Onze koning heeft in zijn nieuwjaarstoespraak voor "de gestelde lichamen" (wie of wat dat ook mogen
zijn) zijn bezorgdheid uitgesproken over het onvermogen van de politici om met
elkaar samen te werken, nu we méér dan 8 maanden na de verkiezingen nog altijd
zonder regering zitten. (Niet dat we enig verschil merken met de periode dat er
wél een "volwaardige" regering was.)
Tussen de lijntjes door kon je horen dat hij dat egocentrisme en eigenbelang
van onze politici stilaan grondig beu is. Net zoals de meesten van ons.
Maar onze koning toonde zich tegelijk ook heel optimistisch: hij is al
aan het dromen van het 200-jarig bestaan van België, in 2030.
Ik ben minder optimistisch over die aanstaande verjaardag: België
zoals we het nu kennen, zal vermoedelijk in 2030 niet meer bestaan.
Maar ik deel wél het optimisme van onze eigen wetenschappers in de
vooruitblik naar 2030.
Zo is er in het Centrum voor
Moleculaire Neurologie, verbonden aan de Universiteit Antwerpen, intensief
onderzoek bezig naar de genen die eventueel verantwoordelijk zouden zijn voor
het al dan niet krijgen van dementie.
De farma-industrie heeft de investeringen in dat soort onderzoeken zo goed als
stilgelegd, wegens te duur en te weinig vooruitgang; lees: te weinig kans op snelle winsten. Maar daar in Antwerpen zoeken ze
koppig en gestaag verder. En zie: ze maken vorderingen. In elk geval toch voor
één bepaald type van de vele mogelijke erfelijke vormen: de frontotemporale
dementie. Dat is na Alzheimer de
meest voorkomende vorm van jong-dementie. Ze hebben in dat lab ondertussen de
boosdoeners kunnen identificeren, en ze zijn bezig aan de ontwikkeling van een
medicijn dat binnen dit en 10 jaar hopelijk zal toelaten om de ziekte in elk
geval tot staan te brengen.
Als ze daarin slagen, dan is
er in 2030 inderdaad een reden om te vieren. Ook al zou België niet meer
bestaan. Want dementie is een vreselijke ziekte, voor de patiënt én voor
zijn/haar naasten.
En aan de Vrije Universiteit Brussel, samen met het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, is
intensief en baanbrekend onderzoek bezig naar de onderliggende oorzaken van het
ontstaan van kanker. Veel kankers kunnen nu al behandeld worden, zij het
dikwijls met ernstige en zware nevenwerkingen. Maar in veel gevallen hebben de
patiënten te maken met een terugval nadien. Dikwijls ook zijn er kleine
uitzaaiingen die niet opgemerkt worden of blijven woekeren. Het onderzoek aan
de VUB concentreert zich nu vooral op de problematiek van herval: ze isoleren
de afweercellen die de patiënt opgebouwd heeft en spuiten die nadien terug in
met als "opdracht" om aan de gezonde
cellen instructies te geven over hoe ze op een kanker-aanval moeten reageren.
De kans op een terugval zou op die manier spectaculair moeten verminderen. De
techniek werkt al op proefdieren, en zou binnenkort op mensen kunnen uitgetest
worden. Het probleem is alléén dat er te weinig fondsen beschikbaar zijn om de
methode op grote schaal beschikbaar te kunnen maken. Hopelijk komt dat geld er
binnenkort wel, onder andere met de steun van "Kom op tegen Kanker". En dan kunnen we ervan uit gaan dat binnen
dit en 10 jaar een echt vaccin zou kunnen beschikbaar zijn tegen kanker. Ook
voor die types die nu nog niet kunnen behandeld worden.
Als ze daarin slagen, dan is
er in 2030 inderdaad een reden om te vieren. Ook al zou België niet meer
bestaan. Want kanker is een ziekte, die niet alleen veel fysiek lijden
veroorzaakt, maar die meestal ook zorgt voor een mentale kater. En, helaas,
dikwijls ook een financiële opdoffer.
En een ander nijpend en
schrijnend probleem is de toenemende "onvruchtbaarheid" bij de jonge
mensen dezer tijden. Doordat vrouwen alsmaar later aan kinderen beginnen, én
doordat de zaadkwaliteit bij de mannen alarmerend achteruit boert, zijn er meer
en meer koppels die hun kinderwens tot hun groot verdriet moeten opbergen. Eén
oplossing zou kunnen zijn om naar de goede fee te stappen waar ik het in een
eerder stukje al eens over gehad heb (en die voor mijn kleindochter gezorgd
heeft), maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Een meer realistische piste
wordt nu onderzocht in de afdeling "Reproductieve Geneeskunde" van de
Universiteit Gent. Al klink het verhaal al even onvoorstelbaar als het verhaal
van de "machtige fee". Het gaat over het creëren van gezonde zaad- of
eicellen uit onze eigen huid. Of het corrigeren van genetische fouten die
onvruchtbaarheid veroorzaken in het DNA van embryo's. Of het combineren van de
gezonde delen van eicellen van twee vrouwen. Ik weet niet wat u daarover denkt,
maar voor mij klinkt dit een beetje als science-fiction. Maar dat soort
futuristische technieken zou binnen dit en 10 jaar wél een oplossing kunnen bieden
voor de onvruchtbaarheidsproblemen waar nu nog géén hoop voor bestaat.
Als ze daarin slagen, dan is
er in 2030 inderdaad een reden om te vieren. Ook al zou België niet meer
bestaan. Want ook onvruchtbaarheid is een ziekte, die voor veel jonge mensen
een zware mentale klap en ontgoocheling meebrengt. En waarbij, helaas, de
poging tot vervulling van de kinderwens dikwijls ook een enorme financiële
inspanning vergt.
Ben ik optimistisch over het 200-jarig
bestaan van België in 2030?
Niet echt. Maar ik ben wél
optimistisch over de vorderingen die de wetenschap binnen 10 jaar zal gemaakt
hebben op het gebied van gezondheid en het bestrijden van ziektes en van fysiek en
mentaal lijden.
|