BohnengasseBachstrasse--Haus Waldfriedendoor het woud tot de L24-- Heidehof tot op K52rechtdoor langs de vulkangartenWaldstrasse--start
We wandelen ook door het bosgebied van Heidenkopf en Weidesch-Berg
Landgasthof Steffelberg
Dit hotel in Steffeln wordt beheerd door een gezin en ligt in het hart van de Vulkaneifel. Het is omgeven door vulkanen en vulkanische meren. Het is een prima keuze voor een actieve vakantie in een prachtig landschap.
De comfortabele kamers van het Vulkanhotel Steffelberg bieden u alle moderne faciliteiten, zoals gratis draadloos internet en een kluisje.
In de omgeving kunt u heerlijk wandelen, fietsen en paardrijden. Als u een eigen paard meeneemt, kunt u gebruikmaken van de stallen van het hotel.
Ook kunt u gewoon heerlijk ontspannen op het terras van dit hotel.
In het restaurant van het Vulkanhotel Steffelberg kunt u genieten van regionale, creatieve cuisine. Er zijn maaltijden met een vulkanisch thema en ook de drankjes en het decor in die stijl zorgen voor een uniek diner.
Aan het einde van de dag kunt u nog een drankje doen in de gezellige bar van het hotel.
Start : Aan de kerk van Weismes Afstand : 10 km Bewegwijzering : GPS : N50 24.898 E6 06.702
DE ROUTE : Vertrekken aan de kerk --> Rue du centreRue d'EupenRue du VivierRue du MoulinRoute de la carriereRoute de HotteuxRoute des Aminceslinks het bospad tot op Route de Waimes-- rechts heyt bospad tot op Route de GihasterChemin de FréneuxRue des HétresRue du Bac Over het rond punt naar het vertrekpunt
Weismes (Frans: Waimes, Duits: Weismes) is een plaats en faciliteitengemeente (voor de Duitstalige minderheid) in het arrondissement Verviers in de provincie Luik in België. De gemeente telt ruim 6500 inwoners en wordt tot het gebied van de Oostkantons gerekend.
Weismes ligt ten oosten van de bekende plaats Malmedy. Het noordoosten van het gemeentelijk grondgebied grenst aan Duitsland en bevat en belangrijk deel van de Hoge Venen. Het is de hoogstgelegen gemeente van België, de heuveltoppen bereiken hoogtes van meer dan zeshonderd meter, onder andere met het Signaal van Botrange (694 meters). Door de gemeente stromen de rivier de Amblève en de riviertjes de Warche en de Warchenne. De Roer vind ook zijn bron op het gebied van de gemeente, naast het Signaal van Botrange.
Weismes herbergt onder andere het Meer van Robertville (Lac de Robertville, een stuwmeer) en de Burcht Reinhardstein op haar grondgebied. Deze twee plus de bijbehorende plaatsjes Robertville en Ovifat maken deel uit van het natuurreservaat de Hoge Venen.
Start :Aan de kerk van Melin Afstand : 8,5 km Bewegwijzering : groene rechthoek GPS : N50 44.375 E4 49.643
DE ROUTE :
Ontdek het dorpje Mélin, de wieg van de Gobertangesteen,en het gehucht Sart-Mélin, op het plateau tussen de Grote Gete en de Dijle.
Bewonder het rijke erfgoed van gebouwen, opgesmukt met de witte plaatselijke stenen. Laat je betoverendoor de kapellekes, hoevetjes en grote vierkantshoeven langsheen de wandeling.
Geniet van de mooie holle wegen of uitzichten over het bouwland.
Veel wandelplezier!
Je vind de volledige routebeschrijving op onnderstaande link
Start: Bij de kerk van Ohain in Waals-Brabant. Afstand: 12 km Bewegwijzering : GPS :N50 41.664 E4 28.178
DE ROUTE :
Lasne bevindt zich in het midden van Waals-Brabant en is fusiegemeente van Couture-Saint-Germain, Lasne-Chapelle-Saint-Lambert, Maransart, Ohain en Plancenoit. Lasne was in 2004 de rijkste gemeente van België en kampt met een enorme residentiële druk van rijke burgers en van sterren die een fiscaal gunstige omgeving zoeken.
Het dorpsplein van Ohain is een van de mooiste van Waals-Brabant en is omgeven met oude huizen. Vele kunstenaars, schilders, schrijvers en muzikanten kwamen in Ohain inspiratie zoeken. Onder andere de charmezanger Marc Aryan ligt er begraven. Verder is in Ohain ooit een belangrijke afspraak gemaakt: industriёlen en vakbondslui zouden er in 1941 afgesproken hebben om, als de oorlog voorbij zou zijn, de betrekkingen tussen werkgevers en loontrekkenden te normaliseren en ze zouden er de basis gelegd hebben voor de sociale zekerheid. Dit moest in het geheim gebeuren want de Duitsers hadden het Bestuurcomité van de Nationale Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Werkloosheid ontbonden.
De naam van het riviertje de Lasne zou van Keltische oorsprong zijn en rivier met kalm water betekenen. Bij Couture-Saint-Germain hebben we zicht op de prachtige meanders die het riviertje maakt.
We lopen langs de enorme muren van de vroegere abdij van Aywiers. Die muren zijn gebouwd met een ijzerhoudende steen uit de streek en van het mortel wordt gefluisterd dat het zijn weerstand te danken heeft aan een basis van roggemeel. De Heilige Lutgardis, patroonheilige van de blinden en zwangere vrouwen en van de Vlaamse Beweging, leefde veertig jaar lang in de cisterziënzerinnennabdij. Omdat ze geen abdis wilde worden, kreeg ze van Onze Lieve Vrouw de gunst om nooit Frans te moeten leren. Van de abdij blijft niets meer over: na de Franse revolutie werd ze afgebroken en steen voor steen verkocht. Wel zien we binnen de muren een kasteel uit de achttiende eeuw omgeven met een park en Engelse tuinen. Tegenwoordig wordt wordt het domein twee maal per jaar opengesteld voor het feest van de planten en de tuin.
Onderweg in de weidse velden krijgen we een mooi zicht op de leeuw van Waterloo: opgericht ter herdenking van de Slag bij Waterloo die hier plaatsvond en waarbij Napoleon verslagen werd. Op deze wandeling komen we trouwens, ergens verscholen tussen een groepje bomen, nog een herdenkingsmonument tegen ter ere van een Pruissich heer die hier viel.
Maar wat ons eigenlijk naar Lasne lokt is het labyrint van kleine paadjes over velden, door bossen, door weiden, langs beken en langs achtertuinen. Alle zijn ze bewegwijzerd met hun toenaam en met hun nummer uit de atlas der buurtwegen. Het bewaren en onderhouden van dit netwerk hebben we te danken aan de vereniging Lasne Nature, die ijvert voor de bescherming en verdediging van het milieu, de natuur en de levenskwaliteit in Lasne en omgeving. Lasne Nature geeft verschillende publicaties uit, waaronder een prima topografische kaart met daarop alle paden.
Start : Aan de kerk van Alveringem Afstand : 7 km Bewegwijzering : GPS :N51 00.706 E2 42.643 Dorp Alveringem
DE ROUTE :
We starten nogmaals in deze gemeente maar nu gaan we de andere kant verkennen
Vanaf de kerk ga je naar de Sint-Rijkersstraat,daarna
--Dolfijnstraat--Burgmolenstraat--Lindemolen--Klarewal--links een zandwegeltje tot SchooldreefNieuwstraat oversteken en links de Oude Fortemstraat in terug naar start
Op de route :
--Alveringem --Gemeentehuis (vroeger Hof van Wyckhuize) --Sint-Rijkers
De gemeente Alveringem is een relatief dunbevolkte gemeente, waarvan de bevolking de laatste decennia nog terugloopt. Op het uitgestrekte grondgebied bevinden zich negen deelgemeenten, alle landelijke dorpen. De grootste deelgemeente is Alveringem zelf, de hoofdgemeente, dat in het noordoosten van de gemeente ligt.
In 1971 werden bij gemeentelijke fusies de dorpjes Hoogstade, Oeren en Sint-Rijkers aan Alveringem toegevoegd.
In 1977 kwamen er ook de toenmalige gemeentes Leisele en Stavele bij. Tot Leisele behoorden sinds 1971 ook de dorpjes Gijverinkhove en Izenberge; aan Stavele was dat jaar ook Beveren-aan-de-IJzer gehecht.
De nieuwe fusiegemeente telde sinds 1977 zo negen landelijke deelgemeentes. Net ten oosten van de dorpskern van Alveringem ligt het gehucht Fortem aan de Lovaart.
Oorlogsmonumenten Van 1914 tot 1918 was de Westhoek het toneel van Wereldoorlog I. Honderdduizenden soldaten van meer dan 20 nationaliteiten sneuvelden. Vandaag dragen de talloze militaire begraafplaatsen, oorlogsmonumenten en sites een vredesboodschap uit.
Alveringem Het natuurstenen standbeeld voor de kerk stelt een frontsoldaat uit de Eerste Wereldoorlog voor die wijst naar het IJzerfront. Het monument is opgericht door de gemeente ter nagedachtenis van haar gesneuvelde helden "1914 - 1918".
Cyriel Verschaevegraf Aan de zuidzijde van de kerk bevindt zich het graf van Cyriel Verschaeve (1874-1949), dat op 7 oktober 1973 na een indrukwekkende kerkdienst plechtig werd ingewijd.
In mei 1987 werden rond het graf van C. Verschaeve 8 Vlaamse oudstrijders verenigd. Het project maakt deel uit van de herschikkingswerken waaraan deze begraafplaats onderworpen werd.
Start : op het Drongenplein in Drongen Afstand : 7 km Bewegwijzering : GPS : N51 03.021 E3 39.865
DE ROUTE : Een heel mooie wandeling langs de Leie met zijn romantische hoekjes
Starten doen we op het Drongenplein waar er parking is en gaan richting Leie We steken de brug over en gaan rechts de Asselsstraat in,dan volgen we het pad naast de Leie
--Drongen --Abdij van Drongen --De Leie --Afsnee --St Jan-Baptistkerkje
Drongen was een oude heerlijkheid, en behoorde oorspronkelijk toe aan de Graaf van Vlaanderen. Vanaf de 11de eeuw viel het onder het huis van Aalst, later onder de heren van Kortrijk. Graaf Jean-Baptiste d'Hane-Steenhuyse werd in 1786 de laatste bezitter van de heerlijkheid.
Ook het nabijgelegen Baarle heeft een geschiedenis die tot de middeleeuwen teruggaat. Op 22 januari 1805 werd bij keizerlijk decreet Baarle afgeschaft als zelfstandige gemeente. Het stuk op de rechteroever van de Leie werd bij Drongen aangehecht, het stuk op de linkeroever bij Sint-Martens-Latem. De parochie bleef echter zelfstandig.
Het gebied bleef lang relatief geïsoleerd. In 1823 werd de Drongensesteenweg aangelegd, die de eerste en enige rechtstreekse verbinding van het dorp met het stadscentrum van Gent vormde. De weg werd tolvrij in 1889. In 1838 werd in oost-westelijke richting de spoorlijn Gent-Brugge aangelegd, en vormde een belangrijke nieuwe verkeersader. Enkele bedrijven vestigden zich in Drongen. In 1950 werd de autosnelweg E5, de latere A10/E40, aangelegd. De autosnelweg ontsloot Drongen definitief en hielp verdere bevolkingsaangroei. Nabij Baarle werd naast de snelweg een industrieterrein aangelegd. De Gentse Ringvaart kwam er in 1969, net ten noorden van Drongen.
Op 1 januari 1977 verloor Drongen zijn zelfstandigheid, en fusioneerde het met Gent.
De Oude Abdij van Drongen is een abdijcomplex, gelegen aan de Leie in Drongen, een deelgemeente van de Belgische stad Gent. Het hele domein, met inbegrip van de tuin, is sinds 1998 als monument beschermd. De abdij herbergt thans een bezinningscentrum, een communauteit van (bejaarde) jezuïeten en enkele gezinnen. De na een brand heropgebouwde abdijkerk uit 1734, achtkantig, in witte steen met een busvormige, kleine koepel, doet dienst als parochiekerk van Drongen-Centrum als Sint-Gerolfkerk.
Traditioneel is de Leie bekend om zijn vlaswerken. Het water van de Leie is arm aan kalk en ijzer, en daardoor erg geschikt voor het roten van vlas. De rivier dankt er haar bijnaam aan: de Gouden rivier, naar de kleur die het roten veroorzaakte. In 1943 echter werd de vlasindustrie in het Leie-stroomgebied volledig verboden om de milieu-aantasting die er het gevolg van was de kop in te drukken.
Wel even vermelden dat we aan KP 120 rechtdoor gaan tot in Scherpenheuvel
Vanaf de spellehut (parking) steken we de straat over (voorzichtig) en gaan naar KP 283,daarna KlottebergstraatWeg MesselbroekWezelbaan--Egelstraat--Spitsmuisstraat--Heidebosstraat--Haegenveld--Lobbense MolenwegRozenstraat--Noordervest--Rozenkranslaan--Zichemseweg--Leistraat--veldweg--het rond punt--Reyndersveldweg--Hamerstraat--Van ThienwinckelstraatEksterstraat--Spechtstraat--punt 283
Op de route :
--Rusthuis : ONZE LIEVE VROUW STER DER ZEE te 3270 SCHERPENHEUVEL --Scherpenheuvel --Don Jon Zichem
In het noorden van de provincie Vlaams-Brabant ligt de fusiegemeente Scherpenheuvel-Zichem. Sinds kort moet je zelfs stad zeggen. Ze grenst aan de provincies Antwerpen en Limburg. Haar landelijk karakter en het ontbreken van zware industrie charmeert heel wat toeristen.. Fietsers, wandelaars en natuurliefhebbers voelen zich aangetrokken door de talrijke bossen en ongeschonden natuurgebieden zoals de Kloosterbeemden en het Vierkensbroek. De alombekende basiliek van Scherpenheuvel, de Maagdentoren in Zichem en de Abdij van Averbode zijn namen die heel wat bezoekers lokken. Het heuvelachtig landschap zorgt voor mooie vergezichten en om uit te rusten met een hapje en een tapje is er keuze te over. Een bezoek aan de geboortstreek van schrijver Ernest Claes die "de Witte" van Zichem tot leven riep, is beslist de moeite waard.
Van heinde en verre trokken en trekken de bedevaarders naar Scherpenheuvel. Velen doen het nog te voet. Vanuit Testelt vertrekken regelmatig kleine groepjes te voet naar O.L.Vrouw. Eenmaal ze de Demer hebben overgestoken en ze over De Dijk stappen, begint een "voorlezer", paternoster in de hand, de rozenkrans te bidden. Natuurlijk gaat men niet over de drukke wegen, maar neemt men kleinere wegen: de bedevaartwegen. Misschien dat je in deze weg wel een groep tegenkomt.
Kasteel in Scherpenheuvel Iedereen die wat groter woonde op de buiten, woonde voor de dorpelingen in het kasteel. Al moeten we zeggen dat dit een uit de kluiten gewassen optrekje was. Voor ons is dit gebouw interessant omdat het nu als tehuis voor oude van dagen dienst doet. Het peekeshuis voor de mensen hier. We kijken er alleen maar naar en we blijven er zolang mogelijk uit weg.
Start : Op de parking voor het kasteel van Domein van Kiewit Afstand : 9,3 km Bewegwijzering : rode driehoekjes GPS :N50 57.622 E5 22.469
DE ROUTE :
Jarenlang waren de domeinen Kiewit en Bokrijk van elkaar gescheiden door een groot privaat bosgebied. Nu kan er tussen beiden domeinen vrij gewandeld worden. Vanaf het kasteeltje van Kiewit vertrekken verschillende gemarkeerde wandelpaden die tot aan de speeltuin van Bokrijk lopen.
Tijdens de wandeling bots je op heel wat verrassingen: heb je al eens oog in oog gestaan met een Schots grazer of over een poel gelopen zonder natte voeten te krijgen
In Bokrijk heb je 2 startplaatsen: de Bucksenrake route van 4 km(geel), en de Parkdreven route van 3 km(blauw). Op domein Kiewit heb je 3 startplaatsen: de wijer route van 6 km(oranje), de Haringsvijver route van 1,5 km(groen) en de Wildernis route van 4 km(blauw).
Daarnaast heb je nog 2 routes vanuit beide startplaatsen: groene hart route van 9,5 km(rood) en de Snelle verbinding Bokrijk - Kiewit van 3,8 km(bruin).
Op de route :
--Domein van Kiewit --Kasteel --De Wijers --Domein van Bokrijk --Kasteel van Bokrijk --Koetshuis --Molen --Arboretum --Muzeum
Domein van Bokrijk Openluchtmuseum Van 1 april tot en met 30 september stap je in het Openluchtmuseum letterlijk en figuurlijk in het verleden. Met meer dan 100 historische gebouwen, heropgebouwd in hun oorspronkelijke staat. Zelfs het meubilair, het landbouwgereedschap en de huisraad zijn authentiek. Maar, het Openluchtmuseum leeft.
In Bokrijk gaat het leven zijn gangetje, op het ritme van de natuur. De ochtendzon priemt doorheen het weelderig groen bladerdak en tovert een kleurrijk lichtspel op het Kempens plein. De kerkklokken luiden en de windmolen komt traag op gang. De pastoor maakt zich klaar voor de donderpreek. En terwijl de boer en de boerin zich opwarmen aan het haardvuur patrouilleert de champetter met waakzame blik door het dorp. De heerlijke geur van versgebakken brood bij de lokale bakker doet de kinderen, op weg naar school even talmen. Benieuwd wie de strenge onderwijzer vandaag de ezelsoren zal opzetten?
Openluchtmuseum Bokrijk Het Openluchtmuseum van Bokrijk werd op 12 april 1958 officieel geopend. Een honderdveertigtal authentieke gebouwen vormen de kern van de erfgoedcollectie. Naast deze gebouwen bestaat de collectie verder uit gereedschappen en alledaagse gebruiksvoorwerpen. In het totaal omvat dit 30 000 stukken kwetsbaar erfgoed en getuigen van het dagelijkse leven van de 17e eeuw tot 1950. Het Openluchtmuseum werkt naar een interactieve en dynamische ontsluiting van haar erfgoedcollectie.
Domein Kiewit het stedelijk natuurcentrum van de stad Hasselt, is een openbaar toegankelijk natuurdomein met een oppervlakte van meer dan 100 ha.
Start : Aan taverne Het Meulezicht in Retie Afstand : 9,6 km Bewegwijzering : GPS : N51 14.647 E5 03.126 Watermolen 10
DE ROUTE :
Een landelijke wandeling met overheerste verharde wegen
Vanaf het Meulezicht rechts naar de watermolen, de straat noemt ook Watermolen--> Molendijk--Begijnenstraat--Brasel--Avoortstraat--Molenhei--door het veld--Zandstraat--doorsteken naar MeierendBosend--N118 oversteken--Wildemandoorsteken naar Wenen--Duinkerken--Watermolen
Retie Oorsprong van de naam Volgens een legende reed Sint-Martinus in een ver verleden te paard door de lucht. Sommige mensen in Retie keken toevallig naar boven en zagen hem. Anderen kwamen echter te laat om het wonder te zien en vroegen ongelovig: Reed ie?. De plaats van dit gebeuren bleef de naam Retie behouden.
Vanuit historisch standpunt is de naam Retie afgeleid van het Latijnse retus.
Deze naam duidt op het gebied dat vroeger eigendom was van een zekere Retus, ooit de voornaamste grondbezitter van Retie.
De Watermolen Op de Witte Nete bevindt zich een schilderachtige, maalvaardige graanwatermolen.
Hoewel de oudste vermelding pas uit 1633 dateert, bestond deze molensite wellicht al in de 14e eeuw. Het huidige bakstenen molenhuis dateert uit 1765 en vervangt een houten constructie uit 1658. Juridisch was het een zogenoemde banmolen. Zulke molens stonden onder toezicht van de dorpsheer; elke onderdaan was verplicht er zijn graan te laten malen en een gedeelte van het meel als belasting in natura aan de soevereine heer af te staan. In de middeleeuwen straalden molens derhalve een zekere macht en invloed uit.
De watermolen is van het onderslagtype. Dit type was het meest aangewezen op de traag stromende waterlopen in de Kempen. Om de drijfkracht en de snelheid van het water op te voeren, bouwde men een stuw- en sluiswerk. Ter hoogte van het onderste kwart van het rad creëerde men een artificiële stroomversnelling. Zowel de binnen- als buiteninstallatie van deze watermolen is volledig intact.
Bezoekers kunnen de molen elke laatste zondag van de maand aan het werk zien. Van hieruit start ook een mooi kanotraject.
Sint-Maartenpotje Dit typisch Kempens gerecht is genoemd naar de patroonheilige van Retie.
De belangrijkste ingrediënten zijn kalkoenblokjes, spekjes, aardappelen en verse groenten. Het Sint-Maartenpotje wordt geserveerd in Taverne t Meulezicht (Watermolen 10).
Sint-Maarten is de patroonheilige van Retie en dat wordt dan ook gevierd. In de voormiddag trekken de kinderen van deur tot deur en zingen ze het
Sinte-Mettelied terwijl ze geld en snoepgoed inzamelen. Reeds weken van tevoren zijn de inwoners van de gehuchten bezig met het verzamelen van hout om een zo groot mogelijke brandstapel te maken. Na het invallen van de duisternis worden de vuren in
de verschillende wijken en gehuchten ontstoken en worden er wafels en warme chocolademelk uitgedeeld.
Vanaf het beukenhof iets langs de grote weg en dan links
--Je komt op de Leeuwerkstraat --De Laks --Ruitersportcentrum Manege Taverne't Groenhof --Eetgelegenheid Burcht Hertog Jan --Langs het kanaal Turnhout-Antwerpen --De Overzet Oud Turnhout-Ravels --Kanaaldijk --Grote Baan --Oude kleiputten --Geleg --Zwaaikom --Visvijver de Snoekbaars --Werkendam
Oud-Turnhout is een gemeente in het noordoosten van de Belgische provincie Antwerpen. De Kempense gemeente telt iets meer dan 12.800 inwoners. Oud-Turnhout wordt in het zuiden doormidden gesneden door de E34.
Oud-Turnhout bezit zeven geklasseerde monumenten: Landschap De Liereman (1940), Sint-Bavokerk (1957), Priorij Corsendonk (1970), Hofke van Chantraine (1999), Sint-Antonius-Abtkerk (1999), Hoeve Kuilend (1999) en het gemeentehuis (1999
Kanaal Turnhout-Antwerpen Dit kanaal wordt ook wel het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten genoemd. De Kempense kanalen werden niet alleen gegraven als transportweg tussen de Maas en de Schelde. Het kanaal heeft een lengte van 63,3 km en is gemiddeld 20 meter breed. De diepte is gemiddeld 2,5 meter. Met de aanleg van het kanaal is gestart in 1844. Tegen 1875 was men helemaal klaar.
Een belangrijke functie was het aanvoeren van straatmest uit Antwerpen om dit hier te gebruiken om de zandgronden een beetje vruchtbaarder te maken. Een andere functie was het bevloeien van de arme Kempense zandgrond met het kalkrijke Maaswater.
Toen tijdens het graven klei werd gevonden was dit de start van een bloeiende tijd van vele steenbakkerijen. Deze tijd is ook terug te zien in de vele kleiputten die overal rondom het nabij gelegen Beerse te zien zijn. Later werd het kanaal gebruikt voor het transporteren van "wit zand" uit Lommel en stenen en pannen.
kanaal Dessel-Schoten te Ravels Foto : Wimboermans
Start : Aan de kerk van Wolfsdonk Afstand : 10 km Bewegwijzering : Wandelknooppunten De Merode GPS :N51 01.738 E4 54.970
DE ROUTE :
187-262-155-416-92-269-270-187
Op de route :
Wandelnetwerk de Merode is ontwikkeld op initiatief van de vzw Kempens Landschap en verbindt vijf belangrijke bosgebieden binnen het domein de Merode met elkaar: Beeltjens en Kwarekken, Hertberg, Varenbroek en Helschot. Het netwerk is bewegwijzerd met de beproefde methode van de knooppuntbordjes, witte rechthoekige bordjes met rode opdruk.
De wandelpaden gaan van Tongerlo tot Scherpenheuvel-Zichem, en dan rechts richting Hulshout en Aarschot of links naar Tessenderlo. Op het Nationaal Park in Limburg na wordt dit het grootste, aaneengesloten natuurgebied in Vlaanderen.
Meestal verharde weg,een paar boswegeltjes en een kasseistrook We hebben een kleine lus gewandeld in dit groots gebied,wel erbij vertellen dat nog niet alles tot in de puntjes is afgewerkt en hier en daar ofwel nog bordjes of een wandelpad ontbreekt,vandaar de verharde versie van het ogenblik
Start : op het W.Binckplein Afstand : 13 km Bewegwijzering : GPS : N51 29.069 E4 57.209 Heuvelstraat/W.Binckplein
DE ROUTE :
Vanaf het Plein met kiosk gaan we links naar Zandstraat daarna :
--tot we in een bocht links het bos ingaan --we komen aan de vijver 't Zand --We gaan rond de vijver --We komen langs de camping met dezelfde naam --komen op de Maastrichtsebaan,links --even verder oversteken en langs het bos --Komen op de Chaamseweg,oversteken --de Turfbaan,rechts --derde pad rechts --komen op de Ulicotensebaan,links --tweede pad rechts --Komen op de Kwaalburg,rechts --Hooispoor --Hofstade --Hoge Dries/Molendries --De Hoogt --Willibrordstraat en plein --Baarleseweg --Heuvels --W. Blinckplein
De gemeente Alphen-Chaam heeft alles wat voor de toeristen de moeite waard is: een rijke historie, water, bossen en heide. Bezoekers kunnen heerlijk dwalen door uitgestrekte bosgebieden.
Pestkerkhof, Alphen Tijdens de pestepidemieën van 1604 en 1625 stierven meer dan 500 inwoners aan deze gevreesde ziekte. Het aantal inwoners van Alphen in die tijd was nog geen 1000. Uit angst voor besmetting moesten op last van de schout de doden buiten het dorp begraven worden, in plaats van in of rond de kerk. Daartoe werd op een heideveld, dat behoorde aan de Abdij van Tongerlo, een zogenaamd pestkerkhof ingericht. De sporen verdwenen in de loop der eeuwen, maar nog tot in de vorige eeuw werd de plek door de bewoners gemeden. In 1934 werd door de heemkundige, Pastoor W.C.J.Binck, het kerkhof teruggevonden. Ter herinnering aan het vreselijk gebeuren werd een monumentje opgericht. De twee kruisen werden geplaatst ter nagedachtenis aan de twee priesters uit Tongerlo, Adr. Adriaensen en Joh.van den Heuvel, die bij hun begeleiding van de pestlijders, eveneens het leven lieten.
Je vertrekt via de Kirchstrasse,waarna je rechts de Oberkailerstrasse in gaat
Deze weg volgen tot aan Hof Eulendorf,
Hier ga je naar boven waar je rechts en direkt daarna naar links gaat
Je daalt het Kailbachtall in en gaat tot aan de A 60
Vanaf de autostrade en via de oversteek bij de L 46 terug naar Gransdorf
Gransdorf is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Gransdorf telt 304 inwoners
In de omgeving van het bosrijke Gransdorf in de Kyllburger Eifel wandel je naar hartelust. Je kan hier ook genieten van heel wat culturele bezienswaardigheden. De Moezelvallei is maar 35 km verwijderd. Gewoon zalig niets doen kan hier uiteraard ook.
Start : paar honderd meter van Failon Afstand : 8 km Bewegwijzering : GPS :N50 20.269 E5 17.260
DE ROUTE :
Vanaf een kleine parking (zie GPS) richting Failon ,de N938 en dan rechts
--La Chavéé overstekenlinks een bospad tot op de Chemin de la foulerierechts volgenRue de la Fouleriedoor het bosRoute de Ramazéevoor het bos rechtsRue du Chaletterug naar start
Op de route :
--Failon
--Little octagonal house (Kleine achthoekige huis)
--Château de Ramezée
--Barvaux-Condroz
Failon is een gehucht van het dorp Barvaux-sur-Condroz, deelgemeente van Havelange.
Het is een groene en agrarische streek en de meeste dorpjes hebben hun charme van weleer weten te behouden.
De Valleien van smaken en geuren danken hun naam aan de grote verscheidenheid in producten van eigen bodem: ambachtelijke bieren, amandelkoekjes, honing, kaas, aardbeien en nog veel meer lekkers van de boerderij.
Failon heeft een restaurant met streekkeuken en oude gerechten.
Deze wandeling loopt grotendeels door bossen langs weerszijden van de Somme, een zijriviertje van de Ourthe dat ontspringt rond Barvaux-sur-Ourthe.
Regelmatig moet er op deze tocht geklommen worden. Als we even uit de bossen komen, genieten we van prachtige uitzichten. We komen in de buurt van het Château de Ramezée, een uitzonderlijk sprookjesachtig kasteel uit de 17de eeuw, volledig gerestaureerd.
Start : Aan de kerk van Ronquiéres Afstand : 8,2 km Bewegwijzering : GPS :N50 36.531 E4 13.278
DE ROUTE :
--Place de RonquiéresRue d'Henripontlinks met een pad evenwijdig met het kanaal-- Rue du Plad d'Eauvolgen rechts een wandelpad tot aan de Rue Arthur Brancart ,links-- Rechts achter een woningrij en daarna het bos inRue Maurice Brancartde bocht na de kruising met de Rue mon Plaisir links het bos inCharly du Boisdoor de landweggetjes --terug naar het centrum van Ronquiéres
Op de route :
--Ronquiéres --Het hellend vlak --Notre Dame à Fauquez --Le pont qui grimpe vers l'eglise Sainte-Lutgarde --Bois de la Houssièr
Ronquières is een dorp in de Belgische provincie Henegouwen, en een deelgemeente van de Waalse stad 's-Gravenbrakel. Het dorp is vooral bekend omwille van zijn hellend vlak. Het hellend vlak van Ronquières is een scheepslift nabij het Belgische dorpje Ronquières. Het is een hellend vlak op het Kanaal Charleroi-Brussel.
Op 9 maart 1957 stemde de Belgische regering in met een plan om een aantal grote vaarwegen te moderniseren en geschikt te maken voor vaartuigen tot 1.350 ton. Het Kanaal Charleroi-Brussel werd ook in de plannen opgenomen. Bij de plaatsen Ronquières, Arquennes en Seneffe nam het bochtige kanaal een hoogteverschil van meer dan 60 meter. In de 19e eeuw waren hier 16 sluizen aangelegd om dit hoogteverschil te overbruggen. Het passeren van al deze sluizen, over een afstand van circa twee kilometer, kon tot twee dagen oplopen. Modernisering van het kanaal eiste een oplossing voor dit probleem in de vorm van een soort scheepslift.
Het hellend vlak werd na een bouwtijd van zes jaar op 1 april 1968 opgeleverd. Het vlak is 1.400 meter lang en overbrugt een verval van 68 meter, met een helling van bijna 5%. Er zijn twee scheepsbakken van elk 85,50 meter lang en 11,60 meter breed. De bakken rijden als wagons over rails en worden met kabels voortbewogen. Elke bak heeft een eigen contragewicht, dat op rails onder de bak doorgaat. De bakken kunnen zo onafhankelijk van elkaar werken, wat van belang is voor het onderhoud en bij eventuele storingen. In zulke gevallen werkt het vlak gewoon door, maar met beperkte capaciteit. De totale kosten voor het werk bedroeg ongeveer 3,1 miljard Belgische Frank, ongeveer tweemaal meer dan bij de start van de bouw werd gedacht.
Van dit hellend vlak wordt wel eens gezegd dat het tot de grands travaux inutiles behoort, omdat het gebruik van het kanaal na de opening van het hellend vlak stelselmatig afnam. De sluiting van de Waalse steenkolenmijnen was hier zeker een reden voor. In het laatste decennium is er een stijging genoteerd tot het topjaar 2006 toen 5.215 schepen werden versast.[1] In 2008 was dit aantal echter gedaald tot 3.815 versaste schepen.
Het vlak voorziet in z'n eigen energie. Naast de helling ligt een buis waardoor water stroomt dat een turbine aandrijft, die de elektrische energie voor het kunstwerk levert.
Le pont qui grimpe vers l'eglise Sainte-Lutgarde De Glazen Kapel Arthur Brancart was een meester-glasblazer en een geniale uitvinder. Het gehucht dankt haar rijkdom aan hem. Tijdens de eerste wereldoorlog vond hij het Marbrite uit. De 'Verreries de Fauquez' met om en bij de 800 werknemers verkochten dit .... glas over de hele wereld.
Arthur Brancart liet een groot deel van het dorp bouwen, evenals de school, de filmzaal, de feestzaal, de winkels en, als kers op de taart, ook de Kapel. Ze werd zowel aan de binnen- als aan de buitenkant bedekt met marbrite. Ze werd gebruikt voor kerkdiensten en tentoonstelling tot 1977. Momenteel wordt ze gebruikt voor woonruimtes, als toneelzaal, als herdenkingsplaats van het industriële erfgoed en voor een Bretoens pannenkoekenhuis.
Het Bos van La Houssière is een ideale plek voor ontspanning, voor wandelaars van alle slag. Vele van de paden zijn bewegwijzerd en didactische borden informeren u over de fauna en flora die er te bewonderen valt. Het arboretum telt een zeer omvangrijke verzameling boomsoorten en de sportievelingen kunnen het « pad van het oude tramspoor » volgen aan de hand van een fitometer.
