Gelukkig zijn er nog zo van die tentoonstellingen die minstens evenveel denk-mogelijkheden geven als de kans om te genieten van het schone. Nu ik er bij stilsta - bij die zin - denk ik dat er heel veel kunstwerken zijn waarachter een uitgebreide denkwereld op ontdekking wacht. Of op exploitatie. Het kunstwerk is aanleiding tot meer dan visueel, auditief of palataal genot. De zintuigen worden geprikkeld. Daar zou volgens mij de grens liggen tussen de soorten kunstwerken. Hoe verder of dieper in tijd die zintuiglijkheid doortrilt, hoe meer K er in het Kunstwerk zit. Plus, ik blijf me herhalen: niet alleen de kunstenaar maakt een kunstwerk. De kijker heeft er een groot part in.
Met zon voor-aanname op bezoek gaan naar DENSE FOG van Claudia MOENS (Clo)is al een goed begin. Ik wil jullie ook meteen geruststellen. De leek die ik ben - ik kan uitleggen maar niet maken - heeft de Kunstenares (h)erkent. Schilderen met een soort olieverf die in haar soort een ongekende liquiditeit heeft. Vandaar de drippings die zowel verlengen als hechten.
Maar eerst dit. Clo presenteert een reeks portretten op witte canvas. De vorm is gebaseerd op fotos uit de actualiteit, de compositie is de keuze van de kunstenaar zelf. De plaatsing van de persoon zegt uiteraard heel veel over de mens op zich maar ook en vooral over hoe die mens in de wereld staat. Zijn houding als verantwoordelijke, zijn engagement en zeker de consequenties van zijn acties of gebrek aan acties. Kortom: de herkenbaarheid, de consequentie van zijn functie en de actualiteit rond zijn figuur bepalen hoe jij kijkt naar het werk en dus de persoon. Kunstwerk als boodschapper. (Is dit ook een boodschap: op één na allemaal mannen?)
Drie reeksen. Eentje over figuren die een religieuze insteek hebben. Een rabbijn, een paus, een monnik, .... Dan een paar filosofen: Nietzsche, die we kennen van Kunst moet het wezen van de werkelijkheid uitbeelden.
Ook Jean-Paul Sartre, van wie we de hulploosheid van de mens kunnen meenemen? en een niet vernoemde Noord-Afrikaanse filosoof in interieur. Tenslotte een of meerder personages in een setting waar conflict centraal staat zoals aanslag en repressie. Je voelt de broeierige spanning of de verkilde intimiteit. Je begrijpt dat er iets van historische waarde aan het gebeuren is maar je kan de historiek, de tijd en de ruimte op de lijn van oorzaak en gevolg niet meteen vatten. Verschil tussen feit en interpretatie.
Met al die uitleg zou je de artistieke waarde vergeten. Hoe Clo uit het wit van het doek het licht optovert. Wat niets is, is uiteindelijk licht, of licht wordt in deze werken gecreëerd uit of door (het) niets. Dat zal spek voor de bek van de Spilliaert liefhebbers zijn. De personages zijn in olieverf getekend. Los maar met een trefzekere handeling, gevarieerd in bruinige tinten met hier en daar een vreemd streepje geel of rood. Neen: niet als symbolen van lente of erotiek, maar als inkleuring van een spanning tussen wit/niets en de bruinige contouren van het personage.
Drie teksten begeleiden de sobere maar zeer aanwezige tentoonstelling in de ernstige Splendeur van dit gerechtsgebouw. Eentje algemeen, eentje bij de levensbeschouwing en eentje bij de acties. De dichte nevel die de titel aangeeft zie je niet. Je moet die bedenken in jouw twijfels, de vraagstelling die zoveel op losse schroeven zet. Ja: misschien is er nog de restnevel van traangas waardoor de opposanten en repressie-houders bijna afwachtend tussen twee acties vastgelegd werden. Nu: materie genoeg om na te denken.
En dan is het zover: midden de statige trap tussen gelijkvloers en eerste verdieping hangt een klein portret van een rechter. Voor zover ik herinner de enige vrouw in dit mannelijk verslag. Half totaal, half zijdelings, ernstig, in toga, waarschijnlijk aan een letterlijke recht-bank met de suggestie van een bureaulamp. Geen boeken, zoals bij de filosofen die boven de zetels van de rechters, bijzitters en griffiers werden opgehangen. Alleen zij, de wet en de uitspraak die ze niet gedaan heeft of zometeen nog moet doen. Ernstig. De goede rechter? En wat is een goede rechter? Wat doet een rechter in het gezelschap van demonstraties, levensbeschouwing en filosofie? Een vrouwelijke rechter bij mannelijke daders.
Ik hoop dat je voelt dat er - naast de technische hoogstaande kunst - vooral plaats is voor dialoog! Dialoog: we gaan die ook aan tijdens de tentoonstelling. Dialoog zoals in twee keer één: Naar haar inzien is kunst een uitnodiging naar individualiteit. Elk werk is uniek en heeft een individuele interpretatie en beleding. En waar staat Dense Fog voor? Noem het een metafoor, een opgeroepen beeld, een sublimatie, een associatie van woord naar beeld en terug.
Tot en met 31 mei in Gerechtsgebouw Oostende,
Openingsuren di, wo, do, vr van 10u tot 18 u, uitzonderlijk open op 09 03'19 en op 06 04 '19. Gesloten op officiële fe
Openingsuren di, wo, do, vr van 10u tot 18 u, uitzonderlijk open op 09 03'19 en op 06 04 '19. Gesloten op officiële feestdagen.
Onze afspraak:
Zaterdag 25 mei 2919 om 14 uur in Gerechtsgebouw Oostende voor een DIALOOG over (en met) Dense Fog Claudia MOENS
André met Annick
Onze afspraak:
Zaterdag 25 mei 2919 om 14 uur in Gerechtsgebouw Oostende voor een DIALOOG over (en met) Dense Fog Claudia MOENS
Marceline heeft één en ander meegemaakt. Zoals zo vaak ligt de bron van de problematiek in haar kindertijd. Hoe je groeit, hoe je als volwassene ontstaat, maakt wie je nadien en uiteindelijk bent.
Toen ze met gesloten ogen en uitgestrekte armen er vòòr ging staan, wist ze meteen dat daar en dan alles uit haar verleden plots in een plooi zou vallen. In de plooi die in haar lang gerekte golving zo mooi is. Zo duidelijk. In de trage helling kon je alle momenten van geluk en ongeluk lezen. Momenten van liefde en slaande ruzies, van ambitie en afwijzing, van plannen en afvoeren. Trillingen van op en neer, altijd in die volgorde. Nu was het moment gekomen om alleen nog opwaarts te bewegen. Wat nadien zou komen zeker komt, wist ze heeft geen vat op een volgende stap. Eindelijk enkel een hoogtepunt.
Ze wou wel gedocumenteerd aan haar actie beginnen. Uitleggen waarom ze precies zo reageert. Een speech is wat bombastisch en staat meteen open voor kritiek. Wie weet verandert ze niet van intentie. En dan is er opnieuw een neer moment. Op en toch nog neer. Van H. wist ze dat een woord vaak meer betekent dan een volledig boek. Een uitspraak die zo uit een natuurlijker omgeving komt. Bijvoorbeeld: ik geef je een klap tegen je wang en toon je tegelijkertijd een kartonnetje met daarop: liefde. Waaraan denk je: agressie of aandacht?
Marceline had een kaartje uitgezocht en daarop in haar duidelijke stijl geschreven: Aandacht. Toen de vrachtwagen uit de gate van de energiecentrale reed, recht in haar uitgestrekte armen, lag dat kaartje een meter van haar op de grond. De voorzitter van de actiegroep waar Marceline deel van uitmaakte, vroeg aan de lokale politici om een straat naar haar te noemen. In de roes van verontwaardiging over zon ernstige (maar niet bewezen) daad van agressie was de voltallige gemeenteraad, voor een keertje inclusief de cultuurraad, meteen te vinden voor een Marceline straat.
Tot H. zelf tussenbeide kwam en voorstelde om te kiezen voor Aandacht straat. Marceline moet niet ingezet worden in een genderslag. Marceline vraagt om aandacht. Het perfecte compromis was: Aandacht Straat (Marceline 1996-2019). Hoe zou je anders over haar kunnen nadenken, als je niet eens wist waarvoor ze heel even gestaan heeft.
De psycholoog kijkt recht voor zich uit: achter iedere naam en daad ligt de bron uit de kindertijd. Geen straathoekwerker, maar een kruispuntpsycholoog.
Ik houd van pockets à la Agatha CHRISTY of over Georges SIMENONS Maigret. Daarin staat minstens één keer: In de lade van de secretaire/rolbureau zat Je hebt ook fictieve lades. Digitale lades, de lade van oma waarin een klein-kind kan wegdromen. Of gewoon een stapel die je aanmaakt en waarvan je de afwerking te vaak uitstelt. Omdat
In zon lade zit een tekst over Hiroshi SUGIMOTO. Fotografie in Versailles, dus met een historische context of op zijn minst een contradictie. Dan iets over Willem ELSSCHOT in strip met dank aan Dorian en tenslotte het resultaat van een Guy MEES babbel in Mu.zee. Is er een link tussen die drie? Vind ik belangrijk omdat het antwoord ook toont waarom ik bepaalde keuzes maak. Waarom zit in enkele dagen later in de trein naar Keulen? Omdat Käthe KOLLWITZ en Alexander VON HUMBOLDT me interesseren (ook in zon lade). En dan neem ik er de randjes bij.
Hiroshi SUGIMOTOis een Japans fotograaf (1948) die een brug slaat tussen oost en west via zijn perceptie van tijd en zoeken naar de oorsprong van het bewuste. Tja: zoeken naar een oorsprong kan enkel via de psychologie en de filosofie, en dan komen ze beiden uit op een andere pad. Oorsprong via verdiepen. Een fixatie in fotografie of de rust van een dans of theeceremonie helpt. De fotograaf kan meer: hij kan wat hij gevonden heeft presenteren en de rest van de zoektocht aan ons overlaten. Tijd: sluitertijd en tijd nodig om wat er is op te slorpen in het wit vlak van het papier. Perceptie van driemaal omkeren: via ons oog bij het observeren, via de lens bij de opnameen nogmaals via ons oog wanneer we naar de foto kijken.
