Grondig nagedacht de laatste dagen.
Het resultaat leest u hieronder.
Grotendeels gebaseerd om mijn eerste uitgangspunt maar nu overzichtelijker hoop ik.
Effe doorbijten!
Waarom discussiëren over ethiek?
Een discussie over ethische vraagstukken gaat in essentie altijd over de Waarheid.
Bestaat er zoiets als de Waarheid?
Bestaat er zoiets als Goed en Kwaad?
Is iets objectief goed of objectief slecht?
In functie van enkele kernvragen en in functie van de standpunten kan je naar mijn mening een discussie over ethiek altijd herleiden tot vijf verschillende categorieën.
De vraag naar een objectief goed of een objectief slecht impliceert dat dit objectief goed of objectief slecht buiten de mens ligt. Als een eventueel begrip van goed of kwaad in de mens gefundeerd is, dan lijkt het me logisch dat dit begrip per definitie subjectief is.
De eerste vraag is altijd: Is er buiten de mens zoiets als objectief goed of objectief slecht?
Indien de deelnemers van oordeel zijn dat er geen Waarheid is, dan kunnen de meningen wel verschillen, maar dan is er geen discussie uiteraard. Enerzijds omdat beide partijen het andere kamp waarschijnlijk niet willen overtuigen, ze hebben immers de waarheid niet in pacht. Anderzijds kunnen ze het andere kamp ook niet overtuigen. Iemand overtuigen doe je met argumenten. Maar als er geen objectieve Waarheid bestaat, dan bestaan er ook geen objectieve argumenten.(1)
Van zodra er deelnemers van oordeel zijn dat er wel Waarheid bestaat krijgen we een nieuwe situatie. Als er Waarheid bestaat, dan bestaan er ook objectieve argumenten.
Van zodra we in discussie treden met mensen die in de Waarheid geloven wordt de nieuwe kernvraag of we met de rede tot die Waarheid kunnen komen. Logica. Door het zorgvuldig verbinden van premissen (de argumenten) komen we tot een conclusie (De Waarheid).
Er zijn de gelovige mensen. Met alle respect, maar het heeft weinig zin om met gelovige mensen in debat te gaan.
In de logica spreekt men van de autoriteitsdrogreden (ad verecundiam).
Hier gebruikt men de autoriteit van een externe persoon of instantie als argument voor de juistheid van de bewering. Op zichzelf is het autoriteitsargument geen drogreden. Het steunt echter op een onderliggende, verborgen aanname, namelijk dat spreker en toehoorders de betreffende autoriteit ook als zodanig erkennen. Klopt die verborgen aanname niet, dan is logischerwijs ook het autoriteitsargument niet correct. In dat geval is sprake van een drogreden.
Graancirkels zijn echt van buitenaardse wezens, want dat staat op internet
Onjuiste premisse: informatie die op internet staat is altijd waar.
Zijn de discussiepartners het erover eens dat elk woord van Swami Bami waar is, dan vormt zingen is slecht, want Swami Bami heeft het gezegd geen drogreden in een discussie tussen die gesprekspartners. De juistheid van de stelling volgt immers logischerwijs uit de (tussen partijen vaststaande) premisse alles wat Swami zegt is waar (Wikipedia) (2)
Het autoriteitsargument is cruciaal in dit betoog.
Als we van oordeel zijn dat we door het zorgvuldig opbouwen van argumenten tot de waarheid kunnen komen dan is de cruciale vraag: Is er iemand die over de argumenten kan oordelen? Is er iemand die het onderscheid kan maken tussen juiste premissen en onjuiste premissen?
Indien Ja:
Er is hier een analoge autoriteitsdrogreden.
Discussiëren met mensen die er van overtuigd zijn dat in het debat bepaalde argumenten zwaarder doorwegen omdat ze gestoeld zijn op expertise of een expert is zinloos.
Onjuiste premisse: de mening van de expert is altijd waar. (3)
Indien Nee:
Rest ons de discussie met de debater die van oordeel is dat we met de rede tot de Waarheid kunnen komen door het zorgvuldig opbouwen van argumenten. Deze debater is echter van oordeel dat er niemand over de objectiviteit van die argumenten kan oordelen. Een debater die zelf de keuze maakt dat er geen neutrale, objectieve experts zijn om argumenten te classificeren, de debater die van oordeel is dat hij de enige is die kan oordelen over de objectiviteit van de argumenten. Logischerwijze zullen de argumenten dan altijd subjectief zijn. Op dat moment komen we in een cirkelredenering: De argumenten zijn juist omdat ik zeg dat ze juist zijn. (4)
Discussie wordt onmogelijk.
