Bereken de dag van de week waarop 'n bepaalde gebeurtenis uit het verleden plaatsgreep (bvb. je geboortedag) >>> Kalender
T I L D O N K
Gemeente Haacht Prov. Vl.-Brabant
4 km > Haacht
5 km > Werchter 8 km > Tremelo 11 km > Leuven
18 km > Mechelen 20 km > Aarschot 30 km > Brussel
E-MAIL
Druk op onderstaande knop om te e-mailen (vragen, suggesties, opmerkingen, toevoegingen,...).
Je kan ook de 'reageer'-knop gebruiken onder elk bericht.
GASTENBOEK
Dit is onder meer de plaats om je mening te geven over de blog 'Tilloenk vruger'. Of om te lezen wat anderen ervan vinden.
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
TILLOENK VRUGER
DEZE BLOG BEGON OP 29 NOVEMBER 2005 EN STOPTE EI ZO NA OP 16 APRIL 2011 NA HET BEREIKEN VAN 1000 ITEMS OVER HET VERLEDEN VAN TILDONK.
MAAR HET BLOED KRUIPT WAAR HET NIET GAAN KAN,
DUS AF EN TOE MAG JE JE NOG AAN WAT MOOIS VERWACHTEN...
Jan Gordts
De meimaand loopt weer bijna ten einde. De ganse maand is de kapel O.L.V. van Troost in de Hambos alle dagen 's avonds toegankelijk tijdens een gebedsviering. Op 31 mei wordt plechtig afgesloten. In 2001 schreven we een brochure over de kapel (nog steeds verkrijgbaar bij HAGOK of bij Risjaar De Cuber; prijs: 2 EUR). Ten gerieve van de bloglezers hebben we hem nu ook ingescand...
René
Goossens en Paula Janssens uit de
Kruineikestraat vierden gisteren hun 50ste huwelijksverjaardag.
Een kleurig plakkaat en dito ballonnen aan de gevel van hun huis
herinnerden de voorbijgangers aan die heuglijke dag in het leven van het
koppel een halve eeuw terug.
Een
dikke proficiat aan beiden en doe daar maar gerust nog vele jaren
bij!!
* Gemeenten kunnen voor fietspaden tot 80% subsidie vangen
Gemeenten kunnen voor fietspaden tot 80% subsidie vangen!
Het bovenstaande kwamen we te weten in het recente nummer van "De Vlaamse Brabander", het informatiemagazine van onze provincie (mei 2010, nr. 35, p. 4-5).
Op de bij het artikel horende foto poseren de gedeputeerden Swinnen en Dekeyser aan de vaart te Tildonk. Spijtig genoeg kan je als fietser alleen langs die kant van de vaart (Zuiddijk) veilig fietsen. De mensen van Hambos moeten eerst langsheen een onveilige industrieweg zonder fietspad (Vaartdijk) om aansluiting te vinden op de Zuiddijk. In de recent opgedoken tekst van een provinciale vergadering in verband met
de ontsluiting van de industriezone Hambos (zie blogpost 15/05/10) lees je echter geen woord over
een te voorziene fietsweg langsheen de vaartdijk!
Maar in het hierboven aangehaalde artikel verneem je wel dat de gemeenten tot 80 procent subsidie kunnen bekomen (40% van de provincie en 40% van de Vlaamse overheid) voor het aanleggen van fietswegen. Zo, wat belet onze bestuurders...?
Tilloenk Leeft heeft een voorstel gelanceerd voor een fietsersbrug over de vaart ter hoogte van de Kapelleweg en de Kouterstraat. Het blijkt immers dat Zeekanaal halstarrig het been blijft stijfhouden in de kwestie van de (door hen) versperde sasovergang.
We zijn benieuwd of het de gemeente Haacht menens is met haar voornemen om van onze gemeente een fietsveilige gemeente te maken, of dat het alleen maar holle woorden zijn...
In 2009 riep
de gemeente Haacht een geboorteboomactie in het leven. Ouders van
kindjes die het levenslicht zagen in 2009 konden kiezen om een
geboorteboom te planten in hun tuin.
In 2009 maakten 65 gezinnen gebruik van deze
actie. Bedoeling van de actie was gezinnen een blijvend aandenken te
schenken aan de geboorte van hun kind. De boom groeit immers mee met het
kind en het hele gezin kan er samen zorg voor dragen.
Daarnaast wil de gemeente via deze actie gezinnen ook opnieuw in
contact brengen met de natuur van bij ons. Heel wat lokale planten en
dieren kennen de laatste tijd een sterke terugval. Daarom bestaat het
aanbod van bomen waaruit de gezinnen mogen kiezen enkel uit inheemse
soorten zoals de Tamme kastanje en de Gewone Walnoot.
Na het succes van 2009 wordt de actie ook in 2010 verder gezet.
Tessa Nys - www.nieuwsblad.be
Een (mogelijk ietwat naieve) bedenking van mijnentwege hierbij. Los van het feit dat dit wel een heel sympathiek initiatief is van de gemeente, stel ik me de vraag of men er zich van bewust is dat tamme kastanjelaars en walnootbomen (ook gekend als okkernootbomen of gewoonweg notelaars) mettertijd dermate afmetingen aannemen, die hen absoluut ongeschikt maken voor een modale, doordeweekse tuin. Tenzij de gemeente de bonsaiversies van deze bomen voor ogen heeft natuurlijk... :)
Foto van een min of meer volgroeide tamme kastanjelaar.
Volleybalclub TILVOC speelde algemeen kampioen in 1977 en werd daarop feestelijke ontvangen op het gemeentehuis van de nieuwe fusiegemeente Haacht.
(knipselarchief M. Vandenheuvel)
KWB, Marcel Jacques, André Le Roy, Albert Ruttens, Juul Simons, Jos Gordts, Marc Jacques, André Wackers, Michel Van Baelen, Michaël Piron, Peter Gilis, Emiel Bosmans, Roger Smout, Herman Vleminckx, Patrick Libotton, Lieve Snellings, Margot Van Baelen, Mariette Simons, Monique De Wever, Marjan Persoons, Ann Pittevils, Alida Bidée, Rita Gordts, Lieve Decoster, Rita Pues, Linda Decat, Ives Nickmans, Annie Rutten, Mieke Conings, Jo Van Humbeeck
Marc
Declercq, één van de weinige Belgische culinaire schrijvers (met zo'n
40-tal boekentitels achter zijn naam en een pak internationale awards tegen zijn
keukenmuur), heeft zo pas een nieuw boek uitgebracht onder de titel "De Oude
Belgen in de keuken". Uit de geschiedenis van ons culinair erfgoed
distilleerde hij 25 Belgische klassiekers, gerechten die vandaag nog
altijd populair zijn. Het boek begint met "asperges op zijn Vlaams" en
eindigt met "tomaat-garnaal", met daartussen ook enkele minder voor de
hand liggende recepten zoals "jefkespeer met koffie" of "potjesvlees"
(een Vlaams-Frans gerecht op basis van kip, kalf en konijn, en recent
erkend als streekproduct).
