De wijze waarop een menselijk wezen zijn godsdienst belijdt is nauw verbonden met zijn beschavingsniveau en de graad van religiositeit. Religie heeft in feite niets te maken met godsdienst. Het woord re-li-cere betekent : het zich verbonden voelen met. Liefde is dus een religieus gevoel vermits men zich verbonden voelt met een ander persoon. Dit gevoel van verbondenheid kan de mens ook hebben met een dier, de natuur of een voor hem bovennatuurlijk wezen. Indien dit religieus gevoel samen gaat met een levensbeschouwing zouden we kunnen of moeten spreken van een godsdienst. Het lidmaatschap van een godsdienst is echter ook afhankelijk van de streek waarin men opgroeit of leeft. Men kan dus helemaal geen religieus gevoel hebben , laat staan een levensbeschouwing volgen maar zich toch aanhanger noemen van een bepaalde godsdienst. Ik herinner mij de jonge Marokkaan die een juwelier tot bloedenstoe met de kolf van zijn pistool op het hoofd sloeg tot de juwelier de kluis met juwelen opende. Nadien ontkende de Marokkaan dat hij ter plaatse was geweest en dit ondanks een verpletterende bewijslast. Eenmaal opgesloten in de gevangenis weigerde de Marokkaan enig varkensvlees vermits hij Moslim was en aldus volgens zijn geloof enkel halal voedsel mocht nuttigen. Religie en levensbeschouwing van de Islam waren de jongeman vreemd, enkel het gebruik vond hij belangrijk, niet zozeer om tot een godsdienst te behoren maar wel tot een gemeenschap. Wij hebben in onze Westerse gemeenschap identieke situaties meegemaakt met de kruistochten en de godsdienstoorlogen. Het hoogste gebod (zowel in het cristendom, de islam en het joods geloof) "Gij zult niet doden" (zowat de Grondwet van elke religie) was ondergeschikt aan onze gebruiken (denken we tevens aan de bloedwraak bij de Turken). Met de val van Byzantium in 1453 kwam onze gemeenschap meer en meer in contact met de geschriften van de Griekse geleerden die naar het westen waren gevlucht. Langzamerhand nam het Humanisme vorm en plaatsten we ook onze godsdienst op een hoger niveau. Humanisme en christendom zijn dus geen tegenstellingen maar twee peilers in een maatschappij in een vorm van wisselwerking. Het humanisme is onstaan door het christendom en het joods geloof. Het christendom is door het humanisme sterker geworden in de uitoefening van de levensbeschouwing waarvoor zij staat. Door het openstellen van onze grenzen voor diverse geloofsgemeenschappen worden wij thans geconfronteerd met een groep van mensen die voorhouden aanhanger te zijn van een bepaalde godsdienst maar geen besef hebben van de levensbeschouwing of een gevoel van verbondenheid. Enkel de uiterlijke kenmerken zijn van belang, de vorm heeft voorrang boven de inhoud. De bloedige aanslagen van moslims tegen hun eigen geloofsgenoten, de al dan niet gelukte aanslagen in naam van een godheid laten ons duidelijk voelen dat ook de Islam nood heeft aan een humanisme. Een levensbeschouwing die naast het geloof in een God ook het respect voor de mens en zijn gezin als Grondwet heeft. Trouwens als Al-hilal (Allah) dan toch zo machtig is heeft hij geen mensen nodig om de beledigingen aan zijn adres of die van zijn profeet te wreken. Dat zal hij zelf wel doen...als hij bestaat. In de Koran staat het prachtige verhaal van Mohammed die zijn toehoorders oproept om diegene te helpen aan wie onrecht aangedaan wordt en diegene die onrecht plegen. De toehoorders begrepen wel het eerste maar vroegen meer uitleg over het verlenen van hulp aan diegene die zelf het onrecht veroorzaken. Mohammed verklaarde dat men die mensen moest helpen .... met het verhinderen om onrecht te plegen.
|