Bereken de dag van de week waarop 'n bepaalde gebeurtenis uit het verleden plaatsgreep (bvb. je geboortedag) >>> Kalender
T I L D O N K
Gemeente Haacht Prov. Vl.-Brabant
4 km > Haacht
5 km > Werchter 8 km > Tremelo 11 km > Leuven
18 km > Mechelen 20 km > Aarschot 30 km > Brussel
E-MAIL
Druk op onderstaande knop om te e-mailen (vragen, suggesties, opmerkingen, toevoegingen,...).
Je kan ook de 'reageer'-knop gebruiken onder elk bericht.
GASTENBOEK
Dit is onder meer de plaats om je mening te geven over de blog 'Tilloenk vruger'. Of om te lezen wat anderen ervan vinden.
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
TILLOENK VRUGER
DEZE BLOG BEGON OP 29 NOVEMBER 2005 EN STOPTE EI ZO NA OP 16 APRIL 2011 NA HET BEREIKEN VAN 1000 ITEMS OVER HET VERLEDEN VAN TILDONK.
MAAR HET BLOED KRUIPT WAAR HET NIET GAAN KAN,
DUS AF EN TOE MAG JE JE NOG AAN WAT MOOIS VERWACHTEN...
Jan Gordts
Deze foto bereikte ons via Gust Vandenhoudt uit de Lipsestraat. Spijtig genoeg konden de meeste personen niet meer geïdentificeerd worden, evenmin als het tijdstip van de opname. Van de twee dames die zich uiterst rechts op de foto bevinden zijn zelfs de gezichten mettertijd vervaagd... Toch meent Gust enkele personen te herkennen: - middenrij, 3de persoon links: Gust Vandenhoudt (Gust van Kapper aliasKapperke), °Tildonk 4/6/1880, +Tildonk 21/10/1934 x Maria Corbeels, xx Anna Elisabeth Corbeels.* - onderste rij, 2de persoon links: Jef Paeps (Jef Profeet), °Tildonk 17/8/1867 x Octavie De Coster.
Is er iemand van de bezoekers die meer kan vertellen over deze prachtfoto? Het zou wel eens de trouwfoto kunnen zijn van het koppel dat centraal gezeten is op de onderste rij. Hierop voortbordurend denken we dat de bruidegom een zoon van Jef Profeet zou kunnen zijn...
Hier een oproep tot iemand van de families Paeps of Vandenhoudt: Is het niet mogelijk om de personen op de foto eens te vergelijken met andere foto's van de familie? Dit zou uitsluitsel kunnen geven over bovenstaande, toch wel unieke, foto!
* Gust van Kapper of Kapperke, klein van gestalte, was hovenier in het klooster en komt als dusdanig ook voor op de foto's in bijdragen nrs. 36 en 54. De bijnaam 'Kapperke' zou dan ook wel eens van zijn beroepbezigheden kunnen voortkomen (onkruid hakken of kappen).
Foto: de kapel zoals ze er enkele jaren geleden uitzag.
