HOE MEER REAKTIES ER BINNENKOMEN HOE MEER DE SITE WORDT UITGEBREID------------ALLE ROUTES ZIJN VERKRIJGBAAR ALS GPS-FILE OP AANVRAAG
19-03-2010
Brakel - Toeppad
Brakel(Belgie)
Het Toeppad
Start : Kerk van Brakel
Afstand : 8 km
Bewegwijzering : ja
GPS :N50 48.232 E3 45.880
Marktplein Brakel Belgie
DE ROUTE :
De wandeling wordt gekenmerkt door een lange lus omheen het centrum van Nederbrakel, die ons uiteindelijk langs buurtwegen en goed begaanbare voetwegen ( er is één stuk aardeweg midden de kouters) brengt naar twee hoge uitzichtpunten, nl. de Valkenberg, aan de ene zijde, en de Toepheuvel met de Toepkapel, aan de andere zijde. Daarna dalen we terug af naar het centrum, het Marktplein. Hou wel rekening met het feit dat er wekelijks op woensdagvoormiddag markt is. Het erkend toeristisch info-kantoor is gevestigd naast het gemeentehuis op het Marktplein. De startplaats van deze wandeling is aan het startpaneel dat zich bevindt tussen de kerk en het monument van de oorlogsslachtoffers.
De Toepkapel is een getuigenheuvel met daarop een Sint-Jozefskapel met dezelfde naam in de Vlaamse Ardennen gelegen in Brakel in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen.
Het woord Toep is een dialectnaam voor top of hoogste punt.
We verlaten het "Marktplein" via de Serpentestraat. Aan onze rechterkant zien we de dekenij met haar evenwichtige gevelverdeling. We slaan het eerste straatje links in dat uitgeeft op de Wielendaalstraat, steken deze straat over en nemen vervolgens het "Abeelpad" dat ons langs de Zwalmbeek weldra in de open ruimte brengt. Rechts voor liggen de Rijdtmeersen. We gaan over een klepstuw dat de overloop regelt van de aangelegde Rijdtmeersvijver en volgen nu het rustige wandelpad dat ons in een brede lus rond de vijver leidt. Deze vijver is voorbehouden voor stille recreatie, vnl. hengelsport; het schiereiland wordt voor natuureducatieve doeleinden uitgebouwd in samenwerking met het Wereldnatuurfonds.
We verlaten de wandelweg en de Rijdtmeersen en komen in de "Meerbeekstraat" die we rechts volgen tot aan de eerste straat links: in de "Kouterstraat" wordt het eventjes klimmen. Voorbij de laatste huizen nemen we schuin rechts de veldweg en wandelen dwars door een prachtige kouter en komen aan de Kouterbeek, die te midden van een breed dal loopt. Aan de ruilverkavelingsweg slaan we rechts af en wandelen tot aan de "Kerkhofstraat". We gaan links de "Kerkhofstraat" omhoog tot aan de driesprong met de kapel van Treezeke, reeds in de 18de eeuw vermeld. De huidige kapel, zoals de naam het zegt, toegewijd aan de H. Theresia, is van relatief recente datum en werd in 1989 grondig opgeknapt. De plaats hier waar de drie straten samenkomen is de dries van de Valkenberg, in de volksmond ook wel eens "den ondersten dries" genoemd.
We volgen rechts de "Kunnenbergstraat" en direct daarop links de "Schoolstraat", een mooie holle weg, die steil klimt naar de "Valkenstraat". Achter ons ligt Nederbrakel inderdaad "neder" in de diepte. Aan de "Valkenstraat " gekomen slaan we rechts af. Deze straat ligt helemaal boven op een heuvelkam (93 m hoog), zodat we van hier aan beide zijden van de weg een breed panoramisch zicht krijgen: de lintbebouwing evenwel heeft, helaas, dit prachtig vergezicht voorgoed onmogelijk gemaakt. De "Valkenstraat" afdalend slaan we op het einde rechts de "Neerhofstraat" in, waar een nieuw breed panoramisch zicht ons verrast. Aan de linkerkant van de weg bemerken we achter een oude hoeve in de verte van het Kasteel van Lilare met de Kasteeldreef, alsook de Sint-Antoniuskapel, aan onze rechterkant torent de kerk van Nederbrakel boven het landschap uit. Op het einde van de straat komen we aan de herberg Moriaan, misschien voor sommige wandelaars een welgekomen verpozing. Onze wandeling loopt nu een eindje op het grondgebied van Sint-Maria-Oudenhove. We volgen links de weg Brakel-Zottegem om een 50-tal meter verder rechtsaf de "Zwalmbeekweg" in te slaan.
Weldra wandelen we te midden van glooiende kouters. Na een paar honderd meter slaan we weer rechts af, het mooie rustige wandelpad in. De eenzame grote woning hier op de hoek wordt Hemelhuis genoemd en dankt deze naam aan een protestantse vrouw. Ze adopteerde er tijdens en ook na Eerste Wereldoorlog verwaarloosde kinderen en wezen. Gedurende de laatste oorlog richtte ze er zelfs een veldhospitaal in op. Zowel gewonde als verminkte soldaten, als vluchtelingen en wezen konden er terecht. De vrouw overleed in 1960. Het wandelpad -mijnwerkerspad genoemd op de oude spoorwegbedding Zottegem-Ronse aangelegd, voert ons dwars doorheen een dal waarin de Zwalm loopt die hier de grens vormt tussen Nederbrakel en Sint-Maria-Oudenhove. Aan de "Molenhoekstraat" gekomen verlaten we het wandelpad en slaan we links af. We steken de Zwalm over. Ze was eens de onbezoedelde inspiratiebron voor talrijke schrijvers en dichters: denken we maar aan Omer Wattez, Herman Teirlinck en Theo Brakel. We zijn in de "Oude Blekerijstraat" aangekomen, die we rechts volgen. In de laatste bocht van de weg zien we een kapel, opgedragen aan O.-L.-Vrouw van Rust, gebouwd in 1904 om een genezing te bekomen.
We steken de "Brusselsestraat" over ( opgepast: drukke weg) en komen in de "Kokerberstraat" die verder gaat stijgen: we zijn hier opnieuw in een hoog gedeelte van Nederbrakel beland, zij het helemaal aan de andere kant. Een paar tientallen meter voorbij de "Vossenbroekstraat" bemerken we rechts een groot wit hek: hier hebben we een mooi zicht op het Topkasteel in de diepte. We wandelen verder langs de "Toepkapelstraat" op de Toepheuvel. De firma Inexco-Top Bronnen bezit hier, rechts van de weg, een fraai domein van ± 30ha, met park, vijvers, boompartijen en grasvelden. Dit Toppark, letterlijk een toeristisch hoogtepunt van Nederbrakel, vrijwaart de bronnen van alle ongewenste insijpelingen. Het domein is privaat en enkel op aanvraag te bezoeken.
Eigenaardig is wel dat de onuitputtelijke bronnen ontspringen op de 100 meter hoge heuvel. Dit fenomeen kan verklaard worden door de bijzondere gelaagdheid van de ondergrond: deze bestaat immers uit een afwisseling van zand- en kleilagen: de kleilagen zijn ondoordringbaar, waardoor op de contacten van de lagen talrijke bronniveaus voorkomen. De bronnen worden commercieel geëxploiteerd onder de merknaam Top bronnen. Wat verder zien we aan onze linkerkant de Toepkapel. De 26 treden leiden ons naar de mooie Sint-Jozefskapel, na de Eerste Wereldoorlog uit dank opgericht door de Brakelse bevolking ter ere van Sint-Jozef, daar de omgeving van hevig artillerievuur gevrijwaard bleef. Rond de kapel is er een ommegang met zeven afbeeldingen van Jozefs smart en vreugd, terwijl op een hoog kruisbeeld de namen staan gegrift van de Brakelse gesneuvelden der beide wereldoorlogen. Van hier kan men genieten van een indrukwekkend zicht over Nederbrakel. We vervolgen nu onze wandeling langs de "Toepkapelstraat" en slaan het eerste paadje rechts in. Deze "Toepweg" leidt ons langs de zijkant van het toeppark en loopt rechtdoor naar de "Warande" die we na te hebben overgestoken een paar tientallen meter rechts volgen. Dan nemen we links het "Zavelpad", waar we van een laatste mooi vergezicht kunnen genieten. Aan de "Tenbossestraat" gekomen slaan we rechts af. Zo komen we langs het "Stationsplein" en de "Hoogstraat" terug op het "Marktplein", aan ons vertrekpunt. Een fris streekbiertje vinden is hier geen probleem, gezien de talrijke plaatselijke herbergen.
Totale afstand is 10 km, doch kan opgesplitst worden:
A door Meensel = 4,5 km
B door Kiezegem = 6 km
Bewegwijzering :Vierkante houten paaltjes met de Tielt-Wingse kleuren: rood, wit, groen geven de wandelrichting aan.
GPS :
Kapellekensweg 30/2 3391 Meensel-Kiezegem
DE ROUTE :
Wandeling A : door Meensel - 4,5 km
We starten aan het Ontmoetingscentrum rechts en
volgen hetzelfde parcours tot op de Statiestraat, waar
we links de Keelstraat ingaan en zo opnieuw aan het
Ontmoetingscentrum komen.
