reizen
reiservaringen
24-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5
Klik op de afbeelding om de link te volgen Donderdag, 20 maart 2008

Onze overnachting in Havely Narayar Niwas viel zo goed mee, dat we hebben besloten te blijven om hier de feesten mee te maken. We kunnen hier nog één nacht blijven, 't is volgeboekt, maar we hebben een kamer voor de volgende 2 nachten vastgelegd hiernaast, waar we in de eerste plaats wilden verblijven. We gingen kijken en het is er prachtig. Udaipur is een fantastisch stadje. In voorbereiding voor 't festival, wellicht drukker dan normaal. Muzikanten zakken af en laten zich betalen voor niks. Prachtig getooide mensen die leven van de bedelstaf trekken onze aandacht, de Saddhoe's... schrijf ik het goed?

Het contact met de mensen valt heel goed mee. Zo liepen we een steegje in dat uitkomt aan een tempel. We wilden teruggaan, maar een man zei dat we mochten gaan kijken. Hij stuurde een jongen met ons mee, die ons wees waar we onze schoenen moesten laten. Hij gaf ons de nodige uitleg met veel plezier, of, zo leek het toch althans. De smalle straten, steegjes met open riolering. Koeien op straat, die afval krijgen toegeworpen omdat de mensen geven wat ze kunnen. Rottend afval én koeienmenst. Dat in een temperatuur van meer dan 30°C en bijhorende vliegenzwermen, lijkt een beetje een overlevingstocht. Je zweet en je weet niet wie het hardst stinkt. Regelmatig richt je je schouder wat omhoog om te trachten te weten te komen of je jezelf ruikt, ja dan nee. Maar ach, dàt had ik ook al thuis op de bus, tussen mensen die hygiëne niet zo belangrijk vinden.

Eindelijk zagen we de eerste olifanten met begeleider door de smalle straten stappen. Ik stel me de vraag, is hij een attractie of hoort hij hier bij het normale leven?

The City Palace bezochten we. Ooit het paleis van de maharadja ter plekke. Met spiegels en gekleurd glas versierde kamers. Muurschilderijen, wapens met overvloed (ook geweren uit belgië), de keuken met gerief, slaapkamers. Maar toch, vooral de verschillende vertrekken met versiering en indeling. Bogen, arcades waar het maar kan. Een kanten koepel en zuilen met tegels ('t lijken wel Delftse) bezet. Vanuit het paleis zie ik het prachtige maar décadente Lake Palace Hotel. Dit hotel ligt in het meer. Je kan het enkel bereiken per boot. Bezichtigen kan enkel als gebruiker of wanneer je'r gaat dineren. Daar betaal je 70.000 roepies voor een verblijf. Wij betalen tussen de 1.000 en 1.500 roepies, om maar even te vergelijken. Ik neem een foto van de dégoutante pracht met op de voorgrond dakwerkers (mannen en vrouwen) die gehurkt in de snikhete zon, zwaar werk verrichten op het dak van een gebouw dichterbij. Zij kunnen hiermee amper hun gezin onderhouden. Gelijk waar je gaat, je wordt steeds met deze tegenstellingen geconfronteerd.

Lunch hebben we in het hotel waar we morgen naartoe gaan. We zitten in de schaduw op een terras met zicht op het meer, waar hier elke stedeling zo vol van is. Het meer is mooi, nu het water heeft, wat niet elk jaar het geval is. Wij hebben geluk dat we't zien. Zij hebben geluk, want ze nemen er een bad en ze wassen er hun kleren. Idyllisch is het alleszins. Rondom is de horizon afgemaakt met bergtoppen met hier en daar op de top een vesting. Na de lunch, hebben we terug genoeg energie voor een bezoek aan de autocollectie van de maharadje in nog één van z'n paleizen, dat nu herschapen is tot hotel.   Hij heeft daar een 18-tal luxewagens staan: mercedes, chevrolet, rolls royce, austin, ford... Allemaal in goede staat of volledig terug gerestaureerd. Ook nog een aantal koetsen en riksja's. De laatste op zonne-energie. bij het bezoek krijgen we een gratis soft-drink (lees coca of fanta), te verbruiken in het restaurant, waar men blijkbaar voor 100 roepies een menu kan krijgen. Het is nochtans een chique gelegenheid. Het bevindt zich zowat in de voortuin en is een prieelachtig gebouw (rond dus). Uit noodzaak dronk ik vandaag 3 cola's. Veel te veel, want da's 900ml. 'k Heb dus veel suiker binnen gespeeld. Niet aan te raden met dit weer. Alles plakt aan me... of is dat enkel en alleen het gevoel?

We zijn naar 't treinstation gewandeld. Niet overdreven ver, maar we passeerden de minst aangename kant van de stad. Kinderen achtervolgen ons al bedelend. Vrouwen met kleintjes, lopen ons al bedelend naast en voor de voeten. Je kàn gewoonweg niks geven, want dan word je belegerd.

Een treinticket moet je hier op voorhand reserveren. We hadden enkele alternatieven bedacht voor het geval de trip die we willen maken, niet zou kunnen. Het derde voorstel is gelukt. Eerst papieren invullen, de boel in de computer laten opslagen, betalen en dan kregen we het spotgoedkope ticket. Plaatsen op de trein zijn genummerd, maar we zullen voor 't begin van de 7 uren durende trip toch ons manneke moeten staan, want onze plaatsen zullen waarschijnlijk wel ingenomen zijn. Da's Erik 's ervaring van zijn reis, wel lang geleden. Maar da's zorg voor later.

De riksja terug naar 't hotel genomen. Weer wil de chauffeur ons naar allerhande plaatsen rijden, weer moeten we aandringen om ons naar het 'hotel-en-niks-anders' te rijden.
- Sir, you wanna visit market?
- No, we go to the hotel, we told you.
- I drive you to marketplace, yes sir?
- No, we go to the hotel.
- Other hotel? Restaurant?
- No, no, no time... to the hotel!
- No time sir?
- No... no time, straight to hotel!
- Hm... no time...
dan waarschijnlijk enkele Indische vloeken met het idee dat toeristen altijd tijd hebben, want niet werken...
- Oké sir.. No time... I bring you to hotel.
Gelaten sportief brengt de man ons en probeert wat meer te verdienen door te zeggen dat ie niet kan weergeven wanneer we betalen....

Geen muggenmoment, wordt gezegd. Ik sta gedomme vol muggenbeten. Maar naar 't schijnt kunnen deze muggen geen kwaad. Nou, een deel heb ik opgelopen in taxi's, en gisteren in de bus, alhoewel ik daar geen mug heb gezien. En ze jeuken eigenlijk net als... ahum... vlooien?

We zitten op 't dak van ons hotel. Prachtig zicht, rustig, wijd en verre kunnen we zien. De zon zakt langzaam weg achter het gebergte. We kijken neer op het meer met z'n door de bries zacht rimpelend water. Aan de rand de gebouwen en natuur. Momenteel geniet ik van het prachtige omhulsel 'India'. Alleen... moet ik seffes dringend medicatie gaan nemen voor de spijsvertering. Ik voel de Mexicokramp terug opkomen, dus tijdig beginnen met de tegenaanval. Maar toch, eerst... m'n foto'tje nemen...

24-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


23-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6
Klik op de afbeelding om de link te volgen Vrijdag, 21 maart 2008

De darmen lijken vandaag meer aandacht op te eisen dan me lief is. Ik neem medicatie maar tot hiertoe word ik daar nog niet beter van. Alhoewel de krampen in mindere mate opkomen.

Niet getreurd en dus toch de Jagdish tempel bezocht. De grootste tempel van de stad. Verschillende goden worden er geëerd. Een jonge man gaf ons uitleg over de afbeeldingen op de tempel. De olifant met slurf omhoog staat vooraan. Dat is ten teken van welkom. Op de tempel zelf staat de olifant met slurf naar beneden, ten teken van geluk. Er zijn verschillende plaatsen waar graantjes liggen, (het lijkt wel duiveneten) én een schotel met bloemenblaadjes en rode verf. Met die verf stipt men het voorhoofd tussen de ogen, ook ter verwelkoming. De bloemblaadjes (tegen betaling) strooit men ter ere van de goden. Dan is er nog een steen waar men het geluk aanroept, door met de rug tegen te wrijven.

De structuur van de tempel heeft wel degelijk een bedoeling. Het bovenste gedeelte, geeft de bergen weer. Daaronder het geluk, vandaar ook de Kama Sutra, dingen behorende tot het alledaagse leven. Daaronder het werk en daaronder de demonen.

Volk stroomt toe met massa's. Wanneer we binnen gaan (schoenen waren al uit), zien we mensen op de grond zitten. Ze zingen onder leiding van een Sadhoe. We betalen de jonge man voor z'n verschafte uitleg. Op de tempeltrappen zitten arme mensen. We geven ze allemaal wat. Ze zijn tevreden en lachen ons toe. We mogen hen fotograferen, ze vragen het zelfs. Tja, hun weerdienst voor die enkele roepies waarschijnlijk. Ze zijn arm, ze bedelen, maar niettegenstaande is hun voorkomen voor een westerling attractief, door de kleuren.

We wandelen langs de trappen aan het meer, waar de vrouwen, jonge meisjes en een enkele man, de was doen. Op zich is het mooi. Al die gekleurde stoffen die men te drogen hangt. Maar in de snikhete zon is het best hard labeur. We ontmoeten een meisje van een jaar of 8. Ze vraagt of we meekomen, na eerst enkele woordjes gewisseld te hebben. Langzaam maar nieuwsgierig volgen we haar. Mama en zus (veronderstel ik) zijn kleren aan't wassen. Zij neemt een waterspeelgoedje. We hebben al gemerkt dat vele kinderen zo'n speelgoedje hebben sinds gisteren. Ze vult het met water van het meer en spuit ons nat. We zagen het wel aankomen, maar laten haar eventjes haar gangetje gaan. Best oké, zolang het water maar niet tegen het fotoapparaat of in ons gezicht komt. Ik neem van de kleine, grappige prinses nog een foto als revange.

Nadien gaan we op zoek naar de Bagore-Ki-Haveli. Het is een hotel aan de rand van het meer, met een museum. Ik loop natuurlijk weer eerst de totaal verkeerde richting uit. Een vriendelijke man helpt ons op de goede weg. Het is niet ver. Een haveli, kan je vergelijken met een riad in Marokko, of een mirador in Portugal en Spanje. Het gebouw lijkt een paleis. Weer zien we, net als gisteren een wirwar van vertrekken. Beneden hangen schilderijen van inheemse kunstenaars, foto's van de stad met z'n maharadja en toestanden, én staan er enkele sculpturen. Hogerop zien we weer mooie vertrekken met ingerichte slaapkamer, ontvangkamer en allerhande vertrekken voor en van de rijke voorouders. Fresco's als boord, onderaan de muur of een kleine plaats waar de muur volledig beschilderd is met figuren. Balkons met de typische Indische kantfiguurtjes in de muur, gekleurde raampjes. Het is er allemaal. Gelukkig heeft deze haveli ook de nodige sanitaire fascilliteiten op het moment dat de nood het eist. Het was een aangenaam bezoek.

We besluiten rustig aan naar het nieuwe hotel terug te keren om even te rusten. Onderweg springen we binnen in een internetcafé, waar ik nog een blogje schrijf. Fijn dat internet het doet. Een mail naar de jongens schrijf ik niet. Ze moeten maar volgen op m'n blog, alhoewel het David niet zint.

Ik voel me haast uitgedroogd, dus stel ik voor om als lunch wat thee te drinken in het restaurant... Erik eet yoghurt, die is hier heerlijk. Ik hou het bij een kopje thee, zwart, zonder suiker. Nog maar een pilleke erbij en dan wat rusten in de kamer. Vanavond willen we naar een dansvoorstelling in de Bagore-Ki-Haveli, dan wil ik geen last hebben van... juist, ja!

Het dansoptreden was best leuk. Folklore uit Rajastan. 'k Zou er niet dikwijls naar gaan kijken, maar een keertje had het beslist wel wat. De kleurrijke kostuums en de elegantie van de danseressen zijn prachtig. Tijdens de voorstelling werd er vuurwerk afgestoken. Als voorbode voor de feesten morgen, het hoorde dus niet bij de dans. Gelukkig overdrijft men hiermee niet zoals bij ons, na 3 knallen was't voorbij. In de omliggende dorpen, knalt heel de avond op afwisselende plaatsen nog wat vuurwerk.

Wel leuk, tijdens het avondeten (voor mij wat yoghurt en thee... ahum) zien we hier en daar kleuren opspatten in de verte in de bergen. Nou... idyllisch hoor! Men heeft op verschillende plaatsen een dunne boomstam ontdaan van schors en takken in een speciaal daarvoor gehakt gat in de straat, getooid met bommekes en droog gras, verbrand. Ouders stappen er rond met hun baby's omdat het hen geluk zal brengen. We hebben het niet gezien omdat de dansvoorstelling bezig was, maar eerder op de dag heeft een jongen ons uitgelegd wat de bedoeling is van die stammen. Kinderen mogen mensen natspuiten met hun speeltjes... De feesten zijn dus begonnen. Maar ik, ik moet weglopen van tafel en Erik achter laten. Haasten naar de kamer om te doen wat m'n darmen van me verlangen.

23-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


22-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zaterdag, 22 maart 2008

't Is zover; 'Happy holi!' Het wordt overal gezegd, geroepen, gewenst. Iedereen verbroedert. Persoonlijk vind ik de knuffel van een onbekende, na de verfdoop en gelukwens, het leukst. We lazen raad voor de toeristen. Smeer enkele vegen op je kaken en men laat je met rust. Daar is niks van aan. Verf hebben, nodigt uit voor meer.

Aan de grote tempel is het het drukst. Daar zetten we ons even op de trap in de zon om wat te drogen. Naderhand merkt Erik op dat het veiliger is achter een groepje politiemannen op een trapje. Daar installeren we ons om rustig foto's te nemen. Deze mannen blijven ongedeerd en houden een oogje in 't zeil. Ze hebben hun stokken bij. Een kerel, misschien al wat dronken, wil een politieman aanraken met verf en die proeft gelijk de roede. Ook een toeriste wordt heus terecht gewezen, weliswaar niet met de stok. Wij mogen blijven waar we zijn, maar we tonen dan ook dat we hen niet willen besmeuren. Ze spreken me aan en willen weten wat ik van India denk en hoelang we blijven.

Kinderen gooien eerst kleine ballonnetjes water, die als ze met kracht worden geworpen, hard kunnen aankomen. Vanop de daken worden we nat gespoten. Op den duur krijg ik emmers over me. Druipend... met verf en water... De smalle straatjes zijn het gevaarlijkst voor het water, daar ontsnap je niet. Fotoapparaat zo goed mogelijk beschermen is de boodschap. Ik ben blij dat ik m'n reserve zonnebril heb opgezet, want m'n dure, nieuwste wil ik echt niet onder de verf. Die verf is een poeder. Jongemannen rijden op hun brommer voorbij en gooien de poederverf, roepend: Happy holi!!!