Het Bos van La Houssière, grotendeels op het grondgebied van s Gravenbrakel, reikte ooit tot aan het Zoniënwoud (ten zuiden van Brussel), maar door houtkap en zandwinning werden de twee van elkaar gescheiden. Het werd geklasseerd in 1940, om te verhinderen dat het voorgoed zou verdwijnen. Foto : Wikipedia
Start : Aan de kerk van Alveringem Afstand : 7 km Bewegwijzering : GPS : N51 00.728 E2 42.632
DE ROUTE : De start van deze landelijke wandeling is aan de kerk van Alveringem Er is rond deze prachtige kerk parking genoeg,
Daarna vervolgen we naar ;
--Lovoetweg- HoogstraatFortem--naast de LovaartWestover-- --Oerenstraat--Kwellemolenstraat--Sint RijcerstraatAppelstraat-- --Kaatsspelstraat--Dorp
Op de route :
-Alveringem -Lovaart -Oeren met de St,Appoloniakerk en het -Militair kerkhof -Gemeentehuis van Alveringem, het vroegere Hof van Wyckhuize
De gemeente Alveringem is een relatief dunbevolkte gemeente, waarvan de bevolking de laatste decennia nog terugloopt. Op het uitgestrekte grondgebied bevinden zich negen deelgemeenten, alle landelijke dorpen. De grootste deelgemeente is Alveringem zelf, de hoofdgemeente, dat in het noordoosten van de gemeente ligt. In 1971 werden bij gemeentelijke fusies de dorpjes Hoogstade, Oeren en Sint-Rijkers aan Alveringem toegevoegd. In 1977 kwamen er ook de toenmalige gemeentes Leisele en Stavele bij. Tot Leisele behoorden sinds 1971 ook de dorpjes Gijverinkhove en Izenberge; aan Stavele was dat jaar ook Beveren-aan-de-IJzer gehecht. De nieuwe fusiegemeente telde sinds 1977 zo negen landelijke deelgemeentes. Net ten oosten van de dorpskern van Alveringem ligt het gehucht Fortem aan de Lovaart.
In het dorp zijn verschillende fietsroutes en musea, zoals het Mout- & Brouwhuis De Snoek, het "museum van dorst" in Fortem.
De kerk en parochie van Alveringem-centrum zijn genoemd naar Sint-Audomarus. De laatgotische Sint-Audomaruskerk uit de 16de-17de eeuw werd na beschadiging in de Eerste Wereldoorlog hersteld en is een beschermd monument sinds 1971. De driebeukige hallenkerk heeft een 46 meter hoge toren. De Vlaamse priester Cyriel Verschaeve ligt rond de kerk begraven, evenals de Brusselse socialistische ex-minister Hendrik Fayat.
Het gemeentehuis werd eveneens zwaar beschadigd in de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog werd het afgebroken en werd er een nieuw gebouw opgetrokken, ontworpen in Vlaamse neostijl door architect C.Van Elslande. Het werd geopend en 1922 en deed dienst als gemeentehuis tot de fusies van 1977. Nu doet het gebouw dienst als openbare bibliotheek. Op de bovenverdieping zijn de kantoren van het OCMW gevestigd.
Alveringem gaat prat op zijn gerestaureerde hoeves en enkele historische gebouwen zoals het Hof van Wyckhuyse (Je vindt er o.a. de dienst voor toerisme!). Op verschillende boerderijen kan je heerlijke hoeveproducten kopen, eigen productie dus: vers, (h)eerlijk en van een uitstekende kwaliteit!
De Lovaart De Lovaart is een verbindingskanaal tussen Veurne en IJzer en werd omstreeks de 12de eeuw gegraven. Langs beide zijden van de Lovaart komt een gevarieerde beplanting. Op de linkeroever werd het bestaande jaagpad extra aantrekkelijk gemaakt voor wandelaars en fietsers.
Oeren Rondom de kerk ligt een Belgisch militair kerkhof van 1914 - 18 met 510 personen, een aantal onder hen zijn onbekend gebleven.
Heldenhuldezerkjes Heldenhuldenzerkjes van Vlaamse gesneuvelden zijn nog terug te vinden op de militaire kerkhoven van Oeren, Hoogstade en op de kerkhoven van Alveringem en Beveren.
Deze heldenhuldenzerkjes met een Keltisch kruis, een meeuw of Blauwvoet en de letters AVV-VVK (Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus) is door frontsoldaat, schilder en tekenaar Joe English ontworpen.
Isabellapolderroute Aartshertogin Isabella van Oostenrijk is nog opvallend aanwezig in deze regio. Onder haar bewind kreeg dit waterrijke gebied immers zijn huidige vorm. Als dank lieten de bewoners haar naam luiden als een klok.
We wandelen door de Isabellapolder, langs het Isabellakanaal en de Isabellahoeve.
De dijken getuigen van de felle strijd die de boeren moesten aangaan met de zee, die geen kans onbenut liet om terug te slaan.
Nu nog is het een landbouwstreek bij uitstek.
Boekhoute is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeenten van Assenede. Boekhoute ligt nabij de grens met Nederland, in het Meetjesland. Het was een zelfstandige gemeente tot eind 1976. Het heeft een oppervlakte van 16,27 km² en telde op 1 april 2006 2029 inwoners.
Het vissersverleden In het begin van de 20e eeuw leefde 700 Boekhoutenaren van de visvangst. De Braakman, de verbinding tussen de vissershaven en de zee verzandde compleet in 1952. De vissersvloot van bijna vijftig schepen kon niet meer uitvaren. Voor een groot deel was dat te wijten aan niet uitgevoerde baggerwerken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een vissersboot in het dorp herinnert nog aan het vissersverleden en de in september gehouden garnaalfeesten.
Boekhoute is bij wet nog altijd een officiële vissershaven. De boten liggen nu (2008) in Terneuzen of Breskens en zijn te herkennen aan het opschrift BOU (naar de oude schrijfwijze Bouchaute).
--Abdij van Affligem --Koeweidelos kapelleke --Kravaalbos --Meldert kapel --Meldert dorp
De abdij van Affligem mag beschouwd worden als de meest imposante abdijstichting van de benedictijnen in de Lage Landen. Als huisabdij van de hertogen van Brabant werd ze Primaria Brabantiae (de voortreffelijkste van Brabant) betiteld. In de rijmkroniek van Sinte-Lutgarde (circa 1200) wordt ze Spiegel voor alle abdijen genoemd.
In 1870 slaagde men erin het kloosterleven te Affligem nieuw leven in te blazen, namelijk binnen het statige Bisschoppenhuis, het laatste overblijfsel van de laatbarokke bouwwerken. Dit werd tussen 1920 en 1970 uitgebreid met een vleugel met monumentale kruisgang en een nieuwe abdijkerk. Pas heropgericht, ondernam Affligem reeds in 1892 de stichting van de abdij van Merkelbeek (sinds 1923 abdij Sint-Benedictusberg te Vaals bij Aken). Van hieruit zouden de Affligemse benedictijnen de Duitse kloosters van Kornelimünster en Siegburg herstellen. Sinds 1910 neemt Affligem ook deel in de missie van Pietersburg in Zuid-Afrika. Het is binnen de Liturgische Beweging befaamd met de uitgave van het Volksmisboek (1915) en het Tijdschrift voor Liturgie (1919)
Voorplein van de abdij Affligem De huidige Abdijstraat loopt dwars door de oude abdij waarvan slechts drie gebouwen overgebleven zijn. Vroeger was ze omringd met muren, en in het dal met een wal waarachter de visvijvers lagen. De aanleg van het huidige voorplein onder het abbatiaat van D. Franco de Wyels (+1962) dateert grotendeels van 1951. Toen werd de Benedictuspoort onder leiding van kunstschilder F. Coppens uitwendig gerestaureerd en verbonden met het Bisschoppenhuis. Het barokke wapenschild in de verbindingsmuur, getopt met twee kromstaven, zou kunnen verwijzen naar de tweevoudige waardigheid van aartsbisschoppen-abten. De kerktoren, opgericht in 1954, is gedeeltelijk het werk van architect Th. Vijverman van Denderleeuw.
Kravaalbos Het Kravaalbos is een bos dat grotendeels op het grondgebied van Meldert (Aalst) en Asse ligt en een klein deel op het grondgebied van Mazenzele. Het bos is ten noordwesten van Brussel gelegen. Het is nog een deel van het vroegere Kolenwoud. De oppervlakte bedraagt ongeveer 80 hectare. Er ligt ook een grote vijver tussen het ongestoorde en verstoorde bos van ongeveer 1,5 hectare groot, ontstaan door de winning van Balegemse zandsteen. Het landschap vertoont duidelijk tekenen van het heuvelland tussen Aalst en Brussel. Zo ligt het hoogste punt om en bij de 80 meter boven zeeniveau, en is er een hoogte-interval van ongeveer 50 meter.
Een gedeelte van het bos is nog ongestoord. In dit gedeelte komen elzen en wilgen voor met als onderbegroeiing o.a. zeggen en bittere veldkers.
In het verstoorde gedeelte zijn boomsoorten aangeplant, zoals de tamme kastanje, de es en de Amerikaanse eik. Wel komen nog resten van de oorspronkelijke ondergroei voor met onder andere valse salie, lijsterbes, dalkruid, kamperfoelie, lelietje-van-dalen, bosanemoon. Op plaatsen waar de oorspronkelijke ondergroei werd weggehaald komen nu braam, gladde witbol en adelaarsvaren massaal voor. Daarnaast komt tussen de adelaarsvarens nog de wilde hyacint voor.
In de twaalfde eeuw werd op initiatief van de abdij van Affligem steengroeven geëxploiteerd en die in de zestiende eeuw waren uitgeput.
In het bos kan men ook vele wilde dieren aantreffen, zo leven er konijnen, fazanten, vossen, buizerds en uilen.
Start : Aan het kasteel van Gaasbeek Afstand : 11 km Bewegwijzering : geen GPS : N50 47.990 E4 12.265 Kasteelstraat Gaasbeek
DE ROUTE :
Recht tegenover de Afspanning Oud Gaasbeek de weg ingaan Zo maken we een tocht rond het domein van het kasteel met prachtige bossen en vijvers tot we terug op de kasteelstraat uitkomen Links en vervolgens rechts de groenstraat en nog eens rechts de Groeneweg in volgen door bossen en velden tot we de Brusselsestraat oversteken de Eksterstraat in, Tweemaal rechts volgen tot we op een punt komen waar we zicht hebben op de Pedevallei en ST Gertrudis Pede,rechts de Appelboomstraat in,dan Kothemstraat en links de Lenniksebaan waar we komen aan Brouwerij Lindemans Rechts de Kwadewegenstraat in tot de Konijnestraat links,eerste rechts tot aan de Postweg,rechtdoor de Schreinstraat in,rechts de Kleine schreinstraat-de Schaliestraat zijn nu in VlezenbeekDorp--Beevaartweg--rechts het veldpaadje tot Laudinnenstraat --Reuzestraat tot einde dan rechtdoor het bospad in tot Kamstraat links tot de Lourdesgrot rechtsInkendaalstraat voorbij ziekenhuiskomplex Inkendaal,De Bijltjes --Smidsestraat linksKasteel van Nerderloo linksPostweg paadje rechtsKonijnenstraat linksdoor het park en langs kasteel Groenenberg terug naar ons vertrekpunt
--Kasteel van Gaasbeek --Brouwerij Lindemans --Vlezenbeek --ziekenhuiskomplex Inkendaal --Kasteel van Nerderloo --kasteel Groenenberg
Kasteel van Gaasbeek Het kasteel ligt strategisch op een helling en vertoont een onregelmatige, polygonale aanleg binnen een omwalling. Het huidige uitzicht is hoofdzakelijk het resultaat van de restauratiewerken uit 1887-1898, achtereenvolgens onder leiding van architect Charles-Albert en de Franse letterkundige E. Bonafé. De gevel aan de grachtzijde benadrukt het robuuste, weerbare karakter van de burcht. Hij bewaart een onderbouw van lokale breuksteen uit de 13e-15e eeuw. Het oorspronkelijke metselwerk erboven werd waar nodig hersteld of opnieuw opgebouwd tot aan de kroonlijst. Vensters en erkers kregen daarbij een neogotisch tintje. Het poortgebouw heeft een monumentaler uitzicht. Tijdens de restauratie werd de bakstenen donjon gebouwd met een spietoren en de Brabantse Leeuw in het boogveld. De toren van (Sint-Pieters-)Leeuw werd heropgebouwd en werd opgevat als een muurtoren met een trapgevel.
Het kasteel is een erkend museum met een rijke kunstcollectie (kostbaar meubilair, wandtapijten, schilderijen, beelden en edelsmeedwerk). In 20 zalen geven de inrichting en het meubilair van de vroegere bewoners een indruk van het vroegere kasteelleven.
Brouwerij Lindemans Zeven generaties geleden, in 1809, exploiteerde de familie Lindemans een boerderij in Vlezenbeek, aan de rand van Brussel. Om tijdens de wintermaanden iedereen aan het werk te houden, werd besloten een klein lambiekbrouwerijtje op de boerderij in te planten.
Door het groeiende succes van de lambiek werd het brouwen stilaan belangrijker met als gevolg dat de landbouwactiviteiten werden stopgezet in 1950. Vanaf dat ogenblik begon de familie Lindemans volop Geuze en Kriek te produceren.
Door de nog steeds groeiende vraag naar lambiekbieren was de capaciteit van de verouderde brouwzaal te klein geworden om de productie te volgen. In 25 jaar tijd groeide de productie van 5.000 Hl naar 50.000 Hl. Om de lambiek te vrijwaren voor een kwaliteitsdaling ten gevolgen van overproductie, werd in 1991 besloten om naast de oude brouwerij een nieuwe brouwzaal op te richten, met een capaciteit die drie keer hoger lag.
In 1995 werd er opnieuw creatief met lambiek geëxperimenteerd, en zag een ongewoon bier het licht: het Tea Beer, een bier met een verrassende citroenzuur -zoete smaak.
Park Groenenberg - Gaasbeek Twee parken. Twee kastelen. Plus honderden paleizen die de natuur bouwde. Eén gestrekt groen domein in het hart van Vlaams-Brabant. Welkom in Gaasbeek-Groenenberg.
Ervaar als een echte kasteelheer de pracht en de rust van beide domeinen. Gaasbeek, het trotse slot, nauw verbonden met onze geschiedenis. Groenenberg, een elegant buitenverblijf, droomhuis van rijke burgers. Tientallen eeuwenoude bomen, paleizen voor honderden dieren. Gaasbeek, het trotse slot, nauw verbonden met onze geschiedenis.
Het park van Groenenberg, een levend schilderij, honderd jaar geleden vakkundig ontworpen door landschapsarchitect Edmond Galoppin. Een park vol verfijnde vista's en bloemenperken, in alle seizoenen zinderend van kleur en leven.
Het park van Gaasbeek, een ode aan bos en water, een boek vol herinneringen aan mensen die in dit landschap eeuwenlang de natuur naar hun hand zetten. Een park met verrassende vergezichten en intieme hoekjes, een juweel uit vroegere tijden.
Beide parken worden zorgvuldig gerestaureerd en onderhouden door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AMINAL, afdeling Bos & Groen.
Start : aan de St.-Janparochie in Kuringen Afstand : 11.5 km Bewegwijzering : rode driehoek GPS : N 50.956109 - E 5.327289 parochiecentrum Sint-Jan, Nieuwstraat 126 in Kuringen.
Het is toegestaan om de hond mee te nemen tijdens deze wandeling
Het 100 ha grote natuurgebied de Platwijers strekt zich uit op het grondgebied van de gemeenten Zonhoven en Hasselt (Kuringen). Reeds in de middeleeuwen stelde men vast dat de aldaar stromende Roosterbeek zeer geschikt was om viskweekvijvers te bevoorraden. En zo werden hier honderden vijvers en vijvertjes gegraven.
Dit reservaat is nu echter vooral gekend voor zijn grote vogelrijkdom. Talrijke soorten vinden hier een geschikte pleister- en broedplaats. De meeste binnenpaadjes zijn dan ook afgesloten voor het publiek omdat de vogels anders te veel gestoord zouden worden. Vogelaars zou ik dus willen aanraden hun verrekijker niet te vergeten.
Wandelgebied wordt Platwijers
Het landschap in het natuurgebeid wordt bepaald door honderden vijvers, Bovendien bieden de natuurreservaten Platwijers en Kolberg een perfecte aanvulling op Wijvenheide. De natuurliefhebbers kunnen vertrekken vanuit Zonhoven of Hasselt.
Vanuit Zonhoven (startplaats Camping Heidestrand), kan je de rode of oranje route volgen, die je dwars door Wijvenheide loodsen. Je komt hier de vreemdste dieren tegen, zoals de roerdomp, wouwaap of het minuscule boomkikkertje.
In Hasselt is het vertrek voorzien aan Parochiecentrum Sint-Jan in Kuringen-Heide, waar de wandelaars kunnen kiezen uit 5 routes, variërend van 4,5 km tot 12,5 km. Ook hier kom je langs tal van vijvers, die vroeger gebruikt werden voor de viskweek. De Roosterbeek loopt als rode draad door het gebied en vult de vijvers aan met water.
Lint is een van de kleinste gemeente in de provincie Antwerpen met haar 557 hectaren.
De gemeente ligt zeer gunstig op de as Brussel Antwerpen en ook de provinciesteden Lier en Mechelen liggen vlakbij.
Kontich station
Station Kontich is een spoorwegstation langs spoorlijn 25 (Brussel - Antwerpen) in de gemeente Kontich. Vroeger heette dit station Kontich-Kazerne omwille van de nabijheid van een legerkazerne. Langs de vroegere spoorlijn 61 (Antwerpen - Aalst) lag het station Kontich-Dorp.
Vanuit dit station is een aftakking naar spoorlijn 13 richting Lier.
Op 21 mei 1908 reed een trein, wegens een verkeerde wisselstand, in het station Kontich in op een stilstaande reizigerstrein. Drie rijtuigen werden vernield en er vielen 40 doden.
De naam Kontich komt waarschijnlijk van het Romeinse woord Condacum, wat zoveel betekent als "de plaats bij de samenvloeiing". Dit duidt op de samenvloeiing van de Rupel en de Schelde. Dit grondgebied was veel groter dan de huidige gemeente Kontich en omvatte ook de huidige gemeenten Aartselaar, Rumst, Hemiksem, Niel, Schelle en Lint. Sporen van bewoning uit de Romeinse tijd zijn gevonden op verscheidene punten van het huidige Kontich: urnen, houten waterputten, Romeinse tegels, munten en scherven.
Kernen Naast Kontich zelf ligt in de gemeente nog de deelgemeente Waarloos. Waarloos in het zuiden ligt nog enigszins in landelijk gebied. Kontich zelf in het noorden is als gebied in de rand van Antwerpen sterk volgebouwd geraakt met woonwijken. Centraal ligt daar Kontich-Centrum. Ten oosten ligt Kontich-Kazerne, dat vergroeid is met buurgemeente Lint en ook met het centrum verbond geraakt. In het westen ligt nog het kleine gehuchtje en parochie Sint-Rita.
Start : Aan het Station van Valkenburg Afstand : 11 km Bewegwijzering: geen GPS : N50 52.175 E5 49.913
DE ROUTE : Deels over verharde wegen en deels op bospaden Als je voor het station staat ga je links de baan van de parking helemaal te einde zodat je op de Paralelweg komt ,rechts de sporen oversteken en je bent op de route
Op de route :
Paralelweg-Napoleonstraat-Dorbeekweg-Emmaberg oversteken-nieuweweg-Hekerweg-links het bos in-Emmabergweg-Groeneweg-onder de A79-rondpunt oversteken Diepestraat-Heihofweg-Putweg-Kleingenhouterweg-Ravensboschstraat-Bosstraat-Haasdalermolenweg-Hoekweg-we maken een kleine lus langs de hoeve en de boomgaard-Door het Ravensbos-Bosstraat-Over de A79-Aan de Krombunder-Parallelweg terug naar het station
--Het station van Valkenburg --Emmaberg --Rotondes bij Hulsberg --Kapel Ravensbos --Kasteel de Bockenhof --Ravensbos
Station Valkenburg is het spoorwegstation van Valkenburg in de Nederlandse provincie Limburg. Het station is gelegen aan het traject Maastricht - Heerlen en geldt als het oudste nog bestaande van Nederland.Het mergelen gebouw werd ontworpen door Jacobus Enschedé en werd geopend op 23 oktober 1853. Enschedé liet zich inspireren door het paleis van koning Willem II in Tilburg. In 1890 werden twee vrijstaande gebouwtjes aan de zijkanten gesloopt om plaats te maken voor langere vleugels.
Het gebouw, dat geklasseerd is als rijksmonument, is nog steeds als station in gebruik. In 2005 werd het station verpacht en in oude staat teruggebracht. Sindsdien is er een restauratie, een kiosk en een modeltreinenwinkel in gevestigd. In 2009 werden de ruimtes van de modeltreinenwinkel heringericht met een expositie over toeristisch Valkenburg, over de geschiedenis van de Heuvellandlijn en over de ZLSM. Eind 2009 is het contract opgezegd en zijn de modeltreinenwinkel, de kiosk van de ZLSM en de restauratie gesloten.
Aanvankelijk lag het station aan de lijn Aken - Maastricht, later kreeg het station aansluitingen naar Heerlen en Kerkrade (Miljoenenlijn). Alleen Heerlen Maastricht is nu nog in reguliere exploitatie. De stations Houthem-Sint Gerlach en Schin op Geul aan deze lijn behoren ook tot de gemeente Valkenburg aan de Geul.
Emmaberg (Limburgs: D'n Emmaberg) is een gehucht in de gemeente Valkenburg aan de Geul. Het plaatsje is gelegen tussen Hulsberg en Valkenburg, aan de provinciale weg N298. Emmaberg maakte tot de gemeentelijke herindeling van 1982 deel uit van de voormalige gemeente Hulsberg, welke deels opging in de gemeente gemeente Nuth en deels in de gemeente Valkenburg aan de Geul.
Emmaberg en zendmastHoewel officieel een gehucht, bestaat Emmaberg vooral uit villa's en wordt het vaak gezien als een dure buitenwijk van Valkenburg. In Emmaberg staat ook de 150 meter hoge zendmast van waaruit de radio-uitzendingen van de publieke omroep, de regionale omroep L1 en de commerciële radiostations 100% NL en Radio 538 worden uitgezonden. Deze zendmast is landelijk bekend als 'Zender Hulsberg' genoemd naar de voormalige gemeente waar deze zendmast stond opgesteld.
Kasteel de Bockenhof Het complex bestaat uit een herenhuis, de Obbendorf, en een pachtboerderij. Onder een schuur bevinden zich nog twee tongewelven die wijzen op een nog ouder gebouw. Bij een verbouwing in 1848 is dit gebouw verdwenen. De pachthof ligt aan de weg Groot-Haasdal. Het kasteel, dat via een weggetje langs de hof bereikbaar is, is een witgepleisterd, uit twee lagen opgebouwd bakstenen gebouw, met hardstenen deur- en vensteromlijstingen. Aan de noordzijde heeft het een krulgevel. Het vierkante torentje uit 1677 is voorzien van een tentdak met daarop een koepeltje en een spits in de vorm van een doorgesneden ui. Op deze ui staat een windvaan uit 18e eeuw, voorzien van het familiewapen van Von Bock.
De rechthoekige kasteelhof is gedeeltelijk gebouwd in mergel. De twee grote rondboogpoorten aan het binnenplein hebben randen uit baksteen. Een van de bakstenen muren van de schuur is gelardeerd met mergelstenen speklagen. De hof heeft een grote voluutgevel met in de top twee uilengaten.
Start :Aan Hotel Schneeberg Afstand : 10,5 km Bewegwijzering : C4 GPS :N50 05.589 E6 33.924
Waldhaus Schneeberg St. Thomaser Straße 5 in 54657 Neidenbach
DE ROUTE : Een mooie wandeling door het woud naar het onderliggende St Thomas waar een pracht van een klooster te bezichtigen is en dat tegen de spoorweg gelegen is en waar je de dorst kan lessen om dan terug de blimming aan te vatten naar het vertrekpunt
Het voormalige klooster van St. Thomas is nu bevestigd als een Romaanse kerk met een barokke kloostergebouwen. Hier is de pastorie van het bisdom Trier. Attracties in de buurt van de kerk is de ruime tuin.
In de tuin van het klooster begint de verschillende aard kilometer lange pad dat leidt langs de kreek afgunst.
Ter ere van de vermoorde in 1170 en 1173 heilig verklaarde aartsbisschop van Canterbury, Thomas Becket, is in Kylltal in 1185 een cisterciënzer klooster (de oudste in Duitsland) werd opgericht. Het oudste deel van het klooster kerk werd ingewijd 1222e In 1802 de nonnen werden verdreven door de secularisatie van het klooster. Een brand in 1742 verwoestte de Abdij, alleen de kerk overleefde. Het klooster werd gebouwd in 1744 in barokke stijl. Vandaag het klooster wordt gebruikt als Bisschoppelijke priesters huis en trainingscentrum voor kerkdiensten
Kloster St. Thomas Annenberg 2 54655 St. Thomas
Ontdek de natuur op het natuurpad St. Thomas
In het beschermde gebied tussen de overspanningsbeveiliging en Kyll vindt u een natuurpad van een soort te vinden op een lengte van 2,5 km bewegwijzerde wandelroute leidt door het prachtige St. Thomas Heilenbachtal. Vanaf het dorpsplein van Sint-Thomas in het klooster van St. Thomas Bacher benijd je wandeling naar de watervallen. Veel informatie borden en Aktivstationen geven u tips en suggesties over het natuurpad bewust ervaring ". Families met kinderen, maar ook groepen scholieren die willen bewust ervaren en actief de natuur komen, op uw kosten. Een reizende stille cabine nodigt u uit om te rusten en een picknick, maar het kan ook gebruikt worden als een openlucht klaslokaal. Toegankelijk, het natuurpad met de trein! Op verzoek van de Bosbouw Bureau Bitburg gidsen, niet alleen voor kinderen maar ook voor geïnteresseerde volwassenen. Informatie, contact opnemen met het kantoor bos Bitburg, Kleist Strasse 5, 54634 Bitburg, telefoon, 06561 tot 94690.
Start :aan de kerk van hulsonniaux Afstand : 7,5 km Bewegwijzering : geen GPS :N50 12.106 E4 56.881
DE ROUTE : Voor de kerk naar links afdalen en dan rechts tot einde pad ,door het veld naar de beek , de rest zijn goed begaanbare wegen
Hulsonniaux is een plaats en deelgemeente van de Belgische gemeente Houyet. Hulsonniaux ligt in de provincie Namen.
Vroeger was het dorp voornamelijk agrarisch: was geteelde tarwe, spelt, haver, aardappelen, suikerbieten en voederbieten. Gelegen in de stad, een prachtige kapel gewijd aan Onze Lieve Vrouw van Genade, in de schaduw van eeuwenoude linde, en twee andere kapellen, een gewijd aan Saint Roch en de andere aan St. Barts.
Op het huidige grondgebied van deze stad was ooit het landhuis van Chaleux waarvan de oorspronkelijke naam moest zijn Calaus. deze plek als geciteerd uit de vijftiende eeuw en de documenten die zij schrijven: Chaloy en Chaleux Challux. Deze term komt uit de Keltische radicale eeltplek die verschillende namen en locaties van het water gelegen op rivieren gaf.
Chaleux, gelegen in een bocht van de rivier de Lesse, is beroemd om zijn prehistorische grot. De grot, gelegen aan een bocht in de rivier de Lesse, 18 meter boven de rivier, heeft meer dan 30.000 bewerkte vuursteentjes van menselijke handen, menselijke en dierlijke beenderen, zandsteen platen, en .. .. mammoet ellepijp.
Op vele plaatsen zijn er prachtige uitzichten, met name om de vallei van de Lesse
De geklasseerde site Chaleux, met zijn kalkstenen kliffen, bekend als naalden Chaleux gedomineerd door de rotsachtige kaap die het kamp werd opgericht Romeinse Furfooz, is prachtig.
Hulsonniaux bewaard tot de laatste oorlog, heel typische oude huizen van modder, die het een zeer origineel karakter geeft. Het wordt ook gebruikt om Hulsonniaux, jukken, en deze manier van reizen was noodzakelijk gezien de beperktheid van de vele sites is ontoegankelijk voor voertuigen. Er was eens een brug naar de Lesse Chaleux en werd verloren door een ineenstorting van ijs aan het einde van de XIXe eeuw.
Op 15 augustus 1914, na een bombardement bezetten de Duitsers het dorp, en nemen de priester als gijzelaar mee,
Start : Op de parking iets van de kerk van Virginal-Samme Afstand : 9 km Bewegwijzering : Geen GPS :N50 38.520 E4 12.669
DE ROUTE :
Mooie wandeling langs landwegen en bossen
wandelen langs het kanaal en de papierfabriek
--Virginal-Samme --Kanaal Brussel-Charleroi
Bezienswaardig:
--de dolmenTable des Sorcières, --kleine kasteeltjes, --de St-Laurentkerk (11eeeuw) in Haut-Ittre, art nouveau --vensters in glas van Fauquez in de St-Pierrekerk in Virginal, --het Smederijmuseum, --de typische vierkantshoeves van de streek.
Virginal-Samme is een plaats en deelgemeente van de Belgische gemeente Itter. Virginal-Samme ligt in de provincie Waals-Brabant
Start : Parking, Damse Vaart-Zuid, 8340 Damme Afstand : 7 km Bewegwijzering : geen GPS : N51 14.923 E3 16.618
DE ROUTE :
stads- en groene luswandeling Wegdek: afwisselend verharde en niet verharde ondergrond Toegankelijk voor rolwagens: moeilijk
Op de route :
--Damme --Damse Vaart --Schipdonkvaart
Damme is een plaats en stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad is een toeristische trekpleister met veel oude gebouwen. Deelgemeenten ingegrepen telt het bijna 11.000 inwoners.
De stad profileert zich sinds een aantal jaren als boekenstad.
De oorsprong van de vlag en het wapenschild van de stad vinden hun oorsprong in een legende. Damme heette vroeger Hondsdamme, dat eigenlijk van "honte" komt. Honte is een oud woord voor een modderig gebied aan een monding. Aan de verbastering tot "hond" werd achteraf een legende gehangen. De duivel zelf zou in de gedaante van een hond in Damme heel wat schrik aangejaagd hebben bij de bewoners. Na drie dagen vol gehuil ontstond er een storm die een bres in de dijk veroorzaakte. De dijkbouwers joegen op de hond, maakten hem af en stopten de bres dicht met het duivelse dier. De duivel was verslagen en het gat was dicht. De duivel en het oprukkende water waren verslagen, Damme was gered
Bezienswaardigheden Het middeleeuwse stadhuis, een mooi voorbeeld van Brabantse gotiek De middeleeuwse Onze-Lieve-Vrouwekerk waarvan de bouw in de dertiende eeuw in vroeggotische stijl werd opgestart. Door het toenemend belang van Damme werd in de volgende eeuw de huidige hallenkerk aangebouwd. In 1578 werd de kerk geplunderd door de geuzen. Herstelling volgde tussen 1621 en 1626. Transept, zijbeuken en middenbeuk werden in 1725, samen met de bouwvallige spits afgebroken omdat het onderhoud onbetaalbaar werd. Men moest hiervoor wel toelating vragen aan de Grote Raad van Mechelen. De kerk werd opnieuw gerestaureerd, eerst tussen 1890 en 1895 en later tussen 1902 en 1904. Het pleister werd van de baksteen verwijderd.
Het standbeeld van Jacob van Maerlant voor het stadhuis. Hij ligt begraven in een blinde zerk in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Niet hij zou er onder liggen, alleen zijn lijk, zo redeneerde hij
Damse Vaart (Jan. 2006)De Damse Vaart, afgelijnd met bomen, verbindt Brugge met Damme en loopt verder naar Sluis. Het werd onder Napoleon uitgegraven. De vaart heeft nu geen enkele economische betekenis meer. De boot Lamme Goedzak, naar een karakter uit de roman over Tijl Uilenspiegel, brengt toeristen van Brugge naar Damme. Wanneer de vaart in de winter dichtvriest, is het mogelijk van Brugge naar Sluis te schaatsen wat dan ook door vele toeristen wordt gedaan.
Het Uilenspiegelmuseum brengt 5 eeuwen Uilenspiegel in beeld. Sinds de 17de eeuw heeft Damme een sterke Uilenspiegeltraditie. Als symbool van de Vlaamse volksziel, ontembare geus en fratsenmaker, dwaalde hij er met Nele en Lamme Goedzak rond. In het museum kan men aan de hand van kopieën van handschriften, 16de-eeuwse drukken, schilderijen, bibliofiele uitgaven, prenten, beeldhouwwerken, geplaatst in hun cultuurhistorische context, met deze verschillende gezichten van Uilenspiegel kennismaken.
Lange rechte weg langsheen de zuidelijke oever van het Schipdonkkanaal, vanaf de Oude Sluissedijk en de Platheulebruggen ten westen tot in Moerkerke en verder oostwaarts op grondgebied van Oost-Vlaanderen (Maldegem). Tracé daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw, na de aanleg van de evenwijdig lopende Leopold- en Schipdonkkanalen, resp. in 1843 en 1855-1856; e.g. om het water vanuit de polder ten noorden van het Meetjesland af te voeren, l.g. als afleidingskanaal van de Leie. Weg omzoomd met populieren; schaarse hoevebebouwing lagerliggend dan de weg.
