Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    05-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Mossen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

    Gisteren was er verwarring, én in het lichaam én wellicht ook in de geest. De zin van Okakuro Kakuzo was een strohalm waaraan ik me vasthouden kon om niet weg te zinken in het luchtedige. Hoe ik er uit gekomen ben weet ik niet, ik heb maar heel vluchtig herlezen wat ik geschreven had.

    Een voorteken, waarmede ik nu en dan geconfronteerd word?

    Ik let voortdurend op wat mijn lichaam me vertelt, gisteren was het een verwarrende verrassing, deze die een man op leeftijd overvalt als hij het, het minst verwacht. Mijn echtgenote houdt me nauwgezet in de gaten, en haar zorgen verraden haar gedachten.

    Dit zijn woorden uit de biecht. Ze zijn een verontschuldiging voor het bevreemdende dat je, soms, te lezen krijgt, als ik me losweg laat gaan, de wereld van het woord binnen, waar ik me goed voel. Veel andere plaatsen zijn er niet meer waar ik heen kan, heb ik ook niet meer nodig, zelfs al is er de roep van de herinnering, mijn hart heeft er zich op ingesteld dat het voorbije, hoe groot en hoe intens het ook geweest is, thans ongenaakbaar geworden is.

    Ik leg me er vandaag bij neer, meer dan gisteren. Deze uren verlopen anders dan deze van vroeger, en het verontrust me in een zekere mate. Ik beleef ze ineen gedrongen – zoals Mr Chips ze beleefde -  zittend op mijn eiland dat in de luchten hangt zoals op een schilderij van Dali of van wie ook.

    Wat ik  nu schrijf is niet wat ik schrijven wou, het lijkt er in de verste verte niet op, maar ik kon niet nalaten het je te zeggen als een soort voorbereiding op wat me overkomen kan, mijn vertrouwen in het lichaam dat me draagt verzwakt en op een dag zoals deze is dit heel voelbaar en komt dit tot uiting in wat ik schrijf.

    Ik ben niet onophoudelijk bezig zoals Robert De Telder die ik een vriend wil noemen, die meent – misschien terecht – een afbeelding gezien te hebben van Koning Salomo op de reliëftekeningen van de tempel van Hathsepsut (www.bloggen.be/robertdetelder/de era van Salomo en de archeologie). Hij is op dit gebied een zeer actief man. Hij beleeft intens zijn opzoekingen in verband met de nieuwe chronologie van de geschiedenis van Egypte, hoofdzakelijk gebaseerd op het feit dat Hatsjepsoet een tijdgenote was van koning Salomo, in andere woorden dat zij de koningin van Sheba was. Zijn blog en de inleiding er toe getuigd van zijn geloof in al wat van de Bijbel is

     

    En dan nog iets. Patricia, mijn oudste dochter, ze kent me zoals ik haar ken, stuurde me een wondere foto van een parkje bekermos, een zeldzaamheid in onze contreien. Ik meen precies te weten waar ze deze foto genomen heeft: in Grimentz (Valais) op het pad naar Zinal toe, even over de brug over de Gougra. Ik heb daar dikwijls stilgestaan in bewondering voor de mossen die daar groeiden, een variëteit die op Google, www.mfnf.nl onder mossen verzameld, te vinden is. Het is een voorbeeld van de kleine dingen in de natuur die ons verwonderen, die ons tot rust brengen, rust die ik nodig heb om te bestaan. Misschien is de plaats van vroeger – nu bedekt met sneeuw – er niet meer, misschien is die plaats, aan de rand van het pad, opgerukt tot in het bos erboven. Ik zal het nimmer weten, maar ik hoef ook niet. Ik heb die plaatsen gezien en heb deze bewaard in mij. Patricia, heeft me als nieuwjaarswensen verrast met de foto die ze er genomen had, een beter geschenk kon ze me niet geven. Ik kan haar alleen dankbaar zijn dat ze mijn blog ermee heeft helpen vullen.

     

    05-01-2018, 08:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zen

     

    ‘La discipline Zen exige que la moindre action soit accomplie avec une perfection absolue’ : een zin, uit ‘Le livre du Thé’ van Akakuro Kakuzo[1] die ik heb meegenomen naar bed.

    De nacht gekomen, mijn blog ingelogd, stel ik me de vraag of ik wel Zen ben geweest, of ik wel getracht heb, in mijn blog, de perfectie te bereiken, want ik ben heel ver gegaan, tot in het innerlijke van het zijn, tot in het hart van het kosmische; maar was het correct wat ik schreef of, was het niet meer zinsbegoocheling en ben ik al te vlug tot een besluit gekomen?

    Maar het is me duidelijk, om Zen te zijn is het beter dat ik zwijg – een Zen man is geen schrijver, hij is een ‘doender’ en een ’zijnder’ – als het Zen betreft is het beter dat ik me opsluit in de stilte, dat ik de woorden laat voor wat ze zijn en vooral dat ik toekijk op wat ik doe en hoe ik het doe. Want, waar een handeling naar de perfectie kan worden uitgevoerd, blijft elk geschrift onderhevig aan wijziging, is er niets dat definitief is, dat precies werd afgelijnd, en zelfs, als de eerste indruk bevestigend is, dan blijft er toch altijd nog een opening, is er altijd nog iets dat duidelijker kan verwoord worden. Karl Popper wist trouwens dat elke nieuwe waarheid, nieuwe vragen oproept.

    Zen is van het zijn in het tijdloze, het tijdloze dat ik ontmoet in het Andantino van Schuberts sonate 959, het is van de stilte van een rode roos in een vaas op de commode; het is van een verdorde wortel ingekaderd met een haiku eronder, het is van een marine, in smalle banden blauw en lichter blauw en banden wit en groen zelfs; het is van een oud Frans boek dat open ligt om gelezen te worden, het is meer over het niet zijn d     an over het zijn. Ik beluister bij Schubert hoe hij ademt en hoe hij spreekt tot de dingen die hij neerzet, precies op de juiste plaats, precies de noot die nodig was opdat de klanken Zen zouden zijn, uitgesponnen in golven die aanzwellen en terug verdwijnen, zoals de golven van de zee. En het geruis erover, de meeuw erover zwevend op de wind. Het beeld van de eeuwigheid als ik er niet meer zal zijn, de echo van een laatste kreet.

    Dit zijn de woorden vandaag die ik niet verwachtte dat ze komen zouden, zoals in Schuberts sonate 959, waarin zijn geest beweegt en overheerst, waarin hij zijn boodschap brengt: het leven dat in zich het naderen van de dood verbergt. En Schubert in zijn klanken die weer tot leven komt, alsof de dood ook leven zou zijn.

    Welke waren de gevoelens die leefden in Schubert toen hij zijn Andantino componeerde, waren het geen Zen-gevoelens? Wat bezielde Memling toen hij Maria Moreel (Sybila Sambetha) schilderde, was hij niet hopeloos verliefd op haar?

    Zo is alles vraag en uitdaging. Telkens herbeginnen, telkens een stap verder tot een punt waar een begin van perfectie benaderd wordt en het onzichtbare zichtbaar wordt.

    Gebogen over het woord, de wereld beperkt tot mijn blad, glijd ik binnen in het onbekende dat ik straks, bij het herlezen, ontdekken zal in de woorden die, na verloop van tijd, zullen geschreven staan en die ik ervoor nog niet kende. Woorden die binnen of buiten mij moeten aanwezig zijn geweest. Keer op keer is het een poging alles te omvatten, alles te beleven. Te schrijven, te dromen, te denken, te lezen en te leven, een obsessie die niet stilvalt die niet ophoudt maar groeien blijft; het zwellen van een gevoel dat smeekt om in woorden te worden omgezet, opgetekend in kleur, in vlakken en in lijnen, in licht en in donker, neergezet in woorden, zoals Schubert, het deed, in noten op een notenbalk.

    Er was, toen ik stopte, het geluid van Zen in de regen tegen het raam en, van de tijd, de herinnering.

     

    [1] Akakuro Kakuzo: ‘Le Livre du Thé’, traduit de l’Anglais par Gabriel Mourey, Dervy-Livres, Paris

    04-01-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    03-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kosmologie

     

    Een vliegende kraai, wist moeder, weet meer dan een zittende.

    Op mijn leeftijd voel ik me als een zittende, maar waar haal ik dan wat ik niet weet? Waarom ben ik zoals ik ben, en verklaar ik, zoals gisteren, dat in de evolutie, die een eigenheid is van het kosmische, ook in diezelfde eigenheid, een evolutie van de geest begrepen zit, en waag ik het vast te houden aan het feit dat wij, als homo sapiens aan het evolueren zijn naar een ‘sapiens’ in de tweede macht?

    Een formule, wellicht even magisch als deze van Einstein die er aan dacht de snelheid van het licht ‘in het kwadraat’ op te nemen in zijn formule. Wat ik ooit bestempeld heb, hetzij in een blog, hetzij in mijn manuscript, als iets goddelijks. Niet dat ik ook een goddelijke interventie zou beogen met wat ik vermeld over het in kwadraat verheffen van het ‘sapiens’ deel in de mens, verre van, Einstein leverde het bewijs ervan, terwijl ik wellicht honderden, zo niet duizenden eeuwen nodig heb opdat bewezen zou worden wat ik vooropgesteld heb.

    Ik sta ongeveer daar waar de ‘homo’ voorspelde dat hij ‘ homo sapiens’ ging worden, misschien moet ik zelfs terug tot voor het punt van het ontstaan van de 'homo'.