Met het boek komt hij tegemoet aan de
hernieuwde belangstelling voor de klassiekers van vroeger, waarmee ook
ene Piet Huysentruyt het nodige succes oogst. Je kan het boek zien als een tegenreactie op de
moleculaire trend die de laatste jaren de restaurantkeukens overheerste. Aan Kwinten De
Paepe, chef van het Leuvense restaurant Trente, vroeg Declercq om van elke
klassieker een moderne versie te bedenken. Op die manier wil hij de klassiekers openstellen voor de volgende generaties. Dezelfde ingrediënten, maar op een andere manier gebracht...
(uit: De Morgen Magazine,15 mei 2010, "Viva Bomma" - Veerle Helsen) INFO: De Oude Belgen in de keuken, Marc Declercq, Borgerhoff & Lamberigts, 32,50
De top-3,
al zou "witloof in de oven" daar ook niet tussen misstaan, en waarom ook niet, onze fameuze "Tildonkse taart"*...
818) 1830: pastoor Lambertz koopt college der Oratorianen en herberg 'De Drie Snoeken' te Scherpenheuvel
Ook in het pensionaat van de ursulinen van Tildonk te Scherpenheuvel
was er tot het uitbreken van de 2de WO blijkbaar, net als in het moederklooster te Tildonk zelf, een buitenlandse afdeling in de kostschool...
Scherpenheuvel - De Pelgrim
Waar nu De Pelgrim is gevestigd,
was voorheen lange tijd een school. In 1656 openden de Oratorianen op
deze plaats hun Latijns college voor humaniorastudenten. Na de Franse
Revolutie (1797-1798) verdwenen de Oratorianen uit Scherpenheuvel,
waarna de Zusters van Liefde deze gebouwen bewoonden tot in 1830. In dat
jaar kocht pastoor Lambertz van Tildonk het college en de herberg De Drie Snoeken, waarna de Zusters Ursulinen het gebouw betrokken en er
een kostschool openden, het pensionaat der Ursulinen. Tot 1950 werden
alle vakken hier in het Frans onderwezen. Tot voor de tweede
wereldoorlog waren er hier heel wat Engelse, Schotse en Zwitserse
leerlingen, die enkel in de grote vakantie naar huis gingen.
Na 1950
kreeg deze school de naam van Sint-Lutgardislyceum. Vanaf 1990 kwamen er
minder en minder leerlingen zodat men zich verplicht voelde om in 1999
de school te sluiten. De zusters gaven de gebouwen aan het bisdom en de
parochie. In 2000 begon men aan de verbouwing van de school. Sinds 1
mei 2003 is hier het onthaalcentrum De Pelgrim gevestigd waar de
pelgrims gastvrij worden ontvangen. Men kan hier even uitblazen, op adem
komen en zo meer. De mooie kapel nodigt uit tot gebed en bezinning.
Gedurende heel het jaar kan men hier informatie krijgen over
bedevaarten. We hebben hier ook een grote winkelruimte waar men boeken,
kaarten, kaarsen en allerlei religieuze voorwerpen kan kopen. Tijdens
de wintermaanden bieden we heel wat activiteiten aan zoals
zondagmiddagaperitief, stille maandagen, midweekdagen, gespreksavonden,
zangavonden, leesavonden, recollecties, liturgisch bloemschikken,
mystiek e.a.
Om de
twee weken tref je hier een paar portretten van onze Tildonkse
voorzaten.Met een klein beetje commentaar op zijn
Tilloenks. Soms zijn we zelfs niet zeker wie er op voorkomt en
verwachten we
enige feedback van de lezer.
Zie
je
ook
graag
een van je voorouders of verwanten verschijnen in Den Tilloenksen almanak? Bezorg ons
dan een
foto en we bedienen je op uw wenken!
Gustaaf Swiggers, de smed, Boske Vankrieken, Jules Vankrieken
* Communiceren: HAACHT KAN (of lees: DURFT) HET NIET ! *
Vergadering Prov.
Vl.-Brabant op 29 maart 2010; afgevaardigden gemeente Haacht: Armand Van
Cappellen, burgemeester en Fillet Edmond, schepen.
Uit het verslag:
"Er wordt unaniem
gekozen voor de ontsluiting van Hambos met een ontdubbelde
Kruineikebrug..."
"Iedereen kan zich vinden in een ontsluiting via de Molenweg..."
Onze gemeentelijke overheid blinkt eens temeer uit in non-communicatie. Reeds einde maart 2010 werden tijdens een vergadering op provincieniveau princiepsbeslissingen genomen rond de "ontsluiting van de bedrijvenzone Hambos" te Tildonk (zie verslag in bijlage).
Hieruit onthouden we twee dingen:
1) Er komt een nieuwe INDUSTRIEWEG die vertrekt vanuit de bedrijvenzone Hambos richting Mechelse steenweg (langs de Fluxys aardgasterminal)
2) Er komt een NIEUWE BRUG naast de bestaande brug van Tildonk.
Deze werkzaamheden zijn veruit de meest ingrijpende in het Tildonkse landschap sedert de aanleg van de vaart halverwege de 18de eeuw. Dan zou je toch op zijn minst verwachten dat de gemeentelijke overheid haar beste beentje voorzet om de burger iet of wat in te lichten, en zelfs (waarom niet?) enige medezeggenschap te verlenen. Neen dus. 't Is allemaal nog veel te voorbarig, aldus onze gemeentevaderen.
Dus beste omwonenden, blijf gerust nog wat verder in het ongewisse, uw verkozenen weten immers best wat goed voor u is...
Ook nu weer kijken we uit naar de
activiteiten van dit weekend.
Zaterdag 15
mei: * Tijdens de meimaand
heeft elke avond om 19.00 u. een gebedsbijeenkomst plaats
aan de Hamboskapel.
De kapel in de Lipsestraat is elke zaterdag open van 18.00
tot 19.00 u.
Zondag 16 mei: * PASTOORKESROUTE, gezinsfietstocht doorheen Tildonk en omgeving, ingericht door HAGOK. Vertrek aan
de kerk van Tildonk in drie groepen om 13.00 - 13.30 en 14.00 u. telkens onder
begeleiding van 'n gids. Met bezoek aan de hoevebrouwerij HOF TEN DORMAAL. Brochure + bon voor 'n Dormaal of Martens-fruitsap: 3 . Maandag 17 mei: * KVLV - Vrouwen met vaart: Wekelijkse fietstocht, vertrek 19 u. aan de Familia.
Enkele foto's van het
zwaar getroffen Bertem. Een fototoestel was in 1906 nog een rariteit,
slechts hier en daar was er iemand die er een bezat. Dus was het
gebruikelijk dat bij natuurrampen en allerlei andere gebeurtenissen
postkaarten op de markt werden gebracht...
Vandaag, dag op dag 104 jaar geleden, greep een grote wolkbreuk plaats
boven de streek van Leuven, Herent, Veltem-Beisem en Bertem. Het water viel met
bakken uit de hemel zoals de mensen het nog nooit hadden meegemaakt. In Bertem verdronken daarbij zes inwoners. De zondvloed zette de ganse streek onder water.
Ook overstroomden toen enkele straten van Tildonk. Zo
diende mijn grootmoeder Nette Lemmens, die in de Bertrodestraat woonde,
te vluchten tot in de Vijfeikenstraat (die droog bleef). Grootvader
werkte toen in Leuven maar geraakte niet meer terug thuis, de bedding van de Mechelse
steenweg was immers volledig weggespoeld ter hoogte van het Windgat
(Roeselberg, Herent)...
