Dag 35 Harrislee - Rødekro (DENEMARKEN) 36 km (totaal 999 km)
Al snel ben ik aan de Deense grens. Het eerste dorp is Bov. Het wordt donker en het bliksemt en dondert. Een verschrikkelijk onweer. Als ik wat schuil komt een man zijn huis uit en roept me binnen. De man, Lorenz Bo Iversen, werkte vroeger in het bosbeheer maar is nu op pensioen. Hij zet me een tas hete thee en we zitten wat te vertellen. Hij zet me daarna op de juiste weg want ik had een verkeerde straat genomen. Het onweer is voorbij. De Ossenweg is een breed zandpad met fijne kiezel. De plaatsen waar vroeger de runderen konden drinken of verzameld werden om te rusten zijn nog goed zichtbaar. Een steen met runentekens verwijst naar de tijd van de Vikingen.
Ik verblijf in een herberg langs de Ossenweg. Ze zijn nog niet open voor het seizoen maar ik mag er slapen (Immervad). Een omgebouwde stal met stapelbedden. De vensters sluiten niet of zijn stuk. Het is er ijskoud. Hete thee, thermisch ondergoed en een stapel dekens helpen enorm. Een warme douche, nog wat eten en in bed.
Bijlagen: Lorenz Bo Iversen, water op de weg, 2x Immervad
Dag 34 Flensburg - Harrislee 14 km (totaal 963 km)
Vandaag was het een rustige dag. Ik wou nog in Duitsland overnachten en veel klederen wassen. Dus kalm aan. De zon schijnt. Terug naar de binnenstad van Flensburg. In het havengebied komt nog een enkeling uit de kroeg. Ik zie affiches van de komende feestdagen. Naast de grote bootshow zijn er van 10 tot 13 mei zeilwedstrijden, de Rumregatta. De winkelstraat ligt er verlaten bij. Nog enkele lege bierflessen die achtergebleven zijn van het Folkfestival dat gisteren met een optreden in de St Marienkirche werd afgesloten. Ook vindt men verspreid in de stad 3 stoelen die bij elkaat staan met erop "Moin - Moin". Moin-Moin is een gebruikelijke begroeting. De stoelen zijn een uitnodiging om elkaar te ontmoeten. Op het einde van de winkelstraat kom ik aan de oude stadspoort. Nu ben ik in de Neustadt. De weg klimt langzaam. Aan de St Petri Kirche hoor ik orgelmuziek. Ik stap binnen en moet de trap op. Nog één hoger en nog één. Als ik de deur open sta ik bij het orgel waarop een vrouw aan het spelen is. De kerk gaat pas open voor de mis van 10u. Ik ga geen uur wachten. Nu nog een steile klim en dan opnieuw naar beneden. Door de wijken tot in Harrislee. Dit is een ander gedeelte van Flensburg. Als ik een supermarkt binnen ga merk ik dat alles geprijsd is in Deense Kronen. Ook buiten zie ik verwijzingen naar Denemarken: de Deense school, de Dansk Kirke. Het is natuurlijk ook maar enkele kilometer van Denemarken. Ik zoek mijn slaapplaats op en was mijn klederen. Morgen naar Denemarken. Gedaan met de euro. Gisterenavond de rugzak nog eens volledig leeggemaakt en alles wat niet meer nodig is weggegooid. Morgen eerst boodschappen doen in Duitsland want Denemarken zal wellicht duurder zijn.