GERED VAN DE AFBRAAK, de kapel O.-L.-V.-Onbevlekte-Ontvangenis in de Lipsestraat
Van de tien kapellen die er momenteel nog bestaan in Tildonk behoort deze kapel op de hoek van de Lipsestraat met de Mortelstraat tot de grootste. Zij werd in 1888 opgericht door zekere Joseph Stie uit Leuven (advocaat, vrederechter of dokter, al naargelang de bron). Na diens dood kwam de kapel, samen met een groot stuk grond, in handen van zijn meid. In een beschrijving van Tildonk in 1899 door pastoor Vandepoel lezen we over deze kapel: Eertijds toegewijd aan den H. Rochus, is zij in het jaar 1888 herbouwd door de zorgen van den heer Stie, geneesheer te Leuven. Nu toegewijd aan O.-L.-V.-Onbevlekt en den H. Rochus. Volgens deze beschrijving zou er dus voordien reeds een kapel gestaan hebben. Doch we vinden daar nergens sporen van. Op de Popp-kaart van ca. 1850 komt zij niet voor, evenmin op de primitieve kadasterkaart van Voncken (1829). Andere toenmalige kapellen zoals de afgebroken kapel van Sint-Anna-ten-Drieën (hoek Postweg-Bukenstraat) en de O.-L.-V.-van-Troostkapel (Kapelleweg) komen we wel tegen op deze kaarten. Was de kapel in de Lipsestraat misschien al te bouwvallig zodat men er geen notie meer van nam? De H. Rochus was anderzijds een pestheilige tot wiens bescherming al zeer vroeg kapellen werden opgericht. De huidige kapel is neogotisch van bouwstijl. Ze werd met veel zorg opgebouwd: een mooie evenwichtige bakstenen constructie met leien zadeldak en ambachtelijk houtwerk. Boven de inkomdeur lezen we een opschrift: Virgo Sine Labi Concepta, Ora Pro Nobis (O.-L.-Vrouw-Onbevlekte-Ontvangenis, bid voor ons). In de nis boven de deur stond een beeld dat, samen met andere beelden en de panelen van het altaar, weggenomen werd door de vorige eigenaars. Binnenin treffen we een prachtige vloermozaïek aan. Enkele decennia geleden werd een nieuwe dakbedekking aangelegd in kunstleien. Dit werd bekostigd door een kloosterlinge van de Tildonkse ursulinen, die bij haar jubileumviering een herstelling van het dak verkoos boven het ontvangen van een cadeau. De eigenaars hebben zich weinig bekommerd om de kapel, het onderhoud gebeurde steeds door de overburen (Jules en Jeanne Engelborghs-Vanaeken, nadien Louis en Maria Vanbedts-Meutermans).
Alarm
Op 13 november 2001 werd groot alarm geslagen toen bleek dat men aanstalten maakte om de kapel af te breken. Na een snelle interventie, waarbij o.m. de schepen van cultuur en de dienst Monumenten en Landschappen werden ingeschakeld, kon een afbraak verijdeld worden. Doch de eigenaars dienden een vergunningsaanvraag in voor een verkaveling van het terrein en vroegen daarbij ook de toestemming om de kapel af te breken. Onmiddellijk werd een actiegroep opgericht, Red de Kapel, en werd gestart met een petitieactie onder de buurtbewoners waarbij 150 bezwaarschriften werden opgehaald. Dit, samen met het negatief advies van Monumenten en Landschappen, redde de kapel.
Gered
Om uit de impasse te geraken heeft de Kerkraad Sint-Jan Tildonk (de kerkfabriek) dan beslist om de kapel aan te kopen. Op 17/2/2005 werd ze uiteindelijk door de provincie Vlaams-Brabant opgenomen in de lijst van niet-beschermde waardevolle gebouwen. In augustus 2005 werd door Monumentenwacht Vlaams-Brabant een bouwkundige inspectie uitgevoerd, waarvan het verslag als basis zal dienen voor de renovatie die nog dit jaar start. De buren en de parochiale verenigingen zijn al eens samengekomen om de toekomst van de kapel te bespreken. Meerdere verenigingen hebben beslist om een activiteit in te richten waarvan de opbrengst aan de renovatie van de kapel zal besteed worden. Ook u, bezoeker van Tilloenk vruger, kan een storting doen op rekening 734-0176619-88 (mededeling: steun kapel Tildonk). Info: lembreght@pandora.be
Tot zulke rijkdommen behoren de vele kapellen en kapelletjes die we hier en daar nog tegenkomen. Uiteraard hebben die een religieuze achtergrond, doch evenzeer zijn ze belangrijk vanuit cultuurhistorisch perspectief. Ze maakten immers deel uit van het dagelijkse leven van onze voorouders. Het religieuze overheerste vorige eeuwen gewoonweg het leven van de dorpeling. Een uiting van volksdevotie was het inbouwen van een muur- of gevelkapel in woning, boerderij of stal. Doch slechts weinige exemplaren ervan zijn overgebleven. Logisch eigenlijk, bij elke afbraak van een woning verdween ook de gevelkapel. Onlangs is zo nog het huis van Fin Vanzegbroeck in de Terbankstraat afgebroken. Gelukkiglijk bezitten we nog een foto van het gevelkapelletje. Schamel, vervallen, materieel van weinig waarde, doch van een eerlijke schoonheid die we tegenwoordig maar al te weinig tegenkomen.
