Het ziet er naar uit dat de wearables meer en meer au sérieux genomen worden. Vorige keer heb ik al gerapporteerd over de Vlaamse 'Embracelet' die beloofd van alles te kunnen tegen deze zomer.
Nieuw is het bericht dat donderdag werd aangekondigd door Philips. Meteen een grote speler die zijn schouders onder het mhealth gebeuren zet.
Philips zal samen met het Leidens Universitair Medisch Centrum (LUMC) een onderzoeksprogramma uitrollen die de relatie tussen leefstijl en gezondheid bij ouderen wil nagaan. Men wil gepersonaliseerde coaching oplossingen (o.a. door gebruik te maken van allerlei wearables en sensoren) ontwikkelen voor chronisch zieken en ouderen.
De uitdaging ligt volgens hen in het vertalen van allerlei data naar bruikbare en clinisch relevante informatie die de uitkomst van 'lifestyle' interventie programma's en medische behandelingen verbetert. Het ultieme doel is het aantal ziekenhuisopnames hierdoor ook te kunnen reduceren en een betere kwaliteit van leven te realiseren voor de chronisch zieke thuis.
De parameters die men in eerste instantie wil analyseren zijn : activiteit, slaap, oefeningen,... bij de chronisch zieken thuis. Men hoopt gepersonaliseerde algoritmes te kunnen ontwikkelen die nagaan in hoeverre de chronisch zieken hun afspraken kunnen nakomen en hun persoonlijke doelstellingen kunnen bereiken. Tevens hoopt men via een aantal voorspellende parameters (bloeddruk, bloedmetabolieten, bloedglucose,...) een invloed te kunnen uitoefenen op de gezondheidsevolutie bij de cliënt.
Categorie:Wearables en mHealth Tags:Philips healthcare, sensoren, empowerment, chronisch zieken
23-03-2015
Zorg en ICT Jaarbeurs Utrecht 2015
Vorige week woensdag, donderdag en vrijdag was het Zorg en ICT beurs in Utrecht.
Het aanbod van allerlei wearables, personenalarmsystemen, arbeidsondersteunende systemen, assistieve technologie, ... was mooi en interessant.
Stilaan worden een aantal technologieën volwassen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik met een 'tas' vol ideeën en afspraken naar huis gekomen ben en ze nog even moet sorteren. Dit doe ik natuurlijk ook met het oog op de nieuwe opleiding zorgtechnologie die in september, als enige in Vlaanderen, start te Kortrijk.
Ik wil hier alvast over 1 item rapporteren.
Neem nu het EPD of Elektronisch Patiënten Dossier. Meer specifiek wat er in de ziekenhuizen ontwikkeld wordt.
Ik koppel dit graag aan de toekenning (2 tal weken terug) van HIMSS level 7 aan het UMC Radboud universitair medisch centrum in Nederland.(sommigen beweren dat zij in feite nog maar op level 6 zitten)
Hoe hebben zij dit kunnen behalen? Door af te stappen van 'amateurisme' en iedere arts niet langer toe te laten om zijn eigen 'standaarden' en programmaatjes te laten draaien. (Ik heb natuurlijk gemakkelijk praten want ben geen ziekenhuisdirecteur)
In het UMC heeft men er resoluut gekozen voor een geïntegreerd software systeem (EPIC) dat het ziekenhuis moet voorbereiden op de volgende 20 jaar (en langer). UMC heeft als geen ander ingezien dat zij teveel tijd en geld investeerden in bestaande software pakketten die, volgens de verkopers alles konden, maar eens aangeschaft blijkbaar dan toch niet 'konden'.
Laat dit nu net de verhalen zijn die ik de laatste 10 jaar opvang in Vlaamse ziekenhuizen. Vaak heeft het te maken met financiële middelen. Men investeert in een software pakket voor medicatie. Daarna heeft men budget voor een EPD. Daarna (of ervoor) denkt men aan een OK planningspakket,.....
