Mag ik je (g)een advies geven? - Huub Buijssen
In 6 stappen van probleem naar oplossing met de methode coachende gespreksvoering (MCG)
Inleiding
- Waarvoor gebruik je de methode coachende gespreksvoering?
De MCG is bedoeld voor de wat-problemen. Je kunt er cliënten mee helpen die worstelen met een dilemma of het maken van een moeilijke keuze.
Niet voor hoe-problemen waarbij het probleem al duidelijk is en ook niet voor problemen waarbij het noodlot heeft toegeslagen.
- Voor wie is de methode coachende gespreksvoering?
De MCG is voor eenieder die (beroepsmatig) op zoek is naar een methode om een effectief helpend gesprek te kunnen voeren van maximaal drie kwartier.
1. Goede raad?
- Waarom we graag adviezen geven
- We denken dat de ander een oplossing wil ('Anders vertelt hij het me niet.')
- Het bezorgt ons een goed gevoel: een geluksgevoel
- Een advies geven draagt bij aan ons gevoel van eigenwaarde
- Het voorkomt dat we ons laten besmetten door het rotgevoel van de ander.
- Ons brein is voorgeprogrammeerd voor het geven van oplossingen en raad (om te willen helpen).
- Waarom we niet graag adviezen krijgen
- Een advies bagatelliseert ons probleem
- Een advies plaatst de ander boven ons
- Een advies ondermijnt ons zelfvertrouwen
- Door een advies aan te nemen, komen we bij de ander in het krijt te staan
- We willen eerst en vooral ons verhaal kwijt
- Waarom we problemen graag zelf oplossen
Het liefst doen we alles zelf. Zolang we maar het vermoeden hebben iets zelf te kunnen, willen we het zelf doen.
- Waarom het geven van raad gevaarlijk kan zijn
- Waarom adviezen vaak niet worden gevolgd
Elk advies dat ik geef, onthult vooral - mogelijk zelfs uitsluitend - iets over mijzelf. Het past bij mij en niet noodzakelijk bij de ander.
Omdat anderen niet goed weten wat we voelen en iedereen anders in elkaar zit, is het moeilijk om te weten wat het beste bij een ander past.
- Samenvatting:
- We geven heel graag adviezen aan anderen
- We houden er zelf niet van om van anderen adviezen te krijgen
- We lossen het liefst problemen zelf op
- Adviezen volgen we meestal niet op, omdat ze zelden op maat zijn en omdat gevoelens ons in de weg zitten
- Het kiezen van een oplossing is niet een rationeel, maar een emotioneel proces
2. De methode coachende gespreksvoering
Voor een goed resultaat is het cruciaal om niet alleen nauwgezet de stappen te volgen, maar je ook exact aan de formulering van de vragen te houden. Als je dat doet, boek je de beste resultaten.
- Levels
- Hoe krijg je de MCG onder de knie?
Neem de vrijheid om bij het oefenen van elk level een geheugensteun te gebruiken met de structuur van de stappen en de vaste vragen en reacties.
- Samenvatting:
- De MCG bestaat uit zes stappen die je met de cliënt in een vaste volgorde doorloopt.
- Elke stap heeft vaste vragen en een aantal vaste manieren om op de antwoorden te reageren.
- Voor een optimaal resultaat is het van belang je strikt aan de vaste structuur van de MCG te houden.
- Het is aan te raden om na elk level meteen praktijkervaringen op te gaan doen en pas naar het volgende level te gaan als je het vorige level beheerst.
- Je leert de MCG het beste en snelste door bij elk level gebruik te maken van een geheugensteun.
3. De zes stappen van de methode coachende gespreksvoering
- Stap 1: Het verhaal zien door de ogen van de cliënt
Jouw pogingen om de cliënt beter te begrijpen, zorgen ervoor dat de cliënt over zijn eigen probleem gaat nadenken en het beter gaat begrijpen. Doordat hij zijn verhaal aan je uitlegt en jij hem er vragen over stelt, krijgt hij immers meer inzicht in zijn eigen probleem.