Wandeling B : door Kiezegem - 6 km
We starten aan het Ontmoetingscentrum links, volgen
de Keelstraat tot in de Statiestraat en wandelen hier
links. Vandaar volgen wij de hoger uitgestippelde route.
We verlaten de parking en gaan rechts. Langs de Keelstraat wandelen we links een veldweg in
(parallelweg van de Kapellekensweg) door de boomgaarden. Van hieruit hebben wij een prachtig
vergezicht op o.a. de Jachttoren en de kerk van Meensel.
Op de Binkomstraat gekomen vervolgen we onze weg naar rechts en gaan links de Attenrodestraat in. Hier nemen we links een pad welke ons langs de Jachttoren leidt. Aan het einde van het pad gaan we rechts de Heibosstraat in en slaan even verder links af. Deze weg leidt naar de oude tramroute die wij links bewandelen tot aan het Pleintje. Even verder maken we een ommetje rond de kerk. Wandelend langs de witte zerken komen wij op het kerkhof met de grafkelder van de familie Kenes. De omgeving rond de kerk, het groot wit huis (destijds woning van de familie Kenes)
en de pastorie werden recent een geklasseerd dorpsgezicht.
Wij wandelen nu terug naar het Pleintje volgen daar ongeveer één km de Statiestraat en nemen dan links de Zilverbergstraat. Langs deze verkavelingsweg staat de hoeve «Hof te Zilverberg». Komend op de Tieltsestraat bemerken we aan onze linkerzijde het geboortehuis van wielerlegende Eddy Merckx en aan de rechterzijde het voetbalveld van FC Meensel-Kiezegem.
We volgen de Tieltsestraat links, steken de Glabbeeksesteenweg over, gaan naar de ingang van
de St. Pieterskerk en wandelen even over het kerkhof. We volgen rechts de Kerkstraat tot aan het kruispunt met de Keelstraat. Linksaf vervolgen we deze weg ± 300 m. en gaan dan opnieuw links. Wat verderop zien we de Bemt.
Wij nemen echter de weg langs de boomgaarden en klimmen zo naar de watertoren.
We dalen tot aan de Kapellekensweg en wandelen even verder links een straatje in naar de kapel van Spikdoorn. We keren terug, nemen links de Kapellekensweg en komen zo aan ons begin- en eindpunt: «Het Ontmoetingscentrum».
Meensel-Kiezegem telt 1.260 inwoners.
De naam Meensel komt van «mene + zele» = gemeenschappelijke nederzetting, terwijl Kiezegem komt van «Kiso-inga-heem» = woonplaats van de Kiso (?)
Op 1 december 1824 werd Meensel-Kiezegem één gemeente bij besluit van Willem, koning der Nederlanden Het heuvelend landschap met holle wegen heeft ijzerzandsteenlagen welke aan de oppervlakte komen.
In Meensel ontspringt de Wingebeek.Het hoogste punt van het dorp ligt op 93 m.
Meensel-Kiezegem heeft een oppervlakte van 625 ha.; waarvan 160 ha voor fruitteelt, zijnde 25,6 % van de totale oppervlakte. De jonagold (appel) en de conférence (peer) waren de grondleggers van de wereldwijde export. De verhouding van de fruitteelt is hier 2/3 appelen en 1/3 peren.
De Jachttoren
werd tijdens W.O. 2 gebouwd op een hoogte van 84 m., als jachthuis van de toenmalige jachtheer, tegen het stropen en voor de jacht. De toren wordt nu uitgebaat voor plattelandstoerisme, biedt plaats aan max. 4 personen en heeft 2 verdiepingen. Vanop de 2de verdieping heeft men een
prachtig uitzicht op de omgeving.
De tramroute
was vroeger de verbindingsweg Aarschot Tienen en loopt door het Kleisebos, waar men een grote verscheidenheid aan planten (o.a. gele dovenetel) en struiken (o.a. Gelderse roos) aantreft. Hier loopt ook de fietsroute van de provincie: de
Hagelandse Heuvelroute.
De St. Mattheuskerk
werd in de 14e eeuw oorspronkelijk als een kapel gebouwd. Op de plint uit ijzerzandsteen werd meermaals herbouwd. De kerk bezat vroeger een houten beeldje van St. Elooi, welke veel vereerd werd te Meensel. Dit beeldje stond nog tot vóór enkele jaren in de nis van witte steen boven de oude ingang van de kerk.
Het Pleintje
Dit was van 1897 tot 1957 een goederenstation langsheen de tramroute.
Het Hof te Zilverberg
werd reeds in 1530 vermeld als het Hof te Silverberge en vanaf 1708 als Ierse pachthoeve. Het huidige gebouw is uit de tweede helft van de 18de eeuw.
Momenteel is hier een gemengd bedrijf gevestigd van 35 ha. groot.
De watertoren
is 35 m. hoog en werd in 1967 gebouwd op de Mannenberg. De toren staat 91 m. boven de zeespiegel.
Kapel van Spikdoorn
aan deze kapel is een legende verbonden welke doet denken aan de ontstaangeschiedenis van de O.L.Vrouw van Scherpenheuvel.
Een herder van het Hof te Silverberge die naar gewoonte zijn kudde ging hoeden in de nabijheid van de plaats «Spikdoorn» genaamd, heeft daar op zekere dag een Mariabeeld gevonden. De herder
nam het beeld mee naar huis, doch de volgende dag lag dit opnieuw op dezelfde plaats onder de Spikdoorn. Het was een duidelijk teken dat het hier wou vereerd worden. In 1655 werd het kapelletje van Spikdoorn gebouwd. Achter een deur met blauw geschilderd traliewerk bewaart deze witte veldkapel een beeld van O.L.Vrouw ter Koortse.
Tip: Bij deze wandeling bezoek je het Jakob Smitsmuseum.
Indrukwekkend! Anders kun je deze wandelingen niet noemen. Meteen na het vertrek kom je in een uniek coulissenlandschap waarvan de landschappelijke waarde niet te onderschatten is. Unieke kanalenkruispunten, Baileybruggen uit WO ", waterplassen die overgebleven zijn na de industriële ontginning van wit- zand en spriet.. .je komt het allemaal tegen.
En eet eens een boterhammetje aan de legendarische Steen der Zeven Heerlijkheden.
Volgens de legende kaartten de bestuurders van deze heerlijkheden voeger op deze steen voor goederen en...vrouwen.
We vertrekken op de parkeerplaats aan de achterkant van de kerk. Daar volgen we een smal kerkepaadje achter het parochiecentrum tot in de Diepestraat. Die steken we schuin links over, passeren het kerkhof en draaien dan rechts om na 50 m weer links te gaan. We volgen het Berkenpad tot aan de vakantiewoningen en -villa's rond zandwinningsplas Miramar. Hier draaien we rechts tot we weer aan de Diepestraat komen. We steken schuin links over en volgen de grove kiezelweg tot aan de waterwinning van PIDPA. Voorbij dit gebouw volgen we de zandweg door het unieke coulissen landschap tot we aan een betonweg komen.
De 8 km gaat hier voor de kanaalbrug rechts, de andere afstanden links en die volgen het jaagpad langs het kanaal.
Eenmaal over het kleine wipbruggetje draaien we rechts omhoog om via de brug met de leuke naam 'Brug 0' het unieke kanalen kruispunt over te steken. Beneden aan deze brug gaan we pal rechtdoor de bossen in, om er aan de Maat weer uit te komen. Hier gaan we rechts over de drukke weg naar Postel naar de dubbele Baileybrug.
De 15 km steekt hier de brug over.
Wie voor 25 km gekozen heeft, gaat 100 meter voor de brug links door het schitterende natuurreservaat Den Diel, waar
de natuur bewees dat zij zelfs zware industriële ingrepen kan herstellen.
Ter hoogte van Sas 2 komt men bij een bunker uit WO II uit. Lateraal met de kanaaldijk stapt men hier nog ruim 500 m verder, om aan de grens tussen Mol en Lommel links af te slaan en de weg te vol- gen naar de mysterieuze Steen der Zeven Heerlijkheden.
We steken hier het Postelvaartje over en volgen de Miel Ottenroute in rechtse richting over zowat 600 m. Dan draaien we rechts een brede zandweg in met daarnaast een druk bereden toeristisch fietspad.
Uiteindelijk komen we weer op asfalt uit. We kiezen voor links en bergop en we gaan maar liefst over twee bruggen om evenveel kanalen over te steken. Maar dan is er ruimschoots gelegenheid om uit te blazen.
We vertrekken naar links en nemen aan de rechterkant het wandelpad tussen de bomen dat ons voorbij Sas 1 weer op het jaagpad langs het kanaal brengt. Dit vol- gen we tot op Sas 3, waar we even voorbij de verkeerslichten aan de Baileybrug, links het kasteelpark De Maat indraaien. Hier komt de tocht samen met de 15 km.
Het is aangenaam stappen door de 'Twaalf uren dreef' (pal zuid georiënteerd) tot aan de Postelsesteenweg. We steken deze over en volgen de Zilvermeerlaan. Even voorbij de hoofdingang van het vermaarde Provinciaal domein Zilvermeer zien we aan de rechterkant een kleine scheeps- werf.
We steken de brug over het kanaal over en net boven gebruiken we de ietwat steile bermweg om onder de brug door te gaan. Hier komen we terug samen met de 8 km. Even het jaagpad volgen en dan rechts de Dijkstraat indraaien. Deze gaat naadloos over in de Meergorenbaan.