Eentje komt van achter ons en gooit me vol van opzij. In m'n gezicht, krijg ik een hoop poeder, recht in m'n ogen. Die zonnebril geeft geen bescherming, als de boel van opzij wordt gegooid natuurlijk. Dat was er iets te veel aan. Pijn, brandend... ik krijg m'n ogen gewoon niet meer open, dus ga ik erbij zitten, gewoon op straat. Gelukkig zijn er direct mensen die ons naar hun badkamer begeleiden. Ik mag m'n ogen goed spoelen. Het water onveilig? Bacteriën? Nou, dàt kan me op dat moment echt niet schelen. Het helpt, na een tijdje is het beter.

We besluiten om niet meer door smalle straatjes te gaan, want het wordt hier en daar wat ruwer. De drank begint wellicht ook wat door te wegen. De knuffel begint te veranderen in zoenen. 'k Heb er niks op tegen als dat op m'n wangen is, maar hier en daar is er ene die wat aandringeriger is. Uiteindelijk nemen we de riksja naar het hotel, da's het veiligst. Daar zijn onze hotelbedienden onder de verf aan't dansen. Ik ga direct wat mee huppelen. Hier blijft het nog fantsoenlijk. Toch, wanneer ik in de spiegel kijk, herken ik mezelf niet meer. Na een goeie douche is het meeste weg, maar nagelranden en binnenoor krijg ik niet proper. Net als onze kleren en schoenen.

De middag blijven we rustig op de kamer want we hebben geen zin om tussen dronkaards te lopen. Onze spullen wassen we zo goed we kunnen en dan... rusten maar. Later in de namiddag proberen we naar een hotel te geraken, waar je tegen betaling kan zwemmen. Helaas, de meeste taxi's rijden niet en de enkele, die dat wél doet, vraagt daarvoor een prijs die we niet willen betalen. We proberen te voet te gaan, want het is eigenlijk niet ver, maar jongeren willen ons terug met verf bekladden en daar hebben we geen zin meer in. Terug naar ons hotel dus en gedwongen rust nemen. We lezen wat. In feite komt het me wel goed uit, daar ik toch geen 100% ben. Niettegenstaande ga ik toch over tot grove middelen, de echte zware haltetoeroepers. Des te groter is de kans dat ik morgen voor de reis die we zullen verder zetten, beter ben. Ook Erik heeft problemen met z'n darmen. Maar tot hiertoe is het nog onder controle.

Avondeten gebruiken we in't hotel. Vandaag had ik nog helemaal niks gegeten. Witte rijst en kip tandoori, geen groenten voor me. Dan, nog eventjes m'n blog gaan bijwerken in een internetcafé en hop, naar 't hotel. Klaarmaken en inpakken wat reeds kan.

22-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


21-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zondag, 23 maart 2008

Wat een bus, wat een bus! Deze, die we namen tot Abu Road. Voor de bus naar Mount Abu moesten we 2u wachten. Voor we vertrokken, moest ik er enkele foto's van nemen. Zo oud, zo vreselijk versleten. We leken terug naar 1950. 'k Merkte dat de chauffeur z'n bochten moest draaien zonder cervo, wat hier en daar toch wat wilde zeggen.

Eens we in de bergen kwamen, stapten er heel folkloristisch getooide mensen op. We hadden eerder deze week danseressen gezien, die rinkelden bij elke stap die ze zetten. Wel, dat was blijkbaar niet enkel voor de dansvoorstelling. De vrouwen in dit gebergte lopen echt zo kleurrijk en met fijne rinkelbelletjeskettinkjes rond de enkels rond.

De rit duurde 5u, wat echt wel lang genoeg was. Op een gegeven moment, zat de bus tsjokvol. Veel mensen met kinderen, prachtig getooid, maar toch, af en toe zaten er echte sukkelaars tussen met hun haar haast ongewild in dreadlocks.

Toen we later dan voorzien aankwamen in Abu Road, namen we daar een jeeptaxi. Driemaal had Erik herhaald, nadat de chauffeur het bedrag had gezegd: 'voor 40 roepies naar Mount Abu?', wat de chauffeur beaamde. Zowel Erik als ik voelden het aankomen, er was iets niet juist aan z'n houding. Onderweg eerst voltanken. Een stukje verder een lading uien en aardappelen van een kapotte kamion overgeladen. 'It only takes two minutes' zeiden de heren, want er reden er nog 2 mee. Bwaa... wat maakt dat beetje uit, vonden we. We zijn tenslotte in India... De chauffeur vertraagde niet in de bochten. Hij week ook vaak uit naar het midden, in die bochten. En maar babbelen en hoofd wegdraaien. Tot er een tegenligger aankwam en hij alles moest toegooien, en we slipten. Gelukkig is dat goed afgelopen, maar dit had serieuze gevolgen kunnen hebben, bedacht ik me, de afgrond naast ons inturend. Zouden hier rijscholen bestaan?

Ze brachten ons naar een ander hotel dan we vroegen, maar we stapten toch maar uit, mits we voelden dat er nog meer niet goed zat. En toen kwam de aap uit de mouw. De chauffeur vroeg 400 roepies. Dat was er wat over. Erik zei: '100 roepies, te nemen of te laten!' Ze waren niet akkoord, dus moest ik me haasten om hem bij te houden. 'Ook goed', zei hij, en vertrok me meesleurend. Eén van de heren kwam ons achterna gelopen om alsnog de 100 roepies te innen.

Tenslotte vonden we het gezochte hotel, The Connaught House. We zitten op het hoogste punt in Rajastan. Het is hier prachtig. Net als de contrasten in het land en de mensen, vind je die hier ook in de natuur. Zeer dor en even later een oase. We hebben een terras met prachtig uitzicht. We maakten een wandeling rond het Nakki Lake. Het krioelt er van de mensen. Men kan er met een bootje varen of met zo'n fietspendel wat rondtrappen. Vele mensen met kinderen staan -in wat voor een rij moet doorgaan- te dringen voor een ticket. Het parkje is hels van de drukte. Vele jonggehuwden komen hier hun wittebroodsweken doorbrengen. We zien zo'n koppeltje. Ze moeten dan worden gefotografeerd in traditionele kledij. Nou, moeten... Dat is alleszins hun uitgangspunt. Wij vragen of we ook een foto mogen nemen, maar zij willen ons eerst samen met hen op de foto. Nadien vereeuwigt Erik hen. Ik had hen eerder al stiekem gefotografeerd..

Zo zijn er nog mensen die ons vragen of we samen met hen op de foto willen. Raar toch, die Indiërs. Nog een groep in een parkje roept ons toe, nodigt ons uit. We maken wel even een praatje en nemen foto's (en laten ze ook weer nemen door hen), maar we willen niet blijven hangen. We vermoeden dat happy holi hier toch nog wat in de vorm van een lichte roes nazindert.

De wandeling rondom het meer is zeer aangenaam, eens we de drukte uit zijn. Morgen zullen we wat dieper de natuur intrekken, alhoewel er waarschuwingsborden staan voor wilde dieren. Er zijn hier prachtige rotsformaties. Water en erosie hebben hier een prachtig resultaat bekomen. Da's weer een aantal foto's waard. Op een bepaald moment, passeert ons een groepje mensen. Enkele dames uit het gezelschap, komen me de hand schudden en groeten me uitgebreid en giechelend op Europese manier. 'k Weet het, ik val in herhaling maar ze zijn heus wel grappig, die Indiërs...

Deze reis gaat me nog heel lang bijblijven, daar ben ik na 1 week heel zeker van. De avond brengen we door op het terras voor onze kamer, gezellig gepraat met onze Engelse toeristenburen. Het hoeft niet alle avonden, maar vanavond is best leuk.

21-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


20-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Maandag, 24 maart 2008

Ontbijt op het terras, de heerlijke warme zon opzoekend. Hier in de bergen is het duidelijk wat frisser en de zachte bries is voor mij al voldoende om de ochtendzon te groeten en me in op te warmen. Tijdens dit heerlijk moment, komt een (chipmunk -een soort eekhoorntje) zo dichtbij, dat ik het haast kan aaien. Het zit hier vol van deze diertjes, die zich trouwens goed laten horen. Telkens wanneer ze krijsen, beweegt hun lange pluimstaart mee. Of denk ik gewoon dat ze krijsen, en maakt die staart het geluid...?

De Dilwaratempels, die haast een pelgrimdoel hebben voor de Hindoes, en waarschijnlijk op historisch gebied voor alle Indiërs belangrijk zijn, zijn niet ver weg. We wandelen er naartoe, genietend van de rust die hier heerst, de voorbijrijdende auto's en brommers trachtend te negeren. Wanneer we aan de Dilwaratempels komen, zijn we een uurtje te vroeg. We mogen nog niet binnen. We besluiten, die langslapers negerend, een kilometertje verder te wandelen, naar het Mount Abu Wildlife Sanctuary. Daar zouden zitten; krokodillen, beren, vossen, panters, apen natuurlijk, een grote verscheidenheid vogels en vlinders met hopen. We genoten vooral van de vogelzangen, de vlinders, de natuur, de wandeling op zich en de heerlijke mensenstilte. We zagen één panter. Het was een afbeelding in plastiek of karton, die men tussen het groen had geplaatst, op reëele grootte. Dat de krokodillen zich schuil hielden, kan ik best geloven, daar Indische stadsmussen identiek zijn aan westerse. Rond het meer, verzamelden de meeste mensen taterend en kakelend alsof het markt was. Niettegenstaande vonden we zonder problemen snel prachtige, stille uithoeken. Buiten apen en mensen, zagen we er dus geen andere zoogdieren. We zagen wel pootafdrukken van katachtigen, zo groot als de palm van een hand. Het was zeker de moeite waard. Er kwamen wat wolken opzetten en er vielen wat druppeltjes, ach, niet de moeite.

Van daaruit keerden we weer naar de Dilwaratempels en achteraf bekeken, hebben we daarmee de juiste keuze gemaakt. Die tempels zijn een 'Must See!' Niet te geloven, wat een pracht. Ze zijn tussen de 1000 en 500 jaren oud. Alle zuilen, muren, nissen, plafonds, tot zelfs de treden bevatten niets dan uitgekerfde godsdienstige figuren. De zuilen lijken echt kant, zo fijn uitgesneden. Dat geldt ook voor de grootste tempel z'n plafonds. Dit is een echt huzarenstuk. De kunstenaars werden betaald volgens het gewicht aan stof afval dat ze uitkerfden. Vermoedelijk heeft dat veel te maken met de vele fantastische uitbeeldingen die de boel sieren. Wellicht zal er ook wel een onderlinge concurrentieslag geweest zijn, kan ik me inbeelden. De ene wilde beslist, wel nog beter werk leveren dan z'n kompaan. Het resultaat heeft me overdonderd. Dit moet je zeker gezien hebben met eigen ogen om te begrijpen wat ik hier schrijf. Er mochten geen foto's genomen worden, maar je mocht het aanraken. Ik ben er op een trap gaan zitten, om de tijd te nemen om het allemaal te kunnen vatten. Je kan naar een museum gaan, dan ben je omgeven door kunst. Nu, had ik het gevoel middenin een kunstwerk te zitten.

Ondertussen was het beginnen onweren. Het duurde een hele tijd. We moesten blijven om te schuilen. Tijdens dat schuilen, kon ik een geit observeren, die blijkbaar zeer hongerig was, en begon te knabbelen aan een brommer die geparkeerd stond. Niemand reageerde, men accepteert dat blijkbaar gewoon. De handvaten van het stuur, het zadel en plastiek rondom, ze at en genoot. Nou, ik ook! Daar het niet leek te willen stoppen met hard regenen, namen we een shared taxi (het woord spreekt voor zichzelf, een taxi met meerdere personen, een bustaxi op bestelling, bij wijze van spreken) naar ons hotel. Dat kostte ons maar 20 roepies, maar we merkten dat we flink wat hadden gestapt.

We meenden een lichte snack te eten, na een welkome douche in het hotel. De snack was echter zoveel, dat ik het niet op kreeg. Erik liet het zich smaken en kon mijn overschot zelfs ook nog op. Dat had hij nodig na deze wandeling. Nadien hebben we nog een flink eind gestapt in de andere richting. Erik wilde, op een door hem gisteren gespotte plaats, wat foto's nemen. En... hij had groot gelijk. De mensen blijven ons hier een bezienswaardigheid vinden en groeten ons lachend toe. Vooral kinderen genieten daar van. Heel af en toe komen we wel eens iemand tegen die een manier weet te vinden om te laten merken dat we ons maar beter kunnen uit de voeten maken. Wat me toch ook opvalt, is dat vrouwen heus wel minderwaardig worden behandeld. Na één week vind ik India een magisch land , maar zeker niet het landje van belofte.

20-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


19-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Dinsdag, 25 maart 2008

Om 6u horen we een bescheiden klopje op de deur. Onze wekdienst. Mooi. We staan op, want willen de bus van 7u naar Abu Road nemen. Daar nemen we de trein naar Ajmer. Eén ding, ik heb een foutje gemaakt. We hadden langer kunnen slapen, want 'k heb me één uurtje vergist. Langs de andere kant is er het voordeel, dat het nu nog redelijk koel is om te stappen met de rugzak. Ver moeten we niet, maar met meer dan 30°C, kan een rugzak al snel zwaarder wegen dan de realiteit.

De bustrip is redelijk hels, waar we al niet meer versteld van staan. Ik denk dat ik het beter van me af kan zetten dan Erik, die nogal hard knijpt in het handvat op de rug van de zetel voor ons. Hij krijgt er kramp van. Door de vuile raampjes genieten we toch nog van het paradijs India (het lukt me zelfs alle afval te negeren). Wanneer we in Abu Road arriveren, is het al erg warm en druk. Het helse, toeterende verkeer, wil ons opzij drukken in modder en koeienvlaaien. Wij weigeren daar echter 'in te trappen'... We zijn precies 1 1/2u te vroeg in het station. We eten daar wat en kijken rustig wat rond. Alles is goed aangegeven. Alles verloopt prima. Al wat we moeten doen, is uitkijken dat de ruige, vlooienhaardendragende zwerfhonden niet te dichtbij komen liggen. D'r zitten er wel wat.

