HOE MEER REAKTIES ER BINNENKOMEN HOE MEER DE SITE WORDT UITGEBREID------------ALLE ROUTES ZIJN VERKRIJGBAAR ALS GPS-FILE OP AANVRAAG
13-02-2010
Herentals 1
Herentals - Begijnhofwandeling
Start : Begijnhof Herentals
Afstand : 10,6 km verkorting 6,6 en 3,2 km
Bewegwijzering : wandelnetwerk
GPS : N51 10.657 E4 50.101 (kerk)
Tussen Burcht- en Begijnenstraat
2200 Herentals
DE ROUTE :
6-30-7-5-97-73-2-98-99-1-4-6
(De nummering is aangepast op 14-11-2012)
Het wandelnetwerk van de Kempense heuvelrug is schitterend gelegen: een lange landduinrug die zich vrijwel parallel langs de Kleine Nete uitstrekt tussen Herentals en Retie.
Je bepaalt zelf waar je vertrekt en hoe lang je wil wandelen. Begin bv bij het pittoreske begijnhof van Herentals, beklim de Toeristentoren (bij helder weer kan je het Atomium zien) en laat je verrassen door het Netepark, Hidrodoe en de wielerschool. Je bent hier immers thuis bij Rik van Looy, de Keizer van Herentals.
Keizer Karel heeft deze streek trouwens ook nog verkend en zn naam leeft nog voort in het Goudblonde en het Robijnrode Keizer Karelbier.
De Swaen
In deze gezellige bistro in het hart van de Kempen, schuin tegenover het begijnhof, geniet je van de heerlijke Keizer Karelbieren.
Begijnhof (gesticht in 1266. In de 15e eeuw verbleven hier 300 begijnen. Het werd verwoest in 1578 door de beeldenstormers maar later heropgebouwd, met gotische kerk (15991614), 17e-eeuwse huizen (Fondatiehuis, Infirmerie) en poortgebouw uit 1622
De oudste kern van Herentals, nabij de huidige St.-Waldetrudiskerk, behoorde tot het klooster van Ste-Waudru van Bergen (Henegouwen). Een tweede nederzetting, aan de Kleine Nete, werd in 1209 gesticht door hertog Hendrik I van Brabant en verkreeg stadsrechten.
Ze verwierf in 1303 een vrijheidskeur en groeide snel uit tot een centrum van economische welvaart. Het belang van de stad blijkt ook uit de vestiging van verschillende religieuze instellingen: gasthuis (ca. 1253), begijnhof (voor 1266), norbertinessenklooster Besloten Hof (1410), minderbroederklooster (1472) en een augustijnerklooster in 1613. Deze religieuze stichtingen hebben mede het aanzicht van de stad bepaald.
Aanvankelijk was noordelijk Herentals sterker ontwikkeld dan zuidelijk Herentals. Zo werd in 1253 het gasthuis opgericht aan de Nete, en vóór 1266 werd daartegenover, op het Nieuwland, een begijnhof gesticht. Bij het begin van de zestiende eeuw woonden er op het begijnhof ongeveer driehonderd begijntjes, en daarmee was het een van de grootste van het hertogdom.
Deze prachtige wandelroute start te Sibbe - Ijzeren en doet zo als de naam al laat vermoeden de Cauberg aan, deze "berg" ligt te Valkenburg - aan - de Geul. De Cauberg is een helling in Valkenburg in de Nederlandse provincie Limburg. De Cauberg is vooral bekend uit de wielersport, de helling werd en wordt in het parcours van diverse wedstrijden » Amstel Gold Race opgenomen...
Na het verlaten van Sibbe - Ijzeren wandel je richting het "Sint - Jansbos". Via het Kasteel "Schaloen" wandel je verder naar de Kapel de Kluis, welke op de top van de "Schaelsberg" gelegen is. Hier bevindt zich ook een kruisweg. De "Kruisweg" die ten oosten van de voormalige kluis ligt, werd in 1843 gesticht door past. Loomans.
De kruisweg bestaat uit 13 staties van het model 'ovenkapel met nissen' voorzien van schilderingen door leden van de Kunstkring Henri Jonas uit 1999. De kapellen zijn gegroepeerd om het symbolische graf van Christus met daarin een houten kist en bovenop een kruis met de 'Arma Christi', de gereedschappen, waarmee Christus aan het kruis geconfronteerd werd...
Na het verlaten van de "Schaelsberg" wandel je verder via het "Kasteel - Oost" richting Valkenburg - aan - de - Geul waar men naast het Kasteel van Valkenburg (Ruiine) loopt. Het is meteen ook de enige hoogteburcht die Nederland kent. Via de "Romeinse Catacomben" wandel je dan verder richting de Cauberg, hier staat je een heuse beklimming te wachten, welke gevolgt wordt door een vrij lange trap...
Eens boven op de "Cauberg" dan wandel je dwars doorheen het bungalowpark "Landal de Cauberg" richting de Steenkoolmijnen "Daelhemergroeve", welke het hele jaar door toegankelijk zijn voor het publiek. Via de Heunsberg, waar de "Wilhelminatoren" staat (Deze toren, gebouwd in 1906, biedt u een magistraal panorama zoals u deze nergens anders tegenkomt in ons land...
Als een levensecht schilderij biedt dit uitzicht u ongerepte schoonheid : een niet te missen blik over het Limburgse landschap. Bij helder weer kunt u zelfs tot voorbij de grens met België en Duitsland kijken), wandel je dan verder richting het eindpunt van deze wandelroute te Sibbe - Ijzeren...
Let op... Terwijl je deze wandelroute wandelt, wandel je regematig door (zeer) kwetsbare natuurgebieden, gelieve hier de gedragscode te respecteren en de rust te bewaren a.u.b.... Kasteel Schaloen (1375). Oud-Valkenburg
Door tijdgebrek en het nog niet weten van de schoonheid van het gebied hebben we deze korte wandeling toch
Nog gedaan en het is achteraf gezien één van de mooiste geweest.
Kort, ja ,want amper 5 km ,wel op een snikhete dag ,maar onder het bladerdek van de bomen en het afkoelend geruis van de Prum.
Je zou deze fantastische wandeling wel in je zondagse klederen kunnen doen
Vanaf de parking de weg oversteken naar de brug toe en daar volg je het nummer 5.
Eerst even klimmen en dan langzaam dalend naar Prumzurlay , onderweg,en je zult het moeilijk kunnen geloven, kwamen we een hopplantage tegen.
We keren op de Prumzurlaybrug en klimmen even naar boven waar een kasteel staat .
Rechts komen we het nummer 10 tegen en volgen dit nummer langzaam dalend terug naar de parking,onderweg
genietend van de wondermooie natuur.
Als je in de buurt bent moet je deze wandeling absoluut doen
Irrel, Duitsland
Ligging: in het zuidwesten van Duitsland
Landschap: een glooiend landschap met veel bossen
Bezienswaardig: Irreler Wasserfälle
Activiteiten: gezonde lucht opsnuiven in dit luchtkuuroord, wandelen
Irrel is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Irrel telt 1.399 inwoners[1].
Kerk
Van de oude kerk rest alleen nog de toren die iets verder in dezelfde straat staat. De nieuwe kerk werd gebouwd begin jaren zestig van de vorige eeuw. Omwille van problemen met funderingen werd de toren apart gebouwd en enkele voorwerpen uit de oude kerk staan nu in de nieuwe, zoals het altaar.
De Irreler Wasserfälle liggen in de rivier de Prüm net boven (stroomopwaarts) van het dorpje Irrel.
Afslag Irrel nemen en het dorp binnenrijden. In het dorp neem je de afslag Prumzurlay, het bordje "Wasserfalle" staat net aan de verkeerde kant van de weg zodat je het alleen direct ziet als je van de andere kant zou komen. Na 3 kilometer kom je rechts een grote parkeerplaats aan de bosrand tegen. Daar parkeren. Links in het bos loopt een wandelpad helemaal langs en om het mooie stukje wildwater.
Prümzurlay is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Prümzurlay telt inwoners.De plaats is een Ortsgemeinde en maakt deel uit van de Verbandsgemeinde Irrel
Start : Aan het stationneke van het toeristentreintje
Afstand : 7.5 km
Bewegwijzering : rode rechthoek
GPS : N50 15.324 E5 35.844 (Parking)
DE ROUTE:
De wandeling vertrekt waar men ook de oude tramlijn ziet lopen die nu nog gebruikt wordt voor de
Toeristen en loopt omhoog langs de rivier de sansinri.
We vertrekken door het bos van 330 meter boven de zeespiegel tot op het bovenste punt en draaipunt dat op 550 meter boven zeespiegel ligt , waarna we stilaan afdalen allemaal langs onverharde wegen
Amonines (Waals: Monene) is een dorp in de Belgische provincie Luxemburg en een deelgemeente van Erezée. Amonines heeft een oppervlakte van 10,91 km².
Het dorp is gelegen in de Ardennen aan de Aisne. Zowat de helft van het heuvelachtige gebied bestaat uit bos. Aan de Aisne zijn er moerassige weiden. Ten noorden van het dorp, langs de N841 naar Erezée, ligt nog het gehucht Blier.
De Sint-Lambertuskerk uit 1824, heropgebouwd uit de eerste kerk van 1738. De kerk liep schade op tijdens de Tweede Wereldoorlog en werd in 1957 volledig hersteld en gerestaureerd. treinstation Forge à La PlezTramway Touristique de l'Aisne
De Sansinri (beek) loopt gewoon over de weg. Laarzen aangeraden
Een Beetje een heuvelachtige wandeling door het bos en langs de oevers van het meer
Bütgenbach wordt terecht gezien als een belangrijke toeristische trekpleister van de Oostkantons. Aan de oevers van het meer vindt u de infrastructuur om verschillende sporten en andere activiteiten te beoefenen: zwemmen, tennis, waterfietsen,... Een mooie wandeling rond dit prachtige meer.
