Naast het staande leger met zijn infanterie, artillerie en cavalerie, kende het Koninkrijk der Nederlanden ook verschillende bataljons militie, zowel infanterie als artillerie. Over het algemeen droegen deze milities andere uniformen dan hun collegaĀs bij het staande leger. Dit is te zien op afbeeldingen van deze militiesoldaten. Deze afbeeldingen komen echter niet overeen met de desbetreffende uniformreglementen.
Volgens de reglementen van 1814 droegen alle militiesoldaten dezelfde uniformen. Ze weken echter af van de uniformen van het staande leger. Toch waren de verschillen niet groot. In het reglement staat over militie infanterie: Ākorte donker blauwe rok met oranje kraag en opslagen en witte voering, witte knopen met de letters L.M. (landmilitie) en het nummer van het bataljon en witte plaat voor de schakos, de overige objecten als bij de infanterie der staande armee. Wit lederwerk. Witte pompon met het benedenste gedeelte rood, lang 4 ¾ duim Rijnlands, waar van 2/3 wit en 1/3 rood.Ā Bij de militie artillerie waren de verschillen ten opzichte van het staande leger kleiner: Ādezelfde uniform als die der staande armee, doch de platen der schakos en de knopen in het geelĀ.
Als de afbeeldingen van liniesoldaten en militiesoldaten echter naast elkaar gelegd worden, springen de sjakoĀs in het oog. Deze vertonen wel degelijk verschillen qua vorm. Dit verschil is te verklaren aan de hand van een decreet van 24 november 1814. Hierin staat vermeld dat de normale sjakoĀs te duur waren om voor de militie gebruikt te worden. Daarom werd bij de militie de Engelse sjako ingevoerd. De kostprijs hiervan bedroeg slechts twee gulden vijftien, tegen vier gulden veertig voor de gebruikelijke sjako. Deze Engelse sjako moet niet verward worden met het model in gebruik bij het Engelse leger in deze tijd. De Engelse soldaten op de rechter afbeelding dragen namelijk een zogenaamde ĀBelgicĀ sjako. De Engelse sjako die voor de militie gebruikt werd verwijst naar het oude Engelse model, de Āstove-pipe sjakoĀ, van 1801 tot 1812 in gebruik bij het Engelse leger, te zien op de linker afbeelding.
In de reglementen van 1815 is echter geen enkele verwijzing te vinden naar de stove-pipe sjako. Volgens uniformreglementen uit genoemd jaar droeg de landmilitie de Āschakot als die der infanterieĀ
Ā[. Hetzelfde gold voor de militie artillerie. Ruim een maand later wordt een decreet uitgevaardigd waarbij de militie compleet gelijk getrokken wordt met het staande leger, ook op uniform gebied: ĀĀ
omtrent de kleeding en equipementsgelden, ingevoerde reglementen, zullen worden gewijzigdĀ
Ā. Dit zou erop wijzen dat de militie inderdaad dezelfde sjako droeg als de infanterie. In 1815 droeg de infanterie het Oostenrijkse model sjako, zoals op de afbeelding afgebeeld. In de reglementen is niet duidelijk vermeld dat deze sjakoĀs ingevoerd werden. Er wordt wel vermeld dat de bestaande sjakohoezen niet meer om het nieuwe model passen omdat de klep in de nek in de weg zit. Dit wijst inderdaad op het Oostenrijkse model.
De decreten van 1815 wijzen er dus impliciet op dat de militie dezelfde, Oostenrijkse, sjako droeg als de infanterie. Er zijn echter verschillende afbeeldingen te vinden van Nederlandse infanterie met verschillende sjakoĀs. Op de afbeelding draagt de soldaat de ĀBelgicĀ sjako. Dit komt omdat dit een Belgische soldaat in Nederlandse dienst betreft. Belgische bataljons vormde een apart onderdeel binnen het Nederlandse leger. Dit verschil is ook aantoonbaar tussen Belgische en Hollandse jagers. Voor de militie lag dit anders. De afbeeldingen met betrekking tot 1815 die militie soldaten laten zien tonen bijna altijd de Āstove-pipeĀ sjako, hetgeen onjuist is. Op de afbeelding is een bataljon landmilitie te zien met daarnaast een officier. De officier behoort volgens het reglement dezelfde sjako te dragen als de manschappen, alleen met een witte pluim. De vraag bij deze afbeelding is dus, dragen de soldaten de verkeerde sjako, of de officier?