Koeien mogen dan heilig zijn, al wat hier rondloopt van dieren, mag gewoon z'n gangetje gaan, ze worden haast nooit weggejaagd. De immens grote zwermen vliegen, ontwijken we zo goed als mogelijk. We doen ons uiterste best er niet op onze Europese manier, vies van te zijn. Verder rest ons niets dan te wachten. We zijn tevreden. We horen een aankondiging over een andere verwachte trein, die iets meer dan een uur vertraging heeft, met de verontschuldiging van de spoorwegmaatschappij. Niemand zucht, niemand klaagt, men draagt gelaten. Ondertussen loopt onze trein langzaam binnen, mooi, op Indische tijd (lees, maar één uur later dan voorspeld). Van onze trein werd immers geen vertraging vermeld. Ik heb er dus geen idee van hoeveel een uur vertraging in realiteit is...

Eerder zag ik een koe met kalf rustig lopen grazen op een ander spoor. Ze kan niet weg, want het spoor ligt ongeveer 1m dieper dan het perron. Ik vraag me af, wat nu, als er een trein aankomt? Alleen ik stel me deze vraag blijkbaar. Er is veel volk, maar niemand reageert op rustig grazende, afval recyclerende, goddelijke herkauwers, op het spoor. Toch... ik vraag het me echt af. Ik kom het niet echt te weten, daar ik moet opstappen in onze trein. Het plaatsnemen op zich, vormt geen probleem.

We reizen in de slapersklasse. We zitten per 3 tegenover mekaar. Wil er iemand slapen, moet iedereen gaan liggen, tenzij die ene, de bovenste slaapbank neemt. Aan de zijwand zijn ook nog 2 slaapplaatsen. Mensen wisselen onderling van plaats, binnen dezelfde -niet afgebakende- coupé, afhangend van het wel of niet samen kunnen zitten met partner.

Tegenover me, zit een Indische schoonheid met haar man. Een jong koppel. Haar handen zijn met henna geschilderd. Ik mag haar handen fotograferen, maar de mensen in onze coupé begrijpen het 'waarom' echt niet. Ze vragen om de foto te zien, en een oudere man wijst me er op, dat enkel haar handen maar te zien zijn. Om het goed te maken, neem ik een volledige foto. Iedereen tevreden zo. A... ja... je neemt toch geen foto van handen, het gezicht moet er minstens ook op staan hé... Wij bevinden ons aan de ene kant naast een gezin met huppelende kinderen, die na een uurtje rijden, zalig liggen te ronken. Aan de andere kant, een groepje militairen (of zijn ze politiemannen?) We voelen ons veilig...

Het wordt erg warm. Alle vensters staan open. We hebben enkel al in ons coupeetje, 3 ventilatoren draaien, maar toch is het 35°C. Maar, we rijden. En rijden... en rijden. Het landschap is zeer dor, haast woestijn. Een tijdlang rijden we door een vlakte om daarna terug een bergketen als panorama te genieten. Verkopers lopen onophoudend rond. Een schoenpoetser. Een man vraagt regelmatig of we lunch willen. Wanneer we als bij regelmaat halt houden in een station, komen mensen bedelen. De ramen staan open, maar zijn getralied. Da's maar goed. Een jongen op het perron trekt aan m'n mouw. Hij wil geld. Ik geef niks. Armoede wordt te makkelijk verkocht. Wat word ik hard, hier in dit land. Nee dus, ik geef niks. Hij blijft trekken. Hij knijpt in m'n arm. Ik bedenk me, dat, wellicht zonder tralies, mensen gewoon langs de ramen de trein op en af zouden springen, als hij stilstaat. Met de nodige gevaarlijke situatie tot gevolg.

Een jongen veegt op z'n knieën vuil weg in de gang tussen de zetels. Hij vraagt geld. We geven hem iets. De Indiërs geven niks. Wat dàt betreft, is dit een vreselijk land, vind ik. De militairen naast ons, roepen een muzikant, die ook probeert in de trein z'n kostje te verdienen. Ze zeggen hem wat. Hij heeft een handtrommel bij en zingt tijdens het trommen. Wanneer hij gezongen heeft, gaat hij weg, vraagt niks en wordt ook niet betaald. Natuurlijk weet ik ook niet wat ze onderling zegden, vanwege het Hindoe. Misschien lijkt het in mijn ogen wel helemaal anders dan de realiteit... Even later komen ze met 3 tromzangers en geven een concertje voor de landmacht, die hen niks geeft. Ze willen wel geld van ons. Maar ik hou niet van die situatie. Wij hebben hen niks gevraagd. Ondertussen worden we stiekem in't oog gehouden door de glurende strijdkrachten. Dachten die nu echt dat ik dat niet zou merken? 'k Hou hen zelf al een hele tijd ook stiekem in't oog hoor. Ik ga hiermee niet akkoord, dus zeggen we stellig 'nee'. Is dat de reden, is dat de aanzet? Ik heb er geen idee van, maar de bruine uniformkes zoeken contact., vooral met Erik. Het begint met de vraag naar een sigaret, daarna vragen ze wat ik schrijf en Erik duwt bij wijze van antwoord m'n schrift in hun handen. Eén van hen schrijft er deze hindoetekst neer: (zie foto)
Aandenken van een Hindoe militair, of politieman (weet ik veel, ik ken dat verschil helemaal niet), geschreven in de trein op weg naar Ajmer-Pushkar.

Erik wil, maar kan niet ontsnappen. Ze nodigen hem uit. Ik blijf gewoon op m'n plaats zitten. Mij hebben ze niet nodig, en maar goed ook, want ik kan het echt niet helpen, maar naar mensen met deze mentaliteit kan ik maar moeilijk mijn gedachtengoed verborgen houden. De reis gaat verder. Er wordt heel wat over en weer gelopen. Ik heb altijd gehouden van het volkse karakter van mijn tramlijntje. Wel, dit heeft echt ook iets... Na een tijd ga ik op de bovenste slaapbank liggen. Dat doet goed. Een half uurke ofzo, meer is niet nodig.

Wanneer ik m'n ogen open, is het haast tijd om pak en zak te nemen, Ajmer komt in zicht. Er staan genoeg taxi's te wachten om aan een stadsverhuizing op Indisch niveau te beginnen, dus we kunnen direct richting Pushkar vertrekken. Wanneer we Pushkar binnen rijden, moeten we 15 roepies betalen. Wat is dat hier met die stadstol? We verblijven even buiten de stad in de Pushkar Bagh. Stenen muren met een tentzeil als dak. Het is een nieuw ressort, een jaar jong. We kregen de naam van onze Engelse buren in Mt Abu. De ontvangst is hartelijk. We krijgen een zegening op ons voorhoofd en bloemblaadjes over ons hoofd gestrooid. Voorlopig lijkt het of we de enige klanten zijn. Erik kreeg 1000 rps van de prijs af. Ik laat hem dus gerust zijn gangetje gaan, hij doet dat heel goed. Vanavond eten we alvast in het hotel, we zijn moe en gaan niet meer naar de stad.

19-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


18-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Woensdag, 26 maart 2008

We sliepen fantastisch goed. Erik is al voor 7u op, om eventjes van de ochtendzon en vogels te genieten. Hier zitten prachtige vogels, waarvan ik de naam schuldig blijf. Dit is het eerste hotel, waar ontbijt mee is inbegrepen in de prijs. Er wordt een tafel met stoelen in de tuin gezet, en we worden daar dus geacht te ontbijten. Eigenlijk wel een beetje genant, maar terzelfdertijd ook wel leuk. Nou zouden er superwitte lakens moeten te drogen hangen, stralend wapperend in de wind, om de typische 'dreft' reclame te spelen... ofzo...

We nemen een binnenweg naar Pushkar, zo maken we een wandeling van een klein half uurtje en ontsnappen (sorry hoor) we aan de muzikant, de kamelendrijver, de riksja en anderen die ons allerhande willen aanbieden. Ze staan te wachten aan de inkom van het hotel. Bedelaars lopen een heel eind met je mee om toch maar wat te krijgen. We zijn meermaals verwittigd, ook door de mensen in het hotel; neem niks aan, geen bloemblaadjes, niks, want betalen zàl je. De vele priesters, of is het 'zogenaamde priesters' zijn soms redelijk verbaal agressief naar het schijnt. Gewapend met deze goede raad, trekken we naar de heilige stad en... het valt best mee. Men loopt mee, maar we blijven negeren en er wordt niks vervelend gedaan. Tja... hindoevloeken verstaan we toch niet.

We kopen aan een stalletje een fles koud water en een pakje sigaretten. De jongen kust het geld. We zijn z'n eerste klanten en dan brengt dat geluk. Enkele uurtjes later komen we terug voorbij en kopen we weer een fles water. Hij herkent ons natuurlijk en zegt dat hij al veel verkocht heeft. Plezierig toch! We wandelen langs de vele uitgekraamde stalletjes met allerhande. Priesters lopen her en der te bedelen, kinderen trekken in uniform en met boekentasje naar school, net als bij ons. Een processie komt voorbij, begeleid door politie en een man met een lange stok, om reclamedoeken en/of draden die dwars en te laag over straat hangen, omhoog te duwen, zodat die hoge pronkwagen er onderdoor kan. Al glimlachend denk ik aan de straten bij ons, met al die hoogtekabels voor de tram... hij zou werk hebben... De tempel waar deze processie binnen gaat, willen we na een tijdje ook betreden, maar dat mag niet. Daar hebben we alle begrip voor.

We wandelen naar het meer. We moesten onze schoenen bovenaan de trappen achterlaten. Wanneer we beneden zijn, genieten we even van de magische sfeer die er heerst. Rondom, aan de rand, zijn niks dan gebouwen en in de 4 windrichtingen, hele brede trappen, waar gelovigen bidden en zich baden. Dat bidden gaat onder leiding van een priester die déclameert en natuurlijk ontvangt die gelukkige ook de donnaties van de 'arme' gelovigen. Wij zitten niet bij hen. Een prieser komt naar ons. Hij wil ons zegenen en een bloem aanbieden. Wij willen niet en hij roept boos naar ons. Oké... schouders opgehaald en weg ermee. We zagen toch genoeg. We hebben onze foto's. We proefden de sfeer. Wat heet 'vredig' vraag ik me af...? Wat je gelooft, zit enkel maar tussen je oren...

Verder zien we een groepje mensen op de hoek van de straat. Er ligt een koe te sterven. Ze heeft stuiptrekkingen. Ook al gaat het om een koe, het doet raar. De mensen hier zijn enorm bekommerd. Iemand aait haar hoofd. Ik denk; er zijn mensen die veel eenzamer sterven dan deze koe. Maar bewonder hun diepe geloof. Wanneer we later weer voorbij wandelen, is de koe dood. Er ligt een doek half over haar hoofd. Wanneer mensen passeren, tonen ze haar respect, door eerbiedig te groeten, maar er zijn geen hilarische toestanden. Dood hoort bij leven en wedergeboorte.

Eten doen we toch maar niet in deze stad. We vinden het riskant. We drinken hier onze eerste echte expresso en... het smaakt. Wanneer ik vraag of ik naar toilet kan, verwijst men me naar een mooi ogend hotel even verder. Daar ga ik dus en merk op dat ik er voor geen geld wil overnachten. Ik moet door het slaapvertrek van (ik hoop) de eigenaar. Het is vreselijk vuil. Ik ben blij dat het een Indisch (lees franse) wc is. Da's in deze situatie het meest hygiënisch. De buitenkant is verdomd misleidend.

We passeren een winkel met muziekinstrumenten. Zo kan ik de sitar eens beter bekijken. Nee, ik begin er niet aan, om te trachten het te bespelen. Maar het is een mooi instrument, toegegeven. We kopen een paar oorbellen, zeer speciaal, echt Indisch en toch niet wat je zou noemen 'typisch'. Natuurlijk... zilver. Ik wil een foto nemen van een koe, één van de velen. Ik ben geconcentreerd op het digitale schermpje aan't kijken en voel wat waterspetten op m'n voeten. Er zijn nogal wat plassen hier en daar, en ik denk dat weer iemand wat gebruikt water heeft weggegooid. Wanneer ik de foto genomen heb, merk ik dat de spatten eigenlijk koeienurine is...

We zien een prachtig gebouw. Helemaal beschilderd met afbeeldingen en geometrische figuren. De deuren staan open, zoals haast overal. We denken dat het een tempel of een guesthouse is. We laten onze schoenen buiten en gaan binnen. We treden een prachtige overdekte plaats binnen. Er zitten vrouwen te wassen. We kijken rond. Iemand komt naar ons en wijst ons de tempel aan de zijkant. Het is hun huis met tempel. Ik verontschuldig ons voor het binnenvallen, maar eerlijk gezegd, heb ik er niet echt spijt van... Zo mooi!

We wandelen terug naar ons hotel langs de weg die we vanmorgen namen. Onderweg komt nog een groep kleine meisjes bedelen in't Engels. Ze zien er erg verwaarloosd uit. Als ik een pak koekjes zou hebben, had ik het hen zonder aarzelen gegeven, maar geld geef ik hen niet. We gaan samen op de foto en ze vragen of ze het resultaat mogen zien, zoals haast iedereen die gefotografeerd wordt. Na een verfrissende douche en opgelopen uitslag en allerhande insectenbeten (zouden het weer vlooien zijn?) te hebben verzorgd, rusten we even en overleggen onze organisatie voor morgen. We reserveerden een nachttrein, het kon niet anders naar Agra. De trein moeten we nemen om 23.30u, dwz ten laatste 21.30u vertrekken aan het hotel. We moeten geen nacht meer betalen. Als we 500 rps betalen, mogen we de kamer nog effe houden. Dan kunnen we nog douchen voor we vertrekken en onze rugzakken op de kamer laten.

We maken nog een wandeling voor het ondergaan van de zon. De hotelmanager heeft wel liefst dat we voor donker terug zijn. Hij wil niet dat we zonder verlichting in de woestijn dwalen. Nou, er zijn wel zandwegen, maar er verblijven nogal wat mensen die misschien te makkelijk verleid zijn om zo'n twee witte, onervaren maar rijke kwispeldoren, wat te ontfutselen. Het is hier om 19 à 19.30u pikkedonker. We zijn op tijd terug en nemen een lekker avondmaal en genieten van een rustige avond.

18-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


17-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Donderdag, 27 maart 2008

We slapen hier heel goed. 's Avonds worden de honden uit de omgeving wakker en houden een blaf- en huilconcert. Het duurt echter niet te lang. Ik heb kou, geraak niet in slaap. Tot ik een dekentje over me heen trek.

Goed gehumeurd, want uitgeslapen begint de nieuwe dag. Na een heerlijke douche en veel tijd nemen om goed wakker te worden, bestellen we ons ontbijt. We ontbijten een uurtje later dan gisteren en de dag begint veel warmer. De zon brandt en laat zich gelden. Er is niet aan te ontsnappen. We kunnen enkel in de hete zon ontbijten. Tot daar aan toe. Toch lukt het de vele vliegen m'n humeur een lichte kwinkslag toe te brengen. Ze manoeuvreren tot in m'n neus, de dégoutante teringlijers. Ik loop er dus in en laat me vangen door die kleine monsters om me even te laten gaan en hen de hel toe te wensen.  Wanneer we ons, na het ontbijt nog eventjes terug zetten op het terras, is er geen vlieg meer te bespeuren. Die stinkerds kwamen dus af op ons lekker ontbijt...