Op 18 december 1965 verscheen een artikel in het weekblad De Haechtenaar,
naar aanleiding van de watersnood die Werchter en omgeving op dat ogenblik teisterde. In het bewust artikel werd de wolkbreuk van 1906 nog eens te berde gebracht...
... De wolkbreuk
van 1906
Wij hebben de afgelopen week verschillende mensen over water gesproken,
doch meest allen waren er over eens dat de wolkbreuk van Leuven, met het
hoogtepunt boven Veltem en Bertem, de meest schrikwekkende ramp is
geweest, waarbij trouwens 6 personen verdronken.
Dore De Wit, uit Werchter, vertelde dat het 5 of 6 mei 1906 is geweest,
volgens Felix Buls, uit Wakkerzeel, was het op 13 mei en volgens "Jef
van Miekes", uit Tildonk, op maandag 14 mei. De ouderen kunnen het dan
maar onder mekaar uitvechten, maar zeker is dat de streek nooit
dergelijke groeiende waterstand heeft gezien op zo'n korte tijd.
Dore De Wit is er met zijn vader naar toe geweest, per fiets. Hij had
horen zeggen, alhoewel het hier ook niet pluis was geweest, dat het daar
een ware zondvloed was.
En inderdaad, Dore heeft nooit zulke verwoesting gezien als daar te
Bertem. Er waren steenbrokken bij, verklaarde hij, waarvan men zegde dat
ze 17.000 kilo wogen en die waren nog 80 meter "weggeflot".
De 6 doden
Dramatischer was het verhaal van Jef Artoos, van Haacht, afkomstig van
Tildonk, waar men hem "Jef van Miekes" noemde. Jef was 's anderendaags na de wolkbreuk met zijn vader, Sus Artoos, uit
de Sussenhoek te Tildonk, te voet naar Bertem gaan kijken. Hij ziet nu
nog voor zijn ogen het huis, waarin de vier personen waren verdronken.
Hij kende de man uit dat gezin, daar het een meuttekens marchand was,
die regelmatig zijn ronde deed te Tildonk.
Dramatische bijzonderheid: op de witte muren van de keuken zag men
duidelijk tot waar de bewoners van het huis met hun handen geklauwd
hadden om hogerop te geraken. Men huiverde toen men de zwarte afdrukken
van die handen zag en men kon zich een idee vormen van de doodstrijd van
deze mensen. Het kon niet anders of het drama moest zich op een paar
minuten afgespeeld hebben.
Rechtover deze woning waren in een ander huis ook twee mensen
verdronken. Deze twee huizen stonden praktisch in een put, het laagste
punt van Bertem, aan de voet van een grote helling. Het water was zo
vliegensvlug daar geweest dat het hen verrast had. Maar de stuwkracht,
van het snel wassende water wordt nog beter gellustreerd door volgende
anekdote.
De varkens van boerke Van den Houdt
Die maandag kwam boerke Van den Houdt, van den Doren (Tildonk), van
Leuven terug, waar hij twee kleine varkens had gekocht. Het was toen nog
de tijd zonder auto's en met weinig fietsen. Om maar te zeggen dat het
ongegeneerd toeging op de baan.
Boerke Van den Houdt staafde zijn kurrekens voor zich op in de uitkom
van Leuven. Alvorens aan de Roeselberg te komen had men een staminee,
het laatste huis links van de baan. En ons boerke kreeg het heilzame
gedacht daar een pint te gaan pakken. Hij liet - zeden van die tijd -
zijn varkentjes alleen hun weg vervolgen en zou er in de gauwte zijn
pintje pakken.
Waar wij hier van spreken is 60 jaar geleden en toen was daar aan het
zogezegde "Windgat" (daar waar enkele jaren geleden de technische
kontrole van de auto's plaats had) onder de Leuvense steenweg een
baantje met een duikelaar, die juist hoog genoeg was om een hooikar te
laten passeren.
Op dat ogenblik pletste de wolkbreuk neer. Boerke Van den Houdt zag het
gevaar voor zijn varkens, duwde de bazin een paar centen in de handen
voor zijn verteer en holde zijn beestjes achterna. Hij kwam een paar
tientallen meters te kort. Met donderend geweld sloeg het brullende
water de duikelaar - en de steenweg - weg.
De varkens waren aan de overkant, maar Boerke Van den Houdt stond met
zijn armen in de lucht, langs de kant van Leuven, met verbauwereerde
ogen zijn varkens na te zien, die over het gat waren en nu met hun
krulstaartje omhoog, de beklimming van de Roeselberg begonnen...
Foto's: De Mechelse steenweg ter hoogte van het Windgat aan de Roeselberg te Herent, vóór en na de ramp.
Sigrid Joosen versiert elk jaar in de meimaand met kunstige hand de omgeving van de OLV-van-Troostkapel in de Hambos met zandtekeningen en sluit hiermee aan bij een eeuwenoude traditie.
Zand, zand, schoon wit zand...
Onze woningen hadden vroeger vloeren in gestampte kleiaarde. Voor het kuisen ervan werd wit zand gebruikt. Hieruit ontstond de kunst van het zandstrooien, zo werden er allerlei figuren gestrooid. Prachtig werd er gefantaseerd bij kermissen, processiedagen, inhalingen of andere bijzondere vieringen.
De opschik van de woning gebeurde meestal op zondag, als het mansvolk naar de hoogmis was. Het huis was reeds 's zaterdags geschrobd en opgepoetst. Eerst werd dan het fijngekapt stro zacht bijeengeveegd met de nieuwe bezem van fijn rijshout of heikruid, zodat de rode vloer van tegels fris tevoorschijn kwam. Rond tafel, stoof en stoelen werd een sobere boordlijn getrokken van fijn speciaal voorgedroogd zand. Het zand kwam zeer kunstig uit het kleine gaatje van de gesloten handgreep gerezen ofwel uit de platgeslagen teut van een oude koffiepot. Méér gevoel was er nodig en ook meer kunde om de krullen of bloemen op de grond te tekenen onder 't heilighart de lievevrouw of voor de zetel van grootmoeder. Voor de rest van de kamer werd met volle greep zand uit de lijnwaden voorschoot genomen en met vaardige bewegingen van de vingers gelijkmatig verdeeld en uitgestrooid...