Start : Aan de kerk van Edelare Afstand : 12 km Bewegwijzering : ja GPS : N50 50.048 E3 37.367 Edelareberg, 9700 Edelare
DE ROUTE : Met de naam van de Bierbrouwer wandelroute kan je alle kanten uit. Het traject loopt door de mooiste plekjes van Oudenaarde, brouwersstad bij uitstek. Je passeert zelfs een aantal brouwerijen. Onder andere Roman, die fier boven op een heuvelrug de omgeving de kerk van Edelare die ligt aan een ieniemienie doodlopend straatje Wat verderop geparkeerd dus en te voet richting kerk
Op de route :
--Edelare --Volkegem --Maarke-kerkem --Sint-Vincentiuskapel en Sint-Pieterskerkje
Edelare Historisch gezien maakte het onderdeel van de baronie Pamele uit en gold als één eenheid met de dorpjes Volkegem en Leupegem, die samen onder de voogdij van de abdij van Ename stonden. De naam Edelar duikt voor het eerst op in 1110, toen de altaren van de drie dorpjes officieel aan Ename geschonken werden. Dit vormt meteen een bewijs dat het Sint-Martinuskerkje er toen reeds gestaan moet hebben: tussen 1300 en 1400 bevond zich op de flank van de heuvel een kapel die geleidelijk tot kerk is verbouwd. In de 19de eeuw was deze kerk echter zeer bouwvallig geworden; ze was daarenboven grondig verbouwd. De lokale priester maakte ze opnieuw bruikbaar. In 1973 brandde ze af en diende grotendeels gerestaureerd te worden.
Boven op de Edelareberg, grenzend aan Mater, bevindt zich het gehucht Kerselare. Dit is een bedevaartsoord, dat medio 15de eeuw ontstond nadat de dochter van de baron van Schorisse op miraculeuze wijze genezen zou zijn door toedoen van een Mariabeeld. Daar dit beeld oorspronkelijk aan een kersenboom hing, werd die plek Kerselare genoemd. De baron bouwde er uit dankbaarheid een kapel. Nog volgens de overlevering zou de baron tijdens een bedevaart naar het Heilige Land in Egypte door een krokodil aangevallen zijn, en door interventie van Maria gered. Deze krokodil in kwestie werd vervolgens gebalsemd en in de kapel gehangen. De krokodil, of een replica ervan, werd evenwel samen met de kapel door een brand verwoest in 1961. De nieuwe modernistische kapel is een betonnen constructie die nooit volledig afgewerkt werd. In Kerselare grijpt elk jaar een kermis plaats waar men een lokaal soort snoepje verkoopt, bekend als de lekkies.
Onder het oppervlak van de Edelareberg bevindt zich een uitgebreid militair bouwwerk, het Kezelfort. Het fort is tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als verdediging tegen Frankrijk opgericht en maakte deel uit van de zogenaamde Wellingtonbarrière: het diende om mogelijke Franse aanvallen vanop de heuveltop af te slaan en de Schelde in de gaten te houden. Na de oprichting van België werden de militaire uitkijkposten afgebroken; het gangennetwerk is daarentegen bewaard gebleven. Het fort is nu een zeer belangrijke overwinteringsplaats voor vleermuizen.
De familie Thienpont bouwde daarenboven in de late 19de eeuw een neogotisch landhuis op het terrein. Vermits het gebied tot op heden in de handen van deze familie is, is het fort niet vrij toegankelijk.
Volkegem Aan het dorpsplein bevindt zich het oude romaanse Sint-Martinuskerkje, waarvan de geschiedenis misschien reeds tot Merovingische tijden teruggaat, en waaraan gotische zijbeuken zijn toegevoegd. In de kerk hangt een barok schilderij van Simon De Paepe.
Op het dorpsplein staat tevens een herdenkingsmonument voor de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog.
Volkegem heeft twee steile hellingen die onder wielertoeristen populair zijn: de Volkegemberg en de Wolvenberg. Deze laatste heeft een klimming van 19%, en leidt verder naar Mater.
In Volkegem bevindt zich een natuurreservaat, dat onderdeel van het Bos t' Ename en eigendom van de Vlaamse Gemeenschap is. Er komt een zeldzame soort kamsalamander voor.
Start :Gemeentelijk park 't kasteel in Keerbergen Afstand : 11,4 km Bewegwijzering : GPS :N51 00.028 E4 38.089
DE ROUTE :
--Keerbergen --Gemeentelijk park 't kasteel --Broekelei --Hansbrug --bos van blaasberg --de dijlemeander --Ninde --Villawijk van Keerbergen
Gemeentelijk Park 't Kasteel bereik je vanuit Brussel door de E19 te verlaten bij afrit 12-Vilvoorde en de N21 tot Haacht te volgen. Daar moet je tweemaal links om in Keerbergen te geraken. Het park ligt links bij het naderen van het centrum. Vanuit Antwerpen verlaat je de E19 bij afrit 9-Mechelen Noord en je volgt de N15 richting Heist-op-den-Berg tot wegwijzers je rechts naar Bonheiden en verder naar Keerbergen leiden. Aan de rotonde in het centrum volg je rechts de richting Brussel-Leuven-Haacht. 't Kasteel bevindt zich 400 m verderop aan de rechterkant.
PARKEREN Parkeerterrein voor en achter het bijbehorende restaurant.
Keerbergen ligt net aan de grens van de provincie Vlaams-Brabant met Antwerpen. Zo komt het dat Keerbergen twee straten, de Grens- en de Bakestraat, deelt met de Antwerpse gemeenten Bonheiden (Rijmenam) en Heist-op-den-Berg (Schriek). Dit wil zeggen dat de inwoners van één straat in een andere gemeente én provincie kunnen wonen dan hun buur of overbuur. Waar bij de Grensstraat de grens door het middel van de weg loopt, loopt de grens bij de Bakestraat veel grilliger. Het gaat slechts om een klein stukje van de Bakestraat dat behoort tot Rijmenam terwijl de rest Keerbergs grondgebied is. Keerbergen deelt ook een grens met de Vlaams-Brabantse gemeente Haacht, die gevormd wordt door de Dijle, die overbrugd wordt door twee bruggen, met name de Oude en Nieuwe Hansbrug. De grens met Tremelo loopt door de Tremelobaan. Ook hier is ongeveer een kilometer lang een deel van de baan Keerbergen, terwijl de overkant deel uitmaakt van Tremelo. Tevens wordt Keerbergen tot de landstreek Dijleland gerekend
Keerbergen had van 1932 tot 1963 een eigen vlieghaven, waarop vooral het bedrijf Cogea actief was. De Duitse bezettingsmacht zou van de infrastructuur gebruikmaken. Er is ook een onderaardse gang van de gebouwen die de Duitsers toentertijd bezetten - nu gebouwen van het Koninklijk Atheneum Keerbergen - naar het vliegveld. Het vliegveld verdween echter en door de uitgraving van de zandgrond ontstond het huidige meer van Keerbergen, dat 12 hectare groot is.
Broekelei Ten westen van de dorpskom van Keerbergen ligt een gebied dat op een ietwat gedetailleerde kaart opvalt door zijn cartografische bijzonderheden: een zeer lage afgevlakte zandheuvelrug (de Duivebergen) is volledig ingesloten door een waterloop (de Spuibeek) in een lager liggende, een paar honderd meters brede, waterrijke strook waarvan begin en einde samenkomen in de Zeept, waar de Spuibeek uitmondt in de Dijle.
De Oude Hansbrug of Hansbrug is een gietijzeren ophaalbrug over de Dijle op de grens van de gemeenten Haacht en Keerbergen. De brug bestaat uit een vaste overspanning van 16,1 m en een beweegbare overspanning van 7,9 m. De breedte bedraagt 4 m. De brug is alleen geschikt voor fietsers en voetgangers.
In Tremelo-Ninde staat het geboortehuis van pater Damiaan. Jozef De Veuster (1840-1889), de apostel der melaatsen op Molokaï-Hawaï. Het Pater Damiaanmuseum is er in ondergebracht. Het is een Kempische woning van ca.1800 die in haar oorspronkelijke toestand bewaard bleef en sinds 1952 beschermd is. Het klooster van de paters brandde in 1934 af maar werd in 1946 tot 1951 herbouwd naar een ontwerp van architect V. Broos. In 1975 werd dit klooster omgebouwd en vergroot tot medisch-psychogeriatrisch instituut. De oude neogotische kloosterkapel van 1910 is sinds 1960 de parochiekerk van Sint-Jozef Arbeider.
Meteen na het vertrek bemerk je aan je linkerzijde enkele zanderige bulten in het landschap. Deze poederige landduinen, die nu bijna overal bebost zijn, vormen een fel contrast met de ruwe steilrand van het Kempens Plateau. In vogelvlucht ligt die maar een paar kilometer oostwaarts.
Waar de oranje wandeling naar links buigt, zijn langs het wandelpad enkele heidestoppels te zien. Oorspronkelijk was heel dit gebied bedekt met heide. Die werd nagenoeg volledig verdrongen door naaldbossen en akkers. De typische heideplanten kunnen nog spontaan tot ontwikkeling komen in wegbermen of in brandgangen die vrijgehouden worden.
Je blijft rechtdoor aanhouden. Aan je linkerzijde duiken grotere heidepartijen op. Je mag het gebied echter niet betreden omdat de natuur te kwetsbaar is.
De zandverstuivingen komen opnieuw aan de oppervlakte.
Via een dreef bereik je een slagboom. Je betreedt hier een natuurreservaat. Het gaat om het uitzonderlijke natuurreservaat van de Oudsberg.
Die Oudsberg vormt de hoogste landduin op het Kempens Plateau. Hij stijgt 30 tot 40 m boven het plateau uit. Rond deze duinen ontwikkelt zich de typische heide en duinplantengroei. Je merkt dat wandelen en klimmen in mul zand best vermoeiend is. Samen met de omliggende bossen en heidegebieden is dit het grootste aaneengesloten natuurgebied van Vlaanderen.
De Oudsberg is erkend als staatsnatuurreservaat.
Je wandelt verder over een bultig reliëf tot je opnieuw het vertrekpunt bereikt. De zandduinen maken weer plaats voor bossen, die het stuifzand vasthouden. Het typische duinenuitzicht is er wel verdwenen.
Opglabbeek is een woongemeente in Midden-Limburg ten noorden van de vroegere Limburgse mijnstreek, aan de weg van As naar Bree. De belangrijkste toeristische troef van de gemeente zijn de zowat 1000 ha bosgebied. De economische terugval na de sluiting van de mijnen werd gedeeltelijk opgevangen door de inplanting van nieuwe industrieën.
De Sint-Lambertuskerk van Opglabbeek is genoemd naar de 7de eeuwse bisschop van Maastricht en Tongeren. De oudste gedeelten van de kerk dateren echter van de 14de eeuw. Het patronaatsrecht over de kerk behoorde tot de vroege 19de eeuw toe aan de abdij van Averbode. Deze bouwde er ook de 18de-eeuwse pastorie. De bloei van de gemeente na de Tweede Wereldoorlog was te danken aan de mijnindustrie. Het herstel van de streek na de sluiting van de mijnen is een werk van lange adem.
Start :Aan de kerk van Noorderwijk Parking rechtover de kerk achter het vroegere gemeentehuis Afstand : 8,6 km Bewegwijzering : ja GPS : N51 08.453 E4 50.433
DE ROUTE :
Noorderwijk is een dorp in de Belgische provincie Antwerpen en een deelgemeente van de stad Herentals. Noorderwijk was een zelfstandige gemeente tot einde 1976. Op dat moment had Noorderwijk een oppervlakte van 13,16 km² en telde ze 3609 inwoners.
Wat komen we tegen
Noorderwijk, kerk : De neogotische Sint-Bavokerk (1872-1873), met toren die uit het begin van de 15de eeuw dateert In het gehucht Onze lieve Vrouw op het Zand staat een gelijknamige kapel; de bouw van deze kapel begon in 1667 en eindigde 8 jaar later, in 1675
Hogewegmolen : In het gehucht Schravenhage, op de Hoge Weg, staat de Hogewegmolen, een standaardmolen (houten windmolen), op deze plaats opgericht in 1841 Ontdek de windmolen die hier in Nooderwijk, bij Herentals in de Antwerpse Kempen (Belgie), gebouwd werd rond 1840. Maar waarschijnlijk is hij zelfs ouder. Het is een standaardmolen die gebruikt werd voor het malen van graan.
De molen is in bedrijf gehouden door de oude maalder tot november 1960, toen de man gestorven is.
Servaas Daems : Het klooster naast de kerk is het geboortehuis van de dichter Servaas Daems (1838-1903) nobertijnere kanunnik.
Schrijver, historicus en volksfiguur, geboren in Noorderwijk in 1838. Later werd hij Norbertijner kanunnik van de Premonstratenzer abdij van Tongerlo. Zijn gedichten zijn vooral sober en bondig, afwisselend vroom en grappig. Tot zijn prozawerk behoort: 'Voor twee vaders' (1868), 'Blinde Agnes' (1874) en onder het pseudoniem Peeter Klein 'De kruiwagens' (1869). Zijn vastenmeditaties genoten een zekere faam. Lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Letterkunde.
Het kasteel van Noorderwijk. Het kasteel is door de verbouwing verdwenen en vervangen door een groot herenhuis met een Grieks geveldak. De poort en de driedubbele lindendreef mag je zeker niet links laten liggen.
De Schranshoeve uit 1630, in Lakum en de Hogewegmolen in het gehucht Schravenhage
De Zandkapel : De oorsprong van deze kapel gaat terug tot de vinding van het miraculeuze Lieve-Vrouwbeeldje op 26 april 1652. De huidige Zandkapel werd gebouwd tussen 1667 en 1685. Vanaf haar ontstaan was de Zandkapel een Mariaal bedevaartsoord, maar vanaf de tweede helft van de 19de eeuw trad het verval in en vanaf de WO II is de Mariadevotie aan de zandkapel zo goed als onbestaande
Start :Aan het kerkje van Woffelsbach Afstand :7,7 km Bewegwijzering : nummering GPS : N50 37.577 E6 22.988 Wendelinusstr.
DE ROUTE :
Het is een pracht van een streek die je zeker eens moet verkend hebben,en dat doe je niet op één weekend Er zijn hotels en campings genoeg om je vakantie in door te brengen aan schappelijke prijzen
Vanaf de kerk van Woffelsbach NR 12 tot aan de kerk van Ruhrberg Daarna NR 5 langs het meer Waar we overgaan op NR 4 om terug te keren naar Woffelsbach Aan te raden is wel een wandelkaart bij te hebben want de bordjes met de nummers durven wel eens te mankeren of niet goed zichtbaar te zijn
Woffelsbach is een plaats in de Duitse gemeente Simmerath / Ekelig, deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen.Rurberg en de Rursee
In de uitlopers van het Nationalpark Eifel ligt de Rursee. Een van de schilderachtige plaatsjes aan de Rursee is Rurberg.
Monschau, beroemd geworden door zijn stoffenindustrie, biedt een onvergetelijke aanblik van een middeleeuwse stadskern waar de tijd is blijven stilstaan. Het was een rijke stad, waar de vele herenhuizen en vier kerken vandaag het bewijs van zijn. Monschau ligt in het smalle dal waar de Rur doorstroomt en trekt veel bezoekers. Vooral tijdens de zomermaanden hangt er een gezellig drukte. Door de aanleg van stuwmeren onderging het landschap in het noordelijk deel van de Eifel sterke veranderingen. De Rursee, het grootste stuwmeer van Duitsland, heeft een behoorlijk grillige vorm en nodigt uit tot een nadere kennismaking.
Ons Hotel aan het vertrekpunt Het kerkje van Woffelsbach Zicht op de Ruhrsee
TAVERNES OP PARCOURS: Cafetaria tenniscentrum Molenbos, na 4 km. Tel: 03/481 69 77
Ons vertrekpunt in gelegen aan het parochiecentrum Den Heerd aan de kerk in deelgemeente Bevel. We wandelen weg van de kerk in zuidelijke richting, met het parochiecentrum dus aan onze rechterkant. Onmiddellijk bereiken we de Laarstraat, die we rechts inslaan. Rechts van ons ligt een nieuwe woonwijk. We bochten met de Laarstraat naar links en even verder weer naar rechts. Op het einde van de straat gaan we rechtsaf en even verder linksaf, de Rooiestraat in. We zitten nu volop in een landbouwgebied met links een zicht op de vallei van de Grote Nete.
Een eerste boerderij Witte Hoeve vinden we aan onze rechterzijde op de grens van Bevel en Kessel. Wat verder, in een bocht naar rechts, bemerken we links de hoeve De Hel, welke al werd vernoemd in geschriften uit het jaar 1425. Het huidige gebouw zou ongeveer uit 1630 stammen. We vervolgen onze weg naar rechts en even verder steken we de Nieuwe Bevelsesteenweg over, de Helleweg in. In een bocht aan een bosje zien we rechts een nieuwbouw op de plaats waar vroeger de eeuwenoude hoeve Het Vagevuur stond. We volgen verder deze asfaltweg en steken wat verder schuin links de Oude Bevelsesteenweg over en wandelen de Hemelweg in. We volgen dit betonbaantje en zien het eerste huis rechts op de plaats waar voorheen hoeve De Hemel stond.
We vervolgen onze weg tot op het einde waar we rechts afslaan, de Legebaan. Even verder bereiken we de Bevelsesteenweg. We steken deze over en volgen deze baan naar links gedurende enkele tientallen meters. Aan restaurant Molenhuis slaan we rechts het Molenbos in. We wandelen langs tenniscentrum Molenbos. We volgen de zandweg rechtdoor. Deze weg leidt ons door een typisch heidelandschap. Aan een kruispunt van zandwegen (rustbank) gaan we rechtsaf richting bos. Een tiental meter in dit bos nemen we de eerste aardeweg links, welke weldra rechts wegdraait. Aan het volgende kruispuntje van wegen nemen we het meest linkse pad, dat we volgen tot aan de betonbaan, de Legebaan. Linksaf en volgen tot aan het volgende kruispunt (met kapelletje). Hier rechtsaf. We bereiken opnieuw een landbouwgebied met in de verte de bossen van Herenthout.
We kruisen de Bevelsebeek (grens tussen Nijlen en Bevel) en volgen de betonbaan even verder naar rechts. Vanaf de bocht blijven we deze verharde nog volgen over een afstand van 300 meter tot we rechts een nieuw asfaltbaantje bemerken (Hoekstraat), dat we opgaan. Zo bereiken we de Nijlensesteenweg. Hier rechtsaf langs de grote baan. Niet voor lang echter, want naast woning met huisnummer 101 slaan we links een aardeweg in en bereiken alzo een nieuwe woonwijk. Op het einde van deze straat (Bloesemhof) slaan we rechts Binnenhof in. 50 Meter verder (even voor het einde van de straat) slaan we links een voetpad in.
Dit pad volgen we steeds rechtdoor tot het, na een bocht naar rechts, uitmondt in Kontersland. We gaan linksaf en nemen het voetpad naar een nog recentere woonwijk (Akendoren). We nemen de eerste straat links (eveneens Akendoren) tot ongeveer op het einde. Hier bemerken we rechts een kerkpad, dat we opgaan tot aan de grote baan. Even naar links en we bereiken opnieuw de kerk van Bevel, O-L-Vrouw-ten-Hemel-Opgenomen. Ze werd in 1856 herbouwd en vergroot. De toren en middenbeuk dateren uit einde 13de eeuw. Het koorgestoelte is in Renaissancestijl. Een biechtstoel met beelden van St.-Pieter en H. Magdalena en een predikstoel dateren uit 1703. De kerk werd in 1940 opgeblazen tijdens W.O.II en later heropgebouwd in haar huidige vorm.
Start : Aan de kerk van Jezus Eik Afstand : 6,5 km Bewegwijzering : blauw GPS : N50 47.607 E4 28.987
DE ROUTE :
Deze wandeling neemt je mee door het Zoniënwoud, de groene long van Brussel. Op verschillende plaatsen kom je voorbij 'flossen' of kleine vijvertjes.
Vertrekpunt: Aan de kerk van Jezus Eik. U houd de kerkdeur aan uw rechterhand en wandelt verder tot u aan de eerste straat links komt, dit is een éénrichtingsstraat. Hier gaat u in en verderop komt u een bordje tegen met Flossendellewandeling op. Voor de rest van het parcours volgt u de paaltjes met blauw afgeschuinde kop.
De wandeling: Het Zoniënwoud: In het zuidoosten van Brussel, op een steenworp van de beroemde Grote markt, ligt een bos van meer dan 5000 hectare: het Zoniënwoud, met aansluitend nog enkele bosparken en privé-bossen. In feite is het één groot beukenbos met zijn eigen klimaat en zijn eigen fauna en flora. Zijn ligging vlakbij een grootstad, de verkeerswegen die er doorheen lopen en het feit dat het bijna volledig omgeven is door residentiële wijken, maken dat het Zoniënwoud uiteenlopende functies dient te vervullen (ecologische, sociale, educatieve, economische). Die zijn niet altijd gemakkelijk te combineren zijn. Een plek met een geschiedenis. Het Zoniënwoud staat bekend om het kathedraalachtig uitzicht van zijn beukenbestanden. De oudste bomen die nu gekapt worden, zijn nog aangeplant in de Oostenrijkse periode, meer dan 200 jaar geleden. Sommige plekken, zoals het Rode Klooster uit de XIVde eeuw, vertellen ons dat in het Zoniënwoud ook toen reeds een zeer grote bedrijvigheid heerste. De drie Gewesten die het gebied beheren hebben hun deel van het bos inderdaad voorgedragen als "Bijzonder Beschermd Gebied", wat inhoudt dat er speciale beschermings- en beheersmaatregelen gelden.
Eindoordeel: Mooie boswandeling voor wie een namiddagje rustig een boswandeling wil doen. Is vrijwel voor iedereen toegankelijk.
Algemeen
Om de barokgevel van de kerk van Jezus-Eik in zijn vroegere glorie te herstellen zijn in 1970 de honderd jaar eerder opgerichte klokkentoren en het voorplein opnieuw verwijderd.
Maar Jezus-Eik staat vooral bekend voor zijn boterhammen met "plattekeis" (plattekaas, kwark) waaraan men zich na een wandeling tegoed doet, liefst vergezeld van een of ander bier op basis van lambiek.
Het zou ook een ideale bekroning van deze rondwandeling kunnen zijn, de enige die dit deel van het Zoniënwoud aandoet (noordelijk van de E411 en ten oosten van de ring).
Het is opnieuw een mengeling van kleine valleitjes en plateaus met hoogstammige bomen. De Onze-Lieve-Vrouwdelle en de Kleine Flossendelle zijn echter geen droge, door gletsjers uitgesleten relicten uit de IJstijd, maar echte, open valleitjes met weilanden, een beek en waterplanten, o.a. de gele lis (iris), het symbool van Brussel.
Praktisch
Bewegwijzering: korte ronde paaltjes met een blauw snijvlak duiden het begin van het pad aan, meestal aan de rechterkant.
Slechts in één richting te volgen.
De aanduidingen zijn zeer degelijk, betrouwbaar en goed onderhouden.
De paden zijn doorgaans zeer goed begaanbaar.
De kerk van Jezus-Eik
In de 17de eeuw ontstond het dorp Jezus-Eik toen een beeldje dat opgehangen was aan een eik mirakels teweeg bracht. Algauw werd een kapel, later een kerk, gebouwd. Mensen kwamen van heinde en ver op bedevaart. Dit verleden heeft zijn sporen achtergelaten. De kerk van Jezus-Eik bezit een hele reeks votiefschilderijen. Het zijn schilderijen geschonken aan de kerk naar aanleiding van een genezing, verkregen na een bedevaart
de teut, zonhoven, holsteen, houthalen, tlupt, Ten Haagdorn, Holsteen, Waard, Aan de Wolfsberg
De teut
is een gebied in het park Midden Limburg. Grote hobbels (teut) en heidelandschap met hier en daar een ven en dennenbossen. Dat is de teut in al zijn herfstrust ware het niet dat de autostrade bij de Genaderse Watermolen duidelijk aanwezig is. Het is een zeer gevarieerde route met als eindpunt de holsteen of zijn het holstenen. Hier was het goed eten in het nabijgelegen restaurant
Tips: Bezoek aanbevolen als de hei in bloei staat.
Zonhoven
is een gemeente in de provincie Limburg (België). De gemeente is gelegen ten noorden van Hasselt waaraan ze grenst. Verder grenst Zonhoven aan Houthalen-Helchteren, Genk en Heusden-Zolder. Zonhoven is een verstedelijkte woon- en werkgemeente en is een stedelijke randgemeente van Hasselt.
De Holsteen
is de verzamelnaam voor acht grote, prehistorische zandstenen in de Belgische gemeente Zonhoven. De zandstenen zijn voorzien van grillige gaten en de meest noordelijke steen is daarnaast ook voorzien van groeven en een polijstvlak. Deze laatste steen is de enige vaste prehistorische polijststeen van Vlaanderen. Het terrein is sinds 1967 beschermd als landschappelijk erfgoed.
De Vlaamse natuurreservaten De Teut in Zonhoven en Ten Haagdoorn in Houthalen-Helchteren vormen samen het grootste heidegebied van Midden-Limburg. Je vindt er met meer dan 2000 hectare heide met beekdalen, vennen, duinen, bossen en voormalige landbouwgronden.
Wat valt er te beleven?
De talrijke vennen herbergen een specifieke flora en fauna, gebonden aan de veeleer zure watermilieus. Er komen veel libellensoorten voor en in sommige van de vennen is er veenvorming, met o.a. planten als veenmossen, lavendelheide en veenbes.
Al meer dan 20 jaar begrazen schapen het reservaat. De kudde graast een tijd lang op één plaats binnen een verplaatsbare omheining. Als er voldoende gegraasd is, wordt de omheining verplaatst en kan de kudde een nieuw stuk heide beheren. Dankzij deze begrazing en het afplaggen (het wegnemen van de plantenresten met de bovenste grondlaag) wordt een grote oppervlakte oude landbouwgrond omgevormd tot heide.
Start : Aan de kerk van Onkerzele, deelgemeente van Geraardsbergen
Afstand : 16 km
Bewegwijzering :
GPS : N50 46.940 E3 54.650
DE ROUTE :
Onkerzele is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Geraardsbergen. Het dorp ligt in Zandlemig Vlaanderen, aan de Dender, in een golvend landschap dat varieert van 15m tot 95m. Geschiedenis Onkerzele wordt voor het eerst in 1149 vermeld als Unchresele. Het eerste deel blijft duister, maar het tweede is duidelijk afgeleid van het Germaans "sali", of "hoevetje waar de mensen en de dieren in één ruimte (een zaal) samenleven". De parochie behoorde tot aan de Franse Revolutie tot het kerngebied van de Baronie van Boelare, in de kasselrij en het Land van Aalst. Ze vormde samen met het naburige Nederboelare een vierschaar. Bezienswaardigheden De Sint-Maartenskerk uit 1842 werd opgetrokken in vroege neogotiek; het interieur bewaart enkele stukken uit de oude kerk.
Onkerzele ligt in de vallei van de Dender. Het provinciaal domein De Gavers ligt vlakbij en dat zorgt gedurende de zomermaanden voor nogal wat drukte in de vallei.
Ten zuiden van Onkerzele strekt zich echter het stiltegebied Dender-Mark uit.
Door zijn jachtige levensstijl heeft de moderne mens meer dan ooit behoefte aan momenten van rust en stilte. Het grote aantal geluidsbronnen zorgt er echter voor dat het aantal plaatsen in Vlaanderen waar je deze rust kan vinden als zeer schaars geworden zijn. In Vlaanderen is er geen specifieke wetgeving over stiltegebieden. Wel zijn stiltegebieden al sinds verschillende jaren opgenomen in het leefmilieubeleid van de Vlaamse Regering. De ontwikkeling van stiltegebieden wordt als één van de prioriteiten naar voor geschoven. In 1994 werd door de Vlaamse milieuadministratie een globale screening gedaan naar stiltegebieden. Stilte betekent hier niet de totale afwezigheid van geluid maar wel een aangenaam geheel van geluiden. Het eerste concrete project rond stiltegebieden was het pilootproject Dender-Mark. Dit project heeft in de loop van de jaren geleid tot een groot aantal acties, niet enkel op het vlak van leefmilieu maar ook op heel wat andere terreinen zoals plattelandsbeleid, cultuur, vorming, onderwijs,...
Onderweg op de wandeling zullen je de bordjes van het Stiltepad opvallen. Wat soms ook opvalt is dat quads en vliegtuigen zich niets aantrekken van het stiltegebied. Een groot deel van de tocht is bebost. Je loopt door het Moerbekebos, het Raspaillebos, het Karkoolbos en het Kluysbos. Deze bossen liggen alle op de flanken van de Bosberg, de wereldberoemde passage uit de Ronde van Vlaanderen. Het Raspaillebos en het Kluysbos zijn aankoopprojecten van Natuurpunt. Het Moerbekebos en het Karkoolbos zijn grotendeels eigendom van de Afdeling Bos en Groen van de Vlaamse overheid. Het Moerbekebos en het Raspaillebos zijn dooraderd met wandelpaden, geliefkoosde zondagswandeling bij de lokale bewoners. Het Kluysbos is slechts 12 ha groot maar heeft veel van zijn oude eigenheid mogen bewaren. In dit bos loopt geen bewegwijzerd pad, wel een prachtig verborgen pad. In het Karkoolbos wordt een nietsdoenbeheer toegepast, wat betekent dat bomen mogen sterven, vallen en blijven liggen als ze daar zin in hebben. Onder andere wegens de veiligheid legde de overheid de toegankelijkheid voor het grote publiek in 2008 aan banden. Sindsdien lopen er geen officiële wandelingen meer door het bos, maar de paden worden nog steeds gebruikt door avontuurlijke recreanten. We beschrijven het parcours door het Karkoolbos wegens zijn pracht, maar de wandelaar is zoals steeds verantwoordelijkheid voor de wettelijkheid van zijn gedrag en dient de plaatselijke signalisatie te repecteren. Voor alle zekerheid wordt een alternatief voor de passage door het Karkoolbos beschreven. Wie deze wandeling op een weekdag doet, moet zeker een bezoek brengen aan het natuurcentrum De Helix. De Kerkuil heeft een vaste stek in de Helix. Buizerd, Sperwer, Wespendief, Torenvalk en Bosuil hebben hun horsten binnen het bos. In de knotwilgen erbuiten broeden Ransuil en Steenuil. De beboste hellingen tussen de valleien van Dender en Mark zijn bovendien een belangrijk richtpunt voor tienduizenden vogels op hun trek naar het zuiden.
Raspaillebos
Op de steile hellingen van de Bosberg ligt het Raspaillebos. Bronbeekjes hebben er een mozaïek van scherpe ruggen, valleitjes en verzakkingen geboetseerd. Omwille van zijn uitzonderlijke ecologische en culturele waarde werd dit bos beschermd als landschap. In het voorjaar kan je hier genieten van de kleurenpracht van boshyacinten, bosanemonen, daslook en sleutelbloemen. De bronbeekjes zijn het leefgebied van de zeldzame vuursalamander. Op de open plekken fladdert de kleine ijsvogelvlinder van bloem naar bloem en wie vroeg uit de veren is, kan langs de bosranden reeën bewonderen. Op de top van de Bosberg kan je genieten van schitterende vergezichten over de Dender- en Markvallei. Een weids panorama met tientallen kerktorens strekt zich uit tot aan de torens van Brussel.
De Helix
De Helix, een natuur- en milieueducatiecentrum van de Vlaamse overheid, wil een stimulerende ankerplaats zijn voor al wie begaan is met natuur en milieu. Het centrum wil je dichter bij de natuur brengen en je op een boeiende en creatieve manier aanzetten tot milieuvriendelijk gedrag.
De Helix biedt een brede waaier aan educatieve pakketten, themawandelingen met gids, activiteiten voor gezinnen, geïnteresseerde groepen, scholen, jeugdbewegingen, Er is voor elk wat wils.
Start : Sint-Jansbergklooster in Zelem Afstand : 7 km Bewegwijzering : Zeskante bordjes met oranje en gele kleur GPS : N50 58.206 E5 05.529 Sint-Jansbergstraat 9 B-3545 Zelem-Halen
OP DE ROUTE :
Een eeuwenoud klooster met een verhaal
Glooiende heuvels, groene bossen, grazige weiden. Als onaangeroerd door de tijd ligt het Sint-Jansbergklooster in zijn goddelijke omgeving. Ver van de wereld en toch slechts op een boogscheut van de A2 Lummen-Leuven en de E313 Hasselt-Antwerpen.
Ooit vonden de Kartuizers, een middeleeuwse monnikenorde, hier het evenwicht tussen lectuur, studie en handenarbied. Ze leefden er vele eeuwen. Toen zij verjaagd werden door de plunderingen, veranderde het stille, vrome klooster in een Hof de Plaisantie, een riant oord voor rijke, adellijke feesten. Tot de zusters Dominicanessen de gewijde stilte weer terugbrachten.
Vandaag zijn ook de Domicanessen verdwenen. En gewijd is de stilte ook niet meer. Maar het klooster staat er. Met zijn prachtige 4ha grote park, zijn oude boomgaard, middeleeuwse omwalling, met zijn 15de eeuwse kapittelzaal.
Tutterkapel Deze in oorsprong gotische kapel, in zijn huidige vorm daterend uit de 16de of 17de eeuw, is gebouwd op het vroegere kruispunt met de wegfstand naar het dorp. In de kapel wordt het beeld vanOnze-Lieve-Vrouw ten onrust vereerd. Nog altijd offeren moeders fopspenen, schoentjes, een kledingstuk om kalmte af te roepen over hun onrustige kinderen. Vandaar namen als tutterkapel of schreeuwkapelletje. Vanaf de kapel ga je naar de betonbaan en sla je linksaf. Na 300 m, voor de brug, kies je voor het volledige spatiamentum of ga je, door de poort, rechtstreeks naar de Sint-Jansberg.