    Wat ook, ik vind het een eerlijke als even heerlijke gedachte die steunt op wat ik meen te mogen zien, als ik vast stel dat de wetenschap van het feitelijke, stilaan aan het wankelen is naar het metafysische toe, zijnde naar het innerlijke, zijnde naar wat binnenin de feiten schuil gaat.

    Ik zag onlangs op tv, in een verfilming van een boek van Dan Brown, de titel heeft geen belang, het beeld van de botsing - ik vermoed in de CERN - van twee deeltjes tegen elkaar. Het effect ervan, was voor mij een en al verwondering. Tenware zult je zeggen, dat het beeld misschien ‘faked’ was, maar dat is dan jouw idee.

    Voor mij was het effectief, een uitstraling van wat innerlijk in de materie aanwezig is. Weet dat het herbeginnen van het jaar een even ‘fake’ gedoe is en dat dit helemaal niets heeft gewijzigd aan de gang van mijn gedachten. En dan kom ik terug op de idee van een sapiens in het kwadraat, me afvragend wat dit wel zou kunnen betekenen en in welke richting dit wel zou kunnen gaan.

    Dit uit te zoeken, is waar we voor staan. Het is een zoeken in de diepte - een zoeken dat eigen is aan ons mens zijn - waarheen we moeten, totaal los van het materiële, om binnen te dringen in wat de energie is die zowel een uitzaaiïng van het leven is, als het leven zelf is.

    Ik vertel me dan dat de evolutie van aap naar mens, niet het werk is geweest van de mens zelf, maar van de Kosmos, en dat die kosmische, diepreikende beweging niet gestopt is en niet stoppen zal bij de homo sapiens.

    Wij zullen het niet meer mee maken, maar wel zij die komen in de verlenging van ons. Het is een belangrijk en wonderbaar iets ingeschakeld te zijn in deze beweging die kosmisch is.

    03-01-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evolutie

     

    Ik tracht vooral me niet te verschroeien, me niet te verbranden in de eerste dagen van januari, vooral geen al te hoge vlucht te nemen, want te lang verblijven op grote hoogte is verwarrend voor mezelf als voor mijn lezers. Maar ik ken me, ik weet nimmer welke richting mijn gedachten zullen uitgaan. Kalm blijven is de boodschap en afwachten, ook omdat de nacht te lang heeft geduurd en de morgen er veel te vroeg was.

    Ik droomde van een gedicht, in het rood geschreven, waaraan ik een strofe van vier lijnen toe te voegen had, zo dat al het negatieve in het gedicht, positief zou kunnen gelezen worden en de woorden in het zwart zouden geschreven staan. Het hield me, in droomtoestand, lange tijd bezig en ik voelde duidelijk de moeheid en de gejaagdheid in mijn hart. Het gedicht bleef maar komen maar ik vond er geen antwoord op, de dag was te lang geweest, de gevoelens van de avond, tot het te ver gevorderd punt in de nacht, te geladen met beelden en lawaaierige muziek.

    Een vriend belde me in de morgen, hij vertelde me dat hij negentig wordt op 16 september. Een datum die ik bewaren wil. Hij heeft nog heel wat reisplannen: het pas geopend museum van Abu Dhabi en een verblijf op l’Ile Maurice. Zijn stem klinkt heel goed. Het is me duidelijk, hij heeft een kalmere nacht dan ik doorgebracht. Ik was met hem in Vézelay, in Fontenay en op tal van plaatsen in Bourgondië waar we de Romaanse kerkjes afliepen, en er zijn er heel wat. Ik was met hem in Schotland tot in het meest noordelijke punt van het main land, in St.John o’Groates. Ik was met hem in Yemen, in Sa’ana, in Ibb, in Kawkaban, in Mareb. En het waren telkens grote momenten met diepzinnige gesprekken over het leven en over wat onze rol op aarde wel zijn kon, want vonden we, hadden we hier geen rol te vervullen gehad, we zouden hier niet geweest zijn.

    Voor ons had het ontstaan van het leven op aarde – we dachten zelfs in het Universum - een groot doel, het ontstaan van de mens en meer in het bijzonder, het ontstaan van de homo sapiens, met de nadruk op sapiens. We zagen het ontstaan van het leven als de loopplank naar het spirituele in de mens, en de groei naar dit spirituele als een kosmische groei, méér dan een ‘survival of the fittest’, dat het uiterlijke teken was. En die groei was van in de aanvang, van bij de Big Bang, aanwezig, hij lag vervat in de wetten van het evolutieve Universum.

    Ik weet nu, dat ik dan toch te ver ben gegaan voor deze tweede dag van 2018; ik weet ook dat ik, hier gekomen er nog iets aan toevoegen wou, iets dat misschien hemelschokkend is, maar me baserend op deze evolutiewetten, denk ik dat deze volop zullen blijven werken in wat de Homo sapiens vandaag is, en dat deze nog absoluut niet aan het einde van zijn Latijn gekomen is, dat hij verder evolueren zal naar homo sapiens, sapiens.

    Sprankels van deze ideeën zijn terug te vinden in alles wat ik schreef, in al wat ik heb uitgedragen in mijn vorige geschriften. Niet zoals ik het hier heb vermeld, maar de grond ervan is dezelfde. Ik ben dus, ondanks mijn voornemen, opgestegen, omdat ik op een gegeven ogenblik niet meer stoppen kon - ik had A gezegd en moest dus ook B zeggen - en ook en vooral, omdat ik een blog te schrijven had, en me opstellen wou in mijn rol als mens die ik te spelen heb in deze maatschappij die een totaal andere vooruitgang beoogt, een zuiver materiële, een belemmering voor de vooruitgang van de geest, in de mens als in de Kosmos..

    Zo, in welk landschap ben ik eens te meer terecht gekomen als het niet het landschap zou zijn van de geest, als het niet liggen zou in de lijn die van in den beginne werd uitgestippeld.

    Ik voel me goed er deel van uit te maken.

    02-01-2018, 07:42 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van vrienden die zijn en andere die gingen.

     

    Per correr miglior aqua alza le vele’[1]:

    Ik zal wel niet zoals Dante – die, na de Hel, op weg is naar het Vagevuur – de zeilen hijsen, om betere wateren te gaan bevaren. Ik heb er geen nood aan me in 2018, met andere aangelegenheden bezig te houden. Het voorbije was een goed jaar, een zeer gevuld jaar, een innerlijk warm jaar. Ik hoop, nu ik de zeilen hijs, dat de wind en de wateren van het nieuwe even inspirerend, even lichtend zullen zijn.

    Wel is het misschien goed te weten hoe Dante, een vriend van mij, het zag als hij schreef:

    É canteró di quel secondo regno / dove l’umano spiritu si purga / e di salire al ciel diventa degno.

    Of er sleet is, of sleet komen zal, is af te wachten. De sfeer waarin ik optreed zal zich niet wijzigen, ik zal me blijven zuiveren van al het verkeerde dat in mij nog aanwezig is en dat zou kunnen negatief overkomen, om op te stijgen zodra ik geroepen word. Ik zal dus, wat mij betreft, alles in het werk stellen opdat de geest van mij, zuiver en rijk gevuld, de ‘Geest die in den beginne was’ en waaruit ik ontstaan ben, te vervoegen.

    Ik heb dus geen andere domeinen  te betreden, of geen andere wateren te bevaren, dan deze waarmede ik mijn leven lang ben vertrouwd geweest.

    Een vriend, mijn gevoelens kennende, vroeg me gisteren, waar denkt je het meest aan, aan de zee of aan de bergen? Aan beide heb ik geantwoord, maar in de bergen had ik meer vrienden dan aan zee. Evenwel, alle vrienden die ik er had zijn heengegaan en heb ik hier nu bij mij, dus is de zee, zijn de bergen niet meer wat was, hoef ik er niet meer heen te gaan om hen terug te vinden.

    Dit is ook wat ik gisteren bedoelde, ik schrijf met een hoop mensen om me heen, en allen hebben ze iets te zeggen. Ik mis hen zonder hen te missen, ze zijn er, ik hoef me niet te verplaatsen. Ze zijn mijn warmte en als ik soms het geluk heb een van hen te ontmoeten, druk ik hem aan mijn hart, want ze zijn mijn leven en hun weg gaan, ook ditt van eergisteren was, is ook mijn sterven. John Donne wist dit maar al te goed.

    Op de afscheidsceremonie van 30 december heeft men op een bepaald ogenblik zijn foto geprojecteerd. Ik zag hem plots in volle glorie met een bolvormige, schuimende pint donker bier voor hem. Wat er in mij gebeurde toen, weet ik niet, ik denk dat ik hem plots terug in leven zag, een fractie van een fractie van een ogenblik, want ik ben opgesprongen en heb geapplaudisseerd, wat niemand omheen mij begrepen heeft, want niemand volgde me. Maar mijn gevoel hem daar in volle zon te zien zitten, zoals ik hem altijd heb gezien, was zo verrassend en immens, was alsof ik zelf, met hem, terug tot het leven kwam.

    Hij weet het nu, hij hoorde het, hoe ik hem missen zal.

     

    [1] Divina Commedia – Purgatorio, canto primo, 1 e 4-6

    01-01-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    31-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde dat een beginnen is

     

    Time past and time future / What might have been and what has been / Point to one end, which is always present.[1]

    Je ontsnapt niet aan wat had kunnen zijn noch aan wat geweest is. Je draagt alles mee in het heden, in het nu-moment. De minste terugblik naar wat was kan een pijn zijn en tevens een vreugde om wat geweest is. Pijn die vreugde is en vreugde die pijn is.