Le Château de Versailles presenteert nog tot eind deze week Surface of Revolution: The shadows of great personages who lived or marked the places. Bij SUGIMOTO staat verbazing en theatraliteit, stille theatraliteit (voor mij) vooraan. De mens in twee houdingen die fysisch los staan van die geviseerde mens: als wassen pop en als foto. De benadrukking is dubbel sterk. Door de behandeling van het was waardoor de trekken van het gelaat zeer scherp zijn. En dan de fotografische scherpte van een loepzuivere opname. Je kijkt naar een mens die geen mens is maar zijn uitbeelding, nogmaals verbeeld op zilverprint. Scherp op scherp. Wat mij aanspreekt is de mens als historisch persoon ontdaan van zijn grandeur maar in die grandeur wel nog herkenbaar door zijn kostumering. De tweestrijd tussen mens op zich en wat die mens van zichzelf maakt op welke manier ook. Het verschil tussen wat je weet en wat je ziet. En de weg tussen beiden.
In de trein
De ochtendkranten blokletteren een andere parallel (tegenstellingen kunnen ook samengaan). De som van jongeren tegen het klimaatverwaarlozen. Van 3 naar 12 naar 35 duizend met bij de aanvang 75000 van alle leeftijden. Gent en Oostende doen afzonderlijk een klimaatwandeling in de stad met elk zon 1000 deelnemers. Weet niet of zon versnippering wel goed is. In de media staat alles natuurlijk wel over strikte kolommen of opeenvolgende paginas. De Morgen is zwart voor Etienne VERMEERSCH. Voor de forenzen van lange datum is zoals zo vaak de aftelling naar het pensioen een belangrijk thema, de nog op te nemen verlofdagen - Een verplichting die ik graag neem, zegt hij in de pingpongdialoog tussen twee treinflanken. Luidop dus. Waar halen ze hun inspiratie? Ieder klein radertje in een ingewikkelde wetgeving is belangrijk genoeg om klein historisch te zijn! Ik heb die wet helpen maken.... zegt hij bij een artikel in de Metro.
In de havenstad
Geen pingpong bij Willem ELSSCHOT. We hadden het over het verschil tussen wat je weet en wat je ziet. Past hier. InHet Dwaallicht[1]zoeken 3 Afghanen naar Marie Van Dam[2], Kloosterstraat 15. Ze hebben een doel maar geen universele taal. Alleen een blaadje met een naam op. En wat Frans LAARMANS[3]daarvan maakt. De associaties die hij legt tussen de naam van een vrouw en 3 mannen die haar in de havenbuurt zoeken.
Het boekje van ELSSCHOT leest als een trein (...), de stripversie (naar inhoud natuurgerrouw aan het boekje) van Dick MATENA[4]is helaas niet meer verkrijgbaar. De zeer mooie tentoonstelling[5]met quasie alle originele tekeningen in aquarel of gewassen inkt in de Bib Oostende verdween helaas al na één klein maandje! Bijna onzichtbaar. Ik bedoel: heel belangrijk - je verwacht veel aandacht - maar stil op de plaats waar zòveel tentoonstellingetjes na elkaar de aandacht doen verslappen.
Willem ELSSCHOT en dan nog getekend. De originele platen van het boek. Je stapt weg van de inhoud en verdiep je in de techniek van de tekenaar. Er blijft een gevoel van ouderwetse antropologie. Antropometrie lijkt beter: de geijkte gelaatsuitdrukking van de vreemde Afghanen en de strenge, afstandelijke maar toch nog in essentie behulpzame stedeling die los daarvan zijn opinies telkens opnieuw bevestigd ziet: de ander is vreemd en zal dus wel vreemde dingen doen. Niets is tijdlozer dan dat. De altijd terugkerende vraag naar verduidelijking over richting, doel, wijze en gevolg. En dan afzakken naar de keuze tussen kroeg of verzuurde familie.[6]
Misschien was het u ontgaan: gelijklopend waren fotos te zien van Sipan HOTA die zijn 5 jaar durende dwaaltocht tussen Syrië en België fotografisch ge-agendeerd en gedocumenteerd heeft. Heel banale fotos die in hun banaliteit precies tonen dat statuus niets met de vorm van de omgevig te maken heeft, maar dat de omgeving waarin de dwaler beweegt een toegevoegde waarde geeft aan onze verbeelding. We mixen problematiek en realiteit makkelijk dooreen. Vanuit een comfortabele zetel of in een warme bibliotheek, waar andere dwalers af en toe repos, warmte en de veiligheid van woorden komen zoeken.
In Mu.ZEE tot rust komen
Dat is niet anders in een artistieke ruimte zoals Mu.ZEE waar een zaal van de expositie Guy MEES enkel ingevuld is met papierstroken. Waaraan denken we in zon omgeving? Er zal wel wat onzekerheid zijn over waarom je dat niet meteen begrijpt. Of je bekocht voelen. Dan is het de bedoeling van een bezoek in Dialoog[7]om je traag te laten begeleiden.
Het start-idee: begin bij wat niet evident is. Daarna kan je de tentoonstelling chronologisch of naar het voorstel van de curator doorlopen.
We zitten in de ruimte met de strookjes met de klassieke vraag: Wat gebeurt hier? Geen vanzelfsprekende vraag wanneer je gewoonlijk beoordelend of beschrijvend antwoordt. Dus materie is interessant maar invasie komt dichter bij een werkwoord, een actie, gebeuren. Belangrijk om mee te nemen: in een filosofisch getint gesprek kan je een monoloog onderbreken door specifieke vragen te stellen over een zelfstandig woord of een werkwoord. In een gesprek van een half uurtje kwamen we bijna volgende begrippen: een kader maakt iets zichtbaar, het bepaalt de ruimte, de omgeving, de grens tussen vrije en onvrije ruimte. Kunst moet afgewerkt zijn en krijgt dan een status in de tijd.
Deze papierstroken zijn ook speels, gedurfd, willekeurig, intuïtief. Met de indruk van weten wat je doet en zoeken naar de compositie in de ruimte. Vraag daarbij is: is dit een creatie van de curator of naar een scenario van de (overleden) kunstenaar? Hoe plaats je ze in een nieuwe of andere samenstelling in één ruimte?
Hoe komt het dat je buitengaat met een positief gevoel? Is het door de richting, de kleur? Of is de ruimte medebepalend? Zijn er verschillende ruimtes, een vrije, een gebonden, een bewegende, een onbestaande, ? De ruimte neemt het kunstwerk op. Absorbeert of tegenovergesteld: intensifieert. En dan kan zon papieren vorm puur sculpturaal worden. Los van de muur, in de ruimte.
Wat houden we over? Aandacht hebben voor het verschil tussen wat je ziet en wat je weet. Jezelf in iets anders gedeeltelijk herkennen en je dan de vraag stellen of het een eigenheid is of gewoon het vergelijken zelf.
Ondertussen rijden we Brussel binnen. Een raster - om bij Guy MEES te blijven - van rode lichtjes in een ver perspectief. De file waar tientallen treinen bovenover rijden. Wat zet een land aan tot aanschuiven en sakkeren? Die kleine veiligheid van het huis van de auto?
[6]Ik veronderstel dat de prachtige reeks nog steeds getoond kan worden op andere locaties. Waarom niet in Koksijde, waar Elsschot vakantie-kind aan huis was.
Op woensdag 27 februari 2019 proberen we opnieuw in dialoog te gaan met een of enkele kunstwerk(en). Ditmaal om 14 uur in het Groeningen Museum Brugge. Afspraak aan de balie. Graag naam voordien opgeven, kwestie van de voucher. Waarom is een dialoog zo belangrijk? Om zoveel redenen. Ook deze hierna.
Stijgen naar de (stoffige) Zolder
We hebben een zolder vol kunstwerken. Ik bedoel: op zolder staan een paar rijtjes schilderijen en tekeningen, fotos, multipels en in een rek een paar planken met kleine dingetjes. Op een of ander moment heb ik die graag gezien. In een galerij, in het atelier van de kunstenaar, altijd in een context van een gesprek of een gebeurtenis waarbij de mens kunstenaar naar voor kwam. Niet de blijvende kwaliteit van het kunstwerk, maar de intensiteit waarmee het door die persoon gemaakt werd, op een moment dat ook mijn moment was. Dat betekent dus dat in de opstapeling op zolder weinig van blijvende waarde staat. Alleen: ik weet niet hoe ervan te scheiden. Wat bindt ons?
Hoe komt het dat ik nu heel kritisch sta tegenover wat ik in de loop der jongere jaren bijeen gespaard heb. De recentste jaren zijn gevuld met drie belangstellingen: kunst in musea, de kunstenaar en zijn atelier, de filosofische context van kunst. Ik noem dat heel graag de antropologie van kunst. Een volle stamboom. Van waar naar waar en vooral de leemtes, de onbekende tussenstap die maakt dat het vervolg onzeker en dus des te interessanter is. Er is de maker, het werk, dat ene moment van appreciatie en bezit, presenteren en opbergen en tenslotte nadien (af en toe/vaak) een soort ontgoocheling. Het werk op zich blijft, de interesse verruimt, de waarderingsschaal verandert. Plots is dat éne werk zoveel keer minder interessant geworden. Is het dan min of meer waardeloos geworden? Is het denken, terwijl je kennis maakt die schakel in een evolutie van appreciatie? Ik lees wat na.
Dalen naar de (wijn) Kelder.
Bij J.J. ROUSSEAU1 zitten we droog. Er is bovenal natuur; cultuur is onnatuurlijk. Dus: kunst is het monument van verval, waarbij de geestelijke (culturele) vooruitgang de zedelijke achteruitgang inluidt.2 Heb ik dan kunst gekozen uit verwaandheid?
Friedrich VON SCHELLING3 stelt dat natuur en kunst in een volmaakte harmonie moeten kunnen bestaan, versierd met een degelijke dosis filosofie.4 Heb ik gekozen voor de maker, voor het werk of beiden in combinatie?
Georg HEGEL5 gaat nog een stap verder (uiteindelijk is de geschiedenis van de filosofie een opeenvolging van elkaar tegenspreken, aanvullen en herschrijven) als hij in die appreciatie drie stappen plaatst: het logische ervan (op-zich-zijn), hoe hanteer je de natuur en de geest (filosoferen) daarbij (anders-zijn) en hoe voel je uiteindelijk die perfecte harmonie tussen object wat je ziet - en subject wie het ziet (op-zich en voor-zich-zijn)6. Of: eerste logische indruk, dan wat je er mee doet en tenslotte hoe je ermee in harmonie komt.
Van welke toegevoegde kennis was ik overtuigd op het moment van aanschaf?