Het is verschrikkelijk warm vandaag. We leggen de thermometer even op de grond (beton) in de zon en hij loop zo hoog op als maar kan. Boven de 50°C in de zon dus. In de schaduw zakt ie naar 40°C. De wind is haast heet. We overwegen aarzelend om heel misschien ('k zal wel veel moed moeten verzamelen dan) met de kameel wat rond te stappen. Opgelucht ben ik, wanneer de hotelmanager het ons afraadt, vanwege de hitte. Ik hoef niet stoer te doen dus, oef! Het is 11u en we besluiten om gewapend met een fles fris water even de woestijn in te trekken. Er zijn taaie struikjes met doorntjes en boompjes van een 2m hoogte met doornen, groter dan 5 cm. De bodem ligt bezaaid met die dorens. Enkele malen steken ze door Eriks sandaalzool. Ik heb geluk met mijn schoeisel. Om zo'n doorn uit die zool te trekken, moeten we echt wel wat kracht gebruiken. Die zolen zijn immers niet kapot of versleten.

De woestenij is prachtig. We zien er weer vogels met de mooiste tekeningen en kleuren. Grote, groene en gele kevers maken het geluid van een minibrommertje wanneer ze tegen de wind in vliegen. Die diertjes werken heel hard om vooruit te geraken. We komen voorbij herders met kudden geiten. Die eten blijkbaar de doornplanten. Mekkerend tevreden met hun dis, storen ze zich niet aan de 2 passerende woestijnleken. Van ons water drinken we gretig, steeds met kleine teugjes. We smeerden ons goed beschermend in, om niet te verbranden, want het is gloeiend heet. Er komen kinderen naar ons toe gelopen. Hun moeder is wat verder met nog kindjes, en ook een kudde. Het jongetje wijst naar een lompentent en wil dat we thee gaan drinken bij hem thuis. Dat doen we niet om geen verplichtingen te scheppen. Toch ben ik heel nieuwsgierig om van dichtbij te zien hoe deze mensen leven. De jongen en z'n zusje vragen geld, maar ze doen absoluut niet vervelend. Ik zeg hen ronduit dat ze geen geld krijgen. De moeder volgt ons ook, maar blijft op afstand. Ze heeft de sluier voor haar gezicht getrokken. We zien een kudde geiten, tussen een groep buffels, aan een oase, zo lijkt het. De geiten behoren deze mensen toe, vermoeden we. De moeder roept wat naar het jongetje die prompt geluiden maakt, waarop de geiten moeten reageren. Het meisje loopt naar haar moeder en komt terug met kleine zus en een grote zak op haar hoofd, net zoals de moeder ook doet.  Wij nemen prachtige foto's aan het water met de luie, genietende buffels, vogels, geiten. Ik zeg tegen het meisje dat ik de zak zal dragen en zet hem op m'n hoofd. Zo stappen we verder. Zij vindt het best prettig en loopt leutig gibberend mee, m'n hand vasthoudend.

Wanneer onze wegen splitsen, geven we de jongen en z'n zusje elk 10 rps. De jongen vraagt nog één maal of we naar zijn woonst gaan. Wanneer het duidelijk is dat we echt niet gaan, waait hij ons uit. Wij keren terug naar ons hotel. De wandeling duurde +/- 1.30u. De fles water is leeg. Wij zijn bezweet en vuil. Wij nemen een douche. De kinderen en hun mama leven de realiteit, zij hebben geen douche.

We gaan in het ressort hiernaast vragen of we gebruik mogen maken van het zwembad. Mits betaling is dat geen probleem. We betalen. Hun zwembad is rond, niet erg diep en het water is... euh... groenig. Maar we gaan er in, mekaar belovend dat we geen water zullen slikken. Het is ijskoud, niet te geloven. We durven er niet lang in te blijven want door het koude water zouden we wel eens een zonneslag kunnen oplopen. Je voelt immers zo de zon niet branden... Daarna is het rusttijd, paktijd, snacktijd...

Terwijl we, toch badend in luxe, onze thee drinken, zien we in de verte onze arme vrienden van deze morgen. Wij hier... zij daar... onvoorstelbaar... Om +/- 21u zullen we hier vertrekken met een aangevraagde taxi. De trein vertrekt pas om 23.30u... hopen we.

De trein staat klaar, meer dan een uur op voorhand. We hebben dus alle tijd om rustig onze genummerde plaatsen te zoeken. Om de juiste wagon te vinden, hebben we tijd en inspiratie nodig. De lijsten met namen van de reizigers, worden op het laatste moment aan de wagon gehangen. We hebben allebei de bovenste slaapbank, tegenover mekaar. De boel is volzet. We zitten bij een familie met 3 kinderen en nog 2 andere mannen.

De slaapbanken zijn schandalig vuil, echt schandalig. We beginnen alvast te poetsen want dit kan echt niet! Iedereen neemt dit gelaten. Iedereen vindt dit normaal. Nou, het staat vast dat je maar beter niet de nachttrein neemt in je beste kleren. De regels hangen uit: ‘please discurrage beggars, theft or dammage of the vehicle. It 's proparty of the gouvernment’. Reizen zonder ticket wordt gestraft met een boete van 1000 rps, 5 maanden cel, of, allebei! Men weze verwittigd!

17-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


16-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Vrijdag, 28 maart 2008

De nacht duurt lang, is vuil en ongemakkelijk. Ik ga niet van die slaapbank, want heb het gevoel dat ik zo bij de mensen binnen stap. Om 2u zijn we nog wakker: We komen aan in Jaipur en er stappen nog families op. Voor iedereen z'n plaats gevonden heeft, komt er een geluidslawine door de trein. Weer stoort niemand zich aan de vuiligheid.

Wanneer we 's morgens de woonwijken van Agra doorrijden, zien we vele mensen hun behoefte doen aan de treinsporen, buiten dus. Het zijn wellicht armen die in hutten of onder de blote hemel slapen. We zien tientallen blote achtersten, gehurkt. Kleed omhoog, of broek naar beneden, hun ding doen. Over de stank kan ik het maar beter niet hebben... Net alsof men op sarcastische toon wil zeggen: 'Welkom!' Een zeer vreemd zicht.

We zien massa's koeienvlaaien, netjes gesorteerd, die liggen te drogen. Die worden gebruikt om te stoken, wellicht niet erg gezond, maar wie maalt daar om? Het valt op, dat de hardste, vuilste karweien door enkel vrouwen en meisjes worden verricht. Ik zie vrouwen de koeienmest kneden, met blote handen, om die dan in allemaal even grote, ronde vormen te laten drogen. Nu weet ik het, ik vroeg me eerder al af, hoe die vlaaien allemaal zo mooi rond en even groot komen...? India zou zonder vrouwen en hun harde en vuile werk, economisch nog veel verder achter staan. Ik bewonder deze vrouwen, die met hun handen in stront roeren, hun kinderen voeden, hun man behagen. Dat zijn ongeschoolde vrouwen met een wilskracht, waar ik, westerse, niet tegen op kan.

Ik heb van toen we in het hotel vertrokken zijn gisteren, geen gebruik meer gemaakt van sanitair, noch openluchttoestanden. Het treinstation in Agra, lijkt me te verwittigen: 'Hier niet... hier niet', dus wacht ik. We nemen een taxi naar het busstation en moeten niet wachten op de bus naar Barathpur. Het lijkt me ook niet direct uit te nodigen voor m'n plasje. De bus dus op. We denken dat het een uurtje zal duren, maar we komen pas in Barathpur tegen 11.30u. Nergens is wat aangegeven in 't Engels, alles in Hindoe... We zijn vuil en moe, dus eerst maar een hotel gezocht en gevonden. Niet duur en toch proper, met badkamer (hehe... opgelucht) en airco (ook t.v. maar die gebruiken we niet).

We willen hier het Keoladeo Ghana National Park bezoeken, hopende nogal wat prachtige vogels te zien. Het hotel is heel dicht bij het park gelegen. The Birders' Inn, uiteraard dragen veel hotels namen die verband houden met het vogelreservaat. Wanneer we buiten komen, vliegen de riksjafietsbestuurders naar ons als vliegen naar een pot siroop. Wat een concurrentiestrijd en zeer vervelend, we nemen er geen. Zo lossen we dat op. Eerst wandelen we wat. Regelmatig passeren ons riksja's en wordt gevraagd of we willen instappen. Na een half uurtje doen we dat, want de zon brandt enorm en er is geen schaduw. Nogal wat Sikh hebben hier hun hard verdedigd taxiterritorium. De man rijdt met ons wat rond in de stad. We komen aan het plaatselijke paleis (ook museum).  Een zeer opvallend maar vervallen gebouw in renovatie. We gaan het bezichtigen. Het was natuurlijk van de maharadja's. We nemen geen foto's, want hebben daarvoor niet betaald. Er is nog heel veel werk aan het gebouw. Er werkt ook veel volk. Alles wordt (zo we kunnen zien toch) manueel gedaan. Het zal dus nog een hele tijd duren voor het paleis terug in orde is. Niettegenstaande is het best interessant te zien hoe deze mensen hier te werk gaan, met hamer en beitel om dingen mooi af te werken, te versieren. Massa's bamboestokken om iets te ondersteunen. Niemand draagt veiligheidskledij, niemand draagt een helm. Het meest indrukwekkende op dit ogenbik, is de haman. We zijn de enige bezoekers en wanneer we dreigen iets over te slaan, worden we door de bewakers snel terug op het rechte pad gezet. Het gaat hem vooral om vertrekken, die nog moeten gerenoveerd worden en een tentoonstelling van de maharadja's hun wapens, jachttrofee's, luxespullen, hebbedingetjes en schilderijen of foto's van hen.

Hier komen we er achter dat het park dat we morgen willen bezoeken eigendom was van de maharadja. Daar werden dan eenden gekweekt, er kwamen er ook vele broeden. Met z'n Engelse vrienden politiekers, jaagden ze dan op die eenden. Soms liep het aantal geschoten eenden op, tot meer dan 2000 op een dag. Ik kan het me niet voorstellen, zo'n dégoutanterie...

We wandelen wat rond in de stad. Het begint te waaien. Het is een woestijnstad, we moeten ons beschermen tegen het vele opvliegende zand. We maken een lichte zandstorm mee. Voor mij valt het mee. Ik trek m'n sjaaltje voor neus en mond, maar Erik ocharme, slikt wel wat. Een man ziet ons bescherming zoeken, want het gaat er toch wel hevig aan toe. Hij biedt ons een stoel aan in z'n winkel. Ik twijfel, want denk dat men ons allerhande zal willen verkopen, maar onterecht. Wanneer de wind gaat liggen, groeten we de man en verlaten het pand.

Er zijn veel kamelen in het straatbeeld. Ook straathonden, geiten, buffels en koeien. Je kan haast niet omheen de uitwerpselen. We lopen door een smalle straat waar we met veel moeite de vliegen van ons kunnen afslaan.  Telkens weer, kijk ik de ogen uit naar de verschillend getooide mensen, toestanden, winkeltjes en kraampjes. Alhoewel het vogelreservaat toeristen trekt, lijken wij de enige toeristen te zijn in het stadje. We trekken enorm veel aandacht. Iedereen roept en zwaait enthousiast.

Wanneer we terug naar het hotel willen, vinden we de uitweg niet, en nemen dus een riksja. We leken serieus afgedwaald. We komen aan het Sikh-terrein en de taxi moet gedwongen stoppen. Ze gaan zo ver, ons te vragen over te stappen, maar we zijn haast aan het hotel en gaan te voet. Wat denken die wel... Grimmige sfeer. Hier -zo staat in de Lonely planet- werden in het verleden al moorden gepleegd onder de riksjabestuurders. We namen wat informatie om morgen het reservaat te bezoeken, want voor vandaag was het niet meer de moeite. We beginnen er liever vroeg aan, vanwege de hitte.

16-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


15-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zaterdag, 29 maart 2008

Het Keoladeo National Park.... mag er best zijn. We waren daar om 6.30u en een kwartiertje later hadden we onze gids (de man met de meest sympathieke uitstraling) en fietsen, en konden we vertrekken.

Bijna 7u, hebben we doorgebracht in het park. Al zes jaar heeft het te weinig geregend. Er is niet voldoende water, en sommige trekvogels komen daarom niet. Ook zijn op deze tijd van het jaar al andere volgels weer vertrokken. Niettegenstaande hebben we genoten van het birdwatching. Onze gids had een hele goeie telescoop, die hij met statief meezeulde op z'n fiets. Zo zagen we pas echt de prachtige kleuren van de vogels. Te veel om op te noemen, maar toch enkele dieren die we in hun normale habitat zagen; Een witte paradijsvogel met prachtige lange staart, de mareboe, de lepelaar, de ibis, jakhalzen, kingfishervogel, de uil, groene papegaai, stork, een hoop vogels waarvan ik de naam niet meer weet, én weer die kleine eekhoorntjessoort of chipmunk. We zagen waterschildpadden, grote, die met tientallen, een buffelkadaver opvraten. Deze dieren eten groen, maar ook dode dieren. Het was een agressieve bedoening. Er lopen ook damherten en antilopen rond, waarvan één is opgevoed door de dorpelingen. Hij voelt zich goed bij mensen. De antiloop volgde ons een heel eind. Natuurlijk waren er ook weer apen, ditmaal rode gezichten. Men had ons verwittigd dat ze agressiever zijn dan de zwartgezichten, maar daar merkten we niks van.  We hebben ook helemaal niets gevoederd aan de dieren. Als ze weten dat je lekkers bij hebt, zullen ze waarschijnlijk wel meer willen en agressiever worden.

Het park krijgt veel bezoekers. Met bussen komen de toeristen het park bezoeken. Ik vermoed dat wanneer deze toeristen een half uurtje in het park worden rondgereden in riksja's, deze mensen de boel al gezien hebben. Wij opteerden voor de fiets. Zelf trappen dus. De eerste 3 à 4u met de gids en nadien, zijn we er zelf nog eens op uitgetrokken. Helemaal op het laatst, heb ik m'n voet verwond aan een dor palmblad, dat op de grond lag. De wonde was niet groot, maar bloedde wel. Dus heb ik m'n voet eerst wat verzorgd, alvorens verder te fietsen. Maar nu doet die voet deftig pijn en is gezwollen. Afwachten maar hoe dat nog vordert. Wat het schieten van de eenden betreft, door maharadja en vrienden... Men heeft hier een monument gezet in de vorm van een groot bord, met de data en aantallen geschoten vogels. Elke Indiër, staat hier schuddend met z'n hoofd te lezen. Elke toerist, nou dat denk ik toch, voelt een vleug schaamte. We geraken hierover even in gesprek en besluiten dat men algauw, zich maar kan neerleggen bij het verbod om het schieten van vossen in Engeland.