Bij elk woord dat we horen, hebben we onze eigen associaties. Dezelfde woorden horen betekent dus niet dat we hetzelfde horen.
- Stap 2: De cliënt helpen bij het formuleren van zijn probleem
De tweede stap van de MCG behelst dat je tot een bondige probleemstelling komt zoals gezien door de ogen van de cliënt. Het gaat dus niet om jouw definitie van het probleem, maar om die van de cliënt.
Eén van de grootste valkuilen van hulpverlening is dat je bepaalde vragen niet stelt, omdat je het antwoord al denkt te weten.
Hoe korter en duidelijker de omschrijving, hoe gemakkelijker het is om een oplossing te bedenken. Een goede korte definitie zorgt vaak al voor helderheid in het hoofd van de cliënt en brengt hem al naar het begin van de oplossing;
- Stap 3: Aandacht geven aan de gevoelens die de cliënt ervaart bij zijn probleem
Als iemand vol gevoelens zit, houden ze hem in de greep en is de rede niet toegankelijk. Iemand moet dan eerst zijn gemoed luchten en zo geestelijke ruimte scheppen.
Elk gevoel stuurt ons een bepaalde kant op.
Als een cliënt bij een incident of probleem nauwelijks gevoelens heeft, er koud onder blijft of onverschillig, is er voor hem nauwelijks iets aan de hand.
Een ander gegeven is dat bij hevige maar tegenstrijdige gevoelens (bv enerzijds boosheid, anderzijds begrip of medelijden) een probleem voor iemand moeilijk oplosbaar is.
- Stap 4: De cliënt helpen bij het formuleren van zijn favoriete oplossing
Je vraagt niet om een oplossing, maar dé oplossing. Dit wil zeggen zijn favoriete oplossing. Of die nu haalbaar is of niet.
Iemand wil vaak alleen maar echt werk maken van een oplossing als hij die helemaal ziet zitten.
- Stap 5: De haalbaarheid nagaan van de favoriete oplossing
Net als in de vorige stappen ben jij als coach niet degene die bepaalt of een oplossing haalbaar is, maar de cliënt.
Het nut van de vijfde stap - vragen naar de haalbaarheid - zit hem er vooral in dat deze de poort opent naar een reële of haalbare oplossing.
- Stap 6: Stilstaan bij de uitvoering van de oplossing
Na het formuleren van de oplossing moeten woorden echter worden omgezet in daden. En dat is het moeilijkste wat er is.
De MCG bestaat uit zes stappen.
Stap 1: Het verhaal
Je laat de cliënt het verhaal vertellen. Je hebt dit nodig om te begrijpen waar iemand mee zit en je hulp bij inroept.
Je probeert daarbij het perspectief in te nemen van de cliënt. Zo breng je begrip over en help je de cliënt tevens zijn situatie beter te begrijpen.
Stap 2: Het probleem
Je helpt de cliënt zijn probleem beknopt te omschrijven.
Het gaat hierbij niet om jouw probleemdefinitie, maar om die van de cliënt. Een bondige probleemomschrijving helpt de cliënt dichter bij de oplossing van zijn probleem te komen.
Stap 3: De gevoelens
Je helpt de cliënt zijn gevoelens te uiten die hij ervaart bij zijn probleem. Tevens bevestig je zijn gevoelens.
Het uiten van de gevoelens helpt de cliënt tot een rationele beslissing te komen. Door gevoelens te uiten, zitten ze het verstand minder in de weg. De gevoelens die de cliënt bij zijn probleem ervaart, geven je een goede indicatie van de mate waarin de cliënt iets als een probleem ervaart.
Tevens krijg je zo een goede indruk van zijn motivatie om iets aan het probleem te doen.
Stap 4: De oplossing
Je probeert de cliënt een zelfbedachte oplossing te laten formuleren voor zijn probleem.
Je vraagt naar zijn favoriete oplossing waarover hij zelf de regie heeft.