In Bütgenbach is er rond het stuwmeer een recreatiepark gebouwd met logies- en eetmogelijkheden: Worriken Center. Je kan er allerlei watersporten beoefenen, er is zelfs een sporthal en zwembad. Het meer is wel niet afgeschermd en is bereikbaar voor de wandelaars
de wegwijzertjes volgen, een wit plaatje met in het midden een gele rechthoek, daarop een pijltje vergemakkelijkt de richting die te volgen is.
Deze wandeling is een echte aanrader voor iedereen die in de buurt komt of is, wel een belangrijke tip, neem zeker wat te eten en te drinken mee want je kan er niets vinden onderweg. In geval van nood kan je natuurlijk nog altijd van het meer drinken, leeg krijg je het toch niet, de vissmaak zul je er wel moeten bijnemen.
Ook wanneer deze streek zware sneeuwval kent, blijft de wandelweg rond het meer (11 km) bijna altijd begaanbaar, vooral omdat hij rondom volledig nieuw werd aangelegd. Met zijn uitzichten biedt hij een belevenis, die men zich in geen geval kan ontzeggen.
Het Meer van Bütgenbach is een Belgisch stuwmeer op de rivier de Warche. Het meer ligt op het grondgebied van de gemeente Bütgenbach en heeft een oppervlakte van 120 hectaren (of 1,2 km²).
De dam werd aangelegd van 1929 tot 1932 en heeft een hoogte van 23 m. De centrale kan 2,2 miljoen kWu leveren en wordt uitgebaat door Electrabel.
Het meer bevindt zich in de Belgische Oostkantons, op de rand van het plateau van de Hoge Venen. Het is een toeristisch trekpleister voor watersporters. Men kan er zeilen, windsurfen, kajak varen, waterfietsen, zwemmen, sportvissen ... Motorboten zijn niet toegelaten.
In de herfst van 2003 liet men het meer bijna volledig leeglopen voor onderhoud aan de stuwdam. Dit onderhoud werd in 2004 uitgevoerd. Het meer werd in de loop van dat jaar opnieuw gevuld.
WORRIKEN *
Onze camping, aan de rand van het meer van Bütgenbach, biedt u standplaatsen van 100 m² met elektriciteit, drinkbaar water en afvalwater. Ons restaurant biedt à la carte menu's en meeneemgerechten. In de Worrieclub organiseren we animaties voor kinderen van 12/07 tot 13/08. Ontdek het nieuwe strand met het aquapark, speelveld en beach volleyterrein. Neem een duik in ons overdekt zwembad, ga tennissen of squashen. Bij ons kunt u ook activiteiten beoefenen zoals swingolf, boogschieten, kajak, oriëntatietochten of avonturenparcours.
Afstand : ongeveer 11.5 km (ruim 2.5 uur wandelen)
Bewegwijzering : plaatjes met BU1
GPS : N50 06.400 E6 31.047
DE ROUTE:
Burbach gemeente in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, gelegen in het district Siegen-Wittgenstein. Burbach telt 14.641 inwoners
Rondwandeling Bu1:
Burbach - Golfterrein - johannsbach - Katzenbach - Neustrassburg - Auf der Hardt - Burbach
Vanaf de parking in de Hilistrasse, bij de kerk, stap je de Fleischstrasse in en wandel je voorbij de kerk.
Daar circa 200 meter voorbij, via een landbouwweg naar de Golfplatz wandelen.
Op de L33 links aanhouden en weer amper 200 meter verder rechtsaf gaan in de richting van Wawern.
ln de eerste scherpe bocht, via een bospad over 4 à 5 km door het bosgebied nim Kesselnwandelen. De L32 over steken en langs de vijvers naar de L33 toe wandelen om van daaruit via Neuenweiher en de Weiherstrasse in Neustrassburg uit te komen.
Het kruispunt oversteken en enkele 100 meters verder links ingaan, voorbij de grillhut en via de zandweg, met prachtige panorama 's op Burbach en Neustrassburg terug naar Burbach wandelen. Door de Heldstrasse kom je terug bij de parking, vlakbij de kerk, waar je bent vertrokken.
Starten aan de abdij van Tongerlo vanwaar we langs het hof van Overwijs en het Boshuis
Met zijn Kabouterbos en speeltuin de Beeltjes verkennen en rond de abdij een paar verassende ontdekkingen tegen komen
De Abdij van Tongerlo is een norbertijnenabdij bij het dorp Tongerlo in de Belgische gemeente Westerlo.
De abdij werd gesticht rond 1130, toen een aantal norbertijnen van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen zich vestigden op het landgoed van heer Giselbert van Castelré. De abdij is tot in de 13e eeuw enige tijd een dubbelklooster geweest waarin ook norbertinessen woonden.
Tot ver in de 16e eeuw had de abdij van Tongerlo uitgebreide bezittingen in het hertogdom Brabant. Van 1559 tot 1590 viel de abdij onder het bisdom 's-Hertogenbosch. In 1590 wist de abdij dit bestuur af te kopen door de meeste bezittingen in het huidige Noord-Brabant af te staan. Na de val van 's-Hertogenbosch in 1629 vluchtten de norbertijnen tijdelijk naar hun refugehuis in Mechelen.
De abdij speelde in 1789-1790 een rol in de Brabantse Omwenteling tegen het Oostenrijkse bewind door het ronselen en bewapenen van troepen. Na het neerslaan van de opstand werden de bezittingen van de abdij in beslag genomen. In diezelfde periode bood de abdij tijdelijk onderdak aan het bronnenmateriaal van de Bollandisten. In 1796 kwam aan de abdij een voorlopig einde, wanneer Franse revolutionairen de norbertijnen uit het complex verdreven. Hierna werd de abdij verkocht en werd een deel van de gebouwen gesloopt, waaronder de kerk. Pas in 1838 werd de orde heropgericht om twee jaar later terug te keren naar Tongerlo.
De abdij trekt het hele jaar door veel gelovigen en toeristen. Inkomsten worden gehaald uit onder andere een boekhandel, een bakkerij en het Tongerlo abdijbier dat voor de abdij gebrouwen wordt door brouwerij Haacht, en door de entree op de bezichtiging van een getrouwe kopie van Het Laatste Avondmaal van Da Vinci die onder toezicht van Da Vinci door zijn leerlingen zou zijn gemaakt. Het hoofd van Jezus en van Johannes zou door Da Vinci zelf geschilderd zijn.
Op 23 december 2009 raakte bekend dat de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois N-VA een premie van 723.042 euro toekent voor de restauratie van de Norbertijnenabdij in Tongerlo. Deze premie zal aangewend worden voor de restauratie van de omwalling, die kampt met funderings- en stabiliteitsproblemen.
Bezienswaardigheden
--Poortgebouw, bestaande uit een 14e-eeuwse onderbouw in romaanse stijl en een 16e-eeuwse bovenbouw in gotische stijl.
--Kerk in neogotische stijl uit 1852, ontworpen door architect Paul Stoop.
--Bisschopshuis: in gemengd gotische- en renaissancestijl, ontworpen door Rombout II Keldermans.
--Abtshuis:, een paleis uit 1728, ontworpen in classicistische stijl door de Antwerpse architect Kerrickx (1682 - 1745).
--Da Vinci-museum: museum rond een getrouwe replica uit 1545 van Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci
--De lourdesgrot op de wandelweg achter de abdij
Het Boswachtershuis :
De jeugdherberg van Westerlo is, zoals de naam doet vermoeden, een oud boswachtershuis. Het gebouw werd gemoderniseerd en voorzien van alle comfort zonder de oorspronkelijke charme ervan aan te tasten. De schitterende ligging aan de rand van het bos maakt deze jeugdherberg zeer geschikt voor bosklassen. Afwisselende landschappen: bossen, moerassen, waterlopen, landbouwgebieden en rustige dorpskernen zorgen voor een uitgebreid gamma van interessante wandelingen en fietsroutes. Er is een grote speelweide met speeltuin. de abdij van Tongerlo
Start : parkeerplaats van Staats Bosbeheer aan de Postelseweg hoek Bredasebaan in Eersel.
Afstand : 10.6 km
Bewegwijzering :
GPS :
Cartierheide, 5527 Hapert, Bladel, Noord-Brabant, Nederland
DE ROUTE :
Deze route is vernoemd naar de gelijknamige Cartierheide, een gebied met fraaie heideterreinen met droge en vochtige delen. Door het terrein loopt het Dalemstroompje, waar de route voor een groot deel langs voert. Onderweg komt u met een beetje geluk grazende Bedaïze koeien tegen.
In de Eerselse bossen passeert u boerderij de Heestert. Deze gerestaureerde boerderij dateert waarschijnlijk uit het einde van de 16e eeuw.
Omschrijving
Deze wandelroute voert u door een prachtig landschap van bos en heide met droge en natte delen.
De Cartierheide is een natuurgebied dat onderdeel uitmaakt van het Natuurgebied De Kempen en dat zich bevindt in de gemeente Bladel. Het gebied is 172 ha groot.
De naam van het gebied is ontleend aan baron Emile de Cartier de Marchiennes.