De oude Kempische boerenwoning, zoals we ze o.a. in Bokrijk nog in haar oorspronkelijke staat kunnen bekijken, werd sinds eeuwen buitengewoon logisch en praktisch gebouwd. Zij straalt eenvoud uit. Centraal vinden we er de middenruimte, de vloer, gelegen tussen de private woonvertrekken en de stal. De vloer is de plaats van waaruit alle delen van het huis te bereiken zijn, de plaats waar voor mens én dier gekookt werd. Hij is organisch verbonden met de stal d.m.v. de draaiboom of galg voor de koeketel en met de kamer (het winterverblijf) d.m.v. de schouw. Die schouw is dubbel, zodat de haard van de keuken en die van de kamer met de rug tegen elkaar geplaatst zijn en de rook door één pijp het dak kan verlaten. De vloer was het toneel van de huishoudelijke bedrijvigheid, waar niet alleen gekookt en gegeten werd, maar ook afgewassen en geboterd. Het was ook het woongedeelte, waar men het huis langs voren betrad en het langs achteren verliet, want de vloer bevatte zowel een voor- als een achterdeur. Hier bevondt zich de grote Kempische keuken met haar open haard. Ook de naam van deze inkomhalle of zomerverblijf kenschetst dit centrale belang: de keuken noemde men immers huis. Dit was het echte, het oorspronkelijke huis of onderdak van de mens, in zijn primitieve tegenstelling tegenover de stal of het onderdak voor het vee. Nu is er, of was er, een typisch element uit de Kempische volkscultuur dat het grote belang van dit huis, vooral dan in zijn betekenis van inkomhal, tegelijkertijd illustreerde en benadrukte, en dat is het maken van zandtekeningen. Inderdaad, binnenshuis was het alleen in dit vertrek, dat de Kempische boerinnen en meisjes hun vaardigheid daarin aan huisgenoten, gasten en vrijers toonden. Het was een echte volkskunst waarvan de technieken van moeder op dochter overgedragen werden, waardoor de traditionele vormen goed bewaard bleven.
De zandtekenkunst is vandaag, buiten de musea en erfgoedsites, geheel uit de Kempische huizen verdwenen, zonder dat het de verdiende belangstelling van vele van onze volkskundigen heeft mogen genieten. Gelukkig wijdde Jozef Weyns, de eerste conservator van Bokrijk en een pionier in het beschermen van heemkundig erfgoed, verscheidene publicaties aan het onderwerp. Hij vertelt o.a. dat hij in 1943 aangenaam verrast werd, toen hij in zijn naaste omgeving (Heist-op-den-Berg) een hoeve ontdekte, waar de boerin deze traditie niet alleen voortzette, maar ze zelfs met zulk een handigheid beheerste, dat haar werk ongetwijfeld tot het beste mocht worden gerekend dat deze aloude boerinnenkunst ooit voortgebracht heeft. Met uitzondering van een paar kleine huisjes, waar oude moedertjes hun rode vloer nog met enige zandspiralen sierden, was de voornoemde hoeve, van de paar honderd authentieke Kempische huizen die hij bezocht en fotografeerde, de enige waar de boerin nog elke zondag het uitzicht van haar woning d.m.v. traditionele zandtekeningen verfraaide. Andere getuigen vermelden dat ze het gebruik nog tot in de jaren 1950 opgemerkt hebben. Vorige maand nog zag ik zandtekeningen voor de inkom van het bezoekerscentrum te Zoersel. Uit nostalgie? Volgens de traditie? Dat weet ik niet. Maar ze waren toch zeer mooi!
Wanneer men in het begin van de vorige eeuw op een zondagochtend een hoeve in de Kempen binnentrad, dan trapte men er op stro of biezen. De rode tegelvloer werd al daags tevoren geschuurd, maar om te beletten dat de plaveien of tegels te gauw bevuild zouden worden, bedekte men die plekken die het meest aan het trappelen van de klompen waren blootgesteld, met een dunne laag stro, en in de zomer bij voorkeur met biezen. Stro is immers stoffiger en vanwege het kaf en de vlimmen moeilijker op te ruimen. Verse biezen daarentegen zijn fris en zuiver. Waar er huwbaar volk in huis was, waar het voor de boerendochter dus een punt van eer was, dat de vloer nog proper en rood was als de vrijer kwam, daar werd steeds van dit geïmproviseerde tapijt gebruik gemaakt. Het bleef er liggen tot omstreeks het middaguur en werd dan buiten gekeerd. Nu kwam het belangrijke moment: het strooien van de zandtekening, die het sluitstuk van een noeste werkweek vormde. Het maken van de tekening had daardoor, afgezien van het recreatieve aspect ervan, ook iets weg van een heus ritueel. Het bezorgde haar die de tekening strooide bovendien een esthetisch genot, een speelse vreugde, gegeven door schone dingen die een harmonische eenheid vormen. De rijkelijk gevulde werkweek duurde voor de boerin tot ze werd beëindigd met de krullen, spiralen, punten, levensbomen, harten, cirkels en zonnesymbolen van het witte zand op de rode vloer. De zandtekenkunst beantwoordde niet alleen aan een psychologische, maar tevens aan een religieuze behoefte. De krullen verwezen naar het verheugende einde van een week van zwoegen. Ze vormden het zichtbare teken, dat de de vrouw des huizes de laatste hand aan haar woonst had gelegd. Nu pas was haar huis definitief in zondagstooi. Nu ging ook zij haar zondagse opschik verzorgen, minstens met een propere schort of voorschoot (blinkend zwart, eertijds fijn geplooid, blauw linnen). Daarna kon ze zondag vieren, die paar uren per week die haar nog restten. Niet weinig grote dochters trachtten hun moeder met dit gebruik te helpen. Daarmee toonden ze hun hulpvaardigheid en hun verantwoordelijkheidszin voor de netheid van het voorhof en het binnenhuis. Maar vooral toch was het een goede gelegenheid om aan de buurjongens, of mogelijke vrijers, van hun grote handigheid blijk te geven. Deze dochters beperkten hun werk niet enkel tot het binnenhuis, zelfs de buitendrempel van de woning werd door hen versierd. Op die manier konden zij heimelijk toegeven aan hun verlangen zich positief te laten opmerken, en slaagden zij erin op een subtiele wijze menig jongeling te lokken. Natuurlijk werden de zandfiguren ook bij een verhuizing (het overhalen) niet vergeten door de buurvrouwen en -meisjes die voor de nieuwe boer en boerin het huis schuurden en tooiden. De intocht moest feestelijk zijn en de zandversiering droeg daartoe ongetwijfeld bij. Welkomstwensen werden aan de krullen toegevoegd. Het z.g. ontvangstcomité van buren en vrienden had dan recht op een, door de ongeschreven buurtschapswetten nauwkeurig bepaalde, tegenprestatie vanwege de nieuwe boerin, bijvoorbeeld een koffie een paar weken nadien (te onderscheiden van de karwei of grote traktatie voor mannen en vrouwen, een week of zes na het overhalen).
Psychologische, rituele en dus zelfs sociale motieven vinden we terug in de verklaring van de Kempische zandtekenkunst. M.i. heeft het witte zand dan ook een diepere symboliek: na de letterlijke, materiële reiniging van het huis, werd de woning door het strooien van de tekeningen ook nog eens op symbolisch-rituele wijze gezuiverd. Ook in Indië vinden we trouwens vergelijkbare rituelen terug. De zandkrullen bleven een paar dagen liggen. Elke huisgenoot deed zijn best er zo min mogelijk op te trappen. De versiering bleef trouwens beperkt tot de minst belopen plaatsen van de vloer. Vooral de eerste uren behoedde de dochter des huizes haar kwetsbare werk voor onvoorzichtigheden of kwaadwillige verminkingen door treiterende jongere broers. Menigeen van hen kreeg dan wel eens een oorveeg. Na een paar dagen was de tekening echter toch vertrappeld en waren de frisheid en zuiverheid ervan onherroepelijk vergaan. Dan volgde er een transformatie met behulp van de keerbezem. De huisbezem werd op het zand gezet en men wrikte hem heen en weer terwijl men achteruit ging. Op de ganse oppervlakte waar de bezem was voorbijgekomen, lag het zand dan dun uitgestreken in naast elkaar liggende, lusvormige en elkaar dekkende golven. In dit nieuwe patroon bleef het zand andermaal een paar dagen liggen, tot het weer vorm en schoonheid had verloren. Daarna werd het, bij het uitkeren van het huis, met het andere stof en vuil buitengekeerd. De zaterdag naderde opnieuw, met zijn schuren en met het stro of de biezen, en de zondag met zijn verse zand. Zo werd de cyclus weer gesloten.