Als je alles begint op te tellen dan stellen de ziekenhuizen vast dat zij (over de laatste 10 jaar) toch al miljoenen euro's in software hebben geïnvesteerd. Maar die pakketten aan elkaar koppelen. Dat is een ander paar mouwen. Dan kijken de softwareontwikkelaars naar elkaar en zegt de ene firma van de andere dat hij de verkeerde standaarden gebruikt..... Met als gevolg dat de huidige generatie ziekenhuisdirectie met de handen in het haar zit en schrik heeft om nog een beslissing te nemen.
Laat dit nu net zijn wat sommige bedrijven willen. Zij beloven die directie dan wel wat verder te willen ontwikkelen (tegen een bepaalde prijs natuurlijk) en dat dit toch een 2 tal jaar in beslag zal nemen.... moet ik dit nog verder vertellen hoe het afloopt?
Onlangs heb ik echter een nieuwe speler op de markt zien verschijnen. De consultancy bureaus. Je weet wel, die mannen en vrouwen (deftig gekleed) die er altijd in slagen om dikke rapporten te produceren met een behoorlijk prijskaartje. Uiteraard moeten zij er zijn om bepaalde zaken in kaart te brengen. En uiteraard leveren zij in bepaalde gevallen zeer goede diensten. Maar mij gaat het erom dat ziekenhuisdirecties er blijkbaar niet in slagen om de vinger op de wonde te leggen (nochtans met al die specialisten...). Ik vraag mij dus af of deze consultants wel de oplossing zullen brengen. Zullen zij het ziekenhuis het juiste advies kunnen geven? Een advies dat toekomstgericht is?
Voor mij zijn er momenteel 2 spelers die het waardig zijn om software in ziekenhuizen aan te bieden. EPIC is er één van. Hiervoor heb ik geen rapport nodig.
Categorie:ICT en e-health Tags:softwere, EPD, EPIC, ziekenhuisinformatiesystemen,
22-03-2015
Embracelet
De lezers van De Tijd krijgen 4 weken lang informatie over de digitalisering (disruptie) binnen de gezondheidszorg.
Al bij al een aantal bescheiden reportages met een stand van zaken. De standaard was al eerder begonnen met 'de correspondenten' die ook over gelijkaardige bewegingen rapporteren.
Uiteraard kan ik dit vanuit zorgtechnologisch standpunt alleen maar aanmoedigen. Hoe meer informatie hoe beter voor zowel consument als producent.
Dit WE brengt de tijd het verhaal van de 'slimme armband voor senioren'. In geuren en kleuren maakt men het relaas van een aantal 'captains of industry' die onder leiding van de internetevangelisten Peter Hinssen en Steven Van Belleghem 'Silicon Valley' ontdekken. Dolenthousiast komen zij terug en denken zowaar aan een nieuw bedrijfje. Recent heb ik nog Geert Houben (Cubigo) gehoord over zijn 'avontuur' in Silicon Valley (Geert is de eerste Belg die een Google bootcamp mag meemaken). Hij merkte op dat het SV model niet zomaar over te zetten is naar een Vlaamse Valley. Eén groot verschilpunt is bvb het mogen mislukken. In Silicon Valley kan je het maar maken als je 'onderweg' ook eens mislukt. Waar men in Vlaanderen een mislukking meteen afschrijft als 'niet meer in aanmerking komen om opnieuw te beginnen' ziet men in SV deze mislukking net als een leermoment/een opportuniteit. Een leermoment dat je kan meenemen bij de verdere ontwikkeling van uw product.
Uest (oe est?) zal het nieuwe Vlaamse bedrijf heten. Er wordt behoorlijk wat kapitaal tegen gegooid en tegen medio 2015 verwacht men de slimme armband (die naast alarmfunctie, tal van andere eigenschappen zal bezitten) op de markt te introduceren.