Deze kocht in 1863 het nabij deze heide gelegen Duizels Hof en gebruikte de heide als jachtterrein. Hieraan is het te danken dat het gebied in de jaren '30 van de 20e eeuw niet werd ontgonnen. Aan de baron herinnert ook het zeldzame berkenlaantje, een beschut pad langs het ven, van waaruit hij ongezien op de eenden in de vennen kon jagen.
Sinds 1932 is het gebied eigendom van Natuurmonumenten, maar tegenwoordig wordt de Cartierheide beheerd door Staatsbosbeheer. De zoon van de baron, die eveneens Emile heette, heeft toen zijn gebied aan Natuurmonumenten geschonken.
De Cartierheide wordt doorstroomd door het Dalems Stroompje en men vindt er dan ook veel vochtige heidegebiedjes, berkenbroek en gagelstruweel. De bovenloop van het Stroompje werd in 1994 hersteld. Direct ten westen van de Cartierheide ligt de Palts en Kroonvense Heide.
In het gebied groeien onder meer Ronde zonnedauw en Klokjesgentiaan.
Reptielen als Gladde slang, Levendbarende hagedis en Hazelworm leven hier.
Ook de Heikikker kan men er vinden.
Door het gebied zijn wandelingen uitgezet.
De Cartierheide
Het natuurgebied heeft veel planten- en diersoorten. Het is een ideaal gebeid voor natuurliefhebbers, vogelaars en wandelaars. Vindt hier onder meer struikheide, dopheide, ronde zonnedauw, wilde gagel en klokjesgentiaan. De aanwezige vogelsoorten zijn rijk gesorteerd. U vindt er de blauwborst, tapuit, klapekster, kruisbes en kokmeeuw. Zelfs reptielen als de gladde slang, de levendbarende hagedis en de hazelworm leven hier, naast amfibieën als de heikikker, de groene kikker of salamanders. Op stille momenten kunt u op de Cartierheide zelfs reeën, hazen of vossen tegenkomen.
Baron De Cartier
De oorsprong van de naam Cartierheide ligt bij baron De Cartier De Marchiennes, die het ernaast gelegen Duizels Hof in 1863 kocht. Zoon Emile schenkt het terrein in 1932 aan Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Staatsbosbeheer probeert de heide te bewaren door te plaggen, maaien en te laten begrazen. Dit leidt tot een mooie, afwisselende heide. De Bazadaise koeien grazen er van voorjaar tot najaar en geven de heide een extra natuurlijk uiterlijk.
Bezoekers kunnen het gebied dat zon 172 hectare groot is te voet, met de fiets of per rolstoel doorkruisen.
Tips!
Zorg voor goed passend schoeisel
Neem voldoende drinken en eten mee voor onderweg.
Wandel op drukke wegen altijd tegen het verkeer in, u ziet zo voertuigen aankomen.
Wijk niet af van de aangegeven routepaden.
Sommige routes bevatten trajectdelen die niet toegankelijk zijn voor honden.
Informeer daarom altijd van tevoren.
Indien toegestaan, gelieve uw hond aan de lijn te houden, tenzij het een speciaal honden-losloop-gebied betreft
hapert - De Pan Cartierheide: het groene tapijt aan het begin van de zomer.
Afstand : De lengte van route A = 8 KM, route B = 10,5 KM C= 7 KM
Bewegwijzering : geen
GPS : N51 27.737 E5 08.354
Dorpsstraat 2, Esbeek
DE ROUTE :
Het is ook mogelijk op andere punten te vertrekken b.v. bij Horeca of station N.S.
Verklaring van de Waypoints
1 Gasterij Schuttershof, Dorpsstraat 2, Esbeek
2 Schaapskooi
3 Het Landgoed, Lage mierdseweg 3, Esbeek
4 Kampeerboerderij De Kievit, Prins Hendriklaan 4, Esbeek
5 In Den Bockenreyder , Dunsedijk 3, Esbeek
RP-1 Routepunt A-B
RP-2 Routepunt A-B
RP-3 Routepunt B-C
RP-4 Routepunt B-C
Esbeek is een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en vanouds behorend tot de gemeente Hilvarenbeek. Het dorp heeft ongeveer 1.100 inwoners.
Het dorp is ontstaan uit een kransakkerdorp, waarvan ook tegenwoordig de structuur nog goed te herkennen is. Naast Esbeek omvat het de buurtschappen Groenstraat en Hoogeind. De akker is gelegen op de westeoever van het Spruitenstroompje, een beek die 5 km ten noorden van Diessen in de Reusel uitmondt.
Pas in 1889 werd Esbeek een eigen parochie en ontstond er rondom de in 1890 ingewijde kerk een kleine dorpskern. Ook kwam er omstreeks deze tijd een stoomtram die van Tilburg naar Poppel reed, en waarvan de Oude Trambaan, een brede dreef die de bossen van de Rovertsche Heide en Landgoed de Utrecht scheidt, nog getuigt. Voorts kwam er bedrijvigheid in de vorm van een steenfabriek. De baksteenindustrie begon omstreeks 1900 door de familie Zeebregts, een geslacht van metselaars en aannemers. Vanaf 1923 echter kwam er een steenfabriek die op grotere schaal werkte, en de grootste werkgever van Esbeek werd. In 1994 werd er nog in geïnvesteerd, maar in 2008 kwam het bericht dat de fabriek, die inmiddels tot het Wienerbergerconcern behoorde, ging sluiten, omdat het bedrijf haar productie op een kleiner aantal locaties ging concentreren. De 16 werknemers werden ontslagen of moesten verhuizen.
Ondertussen kreeg Esbeek vanaf 1980 een eerste nieuwbouwwijk en een bedrijventerrein, "De Mierbeek" geheten.
Bezienswaardigheden
De Sint-Adrianuskerk werd gebouwd naar een ontwerp van de Osse architect H.R. Hendriks en werd ingewijd in 1890. Daartoe werd in 1889 de parochie Esbeek afgesplitst van die van Hilvarenbeek. In de kerk bevindt zich een gepolychromeerd houten beeld van de Heilige Cornelius. Dit is gerestaureerd in 1984.
In 1937 werd bij de kerk een buitenkapel gebouwd door architect J.C. van Buytenen in de traditionele baksteenstijl zoals gepropageerd door Alexander Kropholler. De kerk bezit sinds 1900 een reliek van Cornelius. In de kapel bevindt zich een kleiner Corneliusbeeld dat uit 1957 stamt.
De Pastorie.
Natuur en landschap
Esbeek ligt op aan de rand van een akkercomplex nabij het Spruitenstroompje. Ten zuiden van het dorp stroomt vanuit Landgoed de Utrecht de Hoogeindse Beek, via enkele vennen zoals de Broekeling, naar het noordoosten om bij Groenstraat in het Spruitenstroompje uit te komen.
Niet alleen Landgoed de Utrecht, dat ten zuiden van Esbeek is gelegen, maar ook de Rovertsche Heide, ten westen van Esbeek, zijn uitgestrekte bos- en natuurgebieden.
In Esbeek wonen veel nakomelingen van hen die een eeuw geleden de heide ten zuiden van het dorp ontgonnen hebben. Het prachtige, 2700 hectare grote, landgoed De Utrecht is ideaal voor wandelaars en fietsers. Het is een schitterend voorbeeld van een gevarieerd ontginningslandschap, dat ongemerkt in het oude landschap verglijdt. De Rovertse Heide en het landgoed Gorp en Rovert, sluiten zich hierop aan en voeren u tot ver over de grens met België.
Oude Kempische boerderijen liggen in het groen verscholen. Aan de rand van de Rovertse Heide komt u een klein huisje tegen met de naam Schuttel. Deze naam verwijst naar de Rotterdamse kunstenaar Andreas Schotel (1896-1984), die deze hut tot zijn zomerverblijf maakte.
In de bossen van De Utrecht bevindt zich een oud cafééke, In den Bockenreijder genaamd. Het is een zeer bekend rustpunt voor fietsers en wandelaars en ook per auto bereikbaar. Maak kennis met de Brabantse hartelijkheid, u voelt zich er welkom en thuis.
Bewegwijzering: Het grootste deel van het parcours is bewegwijzerd met liggende rode ruitjes, liggende blauwe rechthoekjes en groene cirkeltjes waarin een half cirkeltje uitgespaard is (dit laatste teken wordt gebruikt voor de rondwandeling rond het meer). Het laatste stuk van de wandeling is ook nog wit-rood aangegeven, als deel van het Grote-Routepad 12.
Vertrekpunt: Pré-Barrage de Féronval in Boussu-lez-Walcourt ligt aan de N40, die Beaumont met Philippeville verbindt. Kom je uit de richting Beaumont, dan overschrijd je, even voorbij Boussu, de grens met de provincie Namen. Iets verder, bij de natuurstenen kapel van Sint-Anne, moet je de N40 naar rechts verlaten. Je volgt de asfaltweg rechtdoor, langs grote parkings en langs de Belvédère (rechts), een paviljoenachtig uitkijkpunt, hoog op een helling boven het meer. Sla de dwarsweg bij het meer rechts in en laat de auto achter op de uitgestrekte parking.
Aard van de weg: het traject dat min of meer de oever van het stuwmeer volgt, is van beton. Alle overige wegen zijn geasfalteerd.
Het zuidelijke stuk van de provincie Henegouwen wordt, gezien zijn vorm, de Henegouwse Laars genoemd. In het noorden ervan, net op de grens met de provincie Namen, werd een groots complex van stuwdammen aangelegd op ondermeer het riviertje de Eau dHeure. Zo ontstond er een reeks stuwmeren, grillig van vorm door het golvende reliëf van de bodem. Hierdoor werd niet alleen een aantal waterhuishoudkundige problemen opgelost. Het werd ook een recreatief paradijs, ondermeer voor wandelaars.