Dag 33 Süderschmedeby - Flensburg 22 km (totaal 949 km)
Om 8u30 op stap. Tussen de huizen tot aan het woud en dan is het vooral klimmen. Dit zijn de Froruper Berge. Het begint te regenen. Snel de poncho aan. Maar ik loop nog een heel eind tussen de bomen en dat valt mee. Voorbij het kerkje van Oeversee. Het is gesloten. Intussen kan de poncho terug uit en ben ik aan de Sankelmarkersee, een groot meer. Hier splitst de weg. Ik ga rechts, want op de kaart heb ik gezien dat de linkse weg langs de spoorweg loopt. In het Arnkiel-Park stop ik om te eten. Nog even tussen de velden en ik kom tussen de huizen. Nog een veldweg en ik ben in Flensburg. Eerst naar de toeristische dienst, want die sluit om 14u. Hier vind ik een boekje met meer informatie over de Ossenweg tot in Vejen. In de winkelstraat is het druk, het is marktdag en de politiekers delen papieren en stylo's uit. Op 6 mei is het kiezing. Ik heb meer interesse voor de stylo dan voor hun goede voornemens. Naar de kerk op zoek naar een stempel. Geen enkele is open. Dan maar naar de haven. Flensburg ligt aan een inham aan de Oostzee. Er ligt een Iers cruiseschip en in de jachthaven is men vollop aan het schildeten en poetsen, want er is dit weekend bootshow. Al verscheidene jachten liggen aangemeerd en ook enkele grotere zeilboten. In het oude havenkwartier zijn de kleine vissershuisjes behouden, maar zijn nu winkels of restaurants. Nog om een koffie en wat rusten. Ik mag toch maar om 17u binnen op mijn slaapplaats. Als ik doorga en de weg vraag blijkt dat het nog 2 km is. Maar die kunnen er nog wel bij.
Dag 32 Schleswig - Süderschmedeby 28 km (totaal 927 km)
Deze morgen zat ik aan het ontbijt met Henk, een Nederlander, die in Assen vertrokken is voor een tocht per fiets naar Skagen. Hij blijft nog wat maar ik vertrek. De zon is er al. Op een groot plein staat de kermis, deze begint vanavond. Voorbij het zwembad en de industriezone en het asfalt maakt plaats voor een brede zandweg door het woud van Idstedt. Het is mooi wandelen en de aanduidingen zijn aanwezig. Maar men moet wel kiezen welke men volgt: de pelgrimsweg (Via Jutlandica), de Ossenweg voor fietsers of de Ossenweg voor stappers. Ik kies natuurlijk voor de laatste. Soms komen de wegen wel terug bij elkaar. Het gaat langs kleine gehuchten met slechts enkele huizen, geen winkels of herbergen. Maar er zijn schuilhutten en banken en tafels genoeg en eten en drinken heb ik bij. Op sommige plaatsen staan ook borden met informatie over de Ossenweg. Buiten enkelen die hun hond aan het uitlaten zijn kom ik niemand tegen. Een schuilhut wordt mijn plaats om wat te rusten en te eten. In Sieverstedt loopt de route langs het kerkhof en het mooie kerkje. Ze is evenwel gesloten. Maar, zoals op de meeste kerkhoven is er een wc en kan ik aan fris water geraken. Of dit stadswater is betwijfel ik wat als ik de kraan openzet hoor ik de pomp aanslaan. Maar het is fris en zal wel drinkbaar zijn. Nog enkele wegen in asfalt en ik ben in Süderschmedeby. Dat klinkt toch al Deens. Nog een goede 30 km en ik ben in Denemarken.
Dag 31 Rendsburg - Schleswig 32 km (totaal 899 km)
De vermoeidheid is uit de benen. Het is droog, ik kan beginnen. Na een klein eindje door de stad gaat het snel het veld in. Onderweg kom ik de eerste maal een aanduiding tegen van de Ossenweg voor wandelaars. Deze loopt hier anders dan de fietsweg. Door een landweg, die door de regen van de voorbije dagen herschapen is in modderpad met diepe plassen. Zo moet de Ossenweg er vroeger zeker uitgezien hebben. Langs een smal pad loop ik langs de weiden. Het is nog rustig en dan zijn de reeën nog goed te zien. Ze kijken nog niet eens op. Door het bos en door de velden. Een heel eind loop ik naast de spoorweg en dan opnieuw het veld in. De regen heeft op sommige plaatsen ook de velden onder water gezet. In Kropp vind ik plaatsje om wat te eten en te rusten. Nog 13 km naar Schleswig zie ik staan. Het is nog maar 11u. Ik stap verder. Nu volg ik de fietsroute. In de verte zie ik torens van een kerk. Dat moet de Dom van Schleswig zijn. Ik ga de brug over en aan het begin van de straat, de Ossenweg, staat een mooi beeld van de 2 hoorns van de os.
