu is de ideale bloeddruk onder de 130/85  mmHg. Hoe hij precies moet zijn, bepaalt de dokter per persoon. 
Hypo 
Afkorting  van hypoglykemie, te lage bloedsuiker. 
Hypoglykemie 
Wordt  ook 'een hypo' genoemd. Situatie waarbij de bloedsuikerspiegel te laag  is, namelijk onder de 4 mmol/liter. 
  
Instellen 
Onderzoek  van een arts naar hoeveel insuline iemand met diabetes nodig heeft om  de bloedsuikerspiegel stabiel te houden. Ieder mens is wat dat betreft  uniek: iedere persoon met diabetes heeft een eigen instelling. Bij  sommige mensen is het heel moeilijk om een stabiele instelling te  bereiken, bij anderen gaat het zonder veel problemen. 
  
Insuline 
  
Natuurlijk  hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier. Insuline zorgt ervoor dat  glucose uit het bloed kan worden opgenomen in de lichaamscellen.  Glucose geeft de cellen de energie die ze nodig hebben. Veel mensen met  diabetes injecteren insuline bij zichzelf. Daarvoor zijn er  verschillende soorten  insuline, variërend van snel- en kortwerkende insulines tot  langwerkende insulines. 
  
Insulinepen 
  
Soort  pen die lijkt op een vulpen, met een heel dun injectienaaldje. In de  pen zit een vulling met insuline. Je kunt instellen hoeveel insuline je  per keer spuit. 
  
Insulinepomp 
Een  klein apparaatje dat langzaam via een slangetje en een naaldje insuline  in de buik afgeeft aan het lichaam. Het pompje heeft vaak zelfs een  afstandsbediening. 
  
Insulineresistentie 
Het  lichaam is minder gevoelig of ongevoelig voor insuline. Daardoor wordt  bloedsuiker niet meer goed uit het bloed gehaald. Er komt veel kijken  bij insulineresistentie, en er wordt volop onderzoek gedaan naar wat  precies de achterliggende redenen en mechanismen zijn. Overgewicht  speelt in ieder geval een grote rol. 
  
Jeugddiabetes 
Verouderd  woord voor diabetes type 1. Vroeger werd diabetes type 1 zo genoemd  omdat de meeste mensen onder de 30 jaar zijn als ze het krijgen. Het is  wat misleidend om het jeugddiabetes te noemen, want diabetes type 1 houd  je de rest van je leven. Ook kun je het op alle leeftijden nog krijgen. 
  
Keto-acidose 
  
Bij  een tekort aan insuline kan de bloedsuiker heel hoog oplopen. Het  lichaam zoekt een andere brandstof en gaat vetten verbranden. Daarbij  komen afbraakstoffen vrij: ketonen. Die verzuren letterlijk het bloed:  keto-acidose. Symptomen zijn een snelle diepe ademhaling en braken. De  adem ruikt naar aceton. Keto-acidose moet snel door een arts worden  behandeld, anders kan iemand in coma raken. Keto-acidose komt  voornamelijk bij diabetes type 1 voor. 
  
Koolhydraten 
Verzamelnaam  voor suikers en zetmeel. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in fruit,  suiker, melk, brood, aardappelen, macaroni en rijst.   
Lada
Afkorting  van de Engelse naam Latent Autoimmune Diabetes in Adults.  Mensen met LADA krijgen in de praktijk meestal de diagnose diabetes type  2 omdat ze vaak nog een tijdje zonder insuline spuiten toe kunnen.  Vooral naar verhouding jonge, slanke mensen die ‘type 2’ diabetes  krijgen, blijken vaak LADA te hebben. Zij kunnen beter direct worden  behandeld met insuline in plaats van tabletten. Naar schatting heeft 15  procent van de mensen met de diagnose type 2 diabetes eigenlijk de  LADA-vorm.  
>  meer over LADA 
  
Metaboo  Syndroom 
Veel  mensen met type 2 diabetes hebben al voordat ze diabetes krijgen, al  last van een samenspel van verschillende problemen in het lichaam. De  combinatie van die dingen wordt ook wel metabool syndroom genoemd. Het  metabool syndroom gaat samen met een verhoogd risico van hart- en  vaatziekten. Je hebt last van het metabool syndroom als je voldoet aan  de volgende kenmerken: 
- 
Grotere  taille-omvang: groter of gelijk aan 80 cm (vrouwen) of groter of gelijk  aan 94 cm (mannen) plus twee of meer van de volgende risicofactoren: 
 
- Hoge  bloeddruk, ongeacht of je er al voor wordt behandeld.
 
- 
Abnormale bloedvetten. Het triglyceridengehalte en de  hoeveelheid LDL (het ‘slechte’ cholesterol) zijn verhoogd – tel deze  twee ieder apart als risicofactor. 
 
- 
Verhoogde  nuchtere bloedsuikerspiegel of diabetes type 2. Dat betekent nog net  geen diabetes, of zelfs al wel de diagnose diabetes. 
 
 
 
Mmol/liter
  
Aanduiding  voor de bloedsuikerwaarde (bloedglucose). In de ideale situatie  schommelt de bloedsuiker tussen de 4 en 8 mmol/liter. Mensen die  insuline gebruiken moeten liefst meerdere malen per dag zelf hun  bloedsuikerwaarde bepalen, met een vingerprik. In België, Duitsland en  de Verenigde Staten gebruikt men de maat mg/dl. Om mmol/l om te rekenen  naar mg/dl, vermenigvuldig je het getal met 18. 
  