Er is nog een (f)actor te kort: HEGEL heeft er al een portie religie aan toegevoegd, Arthur SCHOPENHAUER7 stapt van het ding op zich van Emanuel KANT naar het idee van PLATO. Het idee is onzichtbaar (inspiratie) terwijl het resultaat enkel kennis is, niet de wil tot hebben. Dat zou hetzelfde zijn als: het is wat het is en maak er niets anders van. Alleen: om dàt te kunnen, moet je de zekerheid van het object hebben. En zo ontstaat een onrembare dynamiek tussen observatie en kennis, onderweg naar alles.
Als observatie kennis levert en kennis uit herinnering ontstaat en herinnering wordt, is het kunstwerk dan een hulpmiddel in het begrijpen?
1 https://nl.wikipedia.org/wiki/Jean-Jacques_Rousseau 2 Hans Joachim STÖRIG, Geschiedenis van de filosofie, Spectrum Utrecht - (1959-2002), p. 406 3 https://nl.wikipedia.org/wiki/Friedrich_von_Schelling 4 Idem, p. 493 5 https://nl.wikipedia.org/wiki/Georg_Wilhelm_Friedrich_Hegel 6 Idem, p. 502 7 https://nl.wikipedia.org/wiki/Arthur_Schopenhauer
En nu?
Heb ik kunst gekozen uit verwaandheid? Heb ik gekozen voor de maker, voor het werk of beiden in combinatie? Van welke toegevoegde kennis was ik overtuigd op het moment van aanschaf? Als observatie kennis levert en kennis uit herinnering ontstaat en herinnering wordt, is het kunstwerk dan een hulpmiddel in het begrijpen?
Of samengevat: Hoeveel van mezelf zit in mijn keuze voor een bepaald kunstwerk, welke kennis doe ik op en waar plaats ik dat in mijn herinneringen? Kom mee of lees het verslag nàdien (en dus té laat)
Er zijn een paar woordjes mee-gespoeld uit de plooien van 2018: betrokkenheid en geïnformeerd zijn. Bijeensprokkelen van die informatie is fragmentarisch. Aan elkaar schrijven is dan een collage-werk. Vandaar de naam: Collage.
1. Verantwoordelijkheid:
Rik TORFS: Er zijn geen meningsverschillen meer met argumenten.[1]
Siegfried BRACKE: (Dat) probleem zit wel in de hoofden van de mens.[2]
Jonathan HOLSLAG: Nu de regios steeds meer verantwoordelijkheid doorschuiven naar het lokale niveau: wie waakt er over de belangen die de gemeentegrenzen overstijgen?[3]
2. Democratie:
Joël DE CEULAER: Wetenschap is geen democratie. De wetenschap is een methode om aan waarheidsvinding te doen, de democratie is een methode om de samenleving te organiseren.[4]
Bastiaan RIJPKEMA: Filosoof Karl POPPER: de democratie (mag) niet tolerant zijn voor de intoleranten. Het zelfcorrigerend vermogen: in een democratie kunnen we op onze schreden terugkeren, als we een vergissing hebben gemaakt. Die kern moeten we beschermen. George VAN DEN BERGH in 1936: in een democratie (kunnen) alle besluiten worden teruggedraaid, behalve één: het besluit om de democratie af te schaffen Drie beginselen die onaantastbaar zijn: evaluatie door o.a. verkiezing, kan niet zonder oppositie, vrije meningsuiting.[5]
Simon DEMEULEMEESTER: Bij veel jongeren daalt het geloof in de democratie, zo bleek uit een enquête van de VRT. Socioloog Mark ELCHARDUS kijkt daar niet van op: Besparingen, de EU of vluchtelingen: telkens weer zeggen politici dat ze er geen vat op hebben. Dat holt hun geloofwaardigheid uit en het There-Is-No-Alternative-Riedeltje Hij laat ook Paul VERHAEGHE aan het woord: We leven in een particratiewaarbij jonge partijleden plots tot de conclusie komen dat ze daar tot hun verbazing niet meer (mochten) doen dan partijdictaten volgen. Belangrijk en opnieuw van Paul VERHAEGHE: Vandaag is de tijd meer dan ooit rijp voor een volgenden stap: de deliberatieve of overlegdemocratie. De middelen zijn er dankzij de technologische vooruitgang en ook de mensen zijn er klaar voor, want nooit eerder waren zo veel mensen zo goed opgeleid.[6]
3. Rijk of Arm:
Simon DEMEULEMEESTER & Ann PEUTEMAN: een interview met Dikke Freddy/Erik VLAMINCK: Het idee dat armoede je eigen schuld is, is zowel moreel als feitelijk onjuist. Mensen weten gewoonweg niet hoe ze uit hun uitzichtloze situatie moeten raken Bij flexi-jobs en uitzendwerk blijft het armoederisico groot. Je raakt ermee uit de leefloonstatistiek, maar niet uit de armoede. En dan komt het: Het zou goed zijn dat elke minister of schepen van Armoedebestrijding een verplichte adviesraad met ervaringsdeskundigen had. Nog iets dat we over het hoofd zien. Door alle voorzieningen voor armen: (moeten ze) de hele tijd bewijzen dat ze arm zijn. Bij de dokter, in het openbaar vervoer, zelfs in het sociaal restaurant.[7]
Filosoof Luuk VAN MIDDELAAR: Er bestaat zoiets als legitieme vragen zoals: Hoe verhouden we ons tot de buren, tot de anderen? Politiek moet in een tijdsperspectief gezien worden: Als we het geopolitiek bekijken, leven wij op het einde van een lang tijdperk, dat 500 jaar heeft geduurd: het tijdperk van westerse hegemonie over de wereld. Met hoogtepunt nà WO en de golden sixties. Ons geschiedenisbeeld was dat van de vooruitgang, elke generatie had het beter dan het vorige. De gele hesjes zouden een nieuw tijdperk kunnen aankondigen: Het is een sociale beweging, maar ook een klimaatbeweging, zou je kunnen zeggen, maar dan in negatieve zien (diesel) Ze voelen zich verraden. Er was hen als het ware beloofd dat de groei zou blijven duren, en nu moeten ze mee opdraaien voor het klimaat Het wordt almaar moeilijker om ervoor te zorgen dat iedereen mee is. Dat is vandaag de onderliggende trend. Vandaar dat het spook van het interbellum af en toe de kop opsteekt. De drang naar iemand die leidt. Overtuigingskracht, leiderschap, daadkracht, initiatief, bluf zelfs soms, en het vermogen om publieke opinies mee te nemen een zichtbare figuur.Op Europees vlak is er al een verschuiving van de Europese Commissie naar de Europese Raad waar figuren, staatsleiders centraal staan. Plus: Soevereiniteit is een beladen thema geworden. Misschien is het beter om te praten over het handelingsvermogen van een Europees land. Maar Met Trump moet je niet over waarden of regels praten, dat begrijpt hij niet eens. Met Trump is het macht tegen macht.[8]
4. Uitsmijters:
Heide DE PAUW: Wat mij choqueert, is wat men over deze kinderen schrijft: dat het addergebroed is, dat we hen maar moeten verzuipen als kattenjongen Deze blinde haat heb ik nog nooit meegemaakt Dat is natuurlijk koren op de molen van mensen die nu haat willen spuien. Maar kinderen hebben daar niets mee te maken.[9]
Ik vermoed dat we met deze BLOG op zoek zijn naar begrippen, verhalen, gebeurtenissen die uitleg geven over hoe onze tijd is.Misschien moeten we in 2019 werk maken van een soort accentenlijstje dat we dan voorleggen aan o.a. de politici-in-het-veld als ze wat tijd overhebben! met de vraag wat zij er mee kunnen aanvangen. Ondertussen zoeken wij verder.
Rechten van de Mens
Op 10 december 1948 sloot men dacht men definitief een helse tijd af: nooit meer oorlog en zeker geen massamoorden meer. Met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens[1]schreef men een vervolg op de Droits de lHomme(gedrenkt in het bloed van de guillotine). En zie: dat, waar wereldoorlogen over ontstonden, blijft bovendrijven: Tussen mensenrechten en de soevereiniteit van staten is er onvermijdelijk spanning.[2]Eén pagina verder over Theo FRANCKEN: Het breekpunt was een migratiepact dat perfect strookte met zijn beleid, maar botste met zijn zelfbeeld en een regering die viel over retoriek.[3]Ondertussen horen voorlezen: Jan JAMBON koopt een tweet-vertragende app als kerstgeschenk voor Theo FRANCKEN. Wat wil zeggen: ook aan eigen tafel wordt nagedacht over impulsief communiceren.
Enkele interessante woordjes: soevereiniteit, zelfbeeld, retoriek en impulsief communiceren. Keer op keer terug te vinden op een lijstje dat wij vaak gebruiken tijdens een dialoog-wandeling doorheen Domein Prins Karel, kant Atlantik Wall[4]. Ik som het even op. Weet dat de volgende passages uit een werkdocumentje over conflicten (lees: wereldoorlogen) komen. Maar probeer ook de actualiteit ervan in te schatten.
Van Stijn VANHEULE[5]onthouden we: denken in hokjes, altijd wij t.o.v. zij, geen empathie t.o.v. zij en kritiekloos autoriteitsaanvaarding. De som van deze 4 elementen maakt ons tot gewillige volgelingen die collectief en heel snel handelen op een wijze die we nooit van onszelf of van die naast ons vermoed hadden. Angst staat daarbij centraal.
James JOLL[6]legde zware nadruk op de samenloop van omstandigheden. Van het ene komt het andere, zeker als het ijkpunt angstis. Niall FERGUSON[7]beklemtoont het belang van Eer-Geweten-Wet. Drie kernwoorden die pamflettair zijn. Je hoort interbellum-trommen, de echo bij de IJzertoren van Diksmuide, de klank uit oude documentaires over repressie en angst die op de trede van herhaling lijken te staan. Wie is de angsthaas die wild om zich heen slaat.
Hannah ARENDT[8]wijst op een vreemde continuïteit. Vòòr het conflict: schrik (dus angst) voor het aantasten van de soevereiniteit (eigen wettelijke bevoegdheid) en de legitimiteit(het recht op soevereiniteit). Tijdens het conflict: het collectievedat daden stellen makkelijker maakt. Na het conflict: het besef dat het resultaat al voorafwasingeschat. Alsof je vooraf weet wat nadien zal gebeuren.