Schleswig ligt aan de Schlei en Staat zo in verbinding met de Oostzee. Ik had verwacht dat de stad groter zou zijn, maar dat valt wat tegen. Snel ben ik aan de Dom, om een stempel en dan eens rondkijken in de St. Petri-Dom. Vooraan is het marmeren praalgraf van Koning Frederik I van Denemarken (1471 - 1533).
Nog eens tot aan de haven, Maar een koude wind brengt mij hier snel op andere gedachten. Een warme koffie, ergens in de enige winkelstraat, is een beter idee.
Ik heb voorlopig de stad gezien en ga naar de toeristische dienst, daar kunnen ze mij waarschijnlijk wel helpen aan een slaapplaats en aan wat meer info van de Ossenweg.
Bijlagen:
Aanduiding voor voetgangers
De "ECHTE" Ossenweg
Beeld van de Ossenweg
Marmeren praalgraf Frederik I van Denemarken
Vikingtoren aan de Schlei in Schleswig, 86m hoog - goede koffie
Men brengt mij ongeveer naar de plaats waar ik gisteren gestopt ben.
De Ossenweg kronkelt opnieuw tussen de landerijen, maar ik heb er weinig oog voor want het regent. Ik ben snel tussen de huizen en zie het bordje met Rendsburg op. Nog door de voetgangerstunnel en ik ben aan mijn slaapplaats.
Rendsburg ligt aan het kanaal dat de Noordzee, via de Elbe in Brunsbuttel, verbindt met Kiel aan de Oostzee. De rugzak achterlaten en eerst naar de oude binnenstad want het is opgehouden met regenen. Om een stempel en info van de Ossenweg. Hieraan kunnen ze me niet helpen. Nog eens tot aan de hoge spoorwegbrug over het kanaal en terug naar mijn kamer. De was van gisteren moet nog gebeuren en toch maar wat rusten. De kilometers van gisteren zitten nog in de benen. Vanavond was ik uitgenodigd op een "Badischer Abend" bij een groep mensen van VEGJDeV die een "Arbeitstagung" (werkvergadering) hadden met als onderwerp trauma. Op de menu stonden flammkuchen en als nagerecht tiramisu met "Weißwein".
Dag 29 Itzehoe - Nindorf 37 km (totaal 848 km) Start Hærvejen
De torenklok slaat 3u en ik ben wakker. Slapen is er niet meer bij en ik sta op. Mij klaarmaken en alles inpakken. Ik heb tijd om nog rustig te ontbijten. De reinigingswagen rijdt de straat in en bij de bakker rechtover gaat het licht aan. De eerste mensen lopen snel vorbij naar hun werk. Ik ga ook eens buiten, het is koud en het regent. Het wordt licht en ik vertrek. De eerste meters vallen tegen. De wind blaast recht in mijn gezicht. Een smal pad langs de rand van een vijver en iets verder het woud in. De eerste aanduidingen van de Ossenweg verschijnen. Maar ook de via Jutlandica is nog aangeduid. De Ossenweg is hier een brede landweg. In Peissen aan een schuilhut staat een hele uitleg van het verloop van de weg De weg kronkelt tussen de velden. Hier en daar nog een grote boerderij en een paar huizen meer kom ik niet tegen. Langs de Bundesbahn bereik ik Hohenwestedt. De kerk is dicht. De pastoor is niet thuis. Een dame wijst me waar de 2de pastoor woont, maar ook daar sta ik voor een gesloten deur. Dan maar naar het gemeentehuis. De mevrouw van de dienst burgerzaken geeft mij een stempel. Toerist info dat doet zij ook. Er zijn geen slaapplaatsen voor pelgrims. Er is maar 1 hotel en dat is vandaag dicht. Dan maar eerst wat eten. Een oudere man komt naast me zitten en vertelt dat hij ook graag wandelde maar nu is hij te oud. Ik vertel hem dat het enige hotel gesloten is en dat ik nog niet weet waar ik ga slapen. We nemen afscheid en ik ga verder. In Nindorf word ik opgebeld van het hotel. Ze hadden gisteren wel mijn nummer gezien maar vonden het niet de moeite om mij op te bellen, maar er was iemand langsgekomen die vertelde wie ik was - de Belg. Ik kon er komen slapen en uiteindelijk werd ik zelfs opgehaald. Morgen brengt men mij terug naar hier. Toch een slaapplaats en al wat kilometers minder voor morgen.