Aan het einde van de Meergorenbaan draaien we links en we volgen dan de Vlemincksloop stroomafwaarts (naar rechts) tot aan de Brandstraat. Deze steken we over en via enkele gezellig-smalle kerkepaadjes komen we weer aan het vertrekpunt.
Ongelofelijk mooie wandeling in één van de mooiste streken van vlaanderen. Vooral in de maand april wanneer de bloesems open staan is het er prachtig!
Eigenlijk is de ideale periode van het jaar om naar Haspengouw te trekken de lente.
De peren-, appel- en kersenbomen staan dan allemaal in bloei.
Haspengouw kleurt in deze periode helemaal wit van de bloesems die er te vinden zijn in de verschillende boomgaarden. Het enige minpunt in deze periode is dat heel vlaanderen bijna verhuist naar deze streek om er te genieten van de panorama's. Het eerste stuk loopt door een stuk groen waar aan gewerkt werd, de bomen waren gekapt en er werd prikkeldraad gespannen naast het pad. In de verte waren de boomgaarden al te zien, het zicht was prachtig! Al snel wandelen we door de boomgaarden, het was prachtig, de witte bloempjes van de appelbomen en de gele paardenbloemen op de grond.
We komen nu op een weg uit en een eindje verder moesten we een weggetje inslaan naast een voormalig treinspoor. Hier werd het wat drukker, de weg was geasfalteerd en het reed er vol fietsers wat het bij momenten een beetje gevaarlijk maakte.
Naast de weg, lazen we op een infobord, was het dassengebied.
We wilden er wel eens eentje spotten, en er was langs de kant van de weg een platform gemaakt om over het dassengebied te kijken, maar tevergeefs.
We zetten onze weg verder om uit te komen bij een prachtig gerenoveerde vierkantshoeve
Via een weggetje wet trapjes kwamen we in een grote boomgaard, die we doorsteken om aan de overkant van de weg een licht stijgend pad te nemen van waar we een prachtig zicht hadden over de streek. Hier hebben we even gerust op een bankje en genoten van de omgeving.
Nog een klein stukje bergop restte er om terug op onze startplaats te komen.
Met dank aan: wandelsite.be
Natuurgebied Zammelen
Het 'Natuurreservaat Zammelen' is een indrukwekkend stukje natuur. Het is gelegen in de vallei van de Mombeek. Het riviertje heeft zich diep in het leemplateau ingesneden. In de steile helling komen daardoor krijtlagen aan de oppervlakte, iets wat eerder ongewoon is in onze streken. Waar de kalk via bronnen aan de oppervlakte komt, wordt het afgezet als een soort kalkkorst. Men noemt dit kalktuf of travertijn. De combinatie van water, leem, kalk, zand trekt heel wat zeldzame plant- en diersoorten aan. De das heeft in dit gebied een vaste stek gevonden.
Vanuit het pittoreske dorpje Zammelen vertrekken verschillende landschapswandelingen. Historische kerkwegels leiden je doorheen een sterk heuvelend landschap. Op de wandeling maak je kennis met een grote variatie van natuur: hellingbosjes, poelen, hoogstamboomgaarden, ...
Oud station van Jesseren
Een ander gebouw is het kasteeltje met vierkante toren
Een wandeling van 7,5 km met vertrek aan bibliotheek-informatiecentrum de Gasthuishoeve. Je volgt de blauwe pijl en wandelt achtereenvolgens door het dorp en het Uilenbos, langs het militair domein en langs het Hof.
We vertrekken vanop de parking van De Gasthuishoeve, nu bibliotheek, infocentrumen kantoor voor Toerisme Wuustwezel.Deze hoeve die al vermeld wordt in de 13de eeuw werd door de gemeente aangekocht en volledig gerestaureerd.De naam: gasthuis, herinnert ons aan het vroegere St. Elisabethgasthuis van Antwerpen, nu OCMW. Sinds de 13de eeuw bezit 'het Gasthuis' aan weerszijden van de dreef, uitgestrekte landerijen met boerderijen.De twee hoeven langs de Gasthuisdreef dateren uit het begin van deze eeuw.
We wandelen de Gasthuisdreef in en lopen haar bijna door tot het einde waar we links het Uilenbos inlopen.Dit domein behoort ook toe aan het OCMW van Antwerpen en wordt door het gemeentebestuur gehuurd.We volgen de blauwe pijltjes door het bos.
Bij het verlaten van het bos, komen we op de randweg van het militair schietveld.Hier slaan we links af.We verlaten deze weg niet.Het schietveld is verboden terrein en bovendien gevaarlijk.De waterplas waar U langs gaat is ontstaan door zandwinning voor de aanleg van de E 19.
We steken de weg naar Brecht over en lopen rechtdoor, dan links de Vloeikensstraat in enrechts de Wippenbergstraat in.Zo zitten we nu in de wijk Achterbrug.We volgen de pijltjes en komen zo over de loopbrug over de Kleine Beek. Deze beek vormt na de samenvloeiing met de Grote Beek de Aa of Weerijs. Deze waterloop voert ons water naar Nederland.Vlak over de beek gaan we naar rechts via een paadje langs het water.
(Wie zijn wandeling wil verkorten, gaat hier naar links, aan de Akkerstraat rechtdooren komt zo via Hofdreef aan het gemeentehuis. Indien u wil kan u hier even een wandeling maken door het prachtige park. Daarna vervolgt u via het voetpaadje naar het Achter d'Hovenplein. U kruist dit plein, slaat linksaf en komt zo terug op het vertrekpunt.)
We volgen hier de GR 5. Als we op de Akkerstraat komen voorbij de nieuwe wijk Hofakker, gaan we naar rechts. We trekken nu rond Het Hof.Voor 1750 stond op een eilandje midden in het water een kasteel.Daarna verhuisde het naar een plaatsje voor de vijver.Het kasteel werd tijdens de jongste wereldoorlog door een V-bom verwoest.De bijgebouwen bleven gespaard.De woning in het midden vervangt het vroegere hoofdgebouw.Langs de achterkant heeft men een mooi zicht over De Spiegel (dit is de naam voor de vijver).Het Kanaal aan de andere kant van de weg diende om het water in de Spiegel op peil te houden.
Langs het Lang Paadje komen we terug op het Hofakker. In het Gemeentepark (1ste weg links) merken we ook nog een gedenkplaat op het woonhuis van de overleden jeugdschrijver Aloïs Blommaert. Nu trekken we door het prachtige gemeentepark met het Vlaams-gotische gemeentehuis (1911) dat in 1999 volledig werd gerestaureerd terug in de richting van de Kloosterstraat. Via een voetpaadje komt u op het Achter d'Hovenplein. U kruist dit plein, slaat linksaf en komt zo terug op het vertrekpunt: de Gasthuishoeve.
Met dank aan VVV Wuustwezel Wuustwezel - gemeentehuis
Je verwacht het niet echt, maar in het centrum het verstedelijkte centrale hart van de gemeente - verstopt zich een groene long die het bekijken en bewandelen meer dan waard is: het Galbergenpad.
Kapellestraat Berkenstraat Don Boscostraat Heidebloemstraat Dennenstraat De Meert (een bospad) Brandstraat Sluis Pastoor Wuytsstraat over de galbergen Tulpenstraat Violetstraat Kapellestraat Singellaan Vekeblok
Ginderbuiten is één van de 12 gehuchten van de Belgische gemeente Mol. Het gehucht telt 3180 inwoners (31 december 2007) en ligt ten noordoosten van het centrum van de gemeente.
Ginderbuiten is vooral bekend van de jaarlijkse lichtstoet die er elke derde zaterdag van september plaatsvindt. Dit is een optocht van met meer dan 100.000 gloeilampjes versierde wagens die door middel van mankracht worden voortgeduwd. De tocht vind uiteraard plaats na het invallen van de duister.
Geschiedenis
Ginderbuiten was één van de zes oude gehuchten van Mol. Aanvankelijk ontwikkelde het gehucht zich rond twee driehoekige pleinen. Er werd al vrij vroeg een kapel, afhankelijk van de centrumkerk, gebouwd in het gehucht. Ginderbuiten ontwikkelde zich langs de weg naar Lommel. De lintbebouwing langs deze weg zorgde ervoor dat Ginderbuiten al vanaf het einde van de 18e eeuw stilaan zou vergroeien met het centrum.
Het uitgestrekte Ginderbuiten verloor een groot deel van zijn grondgebied aan de in 1889 opgerichte parochies Sluis (in het noorden) en Rauw (in het oosten) die zich sneller ontwikkelden dan Ginderbuiten dankzij de inplanting van verscheidene industrieën in de buurt van deze kernen. De ontwikkeling van Ginderbuiten volgde pas later. De eerste sociale wijk werd hier gebouwd in 1922. Het gehucht zou zelf pas een parochie worden in 1961.
Vanaf de jaren tachtig kwamen er verscheidene woongebieden bij met nieuwe woningen zodat de bevolking snel toenam maar sinds het midden van de jaren negentig stagneert het bevolkingsaantal. Dit is deels te wijten aan de aanleg van de zuidelijke ringweg rond Mol waardoor Ginderbuiten zich niet meer verder kan ontwikkelen in zuidoostelijke richting.