Maar ja, het kapelletje verdween samen met het huisje...
Deze wegmarkeringen tref je aan op de hoek van de Pastoor Lambertzdreef en de Kruineikestraat. De letter B (van BUS) heeft de meesten op het juiste spoor gezet. (10 juiste antwoorden, 2 foute. Het valt op dat vooral de jongere bezoekers meedoen aan de fotokwis. En de juiste antwoorden geven!)
Opgave 9 -> zie rechterkolom. Meimaand, kapelletjesmaand. Een uiting van volksdevotie waren de gevelkapelletjes. De vraag is niet makkelijk deze keer, maar de aandachtige wandelaar zal niet al teveel moeite hebben om dit kleinood te ontdekken. Waar bevindt zich dit fraaie exemplaar?
Foto: Voorstelling van de heren tijdens het eerste turnfeest van turnkring Germinal. L > R: François Wellens, Staf ... (uit Wespelaar), ?, Gust Neefs, Maurice De Bie, Albert Van Dessel, Miel Vervoort, Cyriel Vanhorenbeek, buiten beeld Freddy Van Parijs.
De Germinal
Turnkring Germinal werd opgericht in de Alpia in 1971. Initiatiefnemer was Maurice De Bie, die voordien in Wespelaar turnde onder leiding van Willy Verhaegen. Deze laatste zou weldra met veel brio de Tildonkse turnkring gaan leiden. Het eerste bestuur bestond uit Maurice De Bie, Julien Magits, Julien Janssens en Roger Hanssens. De kring sloot aan bij de Socialistische Turnbond.Het succes bleef niet uit. Was het de gemoedelijke sfeer in de club of de leiderskunst van Willy Verhaegen? Feit is dat na korte tijd diverse groepen ontstonden: de heren, de dames, de huismoeders, de juffers en de knapen (deze laatsten onder leiding van Freddy Van Parijs). De belangrijkste activiteit was wel het jaarlijkse Gouwfeest met aantreden van turnverenigingen uit gans toenmalig Brabant. De keren dat het feest in Tildonk plaatsgreep was het dorp te klein en defileerde men vanaf het lokaal (Alpia) naar het voetbalterrein van FC Alpia in de Bukenstraat, waar de optredens in openlucht plaatsgrepen. Maar ook de turnfeesten voor eigen volk mochten gezien worden, zoals in het krantenartikeltje hieronder opgemerkt wordt. Een jaarlijks hoogtepunt voor de leden was het lang weekend van pasen dat meestal ergens op een of ander kasteel in de Ardennen doorgebracht werd. Wat veel leden zich ook nog zullen herinneren zijn de kayaktochten op de Ourthe en de talloze bals, kwissen, volkssportnamiddagen, mosselfeesten, enz. die ingericht werden om de kas te spijzen. Telkens met veel toeloop.Turnkring Germinal bestaat nog steeds, zij het in mineur. Met de brand van de Alpia verloor de kring zijn lokaal. Openbare optredens zitten er niet meer in, maar er wordt nog steeds geturnd. Momenteel gebeurt dit in de kantine van FC Alpia.