Dag 28 Glückstadt - Itzehoe 29 km (totaal 811 km)
Het ontbijt stond klaar: 2 broodjes, 1 sneetje kaas, 3 sneetjes salami, boter en de koffie. Hiermee kan men geen 30 km stappen, maar de bistro aan de fabriek is open. Er zitten er hier al verscheidene te ontbijten. Ik doe dat ook nog eens. De warme koffie smaakt, want er is een koude wind. Een groot verschil met gisteren. Ook vandaag volg ik niet volledig de fietsroute. Met mijn kaart kan ik toch enkele (omwegen) weglaten. Het is wel mooi wandelen maar de wind maakt het toch lastig en ik krijg kou. Nog de rivier, Stör, over en ik ben in het centrum. Aan de St. Laurentiuskerk is het bureel van de kerkgemeenschap. Snel binnen en juist op tijd want de dame wil afsluiten. Nee er is geen mogelijkheid om te overnachten, want morgenochtend komt een groep ontbijten. Maar als ik beloof om om 6u al weg te zijn mag ik toch blijven. De zaal is naast het bureel. Er is een keuken en wc en dat is het. Vanuit de zaal kijk ik in de winkelstraat. Eerst nog naar de toeristische dienst want ik heb informatie nodig over de Ossenweg. Vanaf morgen ga ik die volgen. Nog iets halen voor vanavond en vroeg in bed want het zal vroeg dag zijn. Maar eerst nog mijn bed opmaken. De luchtmatras op de grond en de slaapzak erop. Maar dat voelt iets te hard. Ik weet iets beter. De zittingen van de stoelen zijn tamelijk dik. Ik schuif de stoelen tegen elkaar en daar de luchtmatras op. Dat is zachter en ik lig van de grond. Wel moet ik stil liggen anders schuiven de stoelen uit elkaar. Maar dat lukt wel.
Het eerste stuk van de weg is te vergelijken met de vorige dagen. Maar van in Dochtersen loop ik langs het fietspad naast de autoweg. Hier is het de fruitstreek, boomgaarden van appels, peren en pruimen. In Wischafen zie ik een bordje "hafen". Dat maar volgen en zo kom ik aan hun eerste haven, aangelegd in 1700. Voorbij het scheepvaartmuseum en dan langs de "Fahrestraat". Maar dat blijkt ook als iets van vroeger te zijn. Derde keer goede keer. Er rijden mij veel mobilhomes en motorrijders voorbij en er staat een lange file te wachten. Maar om de 25 minuten is er een veerboot. En fietsers en voetgangers kunnen altijd mee. Voor 2 Euro kan ik mee. De overtocht verloopt in een S-baan om de zandbanken te vermijden. Na 25 minuten sta ik terug op het vaste land. Nog 2,8 km langs de dijk, tussen de schapen en ik ben in het centrum. Glückstadt dankt zijn naam aan zijn stichter, de deense koning Christian IV die zei: dat schall glucken, dat mutt glucken und dann schall se ook Glückstadt heeten. Maar nu toch eerst het streekprodukt eten: maatjes met gebakken aardappelen.
