Napoleontische soldaten staan bekend om hun kleurrijke uniformen.
Vergeleken met de hedendaagse militaire uniformen waren deze uniformen erg opvallend.
De soldaten waren echter niet zonder reden op deze wijze geüniformeerd.
Aan het uniform kon gezien worden bij welk land, eenheid en soort de soldaat behoorde. Het zou dus vriend van vijand moeten onderscheiden.
Maar was dat in de praktijk ook het geval? Een soldaat was het grootste deel van zijn militaire carriĆØre werkzaam in het kamp, en dus niet op het slagveld.
De verschillen tussen vriend en vijand werden dus alleen duidelijk tijdens een daadwerkelijke veldslag.
Tijdens de Egyptische campagne van 1798 tot 1801 was elk Frans regiment al van een afstand te onderscheiden, in 1812 was dit niet meer het geval.
Een Franse soldaat had verschillende uniformonderdelen, zowel voor op het veld, in het kamp als voor onderweg.
De kleur van het Franse uniform in 1812 was blauw, maar het kende verschillende onderscheidingstekens.
Het nummer van het regiment stond aangegeven op de sjakoplaat en het type soldaat was aangegeven door een insigne op zowel de sjakoplaat, uniformen als de patroontas.
Linie infanteristen waren te onderscheiden aan de gekroonde blauwe letter ĀNĀ, van Napoleon, Lichte infanterie door een gele jachthoorn en grenadiers door een rode granaat op de uniformen.
De insignes op de sjako en de patroontas waren van metaal, op de pokalem van stof.
Vanaf een afstand konden echter zowel het regimentsnummer als de insignes niet waargenomen worden, toch waren de verschillende eenheden te herkennen, vooral door de pompons.
Linie en lichte-infanterie had een enkelkleurige, bolvormige pompon op de sjako, donkergroen voor de eerste compagnie, hemelblauw voor de 2e compagnie, oranje of roze voor de 3e compagnie en violet voor de 4e compagnie.
Voltigeurs hadden een gele of groene pompon en pluim en de grenadiers droegen een hogere sjako met rode pompon en pluim.
Op de afbeeldingen zijn deze in ƩƩn oogopslag te zien.
.
Zo zijn er nog meer onderscheidingstekens te herkennen bijvoorbeeld verschillende kleuren, knopen (met daarin het regimentsnummer), epauletten, chevrons etc..
Er is dus wel degelijk nagedacht over verschillende onderscheidingstekens, maar het blijft de vraag of deze in de praktijk nog te herkennen waren.
De soldaten droegen dagelijks hun uniformen waardoor deze sneller sleten. Metalen sjakoplaten en knopen waren erg gevoelig voor roest, deze moesten goed onderhouden worden om dit tegen te gaan.
Werkzaamheden in het kamp (houthakken, vuur maken, koken etc.) zorgde ervoor dat uniformen niet altijd schoon bleven, bedenkend dat soldaten vaak ook gewoon op de grond zaten.
Op het slagveld zorgde rook, kruitdampen en wellicht bloed van kameraden ervoor dat kleuren niet meer de kleur hadden die ze behoorden te zijn.
Ook zullen de pluimen hier niet gevoerd zijn, aan de ene kant zag het er wel imponerend uit, maar aan de andere kant trok het te veel aandacht voor bijvoorbeeld een scherpschutter (voltigeur) waarbij zijn gele pluim duidelijk zichtbaar was tijdens het besluipen. Kortom zullen uniformen al snel niet meer eruit gezien hebben als hoe ze bedoeld waren.
Voor de manier van oorlogvoering zal dit ook haar gevolgen hebben gehad. Er zijn anekdotes bekend waaruit blijkt dat onderscheidingstekens geen functie hebben gehad.
Bij de slag van Waterloo voerde een Britse cavalerie officier van de ĀRoyal dragoonsĀ een charge uit met zijn eenheid.
Na deze charge voegde hij zich bij een groepje ruiters om erachter te komen dat dit de ĀKings dragoon GuardsĀ waren. Hij kon de verschillende eenheden niet herkennen aan hun uniformen.
Soldaten liepen er waarschijnlijk bij in Āafgeragde voddenĀ.
Zij hadden er zelf geen baat bij of alle uniformen wel klopten volgens reglement, zolang zijn musket maar werkte en zijn bajonet geslepen was kon hij meevechten.
Bij slecht weer, of als uniformen niet geschikt bleken om in te vechten, zullen soldaten gedragen hebben wat beschikbaar was.
Na de slag bij Waterloo troffen Hollandse en Pruisische soldaten elkaar op het veld.
De Pruissen dachten dat de Hollanders Fransen waren aangezien zij grijze greatcoats droegen, die zowel in het Franse als Hollandse leger werden gebruikt.
Er kon dus blijkbaar geen onderscheid gemaakt worden aan de hand van hun uniform.
De praktijk laat zien dat uniformen er niet altijd uitzagen zoals deze behoorde te zijn. Dat wil zeker niet zeggen dat onderscheidt weldegelijk aanwezig was.
Van veraf werden eenheden misschien niet herkend, van dichtbij zeker wel.
Daarbij moet bedacht worden dat elke eenheid onderverdeeld was onder verschillende leidinggevenden (luitenants, sergeants, korporaals).
Deze stonden vrijwel altijd bij hun eenheid en, misschien wel belangrijker, bij het vaandel van deze eenheid, waar het regimentsnummer op stond. Soldaten waren dus binnen bereik van de officieren om de bevelen aan te horen.
Het zal echter voor Napoleon zelf wellicht wel een probleem opgeleverd kunnen hebben om van een afstand zijn eigen troepen te onderscheiden, maar zijn officieren konden hem dat wel vertellen.
foto 1 Fuselier van linie
foto 2 Grenadier
foto 3 Voltigeur van linie
foto 4 Jager lichte infanterie
foto 5 Carabinier
foto 6 Voltigeur lichte infanterie






04-06-2015, 00:00 geschreven door Guy 
|