We eindigen met de historicus Ian KERSHAW[9]. Aan de basis van een conflict liggen 4 strategische momenten: een etnisch nationalisme(niet verwarren met patriotisme), onverzoenbare territoriale geschillen, een acute klassenstrijden een aanslepende crisis van het kapitalisme. (Lees deze laatste zinsstukjes niet als passages uit een Communistisch Manifest!) Dat lijkt zeer goed op onze tijd: eerst onszelf in een omgeving van onszelf waarin we zelf werk moet maken van democratische principes via zelfgestuurde acties zoals de Gele Hesjes.[10]Alleen: wie kan dat zonder brokken te maken?
Participatieve Democratie:
Een eenvoudig voorbeeld. Een drassige weide. Waar komt het water vandaan? Regen of kwel, in beide gevallen van de natuur en van de mens die ingrijpt. Ingrijpen, of mooier en omvangrijker: Participatieve Democratie. Iedere stap van beslissen wordt op een ruimer platform uitgepluisd, besproken en geschikt. Goed om dan te weten hoe het buitenland ons leest. Le Monde van 20 december heeft een eenvoudig scenario[11]: N-VA (Alliance néoflamande[12]) wil niet dat de kamikaze-regering van Charles MICHEL, MR (Mouvement Réformateur) het VN-Migratiepact goedkeurt. Als ze dat wel doen, zullen ze de begroting 2019 die ze reeds goedgekeurd hebben! NIET steunen en halen ze het confederaal schema opnieuw uit de vriezer, kwestie van het VB (les extrémiste de droitedu Vlaams Belang) voor te zijn. Besluit: nationalistes flamands qui jugent quavec deux démocracies à ce point différentes il faudra bien convenir, un jour, que ce royaume na pas davenir sous sa forme fédérale. Ondertussen noemen ze Philippe de koning: Qui règne mais ne gouverne pas.
Met het oog op Kerst (of Winter?) en Nieuwjaar zijn we twee culturele fenomenen gaan bekijken. Volwassenen die genieten van Marionettentheater. KALLEMOEI[13]Oostende presenteerde Dr. FAUST[14]waarin met een lokale knipoog de hoogmoed door de duivel begeleid wordt. In de Sint-Franciscuskerk Nieuwe Koers Oostende wisselen drie koren elkaar af in christelijk geïnspireerde liedjes. Geïnspireerd omdat kerst centraal staat, geflankeerd door het goede en het melancholisch verlangen naar dat goede. Drie koren dus: Kinderkoor De Muzeschuit, Jeugdkoor De Muzeschuit en het Dameskoor Camerata Ostendia[15]. Daarna zingt een (kerk)zaal vol grote mensen samen uit volle borst. Participatie, maar ik luisterde alleen. Geen hoogmoed, maar een ruime tijdelijke samenhorigheid die overspannen wordt door uitstervende rituelen.
Uitsmijter:
Geschiedenis, zegt Sophie DE SCHAEPDRIJVER[16], is een deel van ons opgroeien. Julian BARNES[17]noteert: We are what we remember.
De grote slotvraag: zijn we in essentie tribaal gebleven, versierd met plukjes cultuur (of Vrije Tijd)
Ps: heb je de twee krantencommentaren van vandaag gelezen op facebook?
Van Hilde kregen we een tekst die Joris CAPENBERGHS[1]op 23 januari 2016 heeft voorgelezen voor ICOMOS 50[2], een internationale raad voor monumenten en landschappen, opgericht in 1965. We zoeken naar passages die inspireren.
Als we de spoorweg verliezen, raken we niet alleen een ecologisch verantwoord vervoersmiddel en een waardevol praktisch bezit kwijt, maar erkennen we dat we vergeten zijn hoe we gezamenlijk moeten leven Treinen herinneren ons er aan dat we met zn allen een gemeenschappelijk bestaan kunnen leiden én uitbouwen.
Toegespits op het individuele van de verplaatsing: te vaak alleen in de auto (car-pooling[3]bestaat nog!) of geïsoleerd met het openbaar vervoer: wie zegt goeie dag tegen eenpassagier die je NIET kent. Geen bond-zonder-naam actie, maar een automatisme dat onderdrukt wordt. Het zit in ons om iemand te groeten of dat bewust niet te doen om de comfort van stilte door een niet-geëngageerde houding.
Het voortschrijdend heden Het verleden zit je voortduren op de hielen, net zoals de toekomst geen uitstel duldt (we) ervaren monumenten als creaties die ons eraan herinneren dat er ooit geschiedenis is geweest Ze vragen om een totale beleving het brengt het onbetaalbare terug binnen in een omgeving waar uitsluitend cijfers en centen regeren We zijn niet alleen vreemdelinge in het verleden, we zijn ook pelgrim geworden op zoektocht naar een zingevend kader (langs de vraag) hoe kunnen oud én nieuw elkaar bevruchten (We moeten) het erfgoed eigentijds benaderen en nieuwe hoofdstukken en interpretaties durven toevoegen aan wat al dan niet voltooid is In die zin moeten we als erfgoedbeheerders leren meedenken aan wat straks nog komt.
We zijn voor onszelf meester over wat wij met de tijd doen. De herinneringen zijn aanleidingen, dus zonder geschiedenis, zonder enige blik of zoektocht naar een oorsprong, is er geen gefundeerde vooruitgang. Dat klinkt als dubbelle erfgoed: de fundering van een vorm en de fundering van een idee.
En ik stop met de passage uit een gedicht van Nâzim HIKMET[4], waarmee de auteur zijn intro afsluit: wordt in het hart van de mens het leed te leven in de huidige wereld / tot een zalige verzuchting. Verzuchting zoals in de combinatie van klacht en (laatste)wens? Of eenvoudig uit wat verkeerd gaat, het beste distileren? Ik proef een rituele gedachte. Een verzuchting bij het geheugen van een steun, een muur, een gebouw, een stad, de mens en de gemeenschap.
Tegelijkertij vonden we dit artikel van journaliste Hilde VAN DEN EYNDE over een ander soort geheugen.: (er) lijkt een soort religieus geheugen in ons land te zijn, waardoor de leeglopende kerken niet als enige maat voor ontkerkelijking kunnen worden gebruikt. Ook kloosterkerken en abdijen trekken nog altijd veel volk. Mensen vinden daar, in het gemeenschapsleven van de monniken, een authenticiteit die ze daarbuiten minder tegenkomen Kijk: mensen zijn van nature zinzoekers, de spirituele dimensie is essentieel. Dat ze die zin niet altijd bij het instituut kerk zoeken, wil niet zeggen dat de boodschap van het geloof geen betekenis meer voor ze heeft.[5]
Voor ons zijn dit twee interessante passages omdat ze een link leggen tussen de actualiteit van onze samenleving en hoe diezelfde samenleving gefundeerd is op de rituelen uit het verleden. De schoonheid van een kerkgebouw - symbool van de onzekere mens die zekerheden zoekt - en de schoonheid van een lege bunker - brutaliteit en perfecte vorm die als vormen hun schoonheid niet verliezen wanneer de inhoudelijke betekenis uit zijn tijd gerukt is. Oude kerken zijn niet altijd de bron van missionering en bunkers bewijzen ook iets anders dan agressie en dodelijke verdediging.
Wat bestaat kan en moet op veel manieren onderzocht worden. Neem nu gods-dienst & zedenleer oude stijl: de creatieve input (zoals het bouwen van bv. een Loofhut Joodse traditie) krijg je niet in een les zedenleer. Het humanisme mist die eeuwenoude maar spannende gebruiken.[6]Vandaar het misverstand van Lentefeesten als alternatief voor een her-beloven in de christelijke ( ) traditie.
Wat doen we tenslotte met een oud schilderij waarin de hyper-actuele dekolonisatie zit. Sint-Pieters Abdijkerk[7], Sint-Pietersplein Gent. Ene Nicolaas DE LIEMACKERE[8]schilderde circa 1640 H.-Franciscus Xaverius bekeert de volkeren. bekeerde door zijn predikingen en wonderen duizenden en duizenden, doopte een ontzaglijke menigte van heidenen: ging zijn arbeid voortzette, in japen: stierf op weg naar China. Kolonisatie begint met strategie en meteen daarna missionaris werk: kerstenen als bindmiddel.
In deze architecturaal zeer interessante oude les-zaal (bv. een snijzaal voor dokters in opleiding) van de Bijloke-site brengen de studenten van het KASKal geruime tijd drie à viermaal per jaar een artistiek project onder de titel KIOSK[1]. Aan de opleiding verbonden of vanuit die opleiding aangeboden. Meestal zijn dat onderzoeksprojecten die een markering in de jonge kunstgeschiedenis zullen verdienen. Belangrijk dus en je moet het volgen.
Met Assemblee wordt een selectie getoond uit de lange Lijst van Dingen van AGENTSCHAP. Dit is een in Brussel gevestigd collectief (1992) opgestart door Kobe MATTHYSdat vooral projecten initieert via ingrepen zoals exposities of performances. Centraal in dit initiatief staat het DING dat altijd tweeledig is: verbonden met NATUURen CULTUUR, waarbij je al snel in de eerste de vorm en in de tweede het idee gaat willen herkennen. Er is hoe dan ook altijd een tegenstelling en zijn cultuur en natuur niet de twee meest belangrijke tegenstelling in kunst? die uitdraait op een controverse vanaf het moment dat je in de argumentatie voor je gelijk begint te AARZELEN.
In deze selectie Assemblee wordt een spanningsveld tussen het originele en het gemeengoed aangekaart. De vraag: Wat als gemene dingen op wederkerige wijze worden opgenomen in de kunstpraktijk. Dat wil zeggen dat zowel het huiselijke als het artistieke van een unieke of authentieke flessenopener naast elkaar kunnen bestaan met hun dubbele, tegengestelde of aanvullende waarde. Er is sprake van: een INTERN CREATIEF PROCES. Dit wil zeggen dat elke externe invloed uitgesloten moet zijn om te voldoen aande waarderingORIGINALITEIT.
Tweede vraag die je moet stellen is drieledig. Alleen de som-beschouwing helpt je onderweg: ORIGINALITEITis het resultaat van een onafhankelijke creatie. Originaliteit is aantoonbaar door een minimale graad van te onderscheiden variaties aan de dag te leggen. En dus: In welke mate is een authentieke en uniek gemaakte replica een origineel werk?
Hoe presenteren ze dat?