Bijlagen: 2x maatjes in Glückstadt, voor mijn verblijf
Om 6u de deur van de kerk achter mij dichtgetrokken. De bakker in het dorp is al open van 5u30 en ik kan er ontbijten. Dan het dorp door en verder tussen de velden over een landweg. De opkomende zon geeft een mooi beeld van de laaghangende nevel. De weg gaat verder door een groot woud. Buiten de vogels is er niets te horen en ik houd mij ook stil zo laat ik de reeën niet schrikken. Ze blijven wel op een veilige afstand en houden mij in de gaten. Om 8u45 ben ik al in Dollern. De grote winkels beginnen te openen. Toevallig is er ook een Intersport. Hier moet ik zijn, want gisteren bij het oversteken is mijn stappenteller gevallen en is er nog een vrachtwagen overgereden. Ik moet dus om een nieuwe. De winkel gaat maar om 9u30 open maar de verkoper laat mij toch binnen. Wel moet ik uitleggen waar ik mee bezig ben en intussen staat bijna alle personeel te luisteren. Nu nog een eind over het asfaltpad langs de spoorweg tot in Stade. Stade is een Hanzestad aan de Schwinge, een zijrivier van de Elbe. De stad is jaren bezet geweest van de Zweden en heeft vooral geld verdiend door het heffen van tolgelden op goederen die van en naar Scandinavië kwamen en gingen. En ook met het heffen van tol op de opslag van deze goederen. Het oude stadsdeel met zijn nauwe straatjes wordt nu onder de voet gelopen door de toeristen. De terrassen zitten vol. Ik ga eerst naar de Evangelische Kerk om een stempel. Er begint juist een orgelconcert. Ik blijf luisteren en intussen wat uitrusten. Ik kan pas om 16u naar mijn slaapplaats dus eerst nog wat rondkijken. Van de dame van het museum mag ik mijn rugzak daar achterlaten terwijl ik de stad bezoek. Ik wandel even rond, maar het is te druk om foto's te nemen, dat zal ik vanavond doen.
Bijlagen: de oude haven in Stade, replica van havenkraan in Stade
Mijn Ivoriaanse buren hadden gisterenavond veel dorst en dat duurde tot 2u.
Toen ik om 6u vertrok was daar nog alles stil. Eerst een mooie weg door het woud. Daarna vooral asfalt. Wel rustig. Aan de lange Napoleonweg leek geen einde te komen. Een kaarsrechte weg waar de Romeinen ook al gebruik van maakten. Een zeer grote steen in Ottendorf doet herinneren aan de vluchtelingen van WO II. Door de kleine gehuchten met de mooie vakwerkhuizen met de rieten daken. Ik kom in Harsefeld. Een stralende zon hier.
In de Evangelische Kerk is men alles aan het klaarmaken voor een feest. Ik krijg een fris glas water. Van de 11de tot de 13de eeuw was dit hier ook een belangrijk bedevaartsoord naar de graven van Hendrik II en zijn vrouw Mechtild. Mijn slaapplaats is naast de Katholieke Kerk. Deze is buiten gebruik en binnen is het lekker fris. De sacristie is omgebouwd als pelgrimsverblijf.
Bijlagen: door het bos, veengebied, mooie spreuk aan gedenkteken vluchtelingen
Om 6u op stap. De zon komt op en het is nog overal stil. Het dorp uit en dan langs de fietsroute. Niet over asfalt maar bospaden. Een klein gehucht door en dan door een groot veengebied. Links en rechts moeras naast de smalle wegel die overgaat in een landweg. Nog veel slijk. Hier en daar opnieuw een ree. Geen mens gezien de voorbije 15 km. Eindelijk een wegwijzer: Oldendorf. Een man is in de tuin aan het werken en komt af. Als hij hoort dat ik van Brugge ben zegt hij: "Spreek maar Nederlands, ik ben van Breda en ben in 1967 naar hier gekomen naar de Seedorfkazerne". Deze ligt langs de andere kant van Zeven maar is nu opnieuw een Duitse kazerne. Nog 5 km en ik ben in Zeven.