Vlinders zijn zeer moeilijk te fotograferen, maar daarom genieten we er des te meer van wanneer deze kleurenpaletten voorbij fladderen. Het park is een heerlijke afwisseling met de wandeling, die we gisteren in de stad maakten, en de reis van Pushkar naar hier.

M'n voet begint erg pijn te doen en m'n schoen spant. Erik is ongerust en vreest voor ontsteking. Hij opteert voor het hospitaal. Pffffftttt... da's tegen m'n zin hoor. Maar de pijn wint en ik geef toe. Een man van het hotel gaat met ons mee met de taxi, en zorgt er voor dat alles vlotjes verloopt. Men zegt me dat deze puntige palmbaden waarmee ik kennis maakte, voor veel ongemak kunnen zorgen.

Een blanke vrouw in het plaatselijke hospitaal... dàt moet iedereen gezien hebben. Een verpleger, 3 verpleegsters, een dokter, de taxichauffeur, de man van 't hotel en Erik staan rond me in de dokterskamer. Er worden geen handen gewassen. De dokter onderzoekt m'n voet en zegt dat het oké is. Ik zal 6 dagen pijn hebben en dan zal het beteren. Ze doet verder niks. Erik springt op: Niks van! 6 dagen is veel te lang! Dat ding moet uit die voet! Waarop de dokter me naar een kleedkamer verwijst, waar een onderzoektafel staat zonder overtrek, en het lijkt wel of er net een zand- en stoforkaan heeft over geraast. Ik zet me er op. De verpleegster geeft aan de verpleger een net uitgepakte (dat heb ik gelukkig gezien) injectienaald. Het peuteren in de wonde begint. Handen werden niet gewassen. Het peuteren blijft even doorgaan. Ik bijt dapper op m'n tanden, want ik wil hier niet als Annemie-de-flauwe-wittebees gekenmerkt worden. Het lukt niet. De man van het hotel neemt de naald over en gaat zich heel vriendelijk roeren in de kleine, maar toch dieper wordende wonde. Een wachtende man, die in de gang zat, komt ook kijken. Dan komt de dokter terug binnen, en neemt een paar plastieken handschoentjes, een verse injectienaald en... ik weet hoe laat het is. Er zit niks van het palmblad meer in de wonde, enkel wat zand. De boel wordt ontsmet en toegeplakt. Ik zucht en krijg een brief met wat ik allemaal moet innemen. Antibiotica, nog wat inentingen, en nog 5 pillen/dag, een week lang... Slik!

Wij opteren voor niks, ik ben immers gezond en had thuis m'n injecties. Ontsmettingsmiddel hebben we bij en pillen tegen pijn en ontsteking ook. We wachten dus af, maar ik zal nog enkele dagen een gezwollen voet en pijn hebben. Wanneer ik mankend naar de wagen buiten huppel, wuiven de verpleegsters me uit, want ondertussen hadden we al een leuk onderonsje. Lieve mensen allemaal. Toch zouden de witte schorten van het hospitaalpersoneel naar mijn mening iets sneller moeten worden gereinigd. Maar ach, wie ben ik... we zijn immers toch maar in een klein stadje in India. Ik ben al blij dat we niet ver moesten voor het hospitaal.

Het avondeten was subliem. Gisteren waren we al zeer tevreden, maar vandaag vond ik het een feestmaal. Ik had eerst wat soep en nadien een typisch Rajasthanschotel. Een soort kaaskroketten... mmm... met lookbrood! Daarna ontstekingsremmer en pijnstiller ingenomen voor het voetje. We lieten wat kledij wassen. Dat klusje was geklaard (gewassen en gestreken) in enkele uurtjes.

15-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


14-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zondag, 30 maart 2008

Wauwww, wat sliep ik goed na het nemen van die straffe pijnstiller. Met de voet gaat het al wat beter. Heel rustig kan ik stappen. Da's beter dan niks. Ik opteer dus voor actie. Onze planning zal doorgaan mits een kleine wijziging. We overnachten één nachtje langer in the Birders Inn. 't Is hier niet te duur, het eten en de service zijn wat mij betreft perfect, en zo kan ik iets beter uitrusten na een dag toeristen.

Erik regelde een taxi met chauffeur voor een dag. We rijden eerst naar Agra. Wanneer we de eerste wijken van Agra binnenrijden, herkennen we de armoedige buurt met openbaar toilet. Hier is echt armoede troef. Dit is dus de stad waar de beroemde Taj Mahal staat. Een werelderfgoed, prijkt in een omgeving van mensen in lompen en stront op straat... denk ik dan toch maar. Natuurlijk is in de nabije omgeving, helemaal niks te merken van zulke armoede. Ook in India weet men maar al te goed dingen te verbergen voor het oog van de naïeve toerist, die per bus met gids arriveert vanuit z'n vijfsterrenhotel. De inkomprijs is schandalig, als je't vergelijkt met wat de Indiërs betalen. Indiërs: 20 rps buitenlanders: 750 rps.

Daar het gebouw zo bekend is, zijn er uiteraard verwachtingen. De entré is indrukwekkend. Eigenlijk is de boel zodanig opgezet dat je nieuwsgierigheid wordt aangewakkerd. Je komt aan en moet je vehicel (watdanook) op de parking achterlaten. Die is nog redelijk ver van het gebouw en je ziet dus nog helemaal niks. Dan kan je per riksja naar de ingang van 'het monument', -denk je-, of met de pendelbus. Die nemen we. Dan is het nog een heel stuk te voet. Dapper schuifel, hinkel ik, aan Erik hangend, voorbij allerhande kraampjes, winkeltjes, waar men tracht je te verleiden tot de aankoop van al wat je maar kan bedenken ivm de Taj Mahal. Wanneer je dan aan de inkom van het monument komt, koop je je begeerde ticket. Je gaat door de controle en wordt gefouilleerd.  Sigaretten afgeven, boekjes afgeven, drank afgeven. Je krijgt wel een klein flesje water mee als toerist (waarvoor we dankbaar zijn, alhoewel het wel mee in de prijs zal zitten hé). Dan zie je nog steeds niets van het gebouw. Wanneer je dan binnen mag, ga je langs een mooi, sober aangelegde tuin met een brede wandellaan, naar de eigenlijke ingang. Hoe dichter je nadert, hoe meer mensen.

De eigenlijke ingang is een gebouwde structuur in rode steen, een soort omwalling met poorten. Dàt heeft het effect van het doek dat opengaat in het theater. Wanneer je (nou, ikke toch) die muur, poort, boog, gewelf staat te bewonderen, kom je naar die poort toe en dàt moment is het prachtigste. Daar zie je dan de Taj Mahal, mooi gepresenteerd verschijnen. Dàt, is het mooiste moment van de bezichtiging van het geheel. Niettegenstaande is de graftombe ook weer formidabel afgewerkt. Altijd maar weer, zie je in India, bewerkt marmer... Het is groot, het lijkt groot, tot op een gegeven moment. Hoe dichter je nadert, via de aangelegde tuin, hoe kleiner het gaat lijken. Het zicht vanuit de tuin en smalle watergeul is prachtig, ook al was de hemel overtrokken. Met een helderblauwe lucht, komt het marmerwitte gebouw wellicht pas echt tot z'n recht.

Eens je binnen bent, besef je dat het niet meer is dan een graf. Je loopt mee met de massa, in een cirkel rond de tombe. Want, 'gelieve niet stil te blijven staan’; zie ik een bewaker iemand die iets beter wil bekijken, aanmanen. Je vraagt je werkelijk eventjes af, 'is dat alles?' Het krioelt er van de mensen. Alle soorten Indiërs lopen er rond, wat op zich een ware attractie is. Het ene moment, zeggen ze, dat je maar wat opzij moet, want je staat in hun zicht voor een foto, terwijl het niks uithaalt, want er is een overhoop van mensen. Het andere moment, moet je met hen op de foto, want het is een eer om met een toerist op de foto te staan. Maar het valt echt wel mee.

Wanneer we uit het gebouw komen en rustig langs de zijkant van de tuin willen wandelen, zien we een groepje mensen met glitter in Indische outfit. Maar dat klopt niet. Ze zijn er net iets over. Net iets té opzichtig gekleed en opgemaakt. Erik neemt een foto van hen en ik vraag me af of zij Sikh zijn of wat...? Er staat een gids bij hen en ik hoor hem Spaans spreken, dus ik spreek hen aan. Ze blijken Mexicaanse toeristen te zijn. Wat een leutig groepje.

Wanneer ik op het grote grasveld in de tuin kijk, merk ik hardwerkende vrouwen, die, ook vandaag, zondag, voor een hongerloontje het gras afsnijden met sikkeltjes, en het in grote hopen op hun hoofd, afvoeren. Voor hen is de Taj Mahal geen attractie, maar hard labeur! Steeds weer die contrasten. Ik kijk om me heen, naar de mensen en niemand lijkt deze arme mensen te zien... Heel misschien, is er nog iemand die vaststelt wat ik ook denk. Maar ik heb het gevoel de enige te zijn, met deze gedachte.

We stappen op het tempo van schuifelende oudjes, maar zo lukt het me minstens. Het voordeel? Zo hebben we nog meer tijd om te kijken. We nemen dezelfde pendelbus terug naar de parking. Alleen, worden we, net als met het heengaan, gevolgd door mannen, kereltjes en jongetjes, die ons allerhande willen verkopen. De truuk is, eerst charmeren en dan ten aanval. Maar ze geven absoluut niet op. Twee jongens maken onderling ruzie. Ik zeg hen dat ze niet moeten bekvechten, want dat ik toch niks koop. Plots komt een agent op motor onze richting uit. Ze stuiven weg. Het ging zo snel dat Erik zich afvroeg wat er aan de hand was.

Onze taxichauffeur rijdt ons naar een restaurant. Men staat er in kostuum van de maharadja-periode, aan de deur. Er komt al een muzikant onze richting uit en we zijn niet eens uitgestapt. We houden ons hart al vast, want we wilden gewoon een kleine versnapering. Erik zegt dus direct tegen de chauffeur dat we daar niet zullen eten. We willen een restaurant voor-en-van-Indiërs, simpel en goed. Waar we uiteindelijk eten, zitten geen Indiërs, maar nogal wat Japanners. Het eten is erg lekker. Verder geen tamtam, eten en wegwezen, want we willen naar Fatehpur Sikri. De verlaten stad waar een drukte heerst van belang.

Ook hier komen toeristen met bussen. Wij doen het wat rustiger aan. We nemen geen gids, kopen geen armbandjes, maar wandelen rond. We lezen her en der de aanwijzingen en nemen vooral veel foto's.

De Moghuls hadden beslist verstand van architectuur, dat is vandaag voor ons bewezen. Er is ook de moskee, die de moeite is. Ik kan er niet binnen, want draag een te korte broek. Daarenboven is m'n voet te erg gezwollen om m'n sandaal uit, en daarna weer aan te doen. Erik gaat binnen, staat na een minuutje terug bij me, om te zeggen hoe prachtig het is. Maar hij kan me niet overhalen, trouwens, als ik de plakkaatjes lees, zal de toegang me toch geweigerd worden door die 'te korte broek naar moskeemaatstaven'. Ik wacht hem op, gezeten tussen mensen en geiten op de trappen voor de moskee. Regelmatig wil men me wat aansmeren, ik zeg vlakaf dat ik niets koop. 't Is wat hard, maar zo dringt men tenminste niet aan.

Ik zie een jongen die boeken en postkaarten wil verkopen, als een hazewind uit de moskee van de trappen lopen. Beneden wordt hij tegen gehouden door politie. Men neemt hem alles af. Er wordt druk geargumenteerd. Ook hier geven bedelaars het direct op, als een politieman of iemand van de toezichters zich laat zien. Een vrouw vraagt me haar te fotograferen, ik doe het en nadien wil ze geld... De trukendoos raakt niet uitgeput.

Onderweg naar Barathpur zien we veel pelgrims, veel meer nog dan vanmorgen. Ze trekken met z'n allen naar feesten bij een tempel, verder weg. Velen zijn getooid met rode doeken of slingers met goudkleurige franjes. Ook dragen velen een rode vlag met het swastikakruis. Er zijn mensen die 3 à 4 dagen te voet gaan om de tempel te bereiken. In deze hitte wil dat echt wel wat zeggen. Op vele plaatsen zijn rust- en drankpunten opgezet, met kleuren en franje en muziek. Erik kan niet nalaten een vergelijking te maken met Werchter.

Tussen Agra en Barahtpur rijden ook vehicels, die met restanten van kapotte wagens in mekaar zijn gezet. Prachtige rijwielen zijn het, jugar genaamd, waarmee je geen rijbewijs nodig hebt, om op de baan de boel nog wat gevaarlijker te maken. We zien onderweg zowel strooien als lemen hutten. Spijtig genoeg, is het te druk om de taxi te stoppen. Foto's nemen, gaat dus niet. Vandaar, dat ik het gewoonweg moet noteren.

14-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


13-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16
Klik op de afbeelding om de link te volgen
maandag, 31 maart 2008

Vertrek hotel: 7.30u, met een taxi richting treinstation. Ik zie blote kinderbillen ontlastend langs de weg. Zoals ik een sarcastisch welkom meende te ontwaren, lijkt dit hetzelfde in tegengestelde zin. Ons ticket bestellen, loopt vrij vlot. Naar Indische normen is dit een rariteit. We moeten anderhalf uur wachten voor de trein. Dus maar weer neergezeten en naar mensen gekeken. Toch raar, dat het helemaal niet gaat vervelen.

Erik moet zo nodig, hij zoekt dus het plaatselijke sanitair op, waarvoor ik toch maar bedank. Hij heeft een geldbeugel met o.a. geld en kleine dingen, die belangrijk zijn, veilig aan z'n broeksriem hangen. Bij het losmaken van die riem, schuift de beugel er af, recht in... ja hoor... Gelukkig heb ik vochtige doekjes bij de hand, waarmee de boel kan schoongemaakt worden. Die hebben gisteren ook gediend om na het bezoek aan de Taj Mahal, een Japanse jongedame van een appelflauwte te redden. Deze morgen ligt het doekjesdoel in de reinigingssector.