    Er zijn geen kleine gebeurtenissen, deze kunnen allemaal, hoe weinig betekenisvol ook in een leven, uitlopen in grote momenten, zelfs er uitzonderlijk boven uitsteken. En het volstaat, omgewoeld te worden, door welke woorden uit welke tijden, opdat onderdrukte gevoelens zouden her-opgewekt worden en jij, tot bloedens toe blootgelegd. Of hoe kwetsbaar we gebleven zijn, ondanks de vele jaren.

    Dit is de T.S.Eliot in mij, dit zijn, zijn ‘Four Quartets’ in mij. Een dun boekje ooit uit een rek genomen in een Engelse boekentempel in de hoofdstad; geopend en deze drie versregels gelezen – of waren het andere? - op het ogenblik van een hand op mijn arm, een hand die er nog is.

    Was het soms de hand ook van Eliot?

    Het gevoel nu, dat al wat je sindsdien geschreven hebt, voortgekomen is uit die hand op je arm; het gevoel, nu je een balans opmaakt van wat het leven is geweest tot na gisteren, dat het absoluut nodig was Maurice Gilliams’ ‘Elias of het Gevecht met de Nachtegalen’ te hebben gelezen opdat je, doordrongen van Gilliams, in staat zou geweest zijn, Eliot te appreciëren en hem, naast Gilliams, een plaats te geven, een plaats die met de jaren is blijven groeien.

    Er zijn inderdaad geen kleine momenten, integendeel, het zijn de kleine gebeurtenissen die de grote doen ontstaan en zin geven. Een zin, een teken dat plots tot jou komt van ver in de tijd, en maakt dat je vandaag  schrijft wat je geschreven hebt - of het nu de laatste dag is van het jaar of de eerste van een nieuw jaar, het heeft geen belang - het is van de tijd van het Eliot-moment, het is de tijd van alle momenten die van je leven waren en zijn. Ook deze van een herboren vriend wiens stof je vandaag groeten gaat; ook deze van de vele vrienden die gingen; ook deze van allen die je hun beste wensen hebben toegestuurd; ook van de gezegende vriend die je het Stabat Mater van Arno Pärt, omkranst met zijn wijze woorden, schonk; het is van hen allemaal, van alle bekenden en onbekenden. Je gedenkt hen allen als je schrijft, ook Dante, ook Borges, ook Auster.

    Maar je wenst ook alles te laten zoals het is. Geen vreemde gedachten meer. Al wat is geweest had niet anders kunnen geweest zijn dan hoe het gelopen is. Kleine dingen die zijn uitgegroeid, die hoogtepunten zijn geweest zoals de jaren dat ik over Dante schreef, dat ik werkte aan mijn manuscript. Die tijden zijn er nog, die zullen er altijd zijn. Ze vullen je met hun voorbij zijn, ze zitten geankerd in wat je doet en zoals je bent; ze verlaten je niet. Het volstaat, even maar te worden aangeraakt en je wordt blootgelegd terug, uiterst kwetsbaar als je bent.

     Herinneringen kennen geen stopplaats, ze leven, geborgen in wat we doen en laten.

    Ik sluit hier mijn blogs van het jaar 2017

     

    [1] T.S.Eliot: Four Quartets, Burnt Norton, 44-46, Faber & Faber, 1972.

    31-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar het einde van het jaar

     

    Een dag tussenin, voor mij dan toch; een dag om erover na te denken, om de functie die ik hem geven wil: de brug naar het einde, de brug naar de balans van wat ik terecht bracht van de dagen die het jaar me schonk. Alle dagen ervan getekend met ‘17’, een onhandig priemgetal – het komende getal, ‘18’ schijnt me, gelukkig, over meer soepelheid te beschikken – en of het dan wel wenselijk is een balans op te stellen met een actieve zijde en een passieve?

    Vandaag echter begin ik er nog niet aan, ik laat het voor morgen. Vandaag voel ik me vogelvrij, alsof er geen vandaag is, alsof het slechts een aanloop is naar de dag die erna komt; een voorspel dat zich voltrekt in alle stilte, gelaten en nederig, dankbaar ook, de eindmeet bijna te hebben bereikt zonder al te veel kleerscheuren, maar daarentegen ook met weinig, heel weinig op mijn actief. Ik hield het bij het gewone, en zelfs indien het gewone ongewoon was, het was geen lopend vuur dat een grote menigte bereikte, amper enkele handvollen.

    Ben ik tevreden over en voldaan met de 364, morgen 365, blogs die ik schreef? Ja en neen. Ja, omdat ze er staan, meer dan 238.000 woorden samen gebracht in kleine blokken van 5 à 700. Maar het grote werk, het echte resultaat waar ik al jaren op jaag, bleef uit en blijft uit, is het bewijs dat ik er niet sta als schrijver – hoe eerlijk ik wel ben dit te verklaren – ik slaagde er niet in, en dit is het negatieve deel van wat voorbij is en voorbij blijft.

    Nu is de leeftijd er, een getal dat afschrikt. Ik heb dit wellicht al eens gezegd want ik denk er regelmatig aan. Vraagt men mijn leeftijd, dan antwoord ik dat ik van eind 1927 ben, zo houd ik nog een kleine kans over dat de vrager, rekenend in der haast zich vergissen zal en uitkomen op tachtig – het woordje ‘eind’ dat ik er aan toevoeg is in een zekere zin verwarrend - maar voor mij is het cijfer een omen dat het einde heel dicht is gekomen, bijna in gedachten zo dicht als het einde van het jaar dat er morgen al aankomt. Morgen de bekroning van het jaar zijnde, zoals de dood de bekroning van een leven is.

    Ik schreef deze blog in het diepste van de nacht op enkele bladen van een blocnote, maar vóór de eerste schemer heb ik, zoals Vivaldi, die het gemakkelijker vond een nieuw concerto te schrijven dan er een van hem te kopiëren, een nieuwe tekst verkozen, dan de moeilijk te ontcijferen nachtelijke over te nemen. Je weet het hoe onleesbaar mijn geschrift geworden is. Of het beter zal zijn of minder goed heeft weinig belang voor mijn blog van vandaag die maar een blog tussenin is, een brug of bruggetje naar 31, en nu, als getal, zijn waarde dankt aan de naam van de maand die het bedekt, meer zelfs die ook de maand kroont.

    Ik ben dus deze morgen, heel vroeg begonnen met afsluiten van het jaar; begonnen met het toemetsen van de muren ervan en ben nu op weg naar 2018. In volle ernst maar met lood in de schoenen, wat geen goed teken is. Dus niet zoals Dante, via Vergilius, die Christus zal laten binnenkomen in de Hel met het gekroonde victorieteken.[1]

    Het zal dus, wat mij betreft, heel wat eenvoudiger zijn. Je hoort het wel.

     

    [1]con segno di vittoria coronato’, (Inferno IV, 54.)

    30-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De avond voor de dag en de dag

     

    Ik vond, op een vergeten plaats een stuk wortel terug dat ik ooit in mijn beste dagen, en ik herinner me nog heel goed de plaats, haalde van tussen de rotsen. Het ligt hier nu naast mij en naast de Bijbel op de tafel. Het is niet evenwaardig als de Bijbel, maar het is veelzeggend, het vertelt over de kracht van de plant, wellicht een jeneverbeswortel, die zijn weg had geboord door de rots heen. Nu nog een stuk wortel met de meest eigenaardige vorm die van alles kan zijn en even goed van niets, maar het stuk 'is'. Verdord denk ik, levenloos denk ik, maar zeker ben ik niet, ben je nimmer. Misschien, geef ik het wat water en hij schiet weer uit.

    Ik wou het stuk bewaren én als een voorbeeld én als een potentieel iets. Ik wou er voortdurend mee geconfronteerd worden en heb het na al die tijd van het opgeborgen zijn, met heel wat zorg en het nodige inzicht, gekleefd op een blad Japans papier en ingelijst, alsof het een kunstwerk was dat ik zelf had gemaakt met schuin er onder, rechts naar de kant toe, de verhoudingen respecterend, een haiku, met de hand geschreven in inkt ‘lie de thé’. Een haiku over zijn ontstaan en met zicht nog op zijn eventuele mogelijkheden. Een haiku, niet veel lettergrepen dus, maar voldoende:

    Tussen de rotsen / Gegroeide wortel, bewaard / Op Japans papier.

    Vandaag dus, omdat ik niets anders te schrijven had, de geschiedenis van een stuk wortel uit de rots waar de wortel gekneld zat, zichzelf had vastgegroeid in een spleet en toen ik hem vond, een zomer in augustus, toen ik zag hoe kostbaar het stuk wel was, toen ik besefte wat het de jeneverbesstruik gekost had om doorheen de rots te groeien, heb ik het losgemaakt, losgewrikt met het Zwitsers mes van een Zwitserse vriend die me is voorgegaan, maar toch, zoals ik het weet, hier naast mij zit terwijl ik dit schrijf. Hij zit er trouwens heel dikwijls als ik het heb over de Valais.

    Maar de wortel en nu de haiku: ik heb opgezocht wat Roland Barthes[1] dacht over de Haiku, dat het zo maar niet een gedicht was van zeventien lettergrepen verdeeld over vijf, zeven en vijf maar, wist hij:

    ‘La brièveté du haiku n’est pas formelle, le haiku n’est pas une pensée riche réduite à une forme brève, mais un événement bref qui trouve d’un coup sa forme juste’.

    Is, wat ik schreef, dan wel een ‘haiku’ naar de maatstaven van Barthes? Het is volgens mij, een rijke gedachte in een korte vorm uitgedrukt, maar tezelfdertijd een gebeuren dat in een ruk, het kleven op Japans papier, zijn juiste vorm vindt.

    Ik had ook kunnen schrijven:

    Tussen de rotsen / Kunstwerk geworden: wortel / Op Japans papier. 

    En feitelijk, wat ik vooral aantonen wil met deze (tweemaal) zeventien lettergrepen, is de geschiedenis van een zaadje, neergedwarreld in de spleet van een rots, dat er ontkiemd is en de rots splijtend, er wortel geschoten heeft.

    Met het beeld van wat het geworden is – een film van Attenborough in mij - na vele solstitia: de wortel die erin slaagt, in zijn groei, de rots te dwingen zich aan te passen, hierbij de opening innemend toegestaan door de rots, zijnde in een meest grillige vorm gebeeldhouwd zoals enkel de natuur het vermag.

    Gekneld gegroeid tussen de rotsen, is de wortel kunstwerk geworden nadat zijn plant, wellicht door een sneeuwlawine, was weggerukt. En het is als een kunstwerk, en niet als stuk wortel dat ik hem gezien heb en uit de rots gehaald.

    Jaren bleef de wortel bewaard in een schoendoos, tot ik hem vandaag, zoals ik zegde, niet wetende wat te schrijven, als een relikwie gekleefd heb op Japans papier en ingelijst onder glas, in een kader met diepte.

    Ik kan hem nu naast mij – en mijn herinnering aan mijn vriend Gustave - ophangen of voor mij opstellen. Het verhaal ervan, als haiku geschreven, is wat van mij is, de rest, het voornaamste, is van de rots en de wortel zelf, hoe hij groeide, en zich zelf beeldhouwde, is van de tijd als deel van de eeuwigheid.

    Ik zag zo ooit, op een foto van ‘Pinterest’, een boom die de rots had gekliefd waaronder hij zich gezaaid had. Misschien, had ik de wortel gelaten waar hij was, gekneld en grillig, had hij nu jeneverbessen voortgebracht.

    Dit alles was van de avond voor de dag van de geboorte.

    De dag zelve, te vroeg in de morgen, het was pas 02.30 uur, ben ik wakker geworden, het was het uur - zo vertelde mijn moeder me - het uur dat het sneeuwde, ver in de tijd gelegen, van mijn geboorte. Ik ben opgestaan en heb de gordijnen open geschoven. Hoog in het zuiden, pal voor mij, de schittering van het mooiste sterrenbeeld in het Westen, mijn sterrenbeeld, Orion, met in de verlenging van de drie sterren van de gordel, Sirius, voor de Egyptenaren, Sothis, de ster waaraan hun chronologie werd vastgehecht.

    Ik dacht, maar ik denk altijd heel veel, dat het een goed voorteken was, een omen van betekenis, van beloftes. Gerustgesteld ben ik toen terug gaan neerliggen onder de dekens.

     

        [1] Roland Barthes: ‘L’Empire des signes’. Ed. Flammarion/Skira,1970.pag.98

    29-12-2017, 06:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waiting in the motherwomb

     

    Het was een ongewoon als merkwaardig punt in de tijd, dat ik herdenken wou deze morgen: de laatste vierentwintig uur die  ik doorbracht in de warme schoot van mijn(e) moeder, het punt waarop alles in gereedheid werd gebracht, door alle elementen, alle samenhorigheden van haar lichaam opdat ik, op het laatste moment van dat stukje tijd, zou geboren worden, opdat ik ademen zou en worden wie ik geworden ben.

    Was ik van in de schoot van moeder, was ik van bij de bevruchting, in de bevruchting zelfs al aanwezig, als de persoon die ik worden zou en die nu terugblikt tot het verste punt ervan?

    The last moments in the motherwomb, before emerging. De raket in stelling gebracht alvorens afgeschoten te worden om op Mars een ‘Curiosity’ rover neer te zetten, in volle kosmische straling, die beelden nemen zal van de grond waarop hij rondrijdt.

    En ik, tevoorschijn gekomen, ben ik ook niet onderhevig geweest aan de stralen komende uit de kosmos die me van in de aanvang bezeten en gevormd hebben opdat ik worden zou wie ik geworden ben of, gebeurde dit al bij de bevruchting van d eicel?

    Ik denk dat we niet ontsnappen aan deze bestraling van maan en planeten, van sterrenstelsels en van al wat de Kosmos is. Ik denk dat deze stralingen een grote invloed hebben op het verder verloop van onze aanwezigheid hier op aarde en dus ook op alle handelingen die we vroeg of laat zullen stellen en die rechtstreeks en onrechtstreeks, de handelingen van anderen beïnvloeden zullen. 

    Hoe diep reikt dan wel onze vrije wil, als de basis ervan, de wortel ervan, in een bepaalde groeirichting werd ingesteld?

    Ik spreek dan nog niet over de genen die ik meekreeg én van moeder én van vader, genen van het lichaam als genen van de geest. Dit alles is van de geboorte, ook van deze die de geboorte van Christus was. Toen ook waren er die bestralingen, waren er de genen, en als we het, één fractie maar, geloven zouden, dan waren dezes genen, minstens voor de helft zeer uitzonderlijk vooral dan deze van de geest. Maar of de stralingen de bevruchting zouden veroorzaakt hebben? Dit is een andere zaak waarop ik niet wil in gaan. Anderen wel misschien?

    We zijn allen van in de moederschoot voorbestemd om grote daden te stellen, optimaal te fungeren; de wil is er, zit verweven in het wondere mechanisme dat de bevruchting is. Maar de slaagkansen om dit uitzonderlijke te bereiken zijn schaars. Weinigen zijn uitverkoren en de uitverkorenen zijn er om de weg te wijzen, om, als na te volgen voorbeeld, een standbeeld of een koperen plaat in de muur gemetst, te krijgen.

    Zou mijn moeder, mijn vader, eraan gedacht hebben toen ik geboren werd, of ben ik van in den beginne, een grote zorg geweest voor hen? Het is een vraag die me vandaag, 28 december bezig houdt, alvorens uit mijn warme nest op te duiken.

     

    28-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wake.

     

    Het was een dag van hoge winden die in der haast over het landschap schoven, tekenen van de goden die niet te ontcijferen waren, zo geweldig deze waren, zo uitzonderlijk ook de verwarring die ze veroorzaakten, zodat die dag er kop noch staart te vinden was aan al wat er gebeuren kon, dan toch niet wat de woorden betrof, waarvan hij leven moest.

    Hoge winden die verrassing waren, samen komende uit de vier windstreken in één punt dat dit van de vier mogelijkheden was, in elkaar versluierd als vereenzelvigd en toch uit elkaar lijk de kleuren van de regenboog die er niet was die dag.

    Hij aarzelde dus in zijn vergankelijkheid te zeggen wat er te halen viel. Zelfs, hij duizelde, wat voorheen nog nooit gebeurde, wat van de winden was te halen wat hij nodig had om, al was het maar één zin te schrijven. Hij die niet zo machtig was om met woorden om te springen, en wandelen te gaan langs lange dreven, bomen die hun bladeren nog niet hadden verloren, al was het de tijd van winters.

    Hij toen schrijven wou, maar niets er kwam, geen woord, geen syllabe zelfs, en het beter was hij terug slapen ging om pas op te staan als de winden gaan liggen waren, ergens in de velden, of in de lanen of in de parken van de steden waar hij niet meer komen zou.

    Hoopte hij op de avond, hoopte hij op de nacht, op de sterren in de nacht; hoopte hij op wat van de maan of van de planeten was om te zijn wie hij had te zijn en om te melden wat hij had te melden, als er niemand was om te spreken met hem, zelfs geen fluisterstem, zelfs niet het bewegen van een stem, de trilling ervan zelfs niet.

    Zo waren de tekenen van de goden over de wereld, maar niemand die ze hoorde of wist dat ze er dagen lang hangen zouden, ondanks de winden, vooral deze komende van over de zeeën en de oceanen, gedrenkt met deze van de golven en de meeuwen, van het licht zonder schaduw, van de openheid van horizonten.

    Kreeg hij een schilderij dat uit het hart kwam, een zee van bij ons, en hoorde hij het schuiven van de golven over het strand, in recht getrokken lijnen, kleurschakeringen van verwondering die niet te interpreteren waren, niet herop te roepen om te zeggen hoe ze waren, toen ze getekend werden, in gedachten de perfectie wel, die met het penseel echter, niet geraakt kon worden.

    Was hij stil die dag omdat er in het dodenhuis een lichaam lag, geborgen voor een paar dagen nog. Wat stof, bij elkaar gehouden voor een tijdje nog, met een naam erop.

    Hij zou er niet heen gaan om het te groeten en te zien hoe hij er liggen zou: zijn uur gekomen, roerloos ademend de stilte, de geest in een hoek van de kamer gezeten, eens opgestegen terug gekomen om te zien hoe alles nu verlopen zal.

    Hoge winden waren er die dag, er was een reden voor, maar weinig waren ze die er van hoorden.

    27-12-2017, 07:28 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het andere leven.

     

    Ik ben weg gehaald uit een verhaal van tweeduizend jaar geleden; weg gehaald uit de gemoedssfeer ervan:  een vriend, zijn lichaam toegetakeld door de ziekte, hij plots is heengegaan, lijk een farao dacht ik even, opgestegen uit de lotusbloemen van het leven, naar het sterrenbeeld van Orion toe.

    Maar, hij weg, waar sta ik nu, hoe lopen de uren, nu ik ontnuchterd werd?

    Het had ook anders kunnen zijn, omgekeerd, en het ware logischer geweest dat het mijn naam was die geschrapt werd in het register en dat ik zou toegezien hebben - maar anders dan met ogen - van uit de versplintering van elektronen die restten zouden van wat mijn lichaam was. Loerend op de holte die ik achterliet. En hoe vreemd het wel was, puur geest te zijn, bevrijd van het lichaam te zijn, een vogel, een arend, de vleugels wijd open, zwevend in het subtiele, het ontzaglijk ruime van de luchten en te weten hoe de aarde, hoe ze draaide als een tol, en ik er weg van kon.

    Maar, het is niet omgekeerd, ik ben er nog, ik schrijf zoals ik elke dag van mijn leven heb gedaan. Het is hij, Hubert, die aan het zweven is, gedragen door de wind, het is hij die hoogte zoekt en hoogte vindt.

    Ik denk te weten, dat hij weg is en, te weten dat hij er nog is zonder er te zijn; dat hij nog in mijn gedachten is zoals hij er gisteren was bij mijn verhaal over de kribbe en de geboorte van het Kind; dat ik toen dacht aan hem, meer dan aan andere vrienden en kennissen, omdat ik wist hoe sukkel hij er rond liep, wat ik niet wist van de anderen. Ik groet hem dus als iemand die er nog is, zoals ik alle andere vrienden groet die gingen  en ergens wachten op mijn komst. Wachten zoals de vader die wachtte aan de hemelpoort tot hij zijn zonen zou zien komen. Al weet ik niet of, daar in het Arcadia waar ze wachten, er een hemelpoort nodig is.

    Ga ik treuren, ga ik wenen, ga ik de duisternis gaan opzoeken nu ik weet dat hij onderweg is naar het leven dat hij was, ver voor hij geboren werd?

    Ik voel zijn heengaan niet zo aan. Het is eerder, alles genomen zoals het zich voordoet, een opluchting. Zijn lijden, zijn miserie is ineens voorbij, hij zal de aftakeling tot op het been, tot in de geest, niet gekend hebben. Hij zal tot het einde toe gedacht hebben dat zijn genezing een kwestie was van tijd.

    Maar een vriend ging weg vandaag, en ik heb het er moeilijk mee omdat ik geaarzeld heb om hem te bezoeken in het ziekenhuis toen het nog kon. Zo wat zeg ik hem, nu hij aan het stijgen, aan het zweven is? Kende ik hem wel goed, was hij wie ik dacht dat hij was of was hij, eens weg van mij, iemand die ik niet kende? Is het zo, dat we amper ons zelve kennen, zelden de vriend of de kennis eens hij vertrokken is naar andere en zeker betere oorden?

    Je sterft het leven. Je sterft het leven om te worden wat je waart toen je er nog niet waart. Je sterft het leven om te worden herboren in je eeuwigheid. Er is geen tussenweg, geen ander heil, het omhulsel dat ons lichaam was wordt weggerukt en is stof geworden, stof die van het lichaam is, maar niet is van de geest in ons.

    Eens komt mijn tijd dat ik er niet meer zal zijn, en zullen zij die me kenden en overbleven, denken dat ik er nog ben. Wat is er dan van de dood, van het weggaan uit het zichtbare en het betreden van het onzichtbare. Ik zal een wolk nog zijn van elektronen en ionen en, de massa geest die ik blijven zal, zal enkel weten, zal enkel zeggen kunnen: mijn naam is nu, ‘ik ben’. Het antwoord, dat uit de brandende struik kwam toen Mozes vroeg welke naam hij melden moest aan de Israëlieten: mijn naam is ‘Ik Ben', het ‘Zijnde’ dat is.

    Deze woorden gaan dus over ‘ik ben’ die er nog is, zonder er te zijn voor hen die hier nog zijn.

    Het wordt, Hubert, mijn beste vriend, een vreemd gedoe de komende dagen, een vreemd gedoe om het nieuwe jaar te beginnen, meer voor mij dan voor jou. Ik moet je niet meer bellen, je niet meer opzoeken en toch weten dat je er bent in die massale massa van ‘ik ben’s’, van zij die het Zijnde zijn.

    Je bent wel weg maar zeker niet dood. Het is ik die dit schrijf die nu weg is van jou, ik die nu dood ben voor jou, jij die in de eeuwigheid leeft en ik die verder leef, hier, in de tijd die jij niet meer kent.

    Zegt hij me nu op dit ogenblik van mijn schrijven: Karel, geen zorg, ik van het Zijnde zijnde, ben. Je zult het daar voorlopig nog moeten mee stellen tot het ogenblik dat je, zoals ik, enkel nog van het Zijnde zult zijn.

    Ik was toen gerust gesteld, ik weet dat hij zich goed voelt, heel goed zelfs.

    26-12-2017, 06:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nostalgie

     

    Ik heb gisteren, in mijn toch wel nukkige ‘homilie’, weinig of geen oog gehad voor de grote massa gelovigen voor wie Kerstmis blijft symbool staan voor de geboorte van Jezus Christus in de kribbe van Nazareth, of van waar ook. Diep in mij, met een blik op mijn ‘roots’ is nog altijd een rilling van deze hoge, trillende waarde van dit symbool aanwezig; wil ik nog altijd aanwezig zijn in de crypte van de kathedraal om er te luisteren naar het kerstverhaal. Want je doet niet kleinerend over herinneringen die in jou van kinds af zijn vastgezet.

    Je smeekt er wel niet om, maar ook je verjaagt ze niet en of je het wilt of niet, je herbeleeft ze. Je weet dat je de gevoelens eraan verbonden mist, zelfs, dat je wou staan waar je vroeger stond en de dag van 25 december wou beleven als een Hoogdag, een dag die spil staat voor het gebeuren in je wereld van vroeger.

    Het zijn de jaren die het doen, het zijn de boeken, de vele woorden, de vele gedachten die je er van verwijderd houden. Ten onrechte wellicht omdat, wat ik gisteren vertelde, de geboorte van Jezus het begin is geweest van onze beschaving en het deze is die gemaakt heeft dat ik ben wie ik ben in een wereld die is zoals hij is. Ik zag het correct, Kerstmis is een spildag, staat centraal in de Westerse wereld, meer dan centraal in de Kerk.

    Ik schrijf deze woorden, vroeg, te vroeg misschien, de morgen van 24 december, in antwoord op deze die ik schreef vroeg in de morgen van 23 december, alsof ik mijn dagen, mijn geschriften tweemaal beleven zou. Een eerste maal, puur zoals de woorden komen, een tweede maal zoals ik voel dat ik de woorden/gedachten die er staan, schikken moet, en dat kan op elk ogenblik, ook in de nacht als in de vroege morgen van de dag erna, gebeuren.

    Om maar te zeggen dat mijn geschriften het resultaat zijn van een blijvend gesprek dat ik voer met mezelf, of duidelijker, met de persoon in mij die de schrijver is. Zo is het ook dat ik nog niet weg wil van de sfeer die over de dag van 25 december hangt. Ik wil die dag in die sfeer doorbrengen. Ik wil mijn Bijbel openen en lezen wat er opgetekend staat in het Evangelie van Lucas. Ik ben het kind terug, de knaap, de jonge man, de rijpere man zelfs, en het is Lucas' hoofdstuk 2, dat ik volgen moet, om het verhaal te kennen, hoe het begint en hoe het verloopt.

    En ik blader, omdat het mijn dierbaarste Bijbel is, in de King James’ versie, en ik neem enkele korte passages eruit:

    2: 1. And it came to pass in those days, that there went out a decree from Caesar Augustus that all the world should be taxed…

    2: 4. And Joseph also went up from Galilee, out of the city of Nazareth, into Judea, unto the city of David, which is called Bethlehem; (because he was of the house and lineage of David).

    2: 5. To be taxed with Mary, his espoused wife, being great with child.

    2: 7. And she brought forth her firstborn son and wrapped him in swaddling clothes, and laid him in a manger; because there was no room for them in the inn.

    2: 8. And there were in the same country shepherds abiding in the field, keeping watch over their flocks by night.

    En het verhaal van Lucas gaat verder zoals we het altijd hebben gehoord. En

    2: 9. … And lo, the angel of the Lord came upon them, and the glory of the Lord shone round about them; and they were sore afraid.

    Maar de engel zegde hen niet bevreesd te zijn want hij bracht hen groot nieuws: in een stal, was een kind geboren, in ’swaddlings’, doeken gewikkeld en liggend in een kribbe. En zo maar verder en,

    2: 13 en 14. And suddenly there was with the angel a multitude of the heavenly host praising God and saying … and on earth peace, good will towards men.

    Gelukkig dat we het te horen gekregen hebben, maar zijn wij die dit met nostalgie in de stem, lezen, gelukkiger dan zij die dit verre, eerder romantische gebeuren, beleven als ernst en als de zin van hun diep geloof?

    Denk ik dan, dat nostalgie armoede is, een gemis is.

    25-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd van 24 december

     

    Dit zijn de dagen, de avonden en de nachten die we, om welke reden ook, niet vergeten te beleven mogen. Dit zijn de uren van een ‘zijn’ dat verschillend is van alle andere uren van zijn: de uren van de dag der dagen en van de nacht der nachten, is het niet omwille van de geboorte van een kind, het is omwille van de geboorte van onze beschaving, het opduiken ervan uit de nevelen van de tijd. Dit zijn de uren van het Nieuwe Testament dat het Oude heeft opgeslorpt.

    Het zijn geen uren van feesten, het zijn uren van bezinning, van een lang nadenken over hoe het groeide en hoe het vergroeide; over hoe het gisteren was en hoe vandaag en vooral over wat het morgen zou kunnen zijn. Want wat blijft er over in onze samenleving van vandaag van wat generaties vroeger was?

    Misschien niet zo veel meer wat de geboorte van het kind Jezus en het bezoek van de drie Wijzen uit het Oosten betreft, misschien, als ik kijk rondom mij, blijft er nog enkel over, wat die geboorte veroorzaakt heeft. Uiterlijk: abdijen, kerken en kathedralen, wat niet weinig is, Bach en Beethoven, Van Eyck en Memling, Ruusbroeck en Dante. Innerlijk: wat onze cultuur is, ons ingesteld zijn is.

    En wat meer is, een vorm van naastenliefde en gevoelens van respect die we, bij gebreke van die fascinerende geboorte en wat er uit is voortgevloeid, niet in die mate zouden gekend hebben. Met als gevolg dat we de vluchtelingen van vandaag aan hun lot zouden overgelaten hebben op de Middellandse Zee en hun zeker niet binnen hebben gebracht in onze contreien.

    We kennen nu ook de lange weg die we hebben afgelegd om niet meer van de aarde te zijn – zoals Saramago - maar van de Kosmos. Wat een immens verschil uitmaakt. Wat betekent dat we, in het derde millennium, zoals door André Malraux voorspeld, een tweede, nieuwe geboorte hebben ondergaan. Dit alles is van de uren van 24 en 25 december. Maar, we staan op het gevaarlijke punt dit te vergeten.

    Het zijn, om het anders te stellen, de uren van het pianoconcerto, van het gesprek tussen piano en orkest, het samengaan van de gedachte aan wat gebeurde die nacht, dat de piano is, en de dagelijksheid van onze handelingen, dat het orkest in zijn verscheidenheid aan instrumenten en klanken is die onze daden zijn. Vandaag moet het de piano zijn die de bovenhand krijgt.

    Dit is, hoe we ook zijn ingesteld, gelovige of niet gelovige, de betekenis van de uren van deze twee dagen. Deze mogen niet gedesacraliseerd, mogen niet ontheiligd worden. Ze zijn het zaad, de ontkieming van de westerse beschaving. De bron waaruit al wat het Westen is, is ontstaan. We kunnen of mogen dit niet achterlaten, als we dit doen, en het heeft er de schijn van, hebben we niets meer, staan we met lege handen – de kunst van vandaag is er het voorbeeld van – hebben we geen houvast meer, blijven we achter, totaal verweesd, ontzenuwd, ontbeend.

    Hoe we ook leven, we mogen niet verbasteren wat eeuwenlang in onze genen werd vastgelegd, we mogen dit niet verbannen alsof het nooit is geweest.

    We mogen geen kinderen op de wereld brengen die niet gedoopt worden, is het niet omdat ze behoren tot een Christelijke gemeenschap, het is dan wel omdat ze behoren tot een beschaving die onmiskenbaar haar wortels heeft in een christelijk gedachtengoed. We mogen niet nalaten hen te leren dat er, een machtig mysterieuze IETS is, dat we nimmer kennen zullen, maar dat IS en dat we, gemakshalve, God hebben genoemd.

    Dit is het allerminste dat we onze kinderen meegeven moeten: het bestaan van een spirituele aanwezigheid, in welke vorm ook, willen we niet dat ze zich later, als de behoefte naar iets, dat uitstijgt boven het materiële dat ze kennen - en onvermijdelijk in hen ooit zal opstaan - ze zich niet zouden laten misleiden en zich inlaten met de, te persoonsgebonden god van de Islam, een god die zich aan het infiltreren is in onze samenleving.

    Zo, wat ik besluiten wou, dit zijn, vandaag en morgen, de uren van het orkest dat een pianoconcerto, het vijfde van Beethoven, aan het spelen is.

    Ik droomde maar, ik ben altijd een dromer geweest.

     

    24-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons reële en virtuele ik.

     

    Een goede vriend – hij leest me, dus hij weet dat deze tekst van hem komt – stuurde me op zondag 11 maart 2012, om 12.10 een e-mail met als titel, ‘Karel en, Claude Lévi-Strauss op zijn 90ste':

    (Il y a) aujourd’hui pour moi, Claude Lévi-Strauss, un moi réel, qui n’est plus que le quart ou la moitié d’un homme, et un moi virtuel qui conserve encore une vive idée du tout. Le moi virtuel dresse un projet de livre, commence à en organiser les chapitres, et dit au moi réel: ‘C’est à toi de continuer’. Et le moi réel qui ne peut plus, dit au moi virtuel: ‘C’est ton affaire. C’est toi seul qui voit la totalité’.

    Ma vie se déroule à present dans ce dialogue très étrange.[1]

    Ik bewaarde deze woorden – ik was dan toch vooruitziende – om er vandaag aan toe te voegen:

    Ik sta op het punt de 90 te halen. Ik denk, hoogmoedig als ik schijnbaar ben: gelukkig niet deze van Lévi-Strauss, ‘dont le moi réel ne pouvait plus’. Mijn ‘moi réel’ en mijn ‘moi virtuel’ zijn nog innig verbonden tot één ‘moi virtuellement réel’ of ‘réellement virtuel’. Ze liggen niet in discussie met elkaar. Ik ben nog altijd in staat te schrijven wat ik denk en te denken aan wat ik schrijven wil. Claude Lévi-Strauss had op zijn negentigste nog 10 jaar te leven, hoe heeft hij die doorgebracht. Ik zoek het niet op, ik wens het niet te weten, maar dat het mij niet overkomt dat ik verder zou moeten leven met een ‘moi qui ne peut plus’.

    Zo, ik word negentig en dan wat de dagen van mijn negentigste jaar?

    Het blijft altijd een kwestie van overleven, en voor mij ook, een kwestie van overleven van mijn ‘virtuele ik’, maar dan, in de grote, noodzakelijke, voedende, schreeuwende hoop, dat mijn ‘reële ik’ voldoende kracht, moed en inzet zal overhouden, opdat l’étrange dialogue, waar Lévi-Strauss mee gekweld zat, niet mijn lot zou zijn.

    Ik schrijf, ik teken alles op, wel met Ugo als mijn virtuele ik, maar ikzelf ben evengoed mijn virtuele ik tot op vandaag. Ik hoef hem, de virtuele, nog niet op te jagen, hij volgt me op de voet, ofwel ben ik het die hem volg, maar de verstandhouding is gebleven. Ik zou er zelfs durven aan toevoegen dat ik eigenlijk altijd meer de virtuele ben geweest - zegge hij die schrijft - en, de andere was hij die leefde, die handelde als hij niet schreef. Maar zelfs dan handelde hij, schrijvend in gedachten.

    Op dagen zoals deze en vooruitdenkend komt deze dag van mijn negentigste in een speciaal daglicht te staan, hoewel het maar een cijfer is dat gezien zijn binding met de tijd, eerder afschrikt dan verblijdt. Dit is wat ik er aan overhoud. Ik spreek er liever vandaag over, met nog wat ruimte voor mij dan dat ik erover schrijven zou op 29 december als het moment daar zal zijn. Van nu af vermeld ik het niet meer.

    Maar, en hiervoor ben ik dankbaar, ik ben tot op heden, nog niet zo ver afgedwaald als het reële ik van Lévi-Strauss. Of kan het dat ik me vergis?

     

    [1] Claude Lévi-Strauss évoque sa vieillesse dans un numéro spécial édité à l’occasion de ses 90 ans et lors d’une réception au Collège de France. Hij overleed in 2009. Hij was toen, 100 jaar oud.

    23-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    22-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zonnewende, de dag erna.

     

    Het was gisteren 21 december, om 17.28 MET, dat, gezien vanaf de aarde, de zon - het middelpunt ervan – in plaats van verder te gaan naar het zuiden toe, even, heel even maar, talmde en zich scheen om te wenden, nu in de richting van het precieze oosten, naar het punt dat ze, als alles verloopt zoals het berekend staat, bereiken zal, om 17.15 op 20 maart, van het komende jaar.

    Dit punt van het ‘even’ talmen is het punt van de winterzonnewende - het wintersolstitium, letterlijk het stilstaan van de zon, recht boven de Steenbokskeerkring - het moment dat op het noordelijk halfrond, de astronomische winter begint en, dat de dagen beginnen te lengen, het moment dus dat het licht dag bij dag terugkeert.

    Belangrijk? Natuurlijk is dit belangrijk, levensbelangrijk, berekend en ingesteld op een fractie van een seconde na, door de Grootmeester die de Natuur is, of hoe je die ook noemen wilt. Het is het mirakelmoment, eens we er ernstig over nadenken, eens we ons vragen gaan stellen waarom de inclinatie van de aardas wel nodig was en waarom precies, dit aldus geregeld werd.

    Nu, ik heb enkel de Sterrengids 2017[1] te mijner beschikking, het is dit boek dat me meer leert dan wat ik ooit begrijpen zal over sterrenkunde, maar het lijkt me toe, dat het maar logisch is dat ik, zoals de zon, even stil sta bij dit fenomeen van zonnewendes. Ik zocht het niet op maar ik ben er zeker van dat ik er vorig jaar ook over gesproken heb. En bij deze, is er een tweede mirakel, namelijk dat ik de gelegenheid heb gekregen er een jaar later, opnieuw over te schrijven, wat in mijn geval, vind ik toch, uitzonderlijk is.

    Ik spreek erover vandaag en niet gisteren, omdat ik met mijn ontdekking van wat ik gisteren bracht, te verrast was opdat ik het niet prioriteit zou gegeven hebben. En ook, omdat wat ik je vandaag meedeel, de zon, opgestaan amper halfweg tussen zuid en oost, wel een dag wachten kon. Want wie zou het kunnen bemerkt hebben, het was, een grauwe morgen gisteren en vandaag en hij zal morgen even grauw zijn, even oud en grijs, luchten die niets te maken hebben met het glorierijke van de feesten die ons, komende van uit alle mogelijke richtingen, zelfs van uit zenit en nadir, overvallen.