Technisch gesproken werd uitsluitend wit zand gebruikt. De rondtrekkende zandkruiers brachten het aan huis. (In de Zuiderkempen kwamen de meeste uit Lier.) Zij deden hun ronde op bepaalde dagen met de hand- of de hondenkar. In 1914 gebeurde het eens, dat een kruier bij het afdalen van de berg in Heist zijn trekker niet meer meester bleef. Het zware gewicht werd hem teveel en zijn kar, die hem in de rug stootte, maakte dat hij zich tegen een boom te pletter reed. De roep van de zandleurders schalde van verre: Zand, schoon wit zand! Hun kar had een nagenoeg halfronde bodem, aangepast dus aan het vullen van de emmers. De zandkruier vulde de emmers van zijn klanten met de handen. Op de gladgestreken bovenkant van de volle emmer bracht hij vlug, met een hem geëigend gebaar, een bepaalde krullende tekening of merkteken aan. In 1914 kostte een emmer zand 5 tot 10 centimes. In die tijd werd er door en over de leurders een liedje gezongen waarvan de de tekst als volgt luidt:
Zand, zand, schoon wit zand, Vijftien centen de mand, En doet er nog een zwiksken bij Dan is dat zand voor mij.
Het zand moest goed droog zijn, opdat het goed zou lopen, zoniet werd het op de plattebuiskachel geheist (verhit), d.w.z. in een potje of pannetje geroosterd. Wanneer de tekening op de rode tegels werd aangebracht, was het raadzaam eerst de vloer licht te bevochtigen. Daardoor kleefde het zand beter op de grond en bekwam men mooie, getekende lijnen. Jozef Weyns hoorde deze methode uitleggen door een zandlegster uit Begijnendijk, van wie hij het werk fotografeerde (zie de illustraties bij dit artikel). Zij verklapte hem ook de volgende methode: de grond netten (nat maken) met een in zout water gedompelde vod of slats (dweildoek). Aangezien het zout niet snel opdroogt, blijven de tekeningen zeer lang liggen. Om helrode, blinkende plaveien te verkrijgen, strooide men voor het schuren koffiegruis op de vloer. Waar er nog geen stenen, baksteenrode tegelvoer aanwezig was (omstreeks 1920 waren er nog aardig wat huizen in de Kempen zonder deze luxe) werden de zandspiralen op de donkergrijze bevloering van gestampte klei gestrooid. Om het zand op de grond te laten lopen, werd gebruik gemaakt van een potje met een tuit, een papieren puntzakje (een z.g. tipzak waarvan de punt afgesneden was), een koffiepot, of eenvoudigweg de losse hand. Sommige vrouwen waren zo bedreven in het strooien, dat zij in minder dan een kwartier de hele vloer wisten te versieren.
Niet altijd werd met droog zand gewerkt. Naast de droge bestond er een ook een natte methode. Sommige informanten maakten inderdaad het zand nat in een potje en goten zo de krullen op de vloer. Zelfs met botermelk werd er wel eens door een boerin het zand genet. Ook bij de natte werkwijze, en vooral wanneer men botermelk gebruikte, bewaarden de krullen lang hun relatieve stevigheid. Maar welke ook de methode was die men gebruikte, steeds was het de bedoeling figuren te bekomen die niet breed, onregelmatig of vaag uiteenvloeiden, maar scherp afgetekend waren, in fel contrast met de rode tegelvloer. Klaarheid en duurzaamheid, eigenschappen die zo moeilijk verenigbaar zijn met het uiterst losse verband tussen de beweeglijke zandkorreltjes, waren juist daarom de technische kwaliteiten die in de zandtekenkunst beoogd werden.
Over vormen en motieven valt ook heel wat te vertellen. Allereerst dient gezegd, dat het karakter van de zandfiguren louter decoratief was en dus geen voorstellende kunst. Ornamenten, louter lijnen, alleen gebogen en vloeiende bewegingen beschrijvend, en, bij uitzondering, punten, vormden er de bestanddelen van. Het ging dus om decoratieve lijnornamentiek. Bijgevolg kan hier van zandtapijten geen sprake zijn, maar wel degelijk en uitsluitend van zandtekeningen. De toeristisch uitgebate zandtapijten her en der te lande hebben in hun huidige vorm dan ook niets met ware volkskunst gemeen. De wijze van versieren was steeds aan de ruimte aangepast. De algemene vorm bestond hoofdzakelijk uit een decoratieve boord die langs de kamerwanden werd gelegd. Onder de tafel, en soms ook onder de stoelen, werd een groter motief, bij voorkeur een spiraal, getekend. Spiralen kwamen zeer vaak voor. Andere vormen waren friesvormig herhaalde kleine en grote meanders, golvende lijnen, lusvormige krullen, dubbele krullen, heilsknopen, rozetten, bloemen en bomen. Typische volksmotieven zijn het allemaal, organisch gesproten uit de voortlopende beweging van de hand en voortgeleerd van geslacht tot geslacht. De herhaling, het steeds hernieuwde ritme van de hand en van de krul, is kenschetsend voor al wat volkskunst is. Door die losse hand wordt de herhaling niet mechanisch star, maar vol speelse toevalligheden die de frisheid van elke volkskunst verhogen. De afbeeldingen bij dit artikel zullen dit aantrekkelijke krullenspel wel het beste illustreren.
Ook de kleur is kenschetsend voor een volkse kunst. Het is niet moeilijk zich het fraaie effect van de witte, wendende krullen op de warmrode vloer voor te stellen. Voegen we hieraan toe, dat de muurplint, ook binnenshuis, gezwart was, en dan komen we tot de drie kleuren (wit, rood, zwart) die de hoofdtonen zijn, niet slechts in de volkskunst, maar misschien nog méér in de primitieve kunst, de volks¬kunst in de ruimste zin.