Met Wouter Beke (als co-investeerder) zitten wij dan weer politiek goed. Want tot op vandaag werden jonge start-ups in België en Vlaanderen een beetje aan hun lot overgelaten of moesten zij van goeden huize zijn om een startkapitaal bij elkaar te krijgen. Crowdfunding brengt voor sommigen soelaas. Maar als ik bvb kijk naar wat Gociety wil inzamelen (doelstelling is 100.000 euro, zij zitten momenteel na 3 weken op 60.000 euro) dan smelt dit in het niets tgo de meer dan 500.000 die door de Vlaamse ondernemers geïnvesteerd werd.
Doch, meer van dit zou ik zeggen en laat de media maar verder communiceren over deze nieuwe technologieën. Ook de politieke wereld heeft nood aan bijkomende sensibilisering. Met Maggie De Block aan het roer voel je dat er verandering zal komen. Nu nog de artsen-specialisten mee krijgen en de gezondheidszorg zal er binnen 5-10 jaar heel wat anders uit zien.
Interessante aanvulling vond ik dit WE in de standaard. Waar prof Patrick Van Eecke het heeft over de privacy wetgeving en het standpunt van Europa. Hij heeft het onder andere over privacy by design en privacy by default. Het gaat de goede richting uit, zeker als de cliënt zelf kan opteren hoever hij gaat in het vrijgeven van bepaalde informatie.
Vorige week verscheen een onderzoek uitgevoerd door Accenture.
Het gaat om een zogenaamde consumer enquête bij 10.730 volwassenen (> 65 jaar)in 10 landen (US, Australië, Brazilië, Canada, Spanje, Italië, Noorwegen, Japan, Singapore en UK).
Men peilde naar gebruik en behoeften inzake technologie. Een aantal statistische analyses en de representativiteit is moeilijk te achterhalen, waardoor deze enquête met de nodige omzichtigheid moet worden benaderd.
Een aantal conclusies op een rij :
1. 2 op 3 senioren wil graag de zorg zelf zo lang mogelijk in handen houden.
2. 3 op 5 senioren ziet het wel zitten om hun gezondheidstoestand zelf te monitoren aan de hand van wearables : zelf opvolgen van hartritme en bloeddruk.
3. 3 op 5 senioren is geïnteresseerd in 'online' communities over gezondheidszorg of aan te sluiten bij een community zoals 'patientslikeme'
4. 30 procent van de senioren is geïnteresseerd in een online patiënt navigator om hun gezondheid te begeleiden.
Interessante trends maar toch voorzichtig mee omspringen. Alhoewel het misschien de 'early adapters' zijn geeft het toch aan dat technologie niet exclusief iets is voor de Y generatie maar dat ook de 65 plusser hier actief gebruik van begint te maken.
Mijn advies is dan nog steeds : test uw device en/of wearable ook bij de senior vanaf 65 jaar. Het is een generatie die nog 20 tot 30 jaar gebruik zal kunnen maken van deze technologie en dus interessante doelgroep
Categorie:User Centered Design Tags:mobile websites, gebruiksgemak, smartphone en websites
08-03-2015
Betere resultaten bij diabetes type 2 door telecoaching
Bij patiënten met diabetes type 2 heeft telecoaching een positieve impact op risicofactoren zoals gewicht, bloedsuikerwaarden en cholesterolgehalte.
De Landbond Onafhankelijke Ziekenfondsen (LOZ) deed hierover een studie bij 574 leden.
Dit onderzoek liep in samenwerking met de KU Leuven en de UGent.
Er werd een telecoachingprogramma (COACH) getest door paramedici.
COACH bestaat uit 5 telefonische sessies van 30 minuten om de 4 -5 weken. De diabetes-educator moedigt de patiënt in begrijpelijke taal aan zijn streefwaarden rond bloeddruk, bloedglucose en gewicht te bereiken. Coach en patiënt spreken in overleg met de huisarts concrete actiepunten af.
Er namen 574 personen met diabetes type 2 aan deel. Er was ook een controlegroep.
Volgens LOZ zijn de resultaten bemoedigend. De telecoachinggroep scoorde significant beter dan de controlegroep op vlak van bloedsuikerwaarden, BMI en totale cholesterol. In de telecoachinggroep steeg het aantal patiënten dat de behandelingsdoelen bereikte met 8,5% tegenover een daling met 1,6% bij de controlegroep. 97,5% van de deelnemers was tevreden over het programma en 92,1% gaf aan dat de telefoon een geschikt medium was om met hun coach te communiceren.
Graag dus nog meer van dergelijk onderzoek waarbij de chronische zorgvrager betrokken partij is.
In the American Journal of Managed Care verscheen onlangs een interessante studie.
Patiënten met cardiovasculaire problemen werden gedurende 2 maanden intensief opgevolgd via een programma 'op afstand'.
Het programma bestond uit een interventie die tot doel had angst, depressie en stressfactoren van invloed op CV lijden te reduceren.
Aan de studie namen 400 patiënten deel (200 in CG), waarvan 70% mannen. Er werden 16 video/telefoon sessies georganiseerd tijdens de 2 maanden FU.
Na 2 maand stelde men bij de EG minder depressie, angst en depressie vast dan bij de CG. Er werden ook 31% ziekenhuisopnames vastgesteld tijdens de 6 maanden na de interventie.
De auteurs concluderen dan ook dat een interventie op afstand, gericht op een gedragsverandering en/of ondersteuning van de patiënt heel wat heropnames voorkomt en meteen ook financieel interessant is voor de ziekteverzekeraars.
Zij zeggen wel niet hoeveel de interventie zelf kost maar dit lijkt toch wel een interessante studie met het oog op ondersteuning van chronische zorgvragers.
Onze collega Louis Neven, Avans hogeschool (lectoraat zorgtechnologie) houdt zich bezig met de acceptatie van technologie door ouderen.
Neven vindt dat de huidige (zorg)technologie teveel de focus legt op de categorie zwakke ouderen.
De uitdaging ligt volgens hem op het ontwikkelen van niet stigmatiserende technologie die mensen (en ouderen) verleidt zich gezond te gedragen.
Nog steeds gaat men te weinig uit van de wensen en behoeften van de gebruiker.
Binnen zijn lectoraat 'Innoveren voor Actieve Ouderen' wil hij de komende jaren met een 13 tal kenniskringleden nagaan welke technologie de mensen verleidt zich gezond te gedragen.
Wij kijken alvast uit naar de resultaten die wij dan weer kunnen gebruiken binnen de opleiding zorgtechnologie
Categorie:Acceptatie technologie Tags:innovatie technologie, ouderen en technologie, gezond gedrag
27-02-2015
Gebruik van wearables om de postoperatieve herstelperiode te verbeteren
Mayo Clinic is een referentie inzake topgeneeskunde en onderzoek.
De onderzoekers gebruikten de Fitbit om het herstel na een cardiale chirurgische ingreep te evalueren.
Hoe meer stappen de patiënten zetten, hoe sneller zij recupereren na de ingreep.
Op zich geen wereldschokkend nieuws en lijkt mij eerder logisch.
Wat anderzijds interessant is dat naar wearables ook gebruik gemaakt werd van apps (stappentellers) die (tegenwoordig meestal gratis) via de smartphone de beweging registreren.
Men merkte niet direct een groot verschil in het correct meten van de stappen tussen de wearables en de stappentellers van de Galaxy S4 of de iphone Health Mate App.
De meerwaarde van een wearable ligt wel in de combinatie van verschillende andere parameters. Wil je enkel uw stappen tellen dan gaat mijn eerste keuze naar een (gratis) app op uw telefoon.
Twee interessante cases, waar ook de FTC (Federal Trade Commission) is tussengekomen wil ik hier kort bespreken.