Je geeft aan de cliënt aan dat hij zich in deze fase niet hoeft te bekommeren om de haalbaarheid. Je vraagt naar de meest favoriete oplossing, omdat hij hier de meeste energie in zal steken en andere oplossingen voor hem letterlijk tweede keus zijn.
Stap 5: De haalbaarheid
Je vraagt de cliënt hoe hij denkt over de haalbaarheid van zijn favoriete oplossing.
De cliënt heeft bijna altijd al heel snel een idee of zijn oplossing realiseerbaar is.
Als hij aangeeft dat de oplossing niet haalbaar is, dan stel je vast dat hier een streep doorheen kan en keer je terug naar de vorige stap. Het is het beste dat de cliënt zelf aangeeft of een oplossing al dan niet haalbaar is. Als jij een oplossing als onhaalbaar beoordeelt, zul je eerder op weerstand stuiten.
Stap 6: De uitvoering
De zesde stap is de uitvoering. In deze stap bereid je de cliënt geestelijk voor om zijn oplossing in de praktijk te brengen. Het vergroot de kansen om de oplossing succesvol uit te voeren.
De cliënt kan zo, in de veilige omgeving van het coachingsgesprek, mogelijke obstakels op het spoor komen en nu al mogelijkheden bedenken om deze te overwinnen.
De cliënt kan zo ook ontdekken of de oplossing bij nader inzien voor hem toch te hoog gegrepen is.
4. Level 1: De openingsvragen van de zes stappen
Wat is goed luisteren? Er zijn talloze definities van te geven. Ik ken er echter maar één die echt bevredigend is, namelijk zo luisteren als je zou willen dat ook anderen naar jou luisteren.
De waarheid is dat het bijna iedereen heel veel moeite kost om goed te luisteren. We denken goed te luisteren, maar vaak houden we onszelf dan voor de gek.
Goed luisteren houdt, aldus Freud, in dat men de houding van 'het-reeds-weten' moet laten varen en blijvend oprecht nieuwsgierig is naar het verhaal van de ander.
"Wat is voor jou nu het grootste probleem?"
Een superlatiefvraag nodigt de cliënt (nog) meer uit tot diep nadenken en het aanbrengen van ordening in zijn gedachten.
Nadat je de vraag naar het grootste probleem hebt gesteld - en hier dus verder niet op hebt gereageerd - stel je deze vraag: "Wat voel je nu bij je probleem?".
Vervolgens vraag je: "Wat zou je nu zelf het liefst aan je problemen willen doen?".
Wil iemand iets aan zijn situatie veranderen, dan zal hij zelf iets moeten doen. Dus tot actie moeten overgaan.
Dan stel je als openingsvraag van stap 5: "Denk je dat dit voor jou haalbaar is?".
"Denken is gemakkelijk, doen is moeilijk en je gedachten omzetten in daden is het moeilijkste ter wereld."
Omdat de vraag "Ga je het doen?" zoveel energie losmaakt en beslissend is voor de uitvoering, stel je in stap 6 deze als eerste.
- Level 1 in de praktijk: een voorbeeld
- Samenvatting
Met uitzondering van een 'nee' op de openingsvraag in stap 5 en 6 reageer je niet op wat de cliënt in dit level vertelt of antwoordt. Om te voorkomen dat je het antwoord gaat sturen, licht je je openingsvraag geen enkele keer toe.
Stap 1: Het verhaal
- Je zegt: "Vertel eens".
- Je geeft de cliënt de gelegenheid het verhaal te vertellen. Zo krijg je een goed beeld van zijn probleem. Je luistert zoals je wilt dat anderen naar jou luisteren.
- Je probeert je eigen behoeftes en verlangens opzij te zetten en blanco en onbevooroordeeld naar de cliënt te luisteren.
Stap 2: Het probleem
- Je stelt de superlatiefvraag: "Wat is nu je grootste probleem?" Of "Waar zit je nu het meeste mee?"
- Een superlatiefvraag nodigt uit tot diep nadenken, het ordenen van gedachten en het verkleint de kans op sociaal wenselijke antwoorden.
Stap 3: De gevoelens
- Je vraagt: "Wat voel je nu bij je probleem?"
- Je stelt de vraag in de tegenwoordige tijd, omdat je wilt weten wat de cliënt nu bij zijn probleem ervaart
Stap 4: De oplossing
- Je vraagt: "Wat zou je nu het liefst zelf aan je probleem willen doen?"
- Je stelt ook hier een superlatiefvraag om de cliënt de maximale ruimte te geven om te zeggen wat hij wil en om de kans op een sociaal wenselijk antwoord te verkleinen.
- De vraag bevat nadrukkelijk de woorden "zelf" en "doen". De kans op realisatie van een oplossing is het grootst als de cliënt zelf tot actie overgaat.
Stap 5: De haalbaarheid
- Je vraagt: "Denk je dat dit voor jou haalbaar is?"
- De cliënt antwoordt: "Ja." Ga door naar stap 6.
- De cliënt antwoordt: "Nee." Je zegt: "Deze oplossing valt dus af." Dan pauzeer je even om deze vaststelling te laten landen. Je herhaalt stap 5 en vraagt: "Wat zou je dan het liefst willen doen?"
Stap 6: De uitvoering
- Je vraagt: "Ga je werk maken van je oplossing?"
- De cliënt antwoordt: "Ja." Je gaat door naar de evaluatie. Een "ja" vergroot de kans aanmerkelijk dat de cliënt werk gaat maken van zijn oplossing. Hij heeft een belofte gedaan en wil deze nakomen.
- De cliënt antwoordt: "Nee." Je zegt: "Kennelijk is deze oplossing niet haalbaar." Je pauzeert dan even en gaat terug naar stap 4.
- De cliënt antwoordt: "Weet ik nog niet." Je stelt de cliënt voor om een paar dagen na te denken.
- De cliënt antwoordt: "Misschien." Je stelt de cliënt voor om een paar dagen na te denken.
5. Level 2: Reageren op de openingsvragen
- Stap 1: Het verhaal
- Spiegelen:
- Er zijn 3 manieren waarop je kunt spiegelen: door letterlijk het antwoord of een deel ervan te herhalen, door samen te vatten of door te parafraseren:
- Letterlijke samenvatting: 'Jij hebt dus geen tijd voor jezelf?'
- Samenvatting: 'Wat je bezighoudt is dat je vanwege je baan, je vriend, je ouders, zijn ouders, je oma, vriendinnen en gitaarles nauwelijks nog tijd hebt voor jezelf. Vat ik het zo goed samen?'
- Parafrasering: 'Je wilt zeggen dat je overloopt en voelt dat je moeilijke keuzes moet gaan maken?'
- In een coachingsgesprek kun je alle 3 de vormen van spiegelen gebruiken. Je keuze hangt vooral af van je doel.
- Wanneer spiegelen?
- Omdat spiegelen diverse functies heeft en de timing hiermee samenhangt, geef ik als vuistregel mee dat men in een gesprek van zo'n 7 à 10 minuten minimaal 3 keer dient te spiegelen.
- Waarom spiegelen?
- In elk (coachings)gesprek dreigt continu het gevaar dat je er ten onrechte van uitgaat dat je begrijpt wat de ander bedoelt. Als luisteraar pik je van de mogelijke betekenissen er meestal maar één uit en denk je gauw dat jouw interpretatie ook die van de ander is.
- Een goede samenvatting, parafrasering of de juiste timing van het herhalen van een sleutelwoord of -kernzin, zorgt ervoor dat de ander zijn eigen verhaal beter begrijpt.
- Een samenvatting bevestigt dus het verhaal van de cliënt. Daarmee bevestigt het ook degene die het verhaal vertelt.
- Functies spiegelen:
- Controleren of je de ander begrepen hebt
- Laten blijken dat je luistert en de ander het gevoel geven dat je hem serieus neemt
- Het helpt de cliënt om zijn verhaal te structureren en hoofd- en bijzaken te scheiden
- Het brengt rust in het verhaal
- Het bevestigt het verhaal van de cliënt
- Het stelt je in staat om de cliënt te attenderen op wat hij goed deed
- Het bevordert zowel een soepele terugkeer naar het hoofdthema als een soepele overgang naar een nieuw thema
- Stap 2: Het probleem
- Door zo kort en bondig mogelijk de essentie van het antwoord op de superlatiefvraag weer te geven, help je hem duidelijk te krijgen wat zijn probleem is. Vaak ontdekt hij zo achter het verwoorde probleem het achterliggende probleem.
- Hoe lang moet de samenvatting zijn?
- Probeer in ieder geval niet boven de 40 woorden uit te komen.
- Gebruik zoveel mogelijk de woorden van de cliënt
- Bij een bondige probleemomschrijving kan je beter niet parafraseren, maar samen te vatten. Dus zoveel mogelijk de woorden en uitdrukkingen van de cliënt te gebruiken.
- Noteer
- Het is raadzaam om het antwoord op de superlatiefvraag zo letterlijk mogelijk op te schrijven
- Hoe ga je verder na de probleemomschrijving?
- Stap 3: De gevoelens
- Hoe te reageren?
- De geuite gevoelens spiegelen door deze letterlijk te herhalen is de meest krachtige manier.
- Na je gevoelsreflectie zeg je verder niets Je hebt deze als een vraag laten klinken en wacht dan maximaal 5 seconden. Als de cliënt niet reageert, ga je door naar de volgende stap.
- Waarom reageren op gevoelsuiting?
- Door gevoelens te spiegelen voelt de cliënt zich begrepen. Zijn hart zal zich dan (nog meer) voor je openen. Bv door gevoelens te uiten waarvoor hij zich aanvankelijk schaamde.
- Samenvatting:
- De cliënt voelt zich begrepen
- Het nodigt de cliënt uit nog meer over zijn gevoelens te vertellen
- Het helpt de cliënt zich (nog meer) van zijn gevoelens bewust te worden
- Geuite en vervolgens erkende gevoelens zitten de ratio minder in de weg
- het doet pijn als je het gevoel van de ander bevestigt. De pijn duurt echter maar heel kort omdat de ander zich begrepen en geaccepteerd voelt.
- Stap 4: De oplossing
- Zodra je de cliënt gevraagd hebt naar zijn favoriete oplossing, concentreer je je helemaal op 1 ding: het antwoord in een zin van hooguit 30 woorden samenvatten.
- Stap 5: De haalbaarheid
- Stap 6: De uitvoering
- 'Wanneer ga je er werk van maken?'
- Het antwoord wegen op 4 manieren:
- De non-verbale expressie
- De genoemde termijn waarbinnen de oplossing wordt gerealiseerd
- Hoe vaak de gelegenheid zich voordoet om de oplossing in de praktijk te brengen
- Het taalgebruik: concreet en precies vs vaag en verhullend
- Level 2 in de praktijk: een voorbeeld
- Samenvatting:
- Stap 1: Het verhaal
- Door te spiegelen kun je de cliënt laten zien dat je echt luistert. Er zijn 3 vormen van spiegelen: letterlijk herhalen, samenvatten of parafraseren.
- Bij letterlijk herhalen herhaal je woordelijk een (kern)zin dan wel de laatste zin
- Bij samenvatten geef je kort, met de woorden van de cliënt, de essentie weer van wat hij zei
- Bij parafraseren geef je in eigen woorden kernachtig jouw interpretatie weer van wat jij dacht dat de cliënt bedoelde te zeggen
- In een coachingsgesprek kun je alle 3 de vormen van spiegelen gebruiken. Je keuze hangt vooral af van je doel. In een gesprek van zo'n 7 à 10 minuten minimaal 3 keer spiegelen.
- Door samen te vatten of te parafraseren kun je de cliënt niet alleen laten zien dat je echt luistert, maar ook controleren of je de ander begrepen hebt
- Spiegelen heeft ook een structurerende functie: het gesprek krijgt kop en staart, richting en een doel doordat hoofd- en bijzaken worden gescheiden.
- Door te spiegelen ontstaat er ook wat rust in het hoofd van de cliënt
- Een (goede) samenvatting of parafrasering bevestigt het verhaal van de cliënt
- Het stelt je in staat om de cliënt te attenderen op wat hij goed deed
- Het bevordert zowel een soepele terugkeer naar het hoofdthema als een soepele overgang naar een nieuw thema
- Stap 2: Het probleem
- De bedoeling van stap2 is dat je tot een bondige probleemomschrijving komt zoals gezien vanuit het perspectief van de cliënt.
- De cliënt geeft doorgaans geen kort en bondig antwoord op je superlatiefvraag. Heel vaak is het een warrig verhaal, het gevolg van hardop denken. Als coach moet je de cliënt daarom soms helpen om te verwoorden wat hij echt bedoelt. Dat doe je door de essentie van wat hij zie in hooguit 40 woorden weer te geven, liefst minder.
- Gebruik zoveel mogelijk de woorden van de cliënt
- Bij een bondige probleemomschrijving kan je beter niet parafraseren, maar samen te vatten. Dus zoveel mogelijk de woorden en uitdrukkingen van de cliënt gebruiken.
- Het is raadzaam om het antwoord op de superlatiefvraag zo letterlijk mogelijk op te schrijven en de cliënt daarna te vragen of je even mag bestuderen wat je hebt opgeschreven om zo, wederom met pen en papier, te proberen een korte omschrijving te maken.
- Laat de cliënt daarna de opgeschreven probleemomschrijving zien en laat deze - indien goedgekeurd - voor de duur van het gesprek zodanig tussen jullie in liggen dat jullie het kunnen lezen.
- Als de cliënt met je probleemomschrijving akkoord gaat, sluit je stap2 af en ga je naar de volgende stap. Als de cliënt vindt dat je omschrijving niet klopt, en je daarom corrigeert, doe je in dit level geen nieuwe poging tot een samenvatting.
- Stap 3: De gevoelens
- Als de cliënt op de gevoelsvraag een antwoord geeft waarin gevoelens voorkomen, spiegel je de gevoelens door deze letterlijk te herhalen.
- In je reactie laat je een 'klein vraagteken' horen. Dit doe je om de cliënt de gelegenheid te geven om zijn gevoelens verder toe te lichten, dan wel te nuanceren.
- Door de gevoelens te spiegelen bevestig je deze, voelt de cliënt zich begrepen, wordt hij zich (nog meer) bewust van zijn gevoelens bewust te worden en zorg je ervoor dat de gevoelens daarna de ratio minder in de weg zitten
- Stap 4: De oplossing
- Op de superlatiefvraag zal de cliënt vaak een wat chaotisch geformuleerd antwoord geven
- Net als in stap2 komt het er nu op aan om het antwoord kort en bondig samen te vatten, bij voorkeur in een zin van hooguit 40 woorden.
- Voor het maken van een korte samenvatting helpt het als je - net als bij stap2 - het antwoord dat de cliënt op de superlatiefvraag geeft, zo letterlijk mogelijk opschrijft. Laat daarna de opgeschreven oplossing aan de cliënt zien en laat deze - indien goedgekeurd - voor de duur van het gesprek zodanig tussen jullie in liggen dat jullie het kunnen lezen.
- Als de cliënt zijn oplossing bondig geformuleerd terughoort, weet hij beter wat hij wil. Het kan zelfs zo zijn dat hij nu pas voor het eerst weet wat hij wil. Soms zal hij zich corrigeren en zijn oplossing bijstellen. met het gecorrigeerde antwoord doe je in dit level niets.
- Stap 5: De haalbaarheid
- In level2 doe je hetzelfde als in level1. Met dit éne verschil: je laat stap5 achterwege als de cliënt in de vorige stap na jouw bondige samenvatting zichzelf al heeft gecorrigeerd en gezegd heeft dat zijn oplossing niet haalbaar is en oordeelde dat de nieuwe oplossing wel haalbaar is.
- Stap 6: De uitvoering
- In level2 stel je als 2de vraag: 'Wanneer ga je er werk van maken?' Bij de beoordeling van het antwoord op deze vraag combineer je de volgende 4 punten:
- De non-verbale expressie
- De genoemde termijn waarbinnen de oplossing wordt gerealiseerd
- Hoe vaak de gelegenheid zich voordoet om de oplossing in de praktijk te brengen
- Het taalgebruik: concreet en precies vs vaag en verhullend
- Het komt er in dit level op aan om na je vraag 'Wanneer ga je er werk van maken?' het antwoord te spiegelen en de cliënt daar zijn conclusies uit te laten trekken.
6. Level 3: Verdere verdieping
- Stap 1: Het verhaal
- Waarom vragen stellen?
- Zie een gesprek als middel om iets te leren en niet om iets te onderwijzen. Het middel bij uitstek om iets te leren is het stellen van vragen.
- Hoe vragen te stellen?
- Ga van algemeen naar specifiek
- Begin met gemakkelijke vragen
- Houd je vragen eenvoudig
- Goede vragen zijn simpel en direct en zo geformuleerd dat de cliënt geen moeite hoeft te doen om te begrijpen wat je bedoelt
- Stel vooral open vragen
- Open vragen zijn vooral geschikt:
- om een sfeer van vertrouwen te kweken (daarom is het ook belangrijk hiermee te beginnen)
- om (achtergrond)informatie te vergaren
- om een mening te peilen
- om de cliënt het gevoel te geven serieus genomen te worden
- om de cliënt aan te moedigen iets over zichzelf bloot te geven
- Gesloten vragen zijn vooral geschikt:
- als je op zoek bent naar bepaalde feiten of informatie
- als je bepaalde feiten of hypotheses wilt bevestigen of juist wilt uitsluiten
- als je je gesprekspartner over een bepaalde drempel wilt helpen
- Een nadeel van open vragen: een gesprek kost vrij veel tijd
- Nadelen van gesloten vragen:
- de cliënt kan zich er inferieur en ongemakkelijk onder voelen
- het gesprek is vrij sfeerloos
- je bent als coach al snel suggestief of oplossend bezig
- het luisteren staat onder druk, omdat je vaak al bezig bent met de volgende vraag
- Stel vragen over begrippen of uitdrukkingen
- Vraag naar een voorbeeld
- De menselijke geest denkt in beelden en acties. Om de cliënt goed te begrijpen is het raadzaam steeds naar beelden en acties te vragen: 'Kun je hiervan een voorbeeld geven?'
- Stel niet te veel vragen, maar houd stap1 kort
- Combineer vragen stellen met spiegelen
- Sluit af met de vraag: 'Ben ik nog vergeten iets te vragen wat belangrijk is om je verhaal te begrijpen?'
- Stap 2: Het probleem
- In deze fase kan het zoeken naar de juiste omschrijving van het probleem net lijken op het pellen van een ui.
- Als je niet de moeite neemt om het probleem goed en bondig te formuleren, dan duurt het gesprek misschien niet zo lang, maar is de geïnvesteerde tijd verspilde tijd. Als zoiets zich vaak voordoet, verliest de cliënt het vertrouwen in jou.
- Stap 3: De gevoelens
- De eerste manier om gevoelens te helpen uiten is: de non-verbale signalen die de ander toont als hij de gevoelsvraag beantwoordt vertalen in een gevoel. Als iemand zijn vuisten balt, zeg je bv: 'Terwijl je antwoord gaf op mijn vraag, balde je je vuisten. Ben je kwaad?'
- Een tweede manier om gevoelens aan de oppervlakte te brengen is de gevoelens vertalen die besloten liggen in woorden of uitdrukkingen die de cliënt gebruikte in zijn antwoord (op de directe vraag naar gevoel).
- Een derde manier om gevoelens aan de oppervlakte te brengen is dat je zegt wat je zélf zou voelen als je je in dezelfde situatie zou bevinden als je cliënt.
- Een vierde manier om een gevoel bij een probleem aan de oppervlakte te brengen, is er gewoon een slag naar slaan. 'Ik weet het niet zeker, en ook niet waarom ik dat denk, maar kan het zijn dat je je angstig voelt?'
- Stap 4: De oplossing
- In stap4 ga je nu hetzelfde te werk. Je vat het gecorrigeerde antwoord samen en doet dat net zo lang tot de cliënt zich helemaal kan vinden in je korte samenvatting.
- Stap 5: De haalbaarheid
- Stap 6: De uitvoering
- In level3 vraag je de cliënt hoe hij zijn oplossing in de praktijk gaat brengen. Je helpt daarmee de cliënt zijn motivatie te vergroten en tijdig problemen en hindernissen op het spoor te komen. Zodat hij er nu al oplossingen voor kan bedenken.
- Een van de redenen dat je (uitgebreid) stilstaat bij de uitvoering van het probleem is om na te gaan of een oplossing daadwerkelijk uitvoerbaar is. Zo kan kostbare tijd worden gewonnen en een teleurstelling worden voorkomen.
- Level 3 in de praktijk: een voorbeeld
- Samenvatting
7. Level 4: de ideale bondige probleemomschrijving
- Je wilt, maar ...
- Waarden expliciet in de omschrijving benoemen?
- Twee keer 'willen'
- Voordeel van de ideale bondige omschrijving
- Concentreer je op de sleutelwoorden
- Level 4 in de praktijk: oefenen met drie voorbeelden
- Samenvatting
8. Valkuilen bij de toepassing
- Stap 1: Het verhaal
- Stap 2: Het probleem
- De cliënt gebruikt vage termen
- De cliënt noemt twee of meer problemen
- De cliënt geeft een zeer kort antwoord op de superlatiefvraag
- Je bent het niet eens met de probleemomschrijving van de cliënt
- De cliënt zegt dat hij wil dat iets niet gebeurt
- Stap 3: De gevoelens
- De cliënt zegt niets of weinig te voelen
- De cliënt weet geen raad met de gevoelsvraag
- De cliënt reageert (onverwacht) met een positief gevoel
- Stap 4: De oplossing
- De cliënt geeft geen oplossing maar herhaalt zijn probleem
- De cliënt komt met een oplossing die niet aansluit bij het probleem
- De cliënt komt met een oplossing die hem volgens jou niet echt verder helpt
- Er blijkt geen oplossing te zijn
- Stap 5: De haalbaarheid
- De cliënt zegt niet te weten of de oplossing haalbaar is
- De gekozen oplossing botst volgens jou te zeer met andere belangen
- De cliënt gebruikt vage termen
- Stap 6: De uitvoering
- Je bent het niet eens met de oplossing
- Samenvatting
9. Toepassingstips
- Stap 1 Het verhaal
- Nog beter leren te luisteren
- Nog beter leren te spiegelen
- Nog beter leren vragen te stellen
- Stap 2 Het probleem
- Stap 3 De gevoelens
- Nog beter leren helpen gevoelens te uiten
- Nog beter leren te reageren op gevoelsuitingen
- Stap 4 De oplossing
- Stap 5 De haalbaarheid
- Stap 6 De uitvoering
- Samenvatting
10. Als het om een hoe-probleem gaat
- Werkwijze bespreken van hoe-probleem
- Praktijkvoorbeeld
- Nog twee tips
- Samenvatting
11. Als het om een beperking gaat
- Wanneer is er sprake van een beperking?
- Steunen in vier stappen
- Praktijkvoorbeeld
- WELKE
- Verschillen met WELKE
- Jij hebt het laatste woord
- Samenvatting
12. De MCG als instrument voor intervisie
- De negen stappen van intervisie
- Voorbeeld van een intervisie volgens de MCG
- Kiezen van een andere variant
- Samenvatting
|