Het is om het even, hoe je het draait of keert, bedenk ik me. Tijdens je leven wordt je 't meest geconfronteerd met eten. Het 2de belangrijkste is wat daarop volgt, volgens de logica der natuur. Wij westerlingen verdoezelen al wat met ontlasten te maken heeft. We praten er zelfs op een verdoken manier over. Hier kan je er niet onderuit, je zit er letterlijk en figuurlijk middenin. Wanneer ik nu dus schrijf dat ik een strontvakantie heb, bedoel ik dat letterlijk... euh… figuurlijk… ach…

Ik zie een man met een grote hamer, geleund op de ene schouder, en een enorm grote engelse sleutel op de andere, over de sporen stappen. De boel controlerend. Af en toe, klopt hij op enkele bouten. Onderhoud van de sporen, vraag ik me af? Een man komt voorbij. Hij bekijkt me. Hij blijft even staan om me op te nemen (met z'n ogen...) Dan gaat hij in m'n omgeving zitten. Hij bedenkt zich en komt aan m'n voeten zitten. Hij brabbelt wat. Hij bedelt, maar niet met uitgestoken hand. Ik negeer hem. Even later gaat hij verder zitten. Een andere man komt me demonstratief bekijkend, ook voor me staan. Hij hoort bij een groep. Ze praten over me, da's duidelijk. Ik kijk naar hen, zij naar mij. Wanneer Erik terug naast me komt zitten, voel ik me wat opgelucht. Zij, gaan wat verder. Dit zijn dingen die blijven voorvallen, wanneer Erik eventjes gaat wandelen en ik alleen blijf zitten. Sfeer aanvoelen is belangrijk op zo'n moment. Ik weet heus wel dat ik regelmatig een bezienswaardigheid ben, maar niet altijd persé in positieve zin.

Eens we vertrokken zijn, wil ik, moet ik kijken, kijken, kijken... In deze streek zijn grote velden. Ze worden nog manueel bewerkt. Het landschap is vlak, met hier en daar verspreid, wat groene bomen. Het geheel is prachtig groots... Een mens is hier zo klein. Het lijkt groener te worden. Ook zie ik grote plassen. Gisteravond heeft het gestormd. Bij ons in Barathpur, heeft het effe hard geregend, vijf minuten misschien. Zou het hier veel harder geregend hebben? We rijden een station binnen, langzaamaan, Mathura Junction. Mannen laten -in het land waar vele vrouwen gesluierd lopen en knieën noch schouders blootgeven-, hun penis in de hand, ongegeneerd zien, bij het staan plassen op de zijsporen. Straathonden lopen tussen mensen te zoeken naar iets eetbaars tussen het afval op de sporen. Eén hond met 3 poten kwakkelt er zich werend overlevend tussen. Mens en dier lijden dezelfde miserie. Ook een ezel doet zich te goed aan de grassprieten tussen de keien. Er ligt een hoop grint op het eind van 't perron. 3 vrouwen hebben er zich op gevleid, net of ze liggen op een watermatras. Zouden ze echt slapen?  Er zijn spoorwerken aan de gang. Een grote zaag, bediend door 2 gehurkte mannen, aan elk uiteinde één, wordt gebruikt om een rail doormidden te zagen.

Het landschap wordt algauw erg dor. Maar de korenvelden blijven voorbij glijden. Er zal heel hard moeten gewerkt worden om dat allemaal af te snijden met de hand, voor de monsoon start. We rijden door een streek van steenbakkerijen. De Indische Rupelstreek. Ballabahgarh is de naam van het stadje waar we even halt houden. Vele schoorstenen te midden van de bakstenen hopen in de woestijn. Op een reclamepaneel lees ik: Build a stonestrong house!

Aangekomen in Delhi, is er ook de chaos die we verwachtten. Van zodra we buiten het station komen, zwermen de taxichauffeurs rond ons. Ze duwen mekaar weg en lopen ons voor de voeten. Eerst een sigaretje, rustig opgestoken (da's voor Erik) en hen weggestuurd, om de boel even rustig te kunnen overwegen. Ik zie een verwijzing naar een pre paid taxi. Erik gaat naar het loket terwijl ik bij de rugzakken blijf wachten. Erik wil niet dat ik m'n rugzak draag. Met die dikke voet is het haast niet te doen. Hij draagt dus beide rugzakken en ik de kleine tasjes, wanneer we toch proberen een geschikte taxi te vinden. Want, wat de pre paid taxi betreft, is er wel een loket, maar geen pre paid taxi.

Weer zwermen de taxichauffeurs met ellebogenwerk rond ons. Erik vraagt naar een bepaal hotel, maar ze draaien rond de pot. Ze willen je niet brengen naar het hotel dat je vraagt, nee, ze weten een beter. Wanneer ze, ieder voor zich, te erg overdrijven in wedijveren om ons te kunnen rijden, zegt Erik hen duidelijk dat hij een taxi kiest, hij en niemand anders. Wat verder staat een man van rond de 50 jaar bij z'n taxi. We gaan naar hem en hij brengt ons naar het hotel dat we willen. Nou, dat tracht hij toch, want hij weet het niet juist. Uitgestapt dan maar. We moeten niet ver meer te voet. Al direct staan er andere chauffeurs ons hun rijtuig aan te bieden. Nee, nee en nog eens NEE!

De hotels in Delhi zijn niet veel zaaks. Veel te duur voor wat ze te bieden hebben. Zeker als we vergelijken met de hotels waar we al verbleven. Maar oké, we wisten het. We hadden het gelezen in onze reisbijbel. We vonden het Hotel Fifty five. Een kleine kamer met badkamer zonder ontbijt, maar, proper, voor 2.800 rps. We hebben airco. De receptionist is zeer vriendelijk en correct. We rusten even uit en maken een wandeling. M'n voet is fel gezwollen. Als ik zeer traag stap, heb ik niet echt veel pijn. Het gaat best, naargelang de omstandigheden. We besluiten om het vanaf nu heel rustig aan te gaan doen.

Morgen zullen we naar Goa vliegen, dus zoeken we naar een kantoor om te boeken. Regelmatig loopt ons wel iemand tegen het lijf, die ons de verkeerde kant wil opsturen of ons ergens wil binnenlokken met de bedoeling ons wat te laten kopen. Het is zeer vermoeiend. Soms, als we de weg vragen en men heeft blijkbaar niet veel zin, stuurt men je een totaal verkeerde richting uit, zonder aarzelen. We vinden geen straatnamen. We hebben wel een plan. Wanneer we ons plan gebruiken, is er altijd wel iemand die je zegt hoe je moet gaan. En toch kom je soms ergens helemaal anders uit.

Ik wil graag wat spulletjes kopen voor m'n gezinnetje. Het is allemaal zo'n vreselijke toeristenrommel. Uiteindelijk koop ik een leuk setje potloden en mooi gebonden schriftjes met rijstpapier, mooi versierd. Ik zoek henna, maar vind niet echt wat ik zoek. We gingen naar de Government & State Emporiums, waar je spullen koopt aan vaste prijs. Hier wordt niet afgeboden. De winkels deden me aan Habitat op z'n Indisch denken. We gingen langs de Janpath Market met z'n drukke en vele kraampjes en kleine winkeltjes. Je mag niet te lang naar goederen kijken, want dan wordt direct gevraagd om te kopen. Zeer gretig worden de spullen aangeboden en om geld gevraagd.

Wanneer we moe geslenterd, terug in het hotel komen, gaat Erik stante pede onder de douche staan, terwijl ik m'n gezwollen voet omhoog leg en rust. 's Avonds heeft Erik wat leuk in petto. We huren een taxi voor enkele uurtjes. Hij rijdt met ons langs de mooiste plaatsen in Delhi. Het presidentieel paleis, het parlement, het hooggerechtshof, het museum voor moderne kunst, het Gandhi museum en mausoleum, het planetarium, het rode fort (groots!), de Indische Poort (doet me lichtjes denken aan de Arc de Triomphe) en een deel van oud Delhi. Hij rijdt ons naar het Parikrama restaurant. Dat bevindt zich op het 24ste verdiep, 't is rond en draait. Het uitzicht op Delhi by night, gezeten met een lekker avondmaal, is natuurlijk een prachtige manier om dit korte Delhiavontuurtje te beëindigen. Al zachtjes draaiend bewegend, terwijl we genieten, zien we de mooi verlichte Connaught Place , het centrum van de stad, voor ons verschijnen... Dit heeft Erik echt heel goed bedacht, ik wist van niks, het is dus een heel leuke verrassing!

Eerder vanmiddag dronken we een heerlijke kop koffie met appeltaart in het United Coffee House. Het leuke is, dat we niet echt tussen de toeristen zitten. Nogal wat Indiërs komen hier ook verteren. Delhi is druk, chaotisch, hectisch, hilarisch. Voor ons er wat over, maar voor een dag toch best verteerbaar.

13-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


12-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Dinsdag, 1 april 2008

Wake-up-call at 7.30 am. 'k Was al wakker, maar zo wisten we dat we nog een half uurtje hadden, voor ons vertrek met de taxi naar de luchthaven. De rit gaat goed. We hielden rekening met de heuse verkeersknoop in Delhi. Telkens weer wil ik me geruststellen in de verantwoordelijkheidszin van een chauffeur die ik niet ken. Deze chauffeur echter, rijdt helemaal niet agressief. Ik kijk nog eens de ogen uit, naar de presidentiële residentie en de hele wijk rondom. Volgens mij wonen hier nogal wat ministers. Grote huizen met tuinen rondom, sieren de omgeving. We rijden duidelijk door de villawijk van de hoofdstad. Uiteraard ontsnapt het me niet, dat enkele straten verder, mensen leven in de meest barre omstandigheden.

Wanneer we boven Goa vliegen, kunnen we genieten van de prachtige kustlijn en het heuvellandschap in het binnenland. Het is zeer mooi. Eens aangekomen, verwachten we de wantoestanden die we telkens meemaakten, na vlieg- bus- en treinreizen, maar deze keer is het helemaal niet zo. Af en toe, benadert iemand ons, trachtend een rit aan te bieden. Maar helemaal niet op de wijze als in de vorige plaatsen. Men probeert wel wat, bijv. een taxistand in de aankomsthal, waar men zegt, pre paid taxi te vertegenwoordigen en dat niet zo blijkt te zijn. Wanneer we buiten informeren, is het haast 200 rps goedkoper voor een pre paid taxi. Binnen, is het een gewone maatschappij, die goedgelovige toeristen om de tuin leidt.

We vonden een hotel waar we één nacht zullen blijven in Colva. Tijdens een wandeling vonden we iets leukers. Meer Indische toeristen en minder tooghangende, tattoo-engelsen, zoals in het hotel waar we nu verblijven. Alhoewel we over de service niet moeten klagen. We maakten een kleine strandwandeling. Er is wel een drukte, maar het valt heel goed mee. Wat een rustige plaats, vergeleken met de plaatsen waar we vandaan komen. Erik haalde bij de plaatselijke apotheek een klein flesje dettol voor 11 rps, ocharme. Ik doe een scheut in warm water en baad m'n voet. Het wordt hoog tijd dat die zwelling mindert. Na het baden, gooi ik het water over de vloer in onze badkamer. Zo... die is ook weer ontsmet.

We eten zeer goedkoop, zeer lekker. Alhoewel, Erik z'n eten is verdomd pikant. Hij eet het, maar moet tussendoor effe bekomen. Ik had eraan gedacht, te vragen om mijn schotel zeker niet pikant te maken. Maar Erik heeft niks gevraagd, met als resultaat een mond die haast in brand staat. Da's nog niet erg, maar de maag reageert daarop niet altijd goed...

12-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


11-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Woensdag, 2 april 2008

Vanmorgen, hadden we uitgecheckt, al voor 8u. We gaan naar een ander... We zullen enkele dagen in een cottage verblijven, in het Colmar Beach Resort. Daar verblijven meer Indiërs. Het is authentieker en de sfeer zien we zeker zitten. Daarenboven, is het goedkoop. We betalen hier maar 1.200rps, wat een 20€ is. Er is een zwembad, het eten is er heel lekker en het is er rustig én aan het strand gelegen. Nu zijn we echt in vakantiesfeer... zalig gewoon.

Vandaag reden we naar de vlooienmarkt in Anjun. We reden er meer dan een uur over, maar we genoten van het magnifieke landschap. Met z'n palbomenbossen in het dal en langs de rand van een rivier of een meer. Grote velden, groen gras. Mensen hadden hopen koren afgesneden en opgestapeld aan de rand van de autoweg. Daar zagen we hen dorsen, het koren bewerken en bundelen. Het graan lag in grote hoeveelheden verspreid in vakken, langszij de weg. Een dode koe lag langs de weg toen we heen reden. Toen we een 5-tal uurtjes later terugkeerden, lag ze er nog. Het was erg heet in de zon. We zijn dus niet bepaald gestopt om ze beter te bekijken.

De markt op zichzelf is een aanrader. Oké, mensen willen verkopen en er wordt gebedeld. Maar dàt zijn we ondertussen gewoon. Eigenlijk dringt men hier niet zo aan als in de steden waar we eerder kwamen. Hier is meer rijkdom, da's duidelijk merkbaar. Maar even terug naar de markt. Erik heeft geld verdiend vandaag. Hij onderhandelt als de besten. We kochten 2 kasjmier sjaals, 1 paar oorbellen, een hangstoeltje voor Mieke, een tekening in palmblad, henna en c.d.'s met prachtige Indische muziek. De markt is heel groot en komt tot op het strand. De sfeer valt heel goed mee daar. Ook al is in Goa, India niet typerend Indisch, er lopen ook hier soms tiepetjes rond, het fotograferen de moeite waard.

De westerse invloed is hier -zelfs voor leken- merkbaar aan de huizen. De Portugese bezetting heeft z'n sporen zeer duidelijk nagelaten. Ook zie je hier niet zoveel gesluierde vrouwen. Die zijn zeker wel aanwezig in dorpen buiten Goa.

Teruggekomen maakten we een strandwandeling. Pootje baden in het heerlijk warme strandwater in de hoop dat het helpt m'n voet te ontzwellen. Ondertussen krijg ik toch wat schrik dat het niet in orde komt met die voet, tegen de dag dat ik terug moet gaan werken. Baden, ontsmetten, zalf en propere pleister + ontstekingsremmers en pijnstillers innemen. Meer kan ik echter niet doen... Vandaar nu daarbovenop, het baden in zeewater. Nog wat afwachten dus en ondertussen, zal ik het morgen nog maar eens overdoen. We aten weer zeer lekker vanavond. Ik at haai met rijst. Toen ik zei dat het niet 'spicy' mocht zijn, verzekerde men me dat het oké was. Maar dedjuu, die saus was zo pikant... Toch, het was lekker, maar de saus heb ik gelaten voor wat het was.

We kochten vanavond een fles rode Indische wijn: Madera. Zeer speciaal... vooral fruitig van smaak. Naar mijn mening, té fruitig, maar we steunen de economie en genieten van een glaasje rode, na ons avondeten, rustig in onze cottage.