Links (een groot rek met archiefdozen) en rechts (clipboards met de inhoud van het archief) van de inkom tot de ruimte kan je lezen/zien welke Dingen/Things zoal bewaard en gedocumenteerd getoond worden. De vraag daarbij is: What if common things become mutually included within art practices? Dat betekent dat een eenvoudig object, in de totale context van oorsprong over gebruik naar definitieve fixatie, tot kunst kan worden, of opgenomen kan worden in een kunstgeheel. Misschien past het hier om een woord uit de Blog[2]te gebruiken: holistisch gezien, d.w.z. terwijl ieder afzonderlijk Thing een geïsoleerde geschiedenis heeft, kan de som van vele Things een visie op het grotere geheel doen ontstaan. Een Assembly of Assemblee. Vreemd dat de Franstalige versie een geur van democratie heeft, terwijl in het Engels meer gedacht wordt aan de praktische vorm van samen.
Rechts heb je dan een presentatiekamer waar heel van Things op tafels staan, aangevuld met een eenvoudig document. Bijvoorbeeld Thing 2304. Een tapijtje met stadszicht Brugge. Daarnaast een document waar op een zeer overzichtelijke en directe manier uitleg wordt gegeven over de volledige procedureslag betreffende oorspronkelijkheid.
Over de visualisatie van de realiteit die ook de uitbeelden van een woordspeling is, kan ook rechtszaak opgebouwd worden. Thing 2301 gaat over Wing-Nut, een groot uitgevoerde vleugelmoer[3]en tegelijkertijd het symbool van een sportploeg. Wanneer zon symbool aanslaat, springen giganten zoals Coca-Cola uiteraard op de kleine (vergeten) lettertjes. Nog zo een. Thing 000889 en fotografie is de reproductie van natuur via een machine!
Centraal is een aula getimmerd met spreektafel. Daar kunnen de Things opnieuw beoordeeld worden door en voor een verzameld publiek tijdens een performance (veronderstel ik).
Je zult zeggen: dit is zijn ding: originaliteit, gelijktijdigheid, citeren, . Die oeverloze zoektocht naar de bron van het schone. Onderweg kom je gelijkheden tegen. Nooit jezelf tegen het lijf gelopen?
We zouden kunnen beginnen met de recentste quote: Waar zijn jullie mee bezig?[1]Maar dat zou heel populistisch zijn.
AfricaMuseum
Geen mens die erbij stil staat: Marrakesh ligt in Afrika. Akkoord, niet zwart-Afrika (mag dat?), eerder aan de blekere kant van de Sahara. Daar waar de gegroeide Arabieren vandaan komen. Herinner ons verhaal over de Berber-herbergier in Paris: Je ne suis pas un Arabe! De Arabieren waar hij het over heeft zijn die middenstanders die van de zwarte-Afrikaan een verhandelbaar product hebben gemaakt.
Onze tweede koning heeft ze een pak rammel gegeven (staat ook zo op zijn gaperstandbeeld in Oostende) en dan het handelsfonds na winst verkocht. Investeren, wachten, renderen en op tijd verkopen. Zo eenvoudig is de problematiek van ons koningshuis en Congo.
Maar en dan komen we opnieuw bij de pers: De koning gaat niet naar de opening van het AfricaMuseum.[2] Daar waren drie redenen voor. In omgekeerde volgorde van belangrijkheid: hij gaat nooit naar vernissages, hij kan kritiek over het koninklijk huis te horen en te lezen krijgen (en hoe reageer je daarop?) en niet onbelangrijk: Koning Filip wil ook een bezoek mijden aan een museum waarover het debat nog niet is beëindigd.[3]
(Consequenties)
De dans van de geschiedenis?
Uit het artikel van Mark ELCHARDUS, met deze tegensprekende titel Waarom verandert het verleden toch zo snel?[4] halen we enkele interessante passages: Alles wat wijst op een positieve interpretatie van het kolonialisme moet weg. Ook al overleeft die waardering nog enkel in morsdode stenen. In wezen is de geschiedenis onschadelijk, want alle nationale tradities en identiteiten (zijn) uitgevonden. Noem het opgebouwd, en dus telkens opnieuw open voor herinterpretatie. Bijvoorbeeld: De invasie van de barbarern was in feite innoverende migratie? De val werd dageraad, het begin van een nieuwe geschiedenis; deze migratie, ook al werd ze slecht beheerd, legde de grondslag voor de rijkdom van het Westen.
Door de gechiedenis te herschikken komen we tot nieuwe inzichten over toen en dus over de oorsprong van nu. In de eerste plaats gaat het niet om waarheid maar om zin. We hebben een bepaalde interpretatie van het verleden nodig voor de grote vragen: van waar komen we, waar staan we en waar gaan we naartoe? Precies over de antwoorden op die vragen zijn we vandaag verdeeld.
(zin van de geschiedenis)
Democratie op de snijtafel.
Dat is: het ontleden naar de samengang van de onderdelen. Wat op tafel ligt - de zucht in het standpunt van hoofdredacteur Bart EECKHOUT- ....heeft een parlementaire democratie op volle kracht getoond...[5]
In diezelfde De Morgen somt filosofe Tineke BEECKMAN enkele resultaten van die kracht en dus de nieuwe breuklijnen die daardoor ontstaan: tussen verhuizen en blijven (in de ruimste zin), tussen eisen en vertrekken (op economisch vlak), tussen opstand en gestolen kunnen worden. Ze rond af: De druk ratelende politici proberen hun machteloosheid te verbergen. Dàt is een reëel probleem.
Een blad verder in diezelfde krant wordt uitgelegd dat kunst het extreme in de mens kan blootleggen. Het kunstcollectief ZPS (Das Zentrum für politische Schönheit) publiceerde fotos van mogelijke neonazis. Om na te gaan of ze er zelf op stonden, klikten de echte neos hun naam in de zoekfunctie. Et voilà: ontmaskerd. Ondertussen zijn er 467 per arrestatiebrief gezocht; een aantal zitten al in het buitenland.[6]
Mag dat, de vrijheid van zijn, de identiteit bespelen? Neen, maar het toont wel aan dat een titel van een actie niet altijd de lading dekt of de bedoeling helder aanbiedt. Idem met de gele vestjes/hesjes.[7]Het verhakken van een samenleving in links en rechts blijft een prioriteit. Middenin staat de grootste massa waarover wel en niet geweten is waar het knelt: belastingen, geloofwaardigheid, kapitaalverschil. In de zijlijn blinken: fiscale fraude, treinen te laat, tijd in de rij om een puk-code op te vragen voor taks-on-web,
(machteloosheid)
De Taal
Past deze definitie voor taal (misschien gedeeltelijk)? Een levend instrument dat geïnterpreteerd moet worden in het licht van hedendaagse omstandigheden en ontwikkelingen. De taal is van de mens en die mensen hebben rechten (en plichten). Daarom moeten rechters inschatten en in zinnen uitschrijven welke richting Europa uitgaat inzake de bescherming van die geschreven mensenrechten. Via een invulling in Soft law zoals het VN-Migratiepact kan een rechter een aantal tekstuele passage over de streep trekken en zo een grens verleggen. Het heeft dus te maken met hoe je iets verwoordt. Ieder woord is een levend instrument dat constant verandert en uiteindelijk bijna onvatbaar is. Dus: wanneer een (ex)regeringspartij spreekt van een semantische warboel, dan gaat het ook over de interpretatie van een tekst, maar vooral over de consequenie van iedere zin. Hetzelfde geldt voor een beleidsakkoord in een stad. Lijkt vaag en ruim, en staat dus open voor alle met nadruk op alle interpretaties, conclusies en consequenties. Ondertussen wordt diezelfde taal gebreukt om flauw afscheid te nemen. Het verlies van een stadslijst komt voor een deel (door) slijtage ( ), na 24 jaar aan de macht.[8] En dan het verliezers syndroom: Met Groen hadden we een inhoudelijk voorakkoord maar ze volgen de Calvo-Doctrine.[9] Ik voeg er nog aan toe: het geven van een naam maakt dat het probleem bestaat. Calvo-Doctrine past in het afscheidslied van Rood[10], zoals Marrakesh-Akkoord past in het gezichtsverlies van de N-VA.
Waarom altijd spreken in de taal van wetenschappers? In Frankrijk is het een jarenlange traditie dat presidenten te rade gaan bij filosofen.
(Semantische warboel)
Nu we het toch over wetenschap hebben
De wetenschap weet al geruime tijd hoezeer de scheiding tussen lichaam en geest achterhaald is. Emoties zijn bewuste ervaringen van wat er zich in ons lichaam afspeelt, als reactie op anderen, de buitenwereld. Je bloost eerst, dan noem je dat schaamte. We gebruiken medicatie die inwerkt op ons lichaam om gevoelens te verzachten. Niet-lichamelijk zaken, zoals verwachtingen en uitspraken van anderen, hebben een op scans waarneembare fysieke impact, zoals placebo-onderzoek aantoont. Chronische stress, een psychische factor, maakt fysiek ziek. Negeren wat je mij vertelt, leidt zowel tot psychische klachten als tot ziekte?[11]
(Holistische kijk)
Uitgooier:
Er is geen oorlog meer, maar we zitten de hele tijd in de concurrentie met anderen en met onszelf.[12]
[7]De Morgen Zeno 08.12.2018: Misschien maken de geschiedenisboeken er aan het eind wel dit van: Gele hesjes waren dragers van een geel hesje die ergens heel erg boos over waren, niet konden verdragen dat iemand in hun plaats trachtte te verduidelijken waarom, en slechts begrip konden opbrengen voor andere dragers vaneen geel hesje.
[10]Ter overweging: John Crombez VRT-Radionieuws 5.12.2018: sp.a en N-VA hebben veel ideeën gemeen en samenwerken kan. Walter Zinzen in De Morgen 8.12.2018: Het is ook de enige manier om wat aan et beleid te veranderen.
[11]Paul Verhaeghe bij Barbara Debusschere, De Morgen Magazine 10.11.2018
Guy MEES in Mu.ZEE & Fabrice SOUVEREYNS in CC Scharpoord
Voor deze Nieuwsbrief maken we geen verslag van de tentoonstelling The Weather is Quiet, Cool and Soft in Mu.ZEE. We nodigen je wel uit voor een begeleid bezoek in dialoog januari 2019. Stuur ondertussen je data-voorstellen.