    In feite, als er iets te feesten valt dan is het ook wel de zonnewende, maar weinige spreken ervan.

    Maar het is goed, vind ik, te weten dat er zo iets is als de tollende, zwiepende beweging van de aarde omheen de zon. Voelen we het niet, we zien toch het effect ervan en het opent heel wat perspectieven te weten dat het niet de zon is die beweegt, maar dat het de zon is die ons, die de aarde bewegen doet; vooral dan te weten dat de aarde niet het centrum is van al wat is.

    Al zijn er nog heel wat die het denken, ze zijn totaal, maar dan ook totaal mis. En, ze willen het ook maar niet weten. Ze blijven geloven in wat ze zien en wat ze zien is niet, is nooit wat is. Zo dwalen ze in vele zaken, in sommige die gevaarlijk zijn. Gelukkig zijn er die het weten die verder kijken dan wat er ogenschijnlijk is te zien. Ons bekoort het onverwachte, het grandioze van de zon die even talmt, het mysterieuze van de tentakels van het grote Zijn, tentakels die zich uitstrekken, onvermijdelijk - en waarom niet? - tot ver na de dood.

    [1] Sterrengids’ jaarlijks uitgegeven door www.stipmedia.nl

    22-12-2017, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de vrede op aarde

     

    Je schrijft elke dag wat je te melden hebt. Soms is het diepzinnig, soms is het oppervlakkig, maar eens voltooid is het weg uit jou en kan je denken aan wat je daarna schrijven gaat. Schijnbaar is er niets gecompliceerd aan.

    Veel leest je niet meer, wat mails die binnenkomen en die je erna ‘deleten’ kunt, tot je, op een morgen, het verhaal van een Joodse jonge man in een concentratiekamp, onder ogen krijgt[1]. En je aanvoelt dat het een ‘kaddish’-verhaal is over het leven van 600 ‘uitverkorenen’, het leven dat al geen leven meer is maar een bestaan nog, de duur van een paar dagen met de dood geprint, de dood getatoeëerd in de ogen.

    En de zoon, Tobias Schiff, van een onder hen, als niet-uitverkorene, die totaal hulploos al die tijd, de dood afleest in de ogen van zijn vader die hij bijstaat tot het einde, tot hij hem ziet vertrekken, staande in een helse vrieskou, op weinig na naakt, op een vrachtwagen naar de ovens toe.

    Je leest over wat zich voordeed van dinsdag 18 tot vrijdag 21 januari 1944. Jij, toen amper 17, totaal onwetend over wat er ergens in die wereld, gebeurde. Je verneemt het pas nu, in de sfeer naar Kerstmis toe. Je leest het, in al zijn gruwel, in al zijn rauwheid, en ook, in al zijn grootheid van het geschreven staan.

    Het is een vriend, Roger T. die me, hij ongewild, op de vingers tikt, om me te zeggen, hij zegt het niet aan mij alleen, het is vastgehaakt in en aan zijn beste wensen – maar ik voel het zo - en ik realiseer me dat wat ik schrijf een grote luxe is. Woorden die de werkelijkheid zoveel mogelijk trachten te ontvluchten, terwijl die van de zoon Tobias, de meest brandende, de meest afschuwelijke zijn die ooit kunnen geschreven worden. Of, mijn woorden vreugde zijnde, deze van hem, meer dan pijn.

    Arnon Grunberg schreef een voorwoord bij de nieuwe uitgave van het boek. Hij weet over de kampliteratuur – en het is aldus dat ik het lezen van een passage ervan ervaren heb – ‘dat die alle literatuur veranderd heeft. Na de kampliteratuur kan de schrijver niet meer beweren te leven in de afzondering van zijn ivoren toren om daar zijn autonome kunstwerk te creëren; hij mengt de toverdrank van ervaringen en fantasie, van verbeeldingskracht en min of meer doorleefde emoties en daar, duikt ineens na verloop van tijd, als een konijn uit een hoge hoed, het autonome kunstwerk op.’

    Ik heb dus vandaag, de gezelligheid van het nest in mijn ivoren toren verlaten omdat, wat ik jaren lang geschreven heb, plots te schril afsteekt van het weinige dat ik las van Tobias Schiff en, naar ik vermoed, typerend is voor de geladenheid van het verdere in het boek, dat ik niet lezen zal. Wat ik ervan weet is voldoende. In de tijden van nu ben je nimmer zeker, waar je, of de nakomelingen van jou, ooit eindigen zullen. De mens, in bepaalde omstandigheden een dier zijnde, dat de mens, een homo sapiens zijnde, uitroeien wil.

    Ik wou dit, even maar, heel even maar, aanhalen en voorleggen in deze dagen van vrede op aarde, niet alleen aan alle mensen van goede wil, maar ook en vooral aan zij geen begrip hebben van wat het is in vrede en peis te leven, hic et nunc op deze aarde.

     

    [1] Tobias Schiff: ‘Terug op de plaats die ik nooit verlaten heb’, EPO 2017

     

    21-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat valt er te vieren?

     

    Voorheen, in de jaren van de Kerk, was er de mysterieuze geboorte van het kindeke in de kribbe, was er Bethlehem met de ster in het oosten; was er het toeleven naar wat gebeuren ging in de nacht van 24 december, precies om middernacht en, met zijn hoogtepunt op de dag erna, de viering van de geboorte.

    Zo heel lang is het niet geleden, maar dan toch een generatie, dat ik - was het niet om middernacht? - luisteren ging naar het verhaal over deze geboorte in de crypte van de Sint-Baafskathedraal. Veel langer zal het niet geleden zijn, maar in de tijd van één generatie is, wat bijna twee millennia lang gebruikelijk was, onnodig geworden, voorbijgestreefd door wat het nu is: een Kerstman in gekke kleding gehuld, met baard en muts en een zak, zo gezegd met geschenken, op de rug. Wat wordt het, een generatie of misschien twee, verder nog of, hoe geraken we ooit nog weg uit deze gekheid, uit deze grote geesteslege verwarring van geschenken en feestmalen?

    In welke mallemolen zijn we terecht gekomen: feesten en nog eens feesten, het kan niet op. kerstbomen en kerstmarkten, massa’s steeds maar wederkerende gezangen tot vervelends toe. We vergaan erin, we worden meegesleept, meegezogen in een vortex van verwachtingen zonder de minste inhoud. Zo, laat me in alle rust en eenvoud mijn dagen doorbrengen, zelfs al is er geen geboorte meer op komst waar ik naar toe kan leven, er is dan toch de weemoed van het jaar dat naar zijn einde loopt. Een einde dat geen feest nodig heeft.

    Ik voelde me vanmorgen nog altijd hoog in de bergen, in de geur van hars en dennennaalden, van de wind in de bomen, van de eekhorens en schichtige reeën, verbaasd me te zien op hun domein.

    Ik was er in de grote weelde van het zijn, opgenomen in de schoot van al wat is, ruim, open, verbonden. Ik was ogenblikken van de eeuwigheid die me wachtte; ik was van de tijden van vroeger, van moeder en wafels, van de voeten op de Leuvense stoof en van het trage vallen van de sneeuw, geruisloos, het rijzen van de vlokken; ik was van de mussen in de korenmijten, ik was van de dicht gevroren vijvers, glijdend over het spiegelijs van vergeten dagen en van kinderstemmen in de ijle avondlucht. Ik wist hoe de stilte was, het traag verlopen van de tijd, van het bestaan naar kerstdag toe, naar de geboorte toe. Want een kind ging ons het geboren worden, een verlosser die ons bevrijden zou van alle pijnen en alle zorgen, van alle zonden, welke ook, als die er nog zouden zijn.

    Zo, vandaag waarom is het dat we feesten, wat valt er nog te vieren? Enkel het feesten om te feesten is ons gebleven, de kerstening van het geboren worden is voorbij, geen kind dat het nog weet, en met de vreemdelingen om ons heen, niemand die er iets van begrijpt, de verwarring is totaal, zelfs de sneeuw blijft weg, alleen rest er ons het feesten met toeters en tierelantijnen.

    Ik dacht aan onze voorvaderen. Deze wisten wat er te vieren viel. Ze lazen het in de zon en in de sterren, ze lazen het in de stenen van Stonehenge, dat de duisternis overwonnen was, dat de tijd van het licht terug was, de tijd om te zaaien, te paren en te planten, de tijd om te oogsten erna. Het was voor hen de tijd van vuren en de tijd van het bezinnen, die deze van ons zou moeten zijn en niet de tijd van Delhaize of Carrefour, ons hoofd is al hol genoeg.

    20-12-2017, 06:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    19-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eenzame in het woud van woorden

     

    Waarom is het dat ik enkel schrijven kan over dingen die ‘weird’ zijn - het woord ‘weird’, unconventional, unusual or bizarre - dat doorgebroken is, zoals enkele jaren terug, het woord ‘stalking’ – to stalk, (dreigend) besluipen - is binnen gevallen, ineens bekend door iedereen, terwijl we destijds, toen Izthak Bentov met zijn boek ‘Stalking the wild Pendulum’ in 1978 verscheen, er maar enkele wisten wat ‘stalking’ wel betekende en Bentov er enkel een onschuldig besluipen in zag, maar zeker geen bedreigend.

    Stalking’ vandaag is bedreiging geworden, een besluipen van het slachtoffer met kwade bedoelingen. Er zijn er voorbeelden van voldoende opgedoken om het woord in een klap af te zonderen als gevaarlijk, terwijl voorheen ‘a stalker’ iemand was ‘who stalks animals’, die dieren besloop. Aan het besluipen van personen werd in het ‘Oxford advanced learner’s dictionary, 4th edition van 1989’ nog niet gedacht, wat dan vandaag een grote specialiteit geworden is.