11-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


10-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Donderdag, 3 april 2008

Na een heerlijk ontbijt, huren we voor elk een fiets en trekken we er op uit om wat mooie kiekjes te nemen. Ditmaal niet van mensen, maar vooral huisjes en natuur. Fietsen is niet pijnlijk voor m'n voet. Toch, fiets ik zeer gespannen, daar ik haast geen rem heb. Het is hier wat heuvelachtig, dus wanneer we naar beneden rijden en er moet geremd worden... Yep, uiterste voorzichtigheid geboden dus. Thuis, zou ik nooit met zo'n fiets de weg op gaan. De hoofdweg is gevaarlijk en al snel veranderen we van strategie en doel. We nemen de rustigere zijwegjes. We blijven dus hangen in Colva en Benaulim, maar het is de moeite om de niettoeristische kant van deze -toch wel grote dorpen- door te fietsen.

De Portugese invloed is hier zodanig aanwezig, dat je je in Algarve waant. Er rijdt een vrachtwagen met de 2 woorden die hier van belang zijn, bovenaan de voorruit geplakt: Jezus Saves! Goed om te lezen, de rijstijl van de inheemsen in overweging nemend. Alhoewel... op een bepaald moment het geen haar scheelt of Erik wordt door een auto gegrepen. Ditmaal is Erik de onvoorzichtige, vergetend dat men hier links rijdt. Hij wil de straat oversteken om een huis te fotograferen. Gelukkig, kan deze automobilist tijdig alles toegooien. Voor mijn hart is dit echt niet goed. Het scheelde echt niet veel.

Na een uur of 4 fietsen, houden we het voor bekeken. Niet, dat we verzadigd raken van de prachtige natuur. Er fladderen grote kleurrijke vlinders om ons heen. We genieten weer van de mooie vogels hier en daar. Op veranda's zien we af en toe mooi gekleurde hanen, ook biggetjes en geiten en we zien ook wel eens mannen, op stap met een grote os. Honden lopen hier in horden. Hier zijn ze vrij, maar voor de afgelegen huisjes, dienen ze als huisbel.

De vissers wonen in armieterige hutten. Hun netten gespannen over aarden schotels vol vis die ligt te drogen. Netten worden gerepareerd en onderhouden, op open plaatsen waar het rustig is, desnoods aan de zijkant van de weg. We eten iets licht en we gaan naar het hotel.

Erik wil wat zwemmen. Ik niet, want alle vrouwen gaan volledig gekleed het water in. Mij niet gezien. 'k Ga me echt niet in bikini in dat zwembad begeven tussen die devote vrouwen... Ik doe wel zoals die ene moslimvrouw, maar dan niet gesluierd en in westerse kledij. Ik zet me op een bank en geniet in de schaduw van een zachte bries. Erik wordt terecht gewezen. Er zit katoen in z'n zwembroek en dat mag blijkbaar niet. Je mag enkel met nylonkledij in het zwembad. Ik heb toch m'n twijfel dat de dames in nylon naar 't zwembad gaan, maar enfin, de baas is baas hé. Nu mag Erik er wel in blijven, maar dan enkel en alleen nu. Voor zover, genieten we dus van de luxe van een zwembad in het resort.

We rusten tijdens de heetste uren nog wat uit op ons terrasje. Er valt altijd wel wat te zien, want hier logeren heel wat mensen. Veel Indiërs en enkele westerlingen. We zien hen komen en gaan, ieder met z'n eigen maniertjes en pak en zak, z'n vakantiegenoegens meesleurend.

Wanneer het heetste moment voorbij is, maken we een strandwandeling. Pootje badend zoals gisteren. We gaan nu in de andere richting en wanneer we na een hele tijd terugkomen, lopen we een stukje duinen in. Achter die duinen is het een prachtig zicht. Wanneer de zon stilaan wegzakt, zitten we te genieten van een masala tea op een terrasje aan het strand. De kleuren van de zonsondergang zijn formidabel. Dat krijgen we in onze streken niet te zien. Het gaat snel, maar wanneer de zon is verdwenen, kunnen we nog een tijdje, ondergedompeld in een koperen lucht, onze wandeling hotelwaarts verder zetten.

10-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


09-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Vrijdag, 4 april 2008

O, what a night... Vannacht hebben maag en darmen het begeven. Den toerist. Ellendig, maar niks aan te doen. We hadden tickets gekocht om een uitstap te maken, maar die heeft men terugbetaald. Da's wel fijn. Voor mij was het dus de hele dag bed houden met koorts als compagnon.

Erik heeft wat rondgewandeld in de omgeving en nog wat huisjes gefotografeerd. Geen zuur gezicht, geen gemor... Af en toe, komt hij terug binnen om te kijken of het goed met me gaat. Heel eerlijk... daar geniet ik wel van, het fijne gevoel dat hij me bezorgt.

Hij overhaalt me om te proberen toch een kleine wandeling te maken en iets te drinken. Dus, zijn we even rustig op een terrasje op 't strand gaan zitten om naar de zonsondergang te zien. Ik krijg maar niet genoeg van de koperen gloed aan de horizon, na zonsondergang. Daar dronk ik m'n eerste en enige kopje thee voor vandaag.

Zo leeg als wat, energieloos, wandel ik terug naar onze cottage, waar ik me met veel plezier terug in bed neervlei. Erik haalde een pakje droge koekjes, waarvan ik eentje heb gegeten. Hopelijk morgen beter...

09-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


08-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zaterdag, 5 april 2008

Stukken en stukken beter dan gisteren was ik vanmorgen. Een licht ontbijt genomen dus, en dan besloten om de dag te starten met het reserveren van een treinticket van Goa (Margao) naar Mumbai. Het wordt een rit van 12u en we zullen ons nog redelijk mogen haasten om van het treinstation tijdig naar de vlieghaven te geraken.

We reden met een taxi naar Margao. Daarna deden we een 'huis'bezoek in Chandor. Het is een typisch koloniale-stijl-huis. Groot, met balzaal zelfs. Het huis wordt nog bewoond door een achterkleindochter van de eigenaar, die het liet bouwen. Hij was een hele authoriteit in de tijd van de Portugese bezetting. De meubels, wandversieringen en decoratie allerhande (van Chinees porcelein tot ebbenhouten snijwerk en luchters uit Valle-Saint- Lambert). Het oudje liet niet toe om foto's te nemen, spijtig... maar ze schuifelde dapper door het huis, alle pronkstukken aantonend en een deel familiegeschiedenis vertellend in -naar Indische maatstaven- zeer goed Engels. De familie was alle grond verloren met de historische, politieke veranderingen, eigenlijk nog niet zo heel veel jaren geleden, ten einde van de kolonisatie. Sindsdien heeft ze het huis open gesteld voor bezichtiging. Je komt gratis binnen en na afloop doet ze parmantig ongegeneerd een doosje open, waarin je een donnatie mag leggen. Ze is eigenlijk stinkend rijk met wat er aan antiquiteiten in het huis staat. Maar moest ik in haar schoenen staan, zou ik het ook zeker niet verkopen.

We mochten het aanpalend huis, behorend tot dezelfde familie, ook bezoeken. Hier was een man onze gids. Zijn Engels was haast onverstaanbaar, en hij liep er bij als een echte sukkelaar. Onverzorgd... Toch is hij de eigenaar van dàt deel van het huis. Het huis was in dit gedeelte veel minder goed onderhouden, maar had zeker en vast ook een enorme waarde aan inrichting en inhoud.

Blij dat ik terug kon zitten, reden we naar de hoofdstad van Goa, Panaji. Een redelijke afstand. De warmte bekwam me vandaag niet zo goed, dus het tempo moest rustig blijven. Panaji is best aangenaam. De oude stad heeft sfeervolle plaatsen en mooie huisjes. Toch, je waant je helemaal niet in India. Ook hier is de Portugese invloed op de bouwstijlen enorm. Erik kreeg honger en we namen plaats in een klein eethuisje. Daar verteerden we een thee, 2 cola's en een warme maaltijd voor 1 persoon, voor 48 rps (nog geen 1€). Ik viel haast achterover, hoe die mensen daarvan kunnen leven...? In deze zaak werkten ook nog enkele jongens om op te dienen. Het binnenland is spotgoedkoop voor verteer. O, ja, deze zaak was proper... nou, de keuken hebben we niet gezien.  Hopelijk is Erik morgen niet ziek.

De zwelling van m'n voet is zo goed als weg. Het stappen gaat stukken beter. Nu heb ik enkel nog last op de plaats rondom de wonde. Tegen de tijd dat we huiswaarts keren, zal ik terug in m'n schoenen kunnen, denk ik... Oefff!

Vanavond op't strand gaan zitten en nog wat foto's genomen van een prachtige zonsondergang. Erik heeft ondertussen geproefd van de Arabische zee. Warm water met woeste golven. Natuurlijk gingen we ook nog eten. Ik dacht aan yoghurt (curd), maar om dàt als avondeten te vragen in een restaurant, is een beetje genant. Ik zag dat er curd with rice in het menu stond. Dus vroeg ik dat maar, na eerst te hebben geïnformeerd of dat gewoonweg yoghurt met rijst is. Na beaming werd me dat dus opgediend. Er zaten natuurlijk weer allerhande kruiden bij. De yoghurt had een zure smaak (redelijk logisch), té pikant voor mij, én met zoete rozijnen, wat iets teveel variatie in één bord leek. 'k Heb het niet opgegeten, ik kreeg het niet binnen. Het werd dus uiteindelijk een portie gewone yoghurt met een glas thee. Er gaat geen dag voorbij of ik leer nog wel wat...

08-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


07-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zondag, 6 april 2008

Gisteren hadden we ons treinticket naar Mumbai gekocht, voor woensdag 9/4. We zouden om 10u am vertrekken, en om 21.45u aankomen. Een vroegere trein kon niet meer, die is volzet. Uiteindelijk vonden we het toch té riskant. Zelfs met een beetje vertraging zouden we ons erg moeten haasten naar het vliegveld. We weten dat de verkeersellende enorm is in Mumbai, daarom is het gewoonweg te riskant. Van het treinstation naar het internationale vliegveld is een heel eind. Een man in het hotel raadde ons aan, het ticket te annuleren en te ruilen voor eentje een dag vroeger. Ik was er direct voor te vinden. Eigenlijk was dat mijn standpunt van in't begin, maar Erik wilde liever niet meer in Mumbai overnachten. Nou, het maakt niet veel uit.

Vanmorgen stonden we om 8u in het treinstation van Margao. Het lukte, mits lang wachten, een papierwinkeltje én een opslag administratieve rompslomp, die goed meeviel. We zullen hier dus overmorgen, dinsdag vertrekken met de trein van 10u en 's avonds (12u later) in Mumbai arriveren, als alles goed gaat.

Toen we om ongeveer 9u terug in het hotel waren, informeerden we of we nog mee konden met de tourbus, voor een dagje Zuid-Goa. Dat ging waarempel. We waren toerist onder de toeristen. Best leuk. Met een busje vol Indische toeristen, waren wij de enige westerlingen. We bezochten weer een koloniaal huis, maar als museum ingericht. Daar mochten we foto's nemen. Het huis van gisteren was veel mooier, veel beter onderhouden en authentieker, maar zo hadden we een fantastisch vergelijkingspunt, én foto's. Er was ook een bijkomend museum met poppen in de trend van wat we in die etalagekasten zagen bij de Hare Krishna. Trouwens, op ronde punten in de steden en aangelegde stadstuintjes, of zelfs gewoon langs de straat, staan hier in Goa nogal wat van die beelden. Een afbeelding van een priester of een visser of andere arbeiders, heel kleurrijke standbeelden.

Er was ook nog een kruidentuin die niet veel bevatte, en wat flora, vooral bomen. Daarna bezochten we nog 2 grote tempels. Die zijn steeds wel indrukwekkend, maar de tweede ben ik niet meer binnen gegaan. Ik heb genoeg genoten van de buitenkant van het bouwwerk. Erik heeft deze vakantie 2 memokaarten volgemaakt met z'n fotoaparaat, dus heb ik hem mijn kaart geleend. Ik neem dus geen foto's meer, maar als ik echt wat wil, hoef ik het maar te zeggen natuurlijk. Vandaag zijn er trouwens weer heel veel genomen. De sfeer tijdens het rijden was goed. In't begin liep het wat stroefjes, maar na een tijdje komen de meeste mensen wat losser en komen de vragen en antwoorden en vlot het gesprek wel. Uiteindelijk haalt de nieuwsgierigheid het... Zo stond er aan de inkom van het restaurant waar we vanmiddag gingen eten, jasmijn, die bijzonder goed rook. Eerst trok Erik m'n aandacht op de bloempjes, nadat ik al had vastgesteld hoe goed het wel rook. Hij trok een klein bloempje voor me af, dat ik dan weer aan een vrouw liet zien en ruiken, die me in't oog hield. Dat zijn kleine dingen, waarmee je zeer makkelijk het ijs kan doen breken. In korte tijd, stonden we daar met een groep te praten over bloemen, geurtjes, de uitstap op zich en natuurlijk ook over hoe het leven is in ons verre België.

Toen we terugkwamen, deden we het strand nog aan voor een klein uurtje. Het is zondag en er was een massa volk. Er was nog maar net een visserssloep binnen gelopen en dat op zich, trok ook al heel wat mensen, nieuwsgierig naar de buit. We zagen hoeveel moeite het kost zo'n sloep op het droge te trekken en duwen. Men gebruikt de aanrollende golven als duwkracht en houten balken om de sloep op te rollen. Een hele zware karwei, die met een tiental mannen werd geklaard. Er zaten vandaag slangetjes in het water, van ongeveer 30 cm. Nou, misschien zitten die er altijd wel, vandaag zagen we verschillende mensen zo'n slangetje, fier om hun eigen moed, tonen aan hun vrienden en terug het water inwerpen. Toen ik het merkte, keek ik beter uit waar ik m'n voeten zette, want ik heb m'n deel wel gehad...

Voor het avondeten, de goesting begon stilaan terug te komen om te eten, na m'n verteringsprobleem, gingen we naar een typisch Indische woktent. Het is de eerste maal dat ik -wanneer ik er om vraag- écht, pikkantloos eten krijg. Het was superlekker, maar veel te veel. Vader staat in een kleine ronde kiosk (het lijkt een verplaatsbare koker) te wokken. Er is een beschutte eetplaats van golfplaten en planken. Er staat een naar mazoutruikende generator met veel lawaai te draaien, want de electriciteit valt hier in Colva regelmatig (elke avond enkele malen) uit, en dat is dus nu ook zo. Zoontje van max. 9 jaar bedient. Ik zou me er kwaad om moeten maken, maar hier is dat o, zo normaal. Hij is echt een schattig ventje dat m'n hart (en waarschijnlijk dat van vele dames) doet smelten. Ongegeneerd vraagt hij wat je wil drinken en geeft hij uitleg over het menu. Hij onthoudt wat je opgeeft. Noteert niks (kan het misschien niet). Hij kijkt af en toe steels lachend, toch een beetje aarzelend om, wanneer hij een nieuwe kaars wil laten branden of een pepsi uit de koelkast haalt. Hij zingt tijdens het afruimen binnensmonds en wast af. Hij is enorm vurig in z'n job en heeft nauwelijks de tijd even stil te staan of zitten, want de zaak heeft goed te doen. 't Was dan misschien niet de meest hygiënische plaats om te eten (er zaten meisjes die 2 honden bij hadden), de borden werden allemaal in hetzelfde kleine, beetje afwaswater gewassen, maar het heeft me gesmaakt... en Erik beslist ook!

07-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


06-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Maandag, 7 april 2008

Tussendoor genoteerd; Anekdote Mt Abu: We willen eten, nou Erik heeft honger en vooral zin in de plaatselijke dis. We vonden een typisch eethuis (niet moeilijk in Mt Abu, doordat het niet groot is) die ook in de Lonely Planet staat. We nemen er plaats. Er zitten mensen te eten. Een groep mensen, eet met de handen uit een inox schotel. Er staan verschillende kleine kommetjes met allerhande sausen of bereidingen op, en apart een kom rijst. Erik wil zo ook wel wat, maar we hebben er geen idee van, hoe dat wel mag heten. De kelner spreekt geen Engels. We proberen hem duidelijk te maken wat Erik wil, maar de kelner brabbelt wat onverstaanbaars. Tot Erik zegt: 'Plate! We want plate!' De kelner gaat weg en komt weer met zo'n inox schotel, maar wat kleiner... leeg. Hij gaat met z'n hand in z'n broekzak en vist er een lepeltje uit. Naderhand konden we met veel moeite begrijpen, dat we te laat waren voor dit eten, we moesten nog enkele uurtjes wachten voor dit terug zou worden opgediend. Een behulpzame kassier, kon ons dit met veel omhaal aan ons westers verstand brengen. En, nu weten we ondertussen dat zo'n 'plate' thali heet...

Vandaag willen we het rustig aan doen. We zullen morgen de hele dag reizen. Raar hoor, je doet niks in zo'n trein, maar wordt er wel moe van. Langs de andere kant, hopen we nog wat van prachtige landschappen te kunnen genieten. We shall see. Maar vandaag, rustig aan dus. We maakten een flinke wandeling en waren eigenlijk te lang onderweg. De zon brandde al veel te hard, toen we eindelijk terug kwamen. De wandeling was ‘zaaaaa-lig’. Prachtige planten en bloemen hebben de mensen in hun tuinen staan. Er wordt ijverig gebouwd. Als we hier binnen 10 jaar zouden kunnen terug komen, zouden we waarschijnlijk versteld staan van de vele huizen, die erbij gekomen zijn. Hier gaat de boel vol komen te staan. Vakantiehuizen en hotels of guesthouses. Men is al aardig op weg, spijtig genoeg. De natuur zal lijden onder de bloeiende economie der toerisme in dit gedeelte van India. Tenzij de regering nog wat onderneemt. Buitenlanders mogen ondertussen geen grond meer kopen. Een tijd terug kwamen hier vele Russen grond kopen. Nu gebruikt men achterpoortjes. Buitenlanders kopen op naam van iemand, woonachtig in Goa en de boel wordt onderling geregeld.

Terug naar onze wandeling. We fotografeerden –eindelijk- een varken langs de weg. Want die zijn er heus. We zagen een valk of condor. Prachtig maar weeral van kleuren, alhoewel niet kleurrijk, en groots in z'n vlucht. De kingfisher, blauw of groen, ze vliegen hier met hopen. Het is zalig naar al die fluitend-in-verschillendetoonaarden vogels te luisteren. We moeten goed luisteren, want dàt zullen we heel lang niet meer zo mooi horen. Honden zie je veel in India, maar katten zien we tot hiertoe enkel in Goa. Niet in grote getale, maar ze zijn er.

M'n voet speelde me weer wat parten. Het moest rustig aan. We zijn teruggekeerd langs de kortste weg, langs het strand. Af en toe pootje badend in de gezwollen zee. Het was ondertussen flink heet geworden. We hadden ons niet ingesmeerd, omdat het de bedoeling was eerder terug te zijn. Het resultaat is natuurlijk dat ik me de laatste dag aan zee heb laten zonverbranden. Dom, dom, dom. Maar, het valt nog mee. Er lopen hier mensen rond die er echt niet uitzien, zo door en door verbrand. Mits een degelijke huidverzorging, komt het bij mij dik in orde... oef!

De namiddag is eentje van rust, gekoeld internetcafé, koffietje drinken en heel rustig inpakken. Natuurlijk ook nog wat op het terrasje van onze cottage zitten en genieten van alle beweging en geluiden. De Indische, of beter 'Goa'zeemeeuw: Wij kennen ze wel, de meeuwen. Grote lawaaimakers, vooral in de buurt van water te vinden. Wit met soms een vage vlek. Altijd ijverig in de weer om een hapje lekkers te bemachtigen, agressie is toegelaten. In Goa aan zee, zien we ze met hopen. Alleen, lijken ze heel erg op onze kraaien. Ze zijn zwart, hebben ongeveer dezelfde grootte en bouw, maar van hun nek tot bijna aan de snavel zijn ze bruin. Met hopen vinden we ze in de palmbomen aan het strand. Het is aan te raden, nooit of te nimmer onder zo'n boom plaats te nemen om rustig wat te verteren, want zo'n vogel is heel vrijgevig, en je krijgt gegarandeerd de nodige portie poep over je heen.

06-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


05-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Dinsdag, 8 april 2008

Een uur te vroeg uit bed. 'k Zal 't nog niet snel afleren. We zijn dus te vroeg voor het ontbijt en merken zo dat de jongens-kelners op de tafels slapen. Nu kan ik flauw gaan doen en over hygiëne gaan lullen ('k zou wel gelijk hebben) maar dàt vind ik eigenlijk niet erg, vergeleken met het feit dat die kerels om 7u 's morgens beginnen, en werken tot sluitingstijd. 'k Heb het niet weten sluiten, dus dat zal wel laat genoeg zijn. En dan hebben die gastjes nog geen bed om in te slapen.

Zo gauw de mannen alles hebben klaargezet, moeten we ontbijten om tijdig te kunnen vertrekken naar Margao. Ze wassen aan een lavabo in de zaak hun gezicht (net als in de film). Ze dienen opgemonterd, ons een fijne dag toewensend, ons ontbijt op. Daarna maken we ons klaar en nemen de taxi. De trein... de trein? Ik hou m'n hart maar al vast voor de toestand waarin ie kan verkeren. We hebben een ticket 'AC' (air conditioning). En... ik sta paf! 't Is hier gedorie proper... heel proper. We hebben alle tijd om ons te installeren en zitten rustig te wachten op het vertrek, met een luxegevoel. Dàt doen we punctueel juist op tijd.

Ik word het maar niet gewend. We rijden door de jungle. Ik kan me makkelijk inbeelden dat vertragingen hier normaal zijn. Restanten van eerdere onweders, zoals hier en daar een reus van een afgeknakte boom, tot haast tegen de rails, wijzen er op, dat de machinist maar beter uit z'n ogen kan kijken. Dit lijkt zo onwezenlijk. Ik doe dit niet echt, ik zit in een droom of een fantasie. Ik kijk of zit mee in een documentaire. Het prachtige groene Goa groet me. Hoe krachtig de schoonheid van de natuur kan inspelen op het gemoed, voel ik nog maar eens aan den lijve. Plots houdt het heel even op, dan heeft de natuur moeten wijken voor de mens z'n bouwwoede, een werf, een dorp, een station. Maar dat duurt niet lang. Al snel komen doornstruiken, palmen allerhande en kleurrijke bloemen zich ongenaakbaar tonen aan hen die 'zien'. De jungle verandert in moerassen met vele vogels (steltlopers), naar mangroves. Dan weer een akker en een weiland met grazers, met her en der weer grote waterplassen.

Wanneer we halt houden in Karmali, probeert Erik een ruit te poetsen, maar het lukt niet. Het is dubbel glas en het vocht zit in de binnenkant. Ik ga op aanraden van Erik naar het toilet van de 1ste klasse. Daar is zelfs toiletpapier... wauw... Het is voor mij de eerste maal dat ik op de trein naar toilet ga, want da's niet mijn ding. Ook niet in België, maar ja... 12u is zowiezo slecht om op te houden, dus doe ik zulks liever nu, wanneer we nog niet te lang aan't rijden zijn.

De natuur wijzigt. Minder palmbomen, rode grond, meer loofbomen, zelfs een soort cypressen denk ik. We houden nogal lang halt in Saevantwadi Rd. Er stappen mensen op. Ze zoeken naar hun zitplaatsen. Deze plaatsen zijn altijd genummerd. Aan de buitenkant van onze wagon hangt de lijst met namen en zitplaatsen. Geen discusie nodig op deze manier. 't Is misschien doemdenken, maar wanneer een zwaar ongeluk gebeurt, vergemakkelijkt dat eventuele identificatie... Heel efficiënte papierwinkel heeft men in India.

12u rijden is toch veel gezegd, daar we na 3u reizen al verschillende malen, lang (+/- 30 min. of lijkt het meer?) halt houden aan een station. Natuurlijk gaat veiligheid voor, als eerst een andere trein een wissel of 't zelfde spoor moet overrijden. Klagen mogen we zeker niet. Buiten is het snikheet, wij zitten in een gekoelde wagon met een kussen in de rug. Waarom zouden we klagen? Lunch is ondertussen besteld. Die zal men straks ook wel brengen.

In het plaatske Sindhudurg staan we toch héél lang stil. Bijna een uur. Na te hebben genoten van een lekkere lunch, (weer eens een portie die ik niet op kreeg) verschoven we het genot weer naar het visuele. We kwamen voorbij leem- en strodorpen. Kleuren, zo zacht welkom roepend, dat je zou willen dat de trein ook hier een uur zou halte houden. De grond wordt ondertussen dor, maar de bomen kleuren het geheel groen bij. Rondom zien we een bergketen. Aan de lucht verschijnt hier en daar een mooi wit wolkje om het eentonige, heldere blauw te breken. Ook een grote, uitgedroogde rotsachtige rivierbedding doet onze ogen open gaan van verbijstering voor de schoonheid van het woeste.

Na 5u rijden, profiteren we van de lakentjes die we kregen en vleien ons effe neer op propere sneeuwwitte lakens met kussen en dekentje. Alhoewel we dat laatste eerder mee gebruiken als kussen, want kou hebben we zeker niet. Slapen doe ik echter niet. Ik wil niks missen. Spijtig genoeg rijden we door nogal wat tunnels. We rijden door berg en dal. Telkens we weer een tunnel buiten rijden, is het ook weer volop genieten van de afwisselend groene en dorre valleien met prachtige tot halfdode bomen, met rotsbodem, met z'n vogels die m'n ogen met moeite kunnen volgen.

Wanneer we halt houden in Ratnagiri, schrik ik helemaal niet meer op van vee dat over het spoor loopt, op zoek naar wat graaslekker. Het landschap krijgt af en toe jungleboeknormen. Idyllisch mooi, verhaaltjesparadijs. We zien de tijger, beer en apen niet. De mensen die we zien, komen, vrees ik voor hen, ook niet uit een sprookje. Alhoewel de vrouwen, kleurrijk gekleed, inox-kannen met water op hun hoofd dragen.

Men heeft akkers op plateau'tjes aangelegd. Dat zal wellicht makkelijker bewerkbaar zijn, dan schuin omhooghellende vlakten. Misschien is het ook een manier om bij zware regenval, aardverschuivingen tegen te gaan... Toch vallen tegen wil en dank die ogen eventjes toe. Gelukkig niet te lang. We passeren hele kleine dorpjes. Ik denk terug aan de speelgoedboerderij van m'n kinderen, toen ze klein waren. Minikoetjes en kalfjes en ander minivee. Hier zijn er ook nog miniwaterputjes en minihooibergjes en uiteraard minimensjes. Erg irreëel, nu zeker, onder de gouden stralen van de ondergaande zon. Ondertussen arriveren we in Khed, waar we niet lang blijven staan. Nee, de lange haltes zijn al een tijd voorbij, we moeten tijd winnen. De hele dag door, lopen verkopers rond in de trein. De ene verkoopt tsjai, de andere coffea nes, of samosa of cold drinks, tomato soup, cashew nuts, sandwiches. Nee, als je geld bij hebt (het is echter niet duur, zeker niet voor ons) sterf je heel zeker niet van honger of dorst.

Ik doe m'n best om nog zoveel mogelijk te zien. De zon is onder. Ik zie de weerkaatsing van haar stralen tegen een witte stapel wolken, wat die haast doet fluorisceren in de nog mooie blauwe lucht. Weer een tunnel ontneemt me het daglicht. Wat is het leven hard, de dag doorbrengend in de trein... De tunnel is lang. Ik vraag me stil af of ik me niet vergis. Misschien doken we wel gewoon de stikzwarte nacht in. Maar, nee hoor. Wanneer we buiten komen, zie ik weer een vlakte, omringd met bomen en bergen, schemeren. Het wordt stilaan te donker. Ik leg me nog even en sluit m'n ogen. Het is een lange reis.

We hebben veel vertraging opgelopen, wanneer we Mumbai naderen met z'n voorsteden. We passeren heel wat stations, maar gelukkig maar, stoppen we niet overal. Wanneer we eindelijk uitstappen is het haast 23.30u. Nu nog een hotel gezocht. Erik had enkele tel.nrs en probeerde te bellen vanuit het station, om te vragen of er kamers vrij waren. Dat lukte echter niet. In de reisgids van Mumbai stonden blijkbaar verkeerde nrs. Na wat heen en weer geloop (en in de duistere nacht nog een vette rat het hazenpad weten kiezen, zich een weg banend tussen slapende mensen, hele gezinnen, slapend op straat) en gerij, vonden we nog een kamer met gemeenschappelijke badkamer in het 'Welcome' hotel. Na een verfrissende douche, val ik prompt in een diepe slaap. Het loopt ondertusen tegen 1.30u.

05-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  




Foto

Het Isckon guesthouse in Mumbay

Inhoud blog
  • laatste dag
  • into the mountains
  • hot hot hot
  • chiang mai
  • hong island
  • krabi
  • Berlijn 2013
  • arizona 2013
  • New York 2012


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per week
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 29/10-04/11 2012
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 26/09-02/10 2005

    Blog als favoriet !

    Mijn favorieten
  • Mieke Mots ludieke bedenkingen, en toestanden,


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs