flarden van de nacht dwarrelen nog rond
niets dan onzin kwam uit mijn mond
ik ging liggen, terstond werd het donker
ik gleed in de zwarte vleugels van de slaap
op de bodem van mijn bier
had ik de waarheid gevonden
maar 'k heb er te veel verslonden
en herinner me geen zier
't is triestig maar 't is waar
mijn zoektocht gaat voort
de avond neemt moedig het woord
en ik sla de dagen door elkaar
onverschrokken en verbeten
strijd ik - een oude strijd
getekend door de tand des tijds -
met het gedrocht van mijn geweten
op de bodem van mijn bier
had ik de waarheid gevonden
maar 'k heb er te veel verslonden
en herinner me geen zier
op de bodem van mijn bier
is mijn blik blijven steken
en jij zit zonder gebreken
tegenover mij, nu, hier