    Nu, dit terzake, het is me duidelijk ik schrijf over ongewone dingen, ongewone voorvallen, ongewone toestanden waarin ik me bevind, en zelfs bevind ik me in gewone toestanden ik beschrijf er het ongewone erin. Dit is geen gave, dit is een zijn, een ingesteld zijn – ‘ingesteldheid’ vind ik niet bij Van Dale – een misvorming die me in deze dagen, duur kan te staan komen als het er op aan komt te oordelen over wat ik schreef of waagde te schrijven.

    Het is vandaag niet of morgen, dat dit ingesteld zijn op wat ‘weird’ is, zich zal wijzigen, al wou ik wel, al wou ik wel kunnen schrijven over gewone dingen, zonder er het bijzonder karakter van te belichten, zonder me te verliezen in bespiegelingen die maar al te ver dragend zijn. Maar ik wou heel wat en blijf maar willen. Ik ben, in de loop der jaren een eenzame boom geworden in een eenzaam, weliswaar vreedzaam, landschap. Als men me als dusdanig benadert is alles OK, als men me benaderen wil als een boom in het bos, dan ben ik a lost man, ben ik een eenzaat, een kluizenaar in de woestijn en dan ook is het beter dat ik zwijg.

    Ik voel me vandaag, nu de bergen me overvallen om, ik weet niet welke reden, als de oude, vreemde Joodse dame, die zich opgesloten houdt, of hield, in een chalet gelegen op de bomengrens op 2000 meter hoogte en niet meer naar beneden komt of kwam en geholpen wordt voor haar hout en boodschappen door de scouts van het dorp, zo lang die er nog zijn.

    Die wakker geworden met de chouka’s en de eksters, met de eekhorens en de reeën, haar dag doorbrengt met na te denken over wat haar, op alle ogenblikken in haar leven, is overkomen.

    Eenzaam als boom, en schrijvend, geconfronteerd met mezelf, in een eenzaam landschap, ben ik als deze dame, die de laatste dagen niet uit mijn gedachten is geweest, wiens plaats op de bomengrens, ik innemen wou om me te louteren, me te zuiveren van al het ‘weirde’, het ongezellige, het bevreemdende dat me overkomen is in mijn leven, om over te houden, een puurheid die ik altijd heb nagestreefd maar zelden heb ontmoet in mij.

    Het drama is dan wat ik wel heb ontmoet: woorden, te veel om goed te zijn.

    19-12-2017, 09:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een ogenblik te zijn van het Zijnde

     

    Dit is mijn zoveelste gesprek met jullie. Het begint in de morgen en het eindigt in de avond. Je bent dus niet uit mijn gedachten. Zelfs in de nacht denk ik aan wat ik jullie vertellen ga over wat mijn dagen zijn. Voor mij is het een kleurrijk lint, kunstig geknoopt over wat mijn dag is geweest, alsof dit de essentie zou zijn van wie ik nog ben of nog kan zijn.

    Het is dus geen kwestie van een paar ogenblikken geconcentreerd zijn om enkele woorden na te laten. Helemaal niet, het is een kwestie van uren ingesteld zijn op wat ik als essentieel van mijn dag nalaten wil. Het is volle ernst, oordeel dus niet lichtzinnig over wat je te lezen krijgt, want het is de adem in mijn aderen, het is het sap uit de druif die ik zijn wil. En elke dag vraag ik, zoals Rilke, om ‘zwei ‘südlichere Tage’ in meer, opdat wat ik je brengen zou een volheid zou kennen, eigen aan een Bourgogne wijn.

    Is dit, wat het leven betreft, wat mijn handelingen betreft, noodzakelijk? Kan ik nog de uren zien voorbijgaan zonder te denken aan wat ik jullie verschuldigd ben. Want verschuldigd is het correcte woord, niet alleen omdat je het verwacht van mij, maar meer nog omdat het verschuldigde een doel is in mijn leven, en ik zonder dit aan jullie ‘verschuldigd zijn’, een dorre tak zou zijn en zelfs een dorre stam die wacht om onopgemerkt te verdwijnen uit het landschap. Weet dat ik jullie dankbaar ben me trouw te lezen; weet dat jullie mijn voedingsbodem zijn, dat ik niet de sterkte hebben zou er dag na dag opnieuw aan te beginnen, me in te stellen op jullie, indien ik niet weten zou dat je talrijk zijt om me te volgen tot in de kronkelingen van mijn gedachten.

    Want kronkelingen zijn het, ook vandaag. Ik weet dat het niet kan dat ik mijn dank tegenover jullie nog niet zou uitgesproken hebben, omdat het een gevoel is dat heerst in mij, namelijk dat ik niets ben waren jullie er niet.

    Is er een wisselwerking? Is er ook bij jullie een gevoel van verbonden zijn met wat het spiegelbeeld is van wat mijn dag is geweest, en zijn jullie de foto van dit spiegelbeeld?

    De vijver die ik bezocht in de namiddag is van een grote stilte. De struiken, de bomen, de dingen er omheen liggen er beweegloos in weerspiegeld. Ik denk aan wat ik schrijf en jullie elke morgen voorleg, ik denk dat ik aldus weerspiegeld wordt in jullie, de tijd dat ik vijver ben voor jullie en mijn woorden het water zijn, soms donker, soms  lichtend. Ik, me weerspiegelend in het spiegelbeeld dat jullie hebben van mij.

    Het wondere dat van de geest is, dat van de tijd is, dat van de natuur is, dat van de binding is tussen ons, we vergeten ons zelf, al was het slechts een fractie van een ogenblik, we vergeten ons zelf om van dit alles te zijn, om zonder naam of identiteit van het volle, krachtige, onstelpbare, onstuitbare leven te zijn, een verdwaald, verdwaasd ogenblik, weten, in de eerste plaats, van de Kosmos te zijn.

    18-12-2017, 09:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe we er staan.

     

    Dit is, een lange aanloop naar een cijfer dat gebeiteld wordt in de hardste steen. Je hebt er nu al een voorbeeld van hoe je je voelen kunt, omringd door vrienden: een ster, Sirius, heliacaal gerezen juist boven de horizon, het beginpunt van een (Egyptische) periode en, van daar uit, op de aarde je tocht beginnend naar het punt in de tijd, voor jou opgetekend.

    Het punt dat je nog niet kent, maar dat al duidelijk aangestipt staat – al weet je niet hoe duidelijk – in de omstandigheden die deze van vandaag zijn. Waaruit dan deze die van ‘het’ punt zullen zijn, ontstaan zullen. Je bent er gerust in, je weet dat het onvermijdelijk is, dat het recht op jou afkomt, zonder omwegen, zonder franjes, zonder mogelijk gezichtsbedrog, en je hebt je armen geopend, je denkt dat je het aan kunt, zelfs al zou het een verrassing zijn.

    Dit zijn eens te meer, de gedachten van iemand die waakzaam blijft, die, om te beginnen geroerd is door het licht van de nieuwe dag, die is van de weergalm van de dagen ervoor en die je opsommen kunt, omdat je het neergezet hebt op, en verweven in het tapijt van je geschriften. Uitkijkend naar meer, al weet je wel dat dit ‘meer’, in niets het ‘meer’ van de vorige dagen overtreffen zal, maar een afdruk zijn zal van wat was, vandaag vooral omdat er geen Rilke zal zijn om je af te leiden naar andere sferen.

    Hoe je het ook stelt, hoe je je ook wringt in welke vormen ook, de wereld houdt je in zijn greep. De woorden die je vindt om te schrijven zijn woorden uit de hemel neergekomen, de hemel die van de ruimte is en de ruimte die van de dag is, van de stilte van de dag is die je overwelft, zoals een gewelf van een gotische kathedraal je overwelft als je er neer gaat zitten, de blik naar het oosten gericht, naar de bron van al wat je bezielen kan.

    Je hoeft van niets overtuigd te worden, je bent overtuiging. Je bent wat is, je bent de binding naar wat komen gaat, en - je zegt het maar open en bloot – niet lang meer dralen moet. Ondertussen is er de verwondering, is er het heilige, of beter het sacrale van de maaltijd van de vriendschap. Alle goede dingen worden besproken bij een maaltijd. Je nam deel aan enkele die deze woorden bekrachtigen, of dit nu hier of daar plaats vond, de bekrachtiging is evenwaardig.

    Zo bestaat je en de dagen wentelen over jou, in a hurry, dus niet ‘like lazy cattle moving across the landscape, zoals de dagen wentelden over Mister Chips. Echter, wie leest er James Hilton nog?

    Het is duidelijk, als ik schrijf over wat ik achterlaat, ik me zie als van een vroegere generatie, van deze van Jules Verne en van Ernest Claes, van Streuvels en van Felix Timmermans, die mijn jonge jaren waren. Ik wil wel, maar ik kan er niet van los, kan er niet van weg. En hoe wil je dan dat ik me verliezen zou in Claus of Boon, als ik Noteboom heb en de essays van Hertmans, als ik Gilliams heb en T.S.Eliot, als ik de Bijbel heb?

    Laat me in mijn doen en laten, laat me in mijn oordeel over wat ik denk kunst te zijn; kunst, schoonheid, die me verheffen kan, me optillen kan tot in de wereld van het transcendente. Waar het goed is te vertoeven omdat je er alle wegen bewandelen kunt, ook deze die van het eeuwige, van het oneindige zijn. 

    17-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs