Het eerste stuk van de weg is te vergelijken met de vorige dagen. Maar van in Dochtersen loop ik langs het fietspad naast de autoweg. Hier is het de fruitstreek, boomgaarden van appels, peren en pruimen. In Wischafen zie ik een bordje "hafen". Dat maar volgen en zo kom ik aan hun eerste haven, aangelegd in 1700. Voorbij het scheepvaartmuseum en dan langs de "Fahrestraat". Maar dat blijkt ook als iets van vroeger te zijn. Derde keer goede keer. Er rijden mij veel mobilhomes en motorrijders voorbij en er staat een lange file te wachten. Maar om de 25 minuten is er een veerboot. En fietsers en voetgangers kunnen altijd mee. Voor 2 Euro kan ik mee. De overtocht verloopt in een S-baan om de zandbanken te vermijden. Na 25 minuten sta ik terug op het vaste land. Nog 2,8 km langs de dijk, tussen de schapen en ik ben in het centrum. Glückstadt dankt zijn naam aan zijn stichter, de deense koning Christian IV die zei: dat schall glucken, dat mutt glucken und dann schall se ook Glückstadt heeten. Maar nu toch eerst het streekprodukt eten: maatjes met gebakken aardappelen.
Bijlagen: 2x maatjes in Glückstadt, voor mijn verblijf
|