Je vat post aan de voet van de Belvédère . Houd die heuvel aan je rechterkant, het meer dus aan je linkerkant. Volg de verkeersweg (druk in het hoogseizoen) tot net voorbij het meer. Op die plek verlaat je de verkeersweg naar links in de Hammeau du Feronval, bij de bordjes Accès Ravel. Langs een roodwit hek loop je het Bois Mazarin in.Je volgt de betonweg en daar wijk je niet van af, tot hij uitkomt op een grotere asfaltweg, ongeveer 3 km verderop. Intussen merk je dat het parcours aangegeven is met drie verschillende tekens, zie Bewegwijzering.Ongeveer 400 m voorbij het roodwitte hek verdwijnt de weg licht afdalend het bos in. Af en toe krijg je het meer in doorkijkjes te zien; in het bladloze seizoen is dat uiteraard een stuk beter. Uiteindelijk loopt de weg stijgend langs een volgend roodwit hek.
Daar bereik je een geasfalteerde dwarsweg, die je rechts moet inslaan, vrij stevig bergop door het zuidelijke stuk van het Bois Mazarin.Na 800 m bereik je een verkeersweg, de N589, die Boussu-lez-Walcourt met Cerfontaine verbindt en die moet je kruisen. Je volgt de pijl Erpion, een bescheiden dorp, iets ten westen van het bos en het merencomplex.Je passeert de eerstvolgende linkerweg, die Hameau de Badon heet, maar 200 m verderop moet je de eerste weg rechts inslaan en langs een picknickplek , een infobord en wat ooit een hekje is geweest, het bos dieper ingaan.
De routetekens uit het eerste stuk van de wandeling wijzen hier weer alle drie de weg.
Wat verder ontdek je, aan het eind van een met een slagboom afgesloten rechterzijweggetje, een jachtpaviljoen. Ongeveer 700 m diep in de zijweg die je insloeg, bereik je, bij een verharde rechterzijweg, een prachtige, overdekte picknickplek .
De asfaltweg daalt en is hier een stuk van het Grote-Routepad 12, maar de drie routetekens zijn eveneens nog altijd aanwezig. Je passeert een overblijfsel van een hek en iets verderop bereik je, over de deels gekanaliseerde Ruisseau dErpion, een dwarsweg die je, bij de drie routetekens en een Grote-Routeteken, rechts inslaat. Bij de bosrand gaat de weg fors de hoogte in. Bij La Ruchette, een taverne-restaurant, buigt de weg links af en ontdek je voor je het dorp Boussu-lez-Walcourt. Je bent in de rue des Carrières. Bij een hoeve staat een oud kapelletje onder twee kleine bomen.
Bij het kruispunt op die plek moet je haaks rechtsaf (drie routebordjes) en verlaat je dus het Grote-Routepad, dat rechtdoor loopt.300 m verderop wacht alweer een kruispunt, met links een picknickplek. Hier loop je rechtdoor, om 500 m verder uit te komen op een verkeersweg, de N589. Sla die weg rechts in, om ongeveer 100 m verderop linksaf de pijl Relais de Falemprise te volgen.Aan je linkerhand blinkt het meer, gevormd door de voorstuwdam van Féronval. Tot slot blijf je de verkeersweg volgen. Loop wel aan de linkerkant en als het kan achter de vangrails.Je passeert de plek waar je in het begin van de wandeling het Bois Mazarin binnen bent gegaan. Je bereikt zo meteen het eindpunt van het tochtje, de voet van de Belvédère.
Omschrijving
Froidchapelle ligt in het noordelijke deel van de Henegouwse Laars, bij de stuwmeren van de Eau d'Heure, het grootste merencomplex van België. Die meren zijn uiteraard de grote toeristische blikvanger van de gemeente, maar ook de omgeving is rijk aan natuurschoon: glooiende heuvels, talrijke bossen, rustige dorpen en gehuchten.
Historisch
Een fragment van een veelluik en het 'testament van Sinte-Aldegondis' leren dat het dorp oorspronkelijk toebehoorde aan het kapittel van Maubeuge, maar in de 12de eeuw overging naar het graafschap Henegouwen. In 1597 werden alle 92 huizen van het toenmalige Froidchapelle door een brand verwoest. Het dorp van Boussu-lez-Walcourt behoorde toe aan het prinsbisdom Luik. Het werd in 1678 bij Frankrijk en in 1816 bij de Nederlanden ingelijfd. In 1831 vroegen de inwoners de aanhechting bij Frankrijk.
Start : Aan de kerk van het dorp Born, in het Duitstalig gedeelte van Belgie.
Afstand: 9,5 km
Bewegwijzering : geen
GPS : N50 19.957 E6 07.056
DE ROUTE :
Born is een Duitstalig dorp in de Belgische provincie Luik. Het hoort bij de gemeente Amel en heeft bijna 600 inwoners.
De spoorbrug van 1916, traject Amel-Born.De naam Born komt van het woord bron en verwijst naar het grote aantal bronnen dat er ontspringen.
De wandeling verloopt de eerste kilometers uiterst vlot doordat ze over de Ravel tussen St-Vith en Waimes liep.
Een Ravel is een oude spoorwegbedding die omgebouwd is tot fiets en wandelpad.
Daardoor zijn er hier geen grote hoogteverschillen.
De vergezichten links en rechts waren prachtig, en de rivier de Emmels kronkelde rustig door de vallei.
Dit is echt genieten van de omgeving! 4km lang volgden we deze Ravel,
Op het keerpunt van de tocht staat een enorme hoeve, "Gut Eid" genaamd.
Het is een grote witte hoeve met groene vensters en deuren, precies zoals in de boekskes.
Op deze terugweg hebben we een beetje een golvend terrein maar nooit echt steil, de 9,5 km is zeker de moeite waard, laat u niet afschrikken door de afstand.
Na nog een klein stukje door het gemeentebos van Amel staan we terug aan de kerk van Born, met het oude spoorwegviadukt op de achtergrond.
Bezienswaardigheden
Kerk (St. Lucia), romaans
Viaduct: 285 m, 11 bogen (oude spoorweg)/"Von Korff"-brug
Start : Kerk van Grobbendonk - ruime parking achter de kerk
Afstand : 10 km
Bewegwijzering : geen
GPS : N51 11.440 E4 44.293
De kerk van Grobbendonk bereik je door de E313 te verlaten bij afrit 20-Herentals-West. Via de N13 richting Nijlen en de afslag rechts in Bouwel bereik je aan de overzijde van het Albertkanaal het centrum van Grobbendonk.
DE ROUTE :
Gevarieerde wandeling met veel bossen en onverharde bospaden, langs Boshoven, Molenheide en Molenbos. In natte periodes zijn stevige wandelschoenen aan te raden.
De benedenvallei van de Kleine Nete en de Aa werd vaak beschreven door Felix Timmermans. De bekende Vlaamse schrijver vertoefde graag in het vlakke en afwisselende landschap van vochtige weiden omzoomd met bomenrijen, uitgestrekte bossen met her en der nog heiderestjes.
Je vertrekt aan de kerk richting Gemeentelijke Bibliotheek.
De huidige parochiekerk van Grobbendonk werd ingewijd in 1951. De vorige kerk werd immers vernield tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een Neoromaans bouwwerk van meester J. Ritzen dat erg sober van inhoud is. Het hoogkoor bestaat uit grijs marmer, evenals het altaar, de beide zijaltaren en de communiebank.
Je passeert achtereenvolgens enkele bankkantoren en horecazaken. Blijf rechtdoor lopen, de Bergstraat in. Aan het benzinestation volg je niet de hoofdbaan naar links, maar ga je verder rechtdoor (Nijverheidsstraat).Blijf rechtdoor lopen voorbij het kerkhof en een reeks bejaardenflats. Aan het rondpunt neem je de tweede straat links (Kapelstraat). Honderd meter verder heb je aan je linkerkant de mooie kapel van Boshoven, gewijd aan O.L.Vrouw van Lourdes en meer dan honderd jaar oud .
In 1957 werden hier overblijfselen gevonden van een voor de Kempen zeer belangrijke driehoekige Romaanse kerk met vierkant koor. Uit respect voor het sacrale karakter werd op de plaats van het koor een kapelletje gebouwd.
Je vervolgt de Kapelstraat die iets verder van naam verandert in Koekoekstraat. Die wordt op het einde afgesloten door twee stenen pilaren. Maar zover moet je niet gaan, want 50 meter daarvoor is er een smal bospaadje rechts dat je inslaat. Blijf dit pad steeds rechtdoor volgen, ook wanneer het overgaat in een brede, halfverharde weg. Steek even verder de rijweg over en volg verder een smalle asfaltweg, de "Vliegenzwam". Waar die uitloopt op een puntig ijzeren hekken neem je links en volgt even verder de rechtse bocht. Het wordt een smalle asfaltweg en zo kom je op een viersprong. Je gaat niet naar Pulle, maar neemt de weg rechts (De Boshoven) en die blijf je volgen. Ook de weg naar de manege Welkomhoeve laat je links liggen en je volgt het betonbaantje naar rechts. In de volgende linkse bocht verlaat je dit echter en neem je rechtdoor het (soms moeilijk zichtbare) pad ,links van de aarden wal, dat recht het bos in gaat. In het bos neem je rechts en onmiddellijk terug links langs de draadafsluiting. Blijf die afsluiting volgen tot aan een open plek waar je links het smalle paadje tussen het kreupelhout neemt. In het dennenbos hou je links aan en blijf je het paadje volgen tot aan een bredere bosweg. Hier ga je rechts en onmiddellijk terug links een andere bosweg in. Volg die tot aan een asfaltweg waar je rechts neemt en die je volgt tot aan het linkse pad naast huisnummer 6.
Dat is de Trawantelberg die je inslaat. Negeer de weg links (Kwikstaartendreef) en blijf rechtdoor het paadje volgen tot aan een kruispunt met verschillende half verharde wegen. Neem daar de Mezendreef, dat is ongeveer rechtdoor. (De wegwijzers zijn zeer onduidelijk geplaatst. De Vlaamse Gaaiendreef is de weg uiterst links. Je moet het huis met de roomkleurig baksteen langs rechts voorbij).
De Mezenweg mondt uit op een asfaltbaan die je naar links volgt en die je leidt door een prachtig onderhouden gebied en door een jonge eikendreef.Op het einde tref je links zelfs een prachtige natuurlijke tuin met waterpartij en fonteintje. Waar de asfalt eindigt en de weg een haakse bocht naar links maakt ga je rechts het (zeer smalle) paadje tussen de velden in. Na een linkse bocht komt dit uit op een half verharde weg die je naar rechts volgt. Bij de eerste zijweg ga je opnieuw rechts en na 50 meter sta je aan Taverne "De Roos van Casablanca" Je bent ongeveer halverwege de wandeling en een versnapering zal misschien wel welkom zijn.
Vervolg je weg (niet op je stappen terugkeren!) het bos in. Aan de T ga je links en aan het eerste kruispunt gewoon rechtdoor (aanduiding rode pijl). Volg deze weg tot aan de eerste huizen van Vorselaar.Op het kruispunt neem je de tweede weg rechts (de Molenhei nummers 9 t/m 17). Steek de Molenbaan over, ga even rechts en vervolg je weg links langs de Molenhei.
Aan de witte villa met huisnummer drie neem je rechts. Negeer alle zijwegen en volg dit zanderige bospad tot aan de Pullesebaan. Ga hier rechts, loop tussen de betonnen zuilen door en sla 100 meter verder de bosweg links in. Je komt voorbij een prachtige rij beuken die waarschijnlijk ooit een dreef hebben gevormd maar waarvan op de linkerkant nog maar enkele exemplaren overblijven. Draai op het einde zachtjes mee naar rechts en volg de beuken die hier nog in een dubbele rij aanwezig zijn tot aan de rand van het bos. Aan de eerste en ook enige rustbank op de wandeling ga je rechts, volg je de asfaltweg die overgaat in klinkers en neem je de tweede weg links voorbij het gemeentebord Grobbendonk, de Hoogveldstraat.
Waar die eindigt ga je even rechts en onmiddellijk terug links, een kerkwegel in die op de drukke baan Grobbendonk - Vorselaar uitkomt. Nog even rechts die baan volgen en je bent terug op het vertrekpunt..
In het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant ligt Diest, een gezellige, innemende Demerstad met een groots en rijk verleden.
Een pracht van een wandeling waar toch wel enkele klimmetjes in voorkomen,met prachtige vergezichten,echter nogal moeilijk voor mensen met een rolstoel
Starten doen we aan het station van Diest,waar we links de trappen nemen van de voetgangersbrug over de treinsporen
Station Diest is een spoorwegstation langs spoorlijn 35 (Hasselt - Leuven) in de stad Diest.
In het station vertrekt ook spoorlijn 17 naar Tessenderlo, die tot 1984 doorliep tot Beringen. Ook de voormalige spoorlijn 22 naar Tienen vertrok uit het station Diest.
We steken de R26 over en nemen de eerste straat rechts, de Lazarijstraat.
Even klimmen tot we bovenaan een mooi panoramisch zicht krijgen op het vliegveld van schaffen
We komen ook een aantal plakketjes tegen van het vliegveldpad.
Vervolgens hebben we Merelstraat Vennestraat Klappijstraat
Even voorbij de bocht links zie je twee (glazen) bollen , dit padje omhoog volgen tot voorbij het voetbalveld tot op de Kruisstraat.
Opgepast,we steken de N127 over en gaan de nieuwe verkaveling de lintenbergop
Rechtdoor de wandelweg door de verkaveling tot de broekstraat
Terug de N127 oversteken en rechts de holleweg (dit is zijn echte naam) in.
Aan de lichten recht oversteken de turnhoutsebaan in
Groenstraat Lazarijstraat Fort Leopoldlaan en terug de voetgangersbrug over Diest het station
Jauchelette (Waals: Djåçlete) is een dorp van de gemeente Geldenaken en ligt aan de Grote Gete.
De naam betekent Klein-Geten, in tegenstelling tot Geten (Frans : Jauche).
De Sint-Gertrudiskerk van 1220 werd in 1823 vergroot en in 1926 grondig gerestaureerd. Op het grondgebied van het dorp staat de cisterciënserinnenabdij van La Ramée (Rameien), gesticht in 1216. Er is nog een indrukwekkende hoeve van bewaard.
De Abdij van La Ramée is een beschermd historisch monument dat met smaak en respect gerestaureerd werd en waarvan de oorsprong teruggaat tot de 18de eeuw.
De hoeve ligt in Midden-België, in Waals-Brabant, dicht bij de grens met Vlaanderen.
Haar dynamisch en professioneel team staat tot uw dienst voor de organisatie van alle soorten evenementen, of het nu om culturele, gezins- of bedrijfsevenementen gaat.
De hoeve en de schuur werden geklasseerde monumenten en locatie in 1980 en hebben de prijs CAÏUS gewonnen van het Waalse Gewest in 2000. In 2001 kreeg zij de Europa Nostra prijs en in 2002 werd La Ramée erkend als belangrijkste monument van Wallonië.
Over de origine van de abdij La Ramée tast men in het duister : we bezitten geen aanwijzingen over het moederklooster, noch over de precieze stichtingsdatum. Een gemeenschap van cisterciënzer slotzusters in Kerkom, ten noordwesten van Tienen. Deze plek bleek ongetwijfeld niet geschikt en de kloostergemeenschap werd in 1215 of 1216 overgebracht naar Jauchelette waar zij zich vestigde op een stuk land geschonken door Gérard de Jauche en zijn dochter Helwide, abdis van Nijvel.
La Ramée was als abdij autonoom, maar bleef onder het spirituele voogdijschap van de grote abdij van Villers staan.
Van de oude cisterciënzer abdij, gesticht in de 13de eeuw, zijn enkel de boerderij en de schuur bewaard gebleven, twee opmerkelijke gebouwen uit de 18de eeuw. In de schuur, één van de grootste van het land, hebben we zicht op een reusachtig houten geraamte geplaatst op steunpilaren. De stallen vormen een enorme ruimte, waarvan het plafond bestaat uit een drievoudig booggewelf van baksteen. Het geheel is geklasseerd en omgebouwd tot een centrum voor seminaries en recepties, met een theaterzaal. In de oude boomgaarden van de abdij is een "fruiticum" geïnstalleerd.
Maar la Ramée heeft meer bijzonderheden. Zoals de Tiendenschuur, de grootste schuur van België (49meter lang, 22 meter breed en 21 meter hoog). Het meest prestigieus is de grote zaal. Hier schuilt onder een authentieke achttiende eeuwse balkenstructuur een vloer van origine terracotta. Om maar te zwijgen over die dubbele rij zuilen van bewerkt blauw steen waarop drie fraaie koepels steunen. En dat voor zon grote zaal: maar liefst 240 personen kunnen hier genieten van een gastronomisch diner. Ook kan men hier een receptie houden voor 520 personen.
Dat la Ramée zijn eigen bier heeft, is niet zo verwonderlijk. Mortelmans: Zodra de abdij in 1216 gesticht was, begonnen de zusters met brouwen. Of ze met hun eigen gerstenat proostten op de inauguratie vermeldt de geschiedenis niet. De complete levensloop van het bier staat niet in de documenten vermeld. Hier en daar vinden we in de geschiedenis enkele sporen. Zo blijkt uit achttiende eeuwse documenten dat la Ramée drie molens, een zagerij maar ook een brouwerij bezat. In 1864 kwam er een eind aan het brouwen.
Totdat het op 21 juli1997, ter gelegenheid van de nationale feestdag, weer op de markt kwam. Aarzelend brouwde de kleine Namense brouwerij les Artisans Brasseurs 35.000 liter per jaar. Het bier sprak niet alleen consumenten en horeca aan maar ook slager Biewart en kaasmaker Belgomilk. Op basis van het bier kwamen er niet alleen paté en worst, maar ook een zachte romige kaas. Twee jaar geleden nam Brunehaut de roerstok over. Deze, o.a. om zijn jeneverbier bekend staande, brouwerij produceert nu gemiddeld 400.000 liter per jaar La Ramée.
Vanuit Bredene via allerlei rustige paden naar de spuikom in Oostende die naast waterrecreatie ook dient voor het kweken van oesters.
Bij aankomst aan de spuikom zijn 4 grote betonblokken te zien
Via de vismijn van Oostende bereikt men de duinen waar nog enige bunkers van WO2 te zien zijn.
Eentje is zelfs in de weg verwerkt.
Via een betegeld en autovrij pad langs de kuststrook wandel je richting Bredene.
Een zijsprong door de duinen wordt beloond met grandioze vergezichten.
Via voetgangersbrug kan men een drukke weg veilig dwarsen en bereikt men terug het vertrekpunt.
Aan de spuikom kan het wel zéér hard waaien, dus bij koud weer is een dikke trui geen overbodige luxe.
Hendrik Consciencelaan bruggelaan frankrijklaan zeelaan lindestraat frankrijklaan keerweg polderstraat langs de sportvelden spuikomlaan schietbaanstraat sluisplein N34 oversteken vismijnlaan haringstraat wandelaarkaai sas over buskruitstraat luisbosstraat halvemaandijk spinoladijk langs de duinen koninklijke baan oversteken marktplein kapelstraat driftweg einde
Een spuikom bestaat uit bassins of polders die in verbinding staan met een zeehaven via een spuisluis en die men in vroeger tijden bij hoogwater liet vollopen om ze vervolgens bij laagwater met grote kracht te ledigen. Zo kon overtollig slib uit de havens verwijderd worden, zelfs zonder de hulp van baggerschepen.
De Spuikom bevindt zich in het oostelijk deel van de stad Oostende. De Spuikom grenst aan de Haven van Oostende en vormt als het ware een waterlob binnen de woonstructuur van de Vuurtorenwijk (Oostende) en de wijk Sas Slijkens (Bredene). De spuikom vormt voor heel wat kustbewoners en toeristen een belangrijke plaats voor watersportrecreatie, zoals vissen, zeilen, duiken, surfen
Veiliger voor fietsers en voetgangers
De inrichting van de Schietbaanstraat ter hoogte van de Vuurtorenwijk is ten vroegste voor 2010.Deze werken werden uitgesteld op vraag van het Bredens gemeentebestuur, dit in functie van de werken die nog tot 2010 worden uitgevoerd in de Pr. Elisabethlaan Er komt een wijkpark met een wandelpromenade tussen de Sluisplein en het Parkbos. In de Schietbaanstraat ter hoogte van het Parkbos wordt een rijweg en een apart fiets- en wandelpad aangelegd.Blikvanger wordt in ieder geval de houten wandelpromenade die op de dijk van de Spuikom zal worden aangebracht
Voor deze trip door Bellingen parkeer je je wagen best in de Cantemprestraat (historisch gezien verkeerd geschreven, maar kom...) bij de kerkhofmuur.
Voor je je benen strekt, moet je er wel aan denken dat je tijdens deze wandeltocht van bijna 10 km onderweg geen enkel café tegenkomt!
De abdij hoeve laat je achter je liggen (dat wordt de 'uitsmijter' van de tocht), terwijl je ook de vroegere pastorij aan je linkerhand voorbijwandelt. Trek in de Trapstraat naar 'boven', in de richting van de velden. Na een 400 m kom je op een kruispunt waar je rechts niet naast een huis kunt kijken waartegen een kruisbeeld is aangebracht.
Neem echter links, aan de kant van de wegwijzer die blijkbaar al veel emoties heeft doorstaan.
Deze ruilverkavelingsweg van bijna 1 km lengte leidt je door het Strik-en Kruisveld, vroeger eigendom van de priorij. Links heb je een mooi vergezicht op onder andere Bogaarden en Heikruis. Recht voor je trekt de radartoren van Kester de aandacht en rechts probeert het kerkje van Pepingen op te vallen. Beneden gekomen laat je de 'staande wippen' rechts liggen, tenzij er een wedstrijd bezig is, want dan moet je toch even pauzeren.
Draai dan links naast de muurkapel mee tot op de bredere betonweg: Hoesnaeke heet het hier. Houd links aan tot je zowat 500 m verder nogmaals links een weg vindt die zich 1,2 km door het Pajottenlandse landschap wil kronkelen. Niet alleen mode- en publiciteitsfotografen, maar ook filmploegen hebben hier al menig beeldje geschoten met de imposante en beschermde abdij gebouwen op de achtergrond.
Aan de monumentale maar toch enigszins vervallen boerderij 'Hof ter Kammen' betreed je een grotere weg op het grondgebied van Bogaarden. Ook hier weer naar links, de driesprong voorbij (Kriekelaerestraat), tot je even voorbij de bibliotheek aan je rechterhand een asfaltweg naar beneden ziet slingeren. Daal deze Terheugenstraat zo n 400 m af tot aan een brugje over een niet zo proper beekje en trek nu links weer de glooiende velden in. Meteen ben je halfweg de wadeling.
Na 1 km bereik je door een mooie dreef het kasteel 'Den Dael' dat rond 1650 in Franse stijl werd opgetrokken.
Het is omringd door een park met vijvers - uitgewerkt door Le Notre die ook de hovingen van VersailIes ontwierp - maar daar merk je hier niet zoveel van.
Terug naar links om 400 m verder een scherpe bocht te maken naar én in de Oaelestraat. Die volg je 1 km, tot ze omhoog kruipt naar een kruispunt. Ga rechtdoor de Dorekensstraat in. Rechts van de weg vind je hier nog enkele restanten van een tankversperring uit de Tweede Wereldoorlog. Links in de verte oogt het Terloo-torentje vrediger. Zo'n 600 m verder, op de driesprong, volg je de Hoevestraat die je vrij snel de kerk van Beert openbaart. Net voor de eerste boerderij links ('De Eik') trekt een bonkige kasseiweg, naast een vijver en tussen de stallingen van het hof, naar het hoogste punt van deze tocht.
Je neemt daar de Kattenholstraat , tot je na 300 m naar links zwenkt in de richting van de huizengroep, in de volksmond nogal hautain 'Klein Brussel' gedoopt.
Waar kom je uiteindelijk, na nog 700 m, uit? Juist ja, aan de roestige wegwijzer die je bij de start reeds tegenkwam. Je wagen vind je van hieruit zeker terug.
Als je het geluk hebt om de abdijkerk open te vinden, wat niet zo vanzelfsprekend is op een weekdag, ga dan zeker binnen. En een blik door de toegangspoort van de abdij hoeve , nog iets verderop in deze doodlopende straat, mag je als beloofde 'uitsmijter' zeker niet missen. Het hof bezoeken is een moeilijker aangelegenheid.
Wat je moet weten !!
1 Bellingen bereik je best via de steenweg Halle- Ninove. Even voor het
dorpscentrum van Pepingen (als je uit Halle komt) of erna (als Ninove je vertrekpunt was) staan twee wegwijzers onder elkaar: Hondzocht Bellingen. Terwijl de 'hond' er 2 km over doet om zijn Bellingse bestemming te halen, sta jij al na 1,5 km aan de kerk.
2 In de buurt die Wanake wordt genoemd, stond ooit het kasteel van Engelbert van Edingen. Na een geschil met de graaf van Henegouwen kwam hij zich hier op het einde van de 12de eeuw vestigen om, indien nodig, vlug naar het naburige en veiliger Brabant te kunnen overwippen. Engelbert en zijn vrouw werden overigens in Bellingen begraven.
3 Het kasteel 'Den Oael' was ooit de heerlijkheid 'Ledale' en bezat een eigen meier, schepenen en schandpaal. Van de 17 de tot het begin van deze eeuw was het kasteel eigendom van de uit Gent afkomstige familie van Hoobrouck de te Walle. Deze familie leverde niet alleen vele Bellingse burgemeesters af, maar bezat tevens het grootste deel van de gronden van deze gemeente en van Bogaarden.
4 Terloo, een vroegere kasteelhoeve die nu als dorpsschool en klooster dienst doet, bestond reeds in de 13de eeuw als heerlijkheid. Vermoedelijk was het door een slotgracht omwald en via een dreefverbonden met het kasteel van 'Den Oaei'.
5 Kanenhol, ook Kanenhof genoemd, is het hoogste punt van de gemeente Beert.
Tot in 1940 stond hier nog een windmolen van waarop je volgens sommige bronnen vijftien kerktorens kon aanschouwen. Volgens professor Lindemans betekent de naam zoveel als 'gronduit- holling bevestigd met paal- en rijswerk'. Op Kattenhol zouden twee secundaire Romeinse heirbanen elkaar hebben ontmoet: enerzijds de verbinding Beert-Saintes-Rebecq en anderzijds de lijn St.-Pieters- Leeuw-Beert-Kester waar aansluiting werd gemaakt met de grotere Bavai-Asse-route.
6 Met de spotnaam Klein Brussel wordt een groep armelijke huizen aangeduid die vroeger Alvereie heette. Alvereie is een Romaans woord dat zijn wortels heeft in albaretum, wat abelenbos betekent.
7 De laat-gotische Onze-Lieve-Vrouwkerk (1619-1623) bevat eenoudere sacristie: de voormalige grafkapel van de Heren van Edingen. Aan de noordkant heeft deze kerk geen vensters, daar tegen deze blin- de muur het klooster was aangebouwd. Het ruime koor bewijst dat het klooster ooit dichtbevolkt was. Het meubilair is overwegend classicistisch, terwijl de kansel in rococostijl is. Er hangen ook twee schilderijen van de Antwerpenaar Hubenus Sporckmans die tot de school van Ru- bens behoorde. Wapenborden en grafzerken - zowel binnen als buiten - verwijzen steeds naar de abdij of naar de bewoners van de omliggende heerlijkheden.
8 De abdij hoeve die samen met de omgeving in 1982 werd beschermd,
was een gedeelte van het klooster dat heel zijn eigendom met hoge muren liet omgeven. De schuur en de stallingen zijn bijna intact gebleven, net als de toegangspoon waarboven het wapen van Cantimpret prijkt. Het geheel is nu eigendom van de niet-onbemiddelde familie De Clerck, die in februari 1992 in het nieuws kwam door de ontvoering van (klein)zoon Anthony.
Nota; deze route is al een paar jaar oud,als er dingen zijn die niet meer kloppen,verwittig me dan.
Deze bewegwijzerde provinciale wandelroute (11 km) start aan de kerk van Louise-Marie, een gehucht gelegen op de grens van Ronse en Maarkedal.Deze natuurwandeling brengt ons meestal over onverharde wegen of paden in een streek met een wisselend reliëf.We krijgen schitterende gezichten op de vallei van de Trochbeek en het Muziekbos.
erg variërend terrein, flink stijgen en dalen.
Bij regenachtig weer kan de wandeling er vrij modderig bij liggen. Aangepast schoeisel dus.
In het noordoosten van Ronse ligt het Muziekbos, een ideale plaats voor natuurliefhebbers. De naam Muziekbos heeft oorspronkelijk niks met muziek te maken. De "Muz" in het woord Muziekbos verwijst wel naar het Keltische "moeras" - een drassig lapje grond gelegen tussen watertjes. Het 50 ha grote beukenbos is grotendeels privaat, 13 ha zijn openbaar bezit. Het bos dekt een flink stuk van de Muziekberg in. Deze beboste "berg" maakte ooit deel uit van de natuurlijke grens tussen noord en zuid. Boshyacinten of blauwe kousjes zorgen hier rond de maanden april/mei voor een indrukwekkend bloementapijt!
We geven het maar meteen toe: met muziek heeft dit bos weinig te maken. De 'Muz' is Keltisch voor 'moeras'. Toch heeft deze wandelroute veel noten op haar zang. Zelfs de startplaats klinkt als muziek in de oren: Louise-Marie. De naam van dit gehucht op de grens van Ronse en Maarkedal is een eerbetoon aan de eerste Belgische koningin. Zij overleed op de dag dat de nieuwe kerk van dit dorpje werd ingehuldigd. Letterlijk hoogtepunt is de top van de Muziekberg (148m), waarop een toren staat
Het zijn twee bewegwijzerde lussen uit het wandelnetwerk de bokkerijderes van Wellen
Deze vertrekken elk op het dorpsplein van Ulbeek
Bezienswaardigheden
De kapel van het zwart lievevrouwke
Kasteelhoeve Trokkaart
Canadawinning
Oeterslovenveld
Kasteel Trockaert
Wegens zijn geïsoleerde ligging aan het einde van ca. 550 meter lange, private toegangdreef heeft de historische kasteelsite Trockaert in toeristisch-recreatief perspectief slechts een geringe bekendheid. Van de ca.70 kasteeldomeinen in Zuid-Limburg is Trockaert één van de oudste en bovendien het enige op het grondgebied van Groot-Wellen. Het kasteeltje is opgebouwd in een classicistische stijl.
Volgens etymologen is de naam Trockaert een verbastering van een vochtige struweel-vegetatie die men plaatselijk het rouckhout noemde. De verborgen site is niet alleen interessant omwille van het kasteel maar ook omwille van het behoud van een aantal typische curiosa rond het gebouw: nl. een Franse tuin, een ringgracht, een bosrijk kasteelpark en een historische symbiose met een kwadraathoeve aan de overkant van de toegangsdreef.
Samen met Obeca (waarschijnlijk de naam van Ulbeek in vroeger tijden) werd ook het Luikse eigengoed Trockaert vermeld in de schenkingsakte uit 1067. Wellicht bestond er tussen beide tot aan het einde van het Ancien Régime een nauwe band. In de 17de en 18de eeuw verbleven er achtereenvolgende verscheidende families. Maar onderzoekers vonden bouwkundige delen van het kasteel die dateren uit de 16de eeuw. De algemene opbouw van de gevel is uiteraard classicistisch maar doch beduidend complexer en minder symmetrisch dan de zijgevel. De hoektoren is een restant van het 16de-eeuws renaissancistisch waterkasteel. Het kasteel Trockaert is een zeer ruime en gesloten Haspengouwse vierkantshoeve in baksteen met een monumentale classicistische inrijpoort in kalksteen..
Ulbeek in bokrijk
Het Haspengouws dorp in het Openluchtmuseum van Bokrijk is gebaseerd op het uitzicht van de dorpsdries van Ulbeek in 1844. Het grondplan van het plein en de schikking van de gebouwen eromheen.
Ulbeek werd in dit project weerhouden om zijn gave Haspengouwse en agrarische identiteit. Een vierzijdig plein met een kerk en een pastorie, twee landbouwbedrijven en twee hoeve-brouwerijcomplexen. Deze waren indertijd in iedere Haspengouwse dorpskom aanwezig.
De reconstructie is vooral gebaseerd op de buurtwegenatlas die in 1844 verscheen en waarop ten hoeve van het innen der belastingen elk perceel met zijn bodemgebruik genoteerd zijn. Bovendien dateren uit die tijd ook de eerste officiële Belgische landbouw- en bevolkingstellingen.
De Canadawinning, een zeer mooie vierkantshoeve bevindt zich in het Oeterslovenveld.
Wellen telt nog enkele andere mooie vierkantshoeves, zoals de Boswinning en de Borgwin Het oude centrum van Ulbeek.
Samen met het Meetdaalwoud en andere bossen op de taalgrens, is het Zoniënwoud een van de resten van het Grote Kolenwoud dat bij het begin van onze tijdtekening heel Midden-België bedekte. Maar Zoniën is ook een heel apart landschap, met riviertjes, valleien, plateaus, eeuwenoude wegen...
Van oudsher gebruikte de mens het woud in zijn voordeel, als leverancier van hout en als jachtterrein. Aan de rand ontstonden dorpen van houthakkers die stukken woud rooiden. Heersers en aristocraten zetten er kastelen neer van waaruit ze hun jachtpartijen ondernamen. Zo'n
dorp aan de rand is Bosvoorde. Het Zoniënwoud is er overal aanwezig en ondanks zijn opname in de Brusselse agglomeratie ziet het er nog steeds uit als een dorp, maar dan een met een heel speciale sfeer.
Op deze wandeling verkennen we de dorpskern maar we trekken ook het woud in.
De wandeling loopt deels over onverharde boswegen. Er wordt ook wat geklommen
en gedaald, zorg dus voor goede wandelschoenen.
Met de rug naar het gemeentehuis van Watermaal-Bosvoorde. neemt u links het voetpad langs de drukke Delleurlaan. Even verder aan de lichten steekt u rechts de laan over.
Van de drie straten aan de ovetkant neemt u de meest linkse: de Opper- jachtmeesterstraat.
Bij het kruispunt met de Buksboomstraat staat u aan de rand van her Zoniënwoud.
Volg de Welriekende Dreef tot aan de kruising met de Roodborstjesstraat en sla deze rechts in.
Na ongeveer 600 m wordt dit een kasseiweg en verlaat u het woud.
Loop nog even door tot aan het kruispunt met de Dennebosstraat die u rechts inslaat.
Aan het ovalen pleintje, het Rik Woutersplein. gaat u rechtdoor en op het kruispunt neemt u links de Auguste-Beernaertstraat.
Draai mee naar links en neem beneden de straat rechts (Terhulpsesteenweg).
Na 100 m wandelt u linksaf het doodlopende straatje in (Kattenberg).
Op het einde neemt u het voetpad tot aan de Vorsterielaan, die u aan de lichten oversteekt.
Daarna volgt u het voetpad aan de overkant rechtsaf.
Achter de vijver slaat u links af (Vuursteendreef) en deze dreef volgt u ongeveer 350 m tot aan het kruispunt.
Neem op het kruispunt de linker weg (Tweebergenweg), draai mee naar rechts en ga via het tunneltje onder de spoorweg door.
Onmiddellijk na de spoorweg moet u het pad nemen dat links afdaalt.
Beneden staat u in de Vuilbeekvallei.
Volg het pad tussen de twee vijvers door en daarna mee naar rechts (Vuilbeekvoetpad).
Blijf het pad aan de linkerkant van de vallei volgen.
Bij nummer 18 steekt een ruiterweg (Graaf dreef) de vallei over, maar wij blijven hier rechtdoor lopen langs hetzelfde pad.
Evenverder kruist een geasfalteerde weg, de Tumuliweg ., de vallei.
Volg de Tumuliweg rechtsaf.
De weg stijgt en kronkelt, en komt na een goede 400 m bij het kruispunt met de Tweebergenweg. Volg rechtdoorde Tumuliweg.
Na een kleine 600 m komt u aan de Hoefijzervijver ..
Sla bij de vijver rechts het Boshya- cimenpad in
Volg dit pad ongeveet 500 m.
90° naar rechts en even verder weer naar links.
U klimt nu omhoog tot aan de Tweebergenweg.
Sla bij de speeltuigen boven links de Tweebergenweg in en loop door het tunneltje onder de spoorweg.
Even verder is er een poort in de lange muur links, waarlangs u in de moestuin van het Park Tournay-Solvay. komt. (Het park is open van 8 tot 17.30 u of tot zonsondergang.
Als de poort gesloten is, volg dan gewoon de Tweebergenweg en verder de Vuursteenweg tot aan het station van Bosvoorde.)
Loop door de moestuin tot in het eigenlijke park.
Sla links af en draai rond de appelboomgaard.
Beneden neemt u scherp links het bruggetje en even verder bij de vijver het pad dat links steil de helling naast het kasteel opgaat.
Aan de uitgang van het park gaat u even links en steekt u aan de lichten de Delleurlaan over.
Volg aan de overkant rechts het voetpad langs deze laan.
Iets voorbij de kerk van Bosvoorde neemt u het straatje schuinlinks omhoog (Honden- wedstraat). Bij villa Rozenberg. neemt u rechts het smalle kasseistraatje (Hondenberg), dat u terug naar het gemeentehuis leidt.
Van het gehucht Bos kon men vroeger vrij eenvoudig naar Terhagen langs een oude melkweg. Melkwegen zijn wegen langswaar men indertijd de koeien in de wei ging melken. De vroegere verbinding ging echter mettertijd verloren. In het raam van de ruilverkaveling Melkwezer ontstond de mogelijkheid om opnieuw een brug te slaan over de Grote Gete en de oude verbinding tussen Bos en Terhagen opnieuw aan te leggen. Dankzij de ruilverkaveling bevinden beide gehuchten zich opnieuw binnen wandelafstand van elkaar.
Daarom werd deze wandeling de 'Terhagenwandeling' gedoopt.
We vertrekken op de Grote Markt van Zoutleeuw.
Deze Grote Markt valt op door haar talrijke bezienswaardigheden. In het oog springt zeker de Sint- Leonarduskerk. Het is één van de merkwaardigste kerken van Vlaanderen. Met de bouw ervan werd gestart in 123 ,. Uit die tijd resten nog Romaanse elementen. Er werd voortgebouwd aan de kerk tot in de zestiende eeuw. Zo ontstond een in hoofdzaak gotische kerk, zoals ze tot op de dag van vandaag grotendeels bewaard bleef. De Sint-Leonarduskerk is rijk aan kunstschatten en dankt
voornamelijk daaraan haar internationale bekendheid. De Beeldenstorm in 1566 en de Franse Revolutie gingen aan de kerk vrijwel onopgemerkt voorbij, waardoor het oorspronkelijke interieur in grote mate bewaard bleef. Opvallend als kunstschat is de 18 meter hoge Sacramentstoren van de hand van de Antwerpenaar Cornelis Floris de Vriendt. De toren in renaissancestijl en witte steen van Avesnes telt negen verdiepingen en bevat ongeveer 200 beeldjes. Hij is uitgewerkt als een gotische remonstrans en stelt bijbelse taferelen en belangrijke kerkelijke figuren voor.
Ook het stadhuis van Zoutleeuw is bijzonder mooi. Het werd gebouwd van 1530 tot 1538. Een jaar later werd er een pui voorgebouwd met daarop de wapenschilden van Bourgondië, van Keizer Karel en van Zoutleeuw. De huidige pui is slechts een kopie van de eerste.
Als we met de rug naar het stadhuis staan, gaan we naar rechts.
We nemen de tweede straat links, richting Unter/Helen-Bos (Kapelstraat). We steken op het kruispunt van de Schipstraat en de Leopoldplaats (bemerk de kapel op de brugleuning) de Kleine Gete over en vervolgen onze weg gewoon rechtdoor. Na de bocht naar rechts zien we recht voor ons de Schollerenhoeve.
De kloosterorde van de Scholieren vestigde zich hier in 1671, omdat hun vroegere klooster aan de Sint-Sulpitiuskerk tijdens de Spaanse overheersing plaats moest ruimen voor een citadel. De orde speciali- seerde zich in het afschrijven van boeken en andere geschriften en bewees diensten aan naburige kerken. Ze werd in 1784 door Jozef 1/ van Oostenrijk ontbonden. Van het scholierenhof zijn dé inrijpoort en de stallingen met hun rondboogdeuren nog bewaard. Voor meer uitleg: zie ook beschrijving bij Jan van Heeluwandeling in deze brochure.
We draaien verder mee naar links, en net buiten de bebouwde kom van Zoutleeuw nemen we rechts de Leeuwerweg. Na de nieuwe brug over de Vloedgracht slaan we linksaf en we volgen deze weg tot in het gehucht Bos.
Ter hoogte van de populierenrij zien we links in de verte de hoeve Boswinning.
Deze witte, Brabantse vierkanthoeve behoort tot het gesloten type dat courant is in deze streek. Het woonhuis en een gedeelte van de stallingen werden gebouwd in de 18de eeuw, waarschijnlijk in '1728. De gevels hebben rondboogpoorten, kleine, ronde venstertjes (oculi) en mooie zandstenen steekbogen. Verbouwingen in de 19de en 20ste eeuw hebben het karakter van deze indrukwekkende herenhoeve niet aangetast.
In Bos volgen we de Bosstraat en komen zo voorbij het Kerkje van Bos.
Dit gotisch, overwegend 16de-eeuwse kerkje (1510-1559) bestaat uit één beuk, een korte dwarsbeuk en een rechthoekig koor. De muren geven een afwisseling van bakstéen en natuursteen. Boven het schip rijst een eenvoudige dakruiter uit en het koor heeft een steil zadeldak. Het boogveld boven de deur is verfraaid met een lobmotief. Daarboven zien we een hardstenen kruisbeeld en het jaartal 1559. Het kerkje is de voormalige kapel van het Klooster van
de Zeven Weeën en werd verbouwd in 1735 en 1765.
Waar de Bosstraat naar links draait. gaan we rechts de grindweg in, die na het brugje over de 's-Hertogengracht versmalt tot een wandelpad. Dit pad brengt ons bij een brug over de Grote Gete. Ook na deze brug blijven we het grindpad volgen tot in het gehucht Terhagen.
De wandelpaden en het nieuwe wandelbrugje werden aangelegd in het raam van de ruilverkaveling Melkwezer.
Op het einde van dit grindpad. dat het vroegere pad tussen de gehuchten Terhagen en Bos herstelt. nemen we de asfaltweg naar rechts. Na ongeveer l5O meter komen we aan het fietspad Tienen- Budingen op de vroegere spoorwegbedding.
Hier werd het treinverkeer tussen 1957 en 1988 geleidelijk aan afgebouwd. In 1989 verkocht de NMBS de spoorlijnen aan de gemeenten Tienen, Linter en Zout/eeuw. Onmiddellijk ontstond het idee om van de vroegere zate een fietspad te maken. Dit fietspad is een onderdeel van een groter traject, met naar het noorden de uitbreiding naar Diest en naar het zuiden de uitbreiding, enerzijds naar Sint-Truiden en Tongeren en anderzijds naar Hoegaarden en Geldenaken. Voor het gedeelte dat u nu bewandelt tekende de intercommunale Interleuven de plannen uit en met steun van het EU-project 5B ter ontwikkeling van het Hageland kon het plan uitgevoerd worden. Het ruilverkavelingscomité Melkwezer, dat in het raam van die ruilverkaveling nog werken uitvoerde in de streek, werd opdrachtgever. Het comité, bijgestaan door de Vlaamse Landmaatschappij, startte met de werken in het najaar van 7992. Het fietspad zelf is in het voorjaar van 7993 afgewerkt en werd in september '93 officieel ingereden.
We slaan hier linksaf om het fietspad geruime tijd te volgen. Aan het eerste kruispunt van twee grindwegen met het fietspad nemen we de weg naar links.
Wie nood heeft aan wat rust, kan hier 500 meter rechtdoor gaan. Op het stationsplein van Drieslinter vindt u de nodige drankgelegenheden en rustplaatsen. Voor het vervolg van de wandeling keert u uiteraard terug tot op het punt waar de routebeschrijving voor u (tijdelijk) eindig- de om vandaaruit verder te gaan.
Wat verder komen we aan de aftakking van het fietspad naar Zoutleeuw. Hier volgen we opnieuw naar links. Na het populierenbos zien we links in het veld opnieuw de hoeve Boswinning (vooraanzicht). We blijven het fietspad volgen en steken na een tijd twee keer een bredere betonweg over. Aan het volgende kruispunt. nu een kruispunt met een ruilverkavelingsweg nemen we deze ruilverkavelingsweg naar links. Een beetje verderop zien we op onze linkerkant de Bethaniakapel
Deze kleine historische kapel dateert uit 1659. Ze hoorde ooit toe aan het Bethaniêklooster. Boven de deur vermeldt een opschrift: 'Laudi Mariae Bethania fecit. Consolatrix afflictorum ora pro nobis'. In de onmiddellijke omgeving van de kapel ziet u heel wat bomen die door de ruilverkaveling werden aangeplant. Onderweg vindt u ook elders aanplantingen van dit project. In het hele ruilverkavelingsgebied liet het ruilverkavelingscomité ongeveer 1.400 streekeigen hoogstammige bomen aanplanten langs vaste lijnen (wegen. waterlopen. taluds. enz.): esdoorn, abeel, eik en beuk. Elders in de ruilverkaveling worden 3.000 struiken en 1.600 meter haag bijkomend aangeplant en komen er brede houtwal/en.
We gaan na de Bethaniakapel de brug over de Vloedgracht over en nemen onmiddellijk na deze waterloop het grindpad rechts op de oever ervan. We draaien mee in de bocht en blijven op het eind van het grindpad de oever volgen. Zo komen we bij de sluis van de a u de watermolen in Zoutleeuw.
Deze watermolen van Snyers wordt sinds 1977 in de volksmond de verbrande molen. genoemd. Op 13 mei van dat jaar brandde het oude watermolen gebouw uit en het nu afgebroken woonhuis uit 1881 werd zwaar beschadigd. Al in 1240 maalde hier een viermolen.
We steken hier de brug van de Kleine Gete over en volgen de straat. Aan het volgende kruispunt slaan we linksaf en nemen de volgende straat rechts (Predikherenstraat) om zo terug in het centrum van Zoutleeuw te komen. De Scholierenhoeve