In prijslijsten uit 1815 wordt slechts ƩƩn sjako genoemd, welke vier gulden kostte. Daaronder staan verschillende sjakoplaten vermeld, de koperen sjakoband voor de infanterie, de hoorn voor de jagers en de plaat voor de militie. Het lijkt er dus op dat er geen sprake is van verschillende sjakoĀs en dat de enige verschillen te vinden zijn in de platen, pompons en kleuren. Er zijn echter decreten die na 1815 zijn uitgegeven waaruit blijkt dat officieren de uniformreglementen niet, of onvolledig hebben doorgevoerd. Zowel het decreet van 20 maart 1816 als dat van 17 september 1817 vermeldt dat dit het geval is geweest. Hier kunnen verschillende redenen voor zijn geweest, zoals de te hoge kosten of de tijd. Als de goedkopere Engelse Āstove-pipeĀ sjakoĀs eind 1814 al ingevoerd waren, is het redelijk om aan te nemen dat deze begin 1815 niet gelijk werden vervangen door het duurdere Oostenrijkse model. De soldaten kregen slechts bij de oprichting van het bataljon hun volledige uitrusting van de staat, daarna kregen officieren een bepaald budget waarvoor zij nieuwe kledingstukken konden kopen. Zij moesten wel binnen het budget blijven. In februari 1815 werd echter bepaald dat alle kosten die de nationale-militie maakte, direct uit de staatskas vergoed werden.
Waarom zouden de sjakoĀs dan niet doorgevoerd zijn?
foto 1 Noord-Nederlandse (Hollandse) miliciens anno 1815. De uniformen komen grotendeels overeen met die van de infanterie. De enige verschillen betreffen de kleuren van de kraag, manchetten en voering. Deze waren bij de infanterie wit voor de kraag en manchetten en rood voor de voering. De militie draagt oranje kraag en manchetten en witte voering. Het grootste verschil zit hem echter in de sjako, hier de Engelse Āstove-pipeĀ sjako.
foto 2 Hollandse infanterie anno 1815. Links een soldaat van de centrumcompagnie, rechts een flankeur. Dit is te zien aan zijn wings en donkergroene pompon.
foto 3 (van R-L) korporaal royal artillery -- gunner royal artillery -- driver royal artillery -- 3de class Pte royal staff corps
foto 4 (van L-R) sergeant-major 33ste Reg 1ste Yorkshire West Riding -- private 69ste Reg Lincolnshire -- Adjudant 54ste Reg West-Norfolk
foto 5 Sjako Oostenrijks model.
foto 6 prijslijst
foto 7 Linie infanterist. Behoort bij de Flankeurs. De rode pompon wijst op een grenadierseenheid. Het Nederlandse en Belgische leger hadden echter geen grenadiers of lichte infanterie maar twee flankcompagnien. Officieel te herkennen aan een witte pompon met groene top.
foto 8 Verschillen tussen Hollandse en Belgische eenheden. Grootste verschil is de sjako. Te zien is dat de Hollandse jager de Oostenrijkse sjako draagt en de Belgische de 'Belgic' sjako.
foto 9 Zuid Nederlandse (Belgische) milicien. Draagt net als zijn noord Nederlandse collega de Āstove-pipeĀ sjako. Aangezien BelgiĆ« pas na het congres van Wenen (April 1815) samengevoegd werd met Nederland zullen de 25 bataljons landmilitie die in april 1815 met het Nederlandse leger samengevoegd werden de eigen, Belgic, sjako behouden hebben.








08-06-2015, 00:00 geschreven door Guy 
|