Heel deze uiteenzetting is een antirationalisme. Een antirationalisme als het gaat over de rol van de rede in de ethiek.
Gelijk hebben als het over ethiek gaat bestaat niet.
In ethische discussies kan je nooit gelijk hebben om de eenvoudige reden dat in dergelijke discussies altijd per definitie een waardeoordeel zal verscholen zijn. Per definitie, een discussie die niet gaat over is het goed of is het slecht is geen ethische discussie.
Een premisse, een argument waar een waardeoordeel in zit zal altijd een onjuiste premisse zijn.
Tegenstanders zullen aanhalen dat er in deze uiteenzetting zwaar gezondigd wordt tegen de logica. Dat is waar.
Helemaal in het begin wordt er gebruik gemaakt van een omgekeerde logica.
Als er geen objectieve Waarheid bestaat dan bestaan er ook geen objectieve argumenten.
Dat is een omgekeerde logica. Ik vertrek van de conclusie om tot de premisse te komen.
Het is een noodzakelijke zonde.
Deze stelling wordt noodzakelijkerwijs voorafgaand aan de logica geponeerd omdat er in het Westerse denken nagenoeg geen traditie in antirationalisme bestaat. Het is een stelling die aan de logica voorafgaat.
In de logica bestaat er een drogreden met het oog op het volk (ad populum).
Hiervan is er sprake wanneer men de juistheid van een stelling tracht te bewijzen door aan te voeren dat er een meerderheid voor te vinden is.
Onjuiste premisse: de meerderheid heeft altijd gelijk. (Wikipedia)
Nou moe.
Ik ben helemaal geen geleerde filosoof. Maar is er iemand die me in eenvoudige bewoordingen kan uitleggen hoe het mogelijk is dat er tegelijkertijd zoiets als ad populum en ad verecundiam bestaat?
Men kan enerzijds zijn stelling niet bewijzen door aan te tonen dat er een meerderheid is, en anderzijds kan men zijn stelling niet bewijzen door beroep te doen op een autoriteit. Ik vraag me af hoe men dan in hemelsnaam wel zijn gelijk kan bewijzen.
Volgens de logica is bovenstaande redenering een denkfout als het een vals dilemma is.
Hierbij wordt ten onrechte het principe van de uitgesloten derde toegepast. Mensen worden in een vals dilemma gedwongen door te doen alsof er maar twee keuzes zijn, terwijl er meer zijn(Wikipedia)
Kan best zijn dat dit een vals dilemma is. Maar echt waar, ik zie niet direct die derde mogelijkheid.
In het Westerse denken wordt er voorafgaand aan de logica vastgesteld dat de Waarheid bestaat. Ik weet niet of de Waarheid bestaat, maar ik denk dat het toch gerechtvaardigd is om het niet-bestaan van de Waarheid niet a-priori te verwerpen.
Het Westerse denken is een extreem rationalisme. Dit denken gaat er ten onrechte van uit dat er geen grenzen aan de rede zijn. Die grenzen zijn er wel degelijk.
Er zijn verschillende stromingen (vooral in het Oosterse denken, waar er ook een uitgebreidere antirationalistische traditie te vinden is) die er terecht van uitgaan dat we niet met de rede tot de Waarheid kunnen komen. Daar kan men alleen via een andere dimensie tot de waarheid komen.
Discussiëren met aanhangers van deze denkrichtingen heeft weinig zin. Met alle respect, maar deze mensen zoeken geen dialoog, ze willen een Dialoog. Een vatten van de Waarheid op een hoger niveau.(5)
Tot nader order (een mens verwerft al eens nieuwe inzichten) ben ik van oordeel dat een discussie zich altijd op één van deze vijf niveaus zal afspelen.
Discussies die per definitie steriel zullen zijn. Een discussie op ethisch vlak is onmogelijk.
Gelijk hebben bestaat niet.
Je kan alleen gelijk krijgen.
08-09-2009, 13:37
Geschreven door johan 
|