Uit de Haechtenaar van 28/12/1973: Sukses voor tweede turnfeest Germinal
De jonge turnkring Germinal mag trots gaan op wat ze zaterdag voor het voetlicht bracht. Met tromgeroffel werd het feest geopend, waarna in een oordeelkundig gekozen afwisseling, de verschillende afdelingen het beste van hun kunnen, voor het talrijke publiek ten toon spreidden. Niet minder dan twaalf onderdelen werden verzorgd door de acht afdelingen en beëindigd door een slotparade. Een woord van dank werd uitgesproken door de h. J. Magits en geschenken werden overhandigd aan de verdienstelijke leiders en leidsters. De heer Magits onderstreepte de prestaties van de kring tijdens het voorbije jaar, waarbij vooral opvielen: het behalen van twee eerste prijzen en een tweede op de gouwfeesten. Voor 1974 staat het verbroederingsfeest met de bevriende kring uit Wespelaar op het programma, dat plaats heeft te Tildonk. (ct)
Foto: Miel Janssens (°Tildonk, 9/6/1899) ergens in de jaren '60, terwijl hij de witlooflaag keurt. De witloofkrobben schieten goed door de grond, het uithalen zal kunnen beginnen...
WITLOOF VERANDERDE HET AANSCHIJN VAN ONS DORP!*
De komst van de witloofteelt heeft het aanschijn van ons dorp in de 20ste eeuw wel degelijk veranderd. De groente bracht immers welstand mee voor de telers, en dat kon je weldra merken in het straatbeeld! Volgens de overlevering zou in 1830 een Schaarbeekse landbouwer het eerste witloof gekweekt hebben. Hij zou wortelen in een kelder met een laagje grond hebben bedekt. Na zijn vlucht bij de wanordelijkheden tijdens de Belgische revolutie constateerde hij dat zijn wortelen loof hadden geschoten, wit loof, hetgeen niet slecht van smaak bleek te zijn Vast staat dat in 1867 het eerste in volle grond gekweekte witloof op de markt in Brussel verkocht werd. Voor de oorlog van 14-18 was witloof trouwens een Brusselse aangelegenheid (Evere, Sint-Stevens-Woluwe,Sterrebeek, Neder-over Heembeek, Diegem, ). Zo werd witloof indertijd geteeld
Het witloofzaad kwam oorspronkelijk voort uit wortelen die bleven staan en na de winter zaad hadden geschoten. Nadien begon men te selecteren: de beste wortels werden opzij gehouden bij het uithalen en na de winter terug geplant. Op de plant kwamen eerst de blauwe bloemen en dan het zaad. Voor zaad 'van de goei soort' werd veel geld gevraagd, dus probeerden de meeste boeren zelf voor eigen gebruik te kweken. Het zaad werd gedorsen met vlegels of met de graanmolen (met fijne 'ziften'). In april-mei werd er gezaaid met de zaaimachine. Als het witloof uitkwam dan moest het uitgedund en gehakt (of gekrabd) worden. Naast de handhak werd ook gebruik gemaakt van de hakmachine. In oktober-november werden de witloofwortelen uitgereden met de ploeg. De boer leidde het paard doorheen het witloofveld (of 'witloofplek' zoals men hier zei) terwijl de trekkers de witloofplanten rooiden. De witloofplanten werden dan in rijen of roten gelegd en na een rustperiode werden de groene bladeren afgesneden tot op 2 à 3 cm van de wortelkraag. Het volgende werk was het tafelenofinzettenvan het loof in een witlooflaag. Deze laag, die uit twee 'beddekes' bestond, werd op 20 cm diepte uitgegraven en de wortelen werden tegen mekaar aan ingetafeld. Bovenop kwam een