We geven nu enkele accentjes en herinneringen aan twee eerdere tentoonstellingen in Mu.ZEE. Eéntje waarvan ik me niet meer kan herinneren wanneer. Er hing toen een klein geel papierstrookje bovenaan een muur. Werkje van Guy MEES (1935-2003), ik denk samen met een Imaginair Ballet. Weinigen die er op gelet hebben. Tijdens een dialoog werd aangegeven dat deze interventie een begrenzing, een grens aanduidt. De ruimte van de expositieverdieping werd mee bepaald door de aanwezigheid van die banale gele strook. Een tweede keer was uiteraard de tentoonstelling van Lili DUJOURIE Folds in Time.Tegenaan de centrale witte ruimte waren een aantal gekleurde gescheurde strookjes aangebracht. Waar Guy MEES eerder afgewerkte stroken aanbrengt, gestructureerd, zijn de stroken van Lili DUJOURIE een onderzoek naar de plaats op het wit veld van bv. een muur.
Een toevoeging. Binnen het project DUO in Mu.ZEE[ waarbij een werk uit de collectie van het museum een dialoog aangaat met de interpretatie of parallelle wereld door een plaatselijk kunstenaar kwam het werk Oostende van Lili DUJOURIE naast dat van Dirk VAN DER CRUYSSEN te liggen in een tweetal presentatie-tafels. Wat willen we daarmee bedoelen: een kunstwerk met een kunsthistorische waarde inspireert nu nog zoals bijvoorbeeld het stelselmatig kopiëren van de grote meester door de kunstenaars uit pakweg eind 19deeeuw. Door na-doen beter begrijpen en nadien citeren binnen de eigen creaties. Dit is geen gelijktijdigheid!
RUIMTE
Daar gaat het hem bij Guy MEESdus over: RUIMTE. Daarnet een dagje doorgebracht tussen psychoanalisten en architectendie in het KASK probeerden tot een symbiose van ideetjes te komen. Inhoudelijk zeer interessant, maar geen echte kruisbestuiving. De zoektocht naar ruimte is zeer complex. Men is er wel aan uit dat er een gigantisch verschil is tussen Ruimte en Tussenruimte. De invulling vraagt naar een benadering van het begrip LEEG en LEEGTE. Van Verloren Ruimte en Gewonnen Ruimte. Hoe dan ook een soort toestand (sommigen hebben het dan over zijn, al dan niet met hoofdletter - zie ook Blog) die door de kunst en de kunstenaar geactiveerd moet worden. Door een in-breng in de ruimte, door het plaatsen het aankondigen, het uitvoeren al dan niet als openbare performance.
In Mu.ZEE dus toont curator Lilou VIDAL[een aantal hoofdstukken uit het werk van Guy MEES waar ruimte centraal staat. Kant als stof tegen een aluminiumplaat gedrukt of op een meetkundig volume gespannen, af en toe fluorneon belicht. Enerzijds fragiel, pertinent broos, fijn, tijdelijk maar ook erotisch tegenover de industriële oorsprong van de stukken stof. Plaatjes in aluminium en een bijpassend stoffen opbergzakje (contrast in materie) die door hun plaatsing een ruimte mee bepalen. Vrij naar eigen keuze of naar een vroeger scenario van de kunstenaar. Je mag hier ook terugdenken aan de interventies van André CADEREdie de artistieke ruimte mee bepaalde door het plaatsen van zijn Barre de Bois Ronde. Op één van de archieffotos staat hij met de rug naar de Miroir dépoque Régency (1973) van Marcel BROODTHAERS, op zich een referentie naar de spiegelbeeld-ruimte. En zo kunnen we verder afdwalen. Nog ééntje om het af te leren: Bernard VENETzoals we die kennen door het toeval van vallende stalen palen en de curves tijdens BEAUFORT 04 - 2012.
VERPLAATSBAARHEID.
Tenslotte papier. Als partituur voor de Differences of Level. Daarbij kreeg ieder van de 6 mogelijke houden één kleurtoets, zodat je een RASTER kan uitschrijven over alle uitgeprobeerde houdingen. Zon grid kan een eigen leven gaan leiden: als partituur op zich, als rest-notities op zijdepapier tot wegebbend over de rand naar de muur en zo metamorfoseren of sublimeren tot kleurstroken in de (openbare) ruimte, met een terugkoppeling naar de danspartituur en uiteindelijk de symboliek van ballet in o.a. de jurkjes van Imaginair Ballet. 20 jaar na de Dentelles (kantwerken) ontstaat de verloren ruimte om in te dansen. Heel snel door de bocht, maar het best te ervaren als je eerst zelf door de expositieruimte wandelt en daarna met de begeleider een soort wandel-lus afloopt.
Onderweg kom je anderen tegen. Zoals een herinnering aan de partituren van Anne Teresa DE KEERSMAEKER. In dezelfde week presenteerde ARCHIPEL-vzw in de Kamermuziekzaal van het Concertgebouw een lezing/presentatie van de legendarisch Poème Electroniquevan Edgard VARESE, omgeven door Iannis XENAKIS& LE CORBUSIER. Opnieuw een zeer beeldende partituur, waarvan voorbeelden te zien waren tijdens DOCUMENTA 14.
In een volgenden nieuwsbrief aandacht voor het panelgesprek over Guy MEES en de tekst over Verloren Ruimte.
FABRICE SOUVEREYNS
In CC Scharpoord, Knokke-Heist loopt nog even in de SEAS-reekseen tentoonstelling, gecureerd door Jo COUCKE, van de jong kunstenaar uit Tongeren/Gent Fabrice SOUVEREYNS. Past meteen in de lijn van het thema Papier en overloop naar de Muur bij Guy MEES. Titel: Grey Walls. Tekeningen op papier of rechtstreeks op de muur. De werken zijn vaak gegomd of onberoerd, permanent achter glas of tijdelijk in de openbare ruimte. Het procedé is eenvoudig te volgen. Op levend papier (gekreukt, geplooid, kwetsuren en vlekken) worden in rasterpatronen getekend over een welbepaalde periode. Bijvoorbeeld 10 dagen en iedere dag een andere invulling. Op die manier heb je tijd en ruimte in één klap op één drager. Een soort vegetatie-herkenning mag je meenemen. Of gewoon een gemis aan perspectief-gevoel dat plots aangezwengeld wordt door een minimaal vlekje waarop je je fixeert en om vandaar opnieuw mee te gaan in een soort vernieuwde diepgang.
Er is een mooie publicatie bij: Staircase Murial (2017)
We blijven associaties aanbrengen: het murale in dit werk, dat wil zeggen het creëren van een draagvlak door verf waarin het aanbrengen zichtbaar is of waarbij de muur geaccentueerd wordt, doet denken aan het nuance-reliëf in de achtergrond bij Yves VELTER. Daarop, letterlijk, gaan mensen in dialoog. Met anderen of met zichzelf. Ben je mee: dialoog, het kunstwerk dat tot ons spreekt, vorm en verwijzing naar de psychologische ruimte van uitbeelding en woord.
Nog even dit: levend papier doet me denken aan de regelmatige tentoonstellingen van Eric VANDE PITTEin galerie PINSARTBrugge. PITTE, zoals hij signeert, verstopt papier in de tuin en de inmenging van klimaat geeft het papier een patine die ver voorbij de artisticiteit van de kunstenaar gaat. Een wondere combinatie dus. Ook in CC Scharpoord.
Dat zijn de twee hoogtepunten van de ochtend. Om 07u30 en net voor Stouten op Klara om 09u00. Dat en het radionieuws zijn de twee inspiratiebronnen van de dag. Plak daarbovenop de digitale Standaard, de Morgen in het weekend, en wat er anders uit de kast valt. Ik ga altijd op zoek naar een zin of een passage die los van de optimistische of pessimistische, linkse, rechtse of centrum inhoud de aanzet kan zijn tot een idee. Die krijg je dan van ons, en we hopen dat je ons kan volgen of dat je reageert. Wil je het life meemaken: kom dan eens mee met een DIALOOG in Mu.ZEE. Straks ook in Raversyde, Ten Duinen Koksijde en zomaar op straat. Tot daar de reclame.
1. Obsessie, symptomen en karakter
Een paar mooie uitspraken in het De Standaard-Weekblad[1]. Advocate en voorzitter Mensenrechtenliga Kati VERSTREPEN. In verband vingerafdrukken en doorgedreven digitale info: Onze privacy is het slachtoffer van onze veiligheidsobsessie. Hoe wordt bepaald dat je een verdachte kan zijn? Door drie onschuldige databanken met elkaar te kruisen, bijvoorbeeld. Ook in de psychiatrie wordt gewerkt aan de hand van signalen: symptomen die vastgelegd zijn in protocollen. Arnon GRUNBERG noteert in datzelfde Weekblad over een (werk)verblijf: Na mijn week op de crisisdienst kwam het mij voor dat mensen weinig meer waren dan verzameling symptomen. Sommige van die symptomen waren goedaardig, andere minder goedaardig. Dat wat wij karakter noemen, waren chronische[2]symptomen. Als mensen niet meer zijn dan hun symptomen, voor wie of wat strijd je dan voor eerherstel? En kon je je bewust zijn van je eigen symptomen? Jazeker, dat heet ziekte-in-zicht. We zitten ondertussen aan drie elementen die voor anderen uitmaken wie we zijn: onze obsessieover onveiligheid, de verzameling van onze symptomen die karakter genoemd wordt en de wijze waarop alle persoonlijke info met elkaar gekruist worden tot een een karakterportret.
2. Dekolonisatie(deel zoveel)
De dekolonisatie-dynamiek draait goed verder. Ondertussen loopt de documentaire reeks Kinderen van de kolonie. Uit het De Standaard-Weekblad[3]onthouden we enkele passages.
Pierre(82): Met bestuurlijk gezag is op zich niets mis. Maar het concept van de kolonisatie is onaanvaardbaar? Het wil het wezen zelf van de gekoloniseerde vernietigen. Zijn waardigheid en afkomst worden afgenomen, hij wordt geacht te leven naar het model van de kolonisator, waardoor die hem nog betere kan uitbuiten.
Geneviève(89): Het drama is dat de Belgen Congo niet kennen. Ze weten niet wat er gebeurt. Toen niet, nu niet. Ook in de geesten is het dekolonisatieproces nog niet voltooid. Het racisme en het glazen plafond[4]waar Congolezen in ons land mee worstelen, zijn daardoor tekenend.