Het is bloedheet. Snel in de Evangelische Christus Koning Kerk. Vlakbij heb ik een slaapplaats in de vergaderruimte. Mijn buren zijn 7 asielzoekers uit Ivoorkust. De stad in en eten halen voor 's avonds. Een mooie stad. In de Lutherse Sint-Vituskerk nog om een stempel geweest en het museum van het vroegere klooster bezocht. In de zon nog een temperatuur van 25°C. Onderweg veel bedrijfjes gezien die gesloten zijn. Op een terras ontmoette ik nog een vroegere Belg die hier ook in de kazerne is geweest. Hij vertelde dat de kleine handelaars veel verloren hebben nu er geen buitenlandse soldaten meer zijn. De pelgrimsverblijven zijn hier goed georganiseerd door de Evangelische Kerkgemeenschap maar naast de moderne gebouwen met goed uitgeruste keukens zijn er geen douches. Ook matrassen en bedlinnen zijn niet voorhanden. Maar hier is men vriendelijk en dat maakt veel goed.
Na 10 km uit de stad. In Borgfeld de rivier Wümme over en dan langs de Monchenweg. Het is vooral een fietsroute. Links en rechts zijn er nog wat zijtakken van de Wümme. Een moerasgebied. Dit gaat over naar velden met nu en dan enkele reeën die verschrikt opkijken en wegrennen.
In Otterstedt aan de kerk begrijp ik plots de naam als ik een beeld van de otters zie. Er is maar één winkel die al van 1884 in dezelfde familie is. In de winkel is bijna alles te verkrijgen. Als ik naar een slaapplaats vraag belt de dame onmiddellijk naar een pension in de buurt. Terwijl ik wat moet wachten mag ik in de tuin zitten en brengt ze water en een appel. Een mevrouw komt me ophalen. Maar als ze ziet dat ik pelgrim ben zegt ze dat er een huis van de kerk ter beschikking is, juist voorbij de tuin van de pastoor. Daar mag ik vanavond logeren. Eerst nog wat van de zon genieten.
Bijlagen: beeld in Borgfeld, de otters van Otterstedt
Om 6u30 vertrokken. De sleutel op tafel en de deur achter mij dicht. Het is al licht en de zon komt er door. Over de tocht is weinig te vertellen. Een mooi wandelpad en al snel aan de Weser en dan is Bremen niet meer veraf. De toeristische dienst in het hoofdbahnhof zijn kortaf als ik een "goedkope" kamer van 60 Euro niet wil. Ze tekent een cirkel op het stadsplan en ik moet daar dan maar wat zoeken. OK het is tegen het station rond de dancings en de gokkantoren maar ik vind het hotel voor de "rugzaktoeristen". Een kamer op de 3de verdieping. Geen lift en ik zie ook geen noodtrap of brandbeveiliging. Maar ja er zal niets gebeuren. Nu ik hier al ben wil ik nog een snel bezoek aan de stad brengen. Het oude stadsgedeelte ligt slechts 300 m van mijn kamer. Eerst naar de St. Petrus dom. Een stempel en mevrouw geeft mij nog een brochure van de Monchsweg, dat is nu net de weg die ik de komende dagen ga volgen. Dan naar Schnoor, het oudste stadsdeel van Bremen met de nauwe straatjes en de kleine huisjes. Nu op weg naar de markt met het Radhaus met ervoor een beeld van Roland van 5,5 m, het symbool van Recht en Vrijheid en natuurlijk aan de achterzijde van het Radhaus het beeld van de 4 Bremer Stadtmusikanten (uit het sprookje van de gebr Grimm). En ik heb om 18u nog de mogelijkheid om aan te sluiten bij een groep Engelsen en Oostenrijkers die brouwerij Beck's bezoeken (De brouwerij behoort nu ook tot de groep AB Inbev). En nadien snel naar mijn kamer want ik moet nog uitzoeken hoe ik morgen verder moet.