Tot hiertoe kwamen uitsluitend zandtekeningen in de woning ter sprake. Maar ook buitenshuis werden soms zandfiguren gemaakt. Jozef Weyns was één geval bekend van zandtekeningen in de paardenstal van een landgoed, waar de koetsier de vrije stalruimte achter het bed van de paarden met zandfiguren garneerde. Over de precieze vorm en de techniek ervan, heeft hij niets concreets kunnen achterhalen. Wellicht was dat gebruik ook elders bekend. Moderne vloeren, gemakkelijker te onderhouden, maar helaas de laatste decennia bijna altijd afgrijselijk van kleur en tekening, hebben de oude, rode plaveien in het Kempische huis vervangen. Het gebruik van het maken van zandtekeningen heeft onze huizen verlaten. De moderne tijden hebben de plattelandse geest geheel veranderd en de volkscultuur totaal verarmd. Nochtans bestaan er hier en daar nog overblijfselen van de zandtekenkunst buitenshuis, in andere domeinen van het volksleven, zoals bij het versieren van veldkapelletjes in de meimaand, wat in de Kempen nog algemeen gebeurt. Bijna altijd maken zandkrullen, in min of meer traditionele vorm, deel uit van het schoonmaken. Zeker bij de grotere, toegankelijke kapellen zie je soms nog een oud, devoot vrouwtje uit de naaste gebuurte de kapelletjestooi verzorgen. Ook zijn er nog de zandversieringen te vermelden die met Allerheiligen sporadisch op de graven worden gelegd. Een laatste, belangrijke gelegenheid voor het voortbestaan van de zandfiguren bieden ten slotte de bruiloften of jubilea. In die dorpen of buurtschappen waar de gemeenschapszin nog niet helemaal verstikt is, zorgen de buren voor een passende en feestelijke versiering, vóór het huis van de bruid of de jubilarissen, aan de ingang van de kerk en het gemeentehuis. Soms maken zandtekeningen, gepaard aan heilwensen, nog deel uit van die feesttooi. Mijn moeder, die uit Begijnendijk (Brabantse Kempen) afkomstig is, vertelde me over één persoon in haar dorp, die bij een bruiloft voor de zandversiering aan de kerk zorgde. Een arme, brave vrouw was hier de zandlegster-specialiste. De versiering voor de kerkdeur zag er vaak als volgt uit: Aan weerszijden van de gekasseide toegangsweg lagen spiralen. Midden op de weg waren zand en papiersnippertjes gestrooid tussen een heilwens aan elk der paren gericht. Op het voetrooster voor de kerkdeur lagen nog kleine spiralen. Een laatste spiralenpaar bevond zich langs de kerkzijde. Bij het verlaten van de kerk kreeg elk lid van de bruidsstoet een papieren bloempje, door de zandlegster zelf gemaakt. Zij ontving dan een fooi.
Ik kan alleen maar de hoop koesteren, dat sommigen onder jullie zich, door het lezen van dit artikel, geroepen voelen om deze authentieke volkskunst terug tot leven te wekken en aan de volgende generaties over te dragen, zoals de traditie in onze schilderachtige Kempen eeuwenlang deed.
Bronnen Noord en Zuid- Nederlandse Volkskunst (reeks Ars Folklorica Belgica) Antwerpen : De Sikkel, 1956; Kempische zandtekeningen: vertaling en herwerking van een mededeling gedaan op het Derde Internationale Congres voor Antropologische en Etnologische Wetenschappen (Brussel, augustus 1948) / door Jozef Weyns; Gesprekken met verscheidene ooggetuigen uit de Kempen (met speciale dank aan Liliane Van Aerde en Herman De Ridder).
813) Verkoop van herberg en zaal 'Het Anker' in 1926
Werkman of bankier, iedereen was welkom in herberg 'Het Anker' en bijhorende zaal 'Victoria'...
Antoon Corbeel, °Haacht, 14 juni 1860, landbouwer en herbergier, werd vijfenzestig en besloot dat het welletjes geweest was. Prompt stelde hij zijn eigendommen te koop. De nieuwe eigenaar van de 'alomgekende herberg Het Anker' met zaal, danszaal werd zekere Petrus Vanhorenbeek, die door iedereen gekend was als 'Pië van Laa'. Herberg en zaal waren de pleisterplaats van fanfare en dorpspartij Sint-Cecilia (de beren). In het kamp van de politieke tegenstrevers klonk het aldus dra van: 'In den Anker, bij Pië de kanker'. Men was niet steeds lief voor mekaar...
Bij uitscheiding van bedrijf. Openbare verkooping van een groot en welgelegen HANDELSHUIS, met DANSZAAL en grooten HOF, alsook Bouwgronden en beste Landen, onder Thildonck en Winxele.
De notaris Ignace Maes, te Wespelaer in verblijf, zal verkopen de volgende Goederen Gemeente Thildonck 1° Koop. Een welgelegen Handelshuis zijnde de alomgekende herberg 'Het Anker', met schoone zaal, groote Danszaal, 4 andere benedenplaatsen, 2 bovenkamers, zolder, drij kelders, bakhuis met oven, koeistal, paardenstal, varkenskoten, koer en schoonen Hof. Deze eigendom die ook nog eene verhuurde woning begrijpt, bevindt zich in eene gunstige ligging, hoek der Dorpstraat en Postweg , wijk A nrs. 131, 132 en 133a deel des kadaster, groot volgens meting 11 a 10 ca, en palende aan den Postweg, de Dorpstraat, Swiggers, Louis Van Krieken, Verbist, de Pastorij en koop 2. 2° Koop . Een groot Magazijn met Hof (bijzonderen schoonen bouwgrond), gelegen nevens voorgaanden koop, overig deel van nr. 133a, groot volgens meting 7 a 80 ca, palende aan den Postweg, koop 1, de Pastorij, Van Langendonck, de erven de Behault. 3° Koop. Een parceel Land, ter plaatse 'Meutterveld', wijk A nr. 227deel, groot 19 a, palende aan Frans Vermeylen, Lisa De Coster, koop 4 en de Behault. 4° Koop. Een dito, terzelfder plaatse en wijk, nrs. 227deel en 228, groot 19 a, palende aan koop 3, Lisa De Coster, Graaf de Lalaing en de Behault. 5° Koop. Een bouwgrond gelegen onder Thildonck en Winxele, ter plaatse genaamd 'Thildoncksveld', wijk A deel van nrs. 57 en 58, groot 14 a 70 ca, palende aan den Armen van Thildonck, Van Essche, Van Horenbeeck, koop 6, de Woerinckxstraat. 6° Koop. Een dito, terzelfder plaats, wijk en nummers, zelfde grootte, palende aan koop 5, Van Horenbeeck, Schoeters en de Woerinckxstraat. 7° Koop. Een parceel Land, ter plaatse 'Het Struysel', wijk A, deel van nr. 316b, groot 25 a, palende aan Bisschop, Leuven, de Lipse beek, koop 8 en de Kerk van Thildonck. 8° Koop. Een dito, terzelfder plaats, wijk en nr., groot 26 a 20 ca, palende aan koop 7, de Lipse beek, de Cauterstraat en de Kerk van Thildonck. In gebruik bij Antoon Corbeels, verkooper. Dadelijk in genottreding. Instel : Maandag 25 Mei Toewijzing : Maandag 8 Juni 1925, om 2 ure nanoen zeer stipt, ter herberg 'Het Anker', bij Antoon Corbeels, in t Dorp, te Thildonck. De kopen 1 tot 8 werden respectievelijk ingemijnd voor: 27.000, 6.000, 3.500, 3.500, 3.200, 3.000, 3.900 en 4.400 Fr.
(Gazet van Haecht, 17 mei 1925)
Openbare verkooping van huismeubelen, Herberggerief en Landbouwwerktuigen, Paardengetuig en Kassen, eene KOE, Koorn, Tarwe en Haver, alles onder Thildonck.