Mont Saint-Jean In de 19de eeuw werd hier een nieuwe toegang tot het adellijke domein aangelegd. Zo arriveerde de bezoeker rechtstreeks in het klein pand van het voormalige klooster. Het Zwart Water werd omstreeks 1560 gegraven als afwateringskanaal voor het Schulens Broek. Het moest een oplossing bieden voor de terugkerende overstromingen van de Demer. Met dezelfde bedoeling werd de loop van de Demer meermaals verlegd. Tot aan de Franse Revolutie lag de heerlijkheid Zelem op de staatsgrens tussen het graafschap Loon en het hertogdom Brabant. Aan Loonse zijde, in een meander van de oude Demer, lag de waterburcht van Zelem, waarvan de geschiedenis teruggaat tot devroege middeleeuwen. In 1439 was de burcht al zo vervallen, dat hij niet meer bewoond kon worden. De ruïne bleef zichtbaar tot in de 17de eeuw. Tijdens een noodopgraving in 1997 vond archeoloog dhr. Creemers sporen van langgestapelde ijzerzandsteen en puin van bouwmaterialen: kalkmortel, leien, keramiektegels en dakpannen.
Het dorpje Zelk In Zelk vormden de watermolen, het Sabelshof en hoeve Vogelsanck de kroonjuwelen van de van de Zelemse kartuizers. De rijke gronden leverden een hoge opbrengst. Het huidige 18de-eeuwse kerkje werd gefinancierd door het kartuizerklooster. Het was eeuwenlang een bedevaartsoord met een put, gewijd aan de heilige Gertrudis. Zieken die leden aan het halve wiel van Catharina (zona) probeerden er verlichting te vinden. De molen wordt vermeld in de 15de eeuw maar is allicht ouder. Inwoners van Zelk waren verplicht hun granen in deze molen te laten malen,wat telkens opnieuw conflicten gaf met de stad Halen, die ook drie molens telde. Je merkt links en rechts van het Middeleeuwse pad bakstenen zuilen, veel te zwaar om de hekkens te dragen die de toegang tot de vetweides afsluiten, maar wel een duidelijk teken van de welstand van de pachter Het dorpje Zelk
Oude kerk Langs de oevers van het Zwart Water stond de eerste kerk van Zelem. Het verhaal dat de heilige, moeder van de heilige Trudo, er zou begraven zijn in het jaar 647, is allicht verzonnen,maar het wijst wel op de ouderdom en het belang van de kerk. Ze werd afgebroken in de 17de eeuw en de cultus werd overgebracht naar het huidige dorpsplein, wellicht omdat de dorpskern zich in de loop der eeuwen eveneens verplaatst had. Aan de betonbaan slaan we rechtsaf en komen we terug aan de ingangspoort van de Sint-Jansberg.
Artesische put De getuigenheuvel Sint-Jansberg vormt de geologische grens tussen de lemige Demervallei en de zandige Kempen. Akkers, wijngaarden, ijzerzandsteengroeven bepaalden vroeger het landschap. Het huidige domeinbos werd in de 19de eeuw aangelegd. In 1844 slaagde dhr. C. Blariaux, een Henegouws puttenbouwer, er in om hier een artesische put te boren. Tot in de jaren 1960 voorzag de put het hele domein van vers water.
IJzerzandsteengroeves Op een kaart van 1602 worden een grote en kleine wijngaard vermeld op de zuiderhelling van de Sint-Jansberg.De toenmalige perceelsgrenzen zijn nog herkenbaar in het huidige kadaster. Het belang van de wijnbouw wordt geïllustreerd door de bijzonder zware straffen die op het betreden van een wijngaard en op het stelen van druiven stonden. Lager in de zuiderhelling bevonden zich 16 diepe ijzerzandsteengroeves. Deze groeves lagen dicht bij de Demer, ideaal voor het vervoer van zware vrachten. Wellicht zijn tientallen kerkelijke en burgerlijke gebouwen in de buurt opgetrokken uit Zelemse ijzerzandsteen.
Geheime Leger Op 29 juni 1944 vielen Duitse troepen de villa op de Sint-Jansberg aan. De leiders van het Geheime Leger hadden er toevlucht gezocht, na hun ontsnapping uit de gevangenis van Hasselt. De villa werd in brand geschoten en slechts twee verzetslieden konden ontsnappen. Zes anderen werden ter plaatse doodgeschoten en de overigen werden gevangen genomen en naar concentratiekampen gebracht.
Hoeve Oude Pastorij Deze hoeve, vandaag ook Donkelhoeve genoemd, was één van de vier Zelemse pachthoeves van de kartuizers. De huidige eigenares herinnert zich nog een balk met het jaartal 1523. De schuur (links) heeft een ingenieuze dakconstructie in een L-vorm zonder ondersteuning. Je kan een kortere terugweg nemen naar het vertrekpunt door de boomgaard.
Paenhuys Het brouwerijhuis bezat een brouwketel en het noodzakelijke brouwersmateriaal. Er zijn geen aanwijzingen dat er een vaste brouwer woonde, dus gaan we ervan uit dat iedereen, mits betaling aan de gemeente, hier zijn bier kon komen brouwen. In 1656 werd in t Panis een belangrijk juridisch akkoord gesloten tussen de gemeente Zelem en het kartuizerklooster. Het Paenhuys had blijkbaar genoeg prestige om als neutraal terrein te dienen voor de beide partijen.
Oude vijvers Zelem was in die mate een watergemeente dat een commissaris van het Franse bestuur onder Napoleon, zich er over beklaagde dat in de winter het centrum van de gemeente alleen per bootje bereikbaar was. De visvangst op leijtgrachten, vijvers en beekjes was sinds de late middeleeuwen voorbehouden aan de kartuizers, die geen vlees maar wel vis mochten eten.
Rothbroek De beemden tussen de Zwarte Beek en het Zwart Water, oorspronkelijk hooilanden die jaarlijks overstroomden, vormen vandaag een aaneengesloten natuurgebied. Jaar na jaar vinden nieuwe soorten (of moeten we zeggen: teruggekeerde oude soorten) hier een foerageergebied: roodborsttapuit, ijsvogel, watersnip, witte zilverreiger. Ook de boomvalk, de buizerd en de sperwer voelen er zich thuis. De echte koekoeksbloem, pinksterbloem, dotterbloem, gele lis, blaasjeskruid, gele plomp trekken de aandacht van de attente wandelaar. Met herwaarderingsprojecten creëert en herstelt het Agentschap voor Natuur en Bos biotopen die de diversiteit nog kunnen vergroten. Bruggetje Fischbach Omstreeks 1860 bouwde baronburgemeester Fischbach een bruggetje over het Zwart Water. Het gaf de inwoners van Zelem, over de dijk van de Demer, een kortere voetweg naar Diest. Het bruggetje heeft de tijd doorstaan, maar de opstaandemuren zijn ernstig beschadigd door landbouwmachines.
Eksterhoeve De Eksterhoeve was één van de oude pachthoeves van het klooster, omarmd door het Zwart Water. Oppervlaktevondsten in de omgeving tonen aan dat hier reeds mensen woonden tijdens het laat-mesolithicum (pijlpunten, krabbers, werktuigen van ca 11000 jaar oud).
Kapel van de Weerstand Onmiddellijk na wereldoorlog II richtte de bevolking van Zelem dit kapelletje op met de namen van de verzetslieden, gesneuveld bij de overval op hun hoofdkwartier. Op 1 februari 1329 deed Gerard, heer van Diest, in Zelem een schenking aan de kartuizerorde voor de stichting van een nieuw klooster, om met het oog op het hiernamaals, zekere verdiensten (te) verwerven en alzo hun zielezaligheid te bevorderen Na een eerste bloeiperiode werd het klooster in 1582 in brand gestoken door soldaten van Willem de Zwijger, uit schrik dat de Spaanse troepen het klooster zouden gebruiken als uitvalsbasis om Diest aan te vallen. Het duurde bijna een eeuw voor het klooster terug zijn oude glorie kende. Tijdens de Franse revolutie werd het klooster afgeschaft en, in 1798, verkocht. De inboedel werd te gelde gemaakt, de kerk afgebroken en steen per steen verkocht. De rijke kloosterbibliotheek was al overgebracht naar Maastricht en verdween in de Cartoucherie als hulzen voor Franse geweerkogels In de 19de eeuw werd het klooster omgebouwd tot kasteel met lusthof. Aan de Eupense familie Fischbach de Malacord danken we het park met de prachtige bomen. Vandaag is het hele domein geklasseerd als landschapsmonument. Na wereldoorlog I werd het korte tijd een vakschool, later werd het bewoond door de Dominicanessen en sinds 1993 is Sint-Jansberg een centrum voor seminaries, feesten en evenementen. Je kan het elke zondag vrij bezoeken. De kartuizermonniken leefden, meestal met niet meer dan 12 of 13, in strikte afzondering op hun kloosterdomein, elk in zijn eigen kluis, afgesloten door hoge muren. Om die eenzaamheid te kunnen dragen, maakten ze elke week een fikse wandeltocht buiten de kloostermuren, het zogenaamde spatiamentum. Onderweg mochten ze geen contact zoeken met gewone mensen en zeker geen huis of herberg binnengaan
Deze huidige kartuizerwandeling is geïnspireerd door dit eeuwenoude ritueel.
Deze kleine maar pittige wandeling met klimmen en dalen gaat dwars door de Voerstreek langs het domein Altembroek en door het Schophemerbos naar Schophem. Dan klimt u omhoog naar het Bois de Groenendal. Via de Steenboskapel en ketten loopt u weer terug. Als u halverwege wilt pauzeren, neem dan een dekentje mee, de zitbanken zijn hier schaars.
Een lang lint van enkele kilometer lang, slechts twee huizenrijen breed, dat was 's-Gravenvoeren tot het begin van deze eeuw. De mensen hadden toendertijd weinig keuze om zich elders te vestigen, want nergens in de omtrek was grondwater op een redelijke diepte bereikbaar. Dus zat er niets anders op dan vlak bij het riviertje, de Voer, te gaan wonen. Maar watervervuiling bestond klaarblijkelijk ook al in de vorige eeuw. De kwaliteit van het water ging zo sterk achteruit, dat het gemeentebestuur eind vorige eeuw enkele bronnen in het buurdorp Sint-Martensvoeren kocht en van daaruit een waterleiding liet aanleggen.
Op diverse plaatsen in 's-Gravenvoeren kun je nog de pompen zien, waar de mensen emmers en kruiken met helder bronwater konden vullen. Later werd het systeem uitgebreid, met kraantjes in elk huis. Toen ging het dorp zich ook in de breedte ontwikkelen. De Voer is een snelstromend riviertje met helder water. Door het grote verval kan het water veel zuurstof opnemen en bezit het een hoog zelfreinigend vermogen. Dat is wel nodig want de riolering, voor zover ze al bestaat, komt rechtstreeks in de waterloop uit. Bij sommige huizen mondt de afvoer van de wc meteen in de Voer uit, zonder dat er zelfs een sceptische tank tussen is geplaatst! Voor veel Voerenaars vervangt de Voer klaarblijkelijk ook de huisvuilophaaldienst.
Het grootste Voerdorp telt ongeveer 1350 inwoners. Hier vind je de meeste winkels en diensten, zoals het gemeentehuis en het VVV-kantoor. Er is ook een (lagere en middelbare) school voor de kinderen die in het Nederlands les volgen. Sommige huizen in de dorpskom zijn nog altijd boerderijen, met erf en schuur in de schaduw van de kerktoren. Zulke dorpen vind je overal in Haspengouw, de vruchtbare leemstreek aan de andere kant van de Maas. 's-Gravenvoeren en ook Moelingen sluiten daar duidelijk heel dicht bij aan.
In het oosten van de Voerstreek liggen de boerderijen buiten de dorpskom, elk te midden van hun eigen landerijen. Dat is typisch voor het Land van Herve. Wat nu het kerkplein is, was vroeger het kerkhof. Het oorspronkelijke dorpspleintje heet de 'pley' en ligt tegenover het oorlogsmonument, in de richting van de Voer. Aan het vroegere kerkhof herinneren nog de talrijke grafkruisen uit de 17de en 18de eeuw tegen de kerkmuur. Vanuit het dorp langs de Voer lopen holle wegen naar de weilanden en akkers op de hellingen. De bekendste is de Koetsweg. Deze weg dankt zijn naam aan het feit dat in de Oostenrijkse tijd (van 1690 tot 1790) de postkoets Luik-Aken er langs reed. De paarden werden uitgespannen in De Zwaan, de herberg aan het pleintje van Kinkenberg.
Ook een posthoorn in de gevel van het andere dorpscafé (Wynants) herinnert aan die periode. De jonge Mozart moet hier in 1763 gepasseerd zijn toen hij met zijn vader op reis was naar Brussel. De weg van Voeren langs Snauwenberg en vandaar naar Terlinden en Gulpen is van romeinse oorsprong en verbond de 'villae' - later de Frankische paltsen - van die twee plaatsen. Al in 1314 vinden we dit domein vermeld als een Dalhems leenhof, eigendom van de familie van Broek. Het 'kasteel' is een amalgaam waarvan het oudste deel uit de 18de eeuw stamt.
Rond 1900 werd het uitgebreid en kreeg het zijn huidige uitzicht. De boerderij 'Molenhoeve', net buiten het kasteeldomein, was vroeger de watermolen van het domein. Meer informatie over het kasteel vind je op de site van Wim Claessen, de eigenaar en bewoner van dit schitterende domein
Start :Ofwel aan de kerk van Zammel, of Oosterlo Afstand : 8,3 km Bewegwijzering : Oranje GPS :N51 05.930 E4 56.919 aan de kerk van Geel-Zammel
DE ROUTE :
De route gaat voor de helft langs de Nete, dus bij nat weer zeker laarzen aandoen
In de vallei van de Grote Nete, helemaal in het zuiden van Geel, tussen Zammel en Oosterlo, ligt het Zammelsbroek. Een enorm natuurgebied dat zowel gekenmerkt wordt door talloze vijvers en moerassen als door droge zandgronden. Het Zammelsbroek ik ook de ideale broedplaats voor tal van vogelsoorten zoals de kleine karekiet, het blauwborstje en de ijsvogel. De hoger gelegen Kalvarieberg, een immense zandduin, is dan weer een woonplaats voor steenuilen, sperwers en verschillende spechtensoorten.
Het gebied Zammelsbroek is erg gevarieerd, er zijn duinen, weiden, bosjes, beken en de Nete. Het Zammels Buitenbroek wordt als biologisch zeer waardevol gecatalogeerd door het voorkomen van moerasvegetaties naast schrale, kruidenrijke hooilanden en verschillende types van struwelen en hakhoutbosjes. De plassen en sloten met hun rijke begroeiing dragen daartoe bij. Meer informatie kan u vinden bij Natuurpunt Geel - Meerhout
Zammelsbroek
In het Zammelsbroek werden al meer dan 180 soorten vogels waargenomen. De blauwborst, waterral en ijsvogel verkiezen de moerassige delen. Op de hoger gelegen Kalvarieberg voelen de steenuil en de sperwer zich thuis en hoor je spechten hameren op de bomen. In de vijvers en moerassen vind je ook tal van planten en boeiende waterdiertjes. Op bepaalde plaatsen bleef hier lang geleden de bodem langdurig onder water staan. De hoge waterstand in het gebied sloot afgestorven plantenresten van de lucht af. Zo ontstond een veenlaag. Onze voorouders groeven op verscheidene plaatsen de veenlagen af. Gedroogde turf was dikwijls de enige vorm van brandstof. Tot 1940 werd er ook moerasijzererts ontgonnen. Beide activiteiten lieten grote plassen na.
Wij raden u aan een volle dag uit te trekken om optimaal te kunnen profiteren van deze prachtige wandeling van 21 km, die door een gevarieerd landschap kringelt. Ze is vooral bestemd voor sportief ingestelde wandelaars. Bij regenachtig weer is het raadzaam om waterdicht schoeisel te voorzien.
Het Domein van Virelles dateert met hoge waarschijnlijkheid uit de 8e eeuw. Wanneer u het dorp bezoekt,dan zult u sporen vinden van de geschiedenis van de twee heerlijkheden van Virelles. De eerste, Virellescomté,hing net zoals het dorp Vaulx af van Beaumont. De tweede heerlijkheid, Virelles-principauté,kwam in handen van verschillende families, waaronder de Croy en Jacquier. In 1445 voegde de hertog van Bourgogne het gebied toe aan de heerlijkheid Chimay.
Links van het vertrekpunt ontdekt u een vierkant huis in breuksteen uit 1749 en iets verder het kasteel van Virelles (1), gebouwd in baksteen en kalksteen. Het dateert uit 1714 en was de residentie van een meestersmid.
Het plateau van Longtemchamps (de oorsprong van het woord is vermoedelijk lointains champs of verafgelegen velden) bestaat uit een schistvlakte met een lengte van ongeveer 1700 m en een breedte tussen 300 en 400 m. Op deze grond die aan de gemeente toebehoorde, lieten de prinsen van Chimay een golfterrein met 9 holes aanleggen.
In het noorden van de stad bevindt zich het gehucht Beauchamp (2). Het kasteel van Beauchamp werd in 1845 gebouwd door prins Alphonse de Chimay. Het heeft een uitgestrekt en heuvelachtig park. In augustus 1914 heeft de Duitse invaller het kasteel geplunderd en nadien in brand gestoken. Het werd herbouwd tijdens het interbellum, maar opnieuw vernietigd in 1940.
Het Bois Robert beslaat het hele noordoosten van het grondgebied van Chimay, tot aan de gemeentegrenzen van Froidchapelle en Virelles. Het bos hoorde gedeeltelijk toe aan de prinsen van Chimay.
Links van de heuvelkam met de naam Terre à Crayats (3) en in de nabijheid van de ferme de la
Grande Ferrière, zou het Apollobeeld gevonden zijn dat in 1873 werd opgegraven. Het bronzen beeldje van 6 cm hoog dateert uit de Romeinse periode. Het vond onderdak in het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis in Brussel. Samen met het beeldje werden ook geldstukken en potscherven ontdekt.
LAquascope (4) is een hoogst interessant natuurreservaat. In 1983 hebben 3 verenigingen voor natuurbescherming (AVES, RNOB en WWF) hun krachten gebundeld om deze indrukwekkende site te beheren. Wandeling nr. 5 voert u rond het meer. Voor geïnteresseerde natuurliefhebbers zijn er rondleidingen.
Het gehucht La Fagne (richting Rance), was aanvankelijk een domein dat werd uitgebaat door de prinsen van Chimay. Rond 1850 werd het gebied van ongeveer 1300 ha door de erfgenamen verkocht aan een vastgoedmaatschappij uit Luik. De kopers maakten er een groot landbouwcentrum van. De gronden werden ontgonnen en vanuit een centraal punt (La Parapette) werden wegen aangelegd. Vervolgens bouwde men een kerk, een school, boerderijen en woningen. Een herbebossing isoleerde de laatste overgebleven landerijen. Sporen van een gelijkaardige operatie zijn vandaag nog terug te vinden bij Villa Lamarche, de Rotonde (nabij de Abdij van Scourmont) en de wegen die stervormig uitwaaieren naar enkele boerderijen uit die periode.
Wandelcode
- Tijdens de jachtperiode is deze wandeling niet altijd mogelijk. Respecteer de data van de jacht en de borden die de toegang tot bepaalde zones verbieden.
- Blijf op de wegen en paden die toegankelijk zijn voor wandelaars en/of verkeer. Maak gebruik van de zebrapaden wanneer u de openbare weg oversteekt.
- Motorvoertuigen zijn uitsluitend toegelaten op open wegen.
- Respecteer flora en fauna. Neem uw afval mee. Vermijd om de bomen te beschadigen.
- Houd honden aan de leiband.
- Kamperen in de bossen is niet toegestaan. Steek geen vuren aan.
- Ook de rivieren zijn biotopen vol leven. Vermijd om ze te vervuilen.
Deze wandeling start aan de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren, één van de twaalf trappistenabdijen in België. Dit uitgesproken landbouwgebied maakt van oudsher deel uit van de hoppestreek rond Poperinge. Het landschap is licht glooiend en de wandelroute maakt gebruik van kerkwegels, graspaden en landelijke wegen. Het parcours gaat door een lappendeken van bossen, hoppevelden, akkers en weiden.
wandeling nabij de beroemde abdij in Westvleteren te maken. Het landschap in deze bosrijke streek is er heerlijk rustig en landelijk. Een aangename korte wandeling waarbij er zeker geen bezoek aan het Claustrum mag ontbreken. Het Claustrum is een informatieruimte in het ontmoetingscentrum 'De Vrede', recht tegenover de abdij, want de abdij zelf is niet toegangkelijk. Hier bieden de monniken van de Sint-Sixtusabdij u een inkijk in hun kloosterleven aan. In dat zelfde centrum kunt u ook genieten van 's werelds beste bier, met name de 'Westvleteren 12'. Er is ook nog een '8' en een blonde '5,8' die ik persoonlijk het lekkerst vind. Je kunt er ook wat streekproducten kopen. Geniet, maar met mate!
Toen de nieuwe abdij gebouwd werd in 1831, hadden de bouwvakkers wettelijk recht op twee glazen bier per dag. De paters besloten om de drank zelf te brouwen, dit om geld uit te sparen. Dit bier was echter niet de Westvleteren van vandaag, maar een variant met een alcoholpercentage van amper 2 procent. Later begonnen de paters trappist te brouwen om in hun levensonderhoud te voorzien. Omstreeks 1900 schafte de brouwerij zich zelfs een vrachtwagen aan voor de verdeling.
Naast de abdij ligt een klein bos met een vrij toegankelijke Lourdesgrot die werd ingewijd op 28 mei 1922 als dank voor de bescherming tijdens de oorlog.
Net voor de abdij ligt het Ontmoetingscentrum In de Vrede het enige café dat bier van de abdij mag afnemen. Naast een hapje en een drankje kan men daar ook terecht voor een interactieve tentoonstelling over het abdijleven en de geschiedenis van de brouwerij. Ook de folder van de Sint-Sixtus wandelroute (7,1 km) is hier verkrijgbaar.
Abdij Sint-Sixtus
De oudste vermelding van deze religieuze plaats gaat waarschijnlijk terug tot het jaar 806: de "cella Beborna", afhankelijk van de abdij Sithiu (St.-Omaars).
In 1260 stichten "Gertrude en de monialen van het huis Sint-Sixtus te Westvleteren" een zusterklooster en in 1355 verhuizen zij naar Noord-Frankrijk.
In 1610 vestigen drie kluizenaars zich bij de "kapel van Sint-Sixtus" en stichten in 1615 een Birgittijnenklooster, dat zal bestaan tot in 1783.
In 1831 wordt een priorij van de Trappisten gesticht,
die in 1871 tot de huidige Sint-Sixtusabdij wordt verheven. In 1836 wordt een oude brouwerij aangekocht en ingericht binnen de kloostergebouwen: hiermee neemt het brouwen van het Trappistenbier Westvleteren een aanvang. De huidige abdij en brouwerij zijn niet toegankelijk voor het publiek. Wel kan je een bezoek brengen aan de "oude kapel" of via de bosdreef een wandeling maken naar de "Lourdesgrot" vermaard bedevaartsoord. De Lourdesgrot gelegen in de nabijheid van de Sint-Sixtusabdij, werd opgericht uit dankbaarheid voor de bescherming van de Abdij tijdens WOI en ingewijd op 28 mei 1922.
Hou het nummer van de kentekenplaat van uw auto bij de hand, er wordt ernaar gevraagd aan de telefoon. U krijgt een afspraak om het bier te komen afhalen met de auto met deze kentekenplaat, dit om files aan de abdij te vermijden. Hou er wel rekening mee dat het een tijdje kan duren voordat u aansluiting hebt op de bierofoon, dit door de vele aanvragen!
Museum Claustrum
Een kennismaking met de abdij en brouwerij kan gebeuren in het "CLAUSTRUM" van het O.C. De Vrede. Hier wordt nader kennis gemaakt met het abdijleven via interactieve middelen. Tevens wordt de geschiedenis van de brouwerij en het bierproces nader voorgesteld. Ingang via O.C. de Vrede. Bezoek gratis van 14 tot 17 uur . Groepen enkel op afspraak, in de voormiddag van 10 tot 12 uur tegen betaling (2 p.p.).
Donkerstraat 13, 8640 Westvleteren.
Openingsuren: het museum is iedere dag open van 14 tot 17 uur, groepen enkel in de voormiddag, op afspraak en tegen betaling (2 p.p.).
Sluitingsdag op vrijdag, tijdens de maanden oktober t./m. maart ook op donderdag.
Verlofperioden: de eerste helft van januari, de krokusvakantie en de tweede helft van september. Telefoon: 057/40 18 84, gsm: 0479/65 06 47, claustrum@sintsixtus.be, www.sintsixtus.be
De Sint-Sixtusabdij is bereikbaar met de belbus vanaf het station van Poperinge. Reserveer de belbus minstens 2 uur op voorhand op tel. 059/56 52 56 (op zaterdag van 9 tot 18.45 u, op zondag van 10 tot 18.45 u., op weekdagen van 7 tot 19.45 u.)
Er is parkeergelegenheid bij het O.C De Vrede.
De Sint-Sixtus wandelroute (7,5 km.), te bekomen bij de toeristische dienst en in het O.C. De Vrede, start aan de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren. Zij verkent de rustige omgeving. Het is een uitgesproken landbouwgebied dat van oudsher deel uitmaakt van de hoppestreek rond Poperinge. Het landschap is lichtglooiend en de wandelroute maakt gebruik van kerkwegels, graspaden en landelijke wegen. Het parcours gaat door een lappendeken van bossen, hoppevelden, akkers en weiden. Een brits militair kerkhof herinnert aan de Eerste Wereldoorlog. Folder bij O.C De Vrede en Toerisme Vleteren.
De wandeling wordt gekenmerkt door een lange lus omheen het centrum van Nederbrakel, die ons uiteindelijk langs buurtwegen en goed begaanbare voetwegen ( er is één stuk aardeweg midden de kouters) brengt naar twee hoge uitzichtpunten, nl. de Valkenberg, aan de ene zijde, en de Toepheuvel met de Toepkapel, aan de andere zijde. Daarna dalen we terug af naar het centrum, het Marktplein. Hou wel rekening met het feit dat er wekelijks op woensdagvoormiddag markt is. Het erkend toeristisch info-kantoor is gevestigd naast het gemeentehuis op het Marktplein. De startplaats van deze wandeling is aan het startpaneel dat zich bevindt tussen de kerk en het monument van de oorlogsslachtoffers.
De Toepkapel is een getuigenheuvel met daarop een Sint-Jozefskapel met dezelfde naam in de Vlaamse Ardennen gelegen in Brakel in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen.
Het woord Toep is een dialectnaam voor top of hoogste punt.
We verlaten het "Marktplein" via de Serpentestraat. Aan onze rechterkant zien we de dekenij met haar evenwichtige gevelverdeling. We slaan het eerste straatje links in dat uitgeeft op de Wielendaalstraat, steken deze straat over en nemen vervolgens het "Abeelpad" dat ons langs de Zwalmbeek weldra in de open ruimte brengt. Rechts voor liggen de Rijdtmeersen. We gaan over een klepstuw dat de overloop regelt van de aangelegde Rijdtmeersvijver en volgen nu het rustige wandelpad dat ons in een brede lus rond de vijver leidt. Deze vijver is voorbehouden voor stille recreatie, vnl. hengelsport; het schiereiland wordt voor natuureducatieve doeleinden uitgebouwd in samenwerking met het Wereldnatuurfonds.
We verlaten de wandelweg en de Rijdtmeersen en komen in de "Meerbeekstraat" die we rechts volgen tot aan de eerste straat links: in de "Kouterstraat" wordt het eventjes klimmen. Voorbij de laatste huizen nemen we schuin rechts de veldweg en wandelen dwars door een prachtige kouter en komen aan de Kouterbeek, die te midden van een breed dal loopt. Aan de ruilverkavelingsweg slaan we rechts af en wandelen tot aan de "Kerkhofstraat". We gaan links de "Kerkhofstraat" omhoog tot aan de driesprong met de kapel van Treezeke, reeds in de 18de eeuw vermeld. De huidige kapel, zoals de naam het zegt, toegewijd aan de H. Theresia, is van relatief recente datum en werd in 1989 grondig opgeknapt. De plaats hier waar de drie straten samenkomen is de dries van de Valkenberg, in de volksmond ook wel eens "den ondersten dries" genoemd.
We volgen rechts de "Kunnenbergstraat" en direct daarop links de "Schoolstraat", een mooie holle weg, die steil klimt naar de "Valkenstraat". Achter ons ligt Nederbrakel inderdaad "neder" in de diepte. Aan de "Valkenstraat " gekomen slaan we rechts af. Deze straat ligt helemaal boven op een heuvelkam (93 m hoog), zodat we van hier aan beide zijden van de weg een breed panoramisch zicht krijgen: de lintbebouwing evenwel heeft, helaas, dit prachtig vergezicht voorgoed onmogelijk gemaakt. De "Valkenstraat" afdalend slaan we op het einde rechts de "Neerhofstraat" in, waar een nieuw breed panoramisch zicht ons verrast. Aan de linkerkant van de weg bemerken we achter een oude hoeve in de verte van het Kasteel van Lilare met de Kasteeldreef, alsook de Sint-Antoniuskapel, aan onze rechterkant torent de kerk van Nederbrakel boven het landschap uit. Op het einde van de straat komen we aan de herberg Moriaan, misschien voor sommige wandelaars een welgekomen verpozing. Onze wandeling loopt nu een eindje op het grondgebied van Sint-Maria-Oudenhove. We volgen links de weg Brakel-Zottegem om een 50-tal meter verder rechtsaf de "Zwalmbeekweg" in te slaan.
Weldra wandelen we te midden van glooiende kouters. Na een paar honderd meter slaan we weer rechts af, het mooie rustige wandelpad in. De eenzame grote woning hier op de hoek wordt Hemelhuis genoemd en dankt deze naam aan een protestantse vrouw. Ze adopteerde er tijdens en ook na Eerste Wereldoorlog verwaarloosde kinderen en wezen. Gedurende de laatste oorlog richtte ze er zelfs een veldhospitaal in op. Zowel gewonde als verminkte soldaten, als vluchtelingen en wezen konden er terecht. De vrouw overleed in 1960. Het wandelpad -mijnwerkerspad genoemd op de oude spoorwegbedding Zottegem-Ronse aangelegd, voert ons dwars doorheen een dal waarin de Zwalm loopt die hier de grens vormt tussen Nederbrakel en Sint-Maria-Oudenhove. Aan de "Molenhoekstraat" gekomen verlaten we het wandelpad en slaan we links af. We steken de Zwalm over. Ze was eens de onbezoedelde inspiratiebron voor talrijke schrijvers en dichters: denken we maar aan Omer Wattez, Herman Teirlinck en Theo Brakel. We zijn in de "Oude Blekerijstraat" aangekomen, die we rechts volgen. In de laatste bocht van de weg zien we een kapel, opgedragen aan O.-L.-Vrouw van Rust, gebouwd in 1904 om een genezing te bekomen.
We steken de "Brusselsestraat" over ( opgepast: drukke weg) en komen in de "Kokerberstraat" die verder gaat stijgen: we zijn hier opnieuw in een hoog gedeelte van Nederbrakel beland, zij het helemaal aan de andere kant. Een paar tientallen meter voorbij de "Vossenbroekstraat" bemerken we rechts een groot wit hek: hier hebben we een mooi zicht op het Topkasteel in de diepte. We wandelen verder langs de "Toepkapelstraat" op de Toepheuvel. De firma Inexco-Top Bronnen bezit hier, rechts van de weg, een fraai domein van ± 30ha, met park, vijvers, boompartijen en grasvelden. Dit Toppark, letterlijk een toeristisch hoogtepunt van Nederbrakel, vrijwaart de bronnen van alle ongewenste insijpelingen. Het domein is privaat en enkel op aanvraag te bezoeken.
Eigenaardig is wel dat de onuitputtelijke bronnen ontspringen op de 100 meter hoge heuvel. Dit fenomeen kan verklaard worden door de bijzondere gelaagdheid van de ondergrond: deze bestaat immers uit een afwisseling van zand- en kleilagen: de kleilagen zijn ondoordringbaar, waardoor op de contacten van de lagen talrijke bronniveaus voorkomen. De bronnen worden commercieel geëxploiteerd onder de merknaam Top bronnen. Wat verder zien we aan onze linkerkant de Toepkapel. De 26 treden leiden ons naar de mooie Sint-Jozefskapel, na de Eerste Wereldoorlog uit dank opgericht door de Brakelse bevolking ter ere van Sint-Jozef, daar de omgeving van hevig artillerievuur gevrijwaard bleef. Rond de kapel is er een ommegang met zeven afbeeldingen van Jozefs smart en vreugd, terwijl op een hoog kruisbeeld de namen staan gegrift van de Brakelse gesneuvelden der beide wereldoorlogen. Van hier kan men genieten van een indrukwekkend zicht over Nederbrakel. We vervolgen nu onze wandeling langs de "Toepkapelstraat" en slaan het eerste paadje rechts in. Deze "Toepweg" leidt ons langs de zijkant van het toeppark en loopt rechtdoor naar de "Warande" die we na te hebben overgestoken een paar tientallen meter rechts volgen. Dan nemen we links het "Zavelpad", waar we van een laatste mooi vergezicht kunnen genieten. Aan de "Tenbossestraat" gekomen slaan we rechts af. Zo komen we langs het "Stationsplein" en de "Hoogstraat" terug op het "Marktplein", aan ons vertrekpunt. Een fris streekbiertje vinden is hier geen probleem, gezien de talrijke plaatselijke herbergen.