deklaagje fijne aarde, dat afgedekt werd met een laag toemaat. Dat was hooi van de tweede snee (de eerste snede werd in juni-juli gemaaid, het uitschietend gras werd later afgemaaid, de tweede snede dus). Oorspronkelijk werd het loof geforceerd of verwarmd met paardenmest. Tot in de jaren '30 gebruikte men het lopend vuur met rookbuizen. Hier waren verschillende nadelen aan verbonden: in het midden van de laag werd het witloof meer verwarmd dan aan de buitenkanten waardoor er een ongelijke groei plaatsvond; bij hevige wind vatten de 'strovlagen' (houten kaders met binnenwerk van stro), waarmee de laag beschut werd, wel eens vuur en bij hevige regen moest men voortdurend het water uit de putjes scheppen waarin de kacheltjes stonden. Het thermosifon was daarom een grote verbetering. Het bestond uit een rechtstaande plaatijzeren ketel met dubbele wanden waartussen het water liep. Dit werd verwarmd door een klein vuur. Via kaders, gemaakt van ijzeren buizen, liep het warme water rondom de bedden van de witlooflaag. De smid van Tildonk had er dra zijn volle werk mee en werd een specialist in het construeren van dergelijke kaders. Van Vlasselaer in Winksele-Delle was gespecialiseerd in het vervaardigen van thermosifons. In Tildonk sprak men van 'de witloofketel', ''t machien' of ook van ''t vureke. Het uithalen van het witloof gebeurde na 3 à 4 weken forceren. Hiervoor gebruikte men de gewone greep of riek. De witloofkrop werd van de wortelen gebroken en het witloof werd dan in een wissen mand of houten bak gelegd. De wortelen dienden als veevoeder. Strovlagen werden rechtgezet om de uithaler te beschermen tegen koude en wind.
Witloof van de beste kwaliteit was bestemd voor de Amerikaanse markt en noemde men 'bootloof'. Witloof van mindere kwaliteit was 'uitsteek', de dunne sprieten, 'pizzelot', en de niet mooi gesloten krobben kregen de naam 'snoekebakkes'. Het kuisen en inpakken van het witloof was typisch vrouwenwerk. Dit gebeurde in het witloofkot. Oorspronkelijk werd het witloof ingepakt in wissen mandjes, later in kartonnen dozen. De vrouwen zaten rond een schraag waarop de bakken met witloof geplaatst stonden. Bij het kuisen werden met een mesje de buitenste vuile bladeren verwijderd alsook een stukje van het hart. De inpakster legde het loof in lagen in de kartonnen dozen, met telkens een 'boterpapiertje' ertussen en ervoor zorgend dat de mooiste krobben bovenaan kwamen, kwestie van mooi te presenteren! s Avonds werden deze dozen dan opgehaald door de witloofmarchand om naar de veiling gevoerd te worden. Bekende marchands van alhier waren Jules De Greef (Komuit) en Jules Beckers ten tijde van de 'schoil' en Maurice Servranckx (Maurice van den heilige) en Maurice en Madeleine Laeremans ten tijde van de veiling. In het witloofkot werd heel wat afgelameerden passeerden de vele nieuwtjes van het dorp de revue. Witloofkuisers en -inpaksters werden door de boeren goed gesoigneerd. De lonen waren niet hoog, maar dit werd deels gecompenseerd door het serveren van warme en koude maaltijden en 'patekes of gebakjes tussendoor. De boer in de laag droeg de floeren vest en broek en een wit-grauwe schort en later de blauwe clown of overal. De kuisters en inpaksters droegen huishoudschorten.