Bezienswaardigheden
De jaarlijkse lichtstoet
De jaarlijkse Halloween-happening waarbij alle inwoners hun huizen versieren
De Sint-Jozef Ambachtsmankerk uit 1967
Tuinwijk Toemaathoek uit 1922 De Galbergen (foto Bieke)
Het wandelnetwerk van de Kempense heuvelrug is schitterend gelegen: een lange landduinrug die zich vrijwel parallel langs de Kleine Nete uitstrekt tussen Herentals en Retie.
Je bepaalt zelf waar je vertrekt en hoe lang je wil wandelen. Begin bv bij het pittoreske begijnhof van Herentals, beklim de Toeristentoren (bij helder weer kan je het Atomium zien) en laat je verrassen door het Netepark, Hidrodoe en de wielerschool. Je bent hier immers thuis bij Rik van Looy, de Keizer van Herentals.
Keizer Karel heeft deze streek trouwens ook nog verkend en zn naam leeft nog voort in het Goudblonde en het Robijnrode Keizer Karelbier.
De Swaen
In deze gezellige bistro in het hart van de Kempen, schuin tegenover het begijnhof, geniet je van de heerlijke Keizer Karelbieren.
Begijnhof (gesticht in 1266. In de 15e eeuw verbleven hier 300 begijnen. Het werd verwoest in 1578 door de beeldenstormers maar later heropgebouwd, met gotische kerk (15991614), 17e-eeuwse huizen (Fondatiehuis, Infirmerie) en poortgebouw uit 1622
De oudste kern van Herentals, nabij de huidige St.-Waldetrudiskerk, behoorde tot het klooster van Ste-Waudru van Bergen (Henegouwen). Een tweede nederzetting, aan de Kleine Nete, werd in 1209 gesticht door hertog Hendrik I van Brabant en verkreeg stadsrechten.
Ze verwierf in 1303 een vrijheidskeur en groeide snel uit tot een centrum van economische welvaart. Het belang van de stad blijkt ook uit de vestiging van verschillende religieuze instellingen: gasthuis (ca. 1253), begijnhof (voor 1266), norbertinessenklooster Besloten Hof (1410), minderbroederklooster (1472) en een augustijnerklooster in 1613. Deze religieuze stichtingen hebben mede het aanzicht van de stad bepaald.
Aanvankelijk was noordelijk Herentals sterker ontwikkeld dan zuidelijk Herentals. Zo werd in 1253 het gasthuis opgericht aan de Nete, en vóór 1266 werd daartegenover, op het Nieuwland, een begijnhof gesticht. Bij het begin van de zestiende eeuw woonden er op het begijnhof ongeveer driehonderd begijntjes, en daarmee was het een van de grootste van het hertogdom.
Deze prachtige wandelroute start te Sibbe - Ijzeren en doet zo als de naam al laat vermoeden de Cauberg aan, deze "berg" ligt te Valkenburg - aan - de Geul. De Cauberg is een helling in Valkenburg in de Nederlandse provincie Limburg. De Cauberg is vooral bekend uit de wielersport, de helling werd en wordt in het parcours van diverse wedstrijden » Amstel Gold Race opgenomen...
Na het verlaten van Sibbe - Ijzeren wandel je richting het "Sint - Jansbos". Via het Kasteel "Schaloen" wandel je verder naar de Kapel de Kluis, welke op de top van de "Schaelsberg" gelegen is. Hier bevindt zich ook een kruisweg. De "Kruisweg" die ten oosten van de voormalige kluis ligt, werd in 1843 gesticht door past. Loomans.
De kruisweg bestaat uit 13 staties van het model 'ovenkapel met nissen' voorzien van schilderingen door leden van de Kunstkring Henri Jonas uit 1999. De kapellen zijn gegroepeerd om het symbolische graf van Christus met daarin een houten kist en bovenop een kruis met de 'Arma Christi', de gereedschappen, waarmee Christus aan het kruis geconfronteerd werd...
Na het verlaten van de "Schaelsberg" wandel je verder via het "Kasteel - Oost" richting Valkenburg - aan - de - Geul waar men naast het Kasteel van Valkenburg (Ruiine) loopt. Het is meteen ook de enige hoogteburcht die Nederland kent. Via de "Romeinse Catacomben" wandel je dan verder richting de Cauberg, hier staat je een heuse beklimming te wachten, welke gevolgt wordt door een vrij lange trap...
Eens boven op de "Cauberg" dan wandel je dwars doorheen het bungalowpark "Landal de Cauberg" richting de Steenkoolmijnen "Daelhemergroeve", welke het hele jaar door toegankelijk zijn voor het publiek. Via de Heunsberg, waar de "Wilhelminatoren" staat (Deze toren, gebouwd in 1906, biedt u een magistraal panorama zoals u deze nergens anders tegenkomt in ons land...
Als een levensecht schilderij biedt dit uitzicht u ongerepte schoonheid : een niet te missen blik over het Limburgse landschap. Bij helder weer kunt u zelfs tot voorbij de grens met België en Duitsland kijken), wandel je dan verder richting het eindpunt van deze wandelroute te Sibbe - Ijzeren...
Let op... Terwijl je deze wandelroute wandelt, wandel je regematig door (zeer) kwetsbare natuurgebieden, gelieve hier de gedragscode te respecteren en de rust te bewaren a.u.b.... Kasteel Schaloen (1375). Oud-Valkenburg
Door tijdgebrek en het nog niet weten van de schoonheid van het gebied hebben we deze korte wandeling toch
Nog gedaan en het is achteraf gezien één van de mooiste geweest.
Kort, ja ,want amper 5 km ,wel op een snikhete dag ,maar onder het bladerdek van de bomen en het afkoelend geruis van de Prum.
Je zou deze fantastische wandeling wel in je zondagse klederen kunnen doen
Vanaf de parking de weg oversteken naar de brug toe en daar volg je het nummer 5.
Eerst even klimmen en dan langzaam dalend naar Prumzurlay , onderweg,en je zult het moeilijk kunnen geloven, kwamen we een hopplantage tegen.
We keren op de Prumzurlaybrug en klimmen even naar boven waar een kasteel staat .
Rechts komen we het nummer 10 tegen en volgen dit nummer langzaam dalend terug naar de parking,onderweg
genietend van de wondermooie natuur.
Als je in de buurt bent moet je deze wandeling absoluut doen
Irrel, Duitsland
Ligging: in het zuidwesten van Duitsland
Landschap: een glooiend landschap met veel bossen
Bezienswaardig: Irreler Wasserfälle
Activiteiten: gezonde lucht opsnuiven in dit luchtkuuroord, wandelen
Irrel is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Irrel telt 1.399 inwoners[1].
Kerk
Van de oude kerk rest alleen nog de toren die iets verder in dezelfde straat staat. De nieuwe kerk werd gebouwd begin jaren zestig van de vorige eeuw. Omwille van problemen met funderingen werd de toren apart gebouwd en enkele voorwerpen uit de oude kerk staan nu in de nieuwe, zoals het altaar.
De Irreler Wasserfälle liggen in de rivier de Prüm net boven (stroomopwaarts) van het dorpje Irrel.
Afslag Irrel nemen en het dorp binnenrijden. In het dorp neem je de afslag Prumzurlay, het bordje "Wasserfalle" staat net aan de verkeerde kant van de weg zodat je het alleen direct ziet als je van de andere kant zou komen. Na 3 kilometer kom je rechts een grote parkeerplaats aan de bosrand tegen. Daar parkeren. Links in het bos loopt een wandelpad helemaal langs en om het mooie stukje wildwater.
Prümzurlay is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Prümzurlay telt inwoners.De plaats is een Ortsgemeinde en maakt deel uit van de Verbandsgemeinde Irrel
Start : Aan het stationneke van het toeristentreintje
Afstand : 7.5 km
Bewegwijzering : rode rechthoek
GPS : N50 15.324 E5 35.844 (Parking)
DE ROUTE:
De wandeling vertrekt waar men ook de oude tramlijn ziet lopen die nu nog gebruikt wordt voor de
Toeristen en loopt omhoog langs de rivier de sansinri.
We vertrekken door het bos van 330 meter boven de zeespiegel tot op het bovenste punt en draaipunt dat op 550 meter boven zeespiegel ligt , waarna we stilaan afdalen allemaal langs onverharde wegen
Amonines (Waals: Monene) is een dorp in de Belgische provincie Luxemburg en een deelgemeente van Erezée. Amonines heeft een oppervlakte van 10,91 km².
Het dorp is gelegen in de Ardennen aan de Aisne. Zowat de helft van het heuvelachtige gebied bestaat uit bos. Aan de Aisne zijn er moerassige weiden. Ten noorden van het dorp, langs de N841 naar Erezée, ligt nog het gehucht Blier.
De Sint-Lambertuskerk uit 1824, heropgebouwd uit de eerste kerk van 1738. De kerk liep schade op tijdens de Tweede Wereldoorlog en werd in 1957 volledig hersteld en gerestaureerd. treinstation Forge à La PlezTramway Touristique de l'Aisne
De Sansinri (beek) loopt gewoon over de weg. Laarzen aangeraden
Een Beetje een heuvelachtige wandeling door het bos en langs de oevers van het meer
Bütgenbach wordt terecht gezien als een belangrijke toeristische trekpleister van de Oostkantons. Aan de oevers van het meer vindt u de infrastructuur om verschillende sporten en andere activiteiten te beoefenen: zwemmen, tennis, waterfietsen,... Een mooie wandeling rond dit prachtige meer.
In Bütgenbach is er rond het stuwmeer een recreatiepark gebouwd met logies- en eetmogelijkheden: Worriken Center. Je kan er allerlei watersporten beoefenen, er is zelfs een sporthal en zwembad. Het meer is wel niet afgeschermd en is bereikbaar voor de wandelaars
de wegwijzertjes volgen, een wit plaatje met in het midden een gele rechthoek, daarop een pijltje vergemakkelijkt de richting die te volgen is.
Deze wandeling is een echte aanrader voor iedereen die in de buurt komt of is, wel een belangrijke tip, neem zeker wat te eten en te drinken mee want je kan er niets vinden onderweg. In geval van nood kan je natuurlijk nog altijd van het meer drinken, leeg krijg je het toch niet, de vissmaak zul je er wel moeten bijnemen.
Ook wanneer deze streek zware sneeuwval kent, blijft de wandelweg rond het meer (11 km) bijna altijd begaanbaar, vooral omdat hij rondom volledig nieuw werd aangelegd. Met zijn uitzichten biedt hij een belevenis, die men zich in geen geval kan ontzeggen.
Het Meer van Bütgenbach is een Belgisch stuwmeer op de rivier de Warche. Het meer ligt op het grondgebied van de gemeente Bütgenbach en heeft een oppervlakte van 120 hectaren (of 1,2 km²).
De dam werd aangelegd van 1929 tot 1932 en heeft een hoogte van 23 m. De centrale kan 2,2 miljoen kWu leveren en wordt uitgebaat door Electrabel.
Het meer bevindt zich in de Belgische Oostkantons, op de rand van het plateau van de Hoge Venen. Het is een toeristisch trekpleister voor watersporters. Men kan er zeilen, windsurfen, kajak varen, waterfietsen, zwemmen, sportvissen ... Motorboten zijn niet toegelaten.
In de herfst van 2003 liet men het meer bijna volledig leeglopen voor onderhoud aan de stuwdam. Dit onderhoud werd in 2004 uitgevoerd. Het meer werd in de loop van dat jaar opnieuw gevuld.
WORRIKEN *
Onze camping, aan de rand van het meer van Bütgenbach, biedt u standplaatsen van 100 m² met elektriciteit, drinkbaar water en afvalwater. Ons restaurant biedt à la carte menu's en meeneemgerechten. In de Worrieclub organiseren we animaties voor kinderen van 12/07 tot 13/08. Ontdek het nieuwe strand met het aquapark, speelveld en beach volleyterrein. Neem een duik in ons overdekt zwembad, ga tennissen of squashen. Bij ons kunt u ook activiteiten beoefenen zoals swingolf, boogschieten, kajak, oriëntatietochten of avonturenparcours.
Afstand : ongeveer 11.5 km (ruim 2.5 uur wandelen)
Bewegwijzering : plaatjes met BU1
GPS : N50 06.400 E6 31.047
DE ROUTE:
Burbach gemeente in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, gelegen in het district Siegen-Wittgenstein. Burbach telt 14.641 inwoners
Rondwandeling Bu1:
Burbach - Golfterrein - johannsbach - Katzenbach - Neustrassburg - Auf der Hardt - Burbach
Vanaf de parking in de Hilistrasse, bij de kerk, stap je de Fleischstrasse in en wandel je voorbij de kerk.
Daar circa 200 meter voorbij, via een landbouwweg naar de Golfplatz wandelen.
Op de L33 links aanhouden en weer amper 200 meter verder rechtsaf gaan in de richting van Wawern.
ln de eerste scherpe bocht, via een bospad over 4 à 5 km door het bosgebied nim Kesselnwandelen. De L32 over steken en langs de vijvers naar de L33 toe wandelen om van daaruit via Neuenweiher en de Weiherstrasse in Neustrassburg uit te komen.
Het kruispunt oversteken en enkele 100 meters verder links ingaan, voorbij de grillhut en via de zandweg, met prachtige panorama 's op Burbach en Neustrassburg terug naar Burbach wandelen. Door de Heldstrasse kom je terug bij de parking, vlakbij de kerk, waar je bent vertrokken.
Starten aan de abdij van Tongerlo vanwaar we langs het hof van Overwijs en het Boshuis
Met zijn Kabouterbos en speeltuin de Beeltjes verkennen en rond de abdij een paar verassende ontdekkingen tegen komen
De Abdij van Tongerlo is een norbertijnenabdij bij het dorp Tongerlo in de Belgische gemeente Westerlo.
De abdij werd gesticht rond 1130, toen een aantal norbertijnen van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen zich vestigden op het landgoed van heer Giselbert van Castelré. De abdij is tot in de 13e eeuw enige tijd een dubbelklooster geweest waarin ook norbertinessen woonden.
Tot ver in de 16e eeuw had de abdij van Tongerlo uitgebreide bezittingen in het hertogdom Brabant. Van 1559 tot 1590 viel de abdij onder het bisdom 's-Hertogenbosch. In 1590 wist de abdij dit bestuur af te kopen door de meeste bezittingen in het huidige Noord-Brabant af te staan. Na de val van 's-Hertogenbosch in 1629 vluchtten de norbertijnen tijdelijk naar hun refugehuis in Mechelen.
De abdij speelde in 1789-1790 een rol in de Brabantse Omwenteling tegen het Oostenrijkse bewind door het ronselen en bewapenen van troepen. Na het neerslaan van de opstand werden de bezittingen van de abdij in beslag genomen. In diezelfde periode bood de abdij tijdelijk onderdak aan het bronnenmateriaal van de Bollandisten. In 1796 kwam aan de abdij een voorlopig einde, wanneer Franse revolutionairen de norbertijnen uit het complex verdreven. Hierna werd de abdij verkocht en werd een deel van de gebouwen gesloopt, waaronder de kerk. Pas in 1838 werd de orde heropgericht om twee jaar later terug te keren naar Tongerlo.
De abdij trekt het hele jaar door veel gelovigen en toeristen. Inkomsten worden gehaald uit onder andere een boekhandel, een bakkerij en het Tongerlo abdijbier dat voor de abdij gebrouwen wordt door brouwerij Haacht, en door de entree op de bezichtiging van een getrouwe kopie van Het Laatste Avondmaal van Da Vinci die onder toezicht van Da Vinci door zijn leerlingen zou zijn gemaakt. Het hoofd van Jezus en van Johannes zou door Da Vinci zelf geschilderd zijn.
Op 23 december 2009 raakte bekend dat de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois N-VA een premie van 723.042 euro toekent voor de restauratie van de Norbertijnenabdij in Tongerlo. Deze premie zal aangewend worden voor de restauratie van de omwalling, die kampt met funderings- en stabiliteitsproblemen.
Bezienswaardigheden
--Poortgebouw, bestaande uit een 14e-eeuwse onderbouw in romaanse stijl en een 16e-eeuwse bovenbouw in gotische stijl.
--Kerk in neogotische stijl uit 1852, ontworpen door architect Paul Stoop.
--Bisschopshuis: in gemengd gotische- en renaissancestijl, ontworpen door Rombout II Keldermans.
--Abtshuis:, een paleis uit 1728, ontworpen in classicistische stijl door de Antwerpse architect Kerrickx (1682 - 1745).
--Da Vinci-museum: museum rond een getrouwe replica uit 1545 van Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci
--De lourdesgrot op de wandelweg achter de abdij
Het Boswachtershuis :
De jeugdherberg van Westerlo is, zoals de naam doet vermoeden, een oud boswachtershuis. Het gebouw werd gemoderniseerd en voorzien van alle comfort zonder de oorspronkelijke charme ervan aan te tasten. De schitterende ligging aan de rand van het bos maakt deze jeugdherberg zeer geschikt voor bosklassen. Afwisselende landschappen: bossen, moerassen, waterlopen, landbouwgebieden en rustige dorpskernen zorgen voor een uitgebreid gamma van interessante wandelingen en fietsroutes. Er is een grote speelweide met speeltuin. de abdij van Tongerlo
Start : parkeerplaats van Staats Bosbeheer aan de Postelseweg hoek Bredasebaan in Eersel.
Afstand : 10.6 km
Bewegwijzering :
GPS :
Cartierheide, 5527 Hapert, Bladel, Noord-Brabant, Nederland
DE ROUTE :
Deze route is vernoemd naar de gelijknamige Cartierheide, een gebied met fraaie heideterreinen met droge en vochtige delen. Door het terrein loopt het Dalemstroompje, waar de route voor een groot deel langs voert. Onderweg komt u met een beetje geluk grazende Bedaïze koeien tegen.
In de Eerselse bossen passeert u boerderij de Heestert. Deze gerestaureerde boerderij dateert waarschijnlijk uit het einde van de 16e eeuw.
Omschrijving
Deze wandelroute voert u door een prachtig landschap van bos en heide met droge en natte delen.
De Cartierheide is een natuurgebied dat onderdeel uitmaakt van het Natuurgebied De Kempen en dat zich bevindt in de gemeente Bladel. Het gebied is 172 ha groot.
De naam van het gebied is ontleend aan baron Emile de Cartier de Marchiennes.
Deze kocht in 1863 het nabij deze heide gelegen Duizels Hof en gebruikte de heide als jachtterrein. Hieraan is het te danken dat het gebied in de jaren '30 van de 20e eeuw niet werd ontgonnen. Aan de baron herinnert ook het zeldzame berkenlaantje, een beschut pad langs het ven, van waaruit hij ongezien op de eenden in de vennen kon jagen.
Sinds 1932 is het gebied eigendom van Natuurmonumenten, maar tegenwoordig wordt de Cartierheide beheerd door Staatsbosbeheer. De zoon van de baron, die eveneens Emile heette, heeft toen zijn gebied aan Natuurmonumenten geschonken.
De Cartierheide wordt doorstroomd door het Dalems Stroompje en men vindt er dan ook veel vochtige heidegebiedjes, berkenbroek en gagelstruweel. De bovenloop van het Stroompje werd in 1994 hersteld. Direct ten westen van de Cartierheide ligt de Palts en Kroonvense Heide.
In het gebied groeien onder meer Ronde zonnedauw en Klokjesgentiaan.
Reptielen als Gladde slang, Levendbarende hagedis en Hazelworm leven hier.
Ook de Heikikker kan men er vinden.
Door het gebied zijn wandelingen uitgezet.
De Cartierheide
Het natuurgebied heeft veel planten- en diersoorten. Het is een ideaal gebeid voor natuurliefhebbers, vogelaars en wandelaars. Vindt hier onder meer struikheide, dopheide, ronde zonnedauw, wilde gagel en klokjesgentiaan. De aanwezige vogelsoorten zijn rijk gesorteerd. U vindt er de blauwborst, tapuit, klapekster, kruisbes en kokmeeuw. Zelfs reptielen als de gladde slang, de levendbarende hagedis en de hazelworm leven hier, naast amfibieën als de heikikker, de groene kikker of salamanders. Op stille momenten kunt u op de Cartierheide zelfs reeën, hazen of vossen tegenkomen.
Baron De Cartier
De oorsprong van de naam Cartierheide ligt bij baron De Cartier De Marchiennes, die het ernaast gelegen Duizels Hof in 1863 kocht. Zoon Emile schenkt het terrein in 1932 aan Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Staatsbosbeheer probeert de heide te bewaren door te plaggen, maaien en te laten begrazen. Dit leidt tot een mooie, afwisselende heide. De Bazadaise koeien grazen er van voorjaar tot najaar en geven de heide een extra natuurlijk uiterlijk.
Bezoekers kunnen het gebied dat zon 172 hectare groot is te voet, met de fiets of per rolstoel doorkruisen.
Tips!
Zorg voor goed passend schoeisel
Neem voldoende drinken en eten mee voor onderweg.
Wandel op drukke wegen altijd tegen het verkeer in, u ziet zo voertuigen aankomen.
Wijk niet af van de aangegeven routepaden.
Sommige routes bevatten trajectdelen die niet toegankelijk zijn voor honden.
Informeer daarom altijd van tevoren.
Indien toegestaan, gelieve uw hond aan de lijn te houden, tenzij het een speciaal honden-losloop-gebied betreft
hapert - De Pan Cartierheide: het groene tapijt aan het begin van de zomer.
Afstand : De lengte van route A = 8 KM, route B = 10,5 KM C= 7 KM
Bewegwijzering : geen
GPS : N51 27.737 E5 08.354
Dorpsstraat 2, Esbeek
DE ROUTE :
Het is ook mogelijk op andere punten te vertrekken b.v. bij Horeca of station N.S.
Verklaring van de Waypoints
1 Gasterij Schuttershof, Dorpsstraat 2, Esbeek
2 Schaapskooi
3 Het Landgoed, Lage mierdseweg 3, Esbeek
4 Kampeerboerderij De Kievit, Prins Hendriklaan 4, Esbeek
5 In Den Bockenreyder , Dunsedijk 3, Esbeek
RP-1 Routepunt A-B
RP-2 Routepunt A-B
RP-3 Routepunt B-C
RP-4 Routepunt B-C
Esbeek is een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en vanouds behorend tot de gemeente Hilvarenbeek. Het dorp heeft ongeveer 1.100 inwoners.
Het dorp is ontstaan uit een kransakkerdorp, waarvan ook tegenwoordig de structuur nog goed te herkennen is. Naast Esbeek omvat het de buurtschappen Groenstraat en Hoogeind. De akker is gelegen op de westeoever van het Spruitenstroompje, een beek die 5 km ten noorden van Diessen in de Reusel uitmondt.
Pas in 1889 werd Esbeek een eigen parochie en ontstond er rondom de in 1890 ingewijde kerk een kleine dorpskern. Ook kwam er omstreeks deze tijd een stoomtram die van Tilburg naar Poppel reed, en waarvan de Oude Trambaan, een brede dreef die de bossen van de Rovertsche Heide en Landgoed de Utrecht scheidt, nog getuigt. Voorts kwam er bedrijvigheid in de vorm van een steenfabriek. De baksteenindustrie begon omstreeks 1900 door de familie Zeebregts, een geslacht van metselaars en aannemers. Vanaf 1923 echter kwam er een steenfabriek die op grotere schaal werkte, en de grootste werkgever van Esbeek werd. In 1994 werd er nog in geïnvesteerd, maar in 2008 kwam het bericht dat de fabriek, die inmiddels tot het Wienerbergerconcern behoorde, ging sluiten, omdat het bedrijf haar productie op een kleiner aantal locaties ging concentreren. De 16 werknemers werden ontslagen of moesten verhuizen.
Ondertussen kreeg Esbeek vanaf 1980 een eerste nieuwbouwwijk en een bedrijventerrein, "De Mierbeek" geheten.
Bezienswaardigheden
De Sint-Adrianuskerk werd gebouwd naar een ontwerp van de Osse architect H.R. Hendriks en werd ingewijd in 1890. Daartoe werd in 1889 de parochie Esbeek afgesplitst van die van Hilvarenbeek. In de kerk bevindt zich een gepolychromeerd houten beeld van de Heilige Cornelius. Dit is gerestaureerd in 1984.
In 1937 werd bij de kerk een buitenkapel gebouwd door architect J.C. van Buytenen in de traditionele baksteenstijl zoals gepropageerd door Alexander Kropholler. De kerk bezit sinds 1900 een reliek van Cornelius. In de kapel bevindt zich een kleiner Corneliusbeeld dat uit 1957 stamt.
De Pastorie.
Natuur en landschap
Esbeek ligt op aan de rand van een akkercomplex nabij het Spruitenstroompje. Ten zuiden van het dorp stroomt vanuit Landgoed de Utrecht de Hoogeindse Beek, via enkele vennen zoals de Broekeling, naar het noordoosten om bij Groenstraat in het Spruitenstroompje uit te komen.
Niet alleen Landgoed de Utrecht, dat ten zuiden van Esbeek is gelegen, maar ook de Rovertsche Heide, ten westen van Esbeek, zijn uitgestrekte bos- en natuurgebieden.
In Esbeek wonen veel nakomelingen van hen die een eeuw geleden de heide ten zuiden van het dorp ontgonnen hebben. Het prachtige, 2700 hectare grote, landgoed De Utrecht is ideaal voor wandelaars en fietsers. Het is een schitterend voorbeeld van een gevarieerd ontginningslandschap, dat ongemerkt in het oude landschap verglijdt. De Rovertse Heide en het landgoed Gorp en Rovert, sluiten zich hierop aan en voeren u tot ver over de grens met België.
Oude Kempische boerderijen liggen in het groen verscholen. Aan de rand van de Rovertse Heide komt u een klein huisje tegen met de naam Schuttel. Deze naam verwijst naar de Rotterdamse kunstenaar Andreas Schotel (1896-1984), die deze hut tot zijn zomerverblijf maakte.
In de bossen van De Utrecht bevindt zich een oud cafééke, In den Bockenreijder genaamd. Het is een zeer bekend rustpunt voor fietsers en wandelaars en ook per auto bereikbaar. Maak kennis met de Brabantse hartelijkheid, u voelt zich er welkom en thuis.
Bewegwijzering: Het grootste deel van het parcours is bewegwijzerd met liggende rode ruitjes, liggende blauwe rechthoekjes en groene cirkeltjes waarin een half cirkeltje uitgespaard is (dit laatste teken wordt gebruikt voor de rondwandeling rond het meer). Het laatste stuk van de wandeling is ook nog wit-rood aangegeven, als deel van het Grote-Routepad 12.
Vertrekpunt: Pré-Barrage de Féronval in Boussu-lez-Walcourt ligt aan de N40, die Beaumont met Philippeville verbindt. Kom je uit de richting Beaumont, dan overschrijd je, even voorbij Boussu, de grens met de provincie Namen. Iets verder, bij de natuurstenen kapel van Sint-Anne, moet je de N40 naar rechts verlaten. Je volgt de asfaltweg rechtdoor, langs grote parkings en langs de Belvédère (rechts), een paviljoenachtig uitkijkpunt, hoog op een helling boven het meer. Sla de dwarsweg bij het meer rechts in en laat de auto achter op de uitgestrekte parking.
Aard van de weg: het traject dat min of meer de oever van het stuwmeer volgt, is van beton. Alle overige wegen zijn geasfalteerd.
Het zuidelijke stuk van de provincie Henegouwen wordt, gezien zijn vorm, de Henegouwse Laars genoemd. In het noorden ervan, net op de grens met de provincie Namen, werd een groots complex van stuwdammen aangelegd op ondermeer het riviertje de Eau dHeure. Zo ontstond er een reeks stuwmeren, grillig van vorm door het golvende reliëf van de bodem. Hierdoor werd niet alleen een aantal waterhuishoudkundige problemen opgelost. Het werd ook een recreatief paradijs, ondermeer voor wandelaars.
Je vat post aan de voet van de Belvédère . Houd die heuvel aan je rechterkant, het meer dus aan je linkerkant. Volg de verkeersweg (druk in het hoogseizoen) tot net voorbij het meer. Op die plek verlaat je de verkeersweg naar links in de Hammeau du Feronval, bij de bordjes Accès Ravel. Langs een roodwit hek loop je het Bois Mazarin in.Je volgt de betonweg en daar wijk je niet van af, tot hij uitkomt op een grotere asfaltweg, ongeveer 3 km verderop. Intussen merk je dat het parcours aangegeven is met drie verschillende tekens, zie Bewegwijzering.Ongeveer 400 m voorbij het roodwitte hek verdwijnt de weg licht afdalend het bos in. Af en toe krijg je het meer in doorkijkjes te zien; in het bladloze seizoen is dat uiteraard een stuk beter. Uiteindelijk loopt de weg stijgend langs een volgend roodwit hek.
Daar bereik je een geasfalteerde dwarsweg, die je rechts moet inslaan, vrij stevig bergop door het zuidelijke stuk van het Bois Mazarin.Na 800 m bereik je een verkeersweg, de N589, die Boussu-lez-Walcourt met Cerfontaine verbindt en die moet je kruisen. Je volgt de pijl Erpion, een bescheiden dorp, iets ten westen van het bos en het merencomplex.Je passeert de eerstvolgende linkerweg, die Hameau de Badon heet, maar 200 m verderop moet je de eerste weg rechts inslaan en langs een picknickplek , een infobord en wat ooit een hekje is geweest, het bos dieper ingaan.
De routetekens uit het eerste stuk van de wandeling wijzen hier weer alle drie de weg.
Wat verder ontdek je, aan het eind van een met een slagboom afgesloten rechterzijweggetje, een jachtpaviljoen. Ongeveer 700 m diep in de zijweg die je insloeg, bereik je, bij een verharde rechterzijweg, een prachtige, overdekte picknickplek .
De asfaltweg daalt en is hier een stuk van het Grote-Routepad 12, maar de drie routetekens zijn eveneens nog altijd aanwezig. Je passeert een overblijfsel van een hek en iets verderop bereik je, over de deels gekanaliseerde Ruisseau dErpion, een dwarsweg die je, bij de drie routetekens en een Grote-Routeteken, rechts inslaat. Bij de bosrand gaat de weg fors de hoogte in. Bij La Ruchette, een taverne-restaurant, buigt de weg links af en ontdek je voor je het dorp Boussu-lez-Walcourt. Je bent in de rue des Carrières. Bij een hoeve staat een oud kapelletje onder twee kleine bomen.
Bij het kruispunt op die plek moet je haaks rechtsaf (drie routebordjes) en verlaat je dus het Grote-Routepad, dat rechtdoor loopt.300 m verderop wacht alweer een kruispunt, met links een picknickplek. Hier loop je rechtdoor, om 500 m verder uit te komen op een verkeersweg, de N589. Sla die weg rechts in, om ongeveer 100 m verderop linksaf de pijl Relais de Falemprise te volgen.Aan je linkerhand blinkt het meer, gevormd door de voorstuwdam van Féronval. Tot slot blijf je de verkeersweg volgen. Loop wel aan de linkerkant en als het kan achter de vangrails.Je passeert de plek waar je in het begin van de wandeling het Bois Mazarin binnen bent gegaan. Je bereikt zo meteen het eindpunt van het tochtje, de voet van de Belvédère.
Omschrijving
Froidchapelle ligt in het noordelijke deel van de Henegouwse Laars, bij de stuwmeren van de Eau d'Heure, het grootste merencomplex van België. Die meren zijn uiteraard de grote toeristische blikvanger van de gemeente, maar ook de omgeving is rijk aan natuurschoon: glooiende heuvels, talrijke bossen, rustige dorpen en gehuchten.
Historisch
Een fragment van een veelluik en het 'testament van Sinte-Aldegondis' leren dat het dorp oorspronkelijk toebehoorde aan het kapittel van Maubeuge, maar in de 12de eeuw overging naar het graafschap Henegouwen. In 1597 werden alle 92 huizen van het toenmalige Froidchapelle door een brand verwoest. Het dorp van Boussu-lez-Walcourt behoorde toe aan het prinsbisdom Luik. Het werd in 1678 bij Frankrijk en in 1816 bij de Nederlanden ingelijfd. In 1831 vroegen de inwoners de aanhechting bij Frankrijk.
Start : Aan de kerk van het dorp Born, in het Duitstalig gedeelte van Belgie.
Afstand: 9,5 km
Bewegwijzering : geen
GPS : N50 19.957 E6 07.056
DE ROUTE :
Born is een Duitstalig dorp in de Belgische provincie Luik. Het hoort bij de gemeente Amel en heeft bijna 600 inwoners.
De spoorbrug van 1916, traject Amel-Born.De naam Born komt van het woord bron en verwijst naar het grote aantal bronnen dat er ontspringen.
De wandeling verloopt de eerste kilometers uiterst vlot doordat ze over de Ravel tussen St-Vith en Waimes liep.
Een Ravel is een oude spoorwegbedding die omgebouwd is tot fiets en wandelpad.
Daardoor zijn er hier geen grote hoogteverschillen.
De vergezichten links en rechts waren prachtig, en de rivier de Emmels kronkelde rustig door de vallei.
Dit is echt genieten van de omgeving! 4km lang volgden we deze Ravel,
Op het keerpunt van de tocht staat een enorme hoeve, "Gut Eid" genaamd.
Het is een grote witte hoeve met groene vensters en deuren, precies zoals in de boekskes.
Op deze terugweg hebben we een beetje een golvend terrein maar nooit echt steil, de 9,5 km is zeker de moeite waard, laat u niet afschrikken door de afstand.
Na nog een klein stukje door het gemeentebos van Amel staan we terug aan de kerk van Born, met het oude spoorwegviadukt op de achtergrond.
Bezienswaardigheden
Kerk (St. Lucia), romaans
Viaduct: 285 m, 11 bogen (oude spoorweg)/"Von Korff"-brug
Start : Kerk van Grobbendonk - ruime parking achter de kerk
Afstand : 10 km
Bewegwijzering : geen
GPS : N51 11.440 E4 44.293
De kerk van Grobbendonk bereik je door de E313 te verlaten bij afrit 20-Herentals-West. Via de N13 richting Nijlen en de afslag rechts in Bouwel bereik je aan de overzijde van het Albertkanaal het centrum van Grobbendonk.
DE ROUTE :
Gevarieerde wandeling met veel bossen en onverharde bospaden, langs Boshoven, Molenheide en Molenbos. In natte periodes zijn stevige wandelschoenen aan te raden.
De benedenvallei van de Kleine Nete en de Aa werd vaak beschreven door Felix Timmermans. De bekende Vlaamse schrijver vertoefde graag in het vlakke en afwisselende landschap van vochtige weiden omzoomd met bomenrijen, uitgestrekte bossen met her en der nog heiderestjes.
Je vertrekt aan de kerk richting Gemeentelijke Bibliotheek.
De huidige parochiekerk van Grobbendonk werd ingewijd in 1951. De vorige kerk werd immers vernield tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een Neoromaans bouwwerk van meester J. Ritzen dat erg sober van inhoud is. Het hoogkoor bestaat uit grijs marmer, evenals het altaar, de beide zijaltaren en de communiebank.
Je passeert achtereenvolgens enkele bankkantoren en horecazaken. Blijf rechtdoor lopen, de Bergstraat in. Aan het benzinestation volg je niet de hoofdbaan naar links, maar ga je verder rechtdoor (Nijverheidsstraat).Blijf rechtdoor lopen voorbij het kerkhof en een reeks bejaardenflats. Aan het rondpunt neem je de tweede straat links (Kapelstraat). Honderd meter verder heb je aan je linkerkant de mooie kapel van Boshoven, gewijd aan O.L.Vrouw van Lourdes en meer dan honderd jaar oud .
In 1957 werden hier overblijfselen gevonden van een voor de Kempen zeer belangrijke driehoekige Romaanse kerk met vierkant koor. Uit respect voor het sacrale karakter werd op de plaats van het koor een kapelletje gebouwd.
Je vervolgt de Kapelstraat die iets verder van naam verandert in Koekoekstraat. Die wordt op het einde afgesloten door twee stenen pilaren. Maar zover moet je niet gaan, want 50 meter daarvoor is er een smal bospaadje rechts dat je inslaat. Blijf dit pad steeds rechtdoor volgen, ook wanneer het overgaat in een brede, halfverharde weg. Steek even verder de rijweg over en volg verder een smalle asfaltweg, de "Vliegenzwam". Waar die uitloopt op een puntig ijzeren hekken neem je links en volgt even verder de rechtse bocht. Het wordt een smalle asfaltweg en zo kom je op een viersprong. Je gaat niet naar Pulle, maar neemt de weg rechts (De Boshoven) en die blijf je volgen. Ook de weg naar de manege Welkomhoeve laat je links liggen en je volgt het betonbaantje naar rechts. In de volgende linkse bocht verlaat je dit echter en neem je rechtdoor het (soms moeilijk zichtbare) pad ,links van de aarden wal, dat recht het bos in gaat. In het bos neem je rechts en onmiddellijk terug links langs de draadafsluiting. Blijf die afsluiting volgen tot aan een open plek waar je links het smalle paadje tussen het kreupelhout neemt. In het dennenbos hou je links aan en blijf je het paadje volgen tot aan een bredere bosweg. Hier ga je rechts en onmiddellijk terug links een andere bosweg in. Volg die tot aan een asfaltweg waar je rechts neemt en die je volgt tot aan het linkse pad naast huisnummer 6.
Dat is de Trawantelberg die je inslaat. Negeer de weg links (Kwikstaartendreef) en blijf rechtdoor het paadje volgen tot aan een kruispunt met verschillende half verharde wegen. Neem daar de Mezendreef, dat is ongeveer rechtdoor. (De wegwijzers zijn zeer onduidelijk geplaatst. De Vlaamse Gaaiendreef is de weg uiterst links. Je moet het huis met de roomkleurig baksteen langs rechts voorbij).
De Mezenweg mondt uit op een asfaltbaan die je naar links volgt en die je leidt door een prachtig onderhouden gebied en door een jonge eikendreef.Op het einde tref je links zelfs een prachtige natuurlijke tuin met waterpartij en fonteintje. Waar de asfalt eindigt en de weg een haakse bocht naar links maakt ga je rechts het (zeer smalle) paadje tussen de velden in. Na een linkse bocht komt dit uit op een half verharde weg die je naar rechts volgt. Bij de eerste zijweg ga je opnieuw rechts en na 50 meter sta je aan Taverne "De Roos van Casablanca" Je bent ongeveer halverwege de wandeling en een versnapering zal misschien wel welkom zijn.
Vervolg je weg (niet op je stappen terugkeren!) het bos in. Aan de T ga je links en aan het eerste kruispunt gewoon rechtdoor (aanduiding rode pijl). Volg deze weg tot aan de eerste huizen van Vorselaar.Op het kruispunt neem je de tweede weg rechts (de Molenhei nummers 9 t/m 17). Steek de Molenbaan over, ga even rechts en vervolg je weg links langs de Molenhei.
Aan de witte villa met huisnummer drie neem je rechts. Negeer alle zijwegen en volg dit zanderige bospad tot aan de Pullesebaan. Ga hier rechts, loop tussen de betonnen zuilen door en sla 100 meter verder de bosweg links in. Je komt voorbij een prachtige rij beuken die waarschijnlijk ooit een dreef hebben gevormd maar waarvan op de linkerkant nog maar enkele exemplaren overblijven. Draai op het einde zachtjes mee naar rechts en volg de beuken die hier nog in een dubbele rij aanwezig zijn tot aan de rand van het bos. Aan de eerste en ook enige rustbank op de wandeling ga je rechts, volg je de asfaltweg die overgaat in klinkers en neem je de tweede weg links voorbij het gemeentebord Grobbendonk, de Hoogveldstraat.
Waar die eindigt ga je even rechts en onmiddellijk terug links, een kerkwegel in die op de drukke baan Grobbendonk - Vorselaar uitkomt. Nog even rechts die baan volgen en je bent terug op het vertrekpunt..
In het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant ligt Diest, een gezellige, innemende Demerstad met een groots en rijk verleden.
Een pracht van een wandeling waar toch wel enkele klimmetjes in voorkomen,met prachtige vergezichten,echter nogal moeilijk voor mensen met een rolstoel
Starten doen we aan het station van Diest,waar we links de trappen nemen van de voetgangersbrug over de treinsporen
Station Diest is een spoorwegstation langs spoorlijn 35 (Hasselt - Leuven) in de stad Diest.
In het station vertrekt ook spoorlijn 17 naar Tessenderlo, die tot 1984 doorliep tot Beringen. Ook de voormalige spoorlijn 22 naar Tienen vertrok uit het station Diest.
We steken de R26 over en nemen de eerste straat rechts, de Lazarijstraat.
Even klimmen tot we bovenaan een mooi panoramisch zicht krijgen op het vliegveld van schaffen
We komen ook een aantal plakketjes tegen van het vliegveldpad.
Vervolgens hebben we Merelstraat Vennestraat Klappijstraat
Even voorbij de bocht links zie je twee (glazen) bollen , dit padje omhoog volgen tot voorbij het voetbalveld tot op de Kruisstraat.
Opgepast,we steken de N127 over en gaan de nieuwe verkaveling de lintenbergop
Rechtdoor de wandelweg door de verkaveling tot de broekstraat
Terug de N127 oversteken en rechts de holleweg (dit is zijn echte naam) in.
Aan de lichten recht oversteken de turnhoutsebaan in
Groenstraat Lazarijstraat Fort Leopoldlaan en terug de voetgangersbrug over Diest het station
Jauchelette (Waals: Djåçlete) is een dorp van de gemeente Geldenaken en ligt aan de Grote Gete.
De naam betekent Klein-Geten, in tegenstelling tot Geten (Frans : Jauche).
De Sint-Gertrudiskerk van 1220 werd in 1823 vergroot en in 1926 grondig gerestaureerd. Op het grondgebied van het dorp staat de cisterciënserinnenabdij van La Ramée (Rameien), gesticht in 1216. Er is nog een indrukwekkende hoeve van bewaard.
De Abdij van La Ramée is een beschermd historisch monument dat met smaak en respect gerestaureerd werd en waarvan de oorsprong teruggaat tot de 18de eeuw.
De hoeve ligt in Midden-België, in Waals-Brabant, dicht bij de grens met Vlaanderen.
Haar dynamisch en professioneel team staat tot uw dienst voor de organisatie van alle soorten evenementen, of het nu om culturele, gezins- of bedrijfsevenementen gaat.
De hoeve en de schuur werden geklasseerde monumenten en locatie in 1980 en hebben de prijs CAÏUS gewonnen van het Waalse Gewest in 2000. In 2001 kreeg zij de Europa Nostra prijs en in 2002 werd La Ramée erkend als belangrijkste monument van Wallonië.
Over de origine van de abdij La Ramée tast men in het duister : we bezitten geen aanwijzingen over het moederklooster, noch over de precieze stichtingsdatum. Een gemeenschap van cisterciënzer slotzusters in Kerkom, ten noordwesten van Tienen. Deze plek bleek ongetwijfeld niet geschikt en de kloostergemeenschap werd in 1215 of 1216 overgebracht naar Jauchelette waar zij zich vestigde op een stuk land geschonken door Gérard de Jauche en zijn dochter Helwide, abdis van Nijvel.
La Ramée was als abdij autonoom, maar bleef onder het spirituele voogdijschap van de grote abdij van Villers staan.
Van de oude cisterciënzer abdij, gesticht in de 13de eeuw, zijn enkel de boerderij en de schuur bewaard gebleven, twee opmerkelijke gebouwen uit de 18de eeuw. In de schuur, één van de grootste van het land, hebben we zicht op een reusachtig houten geraamte geplaatst op steunpilaren. De stallen vormen een enorme ruimte, waarvan het plafond bestaat uit een drievoudig booggewelf van baksteen. Het geheel is geklasseerd en omgebouwd tot een centrum voor seminaries en recepties, met een theaterzaal. In de oude boomgaarden van de abdij is een "fruiticum" geïnstalleerd.
Maar la Ramée heeft meer bijzonderheden. Zoals de Tiendenschuur, de grootste schuur van België (49meter lang, 22 meter breed en 21 meter hoog). Het meest prestigieus is de grote zaal. Hier schuilt onder een authentieke achttiende eeuwse balkenstructuur een vloer van origine terracotta. Om maar te zwijgen over die dubbele rij zuilen van bewerkt blauw steen waarop drie fraaie koepels steunen. En dat voor zon grote zaal: maar liefst 240 personen kunnen hier genieten van een gastronomisch diner. Ook kan men hier een receptie houden voor 520 personen.
Dat la Ramée zijn eigen bier heeft, is niet zo verwonderlijk. Mortelmans: Zodra de abdij in 1216 gesticht was, begonnen de zusters met brouwen. Of ze met hun eigen gerstenat proostten op de inauguratie vermeldt de geschiedenis niet. De complete levensloop van het bier staat niet in de documenten vermeld. Hier en daar vinden we in de geschiedenis enkele sporen. Zo blijkt uit achttiende eeuwse documenten dat la Ramée drie molens, een zagerij maar ook een brouwerij bezat. In 1864 kwam er een eind aan het brouwen.
Totdat het op 21 juli1997, ter gelegenheid van de nationale feestdag, weer op de markt kwam. Aarzelend brouwde de kleine Namense brouwerij les Artisans Brasseurs 35.000 liter per jaar. Het bier sprak niet alleen consumenten en horeca aan maar ook slager Biewart en kaasmaker Belgomilk. Op basis van het bier kwamen er niet alleen paté en worst, maar ook een zachte romige kaas. Twee jaar geleden nam Brunehaut de roerstok over. Deze, o.a. om zijn jeneverbier bekend staande, brouwerij produceert nu gemiddeld 400.000 liter per jaar La Ramée.