Het is allemaal begonnen met een verzameling 'hoofddeksels' en langzaam uitgegroeid tot een studie van de bijhorende kledij (uniformen en accessoires)
04-08-2013
Petje US Military Academy West Point
Petje US Military Academy West Point
De United States Military Academy in West Point is de oudste Amerikaanse militaire academie, gevestigd in de plaats West Point, New York, en leidt studenten op tot officier in het United States Army, het Amerikaanse leger.
West Point is eerst gebouwd als fort (1778/1779) vanwege de strategische ligging van West Point aan de rivier de Hudson. In 1802 maakte president Thomas Jefferson er een militaire academie van, met de bedoeling dat de mensen die aan de academie zouden studeren vertegenwoordigers van een echte democratie zouden zijn. Kolonel Sylvanus Thayer, beter bekend als de vader van de academie, diende er als schoolhoofd van 1817 tot 1833. Hij voerde militaire discipline in op de academie en zorgde ervoor dat de academie zich concentreerde op het opleiden van ingenieurs; veel spoorweg-, brug- en havenbouwers studeerden af aan West Point.
Tijdens de oorlog tegen Mexico en de vele oorlogen tegen de Indianen bleek dat de militairen die aan West Point waren afgestudeerd zeer bekwaam waren in hun vak. Dit leidde ertoe dat in de Amerikaanse Burgeroorlog belangrijke officieren als Grant, Lee, Meade, Sherman, Beauregard en Jackson van West Point afkomstig waren.
Ook in de Eerste Wereldoorlog speelden aan West Point afgestudeerde militairen een voorname rol. Schoolhoofd Douglas MacArthur legde na de oorlog vooral de nadruk op intensieve psychologische training. In de Tweede Wereldoorlog waren officieren als Eisenhower, MacArthur, Bradley en Patton afkomstig van de academie. Van recentere datum is o.a. Wesley Clark. In 1964 werd de capaciteit verhoogd van 2526 studenten naar 4417 studenten (recentelijk verlaagd naar 4000 studenten) om de groei van het leger bij te houden.
Inmiddels is de rol van vrouwen en andere minderheden op West Point sterk verbeterd, vooral de laatste drie decennia. Afgestudeerden mogen zich Bachelor en tweede luitenant noemen.
Uniformologie : militaire rangen van de Schutzstaffel (1930-1945)
Lijst van militaire rangen van de Schutzstaffel
De militaire rangen van de Schutzstaffel werd vanaf 1934 gebruikt door de paramilitaire groepering die de SS was binnen nazi-Duitsland. Ze waren bedoeld om de SS te onderscheiden van het Duitse leger (eerst de Reichswehr, later de Wehrmacht). Aanvankelijk waren de militaire rangen van de SS gelijkaardig aan de rangen van de Sturmabteilung (SA), maar uiteindelijk kregen ze hun eigen titels en kentekens. Het woord Führer werd gebruikt in de meeste SS-rangen en was in overeenstemming met het Führerprinzip (leidersprincipe).
Uniformologie : graden in het Nederlandse leger (2013)
Militaire rangen van de Nederlandse Krijgsmacht
Op grond van het Koninklijk Besluit van 20 juni 1956, bepalende de volgorde van en de verhouding tussen de rangen en standen bij de zee-, de land- en de luchtmacht als ondertekend door Hare Majesteit Koningin Juliana, evenals haar Ministers van Oorlog en Vloot C. Staf en Justitie J. C. van Oven, kennen de verschillende onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht de volgende militaire rangen en standen (in aflopende orde van hoogte).
Rangonderscheidingstekens (en aanspreektitels)
Koninklijke Marine
Koninklijke Landmacht
Koninklijke Luchtmacht
Koninklijke Marechaussee
Opper- of Vlagofficieren
(NAVO rang OF-10)
Admiraal Admiraal (uit traditie, rang bestaat niet meer).