Om 7u zit ik samen met de gastvrouw aan het ontbijt. Ze vertelt van haar vakanties in Zeeland, van de ballonvlucht boven Cappadocië en nog zoveel meer. Maar ik moet vertrekken. Nog een foto en het gastenboek invullen en ik ben weg. De zon schijnt en het eerste gedeelte volg ik de asfaltweg. Geen omwegen, volgens mijn boek is er toch niets speciaals. Zo ben ik na iets meer dan 2u al 11 km verder, in Harpstedt. De stempel is te vinden onder de trap van de pastorie. En er staat vermeld dat er niet moet aangebeld worden als het niet dringend is, want Mr Pastoor heeft nog werk te doen. Maar OK ik zet de stempel wel zelf. Iets buiten het dorp is een station. Het is nu in privégebruik van de Delmenhorst-Harpstedter-Eisenbahnfreunde. In de zomer rijden ze hier op de Kleinbahn Jan Harpstedt. De trein staat nu op een zijspoor terwijl ze nieuwe sporen leggen. De weg loopt verder door het bos. Een beetje schaduw kan geen kwaad. Het is warm. Buiten enkele restaurants en de mooie landhuizen is er niets dan bos. En in de open velden lopen de reeën. Dan toch huizen. Ik ben in Barrien. Maar ik heb al vele telefoons gepleegd en nergens is er een slaapplaats. Iemand raadt mij aan naar Syke te gaan. Dat is de hoofdplaats. Dit is maar een gehucht. Hier lukt het wel in een klein pension. Zo werden de voorziene 28 km er toch 31. De pensionuitbater is vriendelijk: morgen moet ik voor 8u weg zijn en er is geen ontbijt want het is zijn sluitingsdag. Maar dat hoor ik al niet meer. Ik wil douchen en eten heb ik bij.
Dag 20 Visbek - Wildeshausen 19 km (totaal 581 km)
Het regent. Mevrouw stelt voor om nog een dag te blijven. Dat is geen optie.
De poncho aan en weg. De weg is afwisselend asfalt en zand, of beter slijk want het blijft regenen. In het landschap zijn nog verschillende gaswinningen in bedrijf. Dat deze omgeving lang geleden al bewoond was is te zien aan de grote megalitische graven (men schat ze 3000 v.Chr.). Eindelijk in Wildeshausen.
De zon komt erdoor. Ooit was dit een stad en één van de belangrijkste plaatsen langs de "Vlamsche Strat", de handelsweg van Nederland naar Scandinavië. Het verloor in 1529 zijn stadsrechten. Sedert 1977 is het een erkent kuuroord met de mogelijkheid voor een kneippkuur. Eerst om de stempel in de Katholieke Kerk en dan naar de Lutherse Kerk. In het pension krijg ik nog een bord soep met ei erin. Om op kracht te komen zegt mijn gastvrouw. Zij gaat deze namiddag nog op vriendenbezoek en ik trek de stad in. In het park is het druk. De mensen zijn buitengekomen met het mooie weer. Tegen 16u ga ik naar de markt. Aan de gevel van het stadhuis hangen 23 klokken. Om 16u speelt de beiaard en tonen poppen de geschiedenis van de stad. 's Avonds vertelt mijn gastvrouw dat ze geboren is in Silezië in 1941. Haar vader is omgekomen in Stalingrad en zij werd met haar zusters en moeder in "Veewagens" gedeporteerd naar Wildeshausen. Ze weet wat het is om niet in haar eigen omgeving te kunnen blijven. En dat is één van de redenen waarom ze pelgrims onderdak geeft. Het is al laat en tijd om te slapen.
Door het centrum van Vechta en dan het wandelpad volgen. Het is duidelijk aangegeven. Veel asfalt. In Astrup sta ik te kijken naar een gasverdeelstation. De gepensioneerde boer van rechtover komt af en vertelt dat hier ooit gas gevonden is, het is hier veengrond. Nu zijn de voorraden op. Hier in de streek worden vooral varkens gekweekt. Ja, dat ruik ik.
In Visbek eerst naar de kerk, maar geen stempel. Een dame gaat met me mee naar de Mariagrot. Wel op privégrond, bijna niet te vinden. Heel mooi. Ooit gebouwd als dank voor een genezing. Bijna een kopie van Lourdes. Ik stap nog een eind verder want ik overnacht op een vroegere boerderij. Een groot domein met een restant van een watermolen en een grote vijver. Enkele oude machines staan hier weg te roesten. Een prachtige omgeving en betaalbaar.