In ZENO De Morgen[5]staan enkele interessante passages. Zoals van juriste Sandrine EKOFO: Zou het kunnen dat de Belgen in 1960 wel afstand hebben gedaan van hun kolonie, maar dat we ons 58 jaar later nog altijd niet verlost hebben van onze koloniale denkbeelden? Rina RABAU (gemeenteraad Mechelen): Historisch besef is belangrijk omdat het een deel van onze identiteit vormt.De auteur van het artikel sluit mooi af: Op de muur tegenover café Soleil dAfrique heeft iemand geschreven: Elargissons notre vision pour le futur. Het doet me denken aan wat Sandrine EKOFO me zei: Blanken moeten hun denkbeelden over zwarten in vraag durven te stellen. Dat hebben wij, zwarten, ook gedaan. Als we hadden geloofd wat er over ons gezegd werd, hadden we onszelf voor de rest van ons leven tot lijdend voorwerp gereduceerd. Het is nu aan de blanken om te overstijgen wat ze van hun grootouders hebben geleerd.
3. Consequenties
Er is hoop voor de onmogelijkheden van deze wereld. Johan BRAECKMAN lanceert volgend jaar het The Journal of Controversial Ideas, met een top-adviesraad waarin o.a. filosoof Peter SINGER (Australië) en psycholoog Jonathan HAIDT (VS). Ook de Italiaanse filosofe Francesca MINERVA (uit Tricase of all places waar ik jaren terug een tijdje vakanties doorbracht (oostkust nabij Lecce).
In ZENO - De Morgen[6]geeft ze heel regelmatig aan dat de filosofische traditie belangrijk is. Namelijk onderzoeken naar de morele fundamenten van een gebeurteis, een idee, een feit. Ik vind me terug in deze passages: Net zoals Peter SINGER beoordeel ik een actie op basis van de consequenties ervan, want dat is het tegenovergestelde van het deontologisch denken - gebaseerd op de intenties waarbij men ervan uit gaat dat: Als de bedoeling nobel is, de daad dat ook is. Dat vinden wij niet.
4. Realist zijn.
Er zijn nog twee denkers binnengewaaid. Steven PINKER en Maarten BOUDRY. Een artikel in ZENO - De Morgen[7]heeft het over strijdsmakkers tegen het pessimisme. In een vorige leesbui noteerde ik deze passage, waarvan de bron ondertussen helaas verloren geraakt is.
Het vooruitgangsgeloof (van Steven PINKER), die betoogt dat het op de lange termijn altijd maar beter gaat met de wereld, onderschat wel de kracht van het menselijke ingrijpen in de geschiedenis en stemt zelden overeen met de dagelijkse ervaring van wie in het nu leeft.
Voor wie niet zeker is of hij morgen de rekeningen kan betalen, is elk perspectief in de tijd kort. Die urgentie bevordert de gevoeligheid voor politieke programmas die snel radicale veranderingen beloven.
Dat is: bespelen van onder meer onveiligheidsgevoelens of van culturele tradities die, samen met de ermee verbonden klassieke machtsposities, bedreigd zouden zijn. Ze beloven iets vaags op de lange termijn, aantrekkelijke illusies die vrijwel nooit ingaan op de vervelende details van het concrete beleid.
Dat wil dus zeggen dat er een kloof is tussen wat de denker schrijft en wat het lijdend voorwerp meemaakt. Of zeggen ze beiden hetzelfde? Eigenlijk wel, volgens Steven PINKER.Uiteindelijk moet je niet een pessimist of een optimist zijn, maar een realist Ik houd geen pleidooi voor optimisme, maar een pleidooi om naar de feiten te kijken die we geneigd zijn te negeren.Maarten BOUDRY: Het is mij opgevallen dat pessimisten hun zaak doorgaans bepleiten door de piketpaaltjes telkens te verschuiven En uiteindelijk worden ze zodanig door de cijfers in het nauw gedreven dat ze blijven steken in iets essentieels wat we zouden missen, een vaag, onleesbaar je-ne-sais-quoi. Dat is wat ze soms letterlijk schrijven in hun stukken. Zij stellen dat het Zijn, met een hoofdletter uiteraard, niet kàn worden gemeten.
We maken hun slotwoorden tot die van ons: Je hoeft niet overal een mening over te hebben. Of, beter: je hoeft niet overal je mening over te uiten.
André met Annick
[1]DS-Weekblad 24.11.2018, interview door Ine RENSON
Pieter BOUSSEMAERE[1]had het gisteren op de radio over: de toekomst is elektriciteit. Vraag is: waar haal je dat eindproduct? Wind, zee, allerlei dynamieken die energie realiseren zonder vervuilende uitstoten. Op een ander moment zei diezelfde Pieter BOUSSEMAEREdat de dramatiek van het milieu helaas géén dynamiek is om de bevolking tot reacties aan te zetten: hoe erger, hoe ongelooflijker, hoe minder acties. Dat is de rode draad doorheen de geschiedenis: we zien nooit de ernst totdat het te laat is. Terwijl beroemde filosofen oreren dat het resultaat van een actie van begin af aan in een breekpunt herkenbaar is. Omdat het nu eventjes in mijn kortbij interesse ligt: WO2 startte met een stilstand aan de zee, dan een muur langs het strand en tenslotte een onzichtbare muur van duikboten tussen Engeland en Noord-Amerika. Iedere muur was een bewijs van onmacht. De vraag is dus: wat hebben we ondertussen meegemaakt, waarvan het resultaat op lange termijn ons ontgaat en waarvan we nadien zullen zeggen: eigenlijk wisten we het? Straks in Raversyde een dagje luisteren naar WALLS & PEACE, We sturen nadien onze kattenbelletjes.
2.
De vraag zal dan ook wel zijn: Zijn we erop vooruitgegaan? Neen, lees ik bij Bruno LATOUR[2]: alles is het gestaag vervolg van het vorige, zonder noemenswaardige sprongen. Het is onze reactie erop die als een sprongetje aanvoelt. Daarom moeten we elk onderdeel van elke ervaring aandachtig bestuderen, zonder de voor-oordelen van de tijd in haar actuele en historische vorm. Simpel: iets is enkel wat het is zoals door ons geobserveerd. En dan moeten we die observaties onthouden, tot een parate kennis formateren want, en dan zou het Socrates zijn die via Plato spreekt: Geschreven woorden schenken uw volgelingen geen waarheid maar slechts de schijn van waarheid.[3]Het komt allemaal op hetzelfde neer: observeren en daarna reflecteren. Vanaf een blad lees je interpretaties. De weer-schijn van een intentie waarop een nieuwe gebouwd wordt. Altijd maar her-denken. Logisch dat zoveel citoyens van alle leeftijd, stand en gender de gangen van kloosters platlopen op zoek naar bezinningsruimte.
3.
Men noemt mij een agnost: ik begrijp alleen wat door of via de natuur voor mij verstaanbaar is. Wat ik niet versta, kan dus voor mij in wezen niet bestaan. Ik aanvaard wel dat de andere bijvoorbeeld een christelijke denkmechaniek heeft, maar ik zal dat nooit gebruiken als methode om een argument te hebben. Ik kan aanvaarden en via de uitleg van de andere in die ander begrijpen dat bezinning in een klooster goed kan doen, inclusief de mogelijkheid, of de beleefde vraag, om deel te nemen aan een bezinningsmoment met christelijke rituelen.
Rituelen bakenen af. Waar zie ik dat? In de abdijkerk van Zevenkerke[4]waar ik graag wat bezin voor of nà een koffie-met in de Bistro. Byzantijnse stilte waar ik een individueel gebedsmoment observeer en merk dat er verscheidene intensiteiten zijn bij de diverse handelingen. Automatisme naast geconcentreerd. Zeer aandachtig en in elke beweging zeer bewust bij cruciale momenten van bijvoorbeeld water en brood. Snel, noem het efficiënt doorwerken tussen de diverse hoogtepunten. De timing. De tijd. Daarnaast worden de plekken van bewieroking, bidden, meditatie door die activiteit afgebakend. De plek, de plaats. Of het juiste moment. De tijd. Overal plaats en tijd. En bovenop de prangende spreuk die mens daaronder wegschuift: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. (niet mijn hoofdletters). In de begijnhofkerk[5]van Brugge noemt men dat: De blijde boodschap die eeuwen lang verkondigd wordt. Allemaal geschreven, allemaal schijn. Maar met een doel. (wordt waarschijnlijk vervolgd)
Morgen verneem je via de media wie in Oostende welke schepenfunctie zal opnemen en wie de voorzitter van de gemeenteraad wordt. De ene partij doet dat via een bestuur, de andere roept de leden samen en laat hen mee beslissen. Kiezen is ook een beetje verliezen, maar dan blijft de overblijver toch beenhard in de gemeenteraad zetelen. Dus géén verloren expertise. Integendeel.
Het is een mooie gewoonte alle kiezers te bedanken die gekozen hebben voor de politieke gemeenschap waar je zelf toe behoort. Danken voor de partijstem en uiteraard voor de persoonlijke stem. Ik heb dat wat uitgesteld tot vandaag, om de eenvoudige reden dat naast dankbaarheid ook uitleg mag gegeven worden. In volle besprekingen door de drie onderhandelaars was dat minder gepast. Je verklapt je snel! Nu kon je in de vorige blog het bestuursakkoord 2019-2024 al lezen. Weet dat je nu quasi alles weet.
Dus: ontzettend bedankt voor het vertrouwen dat jullie gegeven hebben in Groen en in mij. Ik zet er meteen bij: het vertrouwen is op geen enkel moment uit evenwicht gegaan. De passage van al dan niet meegaan met een bepaalde partij was een zeer goede zet van de lijst die nu de oppositie zal uitmaken. Het is misschien belangrijk te weten dat ook die lijst zeer goede voorstellen heeft die ze hopelijk in het programma van het nieuw stadsbestuur zullen herkennen. Gelijktijdigheid bestaat! Even aan de zijkant gaan staan kan goed zijn: te lang de schepenzetels warm houden geeft zitwonden. Er was na zoveel jaar zelfs een zweem van arrogantie boven de kromme tafel komen hangen. Daar raken ze nu van af.
Ik vermoed dat dit een gemeenteraad en een schepencollege wordt met vooral jongere mensen. Een op de tijd afgepunte raad en college die niet mag vergeten een brede open hand uit te steken naar de andere kant maar zeker naar de eigen jonge kant die straks op hun plaats zal komen zetelen. Gewoon met zijn allen vooruit. En altijd kritisch zijn. Ook voor jezelf en je eigen omgeving.