NAVO rang OF-9
Luitenant-admiraal Admiraal (bij het Korps Mariniers: Generaal)
Generaal Generaal
Generaal Generaal
NAVO rang OF-8
Vice-admiraal Admiraal (bij het Korps Mariniers: Luitenant-Generaal)
Luitenant-Generaal Generaal
Luitenant-Generaal Generaal
Luitenant-Generaal Generaal
NAVO rang OF-7
Schout-bij-nacht Schout-bij-nacht (bij het Korps Mariniers: Generaal-majoor)
Generaal-Majoor Generaal
Generaal-Majoor Generaal
Generaal-Majoor Generaal
NAVO rang OF-6
Commandeur Commandeur (bij het Korps Mariniers: Brigadegeneraal)
Brigadegeneraal Generaal
Commodore Commodore
Brigadegeneraal Generaal
Hoofdofficieren
NAVO rang OF-5
Kapitein ter zee Kolonel (bij het Korps Mariniers: Kolonel)
Kolonel Kolonel
Kolonel Kolonel
Kolonel Kolonel
NAVO rang OF-4
Kapitein-Luitenant ter zee Overste (bij het Korps Mariniers: Luitenant-Kolonel)
Luitenant-Kolonel Overste
Luitenant-Kolonel Overste
Luitenant-Kolonel Overste
NAVO rang OF-3
Luitenant ter zee 1e klasse Mijnheer/Mevrouw (bij het Korps Mariniers: Majoor)
Majoor Majoor
Majoor Majoor
Majoor Majoor
Subalterme Officieren
NAVO rang OF-2
Luitenant ter zee 2e klasse oudste categorie Mijnheer/Mevrouw (bij het Korps Mariniers: Kapitein)
Kapitein Kapitein (bij de cavalerie Ritmeester)
Kapitein Kapitein
Kapitein Kapitein
NAVO rang OF-1
Luitenant ter zee 2e klasse Mijnheer/Mevrouw (bij het Korps Mariniers: Eerste-Luitenant)
Eerste-Luitenant Luitenant
Eerste-Luitenant Luitenant
Eerste-Luitenant Luitenant
Luitenant ter zee 3e klasse Mijnheer/Mevrouw (bij het Korps Mariniers: Tweede-Luitenant)
Tweede-Luitenant Luitenant
Tweede-Luitenant Luitenant
Tweede-Luitenant Luitenant
Vaandrig Vaandrig * (bij de artillerie en de cavalerie: Kornet)
Vaandrig Vaandrig *
Kornet Kornet *
Kapelmeester
Kapelmeester
* De Vaandrig, dan wel Kornet, is geen volgens Koninklijk Besluit beƫdigd officier. De Luitenant ter zee 3e klasse is dat wel.
Blauwe epauletten zijn voorbehouden aan de Jagers te voet (Chasseurs Ć pied) en Bergjagers (Chasseurs alpins), omdat zij een blauw uniform (tenue bleue) dragen.
Epauletten in dezelfde kleuren worden tegenwoordig alleen nog maar door commissarissen (afministratief) en artsen gebruikt. Genie-eenheden van de luchtmacht dragen speciale rangtekenen bestaande uit zwart fluweel met de kleuren van de genie en een zwarte luchtmachtadelaar. (Charognard: aasgier).
Het Koninklijk Escorte te paard blaast 75 kaarsjes uit
Het Koninklijk Escorte te paard blaast 75 kaarsjes uit
Het Koninklijk Escorte te paard bestaat dit jaar precies 75 jaar. Sinds 1938 begeleidt het escorte officiƫle ceremonies van de koninklijke familie of het bezoek van buitenlandse staatshoofden. Er bestaat ook een kleiner escorte, namelijk het Escorte Ambassadeurs dat bestaat uit 56 politieambtenaren te paard. Dit kleine Escorte vergezelt de ambassadeurs die hun geloofsbrieven gaan overhandigen aan de vorst.
Berenmuts
Het Koninklijk Escorte te paard is officieel opgericht op 6 augustus 1938 in de schoot van de toenmalige Rijkswacht. Bij de oprichting in 1938 kreeg de kunstenaar-tekenaar James Thiriar de opdracht een uniform voor de ruiters te ontwerpen. De kunstenaar inspireerde zich op het groot-uniform van de Rijkswacht van vóór 1914. De nieuwe praalkledij werd door de Koning goedgekeurd op 20 mei 1939, ter gelegenheid van een tentoonstelling in Luik, en viel onmiddellijk in de smaak bij de bevolking. Vooral de berenmuts wekte verbazing en bewondering op.