Het gaat om 2 apps, met name de MelApp en de Mole Detective.
Deze apps werden ontwikkeld in het kader van vroegtijdig opsporen van huidtumoren en kwaadaardige gezwellen.
Op zich zeer interessante apps die bovendien gebruik maken van bepaalde gevalideerde algoritmes om kwaadaardigheid uit te sluiten.
Toch werden beide apps op de vingers getikt door FTC. Dit heeft vooral te maken met het feit dat er gebruik wordt gemaakt van gepatenteerde 'beeldherkenningstechnologie' en dat men in de reclamecampagne communiceert dat dit de enige en betrouwbare risico calculatie apps zijn.
Conclusie en meteen enkele belangrijke tips als je een app wil ontwikkelen voor de gezondheidszorg :
1. Betrek artsen bij het ontwikkelen van de app, ttz de specifieke specialiteit waarvan je denkt dat zij deze app zullen kunnen gebruiken ter ondersteuning van de dagdagelijkse praktijkvoering.
2. Betrek er ook de patiënt voor wie het bestemd is alsook de zorgverleners erbij. Want in de praktijk zullen zij het gebruiken en of moeten leren gebruiken.
3. Less is More : een app moet je niet overdonderen met allerlei 'features en data' of anders gezegd : 'keep it simple'
4. Bewaak veiligheid en privacy : meld dus tijdig aan de privacycommissie hoever je staat met de ontwikkeling. Mijn ervaring met de commissie is dat zij zeer toegankelijk zijn en graag het nodige advies verlenen.
5. Maak een gebruiksvriendelijke app en voorzie bijkomende ondersteuning : maak zelf een online patient support groep zodat je zelf kan volgen wat er aan het gebeuren is.
Ik voeg nog een screenshot toe van een app die door een arts (gastro-enteroloog) ontwikkeld werd. Hij deed er weliswaar een 4 tal jaar over maar is een mooi voorbeeld waarvan je al zeker bent dat deze arts het zal gebruiken, en vermoedelijk ook zijn patiënten
Momenteel zoekt 1/20 mensen naar gezondheid gerelateerde onderwerpen.
Tussen alle gezondheidsinformatie zit er heel wat onzin. Daarom zullen ook onze studenten zorgtechnologie leren om de correcte wetenschappelijke sites te raadplegen.
Dit neemt niet weg dat ook Google niet stil zit en zich bewust is van de veelheid aan gezondheidsinformatie die je via hun 'search engine' kan opvragen.
Via de information Knowledge Graph probeert Google verder te werken aan degelijke (wetenschappelijke) gezondheidsinformatie als je op hun website zoekt.
Google heeft gewerkt aan de zoekalgoritmes, samen met artsen van o.a. Mayo Clinic, om zo de meest recente (evidence based) gezondheidsinformatie te kunnen geven.
Op zich niet slecht maar Google zou Google niet zijn als zij op termijn ook binnen de gezondheidszorg een rol willen gaan spelen. Ook dit wordt zeker nog vervolgd.
Categorie:Big data & Quantified Self Tags:gezondheidszorg en internet, dr google
Tunstall en Dimensions VZW werken intenser samen
In de wereld van de assistieve technologie wordt meer en meer samengewerkt tussen de cliënten (ondersteunen) en de technologie bedrijven.
Tunstall is zo'n firma die dit al lang heeft ingezien. Recent hebben zij een verregaande samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Dimensions.
Tunstall is specialist inzake tele gezondheidszorg oplossingen. Dimensions is een VZW die mensen met autisme en leerstoornissen ondersteund in Wales en Engeland.
Men wil gezamenlijk zoveel mogelijk inzetten op sensorentechnologie om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Naast bewegingssensoren wil men ook inzetten op sensoren om epilepsie (aanvallen) sneller te detecteren.
Een project dat zeker te volgen is in de toekomst en misschien wel transfereerbaar naar Vlaanderen.