Totale afstand is 10 km, doch kan opgesplitst worden:
A door Meensel = 4,5 km
B door Kiezegem = 6 km
Bewegwijzering :Vierkante houten paaltjes met de Tielt-Wingse kleuren: rood, wit, groen geven de wandelrichting aan.
GPS :
Kapellekensweg 30/2 3391 Meensel-Kiezegem
DE ROUTE :
Wandeling A : door Meensel - 4,5 km
We starten aan het Ontmoetingscentrum rechts en
volgen hetzelfde parcours tot op de Statiestraat, waar
we links de Keelstraat ingaan en zo opnieuw aan het
Ontmoetingscentrum komen.
Wandeling B : door Kiezegem - 6 km
We starten aan het Ontmoetingscentrum links, volgen
de Keelstraat tot in de Statiestraat en wandelen hier
links. Vandaar volgen wij de hoger uitgestippelde route.
We verlaten de parking en gaan rechts. Langs de Keelstraat wandelen we links een veldweg in
(parallelweg van de Kapellekensweg) door de boomgaarden. Van hieruit hebben wij een prachtig
vergezicht op o.a. de Jachttoren en de kerk van Meensel.
Op de Binkomstraat gekomen vervolgen we onze weg naar rechts en gaan links de Attenrodestraat in. Hier nemen we links een pad welke ons langs de Jachttoren leidt. Aan het einde van het pad gaan we rechts de Heibosstraat in en slaan even verder links af. Deze weg leidt naar de oude tramroute die wij links bewandelen tot aan het Pleintje. Even verder maken we een ommetje rond de kerk. Wandelend langs de witte zerken komen wij op het kerkhof met de grafkelder van de familie Kenes. De omgeving rond de kerk, het groot wit huis (destijds woning van de familie Kenes)
en de pastorie werden recent een geklasseerd dorpsgezicht.
Wij wandelen nu terug naar het Pleintje volgen daar ongeveer één km de Statiestraat en nemen dan links de Zilverbergstraat. Langs deze verkavelingsweg staat de hoeve «Hof te Zilverberg». Komend op de Tieltsestraat bemerken we aan onze linkerzijde het geboortehuis van wielerlegende Eddy Merckx en aan de rechterzijde het voetbalveld van FC Meensel-Kiezegem.
We volgen de Tieltsestraat links, steken de Glabbeeksesteenweg over, gaan naar de ingang van
de St. Pieterskerk en wandelen even over het kerkhof. We volgen rechts de Kerkstraat tot aan het kruispunt met de Keelstraat. Linksaf vervolgen we deze weg ± 300 m. en gaan dan opnieuw links. Wat verderop zien we de Bemt.
Wij nemen echter de weg langs de boomgaarden en klimmen zo naar de watertoren.
We dalen tot aan de Kapellekensweg en wandelen even verder links een straatje in naar de kapel van Spikdoorn. We keren terug, nemen links de Kapellekensweg en komen zo aan ons begin- en eindpunt: «Het Ontmoetingscentrum».
Meensel-Kiezegem telt 1.260 inwoners.
De naam Meensel komt van «mene + zele» = gemeenschappelijke nederzetting, terwijl Kiezegem komt van «Kiso-inga-heem» = woonplaats van de Kiso (?)
Op 1 december 1824 werd Meensel-Kiezegem één gemeente bij besluit van Willem, koning der Nederlanden Het heuvelend landschap met holle wegen heeft ijzerzandsteenlagen welke aan de oppervlakte komen.
In Meensel ontspringt de Wingebeek.Het hoogste punt van het dorp ligt op 93 m.
Meensel-Kiezegem heeft een oppervlakte van 625 ha.; waarvan 160 ha voor fruitteelt, zijnde 25,6 % van de totale oppervlakte. De jonagold (appel) en de conférence (peer) waren de grondleggers van de wereldwijde export. De verhouding van de fruitteelt is hier 2/3 appelen en 1/3 peren.
De Jachttoren
werd tijdens W.O. 2 gebouwd op een hoogte van 84 m., als jachthuis van de toenmalige jachtheer, tegen het stropen en voor de jacht. De toren wordt nu uitgebaat voor plattelandstoerisme, biedt plaats aan max. 4 personen en heeft 2 verdiepingen. Vanop de 2de verdieping heeft men een
prachtig uitzicht op de omgeving.
De tramroute
was vroeger de verbindingsweg Aarschot Tienen en loopt door het Kleisebos, waar men een grote verscheidenheid aan planten (o.a. gele dovenetel) en struiken (o.a. Gelderse roos) aantreft. Hier loopt ook de fietsroute van de provincie: de
Hagelandse Heuvelroute.
De St. Mattheuskerk
werd in de 14e eeuw oorspronkelijk als een kapel gebouwd. Op de plint uit ijzerzandsteen werd meermaals herbouwd. De kerk bezat vroeger een houten beeldje van St. Elooi, welke veel vereerd werd te Meensel. Dit beeldje stond nog tot vóór enkele jaren in de nis van witte steen boven de oude ingang van de kerk.
Het Pleintje
Dit was van 1897 tot 1957 een goederenstation langsheen de tramroute.
Het Hof te Zilverberg
werd reeds in 1530 vermeld als het Hof te Silverberge en vanaf 1708 als Ierse pachthoeve. Het huidige gebouw is uit de tweede helft van de 18de eeuw.
Momenteel is hier een gemengd bedrijf gevestigd van 35 ha. groot.
De watertoren
is 35 m. hoog en werd in 1967 gebouwd op de Mannenberg. De toren staat 91 m. boven de zeespiegel.
Kapel van Spikdoorn
aan deze kapel is een legende verbonden welke doet denken aan de ontstaangeschiedenis van de O.L.Vrouw van Scherpenheuvel.
Een herder van het Hof te Silverberge die naar gewoonte zijn kudde ging hoeden in de nabijheid van de plaats «Spikdoorn» genaamd, heeft daar op zekere dag een Mariabeeld gevonden. De herder
nam het beeld mee naar huis, doch de volgende dag lag dit opnieuw op dezelfde plaats onder de Spikdoorn. Het was een duidelijk teken dat het hier wou vereerd worden. In 1655 werd het kapelletje van Spikdoorn gebouwd. Achter een deur met blauw geschilderd traliewerk bewaart deze witte veldkapel een beeld van O.L.Vrouw ter Koortse.
Tip: Bij deze wandeling bezoek je het Jakob Smitsmuseum.
Indrukwekkend! Anders kun je deze wandelingen niet noemen. Meteen na het vertrek kom je in een uniek coulissenlandschap waarvan de landschappelijke waarde niet te onderschatten is. Unieke kanalenkruispunten, Baileybruggen uit WO ", waterplassen die overgebleven zijn na de industriële ontginning van wit- zand en spriet.. .je komt het allemaal tegen.
En eet eens een boterhammetje aan de legendarische Steen der Zeven Heerlijkheden.
Volgens de legende kaartten de bestuurders van deze heerlijkheden voeger op deze steen voor goederen en...vrouwen.
We vertrekken op de parkeerplaats aan de achterkant van de kerk. Daar volgen we een smal kerkepaadje achter het parochiecentrum tot in de Diepestraat. Die steken we schuin links over, passeren het kerkhof en draaien dan rechts om na 50 m weer links te gaan. We volgen het Berkenpad tot aan de vakantiewoningen en -villa's rond zandwinningsplas Miramar. Hier draaien we rechts tot we weer aan de Diepestraat komen. We steken schuin links over en volgen de grove kiezelweg tot aan de waterwinning van PIDPA. Voorbij dit gebouw volgen we de zandweg door het unieke coulissen landschap tot we aan een betonweg komen.
De 8 km gaat hier voor de kanaalbrug rechts, de andere afstanden links en die volgen het jaagpad langs het kanaal.
Eenmaal over het kleine wipbruggetje draaien we rechts omhoog om via de brug met de leuke naam 'Brug 0' het unieke kanalen kruispunt over te steken. Beneden aan deze brug gaan we pal rechtdoor de bossen in, om er aan de Maat weer uit te komen. Hier gaan we rechts over de drukke weg naar Postel naar de dubbele Baileybrug.
De 15 km steekt hier de brug over.
Wie voor 25 km gekozen heeft, gaat 100 meter voor de brug links door het schitterende natuurreservaat Den Diel, waar
de natuur bewees dat zij zelfs zware industriële ingrepen kan herstellen.
Ter hoogte van Sas 2 komt men bij een bunker uit WO II uit. Lateraal met de kanaaldijk stapt men hier nog ruim 500 m verder, om aan de grens tussen Mol en Lommel links af te slaan en de weg te vol- gen naar de mysterieuze Steen der Zeven Heerlijkheden.
We steken hier het Postelvaartje over en volgen de Miel Ottenroute in rechtse richting over zowat 600 m. Dan draaien we rechts een brede zandweg in met daarnaast een druk bereden toeristisch fietspad.
Uiteindelijk komen we weer op asfalt uit. We kiezen voor links en bergop en we gaan maar liefst over twee bruggen om evenveel kanalen over te steken. Maar dan is er ruimschoots gelegenheid om uit te blazen.
We vertrekken naar links en nemen aan de rechterkant het wandelpad tussen de bomen dat ons voorbij Sas 1 weer op het jaagpad langs het kanaal brengt. Dit vol- gen we tot op Sas 3, waar we even voorbij de verkeerslichten aan de Baileybrug, links het kasteelpark De Maat indraaien. Hier komt de tocht samen met de 15 km.
Het is aangenaam stappen door de 'Twaalf uren dreef' (pal zuid georiënteerd) tot aan de Postelsesteenweg. We steken deze over en volgen de Zilvermeerlaan. Even voorbij de hoofdingang van het vermaarde Provinciaal domein Zilvermeer zien we aan de rechterkant een kleine scheeps- werf.
We steken de brug over het kanaal over en net boven gebruiken we de ietwat steile bermweg om onder de brug door te gaan. Hier komen we terug samen met de 8 km. Even het jaagpad volgen en dan rechts de Dijkstraat indraaien. Deze gaat naadloos over in de Meergorenbaan.
Aan het einde van de Meergorenbaan draaien we links en we volgen dan de Vlemincksloop stroomafwaarts (naar rechts) tot aan de Brandstraat. Deze steken we over en via enkele gezellig-smalle kerkepaadjes komen we weer aan het vertrekpunt.
Ongelofelijk mooie wandeling in één van de mooiste streken van vlaanderen. Vooral in de maand april wanneer de bloesems open staan is het er prachtig!
Eigenlijk is de ideale periode van het jaar om naar Haspengouw te trekken de lente.
De peren-, appel- en kersenbomen staan dan allemaal in bloei.
Haspengouw kleurt in deze periode helemaal wit van de bloesems die er te vinden zijn in de verschillende boomgaarden. Het enige minpunt in deze periode is dat heel vlaanderen bijna verhuist naar deze streek om er te genieten van de panorama's. Het eerste stuk loopt door een stuk groen waar aan gewerkt werd, de bomen waren gekapt en er werd prikkeldraad gespannen naast het pad. In de verte waren de boomgaarden al te zien, het zicht was prachtig! Al snel wandelen we door de boomgaarden, het was prachtig, de witte bloempjes van de appelbomen en de gele paardenbloemen op de grond.
We komen nu op een weg uit en een eindje verder moesten we een weggetje inslaan naast een voormalig treinspoor. Hier werd het wat drukker, de weg was geasfalteerd en het reed er vol fietsers wat het bij momenten een beetje gevaarlijk maakte.
Naast de weg, lazen we op een infobord, was het dassengebied.
We wilden er wel eens eentje spotten, en er was langs de kant van de weg een platform gemaakt om over het dassengebied te kijken, maar tevergeefs.
We zetten onze weg verder om uit te komen bij een prachtig gerenoveerde vierkantshoeve
Via een weggetje wet trapjes kwamen we in een grote boomgaard, die we doorsteken om aan de overkant van de weg een licht stijgend pad te nemen van waar we een prachtig zicht hadden over de streek. Hier hebben we even gerust op een bankje en genoten van de omgeving.
Nog een klein stukje bergop restte er om terug op onze startplaats te komen.
Met dank aan: wandelsite.be
Natuurgebied Zammelen
Het 'Natuurreservaat Zammelen' is een indrukwekkend stukje natuur. Het is gelegen in de vallei van de Mombeek. Het riviertje heeft zich diep in het leemplateau ingesneden. In de steile helling komen daardoor krijtlagen aan de oppervlakte, iets wat eerder ongewoon is in onze streken. Waar de kalk via bronnen aan de oppervlakte komt, wordt het afgezet als een soort kalkkorst. Men noemt dit kalktuf of travertijn. De combinatie van water, leem, kalk, zand trekt heel wat zeldzame plant- en diersoorten aan. De das heeft in dit gebied een vaste stek gevonden.
Vanuit het pittoreske dorpje Zammelen vertrekken verschillende landschapswandelingen. Historische kerkwegels leiden je doorheen een sterk heuvelend landschap. Op de wandeling maak je kennis met een grote variatie van natuur: hellingbosjes, poelen, hoogstamboomgaarden, ...
Oud station van Jesseren
Een ander gebouw is het kasteeltje met vierkante toren
Een wandeling van 7,5 km met vertrek aan bibliotheek-informatiecentrum de Gasthuishoeve. Je volgt de blauwe pijl en wandelt achtereenvolgens door het dorp en het Uilenbos, langs het militair domein en langs het Hof.
We vertrekken vanop de parking van De Gasthuishoeve, nu bibliotheek, infocentrumen kantoor voor Toerisme Wuustwezel.Deze hoeve die al vermeld wordt in de 13de eeuw werd door de gemeente aangekocht en volledig gerestaureerd.De naam: gasthuis, herinnert ons aan het vroegere St. Elisabethgasthuis van Antwerpen, nu OCMW. Sinds de 13de eeuw bezit 'het Gasthuis' aan weerszijden van de dreef, uitgestrekte landerijen met boerderijen.De twee hoeven langs de Gasthuisdreef dateren uit het begin van deze eeuw.
We wandelen de Gasthuisdreef in en lopen haar bijna door tot het einde waar we links het Uilenbos inlopen.Dit domein behoort ook toe aan het OCMW van Antwerpen en wordt door het gemeentebestuur gehuurd.We volgen de blauwe pijltjes door het bos.
Bij het verlaten van het bos, komen we op de randweg van het militair schietveld.Hier slaan we links af.We verlaten deze weg niet.Het schietveld is verboden terrein en bovendien gevaarlijk.De waterplas waar U langs gaat is ontstaan door zandwinning voor de aanleg van de E 19.
We steken de weg naar Brecht over en lopen rechtdoor, dan links de Vloeikensstraat in enrechts de Wippenbergstraat in.Zo zitten we nu in de wijk Achterbrug.We volgen de pijltjes en komen zo over de loopbrug over de Kleine Beek. Deze beek vormt na de samenvloeiing met de Grote Beek de Aa of Weerijs. Deze waterloop voert ons water naar Nederland.Vlak over de beek gaan we naar rechts via een paadje langs het water.
(Wie zijn wandeling wil verkorten, gaat hier naar links, aan de Akkerstraat rechtdooren komt zo via Hofdreef aan het gemeentehuis. Indien u wil kan u hier even een wandeling maken door het prachtige park. Daarna vervolgt u via het voetpaadje naar het Achter d'Hovenplein. U kruist dit plein, slaat linksaf en komt zo terug op het vertrekpunt.)
We volgen hier de GR 5. Als we op de Akkerstraat komen voorbij de nieuwe wijk Hofakker, gaan we naar rechts. We trekken nu rond Het Hof.Voor 1750 stond op een eilandje midden in het water een kasteel.Daarna verhuisde het naar een plaatsje voor de vijver.Het kasteel werd tijdens de jongste wereldoorlog door een V-bom verwoest.De bijgebouwen bleven gespaard.De woning in het midden vervangt het vroegere hoofdgebouw.Langs de achterkant heeft men een mooi zicht over De Spiegel (dit is de naam voor de vijver).Het Kanaal aan de andere kant van de weg diende om het water in de Spiegel op peil te houden.
Langs het Lang Paadje komen we terug op het Hofakker. In het Gemeentepark (1ste weg links) merken we ook nog een gedenkplaat op het woonhuis van de overleden jeugdschrijver Aloïs Blommaert. Nu trekken we door het prachtige gemeentepark met het Vlaams-gotische gemeentehuis (1911) dat in 1999 volledig werd gerestaureerd terug in de richting van de Kloosterstraat. Via een voetpaadje komt u op het Achter d'Hovenplein. U kruist dit plein, slaat linksaf en komt zo terug op het vertrekpunt: de Gasthuishoeve.
Met dank aan VVV Wuustwezel Wuustwezel - gemeentehuis
Je verwacht het niet echt, maar in het centrum het verstedelijkte centrale hart van de gemeente - verstopt zich een groene long die het bekijken en bewandelen meer dan waard is: het Galbergenpad.
Kapellestraat Berkenstraat Don Boscostraat Heidebloemstraat Dennenstraat De Meert (een bospad) Brandstraat Sluis Pastoor Wuytsstraat over de galbergen Tulpenstraat Violetstraat Kapellestraat Singellaan Vekeblok
Ginderbuiten is één van de 12 gehuchten van de Belgische gemeente Mol. Het gehucht telt 3180 inwoners (31 december 2007) en ligt ten noordoosten van het centrum van de gemeente.
Ginderbuiten is vooral bekend van de jaarlijkse lichtstoet die er elke derde zaterdag van september plaatsvindt. Dit is een optocht van met meer dan 100.000 gloeilampjes versierde wagens die door middel van mankracht worden voortgeduwd. De tocht vind uiteraard plaats na het invallen van de duister.
Geschiedenis
Ginderbuiten was één van de zes oude gehuchten van Mol. Aanvankelijk ontwikkelde het gehucht zich rond twee driehoekige pleinen. Er werd al vrij vroeg een kapel, afhankelijk van de centrumkerk, gebouwd in het gehucht. Ginderbuiten ontwikkelde zich langs de weg naar Lommel. De lintbebouwing langs deze weg zorgde ervoor dat Ginderbuiten al vanaf het einde van de 18e eeuw stilaan zou vergroeien met het centrum.
Het uitgestrekte Ginderbuiten verloor een groot deel van zijn grondgebied aan de in 1889 opgerichte parochies Sluis (in het noorden) en Rauw (in het oosten) die zich sneller ontwikkelden dan Ginderbuiten dankzij de inplanting van verscheidene industrieën in de buurt van deze kernen. De ontwikkeling van Ginderbuiten volgde pas later. De eerste sociale wijk werd hier gebouwd in 1922. Het gehucht zou zelf pas een parochie worden in 1961.
Vanaf de jaren tachtig kwamen er verscheidene woongebieden bij met nieuwe woningen zodat de bevolking snel toenam maar sinds het midden van de jaren negentig stagneert het bevolkingsaantal. Dit is deels te wijten aan de aanleg van de zuidelijke ringweg rond Mol waardoor Ginderbuiten zich niet meer verder kan ontwikkelen in zuidoostelijke richting.
Bezienswaardigheden
De jaarlijkse lichtstoet
De jaarlijkse Halloween-happening waarbij alle inwoners hun huizen versieren
De Sint-Jozef Ambachtsmankerk uit 1967
Tuinwijk Toemaathoek uit 1922 De Galbergen (foto Bieke)
Het wandelnetwerk van de Kempense heuvelrug is schitterend gelegen: een lange landduinrug die zich vrijwel parallel langs de Kleine Nete uitstrekt tussen Herentals en Retie.
Je bepaalt zelf waar je vertrekt en hoe lang je wil wandelen. Begin bv bij het pittoreske begijnhof van Herentals, beklim de Toeristentoren (bij helder weer kan je het Atomium zien) en laat je verrassen door het Netepark, Hidrodoe en de wielerschool. Je bent hier immers thuis bij Rik van Looy, de Keizer van Herentals.
Keizer Karel heeft deze streek trouwens ook nog verkend en zn naam leeft nog voort in het Goudblonde en het Robijnrode Keizer Karelbier.
De Swaen
In deze gezellige bistro in het hart van de Kempen, schuin tegenover het begijnhof, geniet je van de heerlijke Keizer Karelbieren.
Begijnhof (gesticht in 1266. In de 15e eeuw verbleven hier 300 begijnen. Het werd verwoest in 1578 door de beeldenstormers maar later heropgebouwd, met gotische kerk (15991614), 17e-eeuwse huizen (Fondatiehuis, Infirmerie) en poortgebouw uit 1622
De oudste kern van Herentals, nabij de huidige St.-Waldetrudiskerk, behoorde tot het klooster van Ste-Waudru van Bergen (Henegouwen). Een tweede nederzetting, aan de Kleine Nete, werd in 1209 gesticht door hertog Hendrik I van Brabant en verkreeg stadsrechten.
Ze verwierf in 1303 een vrijheidskeur en groeide snel uit tot een centrum van economische welvaart. Het belang van de stad blijkt ook uit de vestiging van verschillende religieuze instellingen: gasthuis (ca. 1253), begijnhof (voor 1266), norbertinessenklooster Besloten Hof (1410), minderbroederklooster (1472) en een augustijnerklooster in 1613. Deze religieuze stichtingen hebben mede het aanzicht van de stad bepaald.
Aanvankelijk was noordelijk Herentals sterker ontwikkeld dan zuidelijk Herentals. Zo werd in 1253 het gasthuis opgericht aan de Nete, en vóór 1266 werd daartegenover, op het Nieuwland, een begijnhof gesticht. Bij het begin van de zestiende eeuw woonden er op het begijnhof ongeveer driehonderd begijntjes, en daarmee was het een van de grootste van het hertogdom.
Deze prachtige wandelroute start te Sibbe - Ijzeren en doet zo als de naam al laat vermoeden de Cauberg aan, deze "berg" ligt te Valkenburg - aan - de Geul. De Cauberg is een helling in Valkenburg in de Nederlandse provincie Limburg. De Cauberg is vooral bekend uit de wielersport, de helling werd en wordt in het parcours van diverse wedstrijden » Amstel Gold Race opgenomen...
Na het verlaten van Sibbe - Ijzeren wandel je richting het "Sint - Jansbos". Via het Kasteel "Schaloen" wandel je verder naar de Kapel de Kluis, welke op de top van de "Schaelsberg" gelegen is. Hier bevindt zich ook een kruisweg. De "Kruisweg" die ten oosten van de voormalige kluis ligt, werd in 1843 gesticht door past. Loomans.
De kruisweg bestaat uit 13 staties van het model 'ovenkapel met nissen' voorzien van schilderingen door leden van de Kunstkring Henri Jonas uit 1999. De kapellen zijn gegroepeerd om het symbolische graf van Christus met daarin een houten kist en bovenop een kruis met de 'Arma Christi', de gereedschappen, waarmee Christus aan het kruis geconfronteerd werd...
Na het verlaten van de "Schaelsberg" wandel je verder via het "Kasteel - Oost" richting Valkenburg - aan - de - Geul waar men naast het Kasteel van Valkenburg (Ruiine) loopt. Het is meteen ook de enige hoogteburcht die Nederland kent. Via de "Romeinse Catacomben" wandel je dan verder richting de Cauberg, hier staat je een heuse beklimming te wachten, welke gevolgt wordt door een vrij lange trap...
Eens boven op de "Cauberg" dan wandel je dwars doorheen het bungalowpark "Landal de Cauberg" richting de Steenkoolmijnen "Daelhemergroeve", welke het hele jaar door toegankelijk zijn voor het publiek. Via de Heunsberg, waar de "Wilhelminatoren" staat (Deze toren, gebouwd in 1906, biedt u een magistraal panorama zoals u deze nergens anders tegenkomt in ons land...
Als een levensecht schilderij biedt dit uitzicht u ongerepte schoonheid : een niet te missen blik over het Limburgse landschap. Bij helder weer kunt u zelfs tot voorbij de grens met België en Duitsland kijken), wandel je dan verder richting het eindpunt van deze wandelroute te Sibbe - Ijzeren...
Let op... Terwijl je deze wandelroute wandelt, wandel je regematig door (zeer) kwetsbare natuurgebieden, gelieve hier de gedragscode te respecteren en de rust te bewaren a.u.b.... Kasteel Schaloen (1375). Oud-Valkenburg
Door tijdgebrek en het nog niet weten van de schoonheid van het gebied hebben we deze korte wandeling toch
Nog gedaan en het is achteraf gezien één van de mooiste geweest.
Kort, ja ,want amper 5 km ,wel op een snikhete dag ,maar onder het bladerdek van de bomen en het afkoelend geruis van de Prum.
Je zou deze fantastische wandeling wel in je zondagse klederen kunnen doen
Vanaf de parking de weg oversteken naar de brug toe en daar volg je het nummer 5.
Eerst even klimmen en dan langzaam dalend naar Prumzurlay , onderweg,en je zult het moeilijk kunnen geloven, kwamen we een hopplantage tegen.
We keren op de Prumzurlaybrug en klimmen even naar boven waar een kasteel staat .
Rechts komen we het nummer 10 tegen en volgen dit nummer langzaam dalend terug naar de parking,onderweg
genietend van de wondermooie natuur.
Als je in de buurt bent moet je deze wandeling absoluut doen
Irrel, Duitsland
Ligging: in het zuidwesten van Duitsland
Landschap: een glooiend landschap met veel bossen
Bezienswaardig: Irreler Wasserfälle
Activiteiten: gezonde lucht opsnuiven in dit luchtkuuroord, wandelen
Irrel is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Irrel telt 1.399 inwoners[1].
Kerk
Van de oude kerk rest alleen nog de toren die iets verder in dezelfde straat staat. De nieuwe kerk werd gebouwd begin jaren zestig van de vorige eeuw. Omwille van problemen met funderingen werd de toren apart gebouwd en enkele voorwerpen uit de oude kerk staan nu in de nieuwe, zoals het altaar.
De Irreler Wasserfälle liggen in de rivier de Prüm net boven (stroomopwaarts) van het dorpje Irrel.
Afslag Irrel nemen en het dorp binnenrijden. In het dorp neem je de afslag Prumzurlay, het bordje "Wasserfalle" staat net aan de verkeerde kant van de weg zodat je het alleen direct ziet als je van de andere kant zou komen. Na 3 kilometer kom je rechts een grote parkeerplaats aan de bosrand tegen. Daar parkeren. Links in het bos loopt een wandelpad helemaal langs en om het mooie stukje wildwater.
Prümzurlay is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Prümzurlay telt inwoners.De plaats is een Ortsgemeinde en maakt deel uit van de Verbandsgemeinde Irrel
Start : Aan het stationneke van het toeristentreintje
Afstand : 7.5 km
Bewegwijzering : rode rechthoek
GPS : N50 15.324 E5 35.844 (Parking)
DE ROUTE:
De wandeling vertrekt waar men ook de oude tramlijn ziet lopen die nu nog gebruikt wordt voor de
Toeristen en loopt omhoog langs de rivier de sansinri.
We vertrekken door het bos van 330 meter boven de zeespiegel tot op het bovenste punt en draaipunt dat op 550 meter boven zeespiegel ligt , waarna we stilaan afdalen allemaal langs onverharde wegen
Amonines (Waals: Monene) is een dorp in de Belgische provincie Luxemburg en een deelgemeente van Erezée. Amonines heeft een oppervlakte van 10,91 km².
Het dorp is gelegen in de Ardennen aan de Aisne. Zowat de helft van het heuvelachtige gebied bestaat uit bos. Aan de Aisne zijn er moerassige weiden. Ten noorden van het dorp, langs de N841 naar Erezée, ligt nog het gehucht Blier.
De Sint-Lambertuskerk uit 1824, heropgebouwd uit de eerste kerk van 1738. De kerk liep schade op tijdens de Tweede Wereldoorlog en werd in 1957 volledig hersteld en gerestaureerd. treinstation Forge à La PlezTramway Touristique de l'Aisne
De Sansinri (beek) loopt gewoon over de weg. Laarzen aangeraden
Een Beetje een heuvelachtige wandeling door het bos en langs de oevers van het meer
Bütgenbach wordt terecht gezien als een belangrijke toeristische trekpleister van de Oostkantons. Aan de oevers van het meer vindt u de infrastructuur om verschillende sporten en andere activiteiten te beoefenen: zwemmen, tennis, waterfietsen,... Een mooie wandeling rond dit prachtige meer.
In Bütgenbach is er rond het stuwmeer een recreatiepark gebouwd met logies- en eetmogelijkheden: Worriken Center. Je kan er allerlei watersporten beoefenen, er is zelfs een sporthal en zwembad. Het meer is wel niet afgeschermd en is bereikbaar voor de wandelaars
de wegwijzertjes volgen, een wit plaatje met in het midden een gele rechthoek, daarop een pijltje vergemakkelijkt de richting die te volgen is.
Deze wandeling is een echte aanrader voor iedereen die in de buurt komt of is, wel een belangrijke tip, neem zeker wat te eten en te drinken mee want je kan er niets vinden onderweg. In geval van nood kan je natuurlijk nog altijd van het meer drinken, leeg krijg je het toch niet, de vissmaak zul je er wel moeten bijnemen.
Ook wanneer deze streek zware sneeuwval kent, blijft de wandelweg rond het meer (11 km) bijna altijd begaanbaar, vooral omdat hij rondom volledig nieuw werd aangelegd. Met zijn uitzichten biedt hij een belevenis, die men zich in geen geval kan ontzeggen.
Het Meer van Bütgenbach is een Belgisch stuwmeer op de rivier de Warche. Het meer ligt op het grondgebied van de gemeente Bütgenbach en heeft een oppervlakte van 120 hectaren (of 1,2 km²).
De dam werd aangelegd van 1929 tot 1932 en heeft een hoogte van 23 m. De centrale kan 2,2 miljoen kWu leveren en wordt uitgebaat door Electrabel.
Het meer bevindt zich in de Belgische Oostkantons, op de rand van het plateau van de Hoge Venen. Het is een toeristisch trekpleister voor watersporters. Men kan er zeilen, windsurfen, kajak varen, waterfietsen, zwemmen, sportvissen ... Motorboten zijn niet toegelaten.
In de herfst van 2003 liet men het meer bijna volledig leeglopen voor onderhoud aan de stuwdam. Dit onderhoud werd in 2004 uitgevoerd. Het meer werd in de loop van dat jaar opnieuw gevuld.
WORRIKEN *
Onze camping, aan de rand van het meer van Bütgenbach, biedt u standplaatsen van 100 m² met elektriciteit, drinkbaar water en afvalwater. Ons restaurant biedt à la carte menu's en meeneemgerechten. In de Worrieclub organiseren we animaties voor kinderen van 12/07 tot 13/08. Ontdek het nieuwe strand met het aquapark, speelveld en beach volleyterrein. Neem een duik in ons overdekt zwembad, ga tennissen of squashen. Bij ons kunt u ook activiteiten beoefenen zoals swingolf, boogschieten, kajak, oriëntatietochten of avonturenparcours.
Afstand : ongeveer 11.5 km (ruim 2.5 uur wandelen)
Bewegwijzering : plaatjes met BU1
GPS : N50 06.400 E6 31.047
DE ROUTE:
Burbach gemeente in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, gelegen in het district Siegen-Wittgenstein. Burbach telt 14.641 inwoners
Rondwandeling Bu1:
Burbach - Golfterrein - johannsbach - Katzenbach - Neustrassburg - Auf der Hardt - Burbach
Vanaf de parking in de Hilistrasse, bij de kerk, stap je de Fleischstrasse in en wandel je voorbij de kerk.
Daar circa 200 meter voorbij, via een landbouwweg naar de Golfplatz wandelen.
Op de L33 links aanhouden en weer amper 200 meter verder rechtsaf gaan in de richting van Wawern.
ln de eerste scherpe bocht, via een bospad over 4 à 5 km door het bosgebied nim Kesselnwandelen. De L32 over steken en langs de vijvers naar de L33 toe wandelen om van daaruit via Neuenweiher en de Weiherstrasse in Neustrassburg uit te komen.
Het kruispunt oversteken en enkele 100 meters verder links ingaan, voorbij de grillhut en via de zandweg, met prachtige panorama 's op Burbach en Neustrassburg terug naar Burbach wandelen. Door de Heldstrasse kom je terug bij de parking, vlakbij de kerk, waar je bent vertrokken.
Starten aan de abdij van Tongerlo vanwaar we langs het hof van Overwijs en het Boshuis
Met zijn Kabouterbos en speeltuin de Beeltjes verkennen en rond de abdij een paar verassende ontdekkingen tegen komen
De Abdij van Tongerlo is een norbertijnenabdij bij het dorp Tongerlo in de Belgische gemeente Westerlo.
De abdij werd gesticht rond 1130, toen een aantal norbertijnen van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen zich vestigden op het landgoed van heer Giselbert van Castelré. De abdij is tot in de 13e eeuw enige tijd een dubbelklooster geweest waarin ook norbertinessen woonden.
Tot ver in de 16e eeuw had de abdij van Tongerlo uitgebreide bezittingen in het hertogdom Brabant. Van 1559 tot 1590 viel de abdij onder het bisdom 's-Hertogenbosch. In 1590 wist de abdij dit bestuur af te kopen door de meeste bezittingen in het huidige Noord-Brabant af te staan. Na de val van 's-Hertogenbosch in 1629 vluchtten de norbertijnen tijdelijk naar hun refugehuis in Mechelen.
De abdij speelde in 1789-1790 een rol in de Brabantse Omwenteling tegen het Oostenrijkse bewind door het ronselen en bewapenen van troepen. Na het neerslaan van de opstand werden de bezittingen van de abdij in beslag genomen. In diezelfde periode bood de abdij tijdelijk onderdak aan het bronnenmateriaal van de Bollandisten. In 1796 kwam aan de abdij een voorlopig einde, wanneer Franse revolutionairen de norbertijnen uit het complex verdreven. Hierna werd de abdij verkocht en werd een deel van de gebouwen gesloopt, waaronder de kerk. Pas in 1838 werd de orde heropgericht om twee jaar later terug te keren naar Tongerlo.
De abdij trekt het hele jaar door veel gelovigen en toeristen. Inkomsten worden gehaald uit onder andere een boekhandel, een bakkerij en het Tongerlo abdijbier dat voor de abdij gebrouwen wordt door brouwerij Haacht, en door de entree op de bezichtiging van een getrouwe kopie van Het Laatste Avondmaal van Da Vinci die onder toezicht van Da Vinci door zijn leerlingen zou zijn gemaakt. Het hoofd van Jezus en van Johannes zou door Da Vinci zelf geschilderd zijn.
Op 23 december 2009 raakte bekend dat de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois N-VA een premie van 723.042 euro toekent voor de restauratie van de Norbertijnenabdij in Tongerlo. Deze premie zal aangewend worden voor de restauratie van de omwalling, die kampt met funderings- en stabiliteitsproblemen.
Bezienswaardigheden
--Poortgebouw, bestaande uit een 14e-eeuwse onderbouw in romaanse stijl en een 16e-eeuwse bovenbouw in gotische stijl.
--Kerk in neogotische stijl uit 1852, ontworpen door architect Paul Stoop.
--Bisschopshuis: in gemengd gotische- en renaissancestijl, ontworpen door Rombout II Keldermans.
--Abtshuis:, een paleis uit 1728, ontworpen in classicistische stijl door de Antwerpse architect Kerrickx (1682 - 1745).
--Da Vinci-museum: museum rond een getrouwe replica uit 1545 van Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci
--De lourdesgrot op de wandelweg achter de abdij
Het Boswachtershuis :
De jeugdherberg van Westerlo is, zoals de naam doet vermoeden, een oud boswachtershuis. Het gebouw werd gemoderniseerd en voorzien van alle comfort zonder de oorspronkelijke charme ervan aan te tasten. De schitterende ligging aan de rand van het bos maakt deze jeugdherberg zeer geschikt voor bosklassen. Afwisselende landschappen: bossen, moerassen, waterlopen, landbouwgebieden en rustige dorpskernen zorgen voor een uitgebreid gamma van interessante wandelingen en fietsroutes. Er is een grote speelweide met speeltuin. de abdij van Tongerlo
Start : parkeerplaats van Staats Bosbeheer aan de Postelseweg hoek Bredasebaan in Eersel.
Afstand : 10.6 km
Bewegwijzering :
GPS :
Cartierheide, 5527 Hapert, Bladel, Noord-Brabant, Nederland
DE ROUTE :
Deze route is vernoemd naar de gelijknamige Cartierheide, een gebied met fraaie heideterreinen met droge en vochtige delen. Door het terrein loopt het Dalemstroompje, waar de route voor een groot deel langs voert. Onderweg komt u met een beetje geluk grazende Bedaïze koeien tegen.
In de Eerselse bossen passeert u boerderij de Heestert. Deze gerestaureerde boerderij dateert waarschijnlijk uit het einde van de 16e eeuw.
Omschrijving
Deze wandelroute voert u door een prachtig landschap van bos en heide met droge en natte delen.
De Cartierheide is een natuurgebied dat onderdeel uitmaakt van het Natuurgebied De Kempen en dat zich bevindt in de gemeente Bladel. Het gebied is 172 ha groot.
De naam van het gebied is ontleend aan baron Emile de Cartier de Marchiennes.
Deze kocht in 1863 het nabij deze heide gelegen Duizels Hof en gebruikte de heide als jachtterrein. Hieraan is het te danken dat het gebied in de jaren '30 van de 20e eeuw niet werd ontgonnen. Aan de baron herinnert ook het zeldzame berkenlaantje, een beschut pad langs het ven, van waaruit hij ongezien op de eenden in de vennen kon jagen.
Sinds 1932 is het gebied eigendom van Natuurmonumenten, maar tegenwoordig wordt de Cartierheide beheerd door Staatsbosbeheer. De zoon van de baron, die eveneens Emile heette, heeft toen zijn gebied aan Natuurmonumenten geschonken.
De Cartierheide wordt doorstroomd door het Dalems Stroompje en men vindt er dan ook veel vochtige heidegebiedjes, berkenbroek en gagelstruweel. De bovenloop van het Stroompje werd in 1994 hersteld. Direct ten westen van de Cartierheide ligt de Palts en Kroonvense Heide.
In het gebied groeien onder meer Ronde zonnedauw en Klokjesgentiaan.
Reptielen als Gladde slang, Levendbarende hagedis en Hazelworm leven hier.
Ook de Heikikker kan men er vinden.
Door het gebied zijn wandelingen uitgezet.
De Cartierheide
Het natuurgebied heeft veel planten- en diersoorten. Het is een ideaal gebeid voor natuurliefhebbers, vogelaars en wandelaars. Vindt hier onder meer struikheide, dopheide, ronde zonnedauw, wilde gagel en klokjesgentiaan. De aanwezige vogelsoorten zijn rijk gesorteerd. U vindt er de blauwborst, tapuit, klapekster, kruisbes en kokmeeuw. Zelfs reptielen als de gladde slang, de levendbarende hagedis en de hazelworm leven hier, naast amfibieën als de heikikker, de groene kikker of salamanders. Op stille momenten kunt u op de Cartierheide zelfs reeën, hazen of vossen tegenkomen.
Baron De Cartier
De oorsprong van de naam Cartierheide ligt bij baron De Cartier De Marchiennes, die het ernaast gelegen Duizels Hof in 1863 kocht. Zoon Emile schenkt het terrein in 1932 aan Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Staatsbosbeheer probeert de heide te bewaren door te plaggen, maaien en te laten begrazen. Dit leidt tot een mooie, afwisselende heide. De Bazadaise koeien grazen er van voorjaar tot najaar en geven de heide een extra natuurlijk uiterlijk.
Bezoekers kunnen het gebied dat zon 172 hectare groot is te voet, met de fiets of per rolstoel doorkruisen.
Tips!
Zorg voor goed passend schoeisel
Neem voldoende drinken en eten mee voor onderweg.
Wandel op drukke wegen altijd tegen het verkeer in, u ziet zo voertuigen aankomen.
Wijk niet af van de aangegeven routepaden.
Sommige routes bevatten trajectdelen die niet toegankelijk zijn voor honden.
Informeer daarom altijd van tevoren.
Indien toegestaan, gelieve uw hond aan de lijn te houden, tenzij het een speciaal honden-losloop-gebied betreft
hapert - De Pan Cartierheide: het groene tapijt aan het begin van de zomer.
Afstand : De lengte van route A = 8 KM, route B = 10,5 KM C= 7 KM
Bewegwijzering : geen
GPS : N51 27.737 E5 08.354
Dorpsstraat 2, Esbeek
DE ROUTE :
Het is ook mogelijk op andere punten te vertrekken b.v. bij Horeca of station N.S.
Verklaring van de Waypoints
1 Gasterij Schuttershof, Dorpsstraat 2, Esbeek
2 Schaapskooi
3 Het Landgoed, Lage mierdseweg 3, Esbeek
4 Kampeerboerderij De Kievit, Prins Hendriklaan 4, Esbeek
5 In Den Bockenreyder , Dunsedijk 3, Esbeek
RP-1 Routepunt A-B
RP-2 Routepunt A-B
RP-3 Routepunt B-C
RP-4 Routepunt B-C
Esbeek is een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en vanouds behorend tot de gemeente Hilvarenbeek. Het dorp heeft ongeveer 1.100 inwoners.
Het dorp is ontstaan uit een kransakkerdorp, waarvan ook tegenwoordig de structuur nog goed te herkennen is. Naast Esbeek omvat het de buurtschappen Groenstraat en Hoogeind. De akker is gelegen op de westeoever van het Spruitenstroompje, een beek die 5 km ten noorden van Diessen in de Reusel uitmondt.
Pas in 1889 werd Esbeek een eigen parochie en ontstond er rondom de in 1890 ingewijde kerk een kleine dorpskern. Ook kwam er omstreeks deze tijd een stoomtram die van Tilburg naar Poppel reed, en waarvan de Oude Trambaan, een brede dreef die de bossen van de Rovertsche Heide en Landgoed de Utrecht scheidt, nog getuigt. Voorts kwam er bedrijvigheid in de vorm van een steenfabriek. De baksteenindustrie begon omstreeks 1900 door de familie Zeebregts, een geslacht van metselaars en aannemers. Vanaf 1923 echter kwam er een steenfabriek die op grotere schaal werkte, en de grootste werkgever van Esbeek werd. In 1994 werd er nog in geïnvesteerd, maar in 2008 kwam het bericht dat de fabriek, die inmiddels tot het Wienerbergerconcern behoorde, ging sluiten, omdat het bedrijf haar productie op een kleiner aantal locaties ging concentreren. De 16 werknemers werden ontslagen of moesten verhuizen.
Ondertussen kreeg Esbeek vanaf 1980 een eerste nieuwbouwwijk en een bedrijventerrein, "De Mierbeek" geheten.
Bezienswaardigheden
De Sint-Adrianuskerk werd gebouwd naar een ontwerp van de Osse architect H.R. Hendriks en werd ingewijd in 1890. Daartoe werd in 1889 de parochie Esbeek afgesplitst van die van Hilvarenbeek. In de kerk bevindt zich een gepolychromeerd houten beeld van de Heilige Cornelius. Dit is gerestaureerd in 1984.
In 1937 werd bij de kerk een buitenkapel gebouwd door architect J.C. van Buytenen in de traditionele baksteenstijl zoals gepropageerd door Alexander Kropholler. De kerk bezit sinds 1900 een reliek van Cornelius. In de kapel bevindt zich een kleiner Corneliusbeeld dat uit 1957 stamt.
De Pastorie.
Natuur en landschap
Esbeek ligt op aan de rand van een akkercomplex nabij het Spruitenstroompje. Ten zuiden van het dorp stroomt vanuit Landgoed de Utrecht de Hoogeindse Beek, via enkele vennen zoals de Broekeling, naar het noordoosten om bij Groenstraat in het Spruitenstroompje uit te komen.
Niet alleen Landgoed de Utrecht, dat ten zuiden van Esbeek is gelegen, maar ook de Rovertsche Heide, ten westen van Esbeek, zijn uitgestrekte bos- en natuurgebieden.
In Esbeek wonen veel nakomelingen van hen die een eeuw geleden de heide ten zuiden van het dorp ontgonnen hebben. Het prachtige, 2700 hectare grote, landgoed De Utrecht is ideaal voor wandelaars en fietsers. Het is een schitterend voorbeeld van een gevarieerd ontginningslandschap, dat ongemerkt in het oude landschap verglijdt. De Rovertse Heide en het landgoed Gorp en Rovert, sluiten zich hierop aan en voeren u tot ver over de grens met België.
Oude Kempische boerderijen liggen in het groen verscholen. Aan de rand van de Rovertse Heide komt u een klein huisje tegen met de naam Schuttel. Deze naam verwijst naar de Rotterdamse kunstenaar Andreas Schotel (1896-1984), die deze hut tot zijn zomerverblijf maakte.
In de bossen van De Utrecht bevindt zich een oud cafééke, In den Bockenreijder genaamd. Het is een zeer bekend rustpunt voor fietsers en wandelaars en ook per auto bereikbaar. Maak kennis met de Brabantse hartelijkheid, u voelt zich er welkom en thuis.
Bewegwijzering: Het grootste deel van het parcours is bewegwijzerd met liggende rode ruitjes, liggende blauwe rechthoekjes en groene cirkeltjes waarin een half cirkeltje uitgespaard is (dit laatste teken wordt gebruikt voor de rondwandeling rond het meer). Het laatste stuk van de wandeling is ook nog wit-rood aangegeven, als deel van het Grote-Routepad 12.
Vertrekpunt: Pré-Barrage de Féronval in Boussu-lez-Walcourt ligt aan de N40, die Beaumont met Philippeville verbindt. Kom je uit de richting Beaumont, dan overschrijd je, even voorbij Boussu, de grens met de provincie Namen. Iets verder, bij de natuurstenen kapel van Sint-Anne, moet je de N40 naar rechts verlaten. Je volgt de asfaltweg rechtdoor, langs grote parkings en langs de Belvédère (rechts), een paviljoenachtig uitkijkpunt, hoog op een helling boven het meer. Sla de dwarsweg bij het meer rechts in en laat de auto achter op de uitgestrekte parking.
Aard van de weg: het traject dat min of meer de oever van het stuwmeer volgt, is van beton. Alle overige wegen zijn geasfalteerd.
Het zuidelijke stuk van de provincie Henegouwen wordt, gezien zijn vorm, de Henegouwse Laars genoemd. In het noorden ervan, net op de grens met de provincie Namen, werd een groots complex van stuwdammen aangelegd op ondermeer het riviertje de Eau dHeure. Zo ontstond er een reeks stuwmeren, grillig van vorm door het golvende reliëf van de bodem. Hierdoor werd niet alleen een aantal waterhuishoudkundige problemen opgelost. Het werd ook een recreatief paradijs, ondermeer voor wandelaars.
Je vat post aan de voet van de Belvédère . Houd die heuvel aan je rechterkant, het meer dus aan je linkerkant. Volg de verkeersweg (druk in het hoogseizoen) tot net voorbij het meer. Op die plek verlaat je de verkeersweg naar links in de Hammeau du Feronval, bij de bordjes Accès Ravel. Langs een roodwit hek loop je het Bois Mazarin in.Je volgt de betonweg en daar wijk je niet van af, tot hij uitkomt op een grotere asfaltweg, ongeveer 3 km verderop. Intussen merk je dat het parcours aangegeven is met drie verschillende tekens, zie Bewegwijzering.Ongeveer 400 m voorbij het roodwitte hek verdwijnt de weg licht afdalend het bos in. Af en toe krijg je het meer in doorkijkjes te zien; in het bladloze seizoen is dat uiteraard een stuk beter. Uiteindelijk loopt de weg stijgend langs een volgend roodwit hek.
Daar bereik je een geasfalteerde dwarsweg, die je rechts moet inslaan, vrij stevig bergop door het zuidelijke stuk van het Bois Mazarin.Na 800 m bereik je een verkeersweg, de N589, die Boussu-lez-Walcourt met Cerfontaine verbindt en die moet je kruisen. Je volgt de pijl Erpion, een bescheiden dorp, iets ten westen van het bos en het merencomplex.Je passeert de eerstvolgende linkerweg, die Hameau de Badon heet, maar 200 m verderop moet je de eerste weg rechts inslaan en langs een picknickplek , een infobord en wat ooit een hekje is geweest, het bos dieper ingaan.
De routetekens uit het eerste stuk van de wandeling wijzen hier weer alle drie de weg.
Wat verder ontdek je, aan het eind van een met een slagboom afgesloten rechterzijweggetje, een jachtpaviljoen. Ongeveer 700 m diep in de zijweg die je insloeg, bereik je, bij een verharde rechterzijweg, een prachtige, overdekte picknickplek .
De asfaltweg daalt en is hier een stuk van het Grote-Routepad 12, maar de drie routetekens zijn eveneens nog altijd aanwezig. Je passeert een overblijfsel van een hek en iets verderop bereik je, over de deels gekanaliseerde Ruisseau dErpion, een dwarsweg die je, bij de drie routetekens en een Grote-Routeteken, rechts inslaat. Bij de bosrand gaat de weg fors de hoogte in. Bij La Ruchette, een taverne-restaurant, buigt de weg links af en ontdek je voor je het dorp Boussu-lez-Walcourt. Je bent in de rue des Carrières. Bij een hoeve staat een oud kapelletje onder twee kleine bomen.
Bij het kruispunt op die plek moet je haaks rechtsaf (drie routebordjes) en verlaat je dus het Grote-Routepad, dat rechtdoor loopt.300 m verderop wacht alweer een kruispunt, met links een picknickplek. Hier loop je rechtdoor, om 500 m verder uit te komen op een verkeersweg, de N589. Sla die weg rechts in, om ongeveer 100 m verderop linksaf de pijl Relais de Falemprise te volgen.Aan je linkerhand blinkt het meer, gevormd door de voorstuwdam van Féronval. Tot slot blijf je de verkeersweg volgen. Loop wel aan de linkerkant en als het kan achter de vangrails.Je passeert de plek waar je in het begin van de wandeling het Bois Mazarin binnen bent gegaan. Je bereikt zo meteen het eindpunt van het tochtje, de voet van de Belvédère.
Omschrijving
Froidchapelle ligt in het noordelijke deel van de Henegouwse Laars, bij de stuwmeren van de Eau d'Heure, het grootste merencomplex van België. Die meren zijn uiteraard de grote toeristische blikvanger van de gemeente, maar ook de omgeving is rijk aan natuurschoon: glooiende heuvels, talrijke bossen, rustige dorpen en gehuchten.
Historisch
Een fragment van een veelluik en het 'testament van Sinte-Aldegondis' leren dat het dorp oorspronkelijk toebehoorde aan het kapittel van Maubeuge, maar in de 12de eeuw overging naar het graafschap Henegouwen. In 1597 werden alle 92 huizen van het toenmalige Froidchapelle door een brand verwoest. Het dorp van Boussu-lez-Walcourt behoorde toe aan het prinsbisdom Luik. Het werd in 1678 bij Frankrijk en in 1816 bij de Nederlanden ingelijfd. In 1831 vroegen de inwoners de aanhechting bij Frankrijk.
Start : Aan de kerk van het dorp Born, in het Duitstalig gedeelte van Belgie.
Afstand: 9,5 km
Bewegwijzering : geen
GPS : N50 19.957 E6 07.056
DE ROUTE :
Born is een Duitstalig dorp in de Belgische provincie Luik. Het hoort bij de gemeente Amel en heeft bijna 600 inwoners.
De spoorbrug van 1916, traject Amel-Born.De naam Born komt van het woord bron en verwijst naar het grote aantal bronnen dat er ontspringen.
De wandeling verloopt de eerste kilometers uiterst vlot doordat ze over de Ravel tussen St-Vith en Waimes liep.
Een Ravel is een oude spoorwegbedding die omgebouwd is tot fiets en wandelpad.
Daardoor zijn er hier geen grote hoogteverschillen.
De vergezichten links en rechts waren prachtig, en de rivier de Emmels kronkelde rustig door de vallei.
Dit is echt genieten van de omgeving! 4km lang volgden we deze Ravel,
Op het keerpunt van de tocht staat een enorme hoeve, "Gut Eid" genaamd.
Het is een grote witte hoeve met groene vensters en deuren, precies zoals in de boekskes.
Op deze terugweg hebben we een beetje een golvend terrein maar nooit echt steil, de 9,5 km is zeker de moeite waard, laat u niet afschrikken door de afstand.
Na nog een klein stukje door het gemeentebos van Amel staan we terug aan de kerk van Born, met het oude spoorwegviadukt op de achtergrond.
Bezienswaardigheden
Kerk (St. Lucia), romaans
Viaduct: 285 m, 11 bogen (oude spoorweg)/"Von Korff"-brug
Start : Kerk van Grobbendonk - ruime parking achter de kerk
Afstand : 10 km
Bewegwijzering : geen
GPS : N51 11.440 E4 44.293
De kerk van Grobbendonk bereik je door de E313 te verlaten bij afrit 20-Herentals-West. Via de N13 richting Nijlen en de afslag rechts in Bouwel bereik je aan de overzijde van het Albertkanaal het centrum van Grobbendonk.
DE ROUTE :
Gevarieerde wandeling met veel bossen en onverharde bospaden, langs Boshoven, Molenheide en Molenbos. In natte periodes zijn stevige wandelschoenen aan te raden.
De benedenvallei van de Kleine Nete en de Aa werd vaak beschreven door Felix Timmermans. De bekende Vlaamse schrijver vertoefde graag in het vlakke en afwisselende landschap van vochtige weiden omzoomd met bomenrijen, uitgestrekte bossen met her en der nog heiderestjes.
Je vertrekt aan de kerk richting Gemeentelijke Bibliotheek.
De huidige parochiekerk van Grobbendonk werd ingewijd in 1951. De vorige kerk werd immers vernield tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een Neoromaans bouwwerk van meester J. Ritzen dat erg sober van inhoud is. Het hoogkoor bestaat uit grijs marmer, evenals het altaar, de beide zijaltaren en de communiebank.
Je passeert achtereenvolgens enkele bankkantoren en horecazaken. Blijf rechtdoor lopen, de Bergstraat in. Aan het benzinestation volg je niet de hoofdbaan naar links, maar ga je verder rechtdoor (Nijverheidsstraat).Blijf rechtdoor lopen voorbij het kerkhof en een reeks bejaardenflats. Aan het rondpunt neem je de tweede straat links (Kapelstraat). Honderd meter verder heb je aan je linkerkant de mooie kapel van Boshoven, gewijd aan O.L.Vrouw van Lourdes en meer dan honderd jaar oud .
In 1957 werden hier overblijfselen gevonden van een voor de Kempen zeer belangrijke driehoekige Romaanse kerk met vierkant koor. Uit respect voor het sacrale karakter werd op de plaats van het koor een kapelletje gebouwd.
Je vervolgt de Kapelstraat die iets verder van naam verandert in Koekoekstraat. Die wordt op het einde afgesloten door twee stenen pilaren. Maar zover moet je niet gaan, want 50 meter daarvoor is er een smal bospaadje rechts dat je inslaat. Blijf dit pad steeds rechtdoor volgen, ook wanneer het overgaat in een brede, halfverharde weg. Steek even verder de rijweg over en volg verder een smalle asfaltweg, de "Vliegenzwam". Waar die uitloopt op een puntig ijzeren hekken neem je links en volgt even verder de rechtse bocht. Het wordt een smalle asfaltweg en zo kom je op een viersprong. Je gaat niet naar Pulle, maar neemt de weg rechts (De Boshoven) en die blijf je volgen. Ook de weg naar de manege Welkomhoeve laat je links liggen en je volgt het betonbaantje naar rechts. In de volgende linkse bocht verlaat je dit echter en neem je rechtdoor het (soms moeilijk zichtbare) pad ,links van de aarden wal, dat recht het bos in gaat. In het bos neem je rechts en onmiddellijk terug links langs de draadafsluiting. Blijf die afsluiting volgen tot aan een open plek waar je links het smalle paadje tussen het kreupelhout neemt. In het dennenbos hou je links aan en blijf je het paadje volgen tot aan een bredere bosweg. Hier ga je rechts en onmiddellijk terug links een andere bosweg in. Volg die tot aan een asfaltweg waar je rechts neemt en die je volgt tot aan het linkse pad naast huisnummer 6.
Dat is de Trawantelberg die je inslaat. Negeer de weg links (Kwikstaartendreef) en blijf rechtdoor het paadje volgen tot aan een kruispunt met verschillende half verharde wegen. Neem daar de Mezendreef, dat is ongeveer rechtdoor. (De wegwijzers zijn zeer onduidelijk geplaatst. De Vlaamse Gaaiendreef is de weg uiterst links. Je moet het huis met de roomkleurig baksteen langs rechts voorbij).
De Mezenweg mondt uit op een asfaltbaan die je naar links volgt en die je leidt door een prachtig onderhouden gebied en door een jonge eikendreef.Op het einde tref je links zelfs een prachtige natuurlijke tuin met waterpartij en fonteintje. Waar de asfalt eindigt en de weg een haakse bocht naar links maakt ga je rechts het (zeer smalle) paadje tussen de velden in. Na een linkse bocht komt dit uit op een half verharde weg die je naar rechts volgt. Bij de eerste zijweg ga je opnieuw rechts en na 50 meter sta je aan Taverne "De Roos van Casablanca" Je bent ongeveer halverwege de wandeling en een versnapering zal misschien wel welkom zijn.
Vervolg je weg (niet op je stappen terugkeren!) het bos in. Aan de T ga je links en aan het eerste kruispunt gewoon rechtdoor (aanduiding rode pijl). Volg deze weg tot aan de eerste huizen van Vorselaar.Op het kruispunt neem je de tweede weg rechts (de Molenhei nummers 9 t/m 17). Steek de Molenbaan over, ga even rechts en vervolg je weg links langs de Molenhei.
Aan de witte villa met huisnummer drie neem je rechts. Negeer alle zijwegen en volg dit zanderige bospad tot aan de Pullesebaan. Ga hier rechts, loop tussen de betonnen zuilen door en sla 100 meter verder de bosweg links in. Je komt voorbij een prachtige rij beuken die waarschijnlijk ooit een dreef hebben gevormd maar waarvan op de linkerkant nog maar enkele exemplaren overblijven. Draai op het einde zachtjes mee naar rechts en volg de beuken die hier nog in een dubbele rij aanwezig zijn tot aan de rand van het bos. Aan de eerste en ook enige rustbank op de wandeling ga je rechts, volg je de asfaltweg die overgaat in klinkers en neem je de tweede weg links voorbij het gemeentebord Grobbendonk, de Hoogveldstraat.
Waar die eindigt ga je even rechts en onmiddellijk terug links, een kerkwegel in die op de drukke baan Grobbendonk - Vorselaar uitkomt. Nog even rechts die baan volgen en je bent terug op het vertrekpunt..
In het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant ligt Diest, een gezellige, innemende Demerstad met een groots en rijk verleden.
Een pracht van een wandeling waar toch wel enkele klimmetjes in voorkomen,met prachtige vergezichten,echter nogal moeilijk voor mensen met een rolstoel
Starten doen we aan het station van Diest,waar we links de trappen nemen van de voetgangersbrug over de treinsporen
Station Diest is een spoorwegstation langs spoorlijn 35 (Hasselt - Leuven) in de stad Diest.
In het station vertrekt ook spoorlijn 17 naar Tessenderlo, die tot 1984 doorliep tot Beringen. Ook de voormalige spoorlijn 22 naar Tienen vertrok uit het station Diest.
We steken de R26 over en nemen de eerste straat rechts, de Lazarijstraat.
Even klimmen tot we bovenaan een mooi panoramisch zicht krijgen op het vliegveld van schaffen
We komen ook een aantal plakketjes tegen van het vliegveldpad.
Vervolgens hebben we Merelstraat Vennestraat Klappijstraat
Even voorbij de bocht links zie je twee (glazen) bollen , dit padje omhoog volgen tot voorbij het voetbalveld tot op de Kruisstraat.
Opgepast,we steken de N127 over en gaan de nieuwe verkaveling de lintenbergop
Rechtdoor de wandelweg door de verkaveling tot de broekstraat
Terug de N127 oversteken en rechts de holleweg (dit is zijn echte naam) in.
Aan de lichten recht oversteken de turnhoutsebaan in
Groenstraat Lazarijstraat Fort Leopoldlaan en terug de voetgangersbrug over Diest het station
Jauchelette (Waals: Djåçlete) is een dorp van de gemeente Geldenaken en ligt aan de Grote Gete.
De naam betekent Klein-Geten, in tegenstelling tot Geten (Frans : Jauche).
De Sint-Gertrudiskerk van 1220 werd in 1823 vergroot en in 1926 grondig gerestaureerd. Op het grondgebied van het dorp staat de cisterciënserinnenabdij van La Ramée (Rameien), gesticht in 1216. Er is nog een indrukwekkende hoeve van bewaard.
De Abdij van La Ramée is een beschermd historisch monument dat met smaak en respect gerestaureerd werd en waarvan de oorsprong teruggaat tot de 18de eeuw.
De hoeve ligt in Midden-België, in Waals-Brabant, dicht bij de grens met Vlaanderen.
Haar dynamisch en professioneel team staat tot uw dienst voor de organisatie van alle soorten evenementen, of het nu om culturele, gezins- of bedrijfsevenementen gaat.
De hoeve en de schuur werden geklasseerde monumenten en locatie in 1980 en hebben de prijs CAÏUS gewonnen van het Waalse Gewest in 2000. In 2001 kreeg zij de Europa Nostra prijs en in 2002 werd La Ramée erkend als belangrijkste monument van Wallonië.
Over de origine van de abdij La Ramée tast men in het duister : we bezitten geen aanwijzingen over het moederklooster, noch over de precieze stichtingsdatum. Een gemeenschap van cisterciënzer slotzusters in Kerkom, ten noordwesten van Tienen. Deze plek bleek ongetwijfeld niet geschikt en de kloostergemeenschap werd in 1215 of 1216 overgebracht naar Jauchelette waar zij zich vestigde op een stuk land geschonken door Gérard de Jauche en zijn dochter Helwide, abdis van Nijvel.
La Ramée was als abdij autonoom, maar bleef onder het spirituele voogdijschap van de grote abdij van Villers staan.
Van de oude cisterciënzer abdij, gesticht in de 13de eeuw, zijn enkel de boerderij en de schuur bewaard gebleven, twee opmerkelijke gebouwen uit de 18de eeuw. In de schuur, één van de grootste van het land, hebben we zicht op een reusachtig houten geraamte geplaatst op steunpilaren. De stallen vormen een enorme ruimte, waarvan het plafond bestaat uit een drievoudig booggewelf van baksteen. Het geheel is geklasseerd en omgebouwd tot een centrum voor seminaries en recepties, met een theaterzaal. In de oude boomgaarden van de abdij is een "fruiticum" geïnstalleerd.
Maar la Ramée heeft meer bijzonderheden. Zoals de Tiendenschuur, de grootste schuur van België (49meter lang, 22 meter breed en 21 meter hoog). Het meest prestigieus is de grote zaal. Hier schuilt onder een authentieke achttiende eeuwse balkenstructuur een vloer van origine terracotta. Om maar te zwijgen over die dubbele rij zuilen van bewerkt blauw steen waarop drie fraaie koepels steunen. En dat voor zon grote zaal: maar liefst 240 personen kunnen hier genieten van een gastronomisch diner. Ook kan men hier een receptie houden voor 520 personen.
Dat la Ramée zijn eigen bier heeft, is niet zo verwonderlijk. Mortelmans: Zodra de abdij in 1216 gesticht was, begonnen de zusters met brouwen. Of ze met hun eigen gerstenat proostten op de inauguratie vermeldt de geschiedenis niet. De complete levensloop van het bier staat niet in de documenten vermeld. Hier en daar vinden we in de geschiedenis enkele sporen. Zo blijkt uit achttiende eeuwse documenten dat la Ramée drie molens, een zagerij maar ook een brouwerij bezat. In 1864 kwam er een eind aan het brouwen.
Totdat het op 21 juli1997, ter gelegenheid van de nationale feestdag, weer op de markt kwam. Aarzelend brouwde de kleine Namense brouwerij les Artisans Brasseurs 35.000 liter per jaar. Het bier sprak niet alleen consumenten en horeca aan maar ook slager Biewart en kaasmaker Belgomilk. Op basis van het bier kwamen er niet alleen paté en worst, maar ook een zachte romige kaas. Twee jaar geleden nam Brunehaut de roerstok over. Deze, o.a. om zijn jeneverbier bekend staande, brouwerij produceert nu gemiddeld 400.000 liter per jaar La Ramée.
Vanuit Bredene via allerlei rustige paden naar de spuikom in Oostende die naast waterrecreatie ook dient voor het kweken van oesters.
Bij aankomst aan de spuikom zijn 4 grote betonblokken te zien
Via de vismijn van Oostende bereikt men de duinen waar nog enige bunkers van WO2 te zien zijn.
Eentje is zelfs in de weg verwerkt.
Via een betegeld en autovrij pad langs de kuststrook wandel je richting Bredene.
Een zijsprong door de duinen wordt beloond met grandioze vergezichten.
Via voetgangersbrug kan men een drukke weg veilig dwarsen en bereikt men terug het vertrekpunt.
Aan de spuikom kan het wel zéér hard waaien, dus bij koud weer is een dikke trui geen overbodige luxe.
Hendrik Consciencelaan bruggelaan frankrijklaan zeelaan lindestraat frankrijklaan keerweg polderstraat langs de sportvelden spuikomlaan schietbaanstraat sluisplein N34 oversteken vismijnlaan haringstraat wandelaarkaai sas over buskruitstraat luisbosstraat halvemaandijk spinoladijk langs de duinen koninklijke baan oversteken marktplein kapelstraat driftweg einde
Een spuikom bestaat uit bassins of polders die in verbinding staan met een zeehaven via een spuisluis en die men in vroeger tijden bij hoogwater liet vollopen om ze vervolgens bij laagwater met grote kracht te ledigen. Zo kon overtollig slib uit de havens verwijderd worden, zelfs zonder de hulp van baggerschepen.
De Spuikom bevindt zich in het oostelijk deel van de stad Oostende. De Spuikom grenst aan de Haven van Oostende en vormt als het ware een waterlob binnen de woonstructuur van de Vuurtorenwijk (Oostende) en de wijk Sas Slijkens (Bredene). De spuikom vormt voor heel wat kustbewoners en toeristen een belangrijke plaats voor watersportrecreatie, zoals vissen, zeilen, duiken, surfen
Veiliger voor fietsers en voetgangers
De inrichting van de Schietbaanstraat ter hoogte van de Vuurtorenwijk is ten vroegste voor 2010.Deze werken werden uitgesteld op vraag van het Bredens gemeentebestuur, dit in functie van de werken die nog tot 2010 worden uitgevoerd in de Pr. Elisabethlaan Er komt een wijkpark met een wandelpromenade tussen de Sluisplein en het Parkbos. In de Schietbaanstraat ter hoogte van het Parkbos wordt een rijweg en een apart fiets- en wandelpad aangelegd.Blikvanger wordt in ieder geval de houten wandelpromenade die op de dijk van de Spuikom zal worden aangebracht
Voor deze trip door Bellingen parkeer je je wagen best in de Cantemprestraat (historisch gezien verkeerd geschreven, maar kom...) bij de kerkhofmuur.
Voor je je benen strekt, moet je er wel aan denken dat je tijdens deze wandeltocht van bijna 10 km onderweg geen enkel café tegenkomt!
De abdij hoeve laat je achter je liggen (dat wordt de 'uitsmijter' van de tocht), terwijl je ook de vroegere pastorij aan je linkerhand voorbijwandelt. Trek in de Trapstraat naar 'boven', in de richting van de velden. Na een 400 m kom je op een kruispunt waar je rechts niet naast een huis kunt kijken waartegen een kruisbeeld is aangebracht.
Neem echter links, aan de kant van de wegwijzer die blijkbaar al veel emoties heeft doorstaan.
Deze ruilverkavelingsweg van bijna 1 km lengte leidt je door het Strik-en Kruisveld, vroeger eigendom van de priorij. Links heb je een mooi vergezicht op onder andere Bogaarden en Heikruis. Recht voor je trekt de radartoren van Kester de aandacht en rechts probeert het kerkje van Pepingen op te vallen. Beneden gekomen laat je de 'staande wippen' rechts liggen, tenzij er een wedstrijd bezig is, want dan moet je toch even pauzeren.
Draai dan links naast de muurkapel mee tot op de bredere betonweg: Hoesnaeke heet het hier. Houd links aan tot je zowat 500 m verder nogmaals links een weg vindt die zich 1,2 km door het Pajottenlandse landschap wil kronkelen. Niet alleen mode- en publiciteitsfotografen, maar ook filmploegen hebben hier al menig beeldje geschoten met de imposante en beschermde abdij gebouwen op de achtergrond.
Aan de monumentale maar toch enigszins vervallen boerderij 'Hof ter Kammen' betreed je een grotere weg op het grondgebied van Bogaarden. Ook hier weer naar links, de driesprong voorbij (Kriekelaerestraat), tot je even voorbij de bibliotheek aan je rechterhand een asfaltweg naar beneden ziet slingeren. Daal deze Terheugenstraat zo n 400 m af tot aan een brugje over een niet zo proper beekje en trek nu links weer de glooiende velden in. Meteen ben je halfweg de wadeling.
Na 1 km bereik je door een mooie dreef het kasteel 'Den Dael' dat rond 1650 in Franse stijl werd opgetrokken.
Het is omringd door een park met vijvers - uitgewerkt door Le Notre die ook de hovingen van VersailIes ontwierp - maar daar merk je hier niet zoveel van.
Terug naar links om 400 m verder een scherpe bocht te maken naar én in de Oaelestraat. Die volg je 1 km, tot ze omhoog kruipt naar een kruispunt. Ga rechtdoor de Dorekensstraat in. Rechts van de weg vind je hier nog enkele restanten van een tankversperring uit de Tweede Wereldoorlog. Links in de verte oogt het Terloo-torentje vrediger. Zo'n 600 m verder, op de driesprong, volg je de Hoevestraat die je vrij snel de kerk van Beert openbaart. Net voor de eerste boerderij links ('De Eik') trekt een bonkige kasseiweg, naast een vijver en tussen de stallingen van het hof, naar het hoogste punt van deze tocht.
Je neemt daar de Kattenholstraat , tot je na 300 m naar links zwenkt in de richting van de huizengroep, in de volksmond nogal hautain 'Klein Brussel' gedoopt.
Waar kom je uiteindelijk, na nog 700 m, uit? Juist ja, aan de roestige wegwijzer die je bij de start reeds tegenkwam. Je wagen vind je van hieruit zeker terug.
Als je het geluk hebt om de abdijkerk open te vinden, wat niet zo vanzelfsprekend is op een weekdag, ga dan zeker binnen. En een blik door de toegangspoort van de abdij hoeve , nog iets verderop in deze doodlopende straat, mag je als beloofde 'uitsmijter' zeker niet missen. Het hof bezoeken is een moeilijker aangelegenheid.
Wat je moet weten !!
1 Bellingen bereik je best via de steenweg Halle- Ninove. Even voor het
dorpscentrum van Pepingen (als je uit Halle komt) of erna (als Ninove je vertrekpunt was) staan twee wegwijzers onder elkaar: Hondzocht Bellingen. Terwijl de 'hond' er 2 km over doet om zijn Bellingse bestemming te halen, sta jij al na 1,5 km aan de kerk.
2 In de buurt die Wanake wordt genoemd, stond ooit het kasteel van Engelbert van Edingen. Na een geschil met de graaf van Henegouwen kwam hij zich hier op het einde van de 12de eeuw vestigen om, indien nodig, vlug naar het naburige en veiliger Brabant te kunnen overwippen. Engelbert en zijn vrouw werden overigens in Bellingen begraven.
3 Het kasteel 'Den Oael' was ooit de heerlijkheid 'Ledale' en bezat een eigen meier, schepenen en schandpaal. Van de 17 de tot het begin van deze eeuw was het kasteel eigendom van de uit Gent afkomstige familie van Hoobrouck de te Walle. Deze familie leverde niet alleen vele Bellingse burgemeesters af, maar bezat tevens het grootste deel van de gronden van deze gemeente en van Bogaarden.
4 Terloo, een vroegere kasteelhoeve die nu als dorpsschool en klooster dienst doet, bestond reeds in de 13de eeuw als heerlijkheid. Vermoedelijk was het door een slotgracht omwald en via een dreefverbonden met het kasteel van 'Den Oaei'.
5 Kanenhol, ook Kanenhof genoemd, is het hoogste punt van de gemeente Beert.
Tot in 1940 stond hier nog een windmolen van waarop je volgens sommige bronnen vijftien kerktorens kon aanschouwen. Volgens professor Lindemans betekent de naam zoveel als 'gronduit- holling bevestigd met paal- en rijswerk'. Op Kattenhol zouden twee secundaire Romeinse heirbanen elkaar hebben ontmoet: enerzijds de verbinding Beert-Saintes-Rebecq en anderzijds de lijn St.-Pieters- Leeuw-Beert-Kester waar aansluiting werd gemaakt met de grotere Bavai-Asse-route.
6 Met de spotnaam Klein Brussel wordt een groep armelijke huizen aangeduid die vroeger Alvereie heette. Alvereie is een Romaans woord dat zijn wortels heeft in albaretum, wat abelenbos betekent.
7 De laat-gotische Onze-Lieve-Vrouwkerk (1619-1623) bevat eenoudere sacristie: de voormalige grafkapel van de Heren van Edingen. Aan de noordkant heeft deze kerk geen vensters, daar tegen deze blin- de muur het klooster was aangebouwd. Het ruime koor bewijst dat het klooster ooit dichtbevolkt was. Het meubilair is overwegend classicistisch, terwijl de kansel in rococostijl is. Er hangen ook twee schilderijen van de Antwerpenaar Hubenus Sporckmans die tot de school van Ru- bens behoorde. Wapenborden en grafzerken - zowel binnen als buiten - verwijzen steeds naar de abdij of naar de bewoners van de omliggende heerlijkheden.
8 De abdij hoeve die samen met de omgeving in 1982 werd beschermd,
was een gedeelte van het klooster dat heel zijn eigendom met hoge muren liet omgeven. De schuur en de stallingen zijn bijna intact gebleven, net als de toegangspoon waarboven het wapen van Cantimpret prijkt. Het geheel is nu eigendom van de niet-onbemiddelde familie De Clerck, die in februari 1992 in het nieuws kwam door de ontvoering van (klein)zoon Anthony.
Nota; deze route is al een paar jaar oud,als er dingen zijn die niet meer kloppen,verwittig me dan.
Deze bewegwijzerde provinciale wandelroute (11 km) start aan de kerk van Louise-Marie, een gehucht gelegen op de grens van Ronse en Maarkedal.Deze natuurwandeling brengt ons meestal over onverharde wegen of paden in een streek met een wisselend reliëf.We krijgen schitterende gezichten op de vallei van de Trochbeek en het Muziekbos.
erg variërend terrein, flink stijgen en dalen.
Bij regenachtig weer kan de wandeling er vrij modderig bij liggen. Aangepast schoeisel dus.
In het noordoosten van Ronse ligt het Muziekbos, een ideale plaats voor natuurliefhebbers. De naam Muziekbos heeft oorspronkelijk niks met muziek te maken. De "Muz" in het woord Muziekbos verwijst wel naar het Keltische "moeras" - een drassig lapje grond gelegen tussen watertjes. Het 50 ha grote beukenbos is grotendeels privaat, 13 ha zijn openbaar bezit. Het bos dekt een flink stuk van de Muziekberg in. Deze beboste "berg" maakte ooit deel uit van de natuurlijke grens tussen noord en zuid. Boshyacinten of blauwe kousjes zorgen hier rond de maanden april/mei voor een indrukwekkend bloementapijt!
We geven het maar meteen toe: met muziek heeft dit bos weinig te maken. De 'Muz' is Keltisch voor 'moeras'. Toch heeft deze wandelroute veel noten op haar zang. Zelfs de startplaats klinkt als muziek in de oren: Louise-Marie. De naam van dit gehucht op de grens van Ronse en Maarkedal is een eerbetoon aan de eerste Belgische koningin. Zij overleed op de dag dat de nieuwe kerk van dit dorpje werd ingehuldigd. Letterlijk hoogtepunt is de top van de Muziekberg (148m), waarop een toren staat
Het zijn twee bewegwijzerde lussen uit het wandelnetwerk de bokkerijderes van Wellen
Deze vertrekken elk op het dorpsplein van Ulbeek
Bezienswaardigheden
De kapel van het zwart lievevrouwke
Kasteelhoeve Trokkaart
Canadawinning
Oeterslovenveld
Kasteel Trockaert
Wegens zijn geïsoleerde ligging aan het einde van ca. 550 meter lange, private toegangdreef heeft de historische kasteelsite Trockaert in toeristisch-recreatief perspectief slechts een geringe bekendheid. Van de ca.70 kasteeldomeinen in Zuid-Limburg is Trockaert één van de oudste en bovendien het enige op het grondgebied van Groot-Wellen. Het kasteeltje is opgebouwd in een classicistische stijl.
Volgens etymologen is de naam Trockaert een verbastering van een vochtige struweel-vegetatie die men plaatselijk het rouckhout noemde. De verborgen site is niet alleen interessant omwille van het kasteel maar ook omwille van het behoud van een aantal typische curiosa rond het gebouw: nl. een Franse tuin, een ringgracht, een bosrijk kasteelpark en een historische symbiose met een kwadraathoeve aan de overkant van de toegangsdreef.
Samen met Obeca (waarschijnlijk de naam van Ulbeek in vroeger tijden) werd ook het Luikse eigengoed Trockaert vermeld in de schenkingsakte uit 1067. Wellicht bestond er tussen beide tot aan het einde van het Ancien Régime een nauwe band. In de 17de en 18de eeuw verbleven er achtereenvolgende verscheidende families. Maar onderzoekers vonden bouwkundige delen van het kasteel die dateren uit de 16de eeuw. De algemene opbouw van de gevel is uiteraard classicistisch maar doch beduidend complexer en minder symmetrisch dan de zijgevel. De hoektoren is een restant van het 16de-eeuws renaissancistisch waterkasteel. Het kasteel Trockaert is een zeer ruime en gesloten Haspengouwse vierkantshoeve in baksteen met een monumentale classicistische inrijpoort in kalksteen..
Ulbeek in bokrijk
Het Haspengouws dorp in het Openluchtmuseum van Bokrijk is gebaseerd op het uitzicht van de dorpsdries van Ulbeek in 1844. Het grondplan van het plein en de schikking van de gebouwen eromheen.
Ulbeek werd in dit project weerhouden om zijn gave Haspengouwse en agrarische identiteit. Een vierzijdig plein met een kerk en een pastorie, twee landbouwbedrijven en twee hoeve-brouwerijcomplexen. Deze waren indertijd in iedere Haspengouwse dorpskom aanwezig.
De reconstructie is vooral gebaseerd op de buurtwegenatlas die in 1844 verscheen en waarop ten hoeve van het innen der belastingen elk perceel met zijn bodemgebruik genoteerd zijn. Bovendien dateren uit die tijd ook de eerste officiële Belgische landbouw- en bevolkingstellingen.
De Canadawinning, een zeer mooie vierkantshoeve bevindt zich in het Oeterslovenveld.
Wellen telt nog enkele andere mooie vierkantshoeves, zoals de Boswinning en de Borgwin Het oude centrum van Ulbeek.
Samen met het Meetdaalwoud en andere bossen op de taalgrens, is het Zoniënwoud een van de resten van het Grote Kolenwoud dat bij het begin van onze tijdtekening heel Midden-België bedekte. Maar Zoniën is ook een heel apart landschap, met riviertjes, valleien, plateaus, eeuwenoude wegen...
Van oudsher gebruikte de mens het woud in zijn voordeel, als leverancier van hout en als jachtterrein. Aan de rand ontstonden dorpen van houthakkers die stukken woud rooiden. Heersers en aristocraten zetten er kastelen neer van waaruit ze hun jachtpartijen ondernamen. Zo'n
dorp aan de rand is Bosvoorde. Het Zoniënwoud is er overal aanwezig en ondanks zijn opname in de Brusselse agglomeratie ziet het er nog steeds uit als een dorp, maar dan een met een heel speciale sfeer.
Op deze wandeling verkennen we de dorpskern maar we trekken ook het woud in.
De wandeling loopt deels over onverharde boswegen. Er wordt ook wat geklommen
en gedaald, zorg dus voor goede wandelschoenen.
Met de rug naar het gemeentehuis van Watermaal-Bosvoorde. neemt u links het voetpad langs de drukke Delleurlaan. Even verder aan de lichten steekt u rechts de laan over.
Van de drie straten aan de ovetkant neemt u de meest linkse: de Opper- jachtmeesterstraat.
Bij het kruispunt met de Buksboomstraat staat u aan de rand van her Zoniënwoud.
Volg de Welriekende Dreef tot aan de kruising met de Roodborstjesstraat en sla deze rechts in.
Na ongeveer 600 m wordt dit een kasseiweg en verlaat u het woud.
Loop nog even door tot aan het kruispunt met de Dennebosstraat die u rechts inslaat.
Aan het ovalen pleintje, het Rik Woutersplein. gaat u rechtdoor en op het kruispunt neemt u links de Auguste-Beernaertstraat.
Draai mee naar links en neem beneden de straat rechts (Terhulpsesteenweg).
Na 100 m wandelt u linksaf het doodlopende straatje in (Kattenberg).
Op het einde neemt u het voetpad tot aan de Vorsterielaan, die u aan de lichten oversteekt.
Daarna volgt u het voetpad aan de overkant rechtsaf.
Achter de vijver slaat u links af (Vuursteendreef) en deze dreef volgt u ongeveer 350 m tot aan het kruispunt.
Neem op het kruispunt de linker weg (Tweebergenweg), draai mee naar rechts en ga via het tunneltje onder de spoorweg door.
Onmiddellijk na de spoorweg moet u het pad nemen dat links afdaalt.
Beneden staat u in de Vuilbeekvallei.
Volg het pad tussen de twee vijvers door en daarna mee naar rechts (Vuilbeekvoetpad).
Blijf het pad aan de linkerkant van de vallei volgen.
Bij nummer 18 steekt een ruiterweg (Graaf dreef) de vallei over, maar wij blijven hier rechtdoor lopen langs hetzelfde pad.
Evenverder kruist een geasfalteerde weg, de Tumuliweg ., de vallei.
Volg de Tumuliweg rechtsaf.
De weg stijgt en kronkelt, en komt na een goede 400 m bij het kruispunt met de Tweebergenweg. Volg rechtdoorde Tumuliweg.
Na een kleine 600 m komt u aan de Hoefijzervijver ..
Sla bij de vijver rechts het Boshya- cimenpad in
Volg dit pad ongeveet 500 m.
90° naar rechts en even verder weer naar links.
U klimt nu omhoog tot aan de Tweebergenweg.
Sla bij de speeltuigen boven links de Tweebergenweg in en loop door het tunneltje onder de spoorweg.
Even verder is er een poort in de lange muur links, waarlangs u in de moestuin van het Park Tournay-Solvay. komt. (Het park is open van 8 tot 17.30 u of tot zonsondergang.
Als de poort gesloten is, volg dan gewoon de Tweebergenweg en verder de Vuursteenweg tot aan het station van Bosvoorde.)
Loop door de moestuin tot in het eigenlijke park.
Sla links af en draai rond de appelboomgaard.
Beneden neemt u scherp links het bruggetje en even verder bij de vijver het pad dat links steil de helling naast het kasteel opgaat.
Aan de uitgang van het park gaat u even links en steekt u aan de lichten de Delleurlaan over.
Volg aan de overkant rechts het voetpad langs deze laan.
Iets voorbij de kerk van Bosvoorde neemt u het straatje schuinlinks omhoog (Honden- wedstraat). Bij villa Rozenberg. neemt u rechts het smalle kasseistraatje (Hondenberg), dat u terug naar het gemeentehuis leidt.
Van het gehucht Bos kon men vroeger vrij eenvoudig naar Terhagen langs een oude melkweg. Melkwegen zijn wegen langswaar men indertijd de koeien in de wei ging melken. De vroegere verbinding ging echter mettertijd verloren. In het raam van de ruilverkaveling Melkwezer ontstond de mogelijkheid om opnieuw een brug te slaan over de Grote Gete en de oude verbinding tussen Bos en Terhagen opnieuw aan te leggen. Dankzij de ruilverkaveling bevinden beide gehuchten zich opnieuw binnen wandelafstand van elkaar.
Daarom werd deze wandeling de 'Terhagenwandeling' gedoopt.
We vertrekken op de Grote Markt van Zoutleeuw.
Deze Grote Markt valt op door haar talrijke bezienswaardigheden. In het oog springt zeker de Sint- Leonarduskerk. Het is één van de merkwaardigste kerken van Vlaanderen. Met de bouw ervan werd gestart in 123 ,. Uit die tijd resten nog Romaanse elementen. Er werd voortgebouwd aan de kerk tot in de zestiende eeuw. Zo ontstond een in hoofdzaak gotische kerk, zoals ze tot op de dag van vandaag grotendeels bewaard bleef. De Sint-Leonarduskerk is rijk aan kunstschatten en dankt
voornamelijk daaraan haar internationale bekendheid. De Beeldenstorm in 1566 en de Franse Revolutie gingen aan de kerk vrijwel onopgemerkt voorbij, waardoor het oorspronkelijke interieur in grote mate bewaard bleef. Opvallend als kunstschat is de 18 meter hoge Sacramentstoren van de hand van de Antwerpenaar Cornelis Floris de Vriendt. De toren in renaissancestijl en witte steen van Avesnes telt negen verdiepingen en bevat ongeveer 200 beeldjes. Hij is uitgewerkt als een gotische remonstrans en stelt bijbelse taferelen en belangrijke kerkelijke figuren voor.
Ook het stadhuis van Zoutleeuw is bijzonder mooi. Het werd gebouwd van 1530 tot 1538. Een jaar later werd er een pui voorgebouwd met daarop de wapenschilden van Bourgondië, van Keizer Karel en van Zoutleeuw. De huidige pui is slechts een kopie van de eerste.
Als we met de rug naar het stadhuis staan, gaan we naar rechts.
We nemen de tweede straat links, richting Unter/Helen-Bos (Kapelstraat). We steken op het kruispunt van de Schipstraat en de Leopoldplaats (bemerk de kapel op de brugleuning) de Kleine Gete over en vervolgen onze weg gewoon rechtdoor. Na de bocht naar rechts zien we recht voor ons de Schollerenhoeve.
De kloosterorde van de Scholieren vestigde zich hier in 1671, omdat hun vroegere klooster aan de Sint-Sulpitiuskerk tijdens de Spaanse overheersing plaats moest ruimen voor een citadel. De orde speciali- seerde zich in het afschrijven van boeken en andere geschriften en bewees diensten aan naburige kerken. Ze werd in 1784 door Jozef 1/ van Oostenrijk ontbonden. Van het scholierenhof zijn dé inrijpoort en de stallingen met hun rondboogdeuren nog bewaard. Voor meer uitleg: zie ook beschrijving bij Jan van Heeluwandeling in deze brochure.
We draaien verder mee naar links, en net buiten de bebouwde kom van Zoutleeuw nemen we rechts de Leeuwerweg. Na de nieuwe brug over de Vloedgracht slaan we linksaf en we volgen deze weg tot in het gehucht Bos.
Ter hoogte van de populierenrij zien we links in de verte de hoeve Boswinning.
Deze witte, Brabantse vierkanthoeve behoort tot het gesloten type dat courant is in deze streek. Het woonhuis en een gedeelte van de stallingen werden gebouwd in de 18de eeuw, waarschijnlijk in '1728. De gevels hebben rondboogpoorten, kleine, ronde venstertjes (oculi) en mooie zandstenen steekbogen. Verbouwingen in de 19de en 20ste eeuw hebben het karakter van deze indrukwekkende herenhoeve niet aangetast.
In Bos volgen we de Bosstraat en komen zo voorbij het Kerkje van Bos.
Dit gotisch, overwegend 16de-eeuwse kerkje (1510-1559) bestaat uit één beuk, een korte dwarsbeuk en een rechthoekig koor. De muren geven een afwisseling van bakstéen en natuursteen. Boven het schip rijst een eenvoudige dakruiter uit en het koor heeft een steil zadeldak. Het boogveld boven de deur is verfraaid met een lobmotief. Daarboven zien we een hardstenen kruisbeeld en het jaartal 1559. Het kerkje is de voormalige kapel van het Klooster van
de Zeven Weeën en werd verbouwd in 1735 en 1765.
Waar de Bosstraat naar links draait. gaan we rechts de grindweg in, die na het brugje over de 's-Hertogengracht versmalt tot een wandelpad. Dit pad brengt ons bij een brug over de Grote Gete. Ook na deze brug blijven we het grindpad volgen tot in het gehucht Terhagen.
De wandelpaden en het nieuwe wandelbrugje werden aangelegd in het raam van de ruilverkaveling Melkwezer.
Op het einde van dit grindpad. dat het vroegere pad tussen de gehuchten Terhagen en Bos herstelt. nemen we de asfaltweg naar rechts. Na ongeveer l5O meter komen we aan het fietspad Tienen- Budingen op de vroegere spoorwegbedding.
Hier werd het treinverkeer tussen 1957 en 1988 geleidelijk aan afgebouwd. In 1989 verkocht de NMBS de spoorlijnen aan de gemeenten Tienen, Linter en Zout/eeuw. Onmiddellijk ontstond het idee om van de vroegere zate een fietspad te maken. Dit fietspad is een onderdeel van een groter traject, met naar het noorden de uitbreiding naar Diest en naar het zuiden de uitbreiding, enerzijds naar Sint-Truiden en Tongeren en anderzijds naar Hoegaarden en Geldenaken. Voor het gedeelte dat u nu bewandelt tekende de intercommunale Interleuven de plannen uit en met steun van het EU-project 5B ter ontwikkeling van het Hageland kon het plan uitgevoerd worden. Het ruilverkavelingscomité Melkwezer, dat in het raam van die ruilverkaveling nog werken uitvoerde in de streek, werd opdrachtgever. Het comité, bijgestaan door de Vlaamse Landmaatschappij, startte met de werken in het najaar van 7992. Het fietspad zelf is in het voorjaar van 7993 afgewerkt en werd in september '93 officieel ingereden.
We slaan hier linksaf om het fietspad geruime tijd te volgen. Aan het eerste kruispunt van twee grindwegen met het fietspad nemen we de weg naar links.
Wie nood heeft aan wat rust, kan hier 500 meter rechtdoor gaan. Op het stationsplein van Drieslinter vindt u de nodige drankgelegenheden en rustplaatsen. Voor het vervolg van de wandeling keert u uiteraard terug tot op het punt waar de routebeschrijving voor u (tijdelijk) eindig- de om vandaaruit verder te gaan.
Wat verder komen we aan de aftakking van het fietspad naar Zoutleeuw. Hier volgen we opnieuw naar links. Na het populierenbos zien we links in het veld opnieuw de hoeve Boswinning (vooraanzicht). We blijven het fietspad volgen en steken na een tijd twee keer een bredere betonweg over. Aan het volgende kruispunt. nu een kruispunt met een ruilverkavelingsweg nemen we deze ruilverkavelingsweg naar links. Een beetje verderop zien we op onze linkerkant de Bethaniakapel
Deze kleine historische kapel dateert uit 1659. Ze hoorde ooit toe aan het Bethaniêklooster. Boven de deur vermeldt een opschrift: 'Laudi Mariae Bethania fecit. Consolatrix afflictorum ora pro nobis'. In de onmiddellijke omgeving van de kapel ziet u heel wat bomen die door de ruilverkaveling werden aangeplant. Onderweg vindt u ook elders aanplantingen van dit project. In het hele ruilverkavelingsgebied liet het ruilverkavelingscomité ongeveer 1.400 streekeigen hoogstammige bomen aanplanten langs vaste lijnen (wegen. waterlopen. taluds. enz.): esdoorn, abeel, eik en beuk. Elders in de ruilverkaveling worden 3.000 struiken en 1.600 meter haag bijkomend aangeplant en komen er brede houtwal/en.
We gaan na de Bethaniakapel de brug over de Vloedgracht over en nemen onmiddellijk na deze waterloop het grindpad rechts op de oever ervan. We draaien mee in de bocht en blijven op het eind van het grindpad de oever volgen. Zo komen we bij de sluis van de a u de watermolen in Zoutleeuw.
Deze watermolen van Snyers wordt sinds 1977 in de volksmond de verbrande molen. genoemd. Op 13 mei van dat jaar brandde het oude watermolen gebouw uit en het nu afgebroken woonhuis uit 1881 werd zwaar beschadigd. Al in 1240 maalde hier een viermolen.
We steken hier de brug van de Kleine Gete over en volgen de straat. Aan het volgende kruispunt slaan we linksaf en nemen de volgende straat rechts (Predikherenstraat) om zo terug in het centrum van Zoutleeuw te komen. De Scholierenhoeve
Het "Dwaallichtenpad" is (8,6 Km) lang en start aan de "watermolen" te Meerhout. Het éérste gedeelte van deze wandelroute loopt langs de oever van de "Nete" tot nabij Lil - Meerhout. Hier wandelen we via de "Elisabethkapel" richting de "Kopberg", een prachtig duinengebied in de Bossen van Hulsen - Balen. Onderweg wandel je langsheen een duinengordel, waar tijdens de "Boerenkrijg" de "Slag van Meerhout" plaatsvond...
Eens je de "Kopberg" verlaten hebt, wandel via het "Verloren - Schaap" richting de » Belse Bossen, waar het "3 gemeentepunt" gelegen is. Dit vormt de grens van de (3) gemeente's Meerhout, Geel en Mol. Via een lange dreef wandel je dan verder tot aan de "Monnikenhoeve", waar men dwars doorheen (wandelapaadje) het recent aangelegde waterzuiveringsgebied wandelt. Het laatste gedeelte loopt via de oever van de "Nete" tot aan de "watermolen" te Meerhout...
De watermolen werd oorspronkelijk in hout gebouwd in het jaar 1324 ter vervanging van de vorige. Het huidige stenen gebouw werd in 1678 opgetrokken.In maart 1928 bouwde Alfons Van Elsen de gebouwen om tot diamantslijperij.In 1951 volgde Jozef Van Elsen zijn vader op als molenaar en hield de graanmolen in bedrijf tot in 1970. De diamantslijperij werd omgebouwd tot zelfwasserij.In 1970 verdween de sluis en werd de spaarvijver afgesloten, waardoor het stalen scheprad definitief stil kwam te staan.
BESCHRIJVING
Het zeskantig bord dat het vertrek aangeeft, bevindt zich nabij het watermolenwiel. We vertrekken stroomopwaarts de Nete en volgen deze tot het pad zich splitst. Daar bevindt zich paal 1 en we gaan links de helling op. Dit pad komt uit op een asfaltbaan (2) waar we rechts draaien. Even verder slaan we rechts af en staan bij het kapelletje van Lil. Paal 3 geeft aan dat we de Brigandsstraat moeten volgen. We blijven rechtdoor gaan (4-5), de asfaltweg wordt zand baan die ons door dennenbossen met een mooie duinenrij leidt. Langs de kant van deze duinenrij, waar tijdens de Boerenkrijg de Slag bij Meerhout plaatsvond, zien we zwerfdennen met grillige vormen. Aan een kruispunt van zandwegen gaan we rechtdoor (6) en komen even daarna aan een splitsing en vlak erna aaneen kruispunt. We blijven rechtdoor gaan tot aan paal (7) hier verlaten we de brede zandbaan. We gaan rechts en volgen nu een goed begaanbaar bospad. We blijven steeds rechtdoor gaan.(om de wandelaars gerust te stellen zijn er een paar ongenummerde palen geplaatst.) Zo komen we aan het 'Leenskapelletje'. Dit O.L.Vrouwkapelletje werd destijds (+ 35 jaar geleden) ineen getimmerd door een groep scouts die aan de Kopberg kampeerden. Na hun vertrek heeft Leen Wagemans het kapelletje steeds verzorgd. We laten het kapelletje rechts liggen en gaan rechtdoor tot aan paal (8). Hier komen we aan een asfaltbaan. We gaan links en volgen deze weg tot aan paal nr (9), gaan weer links en blijven deze weg volgen tot hij uitkomt op de betonbaan Meerhout-Mol. Aan de overkant staat een mooie villa op de plaats die in de volksmond "Het Verloren Schaap" werd genoemd. We steken de baan over en volgen de zandweg (10). Bij het volgend kruispunt geeft het Mols gedeelte van het Dwaallichtenpad aansluiting. We gaan steeds rechtdoor (11), links is er een terrein waar geoefend wordt met modelvliegtuigen en steken de Zeeploop over. De Zeeploop ontleent zijn naam aan het water dat uit het Mols goor 'sijpelt'. Stroomafwaarts vormt hij de grens tussen Meerhout en Geel. Zo komen we aan het driegemeentenpunt waar we naar keuze de lus van Geel of Mol kunnen bijnemen. Willen we van hieruit naar Meerhout dan blijven we links de zandweg volgen (12-13). Aan paal 14 draaien we linksaf. Na paal 15 (steeds rechtdoor) passeren we via een betonnen bruggetje opnieuw de Zeeploop en wandelen langs een pad met links en rechts een zeer rijke begroeiïng: zwarte els, wurft, bramen en andere vergeten Kempische flora. Aan het einde van de weg komen we terug in de bewoonde wereld. We slaan rechtsaf (16) en blijven rechtdoor gaan (17) tot we uitkomen voor de Monnikerhoeve, een zeer oude abdijhoeve met vest. Achter de Netebrug gaan we rechts (18) stroomafwaarts de Nete over, langs de dijk die Nete en vest scheidt. Even verder gaan we links (19) en nemen weer even verder een veldwegeitje links (20) richting Monnikerhoeve. We blijven dit paadje volgen en aan de haagafsluiting slaan we links. Zo komen we terug aan de Nete, steken de beton baan Meerhout-Mol over en zijn terug bij het vertrekpunt aan de watermolen.
Vertrekken doen we aan de sporthal waar ook genoeg parking is (voorlopig nog gratis)
Dit is de rode kruislaandan heipadsint-jansstraatwe steken de zuiderring over
De hemelrijkstraatverbindingsstaatvosstraatdoor het bos tot de greesstraat
Bremdoornstraatvolmolenbaanbospaadjes tot dasstraatmeerhoutsebaanslachthuisstraat
Terug de zuiderring overstekenborgerhoutsedijkbeekstraatbeemdenstraatnieuwstraat
Zwembadencomplex 'Den Uyt'
Den Uyt beschikt zowel over een overdekt als een openluchtzwembad. Het overdekt zwembad meet 25 meter. Het beschikt over een 40 meter lange glijbaan, een springplank, een bubbelbad, een solarium en een cafetaria, .
Je kan terecht in een openluchtzwembad van Olympisch formaat. Naast het grote bad, kunnen kinderen en kleuters terecht in een afzonderlijk kinder- en ploeterbad. De grote ligweide biedt je een ideaal plekje onder de zon. Daarnaast zijn er nog de suisbuis, een speeltuin, verschillende sportmogelijkheden en een cafetaria met terras.
Op de E42 Verviers-Sankt-Vith neem je de afrit 11 Malmedy. Volg de N68 tot in het centrum.
Place du Pont Neuf in Malmedy. Het straatje, rechts naast de fraaie Verrijzeniskapel op het genoemde plein, leidt naar een plek waar enkele tientallen autos kunnen parkeren.
Malmedy is, naast Eupen en Sankt-Vith, een van de belangrijkste stadjes in de Oostkantons. Het aantrekkelijke stadje is, deelgemeenten inbegrepen, ongeveer 10.500 inwoners rijk en ligt aan de samenloop van twee fraaie riviertjes, namelijk de Warche en de Warchenne. Deze laatste -- letterlijk de Kleine Warche -- is landschappelijk erg interessant en een nabije kennismaking meer dan waard.
Aard van de weg: asfaltwegen, elementair verharde bos- en veldwegen en onverharde paadjes langs rivier, sloot of weide. Er zijn bijna geen vlakke stukken weg, de soms wel steile hellingen zijn echter niet erg lang. De drassige plekken zijn schaars, dus zijn rubberlaarzen niet nodig.
Omschrijving
Malmedy is een toeristisch stadje, genesteld in een relatief diepe vallei, aan de samenvloeiing van Warche en Warchenne. Van de aloude abdij bleven slechts de kerk (tegenwoordig kathedraal) en enkele gebouwen in de buurt ervan bewaard. Aantrekkelijk stadscentrum met veel winkels. Uitbundige carnavalviering, drie dagen lang. Schitterende omgeving, waarin de schoonheid van de Hoge Venen en de Ardennen harmoniëren.
Historisch
Elf eeuwen lang was de geschiedenis van Malmedy nauw verbonden met die van Stavelot. In 648 schonk Sigebert, koning van Austrasië, aan de H. Remaclus een groot domein om er twee kloosters te stichten. Volgens het betreffende document ging het om een 'uitgestrekte, eenzame streek die bewoond werd door gevaarlijke wilde dieren'. De gronden werden ontgonnen en in cultuur gebracht door de abdijen van Malmedy en Stavelot, die al snel onder de hoede van een prins-abt kwamen te staan. Die had net als de prins-bisschop van Luik niet alleen de religieuze macht in handen, maar ook tijdelijke, wereldlijke privileges. Het abdij-prinsdom had het statuut van een onafhankelijk staatje tot de Franse Revolutie daar een eind aan maakte. Onder het Franse regime werd Malmedy de onderprefectuur van het departement Ourthe en de zetel van een rechtbank van eerste aanleg. In 1815, na het Congres van Wenen, werd Malmedy van Stavelot gescheiden en aan Pruisen toegewezen, terwijl Stavelot bij de Nederlanden gevoegd werd. Het verdrag van Versailles hevelde Malmedy van Duitsland over naar België. Van mei 1940 tot september 1944 werd Malmedy opnieuw bij Duitsland ingelijfd. Tijdens het Ardennenoffensief werd de stad voor twee derden verwoest.
'Huysen van Playsantie' werden de fraaie buitenverblijven van de Antwerpse welstellende ambachtslui en handelaars in de zestiende eeuw genoemd. De Metropool beleefde toen zijn econo- mische en culturele hoogtepunt. Velen zaten niet om geld verlegen en ook toen al ontvluchtte men op zondag graag de drukte van een wereldstad (toen toch) voor de rust en de stilte van de groene buiten.
Rust in het groen Die rust vonden ze in dorpen als Schoten, Brasschaat en Schilde.
Toen waren deze gemeenten nog kleine boerennederzettingen te midden van grote bospartijen. Overal verschenen er kastelen. Geen stoere burchten die een gebied moesten verdedigen, maar fraaie buitengoeden waar men zich kwam ontspannen door te jagen, feestpartijen te organiseren of gewoon niks te doen.
Later zouden vele Antwerpenaars het voorbeeld van deze eerste stadsvluchters volgen.
Grote villawijken knaagden aan het groen. Ieder probeerde in de mate dat zijn bankrekening het kon dragen, zijn eigen kasteeltje te bouwen. En dat gaat vandaag rustig verder zijn gangetje. De ene protserige villa duikt op naast de andere.
Deze wandeling laat je van beide enkele voorbeelden zien.
Overwoekerd anti-tankkanaal Je vertrekt in de dorpskern van 's Gravenwezel. Een veld pad voert je naar een dreef die naar een bosgebied leidt. Tussen de bomen ontmoet je enkele open snippers met heide en een vijver. Gauw kom je bij een nog grotere partij water uit. Het lijkt een kanaal dat gedeeltelijk dichtgegroeid is met waterplanten en waterminnend struikgewas. Deze streep water is het anti-tankkanaal. Het was de bedoeling dat dit in de eerste helft van vorige eeuw uitgegraven kanaal tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse tanks tegenhield bij hun opmars naar de haven van Antwerpen. Het bleek echter geen onneembare hindernis te zijn.
Vandaag wordt het kanaal een tweede keer door een invasie ingepalmd. Deze keer door de natuur, die de waterpartij en de groene oevers als een geschikt biotoop heeft ontdekt.
Fietsers en wandelaars kunnen er langs de oever in alle rust van genieten. Onderweg herinneren enkele bunkers en forten aan het oorspronkelijke doel van het kanaal.
Groot Kasteel !
Voorbij de Sint-Jobsesteenweg blijf je dit oude kanaal nog een poos volgen. Tot bij een vervallen bunker. Hier slaat de route rechts af, langs de boord van een beek. Bij huizen bereik je een grotere weg. Die wandel je links op. Recht voor je uit loopt een lange schitterende toegangsdreef naar het Groot Kasteel, het - inderdaad - grootste kasteel van 's Gravenwezel.
Het kasteel werd al in de twaalfde eeuw gebouwd als een waterburcht. Het huidige uitzicht is echter vijftiende-eeuws. Toen werden ook de stoere, ronde torens gebouwd. Het kasteel diende immers om de goederen rond het dorp én Antwerpen te verdedigen. Pas in de achttiende eeuw verloor het zijn verdedigingsfunctie en werd het een oord van 'playsantie'. Er werd vooral gefeest en gejaagd. In 1984 kocht de bekende Antwerpse antiquair Axel Vervoordt het goed.
Het kasteel telt meer dan vijftig vertrekken. Het kan enkel twee keer per jaar bezocht worden tijdens de opendeurdagen. Ook de landelijke omgeving van het kasteel is intact gebleven. Daar kunnen wandelaars wél elke dag van het jaar van genieten.
De wandeling maakt een lus die het volledige kasteeldomein omsluit. Daarvoor ben je wel een eindje aan het wandelen. Ondertussen krijg je nog andere doorkijkjes op het domein en herken je nog andere riante stulpjes. Je wandelt er voornamelijk door bos. Een laatste bospad voert je terug naar de dorpskern van 's Gravenwezel.
Hallo, hebben de wandeling van 's Gravenwezel gedaan. Het was mooi, maar er klopt iets niet in de routebeschrijving. Het is namelijk onmogelijk, wegens een hek én privé-domein om de lus rond het kasteeldomein te maken. Voor de rest : een mooie rustige wandeling. Groet, Nick & Ann
Tot nader bericht van wijziging wandelroute ,hou rekening met de reaktie
-alleen bij vertrek en aankomst enkele café 's in het dorp
Beschrijving van de wandeling
Wanneer je bij de Gemeindehalle vertrekt, zie je aan de overkant de GimmerichstraBe.
Hier loop je in tot je bij kruispunt met de KirchstraBe aankomt.
Ook hier steek je rechtdoor over.
Weldra zie je rechts het Gasthaus Lux aan je linkerkant is een pleintje met een fontein en wat verder een es die circa 250 jaar oud zou moeten zijn.
Daarna kom je uit bij de Dudeldorfer StraBe die je voorzichtig dient over te steken om verder te wandelen in de richting van Metrerich.
Nu sla je de eerste straat rechts in en direct erna ga je links af. Het witte gebouwtje dat je in de verte ziet is de "Kapelle Hochwinkel", toegewijd aan Maria.
Je wandelt hier rechtdoor en rechts van de weg staat nog een kruis uit 1793.
Een beetje verder bemerk je links het honden dressuurterrein.
Zowel links als voor je krijg je, bij helder en klaar weer, een prachtig panorama.
In de verte zie je Bitburg en zijn fameuze brouwerij voor je liggen.
Een pijl "Badem 2" stuurt je verder in de richting van de jachthut.
Nu ga je links in, het graspad op en weldra loop je voorbij de achterzijde van het dressuurterrein.
Bij het einde van dit pad kom je bij een steenslagpad uit.
Hier sla je rechts af.
Daarna neem je de eerste afslag naar links NIET, maar wanneer je bij een asfaltbaantje naar links aanbelandt, neem je dit wel.
Vervolgens ga je het eerste pad (karspoor - graspad) naar rechts wel op.
Wanneer je bij de rand van het beukenbos bent gekomen, stap je nog even rechtdoor om op de T kruising die volgt, rechts af te slaan.
Amper enkele tientallen passen verder sla je dan links in, en loop je voorbij een slagboom.
Weer enkele stappen verder loop je aan je rechterhand voorbij een soort pompstationnetje van het "Wasserwerk".
Bij het uitkomen van het bos wandel je nog even rechtdoor, .
tot aan de kapel,en vervolgens ga je links weg.
Wat verder loop je langs de rijweg. Deze eerder rustige rijweg volg je tot tussen de eerste huizen van Metterich.
In een bocht naar rechts ga je nu links in de richting van de "Sportplatz".
Nu neem je de "Tannenweg", die je blijft volgen, ook voorbij het "Waldstadion".
Daar enkele meters voorbij, kan je rechtsaf en bergop.
... Wanneer je op een kruising van wegen aan je linkerhand een soort kapel ziet is dat een " Kriegerdenkmal" ter ere van oorlogsslachtoffers.
Eénmaal op de rijweg stap je naar links en je loopt even langs deze weg tot op de plaats waar de weg naar links afbuigt.
Hier loop je rechtdoor, in de richting van het "Waldhof'.
Je blijft deze weg volgen, die onderweg van ondergrond wisselt want de asfaltbedekking gaat over in steenslag.
Ter hoogte van de rijweg steek je deze over en je loopt verder.
Je passeert een beekje (al dan niet met water) en waar opnieuw de asfaltbedekking begint ga je het linkse pad op.
Dit landbouwweggetje brengt je opnieuw tot in Badem.
Eerst kom je "In der Langwies". Daarna volg je even de J'SchulstrafSe" en zo kom je weer terecht in de "Hubert-Lux-StrafSe", waar zich ook de Gemeindehalle bevindt vertrekpunt van deze wandeling. Kriegerdenkmal
Een mooie boswandeling in het Provinciaal Domein De Hoge Mouw langs holle wegen, over de duinen van de Kempense Heuvelrug en langs de Duivelskuil.
Wat? Een wandeling door bossen en over zandpaden die typisch zijn voor de Antwerpse Kempen. Bossen vol dennenbomen en duinen heuvels zijn de hoofdbrok van deze tocht.
Praktisch: hoofdzakelijk over bos- en aardewegen. Vergeet je stevige wandelschoenen niet!
Kasterlee ligt midden op de Kempense heuvelrug. Het is een charmant en levendig dorp met maar liefst 2000 ha wandelbossen.
Vertrekpunt is de Keeses Molen, die ooit eigendom was van Kees Van Gorp. Vandaar zijn naam.
Je loopt voorbij de Britse militaire begraafplaats die herinnert aan één van de grootste tragedies uit de 20ste eeuw,
In de zomermaanden kun je er alle dagen naar sprookjes en vertellingen luisteren.
En tijdens de Kabouterdag (9 september) is het de héle dag feest. Vlakbij ligt het centrum Frans Masereel, een grafisch atelier waar je ook terecht kunt voor interessante tentoonstellingen.
De huizen verdwijnen nu uit beeld en je loopt naast een duinenrij, dicht begroeid met dennenbomen.
Links kijk je uit op de Netevallei en zie je in de verte hoe de Kleine Nete er kronkelt tussen de weilanden.
Je volgt de weg tot in het gehucht Goor, dat je links laat liggen om het gebied van de 'holle wegen' in te trekken.
Onder de duinen heuvels zit een laag leem die de vorming van ijzerzandsteen in de hand werkte.
Regen en sneeuw spoelden de zandlagen weg en in de holle wegen zie je nog goed de brokken ijzersteen die zijn
blootgelegd.
Via een brede zandweg kom je aan de achterkant van het provinciaal park
'Hoge Mouw', dat vroeger 'Hoge Moude' heette (moude betekende mul zand). Met zijn 39 meter hoogte was deze heuvelrug ooit het hoogste punt van Kasterlee.
Vele generaties hebben hier urenlang zomer- en winterpret beleefd.
Om verdere erosie tegen te gaan, is het domein nu aangeplant. Zo blijft dit natuurhistorisch monument bewaard.
Uiteindelijk kom je aan een lange, ondiepe kuil: de Duivelskuil. Uit opgravingen is gebleken dat dit een dodenakker, een oude begraafplaats geweest is.
Heidense priesters hielden er godsdienstoefeningen en voor hen was het een gewijde plaats.
De mensen in de streek schuwden deze plaatsen als de duivel.
Aan de overkant van een asfaltweggetje ligt nog een stukje hei. Je ziet er niet zo veel van, maar natuurgidse proberen zo te laten zien hoede streek er vroeger, vóór de bebossing, uitzag.
Je passeert nog een duinenrij en voor de laatste meters van dit Konijnenpad moet je nog een verrassend steil heuveltje op.
Start : marktplein Wezemaal, dan met als doel de Plas van Rotselaar. Of
natuur- en recreatiedomein Ter Heide of TorenTer Heide.
Er is een ruime parking aan de polyvalente hal De Meander,
Vakenstraat 18.
Afstand : 11 km
Bewegwijzering : zeshoekige bordjes met bruine kleur.
GPS : N50 56.851 E4 45.376 (de kerk)
DE ROUTE :
Routebeschrijving : De wandeling is uitgetekend in 8-vorm.
We nemen het wandelpad in zuidelijke richting om via de visserszone, naast het houten bootshuis, het domein te verlaten.We volgen links de Steenweg op Wezemaal tot aan de Gildenstraat om vervolgens rechts het Wingestraatje te nemen.Het asfaltwegje wordt een wandelpad, slingerend door een lommerrijk bos. We komen dan aan een verharde weg met aan de overzijde het waterzuiveringsstation van Rotselaar. Hier worden de afvalwaters van de ganse regio gezuiverd om als helder water terug in de Winge geloosd te worden. We zien dat verderop, als we even rechtdoor het wandelpad vervolgen tot aan het Wingebrugje. We kuieren verder langs de Winge tot over de spoorweg.
Aangezien de wandeling uitgetekend is in 8-vorm komen we hier straks terug. Thans vervolgen we onze wandeling links en over het Lostingbrugje nemen we links een onverharde veldweg. Dit pad blijft min of meer de spoorlijn volgen en kronkelt tenslotte door een bosrijk gebied tot het uitkomt in de Bosweg.We steken over en volgen de Olivierstraat tot aan de Wolfakkerweg die ons tot aan de voet van de beboste Wijngaardberg , een typisch Hagelandse heuvel, brengt. Merkwaardig aan deze heuvels is hun ijzerzandstenen ondergrond. Aan het ontstaan hiervan is een merkwaardig verhaal verbonden. Eigenlijk kunnen we zeggen dat de Hagelandse heuvels een geschenk van de zee zijn.Door de terugtrekking van de zee, die zon 6 miljoen jaar geleden tot in de omgeving van Diest reikte, kwamen de toenmalige zandbanken voor de kustlijn bloot te liggen Het groene, ijzerhoudende zand oxideerde door de blootstelling aan de lucht tot roestbruine ijzerzandsteen. Deze ijzerzandsteenlaag op de kap van de heuvels is zo hard dat de heuvels niet erodeerden en thans als Hagelandse getuigenheuvels het landschap sieren.
De harde, roestbruine ijzerzandsteen is generaties lang gebruikt voor de belangrijkste bouwwerken in het Hageland. Onder meer de kerken van Rotselaar, Werchter en Wezemaal zijn gedeeltelijk opgetrokken uit deze typische steen van de streek.We steken de Aarschotsesteenweg recht over. Een zandweg, verscholen tussen de bomen, brengt ons 30 meter hoger tot op de top van de Wijngaardberg waar een monumentaal Christusbeeld van 10 meter hoog de weidse omgeving overschouwt. We dalen via een ander steil padje terug naar beneden en hebben zo kort kennis gemaakt met deze boeiende heuvel, die als landschap gerangschikt is.
We komen nu in Wezemaal dorp met zijn mooi aangelegd marktplein. Voor ons zien we het oud gemeentehuis van Wezemaal, een neogotisch gebouw uit 1898, mooi gerestaureerd in 1999. In de benedenverdieping werd een wijnkelder ingericht waar men op afspraak wijn kan komen proeven van de wijngaarden op de Wijngaardberg. Alle informatie hierover vind je in de wandelbrochure De Wijngaardberg in het wijndorp Wezemaal.We wandelen nu naar de gotische Sint-Martinuskerk met zijn typisch stomp dak. De oorspronkelijke spitse toren werd na een brand in 1860 nooit meer volledig opgetrokken. We volgen de kerkhofmuur en zien rechts van de kerk de prachtige Norbertijnenpastorie uit de 17de eeuw, omringd met een slotgracht.De omgeving hier is zo mooi dat ze als dorpsgezicht werd gerangschikt.
We volgen rechts de hoge muur rond de mooie pastorietuin om vervolgens tussen de laatste rij huizen van de wijk Rigessel de wandeling voort te zetten. In de Kerkebroekstraat aan de taverne slaan we links af tot in de ambachtelijke zone Wingepark. We volgen rechts de hoofdweg en voorbij de tweede zijstraat volgen we rechts een voetpad tot aan de Aarschotsesteenweg. Voor ons zie we het Montfortcollege gebouwd op de plaats van de vroegere abdij Vrouwenpark. Vrouwenpark was een abdij van Cisterciënzerinnen, opgericht begin 13de eeuw, in een dicht bebost jachtgebied. Tijdens de Franse overheersing werd de abdij volledig opgeheven en kwam het goed in handen van de familie Moerinckx, die de abdij liet slopen. Talrijke resten bleven evenwel bewaard. Ook werden stukken van de ijzerzandstenen bouw-elementen opnieuw gebruikt, onder meer voor het romantisch prieeltje dat we links aan de oprijlaan van het domein zien pronken. We steken de Aarschotsesteenweg schuin rechts over tot in de Abdijlaan. Een romantisch mooie dreef, gevormd door eeuwenoude lindebomen brengt ons tot aan de spoorweg en de splitsing van daarstraks. Over de Wingebrug volgen we even links de Drielindenstraat. Daarna slaan we rechts de Catharinalaan in die ons tot in de Torenstraat leidt. We stappen rechtdoor de Terheidelaan in tot aan de Toren Ter Heide.Deze indrukwekkende toren, 30 meter hoog, is een woontoren, een donjon, met een uniek grondplan in de vorm van een Grieks kruis.De toren werd waarschijnlijk omstreeks 1350 gebouwd. De toren telt zes verdiepingen, onderling verbonden door een wenteltrap.De kelderverdieping en het toegangsniveau zijn overwelfd met een tongewelf. De toren is opgetrokken in baksteen op een witstenen basis, die rechtstreeks in het water staat. De constructie werd verfraaid met zandstenen muurkettingen en speklagen in zanden ijzersteen.
We blijven even rechtdoor de hofgracht volgen. Het eerste paadje rechts brengt ons vervolgens weer tot aan de plas van Rotselaar, het vertrekpunt van de wandeling.Foto gemeente Rotselaar De plas van Rotselaar Burchttoren van Ter Heyden ROTSELAAR (Torenhoflaan 67)
Het stadje Halen ligt in een moerassig gebied, dicht bij de samenvloeiing van de rivieren Velp, Gete, Herk en Demer.In 746 werd het domein Halen door Robrecht van Haspengouw geschonken aan de benedictijnenabdij van Sint-Truiden.Het domein omvatte ook nog een aantal dorpjes in Oost-Brabant als Glabbeek, Zuurbemde, Webbekom, Attenrode, Kersbeek en Vissenaken. Omstreeks 1200 werd Halen ingepalmd door de Brabantse Hertog Hendrik I, die de burgers in 1206 stadsrechten gaf, misschien om de pijn te verzachtten.In de Brabantse optiek maakte Halen deel uit van de verdedigingslinie in het oosten, met Tienen, Zoutleeuw en Diest. Halen was een bruggenhoofd op de handelsweg van Keulen naar Brugge, gericht tegen het Loonse stadje Herk-de-Stad.Van 1300 tot 1500 kende het stadje een bloeiende lakenhandel en in de 14de eeuw was er zelfs enige tijd een muntatelier gevestigd. Bij de indeling van de Franse departementen in 1794 werd Halen bij de Nedermaas gevoegd en Rummen bij Brabant. Zo kwam Halen later ook in de provincie Limburg terecht.
De wandelroute (Zilveren Helmenroute 8 km) komt voorbij plaatsen die ons herinneren aan de Slag der Zilveren Helmen op 12 augustus 1914.De slag van Halen, de laatste cavalerieslag uit de geschiedenis, was de enige overwinning (zonder de hulp van de geallieerden) die tijdens W.O. I werd behaald op het Duits leger.Deze veldslag dankt zijn naam aan priester-dichter Cuppens uit Loksbergen, die in een ballade beschreef hoe de Duitse edelen hun stoffen helmovertrekken verwijderden zodat hun 'zilveren helmen' schitterden in de augustus-zon.
Museum Slag der Zilveren Helmen
Rotemstraat 14
email: museum@slagderzilverenhelmen.be
van 1 mei tot 31 oktober: alle dagen van 10 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur
van 1 april tot 30 november: groepen, alle dagen na reservatie
De 'Slag der Zilveren Helmen' vond plaats op 12 augustus 1914 in Halen. Het was de enige Belgische overwinning in de 1ste Wereldoorlog die zonder hulp van de geallieerden op het Duitse leger werd behaald en meteen ook de laatste grote cavaleriecharge die in West-Europa met de blanke sabel werd uitgevochten, wat aan zo'n 300 soldaten het leven kostte. De slag dankt zijn naam aan de vele blinkende pinhelmen die men na afloop op het strijdtoneel terugvond. Dit museum is ontstaan uit een privé-verzameling en toont ons talrijke wapens, kleurrijke uniformen, authentieke rapporten, persoonlijke dagboeken en foto's en originele tekeningen van de bekende uniformenkunstenaar James Thiriar. Een kast met 52 Duitse pinhelmen waaronder de bekende 'Zilveren Helmen' verwijst naar de naamgeving van het museum. Een maquette van 30 m² toont het chronologische verloop van de slag, die nog jaarlijks wordt herdacht.
Rotemse Molen
De molen van Rothem, gelegen aan de Velpe, zijrivier van de Demer, op het grondgebied van de gemeente Halen in Limburg, behoorde eertijds tot de abdij van Rothem, ook "Mariënrode" geheten en vroeger "Satrum Beatae Mariae". Deze cisterciënzerinnenabdij werd rond 1237 gesticht op de Wolput, ook "Patersveld" genoemd en gelegen in de Rothemse bossen. Zij werd rond 1242 tegen de Velpe herbouwd, daar waar nu de grote pachthoeve van de familie Cordonnier ligt (Rothemwinning aan de Rothemstraat). In datzelfde jaar heeft Anselm van Zurpele tot de opbouw van het kloosterdomein bijgedragen door de schenking van zijn bezit, genoemd "Het Zurpelenhof", dat gelegen was te Budingen.
De Maten weerspiegelt hoe de Wijers er moet uitgezien hebben. De Maten is gespaard gebleven van de industrialisering van de viskweek eind 1800, waardoor je hier nog authentieke vijvers kan terugvinden met koppen en staarten en allerhande overgangen van vijvers naar heide.
Het natuurgebied De Maten is te vinden in het lage gedeelte van Genk aan de zuidwestrand van het Kempens Plateau. De afwisseling van droge duinkammen en lage natte delen zorgen voor een enorme en boeiende variatie van planten en dieren.
De Maten omvat ongeveer 300 ha beschermd landschap in de vallei van de Stiemerbeek en Heiweierbeek.
De belangrijkste landschapstypes zijn:
--Duinen met in augustus bloeiende struikheide.
--Vijvers en moerassen in de lagere vochtige delen
--Moerasbos
--Weilanden
De Maten is een erkend natuurgebied en beschermd landschap sinds 1975. De Maten behoort eveneens tot een vogelrichtlijngebied waar ook de Habitatrichtlijn van toepassing is.
Ligging van het gebied
De Maten is gesitueerd in het z. w. van Genk en sluit in Diepenbeek aan op de Demervallei.
Bereikbaarheid van het gebied
Auto
Slagmolenweg , een zijstraat van de Hasseltweg.
Gratis parking tegenover taverne de Slagmolen met zijn beschermde watermolen
Bus
Buslijn 1 op de Hasseltweg met halte Brug of Holeven. Afstand: ongeveer 800 Meter.
Fiets
Gelegen op Stiemerbeekroute van het R.L.K.M. met de knooppunten 70-71-72. Afstand : 25,5 km
Te voet
De Maten ligt op het traject van de G.R., rood witte aanduidingen, en Hasselt Sittard, groen blauwe aanduidingen.
Een kaart van het wandelwegennetwerk Genk is te bekomen op de Dienst Toerisme in Genk. Wie gebruik wenst te maken van het wandelwegennetwerk, kan vertrekken van een van de volgende knooppunten: 10, 15, 16, 12 of 13.
Vaste wandelmomenten
Elke eerste zondag van de maand, maart tot december. Samenkomst op parking Slagmolernweg om 9 uur. Het einde is voorzien om 12 uur.
Voor scholen en groepen zijn geleide wandelingen op aanvraag mogelijk. De wandelingen zijn geschikt voor vrijetijds- en familieuitstapjes.
Toegankelijkheid
Niet geschikt voor rolstoelgebruikers wegens het reliëfrijk karakter, moeilijk voor buggys.
Stevig schoeisel bij regenachtig weer.
Wegens de kwetsbaarheid van het gebied zijn honden niet toegelaten, ook niet aan de leiband.
Een folder is te bekomen bij de Dienst Toerisme van de stad Genk en in taverne De Slagmolen.
De route starten we eigenlijk iets omhoog op de grote baan richting Bergom Bij het eerste verharde wegeltje links zie je het bordje van de wandeling staan (goed kijken want het zijn kleine bordjes)
We srarten bij Mie Maan omdat daar een degelijke parking is en men achteraf nog iets kan eten of drinken
Vanuit Herberg Mie Maan kunt u optimaal genieten van al het moois wat onze bijzondere streek u te bieden heeft. Het hartelijk onthaal, de gezellige sfeer en de lekkere keuken staan garant voor een ontspannen verblijf.
De prachtige omgeving met de vele sportieve mogelijkheden spreken ieder buitenmens en sportieveling aan. Het is niet alleen het walhalla voor wandelaars maar ook liefhebbers van paardensport, fietsers en nordic-walking komen hier volop aan hun trekken. Motorrijders en wielrenners kunnen ongelimiteerd kilometers maken door het mooie kempenland.
Voor mountainbikers zijn er diverse routes en een uitgebreid netwerk aan bewegwijzerde tochten.
Na de rit staat in de herberg een stevige maaltijd of een lekkere trappist voor u klaar.
Mie maan, een gekke naam, een eenvoudige verklaring.
Aan de achterkant van de schouw hangt een foto van de "Plezanten Hof" en het "kruispunt". De koets vooraan is de Baron van Testelt.
Grootvader, Louis Jennes, kocht "De Plezanten Hof" in 1925. Deze herberg lag aan de overzijde van het huidige "Mie Maan". Een jaar nadien trouwde hij met grootmoeder, Maria Wouters en kocht aan de overzijde "Het Kruispunt". Zij maakten "De Plezanten Hof" met de grond gelijk voor parking. "Het Kruispunt" werd omgedoopt tot "De Plezanten Hof".
Grootmoeder woonde in de boerderij "De Halve Maan". Alle boeren uit de omgeving brachten hun boter en eieren naar de herberg en het winkeltje van Marie van de "Halve Maan" dat al snel de bijnaam "Mie Maan" kreeg. De foto dateert van 1886. Rechts zie je "De Plezanten Hof".
"Goed dat er herbergen waren. het was een lange trek, maar Mie Maan had altijd bier voor de Kuiper en een akertje koel water voor de hond. Mie Maan hield nl. zelf herberg. In 't Plezanten Hof, en, hetkon niet beter vallen, uitgerekend daar waar de laatste poos moest worden gerust, als laatste pleisterplaats voor terug-thuis. Mie Maan begroette de dorstigen steeds met de glimlach en met de ogen toe, de hartelijkheid was er niet minder om. En al had zij het niet nodig gevonden haar Hof in versvorm aan te prijzen ('Ge moet niet verder stappen, Mie Maan zal hier wel tappen'), ze schonk zij gauw een Diesterse voor de Kuiper en zij putte een emmertje koel, lavend water voor de uitgeloogde hond."
Helschot
Het bosreservaat 'Helshot' is 61 ha groot. Het is een zeer gevarieerd gebied, zowel bodemkundig als naar bostypes. Het overgrote deel van het gebied werd pas herbebost in het midden van de 19de eeuw. In het noorden en zuidoosten van het gebied bevinden zich nog belangrijke oud-boskernen.
Het provinciaal groendomein 'Hertberg' werd in 2006 door de Provincie aangekocht. Met een oppervlakte van 236 ha meteen het grootste provinciale groendomein. Hertberg maakt deel uit van de voormalige Merodebossen. Een eindeloos gebied van bos en natuur in een aantrekkelijke regio waar drie provincies elkaar raken.
Bierkroeg Den Hulst
Herselt-Blauberg
Gelegen in een bosrijke omgeving. klein en gezellig voor iedereen. Geweldige keus aan bieren en ongelofelijk vriendelijke café baas de Wim die altijd goeie morgen zegt.
De route start onderaan de bron van Barisart,zo een honderd meter naar beneden en dan
Linksaf slaan.
Vanaf Hoctaissart,waar een vakantiecentrum is , volgen we het mooi stroompje Vieux spa
De wandeling is ook een beetje klimmen af en toe maar is voor de niet geoefende beslist te doen
De bron van Géronstère
Het water, met zwavelhoudende smaak, wordt vooral aangeprezen voor affecties van de luchtwegen. Het was bij de bron van Géronstère dat Pierre-le-Grand in 1717 zijn kuur kwam volgen.
De bron van Barisart
Tot in 1850 vloeide deze bron vrij doorheen de weiden. Daarna werd ze afgeleid.
Tussen een romantische, uit de vorige eeuw stammende grot en twee kunstmatig aangelegde vijvers, bouwde men een restaurant met een prachtig terras.
De Barisart Bron
Limborgh vermeldt deze bron reeds in 1559, als hij de bronnen van Spa beschrijft.
Tot 1850 liep het bronwater vrij door de weilanden. Dan pas werd het opgevangen om te worden gedronken. Beroemde musici en toondichters, waaronder Giacomo MEYERBEER
en Charles GOUNOD bezochten regelmatig de bron. Vandaar de prachtige Meyerbeer-wandeling, die de Barisart-Bron met de Geronstère-Bron verbindt.
Tussen een romantische grot en twee vijvers heeft men een trink-Halle gebouwd.
Ze paalt aan een restaurant.
In het naburige woud kan men nog enkele andere bronnen bezoeken.
Twee ervan, beschermd in een klein paviljoen, zijn zeker een bezoek waard : de Pia-Bron en de Delcor-Bron.
Je stapt van Meldert naar Hoksem en weer terug via het prachtige natuurgebied van de Molenbeekvallei. Stilte is hier troef. Geniet van de uitzonderlijk fauna en de flora.
Bij vochtig weer is aangepast schoeisel aanbevolen.
Bezienswaardigheden: Sint-Ermelindiskerk, Sint-Ermelindiskapel, Janskerk, Carolushoeve, donjon van Meldert.
Meldert en Hoksem zijn deelgemeentes van Hoegaardengelegen in de vallei van de Mene en de Jordaan, twee zijbeken van de Grote Gete.
De wandeling vertrekt aan de St. - Ermelindiskerk te Meldert.Ermelindis zou overleden zijn in het jaar 600.Zij was van adelijke afkomst.Haar ouders wilden haar uithuwelijken, maar zij verkoos een leven van godsvrucht en maagdelijkheid en vestigde zich in een kluis te Beauvechain.Vluchtend voor de mannen gaf een engel haar in zich te Meldert te vestigen. Ze bouwde een hut te Meldert.50 jaar na haar dood vond een hoveling van Pepijn van Landen haar graf en bouwde er een kapel.De beenderen van Ermelindis werden opgegraven en in een schrijn geplaatst.Dit werd al vlug voorwerp van volksverering.Door de kerk werd Ermelindis uitgeroepen tot heilige.Ze word aanbeden tegen koorts, lamheid en oogpijn.Oorspronkelijk was de kerk uit de 12de eeuw van Romaanse stijl maar hiervan is enkel de toren overgebleven.In een hoek van het voormalige kerkhof staat de St.-Ermelindiskapel uit de 13de eeuw.
Tot in Hoksem volgen we de zuidelijke helling van de Molenbeekvallei.
De valleibodems zijn overwegend vochtig tot nat en lenen zich niet tot akkerbouw.
Uit de graslanden onstonden spontaan kleurrijke ruigten met hoge forse kruiden zoals moersspirea, kale jonker, riet, zege, kattestaart, valeriaan ... vaak ook werden percelen beplant met canadapopulieren.
Het St.- Janskerkje van Hoksem dateert uit de 12de eeuw.Dit Romaanse kerkje heeft naast een haan op zijn torenspits ook een hen prijken; een unicum onder onze Vlaamse kerktorens.
We passeren de watermolen op de Molenbeek en duiken weer de natuur in.
In het gehuchtje Babelom ontdekken we de prachtige vierkantshoeve, de Carolushoeve, waarvan het poortgebouw met duiventil dateert uit 1760.
We naderen weer het dorp en weten dat onze mooie wandeling er weer op zit.
Bij nat weer zijn goede laarzen zeker aangewezen. Ermelinduskapel (1629), Meldert Hoegaarden
Sint-Ermelindis kerk, Meldert Meldert, Hoegaarden, gehucht Babelom, verblijf "de Afspanning"