Ik ben als lid van die Groene Gemeenschap zeer gelukkig met de nieuwe kijk op mens en maatschappij, waarbij milieu opnieuw de waarde van anders gaan leven krijgt. Door de rechtstreeks inspraak van Groen in het reilen en zeilen van de stad, wordt dat anders-gaan-leven tastbaar in projecten over milieu en mens, in cultuur en sociale zaken, over de boer die op land en in de zee niet alleen voortploegt/vist maar intens voor de gezondheid van de stad zorgt. De warme hand naar de andere, de glimlach van opluchting, samen zoeken en vinden, vallen en opstaan en uiteindelijk pas aan het einde van de (eerste) 6 jaar de som maken.
Waar sta ik daarbij? Aan de zijlijn, kritisch, vanuit een ruim cultureel standpunt, open en in dialoog. Ik stel heel veel in vraag. Vanaf nu ook letterlijk op papier. Naar iedereen die een verantwoordelijkheid heeft gekregen en opgenomen.
Ik heb/had een overgrootvader die in de gemeenteraad van Oostende zat. Flor VANDEKERCKHOVE heeft een stuk van zijn leven opgenomen in zijn (laatste?) boek Amandine(2012). Pépé Blondé hield zitting in Café du Parc en t Waterhuis. Op andere momenten was hij vaker op zee en later stiller in de gemeenteraad, toen nog in het gerechtsgebouw. Je kon hem het best vatten tussen vissers en mooie meiden (twee ladingen!). Dat is zo met Pannenaars (eigenlijk Adinkerkenaars en dus bijna exotisch Frans, zoals hun specifiek nasaal accent en een vreemd r-tje.) Ik heb me vaak afgevraagd waarom Arsène BLONDE geen standbeeld of een straatnaam gekregen heeft. (Bijna wel, aan een plein op De n' Opex). Eenvoudig: hij behoorde tot een historisch belangrijke partij die vaak onder haar leden schiet. Tot op de dag van vandaag. Ik ben een tijdje stadsgids geweest. Bij het beeld van Paster Pype zei ik toen steevast: de monumenten van een stad tonen vooral de politiek van dat moment. In de schaduw daarvan liggen de vele andere helden.
Een afsluiter. Stuur me gelijk wanneer jouw vraag. Ze worden altijd grondig bekeken en doorgestuurd naar de juiste mensen die en dat is een belofte uit het bestuursakkoord van het nieuwe Stadsbestuur altijd antwoord zullen geven. Antwoorden is één. Ik zorg dan voor de opvolging. Nogmaals dank voor het vertrouwen: samen gaan we verder naar een transparante, eigentijdse en vooruitgaande dus progressieve visie op en over Oostende. Meer dan denk ik: zeker weten.
Woensdag om 9 uur weet de pers het, de leden en onafhankelijken hebben het gisteren volledig kunnen lezen (nam wel anderhalf uur in beslag), er is gestemd, de verdeling van de verantwoordelijkheden ligt min of meer vast en ik mag nu (08u41) nog niets zeggen. Alleen dit: ik voel me er goed bij en zal de komende 6 jaar observeren, reflecteren en communiceren naar de diverse bronnen. Met ouder worden kan dat vervelend zijn, maar dat heet dan: vergrijzing - grijs als in hersenmassa die aanvankelijk melkwit schijnt te zijn en grijs als de doorstroom van lange ervaring vanuit die hersenen naar de bovenop-liggende haartjes.
Ondertussen stappen/vluchten wereldbewoners naar allerlei grenzen. Wat zien ze aan de horizon? Zien de transmigranten of wereld-stappers ook het licht van Ensor boven de stad waar ze straks al dan niet opgevangen kunnen worden? Dat licht dat zegt: hier is het altijd vakantie, bij dat water. En achter de wolken aan de westkant, daar ligt Engeland. Oud-minister en burgemeester Jan PIERS beweerde dat je vanaf het Europacentrum (die naam: midden van ) Engeland bij uitstekend weer kon zien. Walcheren van de tender-loodsboot aan de andere kant wel. En de kotter-loodsboot voor de kust. Herinneringen aan Parrain (1, ik ben nummer 3) en ikzelf één week als verstekeling tussen Vlissingen en de A1-boei. Dat waren tijden. Maar: nu ook.
Wat vertellen de kranten?
Over het Canvas-programma Kinderen van de kolonie staat paginagroot een merkwaardige zin: In Belgisch-Congo mochten zwarte mannen geen blanke vrouwen aanraken. Je mocht er niet mee dansen. Toen ik in 1960 in België aankwam, bleek dat hier allemaal wel te kunnen. Het zijn de Antwerpse vrouwen die mij hebben gedekoloniseerd. (Jean-Jacques TAMBA, 78 jaar). Dekolonisatie wordt vooral geplaats bij de witte citoyens. Is dat ook het juiste woord voor de zwarte citoyen?
Mens en milieu, maar niet in eigen brooddoos. Slechts 4% van de Vlamingen vindt milieu doorslaggevend bij aankoop etenswaren. Wat speelt daarbij? Helaas de attitude van de anderen moet het probleem oplossen. Maar zeker de tijd om keuzes te maken en de onzekerheid over de verpakkingsmogelijkheden. Vandaar: start in eigen buik/hoofd. Wie geeft tekst en uitleg over bv. Buren en Boeren, de realiteit van Korte-Keten aan Zee, de verpakkingsarme winkel die er in april zou moeten zijn . Goed nieuws in hetzelfde artikel: 66% voorstander van autovrije stadscentra en 65% wil lage-emissiezones.
En wanneer het over hogeschool/universiteit en Oostende gaat: Voor mijn thesis heb ik hulpverleners bevraagd hoe ze tegenover seksualiteit in de psychiatrische sector staan. Mijn conclusie is teleurstellend: er is weinig ruimte voor. Quote: Seksuolotte/Lotte VANWEZEMAEL (MNM-Generation M).
En dan nu stormloop op het 40 paginas tellend en naar 60 uur zweet ruikend bestuursakkoord voor Oostende. Tot straks?
Waar staat Groen voor. Oorspronkelijk was er het anders gaan leven-idee waar de geitenwollensokken aan kleefden. Waarom niet? De Natuur is het sterkste argument. Daaraan koppelen zich meer en meer inzichten in alle problematieken rond die natuur: de Mens en zijn Natuur. Samen maakt dat Ecologie. Natuur is geen excuus meer voor een romantisch gevoel. Natuur breidt uit tot Ecologie. Maar niet iedereen heeft dat begrepen. Pierre-Yves JEHOLET (MR) bij Stéphane TASSIN, La Libre Belgique 17.11.2018: La montée dEcolo est liée à lactualité. Quand vous avez une crise alimentaire, une peste porcine ou un problème dapprovisionnement en matière délectricité, ce sont des sujets porteurs pour eux. De opportuniteit van een drama. Opportuniteit staat voor de geschikte tijd. Opportunist is daar een negatieve nevenklank van. In plaats van gebruik maken van klinkt het naar misbruik maken van. Dat is een interpretatie. In een verkiezingsperiode heeft men meer oor voor de dramatiek dan voor de opportuniteiten. En ook dat is een interpretatie. Ik heb het groot geluk in een bos elk boompje te appreciëren en daardoor ook het bos als zowel chaotisch als mensgepland/t te zien.
Na de gemeente- en provincieverkiezingen van oktober laatsleden ontstond heibel omtrent de waarde van inhoud en de consequentie van beloftes. Ondertussen is dat oude wijn. Wat blijft is de persoonlijke inschatting van de coalitiemogelijkheden. In Oostende gaan Open Vld, Groen, N-VA en CD&V - nadrukkelijk in die volgorde gepubliceerd en op de radio uitgesproken samen. Bij een aantal kandidaten en leden van Groen zet dat kwaad bloed. Ik zet daar graag een opmerking uit datzelfde Libre Belgique bij. Frédéric CHARDON in gesprek met Jean-Marc NOLLET (co-voorzitter Ecolo), La Libre Belgique 12.11.2018: Il y a une grande maturité chez Ecolo: si on a la possibilité de faire avancer le projet de lécologie politique, il ny a aucune raison quon se refuse de prendre nos responsabilités. Daarin herkennen we ook het standpunt van Groen in Oostende. Maar er is meer. Groen als gemeenschap heeft een ideeëngoed dat door de jaren heen in haar groen hoofdstuk door alle andere en traditionele partijen overgenomen werd. Sommigen zelfs in kleur. Alleen Groen blijft consequent vast aan die groene lijn, terwijl de anderen het als evidentie maar kneedbaar meenemen. In die zin is de volgende uitspraak van NOLLET begrijpelijk: Quand des partis traditionnels veulent simplement sassocier à limage dEcolo, sans prendre en considération nos orientations, alors, le pouvoir, pour nous, ne sert à rien. Uit het akkoord dat in Oostende ondertekend werd, is de appreciatie voor de fundamentele waarde van Groen opgenomen in de som van de voorstellen. Het is niet aanpappen of aankleven, maar de intensere waarde van Groen voor de gemeenschappelijke themas aanvaarden en meenemen.
En dan is er de altijd terugkerende tegenstelling: On perçoit lenvie dEcolo de gouverner. Ten opzichte van: Gouverner avec la N-VA est impossible? - Tout qui analyse lucidement la situation arrive inévitablement à cette conclusion. Qui, tout nous oppose. Les valeurs, la conception de la société, les propositions et la manière de faire la politique. Ik denk dat samen rond de tafel zitten en transparant een stad besturen moet kunnen, vanuit de optiek zoals we onthouden van Myrthel VAN ETTERBEEK in La Libre Belgique van 12.11.2018: Faire comprendre ce qui unit et ce qui divise.
Zo kunnen we nog even mijmeren over wij en de ander. Sassimiler, cest se perdre dans la masse. Sintégrer cest garder son identité tout en vivant avec les autres.Aan het woord is Albert GUIGUI, Grand rabbin de Bruxelles, geïnterviewd door Francis VAN DE WOESTYNE in La Libre Belgique van 17.11.2018. Ik denk dat we dan de oorsprong van de ander moeten (leren) kennen, wat dan weer problematische kan zijn binnen de striktere stijl van dekolonisatie, waarbij een extern verschil geen aanleiding mag zijn om een vraag naar de antecedenten te stellen, terwijl precies dat een boeiend uitweiding kan zijn. Samenleven is evident maar vaak voorzien van een handleiding.
Ten slotte Steven LAREYS op de vragen van Laurence DARDENNE in La Libre Belgique van 17.11.2018: Historiquement, on a commis lerreur de dire: cest tout ou rien. Lêtre humain a des difficultés à gérer, à accepter lincertitude. (Thema is wel niet politiek maar over bewustzijn en capteren van prikkels)