Vandaag dragen de ruiters van het Koninklijk Escorte nog steeds hun oorspronkelijke uniform en de zwarte berenmuts die vooraan versierd is met een goudmetalen koningskroon. De ruiters beschouwen het als een eer de berenmuts te mogen dragen omdat die steeds het hoofddeksel voor de keurtroepen is geweest. Sinds 1792 droegen de Franse eliteruiters zo een hoofddeksel en toen in 1801 de toenmalige Rijkswacht de consulaire wacht vormde, verwierf ook zij het privilege de berenmuts te dragen.
De berenmutsen die vandaag gedragen worden, zijn nog de originele exemplaren gemaakt van echte berenhuid. Als het Escorte nieuwe berenmutsen nodig heeft, dan worden die uiteraard uit synthetisch materiaal vervaardigd.
De Belgische berenmuts is klompvorming, de Engelse daarentegen is eivorming.
Mooi uitgedost
Elk peloton van het Koninklijk Escorte te paard bestaat uit paarden van hetzelfde haarkleed, vos of bruin, in functie van hun plaats in het dispositief. De paarden van het Trompetterkorps zijn schimmels, bont voor de paukenist.
Voor de uitvoering van het Koninklijk Escorte te paard worden de paarden speciaal gepoetst en verzorgd. De voeten, voorzien van hoefijzers met mordaxvijzen (voorkomt uitglijden) worden gezwart. De ruiters tekenen ook een dambord op het kruis van hun paard. Ze bevochtigen het haarkleed, wrijven het in met zeep en trekken met behulp van een kammetje kleine vierkantjes (3x3cm).
De essentiƫle elementen van het getuig zijn: politiezadel en pelham (een dubbel bit) met dubbele teugels, blauw zadeldeken met wit borduursel en met het koninklijk monogram, versierselen voor zadeltassen en de wit geborduurde valse mantel voorzien van de koninklijke kroon.
De officieren in het Koninklijk Escorte te paard dragen een sabel, de andere leden een lans. Het Trompetterkorps is niet gewapend.
Samenstelling van het escorte
Voorpijl De stoet wordt geopend door de voorpijl, gevormd door drie ruiters. De lansen die horizontaal over de hals van het paard worden gedragen, geven aan dat de Koning aanwezig is.
Een tweede in bevel Een officier belast met het vervangen van de commandant in geval van nood.
Korps van de trompetters en de paukenist Na de voorspits volgt het Trompetterskorps dat met trompetgeschal de komst van het escorte aankondigt. Deze veertien "muzikanten te paard" berijden schimmels, uitgezonderd de paukenist op zijn bontpaard, en kennen een uitgebreid repertorium van cavaleriemuziek zoals marsen en signalen.
Eerste eskadron Hierna komt het eerste eskadron te paard, bestaande uit twee pelotons, onder de leiding van een eskadronscommandant.
Standaard Onmiddellijk voor de koninklijke wagen bevindt zich de officier-standaarddrager, geflankeerd door twee wachten, hoofdinspecteurs.
Tweede eskadron Daarop volgt het tweede eskadron dat ook is samengesteld uit een eskadronscommandant en twee pelotons.
Achterpijl Het escorte wordt afgesloten door de achterspits die bestaat uit drie ruiters te paard.
Speciale gelegenheden
Naast nationale evenementen met officeel karakter (Nationale feestdag, koninklijke of prinselijke huwelijken en begrafenissen,Ā ), heeft het Koninklijk Escorte te paard deelgenomen aan speciale prestaties:
een serie van Āblijde inkomstenĀ in de hoofdsteden van de provincies in 1952 en 1953 ten gevolge van de eedaflegging van koning Boudewijn; in 1960 voor het huwelijk de koning Boudewijn en koningin Fabiola en in 1976 voor het 25-jarig regentschap van koning Boudewijn.