Notaris Ignace Maes, Wespelaer, zal op Woensdag 24 Juni 1925, om 1 uur namiddag, ten aanzoeke van M. Antoon Corbeels, en aan zijne woning, in het Dorp te Thildonck, openbaarlijk verkoopen :
A. Huismeubelen en Herberggerief, zooals 20 stoelen, 5 tafels, eene ronde tafel, olmen toog, ijzeren bierstelling, oude prenten, eene Leuvensche stoof, kuipen, 2 vleeschvaten, vier zaanpotten, eene kindervoiture, verscheidene lampe-belge, winkel koffiemolen, enz. B. Landbouwwerktuigen en andere, zooals : 2 stortkarren (band van 9), 1 kleine speelkar, eene lange speelkar (dienstig voor bierstekers of melkhandelaars), een dorschmachien met manege, graanmolen, aardappeluitroeier, een nieuwe ploeg, raapmolen, kruiwagens, beerbak, twee basculen, eene ploeg om aardappelen aan te aarden, houten en ijzeren egge, ijzeren slede, schelfthouten, koeketels, emmers, eene nieuwe schup, pikken, hakken, rieken, gritsels, enz. C. Allerlei Paardengetuig, zooals : 2 helpen, 2 zadels, achterlap, 2 garreelen, een nieuw zadel met achterlap, een paar lijnen, 1 toom, strengen, enz. D. Verscheidene koopen schalen. Groote partij mest en strooi liggende in koopen verdeeld. 700 drooge mutsaarden en allerlei andere voorwerpen, te lang om te melden. Een goede MELKKOE (tweede kalf). Aanstonds daarna, in de herberg 'Het Anker' op te roepen : 48 aren koorn in kopen verdeeld, 25 aren koorn aan de werkhuizen Persoons, 29 aren beste tarwe aan het huis van Guill. Van Horenbeeck, 40 aren haver over de Vaart. Alles op voorhand af te zien. Komptante betaling. Gewone voorwaarden.
Jack-Op zette sedert 1869 Werchter op de bierkaart.
Tentoonstelling Jack-Op
De legendarische Jack-Op keert terug naar Werchter! Tijdens het
pinkster- en kermisweekend (21 tot 26 mei) wordt een programma
aangeboden in het gelijknamige cultuurhuis de Jack-Op, ooit onderdeel
van de grote Jack-Opbrouwerij.
Terug Jack-Opbier op Werchter-kermis!
Jack-Op werd vanaf 1869 gebrouwen door de gelijknamige brouwerij in
Werchter-centrum. Het bier was erg in trek in de hele regio en genoot
ook bij studenten een grote populariteit. De Werchterse brouwerij sloot
in 1965 de deuren, maar het brouwproces werd nog tot in 2008 verdergezet
door InBev Belgium. Sindsdien zette burgemeester Dirk Claes alles op
alles om het Werchterse bier toch terug te laten brouwen. Na twee jaar
intensief onderhandelen, brengt Brouwerij Boon de Jack-Op weer op de
markt. Tegen Werchter-kermis komt de eerste lading in Werchter aan en
kun je het komen proeven!
Unieke tijdelijke tentoonstelling in cultuurhuis de Jack-Op
De brouwerij Jack-Op brouwde bier van 1869 tot 1965 en bepaalde zo
voor een groot stuk de geschiedenis van Werchter en zijn rijke
verenigingsleven. De herlancering van het Jack-Opbier is een unieke
gelegenheid voor een overzichtstentoonstelling. Dankzij verwoede
verzamelaars en de hulp van vele inwoners van Werchter, wordt de
expositie beslist de moeite waard met authentiek Jack-Opmateriaal, oude
fotos en unieke brouwerijattributen!
Permanente expositie in de foyer
Bovendien krijgen de mooiste stukken een blijvende plaats in de foyer
van het cultuurhuis. De vroegere brouwerijsite blijft op die manier ook
in de toekomst onlosmakelijk verbonden met de Jack-Op.
Programma:
zaterdag 22 mei: van 14 tot 20 uur
zondag 23 mei: van 12 tot 20 uur
maandag 24 mei: van 14 tot 20 uur
van zaterdag tot en met maandag: elk uur rondleiding met gids tussen
15 en 18 uur
dinsdag 25 mei: voor scholen en verenigingen (op afspraak via Theo
Peeters, 016 61 64 15 of via
toerisme@rotselaar.be)
woensdag 26 mei: voor lokale handelaars en horeca (ook op afspraak)
Cultuurhuis de Jack-Op, Amerstraat 1, Werchter Inkom gratis
en van harte welkom!
De gebouwen van de vroegere Jack-Opbrouwerij te Werchter.
Ben je benieuwd of je familienaam voorkomt in de blog? Of zoek je info over bvb. het klooster, 'varkens en beren', de vaart, ... Breng je zoekterm hierboven in en je krijgt onmiddellijk ALLE artikels waarin deze term voorkomt!
ZEKER EENS PROBEREN! DIT WERKT DUS NIET MEER
DE FOTO'S IN DE BLOG
Gebeurlijke miniatuurfoto's in het middengedeelte kan je doorgaans vergroten door erop te klikken.
De foto's in de linker- en rechterkolom echter niet, ze zijn dan ook veeleer bedoeld als opsmuk. Het gros kwam je wel al eerder tegen in een artikel in het middengedeelte.
.
WARM AANBEVOLEN
Voor slechts 34 € word je lid van HAGOK, de Haachtse Geschied- en Oudheidkundige Kring. Als lid kan je de meeste activiteiten van HAGOK gratis meemaken. Ontvang je HOGT, een glossy magazine met tientallen kleuren- en andere foto's; elk jaar goed voor meer dan 300 blz. streekgeschiedenis, heemkunde, genealogie, archeologie en wetenschappelijke bijdragen over de dorpen van de driehoek Aarschot-Leuven-Mechelen.
Als lid kan je de artikels over Tildonk, naast alle andere reeds verschenen artikels, en dat zijn er ondertussen meer dan 1400 (!), ten allen tijde gratis online raadplegen. Over Tildonk zelf verschenen doorheen de tijd heel wat uitgebreide bijdragen:
Arnold Bonne & Jan Gordts, Cimorné gezien in Tildonk
Jan Gordts, Raar maar waar?! De Tildonkse Sint-Jan-de-Doperkerk is gezegend met een merkwaardige preekstoel
Jan Gordts, Een geval van overbemesting te Tildonk in 1795
Arnold Bonne, West-Vlaamse WO I-vluchtelingen, poserend voor Hôtel du Cygne (1918)
Jan Gordts, Zieltjes redden in 1827. Tildonkse pastoor Lambertz neemt mes van chirurgijn Beckers ter hand
Jan Gordts, Jacobus Evers (°Tildonk 1828), een 'filius septimus' of zevende zoon
Arnold Bonne, Jan Gordts & Freddy Vens, De grauwzusters van Roeselare en andere vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Tildonk
Jan Gordts, 1848, de jonge Tildonkenaar Gaspar Gielielmus Engelborgs overlijdt in den vreemde
Kristien Suenens, Een man, duizend vrouwen. De ursulinen van Tildonk
Jan Gordts, 'Ge moet niet alles geloven wat in de gazetten staat...'