Categorie:Sensorentechnologie Tags:sensoren, zorg op afstand, technologie, Tunstall, detectie
Ziektes ruiken
Preventie zal in de toekomst nog aan belang winnen. Sommigen beweren dat dit de oplossing is om de kosten van de gezondheidszorg onder controle te houden.
Ondertussen is men duchtig op zoek naar allerlei manieren om bepaalde ziektes vroeger te ontdekken of te voorspellen (vandaar de Predictive medicine industrie).
Men is aardig op weg om allerlei aandoeningen (en kankers) reeds in een vroeg stadium te ontdekken met behulp van 'geur' of smell.
Er zijn zelfs in het verleden studies geweest waarbij men honden liet snuffelen om 'prostaat kanker' te detecteren.
De elektronische neus die allerlei geuren detecteert in de urine en adem van patiënten is een stapje dichterbij gekomen.
De Europese commissie financiert o.a. een project dat verder ontwikkeld wordt aan de Technion-Israel Institute of Technology.
Verder is er de Breathometer Mint (zie foto) die o.a. de hydratatie toestand van de patiënt ik kaart brengt. Handig instrument om in te zetten in de ouderenzorg zou ik durven zeggen.
Het einddoel van al deze ontwikkelingen is uiteindelijk om de ernstige aandoeningen zoals kanker, diabetes,.... te kunnen voorspellen. Dit is nog niet voor meteen maar zit toch wel in de goede richting.
Categorie:Wearables en mHealth Tags:preventie, geurdetectie, diagnose op afstand
07-02-2015
Bloedsuikerspiegel in real time meten en bijsturen
Eind januari werd door FDA (Food and Drug Administration) een set van mobiele applicaties goedgekeurd die voor patiënten met diabetes (suikerziekte) het mogelijk maken hun bloedsuiker in 'real time' te meten.
Het is de firma Dexcom die het app systeem ontwikkelde en het bestaat uit : een kleine sensor die onderhuids ingebracht wordt, een externe monitor voor de patiënt en een smartphone appllicatie. Voor de externe begeleider is een aparte app voorzien.
Het is de patiënt die erover beslist wie toelating krijgt om zijn data in te kijken.
Hiermee zetten wij een stap verder in de richting van 'patiënt' empowerment maar voor mij is het vooral belangrijk dat de patiënt zelf kan beslissen met wij het samen de data kan bekijken.
De multidisciplinaire begeleidingsequipes Palliatieve Zorg (PZ) maken voortaan gebruik van een webapplicatie voor het registreren van patiëntengegevens.
Het e-Dossier PZ komt in de plaats van het verouderde registratiesysteem dat meer dan 10 jaar geleden voor de palliatieve thuiszorg gecreëerd werd.
Het nieuwe programma werd op maat ontwikkeld en telt zeven modules die bijdragen tot een efficiënte werking van de MBE's : patiëntendossier, facturatie, relatie- en organisatiebestand, vrijwilligerswerk, vorming, logboek en rapporten en statistieken.
Een mooie prestatie van de multidisciplinaire begeleidingsequipes en een voorbeeld voor andere diensten die actief zijn in multidisciplinaire samenwerkingsverbanden. Proficiat!
Categorie:Welzijn en Gezondheid Tags:e-dossier, webapplicaties, communicatie
03-02-2015
Google en Biogen starten een nieuw project
Ik had mijzelf voorgenomen om niets over Google Glass te melden. Er is hierover ook niets te melden.
Maar Google zit natuurlijk niet stil met hun project Google X.
Een aantal nieuwe zaken zijn de moeite om ze op te volgen en uit te kijken naar de resultaten.