Bij vertrek geen onweer meer. Langs de Dammer Bergsee, een kunstmatig meer ontstaan door de opslag van waswater bij de reiniging van ijzererts. Die ontginning is al vele jaren gestopt. Verder door het woud en door de velden. Aan een manege is een man een paard aan het dresseren. Ik wil weten of het een "Hannoveraan" is. Neen, het is een "Mecklenburger". Dit is het centrum van de paardensport. In Steinfeld wonen de broers Schockemöhle. Een beeld van het paard , Warwick Rex, waarmee ze wonnen op de OS in 1976 staat in Vechta. Het begint te regenen en het wordt koud. Verder over asfalt en nergens beschutting. Nog een eind door het veld. Snel doorstappen want het begint nog harder te regenen en te waaien. Tegen Vechta staat in een veld een oliepomp, een jaknikker. Ooit werd hier naar olie gezocht.
Het pension ligt langs de hoofdweg. Gesloten tot 17u. Maar als ik enkele keren aanbel komt mevrouw in haar witte schort toch opendoen. Ze was in de keuken bezig. De natte poncho uit en naar de kamer. Eerst een warme douche en de kleren wassen en drogen. Daarna iets warms gaan drinken. Hopelijk is het morgen beter weer.
Dag 17 Neuenkirchen-Vörden - Damme 12 km (totaal 508 km)
Vandaag een korte tocht. Slechts 12 km, maar daar is een reden voor. Het is overtrokken en er is een koude wind. Eerst een klein stukje asfalt tot in het mooie gehucht Astrup en dan door het woud. Buiten de wind in de bomen en een verschrikte eekhoorn is er niks anders dan bomen. Een schuilhut is een mooie plaats om even te rusten, maar niet te lang want er komen dreigende wolken. Het is mooi wandelen wel nu en dan een klim. Na 8 km in het woud zie ik opnieuw huizen. In de verte zie ik al het Benedikterkloster. Hier ga ik vanavond slapen. Ik ben in Damme. Eerst naar de toeristische dienst. Een vriendelijke dame overlaadt mij met informatie en geeft mij nog een flesje water en een flesje Räubertrunk, een kruidendrankje. Dit zal voor vanavond zijn. Ik ga naar de St Viktorkerk om mijn stempel en dan naar de Wassermühle Höltermann: Deze molen wordt soms nog eens in dienst genomen bij demonstraties.
Deze middag heb ik een afspraak met burgemeester, Gerd Muhle. Een zeer vriendelijke man. Ik geef hem het pakket dat ik van onze burgemeester heb meegekregen. We hebben een lang en aangenaam gesprek en ik moet hem beamen, het is hier een mooie omgeving, zeker eens het bezoeken waard. De burgemeester haalde er nog Frau Zumwalde bij, die ieder jaar een stuk stapt op de camino in Frankrijk. Straks ga ik slapen in het Benedikterkloster, maar wat blijkt: de Benediktijnen hebben vorig jaar het klooster verlaten en nu is het een hotel. Maar de alternatieven. jeugdherberg, privatzimmer zijn volzet of nog duurder en om in de tent te slapen is het hier 's nachts nog te koud.
Bijlagen:
Sint-Victorkerk
ontmoeting met burgemeester van Damme, Duitsland, Mr Gerd Muhle
Dag 16 Haste - Neuenkirchen-Vörden 28 km (totaal 496 km)
De zon is er. Een groot lunchpakket meegenomen en op weg. Het is een wandelweg, gedeeltelijk asfalt en ook zandwegen door het bos. Een beetje golvend. Na 3u ben ik al in Engter. Een appel eten en naar de kerk. Dicht. Dan maar naar de kirchedienst. Ook gesloten en geen telefoonnummer. Dus geen stempel. Het is nog maar 11u er kunnen nog enkele kilometers bij. Opnieuw loopt het pad door het woud. Ik kom niemand tegen en zie geen aanwijzingen meer. Dan maar stappen tot ik terug bij de mensen ben. Gelukkig duurt dat niet lang. De man kent het pad ook niet en toont me hoe ik terug langs de weg kom. Dan maar dat volgen. Ik kom in Neuenkirchen-Vörden.
In de evangelische kerk kan ik mijn boek afstempelen. De Lutherse kerk staat aan de overzijde van de straat.