Jan Gordts, Vondelingen te Tildonk op het einde van de 18de eeuw
Jan Gordts, De memoires van Tildonks brugdraaier Jozef Mommaers, alias 'Jef van de brug' (1873-1968)
Jan Gordts, Lucienne De Keuster (1923-2015) dochter van de sassenier van Tildonk. Een vergeten partizane
Jan Gordts, Lokalisatie van enkele 18de-eeuwse gronden te Tildonk. Een oefening
Peter Dejaegher, Het gevecht aan de Lips (1266)
Jan Gordts, André Van Aerschot & Jan Cleynhens, Begin september 1944: de bevrijding van Haacht en omgeving
Jan Gordts, Betwisting rond een in 1820 te Tildonk gevonden geldpot
Ward Caes, Een zilvermunt van keizerin Maria Theresia of een pot bier in 1750?
Jan Gordts, 'Life in a Belgian Convent: A Sydney Girl Abroad'. Een relaas uit 1913 door Maie Mason, Australische oud-leerlinge van de Tildonkse ursulinenkostschool
Jan Gordts, Liedeken op de groote moordery geschied tot Tildonck in den nagt op Gulde Mis (1837)
Jan Gordts, Marie Antoinette Caroline van der Gracht de Fretin en het kasteel ter Elst te Tildonk
Jan Gordts, Voorjaar 1814. Het veldleger van "de Zwarte Hertog" Frederik Willem van Brunswijk strijkt neer in onze dorpen
Roger Casteels, Uittreksels uit het frontblad 'Het Kanton Haacht onder de wapens' - (Thildonck)
Jan Gordts, Wat mispeuterden de Tildonkenaren zoal een goede honderd jaar geleden? Een verhaal van onder meer 'varkens' en 'beren'
François van der Jeught, Een nieuwe Van den Gheinklok voor de kerk van Tildonk in 1601
Jan Gordts, Het Tildonkse ursulinenklooster, litho op postkaart 1903-04
Jan Gordts en Guido Abts, De preekstoel met de verkeerde parochieheilige
Germaine Verheyt, 'Maurice Neefs, een oorlogsslachtoffer uit Tildonk
Jan Gordts, Openbare boedelverkoop in 1771 van de Tildonkse hoeve van 'de Tafel van de Grote Heilige Geest van Leuven' (Hof Ter Leeps)
Jan Gordts, Leerlingenwerving voor de internationale kostschool van de Tildonkse ursulinen in de 19de en 20ste eeuw
Jan Gordts, Bijna vier eeuwen Tildonkse pastoors (1626-1999)
Willy Van Langendonck, De waternaam Lips
Hubert Simonart, Tildonk-Banneux 1933-2008. Een uitzonderlijke band
Jan Gordts, Het testament van kanunnik Philippus Van 't Sestich (+ Tildonk 15 oktober 1764)
Jan Gordts, De Tildonkse processie van weleer
Willy Van Langendonck, Het toponiem Tildonk
Jan Gordts, Een Tildonks politiereglement uit 1837
Jozef Hamels, Renners uit onze regio: Maurice Croon
Jan Gordts, De Tildonkse galg
Roger Casteels, Dagboek van de ursulinen van Caen over hun belevenissen te Wespelaar en Tildonk tijdens de Eerste wereldoorlog
Jan Gordts, Tildonk ten tijde van de Oostenrijkse Successieoorlog (1741-1748)
Louis Swiggers, Over Tildonkse dorpsfiguren: Jakke Vanden Acker, alias Sinterklaas; de smed; Jef van Woil; Lewie Van Krieken; Plien Borreman
Jan Gordts, De geschiedenisles van schoolmeester Paulus Goossens over Tildonk (1856)
Roger Casteels, Het Tildonkse ursulinenklooster en de Eerste Wereldoorlog
Jan Gordts,Tildonk beschreven rond 1830 in de 'dossiers d'expertise' van het kadaster
Jozef Hamels, Renners uit onze regio: met Tildonkse connectie
Henri Vannoppen, De familie de Behault du Carmois tegen de achtergrond van de samenleving van Tildonk
Jan Gordts, De Tildonkse notarissen in de periode 1758-1920
Jan Gordts, De bewogen carrière van Leon Vincart, gevolmachtigde minister van België in Venezuela (°Huy, 22 april 1848 - +Tildonk, 6 juli 1914)
Maurice Vandenheuvel, In 1945 was het klooster van Tildonk een Brits legerhospitaal
Jan Gordts, Knechten op de vuist in het 18de eeuwse Tildonk
Jan Gordts, De Tildonkse reuzen Jan en Babs in de kijker
Jan Gordts, Over oude Tildonkse pachthoven. Het hof ter Elst, van pachthof van de abdij van Affligem tot kasteelhoeve van de families Van 't Sestich en Snoy
Jan Gordts, Over oude Tildonkse pachthoven. Het hof te Bettenrode, win- of pachthof van vele heren
Jan Gordts, Gaf Sus Artoos zijn naam aan de Tildonkse wijk Sussenhoek?
Maurice Vandenheuvel, Het Janssenskapelletje (1852) en de familie Janssens te Tildonk
Jan Gordts, Het Tildonks Sticht in de periode 1818-1832, voorloper van het latere ursulinenklooster
Jan Gordts, De Tildonkse handbooggilde van St.-Sebastiaan in het begin van de 18de eeuw
Jan Gordts, Tildonkse notarissen in de periode 1758-1920
Henri Vannoppen, Schilderijen en kunstwerken rond de notarisfamilie Verzyl te Tildonk
Jan Gordts, De grote kloosterbrand te Tildonk in 1928
Henri Vannoppen, De familie de Behault du Carmois tegen de achtergrond van de samenleving in Tildonk
Jan Gordts, Indische bedevaarders op bezoek te Tildonk in 1935
Maurice Vandenheuvel, Met Tildonkenaars op de vlucht in mei 1940
Jan Gordts, Het ploeg-handmerk van Louis Van Bolle, schepen van Tildonk (1664)
Marleen Rosier, Het Ursulinenklooster te Tildonk. De Art Nouveauzaal
Roger Casteels, Op 26 mei 1940 verloor Tildonk 2/3 van zijn onderwijzerskorps
Marleen Rosier, Het Ursulinenklooster te Tildonk:een bouwhistorisch en iconografisch overzicht
Jan Gordts, 12/8/1942: een Engels gevechtsvliegtuig stort te pletter in Tildonk
Jo Vandesande, Een 18de-eeuwse kaart van Tildonk en Wespelaar
Jos Cools, Tildonk
Jan Gordts, Een drievoudige moord te Tildonk in 1837
Henri Vannoppen, Een beeld van de gemeenten Haacht, Tildonk en Wespelaar rond 1830
Jo Vandesande, Motten en heerlijkheden te Tildonk. Deel II: De heerlijkheid Lauwendries
Jo Vandesande, Motten en heerlijkheden te Tildonk. Deel I: De heerlijkheden Tildonk, Ter Borcht (Nieuwenborg) en Oudenborg, vanaf hun ontstaan tot omstreeks 1650
Bart Minnen, Getuigenissen uit 1390 over de verdeling van de tienden te Tildonk