In maart 2002 is een delegatie uitgenodigd door de Guardia Real (Spaanse Koninklijke Wacht) om in Madrid, in escorte-uniform en met Spaanse paarden, deel te nemen aan aflossing van de wacht. Op 21 juli 2002 heeft een peloton van de Guardia Real samen met het Koninklijk Escorte gedefileerd.
Sinds 2002 worden de paarden van de Federale Politie uitgeleend voor de officiƫle ceremonies van de Koninklijke Marechaussee (Nederland).
In juli 2004 is de commandant van het Koninklijk Escorte samen met een officier uitgenodigd om de 500ste verjaardag van de Guardia Real te vieren (voor een tocht op Spaanse paarden op de Weg naar Compostella).
In september 2004 zijn twee leden van het officierenkader uitgenodigd door het Cavalerie Ere Escorte (Nederland) om te paard deel te nemen aan de repetities van de feestelijkheden rond Prinsjesdag. Tezelfdertijd werkte de Belgische paukenist samen met de ruiters van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Op 21 juli 2005 versterkten de ruiters van het Cavalerie Ere Escorte onze rangen ter gelegenheid van de Nationale Feestdag. Op 21 juli 2007 was het de beurt aan de ruiters van de Koninklijke Marechaussee.
"About 4:40 p.m. the enemy was coming in fast, and the carrier sent up its few remaining planes, some of them already battle-scarred. They headed straight for the enemy. The fight ended at sunset, when the last remaining Japanese plane was shot from the sky. Some of our boys did not return, but they left a memory that time can never dim."
Thus read an official account of one of the great air engagements of the Battle of Midway during World War II. Stephen W. Groves, a 25- year-old Navy Ensign from East Millinocket, Maine, was one of the American flyers who did not return after the day-long battle on 4 June 1942.
Other historical accounts of the battle show that Ensign Groves took off nine times from his carrier on that fateful day, and that his was one of six American planes that fought off a vastly superior Japanese force that was trying to finish off the damaged carrier USS YORKTOWN. The small group was credited with shooting down 14 enemy planes and causing six others to retreat.
For his deeds in the crucial battle, the young Maine flyer was posthumously awarded the Navy Cross for extraordinary heroism.
The commissioning of the guided missile frigate USS STEPHEN W. GROVES demonstrates that time did not dim the memory of this American hero and, in effect, fulfills a promise the Navy made to the Groves family shortly after the ensign was declared missing-in-action. A destroyer, being constructed in Boston, was to have been named for Groves, but it was scrapped when the war ended.
Ensign Groves was a 1934 graduate of Schenck High School in East Millinocket, and received a Mechanical Engineering Degree from the University of Maine in 1939. He joined the Navy in December of 1940, and was commissioned in August of 1941. He boarded the carrier HORNET in December of that year. The HORNET began to transport Doolittle's Bombers to Japanese waters in April of 1942, setting the stage for the Battle of Midway, considered one of the most crucial Allied victories of the war.
Ensign Groves was the first East Millinocket serviceman to be killed in World War II. Today the American Legion Post in the town is named the Feeney-Groves Post, partially in his memory.
USS SAIPAN was het tweede schip in de TARAWA - klasse amfibische aanvalsschepen en het tweede schip in de marine om de naam te dragen. Zowel ontmanteld en ontslagen uit de lijst Marine op 20 april 2007 werd de SAIPAN vervolgens gebruikt voor wapenseffecten te testen, het verstrekken van essentiƫle informatie over de structurele integriteit en het assisteren van overlevingskansen bij het ontwerp en de planning van toekomstige schepen. Na de tests werd de Saipan overgebracht naar de inactieve vloot en werd in afwachting van de definitieve verwijdering bij de Philadelphia Naval Ship Yard gelegd. Op 22 mei 2009 werd de SAIPAN werd verkocht voor de sloop aan de internationale Shipbreaking Ltd, Brownsville, Tx. Op 28 oktober 2009 verliet de SAIPAN Philadelphia op sleeptouw op weg naar Brownsville, Tx.... voor de sloop.
De USS John F. Kennedy (designatie: CV-67, voorheen: CVA-67) was een supervliegdekschip van de United States Navy. Het schip werd in 1968 in dienst genomen. Na bijna 40 jaar dienst is het in 2007 weer uit dienst genomen. Het was het enige schip uit de John F. Kennedy-klasse. Het schip werd genoemd naar oud-president John F. Kennedy.
De USS John F. Kennedy was oorspronkelijk besteld in de nucleair aangedreven Enterprise-klasse. Omdat de kosten daarvoor te hoog opliepen werd het herbesteld in een aparte met conventionele stoomturbines aangedreven klasse. Sinds de uitdiensttreding in 2007 is de USS Kitty Hawk (CV-63) het enige overgebleven supervliegdekschip zonder kernaandrijving.
De kiellegging van de USS John F. Kennedy vond plaats op 22 oktober 1964. In 1967 werd het tewatergelaten. Het werd gedoopt door Jacqueline Kennedy en de negenjarige Caroline Kennedy, respectievelijk de weduwe en de dochter van de overleden president naar wie het schip was vernoemd. In september 1968 kwam het schip in dienst van de Amerikaanse marine.
De USS John F. Kennedy werd gestationeerd in de Naval Station Mayport in Florida. De eerste reizen gingen naar de Middellandse Zee in verband met de situatie in het Midden-Oosten. Nog in de jaren 1970 werd het schip opgewaardeerd om F-14 Tomcat's en S-3 Viking's aan te kunnen. Op het einde van het decennium volgde een onderhoudsbeurt van een jaar.
Op 22 november 1975 botste het vliegdekschip met de kleinere kruiser USS Belknap waarbij vooral die laatste zware schade leed. Op 14 september 1976 was de John F. Kennedy opnieuw betrokken bij een botsing. Deze keer met de torpedobootjager USS Bordelon. De Bordelon werd hierbij zo zwaar beschadigd dat het uit dienst werd genomen.
Jaren 1980
In 1981 was de USS John F. Kennedy op weg tijdens de negende reis. Hierbij deed het voor het eerst de Indische Oceaan aan en voer het door het Suezkanaal. Tijdens die reis kreeg het ook het staatshoofd van Somaliƫ op bezoek. In 1983 werd het schip ingezet nabij de Libaneese hoofdstad Beiroet. Het schip vormde de Amerikaanse aanwezigheid tijdens de crisis die in de regio aan de gang was.
In 1984 volgde een nieuwe onderhoudsbeurt en verbeteringen in een droogdok. Tijdens de twaalfde reis, die in augustus 1988 begon, werd het vliegdekschip 130 kilometer voor de kust van Libiƫ genaderd door twee Libische MiG-23s. Vanuit de Kennedy werden twee F-14's gelanceerd om de MiGs weg de escorteren. Het escaleerde echter tot een luchtgevecht waarin beide Libische straaljagers vernietigd werden.
Half oktober 1992 vertrokken 148 personen van het 11de bataljon van de genie uit Burcht naar Savudrija. Onder VN-bescherming bouwde Winter Lodge 300 semi-permanente woningen voor honderden daklozen (hoofdzakelijk moslims).
Tussen oktober 1992 en december 1995 werkten 100 militairen met 24 voertuigen samen met Nederland in het kader van tien Moving Star-opdrachten. In maart 1994 voegde een compagnie pantserinfanterie van BELBAT zich bij hen. Deze Compagnie was afkomstig van het Regiment Carabiniers-Grenadiers en werd voordien reeds ingezet in de Baranja (DARDA).
Tussen april 1992 en eind 1997 leverde Belgiƫ een volledig Bataljon Blauwhelmen onder de naam BELBAT, dat actief was in de sector EAST (BARANJA), in samenwerking met Russische militairen. Dit was de eerste keer sinds de jaren 50 dat een Belgisch bataljon tot 6 maanden in het buitenland opereerde.
De Belgische bijdrage bestond uit 1038 soldaten en 6 waarnemers.