MIDD 
Afkorting  van het Engelse Maternally Inherited Diabetes and Deafness. Een  zeldzame vorm van diabetes die erfelijk via de moeder wordt  overgedragen. Patiënten hebben vaak last van gehoorverlies. MIDD lijkt  zowel op diabetes type 1 als op type 2. Het kan vaak eerst een tijd  behandeld worden met alleen tabletten. 
  
MODY 
  
Afkorting  van de Engelse naam Maturity Onset Diabetes of the Young. Vorm  van diabetes die op jonge leeftijd begint en waarvan de aanleg erfelijk  is. Deze vorm wordt vaak ingeschat als diabetes type 1, en wordt  daardoor behandeld met insuline. Iemand met MODY kan echter vaak nog een  tijd toe met tabletten. Zo’n 5 procent van de mensen met diabetes heeft  MODY. >  meer over MODY  > 
  
Nefropathie 
Nieraandoening  die kan ontstaan bij mensen met diabetes. De nieren zuiveren het bloed  van afvalstoffen. Door diabetes kan er te veel bindweefsel in de nieren  ontstaan, waardoor ze steeds minder goed kunnen filteren. Hierdoor  kunnen afvalstoffen toch in het lichaam blijven die anders via de urine  het lichaam zouden verlaten. 
  
Neuropathie 
Aandoening  van het zenuwstelsel. Als de bloedsuikerspiegel jarenlang vaak te hoog  is, kunnen zenuwen in het hele lichaam beschadigd raken. Dat kan leiden  tot uiteenlopende klachten en problemen. Zo kun je last krijgen van maag  en darmen, pijnlijke of juist gevoelloze ledematen. 
  
NIDDM 
Engelse  afkorting voor Non-Insulin-Dependent Diabetes Mellitus,  oftewel niet-insuline-afhankelijke diabetes. Dat is een medische term  voor diabetes type 2. Al gebruiken veel mensen met diabetes type 2 ook  insuline, ze zijn er meestal niet helemaal van afhankelijk om te  overleven, zoals mensen met diabetes type 1. 
  
Orale glucose tolerantie  test (OGTT) 
  
Ook  suikerwatertest genoemd. Artsen bepalen soms met deze test of iemand  problemen met de suikerstofwisseling (glucosehuishouding), en dus  (bijna) diabetes, heeft. Na het drinken van suikerwater wordt gemeten  hoe snel dat door het lichaam wordt verwerkt. 
  
Ouderdomsdiabetes 
Verouderd  woord voor diabetes type 2. Vroeger werd het zo genoemd omdat vooral  oudere mensen diabetes type 2 kregen. Tegenwoordig kunnen mensen van  alle leeftijden het krijgen. Daarom is het woord ouderdomsdiabetes (of  ouderdomssuiker) afgeschaft. 
  
Pancreas 
Alvleesklier.  Een orgaan in de buurt van de maag dat onder andere insuline aanmaakt. 
  
Prediabetes 
Situatie  waarin het lichaam moeite heeft met de verwerking van glucose,  bloedsuiker. De bloedsuikerwaarden zijn al verhoogd, maar er is nog geen  sprake van diabetes. Dat kan het wel worden als je niet ingrijpt. Door  gezond eten, afvallen en meer bewegen kun je in deze fase het lichaam  weer bijsturen en diabetes type 2 voorkomen. 
  
Retinopathie 
Oogaandoening.  Diabetes beschadigt de kleine bloedvaatjes in het netvlies van de ogen.  Hierdoor ontstaan bloedinkjes en littekenweefsel. Nieuw aangelegde  bloedvaatjes zijn zo teer dat ze ook vaak kapot gaan, wat ook weer zorgt  voor bloedinkjes. Dit leidt op den duur tot slechtziendheid. Zonder  behandeling kan het zelfs uitmonden in blindheid. 
  
Triglyceriden 
Deeltjes  vet in het bloed die niet oplossen maar aan de wanden van de bloedvaten  gaan plakken. Dat kan leiden tot aderverkalking. De hoeveelheid  triglyceriden hangt samen met voeding, lichaamsbeweging, roken,  erfelijke aanleg en eventuele medicijnen. 
  
Ulcus   Ulceratie 
Zweer  aan voeten die kan ontstaan als bijvoorbeeld een ontstoken wondje uit  de hand loopt. Door diabetes wordt de doorbloeding in de benen en voeten  slechter. Zenuwen raken beschadigd en er zit minder gevoel in de  voeten. Daardoor worden wondjes minder snel opgemerkt, en infecties  genezen ook moeilijker. Door die zenuwuitval kunnen mensen ook een  andere houding met lopen aannemen. De drukveranderingen in de voet die  daardoor ontstaan, kunnen op hun beurt ook leiden tot zweren. Zelfcontrole 
Heb  je diabetes, dan moet je een paar keer per dag zelf je  bloedglucosespiegel (bloedsuiker) controleren. Dat doe je met een  glucosemeter, die in een druppel bloed het glucosegehalte meet. Daarvoor  moet je in je vinger prikken met een speciaal vingerprik-apparaatje. 
  
Zwangerschapsdiabetes 
  
Zwangerschapsdiabetes  is een tijdelijke vorm van diabetes die kan ontstaan na de 24e week van  de zwangerschap. Dat gebeurt onder invloed van de hormonen die worden  aangemaakt tijdens de zwangerschap. Die hormonen remmen de werking van  insuline af. Daardoor wordt de bloedsuikerspiegel te hoog. Na de  bevalling verdwijnt de diabetes heel snel, meestal binnen 24 uur. >  meer over zwangerschapsdiabetes  
  
  
 
					26-03-2010, 00:00 
Geschreven door diabetesinsiders    
										
					 |