Samen met Biogen wil Google 'wearable sensoren' (Fitbit) inzetten om Multiple Sclerose te bestuderen. Aan de hand van de bekomen data willen zij analyseren welke factoren een invloed uitoefenen op de progressie van Multiple Sclerose. Dit omdat de ziekte zo verschillend evolueert bij MS patiënten. Men heeft 250 vrijwilligers (met MS) gevonden die hieraan willen meewerken. Dit wordt samen met de Cleveland University opgevolgd.
Eerder had Google ook al aangekondigd een partnerschap aan te gaan met de farmareus Novartis om de 'smart' contact lens in te zetten voor het meten van de glycemie bij diabetes patiënten.
Het worden boeiende tijden, ook voor onze Zorgtechnologie studenten, die wij vanaf het 2e jaar ook allerlei 'wearables' zullen laten testen.
Telemonitoring bij hartfalen: een kritische literatuurstudie
Telemonitoring (TM) kan gebruikt worden om problemen bij hartfalen vroeger op te sporen om zo de mortaliteit en morbiditeit bij deze groep van patiënten te verminderen.
In het Tijdschrift voor Geneeskunde ( J. Gelders en J. De Sutter, nr 3, 2015) gaat men in op bestaand onderzoek over het gebruik van Telemonitoring.
Men maakt in de literatuur een onderscheid tussen twee vormen van TM : enerzijds de niet-invasieve en anderzijds de invasieve TM.
Niet-invasieve TM omvat enerzijds "structured telephone support" (STS) en anderzijds het dagelijks meten en doorsturen van fysiologische gegevens, zoals de bloeddruk en het gewicht.
Invasieve TM houdt in dat de patiënt beschikt over een geïmplanteerd toestel, meer bepaald een "implantable cardioverter defibrillator" (ICD) of een defibrillator voor cardiale resynchronisatietherapie (CRT-D) dat zowel parameters betreffende the toestel als fysiologische parameters kan doorsturen.
Verschillende meta-analysen die als hoogkwalitatief werden beoordeeld op basis van de AMSTAR-criteria (A Measurement Tool to Assess Systematic Reviews) toonden een significant gunstig effect van niet-invasieve vormen van TM aan op de martaliteit en morbiditeit. Enkele meer recent verschenen grote gerandomiseerde studies bevestigen dit echter niet. Een significant vroegere opsporing van klinische en toestelverwante gebeurtenissen door middel van invasieve TM kon door verschillende studies worden aangetoond. de effecten op de mortaliteit en morbiditeit zijn op de moment echter nog niet duidelijk bewezen.
Om de exacte plaats van deze veelbelovende technologieën voor zowel niet-invasieve als invasieve TM te definiëren, is er dan ook een duidelijke nood aan verdere grootschalige gerandomiseerde studies.
Onderzoek gefinancierd door IWT en link met Zorgtechnologie
Voor de opleiding Zorgtechnologie is het altijd interessant te zien wat andere collega hogescholen en onderzoekscentra doen. In het lijstje van goedgekeurde projecten zijn wij geïnteresseerd in de uitkomst van de volgende onderzoeksprojecten.
1. STAFF : Slimme Technologie als Alternatief voor Fysieke Fixatie. Dit project is een interessante aanvulling van de eerdere onderzoeken die vooral in Nederland over dit onderwerp gedaan werden. Het door Vilans gepubliceerde werk '80 alternatieven voor vrijheidsbeperking in de zorg' is een 'must have' voor iedereen werkzaam in de zorgverlening. Als wij met STAFF er nu nog in slagen een standaard aanbeveling (met technologische component) af te leveren voor de Vlaamse context dan hoop ik dat de zorg er 'fixatie armer' op wordt.
2. Carewear - draagbare technologie voor mentale gezondheid, mikt vooral op toepassing van wearables binnen de geestelijke gezondheidszorg.
3. LOCO - LOcalization for COmmissioning of wireless sensors wil enerzijds de focus leggen op commissioning met behulp van smartphone voor Location-based services (LBS) toepassingen en anderzijds autocommissioning waarbij gebruik wordt gemaakt van locatie.