Etienne Vermeersch reageerde ook op het artikel van Yves Desmet.
Ik beweer niet dat mijn inzicht altijd het juiste is, maar het is wel het resultaat van eerlijk onderzoek. Ik aanvaard dat anderen tot een andere conclusie komen, maar ik hoop dan wel dat ook zij hun huiswerk verricht hebben.
Etienne is vastgeroest in een denkpatroon dat aan herziening toe is. Dat is geen schande Etienne, we zijn met zijn allen vastgeroest in dat denkpatroon. De eerste keer heb ik geen antwoord gekregen op mijn mailtje. Ik kan dat wel begrijpen, per slot van rekening stond dit blog toen nog in zijn kinderschoenen, niet direct iets om aan een professor voor te leggen.
Ik heb mijn huiswerk verricht professor. Dit blog telt ondertussen al ettelijke paginas.
Benieuwd naar mijn punten.
Nu ben ik voorstander van het hoofddoekenverbod in scholen voor minderjarigen en binnenkort zal ik daarover een uitvoerige argumentatie publiceren., schrijft hij nog.
Allé Etienne, ik zal je een voorstel doen dat je moeilijk kunt weigeren man, gewoon omdat je mijn vriend van het eerste uur bent.
Als we er gewoon akte van nemen dat jij voorstander van het hoofddoekenverbod bent, kan je die publicatie dan niet zo laten? Kom Etienne, laat die publicatie zitten, trek je kleren uit en kom in de kring staan.
En nu komt het Etienne, als jij die publicatie laat zitten zal ik zal er hoogst persoonlijk voor zorgen dat jij naast Eva Brems mag staan. Ik vrees voor mijn punten.
De kritiek van Paul Goossens en Yves Desmet kon Benno Barnard natuurlijk niet over zich heen laten gaan.
Antwoord van een onmens is zijn repliek in de morgen.
Antwoord van een onmens - Benno Barnard poogt het islamdebat 'weg te slepen uit de modder van de loopgraven'.
Barnard is schrijver en columnist.
Het proza van Paul Goossens in De Morgen van 17 november schreeuwt om een oratio pro domo, maar eerlijk gezegd heb ik meer zin om in te gaan op het artikel van Yves Desmet (ibidem, 14/11). Vroeger noemde dit dagblad iedere islamcriticus een fascist. Overzichtelijke tijden waren dat! Maar Desmet heeft zijn verleden als islambasher-basher krachtig genuanceerd, en om hem daarvoor te belonen zal ik een poging doen om het islamdebat weg te slepen uit de modder van de loopgraven.
Helaas ben ik gedwongen eerst nog wat in de sfeer van Vom Westen nichts Neues te verwijlen, want dat gedrocht van Goossens barst werkelijk van de leugens, stompzinnigheden en onverteerbare insinuaties. Zo beweert deze woordvoerder van Belegen Links dat Wim van Rooy 'de echo' is van mijn islamkritiek. In werkelijkheid publiceerde mijn nagalm vorig jaar het belangrijkste boek over de islam dat er in Vlaanderen bestaat: De malaise van de multiculturaliteit. Als er weer eens iemand opstaat om te beweren dat Ondergetekende & co. (dat is de verzameling van alle islamcritici volgens Goossens) geen argumenten aanvoeren voor hun 'islamofobie', dan zeg ik hem of haar dat er honderden argumenten, gedocumenteerd en al, in dat boek staan. En het behoeft dringend meer lezers, zoals ik uit de ingezonden-brievenrubriek opmaak.
Het is ontluisterend om te zien hoe allerlei aardige mensen, die het goed hebben in hun eigen hoofd, zich laten begoochelen door een politiek-correcte illusoire werkelijkheid die al in de jaren negentig een zeepbel bleek. Maar zoals de filosoof met de knevel en de hamer zei: feiten volstaan niet, je moet mensen ook verleiden tot geloof in die feiten.
Wat nu die zogenaamde 'islamofobie' betreft, een woord dat Goossens als snoepgoed in de mond neemt: hij schijnt zelf niet te weten uit welke glazen pot in de wereldwinkel hij het gepikt heeft. Het is een term afkomstig van de Organisatie van Islamitische Landen, dezelfde gezelligheidsvereniging die de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in overeenstemming heeft gebracht met de sharia - onherkenbaar verminkt dus, ongeveer zoals de sharia mensen pleegt te verminken, voet eraf, hand eraf, kop eraf. De semantische truc is deze: een fobie is een onberedeneerde angst, voor spinnen (arachnofobie) of open ruimtes (agorafobie) bijvoorbeeld. Ideologiekritiek op de islam, gebaseerd op uitvoerige lectuur en onderscheidingsvermogen, zou dus gelijkstaan met een irrationele reflex. Begrijpt u waar de Organisatie van Islamitische Landen heen wil?
Nog erger is de leugen dat Wim van Rooy onlangs voor Klara zou hebben verklaard dat hij de moslims wil "verdrijven". Dat woord, o perfide Goossens, werd gebruikt door de interviewer - Van Rooy ging wijselijk niet in op zoveel onzin. Maar pas echt stuitend is de insinuatie dat de islamcritici moslims zouden willen vergassen. Of dat wij "een ouderwetse godsdienst- en burgeroorlog" zouden aanbevelen als oplossing van de door ons aangekaarte problemen. Uit de AEL stijgt bij dergelijke akelige lulkoek luid gejuich op - daar zijn ze dol op de pose van nieuwe Joden, omdat ze heel goed beseffen dat de achilleshiel van de westerse moraal Auschwitz heet.
Laat ik op deze plaats nog maar eens herhalen dat mijn kritiek op de islam IDEOLOGIEKRITIEK betreft. Dat is kritiek op een ideologie. Op een totalitaire leer, die veel meer is dan een godsdienst. Een leer die letterlijk alles wil beheersen, van de straat tot de staat en van het gerecht tot het bed. Nee, die obscurantistische leer is inderdaad niet compatibel met de open samenleving, dat heeft Goossens heel goed niet begrepen.
Maar kritiek op de islam verschilt fundamenteel van haat tegen moslims. Zo heb ik - anders dan Yves Desmet - het woord 'kutmarokkaantjes' nooit opgeschreven (dit is de eerste keer). Ik ben dan ook niet uitzonderlijk bang voor die onbeminde bevolkingsgroep. Wel ben ik bang voor de invloed van de imams, de predikers van de totalitaire leer geheten islam. Wel ben ik bang voor de bewuste manipulatie van de geesten vanuit moslimdictaturen. En zo heb ik nog wel een paar angsten die geen fobieën zijn.
Toen Karl Kraus in de jaren dertig waarschuwde voor de totalitaire vermenging van socialisme en nationalisme, waren er geen paulgoossensachtigen die hem van germanofobie beschuldigden en hem uitscholden voor aanstoker van een toekomstige oorlog. Welke halvegare komt nu op het idee dat Ondergetekende & co. naar een burgeroorlog zouden verlangen? De enige oorlog die wij hebben uitgelokt is een woordenstrijd, een polemiek, een woord dat inderdaad van het Grieks voor oorlog is afgeleid. Een dergelijke oorlog hoort thuis in een open samenleving, die haar progressie te danken heeft aan de botsing der ideeën, een fenomeen dat dialectiek wordt genoemd. In de islam is die dialectiek verboden. Van die polemiek heb ik dan ook helemaal geen spijt. Me dunkt dat we een heel eind zijn opgeschoten. We hebben het islamdebat namelijk teruggestolen van het Vlaams Belang.
Mogelijk zijn we soms te hardvochtig geweest in dat debat. Daarin heeft Desmet misschien gelijk. Evengoed blijf ik de blakende onschuld van zoveel fatsoenlijke mensen een probleem vinden. Ik denk dat die naïviteit voortvloeit uit het feit dat de Europanen als enige resterende collectieve ideologie het materialisme belijden, wat eenvoudig verhindert dat we ons eigen eurocentrisme inzien: ons onvermogen om te begrijpen dat er culturen bestaan die totaal anders denken dan wijzelf. Wat we ook niet inzien is dat ideologie, veel meer dan honger en dorst, mensen tot extremisme drijft - anders waren die 15.000 aanslagen sinds 2000 wel door zwarte mensen gepleegd, niet door moslims.
In onze geestelijke armoede kunnen we dan ook niet anders meer dan - zoals Desmet doet - de islam min of meer gelijkstellen met onze eigen traditie, want "in het Oude Testament staan immers ook nare dingen". Desmet schijnt niet te snappen dat Jodendom en christendom een ingebouwde dialectiek hebben die totaal niet vergelijkbaar is met het zwarte stenen stelsel van de islam. Ik beveel hem dus de lectuur van Van Rooy aan. Of van Abdelwahab Meddeb, Wafa Sultan en vele andere boze Arabische vrouwen.
Maar laat ik Yves Desmet de hand reiken. Het wordt inderdaad tijd voor een nieuwe fase in het debat. Een fase waarin de critici langs beide kanten constructieve en rationele voorstellen doen, aan elkaar en aan de politiek.
Mijn eigen voorstellen zouden de scholen en de moskeeën betreffen. Onlangs vertelde een bevriende persoon uit het onderwijs me hoe hij toevallig in een klas van het vierde leerjaar kwam. De onderwijzer had het over de afstamming van de mens. Een Marokkaans meisje stak spontaan haar vinger op en zei: "In de moskee hebben we geleerd dat alleen de Joden van apen afstammen."
In deze kleine anekdote beginnen alle doodsklokken van het Avondland te beieren. Maar omdat ons werelddeel wel eens vaker ten onder is gegaan, laat ik de moed niet zakken. In plaats daarvan stel ik voor dat de overheid islamleraren verplicht de scheiding van kerk en staat en de gelijkwaardigheid van man en vrouw, heteroseksueel en homoseksueel, islamitisch, Joods en anderszins, in hun curriculum op te nemen. En dat zij de imams verplicht hetzelfde te prediken, alsmede de noodzaak van integratie in de open samenleving, met behoud van eigenaardigheden (indien gewenst), voorzover die curiosa onze samenleving tenminste niet ondermijnen. Dat alles dient dan wel streng gecontroleerd te worden.
Geef mij een tafel met een paar glazen erop en ik wel wel praten, altijd, zeker als er wijn in mijn glas zit. Maar hou op met die idiote insinuaties dat ik een soort onmens ben.
Publicatie: De Morgen Publicatiedatum: vrijdag 20 november 2009 Auteur: Benno Barnard; Pagina: 28 Aantal woorden: 1283
Geef mij een tafel met een paar glazen erop en ik wel wel praten, altijd, zeker als er wijn in mijn glas zit. Maar hou op met die idiote insinuaties dat ik een soort onmens ben.
Awel, ik zou graag de uitnodiging aannemen.
Niet aan tafel, om eerlijk te zijn, dat schrikt me wel wat af. Ik ben een slechte debater. Ik kan niet rustig blijven. Ik denk dat ik beter ben in discussies op internetfora. Ik heb een beetje tijd nodig om mijn antwoord te formuleren. Dit terzijde.
Benno Barnard waant zich ongenaakbaar. Net zoals Filip Dewinter. En Geert Wilders niet te vergeten. Als de Nederlanders dan toch op dit blog komen snuisteren kan ik beter voor zorgen dat ze er iets aan hebben ook. Ik moet er weleen beetje mee opletten eigenlijk. Gisteren betrapte ik mezelf er al op dat ik tijdens eurosong for kids heimelijk voor Ralf begon te supporteren in plaats van voor Laura. Wat een paar bezoekjes van de Hollanders zoal voor invloed hebben op een mens. Kijk maar naar de Rode Duivels. We dwalen af, we dwalen af.
Benno Barnard. Is dat trouwens geen Nederlander?
Terzake nu.
Laat ik beginnen met mezelf te nuanceren.
Benno Barnard, Filip Dewinter en Geert Wilders zijn ongenaakbaar. Hun mening is niet minder waard dan die van om het even wie. Op dat vlak zijn ze ongenaakbaar.
Op een ander vlak wanen ze zich ongenaakbaar. Hoe komt het dat kritiek van hen afglijdt als water van een eend? Omdat kritiek altijd geformuleerd wordt in terminologie van jullie hebben geen gelijk. Zolang wij ons het recht toe-eigenen om bepaalde ideeën als inferieur te beschouwen, om bepaalde ideeën af te doen als moreel onaanvaardbaar lijkt het me logisch dat ons trio dat recht ook kan opeisen.
Ik wil in mijn blootje met Benno gaan praten. De mening van Benno is niet minder waard dan de mijne. Maar de mening van Benno is ook niet meer waard dan de mijne, laat daar geen misverstand over bestaan.
En dan zou ik graag beginnen met twee vragen aan Benno.
U schrijft dat uw kritiek op de islam ideologiekritiek betreft en dat kritiek op de islam verschilt van haat tegen moslims. Wat zou u vinden van de analogie ik vind u helemaal geen onmens, maar ik vind uw ideeën onmenselijk?
Stel dat een meerderheid van de Belgen ons huidige rechtstelsel wil vervangen door de sharia. Kan dat naar uw mening?
Laat dat glas maar zitten Benno, ik stel voor dat je onmiddellijk de fles op tafel zet.
Hij doet een poging om de polarisering uit het debat te halen en wat is het resultaat?
Polarisering.
Zou Yves toch aan het denken moeten zetten.
De eerste in de rij is Paul Goossens.
Het is veelbetekenend dat Desmet dit onevenwicht in het islamdebat niet eens signaleert en nog minder als problematisch ervaart. Die blindheid heeft gevolgen. In plaats van de dialoog te verruimen, sluit zijn essay deuren. Het werd een afrekening onder (ex-) vrienden (?), boven de hoofden van de betrokkenen, de nieuwe Belgen. Nochtans zijn zij het best geplaatst om het desastreus dogma dat moderniteit en islam absoluut onverzoenbaar zijn, onderuit te halen. Benno Barnard & co. zijn er rotsvast van overtuigd dat beiden absoluut incompatibel zijn. De verschillen tussen de islam en de waarden van onze "joods-christelijke beschaving" - een begrip dat Barnard te pas en te onpas gebruikt - zijn onoverbrugbaar. Hoezeer Barnard en zijn echo Wim Van Rooy dit dogma met krantenknipsels, kreten en referaten tot objectief feit proberen op te tillen, het blijft een totaal uitzichtloos dogma.
Ook al raadt Paul Scheffer het gebruik van het woord islamofoob af, ik doe het toch. Barnard & co. verdienen dat etiket. Niet wegens de tonaliteit van hun stellingen, wel wegens de inhoud. Yves Desmet krijgt dat woord niet uit zijn pen en houdt het bij het neutrale islamcritici. Dat geeft het gezelschap en hun standpunten een onterecht serieux, maar bovenal leidt het de aandacht af van het destructieve van hun benadering. We hebben hier, zoals Geert Mak schreef, niet alleen met makelaars in angst te maken, maar evenzeer met de aanjagers van de frontale en de totale confrontatie. Hoe kan het ooit tot de verzoening komen, waar Scheffer voor pleit, als de ontvangende gemeenschap de verzoening - zou "redelijk compromis" geen betere formulering zijn? - een gevaarlijke utopie en "iedere hoofddoek, een vlag geplant in het hart van het westen" noemt?
Yves Desmet is blind.
De mening van Barnard & co. : "een onterecht serieux."
Yves Desmet doet een oproep om uit de loopgraven van het Grote Gelijk te komen in het islamdebat.
Doe me een lol en lees dit artikel eens op de manier zoals ik het lees.
Ga eens na hoe dikwijls Yves Desmet van deze of gene impliciet of expliciet beweert dat die GELIJK HEEFT. Hij schrijft niet dat deze of gene GELIJK KRIJGT, nee, het is wel degelijk zo dat deze of gene GELIJK HEEFT.
Hoe kan je dat nu rijmen met een oproep om af te stappen van het gelijk?
Been there, done that.
Iedereen heeft boter op zijn hoofd. Mezelf incluis.
Maar het is wel tijd om de boter van ons hoofd te vegen. De boter kleeft al veel te lang aan ons hoofd. Het begint verschrikkelijk te stinken.
En eigenlijk ook wel speciaal voor de Nederlanders die hier verzeild raken. Hoe geraken die hier vraag ik me af? Ik heb nog nooit een link op een Nederlandse site geplaatst. Om het op zijn Vlaams te zeggen: gebeurt dat en stoemelings? En wat ik me nog meer afvraag: vinden ze het hier leuk? Ik vraag me dat trouwens ook af van die ene Chinees die hier binnengewaaid is. Enfin, ik ben er in alle geval blij mee, zowel met de Nederlanders als met de Chinees. Hoi en Ni Hao zou ik zo zeggen.
Terzake nu.
Karl van den Broeck stelt pertinente vragen. Ik hou er van als een discussie herleid wordt tot de essentie: Bestaan er objectieve criteria?
De doos van Pandora
In Nederland davert het subsidiesysteem op zijn grondvesten. Een boeiende discussie.
Vorige maand gooide een Amsterdamse rechter een splinterbom in het toch al zo nerveuze cultuurwereldje. Hij oordeelde dat er bij de instantie die de subsidies voor podiumkunsten toekent een schijn van belangenverstrengeling heerst. Het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten werkt met 'betrokken deskundigen' om de subsidieaanvragen te beoordelen. De Theatercompagnie van Theu Boermans viel bij de vorige subsidieronde uit de boot en stapte naar de rechter omdat volgens hem het NFPK niet onpartijdig was. Hij kreeg in eerste aanleg gelijk. Zo zouden twee leden van de beoordelingscommissie voor hun eigen theater subsidie hebben gevraagd. Bovendien zou een ander lid ooit ontslagen zijn bij de Theatercompagnie.
Volgens de rechter mag iemand die zelf belang heeft bij een subsidiebeslissing geen deel uitmaken van een adviescommissie. Zelfs al gaat hij of zij in de gang staan wanneer een dossier ter sprake komt. Dat gebeurt vaak. Volgens de rechter is dat niet genoeg. De hoogte van het subsidiebedrag dat het NFPK binnen de sector mag verdelen, wordt vooraf vastgesteld. Een commissielid dat zelf een aanvraag heeft ingediend, kan een lastige concurrent uitschakelen door hem een negatief advies te geven.
Als het NFPK ook in beroep wordt veroordeeld, moet het hele Nederlandse subsidiesysteem worden hervormd. Maar hoe? In Nederland is het Thorbeke-principe heilig. De negentiende-eeuwse liberale staatsman vond dat de overheid zich niet met de inhoud van kunst mocht bezighouden. Daarom laat de minister van Cultuur zich bijstaan door specialisten wanneer hij beslist welke kunstenaars of organisaties overheidsgeld moeten krijgen. Als het systeem van peer review een rode kaart krijgt, staat het Thorbeke-principe op de helling.
Dat er ook in onze Vlaamse beoordelingscommissies een ons-kent-onsmentaliteit heerst, kan iedereen die ooit van dicht of van ver betrokken was bij een cultuursubsidie beamen. Het blijft een uitdaging om zoveel mogelijk onafhankelijke deskundigen te vinden. Daarbij valt het op dat het brede middenveld vaak onontgonnen gebied blijft. Hebben leraars, bibliothecarissen en vrijwilligers dan een slechter beoordelingsvermogen dan bijvoorbeeld een piepjonge assistent van een prof?
Blijft natuurlijk de vraag naar de criteria. Wanneer is iets 'goed' genoeg om gesubsidieerd te worden? En wie mag oordelen over die kwaliteit? Academici? Kunstenaars zelf? Recensenten en critici? Ambtenaren? Of toch ook een beetje het brede publiek? De vraag stellen is de stoelgang naar de ventilator jagen.
En wie kent het 'cultuurpact' nog? Dit wonderlijke document behoedde Vlaanderen destijds voor een katholieke monocultuur door ook vrijzinnige kunstenaars toegang te geven tot de subsidiepotten. Nu lijkt niet langer het inhoudelijk-ideologische pluralisme in het geding, maar wel het 'artistieke'. De aanslepende discussie over het repertoiretoneel is daar maar één symptoom van. Het cultuurpact wijzigen? Dat is een optie, maar jammer genoeg is die wet een van de weinige cultuurmateries die federaal zijn gebleven. Wie opent de doos van Pandora?
De vraag is natuurlijk of het andere mensen interesseert om naar wolken te liggen kijken?
Frankly my dear, I dont give a damn.
Goedele dan, Goedele stijgt in mijn achting.
Ik ben hier niet om te oordelen., zegt ze.
Wie van ons is hier wel om te oordelen? Moeten we niet veel strikter een onderscheid gaan maken tussen een mening of een opinie en een oordeel? Worden er in de lezersbrieven, op de internetfora, in de opiniebijlagen niet veel meer oordelen geformuleerd in plaats van opinies ?
Journalistieke lessen van Goedele
Op 9 november programmeerde Canvas-Terzake een item met Goedele Liekens als studiogast naar aanleiding van een fel omstreden interview dat de seksuologe de dag voordien in het Nederlandse televisieprogramma '1 op 1' had met de veroordeelde Nederlandse pedofiel en medeoprichter van de Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit, Ad van den Heuvel.
Goedele, die meteen toegaf dat ze niet de meest doorwinterde specialiste was inzake pedofilie - en dat bleek bij momenten ook uit het 45 minuten durende interview met haar overigens onaangekondigde studiogast - zette qua interviewtechniek echter een opmerkelijk contrast neer in vergelijking met de journalistieke aanpak die haar de dag nadien in de Terzake-studio te beurt viel, toen ze door Kathleen Cools ter verantwoording werd geroepen voor haar 'journalistieke wandaad' op de Nederlandse televisie.
Deviant
De vraag of het Nederlandse televisieprogramma nu al dan niet een forum had moeten geven aan een veroordeelde pedofiel, had ondertussen bij flink wat kijkers de discussie aangezwengeld en had blijkbaar ook de Terzake-redactie bezig gehouden: "We hebben op de redactie behoorlijk wat discussie gehad of we dit wel zouden brengen", gaf Kathleen Cools tijdens de uitzending toe.
Dat kijkers die vraag opwerpen, klinkt aannemelijk. Als redacties echter overwegen om deviante maatschappelijke thema's en figuren die dergelijke thema's belichamen onder de mat te vegen omdat ze niet beantwoorden aan een maatschappelijke consensus, krijgt diezelfde overweging al meteen een heel andere bijklank.
Hoe dan ook had de Terzake-redactie uiteindelijk beslist om het item te programmeren, al zinderde de redactionele tweespalt nog overduidelijk na tijdens het vraaggesprek. Cools: "Ik vraag me af, zwijg je zo'n mens niet beter dood, of worden we anno 2009 toch nog beter van een discussie over pedofilie?" De interviewstijl van Kathleen Cools ademde acht minuten onverkort de hang naar zelfcensuur en veroordeling uit, omdat Goedele zich tot het interviewen van een pedofiel had laten verleiden.
Improvisatie
Goedele werd in het programma '1 op 1' duidelijk gedreven door de drang om te weten, te begrijpen, te doortasten en te doorgronden. Wie de uitzending integraal bekeek, kon moeilijk anders dan tot de vaststelling komen dat ze die aartsmoeilijke opdracht met verve vervulde. Als je daarenboven beseft dat om een geïmproviseerd interview ging met een onaangekondigde gast, dan verdiende die interviewprestatie alleen maar superieure lof.
Met haar onbevangen, ingetogen, open, empathische aanpak, maar vooral ook door de luisterbereidheid en weetgierige zoektocht naar de drijfveren en motieven van de kinderlokker, ontlokte Goedele Liekens bij haar studiogast niet alleen een aantal bekentenissen die hij nooit eerder in het openbaar had gedaan, maar fileerde ze de man ook genadeloos, of beter; door haar aanpak fileerde de man vooral zichzelf.
Niet professioneel
Liekens putte daarbij voluit uit haar professionele ervaring, eerder opgedaan als therapeute bij Nederlandse Rutgersstichting. "Dit wil ik nu echt wel eens weten", "Ik probeerde van hem voortdurend te weten te komen of...", "Daarom dat ik ging doorvragen ..", probeerde ze tevergeefs aan Kathleen Cools over haar aanpak van haar gesprekspartner duidelijk te maken.
Tegenover het subtiele fileermes van Goedele Liekens stond de botte hakbijl van VRT-journaliste Kathleen Cools, die tegen alle basisprincipes van de kwaliteitsjournalistiek in, de ene clichématige veroordeling na het andere de ether in slingerde, doorspekt met suggestieve voorzetjes zoals: "Dit roept bij mij walging op", "Wat mij vooral stoort aan het gesprek...", "Als je jezelf bezig ziet, heb je dan niet het gevoel dat je meer weerwerk had moeten bieden...". Het lijkt een benadering die in bepaalde redactionele milieus stilaan tot de journalistieke huisstijl is gaan behoren.
"Je moet die mensen niet in de verdrukking duwen, want dan kom je niets te weten", zo pareerde Goedele Liekens intelligent de vooringenomen opmerkingen van interviewster Kathleen Cools. "Dat hebben we natuurlijk geleerd in ons vak als therapeut." Goedele gaf ook duidelijk aan dat ze niet het proces van de man wilde maken. "Daar is een uur niet lang genoeg voor. Dan ben je niet professioneel bezig."
Bijscholing
Uitsmijter van het interview in Terzake was de slotvraag van Kathleen Cools: "Want je zou kunnen zeggen (...); dit is gewoon een vieze ouwe (sic) man en laten we hem voor de rest maar laten (sic)."
"Maar dat is een oordeel", probeerde Goedele nogmaals duidelijk te maken. "En ik ben niet daar om te oordelen over die man." Aan het interviewgesprek zelf hadden de kijkers van de '1 op 1'-uitzending met Ad van den Heuvel trouwens voldoende om zelf een oordeel te vellen. Dat moest Goedele Liekens niet in de kijkers hun plaats doen.
Liekens zette in dit programma een puike journalistieke prestatie neer, die Kris Hoflack, hoofdredacteur duiding bij de VRT, ernstig zou moeten doen overwegen om haar als anker van Terzake in te schakelen. De beeldband van de '1 op 1'-uitzending met Goedele Liekens, zou daarbij alvast als verplicht materiaal kunnen dienen in het kader van de journalistieke bijscholing van sommige journalisten.
Het beginsel van grond. Daarover hield Martin Heidegger een beroemde lezing. Twee keer zelfs. In de Club in Bremen op 25 mei 1956. En aan de universiteit van Wenen op 24 oktober van hetzelfde jaar. Die gegevens zijn belangrijk. Om de lezing precies te situeren, om de context waarin ze plaatsvond te begrijpen. Het atoomtijdperk, zo noemt Heidegger zijn tijd. Een begrip dat ik mij uit mijn jeugdjaren herinner, maar dat sindsdien in onbruik is geraakt.
De aanduiding van de concrete plaats en tijd heeft niet als enig doel Heideggers lezing zuiver intellectueel beter te begrijpen. Ik wil de filosoof ook proberen aan te voelen terwijl hij spreekt. Tweemaal dezelfde wetenschappelijke lezing houden, hoe beleef je dat? Ontstaat dan niet de gêne van de herhaling? Kun je wel over het denken spreken zonder daarbij na te denken? Dat laatste geldt zeker voor de lezing in Wenen, want het denkwerk was al in de lente verricht met het oog op het optreden in Bremen. Nog eerder zelfs: in het wintersemester van 1955-1956 doceerde Heidegger over het beginsel van grond aan de universiteit van Freiburg. De recyclage van de wetenschapper. Of is het geen recyclage, maar verder denken door te variëren op een thema?
Heidegger sprak in Bremen in de lente, terwijl het al herfst was toen hij in Wenen het woord voerde. Mooi. Ik heb altijd het gevoel dat Wenen de herfst beter aankan dan Bremen. Kortom, niet alleen de inhoud telt, ook de context.
Maar waarover ging die beroemde lezing van Martin Heidegger nu eigenlijk? Misschien wel over wat ik daarnet schreef. Over context, reflectie, omgeving. Eigenlijk handelde de lezing over het beginsel van grond. Niets is zonder grond. Dat staat vast, ook al duurde het in de Westerse filosofiegeschiedenis 2300 jaar vooraleer het beginsel als dusdanig werd geformuleerd. Van de denkers in de zesde eeuw voor Christus tot Leibniz (1646-1716), die eindelijk met het beginsel uitpakte. Sindsdien verlangen we dat onze uitspraken gegrond zijn. Voor elk gedrag moeten gronden kunnen worden aangevoerd.
Maar is dat wel genoeg? Niet zonder romantische flair - die ook gevaarlijk kan zijn en hem enkele decennia eerder in de armen van het nazisme dreef - wijst Heidegger op het tekort van de grond als enig zaligmakend principe. Het komt er volgens hem op aan dat de macht van de aanspraak op waarom (de grond) zich voegt naar het wijl. Wijl betekent niet daarom, maar terwijl, gedurende. Zoals in het woord verwijlen, duren, stoppen en stilhouden in rust. Alleen als wij op die manier leven zijn wij wezens die kunnen sterven, die de dood als dood op ons nemen. Heidegger citeert Goethe: 'Houd je aan het wijl en vraag toch niet waarom.'
Wat heeft Heidegger in godsnaam met discussiefora te maken? Welnu, het volgende. Wij zijn verslaafd aan de grond. Wij willen een gefundeerde mening, die wij meteen als de enig juiste beschouwen. Onze subjectieve gevoelens verpakken wij als gegronde meningen. Daarbij vergeten we dat wat we denken voortkomt uit wie we zijn. We hebben inschikkelijke, lastige of helemaal geen kinderen. We weten ons ziek of wanen ons onsterfelijk. We zijn arm, rijk of niet rijk genoeg. We voelen verdriet over onze beperkingen of we ontkennen hen, daarbij de wereld ons falen verwijtend. Kortom, wij gaan ten onder aan onze gefundeerde meningen. Wij geloven in hun waarheid, terwijl het slechts om nauwelijks gecamoufleerde zelfportretten gaat.
Wij zijn onze meningen. Daarom worden wij woedend als anderen het met ons oneens zijn: zij hebben niet zomaar een verschillende mening, zij verwerpen ons als persoon.
Moeten wij dan onze gegronde meningen door ongegronde vervangen? Zeker niet. Maar paradoxaal genoeg worden onze meningen sterker wanneer wij er zelf de subjectiviteit en de zwakke plekken van inzien. Wij worden minder gemakkelijk kwaad op anderen als wij weten dat we zelf niet helemaal gelijk hebben. Zo sparen we soms zelfs de kool en de geit, een pluspunt. Want wat baat het de kool dat de geit wordt geslacht?
Tenslotte dit: in een ideale wereld begeven alleen zeer beleefde mensen zich op discussiefora. Toch mag het nut van agressieve reacties niet worden onderschat. Wie online iemand anders in de meest gore bewoordingen voor verrot uitscheldt, zonder hem in de ogen te moeten kijken, heeft op datzelfde moment niet de tijd om zijn vrouw te vermoorden, iets wat hij al lang had willen doen, maar waar hij voorlopig niet aan toekwam.
Mooie tekst van Nonkel Rik.
Eén van de online reacties was de volgende:
Ik kan uit dat alles alleen maar uit opmaken dat de uitspraak wij zijn onze meningen niets anders dan een mening is, een gecamoufleerd zelfportret dus
Effe nonkel Rik een helpende hand aanbieden, daar zijn we tenslotte familie voor:
Het is niet zo maar een mening. Het is logica. Mits een kleine nuance: gelijk hebben bestaat niet van zodra er een waardeoordeel mee gemoeid is. Dat is in deze discussie (bestaat gelijk hebben?) niet het geval.
Ik heb stilletjes aan mijn buik vol van de opiniestukken van Benno Barnard. Dikwijls trommelt hij een vriendje op, die zijn handtekening naast de zijne moet plaatsen. De ene keer is dat Geert van Istendael, dan is het Wim Van Rooy. Afgelopen week was Etienne Vermeersch aan de beurt. Samen sterk, zo veronderstel ik. Ik kan alle mogelijke vervelende reacties op mijn verzuchting ook zelf wel bedenken. (K, wij hebben onze buik vol van jouw stukken! K, het kan ons geen reet schelen van wie jij de buik vol hebt!) Bespaar u dus de moeite.
Demonisering
Het gaat hier over míjn buik en mijn ergernis over Benno Barnards drammerige stijl, over het blijven hameren op het islamitische gevaar, over het voordurend demoniseren van moslims, over de stelligheid waarmee hij klinkklare onzin beweert zoals: De multiculturele samenleving is daar [in Groot-Brittannië] een gigantische catastrofe. O ja? En waarom dan wel? Waarop is deze boute bewering gebaseerd? Over welke catastrofe heeft hij het? Wat is de aard van die catastrofe? Kan de grote intellectueel dat alsjeblieft even uitleggen?
Ik zou haast zeggen: tot daar aan toe. Dit discours heeft in Vlaanderen de overhand gekregen en het ziet ernaar uit dat je voorlopig hooguit kunt hopen dat het overwaait, net zoals de kredietcrisis ooit wel eens achter de rug zal zijn. Het discours vloeit nu zelfs uit de pen en de mond van politici van Groen! zoals een Luckas Vander Taelen, want allochtone jongeren spuwen in zijn gezicht. In het mijne spuwen ze nooit. Ze doen dat niet in de Statiestraat in Berchem, waar ik iedere dag mijn krant ga kopen en waar ik geregeld boodschappen doe, en ze doen het niet in de steile straten achter het Brusselse Noordstation, die ik beklim en afdaal op weg naar de plek waar ik lesgeef. Er zijn daar nochtans bijzonder weinig autochtone Belgen te bespeuren. Maar niemand spuwt of duwt of scheldt. Dus vraag ik me af wat Luckas Vander Taelen doet dat er in zijn gezicht wordt gespuwd, maar bon, dit terzijde.
Gelijkhebberij
De opiniestukken van Benno Barnard. Daarover wil het hier hebben. En wat mij daar dan zo aan ergert. Kort samengevat: aan het uit zijn voegen gebarsten ego dat erin wordt geëtaleerd. Aan de gelijkhebberij. Elk stuk roept IK, en dan roept het: IK HEB GELIJK. En vervolgens mept het naar iedereen die de euvele moed heeft hem tegen te spreken. Of het met hem oneens te zijn. Die bezondigt zich aan een gebrekkige stijl én mist de nodige intellectuele bagage en/of cosmopolitische visie. Hij of zij blijft ver beneden Bennos duizelingwekkende peil.
Ik ken ze, de verbale meppen van Benno Barnard. Ik weet hoe hard ze aankomen. En hoe iedereen het hoofd tussen de schouders trekt uit angst er ook een paar te moeten incasseren. Als Benno Barnard onze beschaving incarneert, dan bedank ik voor die beschaving. Hij verdedigt zogezegd de vrije meningsuiting, maar schiet op alles en iedereen die niet zijn mening deelt. Dissidente monden moeten worden gesnoerd. Dat is een behoorlijke eenzijdige interpretatie van het begrip vrije meningsuiting.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het Benno Barnard niet gaat om de islam, of om onze waarden versus hun waarden, maar om zijn gelijk. Hij heeft een kwestie gevonden waarmee hij kan scoren en waarop hij zijn indrukwekkende retorische talent kan loslaten. Hij trekt ten strijde opdat er nog één stem en één visie zouden worden gehoord: die van Benno Barnard.
Kristien Hemmerechts HEEFT GELIJK.
Ik hoop dat deze quote u een beetje verrast. De man die beweert dat gelijk hebben niet bestaat zegt dat Kristien Hemmerechts gelijk heeft?
Gelijk hebben in ethische discussies bestaat niet. Dat is een belangrijke nuance.
Benno Barnard heeft een oordeel over de islam.
Dus voor de zoveelste keer, en in de koude zekerheid dat je dezelfde dingen kan blijven herhalen tot je een ons weegt, zonder dat het tot iemand doordringt: het evangelie is pacifistisch, de islam daarentegen is ontworpen om de veroveringsdrift van een perverse analfabeet te rechtvaardigen. Wie bij zijn volle verstand is en de islam aanhangt, is niet bij zijn volle verstand. Dit roep ik vanaf de stadsmuren van de westerse beschaving.
Ik gun Benno Barnard zijn oordeel over de islam. Maar zijn oordeel is niet zaligmakend. Het is helemaal niet zo dat iemand die een ander oordeel heeft niet bij zijn volle verstand zou zijn. Bij mijn weten heeft Benno Barnard niet de autoriteit om tot collocatie over te gaan. Op dat punt heeft Kristien dus gelijk. Dat is geen waardeoordeel over het standpunt van Benno Barnard.
Wat ergert me dan aan dit stuk van Kristien Hemmerechts als ze gelijk heeft?
Kort samengevat: aan het uit zijn voegen gebarsten ego dat erin wordt geëtaleerd. Aan de gelijkhebberij. Dit stuk roept IK, en dan roept het: IK HEB GELIJK.
Expliciet gaat dit stuk over de gelijkhebberij van Benno Barnard.
Impliciet gaat dit stuk over het feit dat Lukas Vandertaelen en Benno Barnard GEEN GELIJK hebben.
De eerste comment onder het artikel was van mij. "Zijn we niet allemaal in hetzelfde bedje ziek?" Een mens moet zich met iets bezig houden als hij zijn blog niet meer bijhoudt.
Ik was amper gestopt met mijn blog of Lukas Vander Taelen dropte een bommetje in de standaard met zijn artikel over de gettos van Brussel.
Waarom durven wij niet opkomen voor wat eigenlijk essentieel is: respect voor de wetten en de waarden van het land waarin wij leven? Een hoofddoekenverbod is geen oplossing. Maar misschien moeten we toch eens nadenken over hoe we op een assertieve manier kunnen duidelijk maken dat wij durven verdedigen wat wij belangrijk vinden.
Het is de verdienste van links geweest om meer aandacht te vragen voor discriminatie en sociale achterstand. Het probleem ligt jammer genoeg dieper: we zijn bang geweest om onze waarden op te dringen aan allochtonen. Die waarden zijn mij echter te dierbaar om ze verloren te laten gaan.
Er zit één angel in zijn artikel.
Lukas mag best bepaalde wetten en waarden naar voor schuiven waar hij respect voor vraagt. Voor mijn part mag hij zelfs een hoofddoekenverbod als oplossing naar voor schuiven. Lukas mag zich best een beetje assertief opstellen.
Één angel.
We hebben het recht om respect te vragen voor onze wetten en de waarden.
We hebben NIET het recht om onze waarden op te dringen aan allochtonen.
Onze waarden zijn immers niet intrinsiek beter dan de waarden van de moslim wereld. Wie zijn wij om ons dat recht op te eisen?
Spelen met woorden, spijkers op laag water zoeken , krijg ik als reactie op deze opmerking. Het is helemaal geen spelen met woorden, het is een kleine moeite voor een wereld van verschil.
Mijn God, wat heb ik op mijn tanden moeten bijten de afgelopen weken.
Tandengeknars, tandengeknars, tandengeknars.
Volgens mijn tandarts is dat zeer nefast voor mijn gebit. Ik vreet gewoon mijn eigen tanden op naar het schijnt. Ik heb nu een plastic tandafdruk op maat moeten laten maken om als een vals gebit in mijn mond te steken telkens ik de krant lees, op internet zit te surfen of actualiteitsprogrammas bekijk. Plezant.
Ik heb de neiging om op allerlei standpunten of columns te reageren, maar het lukt me niet om dat in een online reactie (enkele regels) of in een lezersbrief (enkele paragrafen) te formuleren.
Wat ik wil zeggen past jammer genoeg in een ruimer kader.
Ik wil me niet meer mengen in ethische discussies zonder voorafgaandelijk de moeder van alle discussies uit te klaren.
Waarom discussiëren over ethiek?
Een discussie over ethische vraagstukken gaat in essentie altijd over de Waarheid.
Bestaat er zoiets als de Waarheid?
Bestaat er zoiets als Goed en Kwaad?
Is iets objectief goed of objectief slecht?
In functie van enkele kernvragen en in functie van de standpunten kan je naar mijn mening een discussie over ethiek altijd herleiden tot vijf verschillende categorieën.
De vraag naar een objectief goed of een objectief slecht impliceert dat dit objectief goed of objectief slecht buiten de mens ligt. Als een eventueel begrip van goed of kwaad in de mens gefundeerd is, dan lijkt het me logisch dat dit begrip per definitie subjectief is.
De eerste vraag is altijd: Is er buiten de mens zoiets als objectief goed of objectief slecht?
Indien de deelnemers van oordeel zijn dat er geen Waarheid is, dan kunnen de meningen wel verschillen, maar dan is er geen discussie uiteraard. Enerzijds omdat beide partijen het andere kamp waarschijnlijk niet willen overtuigen, ze hebben immers de waarheid niet in pacht. Anderzijds kunnen ze het andere kamp ook niet overtuigen. Iemand overtuigen doe je met argumenten. Maar als er geen objectieve Waarheid bestaat, dan bestaan er ook geen objectieve argumenten.(1)
Van zodra er deelnemers van oordeel zijn dat er wel Waarheid bestaat krijgen we een nieuwe situatie. Als er Waarheid bestaat, dan bestaan er ook objectieve argumenten.
Van zodra we in discussie treden met mensen die in de Waarheid geloven wordt de nieuwe kernvraag of we met de rede tot die Waarheid kunnen komen. Logica. Door het zorgvuldig verbinden van premissen (de argumenten) komen we tot een conclusie (De Waarheid).
Er zijn de gelovige mensen. Met alle respect, maar het heeft weinig zin om met gelovige mensen in debat te gaan.
In de logica spreekt men van de autoriteitsdrogreden (ad verecundiam).
Hier gebruikt men de autoriteit van een externe persoon of instantie als argument voor de juistheid van de bewering. Op zichzelf is het autoriteitsargument geen drogreden. Het steunt echter op een onderliggende, verborgen aanname, namelijk dat spreker en toehoorders de betreffende autoriteit ook als zodanig erkennen. Klopt die verborgen aanname niet, dan is logischerwijs ook het autoriteitsargument niet correct. In dat geval is sprake van een drogreden.
Graancirkels zijn echt van buitenaardse wezens, want dat staat op internet
Onjuiste premisse: informatie die op internet staat is altijd waar.
Zijn de discussiepartners het erover eens dat elk woord van Swami Bami waar is, dan vormt zingen is slecht, want Swami Bami heeft het gezegd geen drogreden in een discussie tussen die gesprekspartners. De juistheid van de stelling volgt immers logischerwijs uit de (tussen partijen vaststaande) premisse alles wat Swami zegt is waar (Wikipedia) (2)
Het autoriteitsargument is cruciaal in dit betoog.
Als we van oordeel zijn dat we door het zorgvuldig opbouwen van argumenten tot de waarheid kunnen komen dan is de cruciale vraag: Is er iemand die over de argumenten kan oordelen? Is er iemand die het onderscheid kan maken tussen juiste premissen en onjuiste premissen?
Indien Ja:
Er is hier een analoge autoriteitsdrogreden.
Discussiëren met mensen die er van overtuigd zijn dat in het debat bepaalde argumenten zwaarder doorwegen omdat ze gestoeld zijn op expertise of een expert is zinloos.
Onjuiste premisse: de mening van de expert is altijd waar. (3)
Indien Nee:
Rest ons de discussie met de debater die van oordeel is dat we met de rede tot de Waarheid kunnen komen door het zorgvuldig opbouwen van argumenten. Deze debater is echter van oordeel dat er niemand over de objectiviteit van die argumenten kan oordelen. Een debater die zelf de keuze maakt dat er geen neutrale, objectieve experts zijn om argumenten te classificeren, de debater die van oordeel is dat hij de enige is die kan oordelen over de objectiviteit van de argumenten. Logischerwijze zullen de argumenten dan altijd subjectief zijn. Op dat moment komen we in een cirkelredenering: De argumenten zijn juist omdat ik zeg dat ze juist zijn. (4)
Discussie wordt onmogelijk.
Heel deze uiteenzetting is een antirationalisme. Een antirationalisme als het gaat over de rol van de rede in de ethiek.
Gelijk hebben als het over ethiek gaat bestaat niet.
In ethische discussies kan je nooit gelijk hebben om de eenvoudige reden dat in dergelijke discussies altijd per definitie een waardeoordeel zal verscholen zijn. Per definitie, een discussie die niet gaat over is het goed of is het slecht is geen ethische discussie.
Een premisse, een argument waar een waardeoordeel in zit zal altijd een onjuiste premisse zijn.
Tegenstanders zullen aanhalen dat er in deze uiteenzetting zwaar gezondigd wordt tegen de logica. Dat is waar.
Helemaal in het begin wordt er gebruik gemaakt van een omgekeerde logica.
Als er geen objectieve Waarheid bestaat dan bestaan er ook geen objectieve argumenten.
Dat is een omgekeerde logica. Ik vertrek van de conclusie om tot de premisse te komen.
Het is een noodzakelijke zonde.
Deze stelling wordt noodzakelijkerwijs voorafgaand aan de logica geponeerd omdat er in het Westerse denken nagenoeg geen traditie in antirationalisme bestaat. Het is een stelling die aan de logica voorafgaat.
In de logica bestaat er een drogreden met het oog op het volk (ad populum).
Hiervan is er sprake wanneer men de juistheid van een stelling tracht te bewijzen door aan te voeren dat er een meerderheid voor te vinden is.
Onjuiste premisse: de meerderheid heeft altijd gelijk. (Wikipedia)
Nou moe.
Ik ben helemaal geen geleerde filosoof. Maar is er iemand die me in eenvoudige bewoordingen kan uitleggen hoe het mogelijk is dat er tegelijkertijd zoiets als ad populum en ad verecundiam bestaat?
Men kan enerzijds zijn stelling niet bewijzen door aan te tonen dat er een meerderheid is, en anderzijds kan men zijn stelling niet bewijzen door beroep te doen op een autoriteit. Ik vraag me af hoe men dan in hemelsnaam wel zijn gelijk kan bewijzen.
Volgens de logica is bovenstaande redenering een denkfout als het een vals dilemma is.
Hierbij wordt ten onrechte het principe van de uitgesloten derde toegepast. Mensen worden in een vals dilemma gedwongen door te doen alsof er maar twee keuzes zijn, terwijl er meer zijn(Wikipedia)
Kan best zijn dat dit een vals dilemma is. Maar echt waar, ik zie niet direct die derde mogelijkheid.
In het Westerse denken wordt er voorafgaand aan de logica vastgesteld dat de Waarheid bestaat. Ik weet niet of de Waarheid bestaat, maar ik denk dat het toch gerechtvaardigd is om het niet-bestaan van de Waarheid niet a-priori te verwerpen.
Het Westerse denken is een extreem rationalisme. Dit denken gaat er ten onrechte van uit dat er geen grenzen aan de rede zijn. Die grenzen zijn er wel degelijk.
Er zijn verschillende stromingen (vooral in het Oosterse denken, waar er ook een uitgebreidere antirationalistische traditie te vinden is) die er terecht van uitgaan dat we niet met de rede tot de Waarheid kunnen komen. Daar kan men alleen via een andere dimensie tot de waarheid komen.
Discussiëren met aanhangers van deze denkrichtingen heeft weinig zin. Met alle respect, maar deze mensen zoeken geen dialoog, ze willen een Dialoog. Een vatten van de Waarheid op een hoger niveau.(5)
Tot nader order (een mens verwerft al eens nieuwe inzichten) ben ik van oordeel dat een discussie zich altijd op één van deze vijf niveaus zal afspelen.
Discussies die per definitie steriel zullen zijn. Een discussie op ethisch vlak is onmogelijk.
Gelijk hebben in ethische discussies bestaat niet.
Je kan alleen gelijk krijgen.
In een ethisch dilemma sta je altijd op een lijn. Ik vind waarde A belangrijker dan waarde B. Je standpunt (waar je staat op de lijn) is altijd gerechtvaardigd en altijd irrationeel. Geen enkel ethisch denken is consequent.
Laten we bij wijze van voorbeeld het hoofddoekendebat even analyseren in het licht van ons uitgangspunt. Het is toch merkwaardig hoe zowel voor- als tegenstanders zich in essentie beroepen op hetzelfde argument: de verdediging van de vrijheid, de verdediging van de westerse waarden. Beiden doen dat gerechtvaardigd en irrationeel.
De tegenstanders van de hoofddoek verdedigen de westerse waarde van de godsdienstvrijheid. Ze verdedigen de vrijheid van het individu om openlijk uit te komen voor zijn geloofsovertuiging.
De voorstanders van de hoofddoek willen westerse waarden als de gelijkheid van man en vrouw verdedigen, ze willen ons rechtssysteem verdedigen tegen de sharia.
Beide standpunten zijn lovenswaardig.
Waar loopt het fout? Het loopt fout wanneer de ene of de andere partij zijn waarheid gaat profileren als De Waarheid.
Even de geschiedenis schetsen. In de plaatselijke gemeenteschool of wijkschool komt er een lieve moslim meid met een hoofddoek opdagen. In de school is er een verbod op het dragen van hoofddeksels, dat staat zo in het reglement. Volgens mij zal een overgrote meerderheid van mening zijn dat de hoofddoek wel kan als dat voor die mensen zo belangrijk is. Voor een overgrote meerderheid zal de waarde van het naleven van het schoolreglement van minder belang zijn dan de waarde van de gastvrijheid. Maar omdat het de mening is van een overgrote meerderheid is het nog niet De Waarheid.
En dan zijn er drie van die meiden in het wijkschooltje en dan vijf en dan tien. Op dat ogenblik is het best mogelijk dat er op een mooie dag iemand naar voor brengt dat het een beetje de spuigaten begint uit te lopen met die hoofddoeken. En dan loopt het fout. Want in plaats van te zeggen: overdrijf je nu niet een beetje, is er iemand die zegt: zwijgt eens vuile racist. Er wordt een moreel oordeel uitgesproken over iemand. Plots wordt een mens een slechte mens enkel en alleen omdat hij een gerechtvaardigde maar irrationele mening uitgesproken heeft.
Probleem is dat ik hier als individu beslis dat het fout loopt. En wie ben ik om dat te beslissen. Ik kan bovenstaande opmerkingen dus niet formuleren want dan maak ik mij schuldig aan net hetzelfde als mijn eigenlijke beschuldiging: iemand zeggen dat hij fout bezig is. Iedereen heeft naar mijn mening het recht om zelf uit te maken wat goed is en wat slecht is. Het enige wat ik op dat ogenblik kan doen en zal doen is de andere een spiegel voorhouden en hem confronteren. Als jij je het recht toeeigent om iemand anders als racist te veroordelen, dan is het logisch dat iemand anders jou vroeg of laat kan veroordelen als racist. Zou je het normaal vinden dat iemand jou als racist beschouwd?
En dan zijn er plots twintig hoofddoeken in het wijkschooltje. En van die twintig zijn er tien die de resterende meiden zonder hoofddoek beginnen treiteren. En dan loopt het fout. Want in plaats van te zeggen: lieve meiden, die hoofddoeken laten we best een tijdje thuis is er iemand die zegt (mogelijks zelfs dezelfde persoon!): die hoofddoeken moeten verboden worden want de islam is een inferieure religie waar de gelijkheid van man en vrouw niet eens bestaat. Er wordt een moreel oordeel uitgesproken over iemand. Plots wordt een mens een slechte mens enkel en alleen omdat hij een hoofddoek draagt. Probleem is dat ik hier als individu beslis dat het fout loopt. En wie ben ik om dat te beslissen. Ik kan bovenstaande opmerkingen dus niet formuleren want dan maak ik mij schuldig aan net hetzelfde als mijn eigenlijke beschuldiging: iemand zeggen dat hij fout bezig is. Iedereen heeft naar mijn mening het recht om zelf uit te maken wat goed is en wat slecht is. Het enige wat ik op dat ogenblik kan doen en zal doen is de andere een spiegel voorhouden en hem confronteren. Als jij je het recht toeeigent om iemand anders als een inferieur wezen te beschouwen, dan geef je ook anderen het recht om jou vroeg of laat een inferieur wezen te beschouwen. Zou je het normaal vinden dat iemand jou als een inferieur wezen beschouwd?
Geen enkel ethisch denken is consequent. Op een bepaald moment wordt waarde A belangrijker dan waarde B. Dat moment is geen objectief moment.
Iemand zou hier kunnen stellen dat voor hem de wet altijd het belangrijkste is, dus dat zijn ethisch denken wel consequent is. Dat is zo. Maar we maken hier een analyse van een discussie op niveau vier, een discussie waar de deelnemers er van uitgaan dat er zoiets bestaat als de Waarheid en dat we daar met argumenten toe kunnen komen. Als je zegt dat de wet altijd het belangrijkste is, dan plaats je jezelf op niveau twee, het niveau van de religies. Daar bestaat er ook een consequent ethisch handelen, een ethisch handelen consequent met de Bijbel, de Koran, de sharia. Met alle respect als je van de wet De Wet wil maken, maar dat blijft een subjectieve keuze. Het is niet zo dat de wet De Waarheid is. De wet is gemaakt door de mensen. En bij mijn weten zijn de mensen niet perfect. De wet kan per definitie nooit De Waarheid zijn zolang ze door de mens wordt gemaakt.
Geen enkel argument is objectief. Het is de wet is geen geldig argument hoewel er veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. Het is geen geldig objectief argument omdat het eigenlijk geformuleerd moet worden als in deze aangelegenheid acht ik de wet belangrijker dan een andere waarde.
Geen enkel argument is een objectief argument. Een ander duidelijk voorbeeld is het is discriminatie.
In ons hoofddoekendebat wordt na veel palaveren dan toch de beslissing genomen om de hoofddoeken te verbieden. Maar om te vermijden dat de moslimas discriminatie kunnen inroepen als argument tegen dit verbod wordt er door de wetgever een mouw aangepast: hoofddeksels op school worden verboden, zoals het trouwens al bij aanvang in het schoolreglement stond.
Toeval wil nu dat mijn buurmeisje kanker heeft, chemo heeft ondergaan en een hoofddoek draagt. Wie voelt zich geroepen om die lieve meid te gaan vertellen dat ze zonder hoofddeksel naar de klas moet?
Het argument van discriminatie is geen geldig argument. Natuurlijk is het discriminatie van de moslimas als de hoofddoeken verboden worden. Maar als een meerderheid dat een gewettigde discriminatie vindt, dan is daar geen ethisch bezwaar tegen in te brengen. Positieve discriminatie is een draak van een woord. Als er gediscrimineerd wordt zijn er aan de ene zijde mensen die positief gediscrimineerd worden en aan de andere zijde mensen die negatief gediscrimineerd worden.
Het is discriminatie is geen geldig argument. Het is geen objectief argument omdat het eigenlijk geformuleerd moet worden als in deze aangelegenheid acht ik dit een onaanvaardbare vorm van discriminatie.
Onze samenleving is ziek. Mildvuur is de naam van de ziekte. De mildheid verdwijnt uit onze samenleving.
Symptomen van de ziekte vind je overvloedig in columns, opiniebijlagen, lezersbrieven en internetfora. Het is ontstellend hoe vaak je in één of andere vorm ethisch onaanvaardbaar of immoreel kan terugvinden. Vrijwel iedereen is er van overtuigd dat zijn waarheid De Waarheid is. Het is ontstellend hoe vaak je in één of andere vorm logisch geredeneerd of denkfout terugvind.
De oorzaak van de ziekte mildvuur is een blind vertrouwen in de Waarheid of een blind vertrouwen in de Rede om tot de Waarheid te komen.
Het westerse denken is al eeuwen geconditioneerd door de Griekse filosofen. Naar mijn mening is het de hoogste tijd om dat niet langer als vanzelfsprekend te beschouwen.
Onze instellingen zijn ziek. De media, de politiek en de magistratuur zijn in crisis. Ze leiden aan mildvuur. Onze instellingen zijn niet zieker dan de rest van de samenleving, maar het valt gewoon veel meer op dat er ook in onze instellingen een blind vertrouwen is in de Waarheid of in de Rede om tot de Waarheid te komen. De westerse instellingen zijn al decennia gebaseerd op de ideeën van de Verlichting. Naar mijn mening is het de hoogste tijd om dat op zijn minst eens kritisch door te lichten. Om nog één voorbeeld te geven. Vandaag besliste minister van justitie De Clerck om een tuchtrechtbank op te richten die boven de magistratuur zou staan. Een poging om de crisis van onze instellingen op te lossen. Het is naar mijn mening een foute oplossing omdat ze uitgaat van een blind vertrouwen in de Waarheid. (Om alle misverstanden te vermijden: dit is een voorbeeld van een subjectief argument). Ik stel me dan altijd onmiddellijk de vraag: Wie gaat er in hemelsnaam zetelen in die tuchtrechtbank. Wie is er zo onfeilbaar om Juist van Fout te onderscheiden?
De politiek is aan handen en voeten gebonden door de magistratuur en moet lijdzaam toezien hoe misdadigers worden vrijgelaten. Scheiding der machten. Ze kunnen zich niet mengen in de beslissingen van de magistratuur die de wet moet handhaven.
De magistratuur is aan handen en voeten gebonden door de politiek. Scheiding der machten. Zij maken de wetten niet, ze kunnen er alleen maar voor zorgen dat de wetten nageleefd kunnen worden.
En wie is van oordeel dat hij een waterdichte wet kan maken? Iemand?
Mogelijke uitwegen uit de crisis van de instellingen kunnen beter gefundeerd worden in de macht van het volk. Beter dat dan alweer een nieuwe tuchtrechtbank die gebaseerd is op expertise waar experten gaan uitmaken welke rechter een fout gemaakt heeft. Waarom zou die expert daar beter kunnen over oordelen dan ik?
Het volk wil meer democratie in de instellingen en heeft daar volgens mij ook recht op. Als gelijk hebben niet bestaat lijkt het me best dat de meerderheid gelijk krijgt en ik heb de indruk dat dit nu niet altijd het geval is. Wetten zullen altijd moeten geïnterpreteerd worden. En waarom zou de interpretatie van een rechter beter zijn dan mijn interpretatie? Als het van mij afhangt zou ik graag op één of andere manier kunnen beslissen wie naar best vermogen mijn interpretatie verdedigd.
Tot slot wil ik hier nog even stilstaan bij de recente slachtoffers die bezweken zijn aan mildvuur.
Axel Witsel. Een Immorele voetballer.
De Nazi-nanny. Een Slechte onthaalmoeder.
Francine De Tandt. Een Duivelse magistraat.
Maurice Lippens.
Sorry Maurice, het volstaat echt niet om toe te geven dat je vergissingen begaan hebt. Gewoon bekennen dat je een Verwerpelijke bankier bent. Met minder dan dat zijn mildvuur patiënten niet tevreden.
Van bij de aanvang was het nooit het opzet om jaren door te gaan.
Meer nog dan mijn mening eens (uitgebreid) op papier te zetten, was het de bedoeling om mezelf te begrijpen. Om een structuur te zien in de ergernis, om een patroon in mijn denken te herkennen.
Ik vind dat ik daar in geslaagd ben. Wat ik de laatste tijd lees kan ik duiden.
Van bij de aanvang was er ook een gevoel van onbehagen om andere mensen op fouten (althans volgens mij) te wijzen. Verschrikkelijk betweterig. Terwijl ik helemaal geen betweter wil zijn. Dus dat wil ik zeker niet blijven doen.
Ik wil dan ook afsluiten met het aanbieden van mijn excuses aan iedereen die vermeld werd. Er waren (en er zijn) duizenden en duizenden voorbeelden om duidelijk te maken wat ik wou zeggen. Jullie hadden alleen de ongelofelijke pech om de argumenten-lotto te winnen.
P.S. in het land van Kim Clijsters is een keiharde comeback natuurlijk nooit uit te sluiten.
Hoe we verwachten dat dat mystieke 'serene en taboeloze debat', dat iedereen blijkbaar schijnt te willen, ooit van start kan gaan als het simpele uiten van je mening zulke zware persoonlijke gevolgen heeft - wie het weet, mag het mij zeggen
Een suggestie:
Vooral GEEN argumenten geven. Het naakte waardeoordeel Tom.
Bij deze reklame voor dit eigenste blog (wie overleeft nog in deze wereld zonder reklame Tom?)
Ik weet het, het lukt me niet om mijn opvatting coherent en overzichtelijk te formuleren.
Maar probeer het eens.
Je kan kriskras een post lezen en als je de smaak te pakken hebt, lees dan van onder naar boven. Er zit een beetje een evolutie in. En altijd bereid tot nader overleg natuurlijk, dat spreekt vanzelf.
P.S. Die carrière als reklamemaker kan ik ook wel vergeten.
Telefoontje gekregen van Yves Desmet van de morgen.
Dat ze voortaan citaten die ik kan gebruiken groot en vet gaan drukken.
Toffe gast Yves. En een kerel van zijn woord bovendien.
Op de voorpagina van ZENO in dikke vette letters, Manon Heremans:
Want waar jonge mensen niet tegen kunnen, is een verbod zonder argumentatie.
Beste Manon, omdat je mij echt een lieve meid lijkt ga ik daar niet op reageren.
En speciaal voor jou: twee argumenten voor de prijs van één:
Beste Manon, daar ben je echt nog een beetje te jong voor.
Daar steiger je van, is het niet?
Sorry, het is sterker dan mezelf. Ik kon het echt niet laten. Waarom moet ik het ook altijd om zeep kunnen helpen?
Misschien nog eens goed lezen wat de mama zegt:
Ik heb geleerd om niet zozeer het waarom uit te leggen van een verbod, maar wel om duidelijk de grenzen te tonen.
Het komt allemaal wel goed Manon. Nooit de genetica onderschatten. En er is altijd mama of papa om de zwaarste golven te breken. Daarom is de titel dan ook Karin Heremans.
Uit principe heb ik iets tegen principes. In principe betekent uit principe namelijk uit innerlijke overtuiging. Principieel heeft in principe eigenlijk niets te maken met uit principe. Dat is principaal. Meer nog, principieel zijn in principe en uit principe net zo tegenovergesteld als in en uit. In principe is een principe een grondstelling, een grondbeginsel. In principe is dan op basis van een grondbeginsel of in grondbeginsel zo je wilt. Het is dus principieel mogelijk dat ik het in principe met iets eens ben maar uit principe toch iets anders zou kiezen.
In principe kan ieder gebruik van het woord principe principieel leiden tot principekwesties, zelfs al wordt er in principe geen principe principieel uitgelegd.
U kunt zich in principe wel voorstellen wat er in principe zou gebeuren als deze principes ook nog eens een, in principe, principiële inhoud zouden hebben. En toch houdt in principe iedereen zich vast aan principes. Waardoor er in principe principieel altijd en in principe overal principekwesties zullen zijn.
Uit principe doe ik hier niet aan mee en zult u mij, uit principe, het woord principe in principe zelden horen gebruiken. Dat is een principale principekwestie.
Het is een debat waarin er geen grote waarheden zijn. Waarin het onmogelijk is om te spreken over altijd' en nooit'
Ik ben het daarmee eens.
Dat debat dient net sereen gevoerd te worden, doorspekt met alle nuances, twijfels en onzekerheden. Gestoeld op de principes van de emancipatie en de verlichting. Maar met respect voor de noodzakelijke pragmatische oplossing die een (school)overheid nu eenmaal moet vinden.
Ik ben het daarmee eens. Niet dat er een debat gevoerd moet worden, wel dat er een pragmatische oplossing uit de bus moet komen.
Het is maar een mening
Het is maar een maatregel.
Heel wat mensen vinden dat we de pedalen kwijt raken.
Maar WAAROM?
Het is een debat waarin zij die oproepen om spijkers met koppen te slaan' tegen de kruistocht' van de islam, eerder olie op het vuur gieten dan olie op de golven.
Omdat we van oordeel zijn dat niet WE de pedalen aan het verliezen zijn, maar omdat we van oordeel zijn dat ZE de pedalen aan het verliezen zijn.
Peter schrijft "we" en hij denkt "ze"
Denk na Peter en wordt antirationalist. Antirationalisme is zeer rationeel.
Vandaag schrijft ook Bert Anciaux zijn mening over het hoofddoekendebat.
Ik vertik het om hem te citeren!
Staan er nieuwe elementen in de tekst? Nee.
Is de mening van Bert Anciaux verrassend? Nee.
Komt er het woordje ethiek of waarde in voor? Ja.
Zo heb ik dus al honderden artikels gelezen. Dank u wel.
Bert is altijd graag bij den hoop als er iets te beleven valt.
Dus Bert zet zich graag in de kring van hoofddoekendebat.
Maar zijn kleren uitdoen?
Oei nee, dat had hij zo toch niet begrepen.
Bert zet toch liever een stapje naar voor in plaats van een stapje naar achter.
Zo kennen we Bert. Altijd vooruit!
Bert trekt liever nog iets bij aan, t wordt al frisser deze tijd van t jaar niewaar.
Sorry Bert, wat mij betreft zijn er al genoeg "van jullie soort". (Kijk toch eens, van miserie begin ik ook weeral stapjes naar voor te zetten)
Dan bedoel ik NIET de tegenstanders van het verbod en dan bedoel ik ook NIET de voorstanders.
Dan bedoel ik iedereen die meent dat een verbod het einde van de godsdienstvrijheid en het einde van de multiculturele samenleving betekent. Dan bedoel ik iedereen die meent dat een toestaan van de hoofddoek een pact met Osama Bin Laden betekent.
Het is Maar een Mening.
Het is Maar een Maatregel.
Willen we dat afspreken?
P.S. ik ben begonnen aan mijn boek. De M theorie wordt de titel.
Met het oog op onze internationale doorbraak wordt dat The O theory in de Engelse vertaling.
Kris De Coster is de linksback van ons bescheiden amateur ploegje voetbal. Correctie, Kris De Coster is de beenharde linksback van ons ploegje. Maar dan echt een beenharde. Ik ken weinig jovialere kerels dan Kris De Coster. Naast het veld. Maar een voetbal werkt voor Kris De Coster als een rode lap op een stier, op het veld werpt hij lijf en leden in de strijd. Op het einde van elke training spelen we normaal altijd een wedstrijdje, zes tegen zes (in het begin van het seizoen) of vier tegen vier (op het eind van het seizoen), al naargelang. Af en toe duidt de trainer dan twee kapiteins aan die om beurten mogen kiezen. Net zoals op de speelplaats twintig jaar geleden. Kris De Coster wordt dan steevast als eerste gekozen. Voor de rest is het dan bang afwachten en bidden dat je niet in het tegenovergestelde kamp terecht kwam. Geloof me vrij, met Kris spelen is erg, tegen hem spelen is de hel. In de kantine achteraf komt hij wel altijd met een pint langs. Dan zegt hij altijd hetzelfde: hier, houdt da tien minuten tegen uwe knoesel en dan voelt ge da nie meer. Altijd met dezelfde vette knipoog en altijd met een klap op de schouder die dan nog meer zeer doet dan uwe knoesel. Kris De Coster is een geblokte kerel: korte rechthoekige benen, een blok graniet als lijf en daar bovenop een vierkante kop met rood piekhaar. Vuisten als het uiteinde van een voorhamer. Zelfs als zijn vlakke hand op je schouder terecht komt, dan komt dat aan, ik kan het je verzekeren. Kris De Coster is één brok oerinstinct tijdens een wedstrijd. Het verhaal doet de ronde dat op de jaarlijksefamilie bijeenkomst van de familie De Costergeen potje voetbal meer gespeeld wordt hoewel dat nochtans jaren de gewoonte geweest is. De De Costers zijn immers voetballers in hart en nieren. Een De Coster herken je uit de duizend. Als je er één gezien hebt, heb je ze allemaal gezien. Allemaal geblokte figuurtjes met een kop rood piekhaar. Helemaal in het begin was Kris trouwens de rosse op training. Tot op een keer al onze kleren verdwenen waren toen we uit de douche kwamen. Ook de rosse was op die bewuste avond met de noorderzon verdwenen. Een week lang leek het wel of hij van de aardbol verdwenen was. Tot hij de volgende week doodgemoedereerd op training kwam alsof er niets gebeurd was. Hij gooide iedereen zijn kleren op tafel en zei: zeg mannen, da van rosse van hier en rosse van ginder, da moet gaan gedaan zijn hé. Daarmee was de zaak afgehandeld. Vanaf die dag was Kris De Coster zijn bijnaam de stripper.
Maar de jaarlijkse De Coster familie bijeenkomst dus. Op die mooie zaterdagavond dolden een stuk of twintig nazaten van pepé De Coster al ruim een uur met de lederen bal. Twintig bezwete en rood aanlopende Costerkes. Pepé De Coster, steunend op zijn wandelstok, bekeek zoals elk jaar zijn nazaten met goedkeurende blik vanaf de zijlijn. Pepé De Coster was de enige lange magere rosse op gans het veld. Al de nazaten hadden het rosse haar van pepé en de geblokte lichaamsbouw van memé meegekregen. Met zijn zelfgerolde sigaret bengelend in de linker mondhoek moedigde hij zijn nazaten vloekend aan. Tot het moment dat de bal door een vreemde speling van het lot in de richting van pepé De Coster hobbelde en voor de voeten van de verbaasde oude man tot stilstand kwam. Paske pepé, riep de jongste rosse van Sonja, de oudste zus van de stripper. Pepé maakte aanstalten om de bal in de richting van zijn achterkleinzoon te sjotten. Maar dat was dus buiten Kris De Coster gerekend. Onze linksback zette een spurtje in en in zijn alom gekende verwoestende stijl maakte hij een sliding in de richting van de bal. In een nanoseconde besefte de stripper nog dat is hier wel pepé hé en slaagde hij er nog net in om de oude benen van pepé De Coster te ontwijken en hem aldus een zekere toekomst in een rolstoel te besparen. Helaas voor de stripper maaide hij de wandelstok van pepé De Coster weg waardoor zijn bejaarde grootvader alsnog onzacht met de heilige voetbalgrond in aanraking kwam. Allemaal zonder veel erg, ware het niet dat pepé De Coster zijn zelfgerolde sigaret had ingeslikt en zijn tong serieus was verbrand. Om u maar te zeggen, op een voetbalveld dolde je niet met de stripper.
Vorige zondag was er in ons dorp het hoogtepunt van het seizoen: de derby tegen FC de kampioenen. Bij de kampioenen maakte de plaatselijke Jan Koller zijn debuut. De Jan was de eerste en enige van het dorp die ooit in eerste provinciale had gespeeld, maar die nu Fin de carrière was. Tot overmaat van ramp was hij ingelijfd door onze aartsrivaal FC de kampioenen. De wedstrijd was nog maar amper begonnen of het was voor iedereen al duidelijk dat Jan Koller helemaal geen partij was voor onze linksback. De eerste tien minuten lukte het de stripper nog net om sterke Jan af en toe bij te benen om dan zijn beruchte schaarbeweging uit de voeren. Godverdoeme vuile rosse, klonk de gesmoorde repliek van de Jan. Want met een mond vol gras is het nu eenmaal niet makkelijk vloeken. Als we er nu op terugkijken had onze trainer de stripper toen moeten vervangen. Maar ja, we waren maar met elf. Als de stripper de eerste tien minuten de Jan nog net kon bijbenen, dan werd hij er in de volgende minuten gewoon losweg afgelopen. De stripper werd roder en roder. Bij één-nul kwam het smalende Awel, waar waart ge nu vuile rosse van de Jan. Ik zweer u dat ik de tanden van de stripper hoorde knarsen tot op het middenveld. Toen het spel hervatte kon hij zich amper een paar minuten inhouden. In het eerstvolgende duel tussen de stripper en de Jan speelde die laatste de bal tussen de benen van de stripper en toen hij hem langs rechts voorbij ging siste hij allé rosse, pakt het balleke. Dat had hij beter niet gedaan. De stripper ging voor niemand opzij, ook niet voor een kerel die twee keer zo groot was als hij. Hij trok hem aan zijn truitje de grond op. De Jan stond nog recht en probeerde de stripper te imponeren door vlak naast hem te komen staan en dreigend te snuiven. De stripper gaf hem simpelweg een kopstoot in zijn kloten. Hij moest zich daar niet eens diep voor bukken. Roder dan het rood van het kartonnetje van de scheidsrechter droop hij af naar de kleedkamer.
In tegenstelling tot zijn gewoonte bleef de stripper ook in de kantine opvallend stil. Awel Stripper, wa scheelt er, ge zijt zo stil, vroeg onze trainer bij zijn vijfde pint. Onze trainer had nog minder verstand van voetbal dan onze minister van sport, maar hij had wel een goed inzicht in de menselijke psyche. Een kwaliteit die veel meer waard was in onze ploeg dan enige technische bagage. Ja mannen, vandaag is er wel iets gebroken hé, zei de stripper stilletjes. Allé allé wa scheelt er dan Ja mannen, ik weet da k in fout zijn, ma da van vuile rosse was er toch wel over. Ik heb altijd gedacht da da van die discriminatie fel overdreven was. Ik heb altijd gezegd if joe kent stend de hiet, stee out de kitsjen. Ma deez is er toch wel over. Ik gaan is bellen na da centrum tegen roscisme, die zulle diene kerel wel weten te vinden."
Mooi interview met Tuur Van Wallendael in de morgen.
Tuur is een zestal keer naar het schilderij Guernica van Picasso gaan kijken omdat hij het zo mooi vond.
Onlangs las hij een boek van Simon Schama.
Maar wat bleek nu, godverdomme, in het geval van Guernica? Ik had dat dus zoveel staan bekijken, nog eens en nog eens, tot ik in het boek van Schama las dat hij in dat schilderij veertig dingen meer had gezien dan ik. Veertig hé .
Ik had gewoon langer moeten nadenken, meer moeten ontwaren wat erachter stak, diepgaander zijn, mezelf meer tot stilstand dwingen.
Beste Tuur,
Weet je wat ik je graag nog eens zou gunnen? Dat je nog een keertje naar de Guernica kon kijken zonder ook maar één enkele gedachte aan die veertig verdomde betekenissen van Simon Schama. Kunst en nadenken, het is niet de ideale combinatie. "Go with the flow" Tuur.
Eventjes moeten nadenken hoe ik best kon reageren op de heisa rond de nazi-nanny.
Gelukkig is er altijd familie waar we beroep op kunnen doen.
Nonkel Jo:
"Journalistiek werd alvast dit plaatje mooi afgerond. Het kwade werd geïsoleerd (in dit huis in Hoboken'), geanalyseerd en zo goed als geëlimineerd. Dat wil zeggen: Valkeniers werd door Kathleen Cools eens flink de levieten gelezen (wat altijd oplucht) en vervolgens verzocht de stelling te onderschrijven dat de foute mensen onder ons zich zoniet uitsluitend, dan wel voornamelijk in zijn partij ophouden. Dat is wel duidelijk.' Overzichtelijk en in zekere zin geruststellend ook. Misschien volstaat het inderdaad om de VB-ledenlijst eens op te vragen om Vlaanderen van racisme en onverdraagzaamheid te verlossen. Gewoon de halvegaren met een vierkant snorretje aanstippen. "
In plaats van op zoek te gaan naar de verpersoonlijking van het kwade (cfr. ook de ongelukkige Witsel) kunnen we misschien gewoon zeggen: "naar mijn mening hoort dit niet." Willen we dat afspreken?
Dat brengt me trouwens bij de gebroeders Vermaelen. Die zijn een tijdje geleden op voorspraak van onze afgevaardigd bestuurder Lydia Protut aangezocht als ethische adviseurs.
Zoals u wellicht weet zijn de verhoudingen hier een tijdje gespannen geweest.
Maar op zich vond ik het wel een goed idee. Lydia zou die kerels contacteren (ze kent die mannen van haar vorig werk beweert ze) om te vragen of ze ons geen spotje konden maken:
"Een kleine moeite voor u ... maakt een wereld van verschil" Als ze maandag hier is moet ik haar eens vragen of ze daar nog iets van gehoord heeft.
"Hier komt ooit een citaat van één of andere nitwit." Johan.
STATUTEN
0)NAAM: nullen club 1)LIJFLIED: Volver (terugkeren)
2)MASCOTTE: Ventje Tutlatee 3)GROET: het "ok" teken dat duikers tegen mekaar maken (symboliseert de nul) 4)LIDMAATSCHAP: iedereen die dit blog meer dan één keer bezoekt wordt automatisch lid. 5) ERE - LIDMAATSCHAP: volgens redelijke subjectieve normen. 6) ERE - LEDEN: Theo Vloebergh Joss Stone Manu Van Hecke Muriel Barbery
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
"De schoonheid der dingen bestaat in de geest van wie ze beschouwt" DAVID HUME
"De rede is de slaaf van de hartstochten" DAVID HUME
"Er zijn geen feiten, alleen interpretaties" FRIEDRICH NIETZSCHE
"Je kunt een probleem niet oplossen vanuit hetzelfde soort denken dat tot het probleem heeft geleid" ALBERT EINSTEIN
"De werkelijkheid is slechts een illusie, maar wel een heel hardnekkige" ALBERT EINSTEIN
Bon, waarvan hebben we het deze week weer op de zenuwen gekregen?
Jury’s van televisieprogramma’s, laten we daarmee beginnen. Volgt u ze, al die uitzendingen waarin dans-, zang-, schaats- of keukenkwaliteiten van al dan niet bekende Vlamingen worden getest? We mogen hopen van niet, maar helemaal kunnen ze u niet ontgaan zijn. Claudio en Gaëlle zijn een koppel – of beter gezegd: waren een koppel – waar ook onze kwaliteitskranten geen nadere toelichting meer bij verstrekken. Claudio en Gaëlle, de kwaliteitslezer wordt verondersteld te weten over wie het dan gaat. Zoals bij Nicole en Hugo, Wendy en Frans, of Miet en Wilfried.
In zowat al die programma’s is er een jury van soi-disant deskundigen die oordeelt over de deelnemers. De meesten van hen vinden al vlug dat zij belangrijker zijn dan de kandidaten. En erger: gaan zich daarnaar gedragen.
Welnu, hier ons voorstel. Al die aanstellers van juryleden in een bus van Pam Vermeulen en afvoeren naar een afgelegen loods of schuur. Daar netjes op een rij opstellen, wijl tegenover hen, ook netjes op een rij, de beledigde of vernederde kandidaten al hebben plaatsgenomen. Aan elk der leden van deze tweede rij nu een geladen machinegeweer ter hand stellen. En een mand vol reservemunitie. Daarna het teken geven: ‘Tien minuten, vanaf… nu!’ En dan schieten maar. Het zal gauw gedaan zijn met Peter Goossens en Davy Brocatus. Of met dat madammeke met haar visveilingstem uit Mijn restaurant.
Wat heeft ons, en u ongetwijfeld ook, nog meer geërgerd? Opiniepagina’s in kwaliteitskranten. Dat is dus echt dé gesel van de hedendaagse journalistiek. In overweging nemende dat opiniepagina’s er een rechtstreeks gevolg van zijn, wat valt er dan nog aan te voeren ter verdediging van de vrijheid van meningsuiting? Ja, het is de enige manier waarop Dirk Verhofstadt, onder zijn nom de plume van zijn broer Joenk of van Mathias De Clercq, iets terugdoet voor het vele belastinggeld dat hij in zijn nutteloze carrière weddegewijs heeft binnengerijfd. Nooit iemand ontmoet die kon uitleggen wat Dirk Verhofstadt eigenlijk uitricht, behalve op uw en mijn kosten boekjes zitten lezen.
Maar dit is vanzelfsprekend geen vergoelijking voor het oeverloze geëmmer en geëtter en gezeur en gezeik dat allerlei zichzelf interessant wanende personen dagelijks via vrije tribunes in de krant kwakken. Eén bladzijde is daarbij al lang niet meer genoeg, twee of drie, in het weekend negen. En o wee als Pier Pol op de korrel heeft genomen. Dan staat er de volgende dag op dezelfde plaats geheid de reactie van Pol op Pier, in een even oeverloze stroom van hoogdravende woorden.
Was het hiermee afgelopen, een mens zou de schouders kunnen ophalen, maar nee: de dag nadien is Pier er weer. Pol heeft niet gelezen wat er stond! Pol maakt eerst een karikatuur van de woorden van Pier, of van Pier zelf, en neemt dan de karikatuur op de korrel, een eeuwenoude truc uit het sofisme. Pas op: soms durft Pol dan nog een tweede keer te reageren. Pier heeft ook niet gelezen wat er stond… Als dan eindelijk, ein-de-lijk, zowel Pier als Pol als de eindredacteurs van deze kletspagina’s het welletjes vinden, is daar Kristien Hemmerechts. Of Cas Vander Taelen. Of meester Van Steenbrugge. Gevolgd door een eindeloze stoet gesubsidieerde universiteitsprofessoren. Leve de vakschool.
En dat heeft dan met zijn allen de hoogmoed te beweren dat zij ‘het maatschappelijk debat’ voeren. Wel, indien dat zo is: weg met het maatschappelijk debat. Al die vrijetribunespelers in een doodlopende steeg samendrijven en een bom erop, wedden dat de wereld nadien een betere plaats zal zijn?
Maar het allerergst zijn natuurlijk de columnisten, van wie er helaas ook steeds meer en meer zijn. Een plaag. Niemand bedenkt nog een krant of een tijdschrift, of er moeten zes columns in. Liefst zeven. Jezus, wat een ellendige troep nitwits. Uitroeien!
Koen Meulenaere
Heeft nergens iets mee te maken. Pure filosofie dus.
Zit wat te zappen en zie op ATV een madammeke uit een jeans boetiekske in 't stad. De interviewster vraagt wat er typisch is aan de nieuwe collectie.
Het maske zegt: de zomercollectie is zeer ethisch geïnspireerd. Waw, denk ik, en spits mijn oren. Terwijl ik dat doe, of daardoor, valt mijn frank. Ze zei natuurlijk niet "ethisch". Ze zei "eighties".... Op z'n Antwerps Schoon Vlaams klinkt dat natuurlijk hetzelfde.
RIKM
"Zwijgen is een argument dat moeilijk te weerleggen is" HEINRICH BÖLL
Filosofie-vrije wetenschap bestaat niet; er is hooguit wetenschap waarvan de filosofische bagage zonder nadere inspectie aan boord wordt genomen.
DANIEL DENNETT
"A truth ceases to be true when more than one person believes in it. " OSCAR WILDE