Stilaan zakte de witloofteelt af van het Brusselse via Kortenberg en Kampenhout richting onze contreien. Er waren verschillende redenen: de grond geraakte uitgewonnen in de oorspronkelijke locaties, witlooftentoonstellingen en cursussen wakkerden de interesse aan, en vooral: je kon er je boterham mee verdienen. Wanneer het eerste witloof in Tildonk geteeld werd is moeilijk te achterhalen. De eerste vermelding die ik terugvond dateert uit het jaar 1927 toen hovenier Domien Van den Broeck witloofzaad (toen nog 'Brussels witloof') te koop aanbood. Na 1927 zag je het witloof in diverse advertenties opduiken, hetgeen erop wijst dat de teelt hier ingeburgerd geraakte. De Haechtenaar 6/2/1927 HOF EN VELDZADEN
Boonen met en zonder staken. Erwten, witte en groene Krombek. Plantchalotten, echt Brussels Witloof. Veldzaden, gele lange Beetzaden, reuzen van Eckendorff, dikke soort halve suikerbiet (Groenhals). Klaverzaden, enz... Merkt wel op dat ik vele mijner zaden zelf kweek. Ook te verkrijgen alle soorten van PLANTEN. Domine VAN DEN BROECK, Hovenier, Thildonck, nabij het Dorp. De Haechtenaar 23/10/1927
Ministerie van Landbouw en Openbare Werken LANDBOUW-BEROEPSONDERWIJS te Thildonck Het Ministerie van Landbouw, met de medewerking van de Provincie Brabant, het Landbouw comice van Haecht, de Belgische Boerenbond en met de medehulp van het Gemeentebestuur van Thildonck opent op Donderdag 27 October a.s. om 5 ure eene Landbouw-Beroepsschool voor Thildonck en omstreken. De lessen zullen plaats hebben viermaal in de week van 6 tot 8 ure 's avonds in de lokalen van de Zustersschool. In die lessen zal gehandeld worden over: Algemeene Landbouw, Veeteelt, Gezondheidsleer, Landbouwmachienen, Wetten welken den landbouw aanbelangen, Hoenderteelt, Teelt van Witloof en andere Moeskruiden, enz... Inschrijven: M. Giele, Staatslandbouwkundige, Blijde Inkomststraat 40 te Leuven, bij den Heer Burgemeester van Thildonck en in de school, den dag der opening. De Hoofdstaatslandbouwkundige, J. GIELE
De Haechtenaar16/11/1929
LATTEN voor witloofvlagen te bekomen bij Jos. BISSCHOP, Zagerij, Thildonck-Sas.
De Haechtenaar 18/5/1929
Openbare Verkooping van een voordelig gelegen schoon PACHTHOF genaamd "Bertrodenhof". ... (opsomming van de gronden)... Al deze goederen zijn onverhuurd en kortelings beschikbaar. De goederen zijn zeer voordelig gelegen in de nabijheid van den grooten steenweg Leuven - Mechelen en den Provinciesteenweg Herent - Thildonck, ongeveer 7 kilometers van Leuven en 12 kilometers van Mechelen. Zij zijn bijzonder geschikt voor witloofkweekers en hoveniers.
De Haechtenaar15/10/1932
Opening van een IJZERWINKEL, Bidée Gebroeders, Thildonck-Dorp. Aannemers van afsluiting in draad en grillen. Te bekomen: alle soorten van ijzerwaren en verlakte waren, stoven, witloofbuizen en al wat den ijzerhandel betreft. Zeer matige prijzen - Verzorgd werk en spoedige bediening. Agentschap der landbouwmachienen "Melotte".
De verkoop van het witloof gebeurde eerst op de markten, daarna via opkopers en uiteindelijk via de witloofveilingen. Vooral ten tijde van de opkopers liep alles volgens een bepaald ceremonieel dat we hier de schoil noemden. In het café bij de maalder van Winksele-Delle (Engelbert Vanhamme) werd op een lei opgetekend bij welke boeren de volgende dag loof werd uitgehaald. De opkopers, soms wel 30 man in getal, gingen dan in groep al deze boeren af en het witloof werd aan de laag gekeurd en per opbod verkocht. Dit systeem was in voege tot de opkomst van de veilingen (Kortenberg: 1959, Kampenhout: 1960, Werchter: 1960, ....) waar verkocht werd met de elektrische klok. Vooral in de jaren 60 werd er goed geld verdiend met het loof (want de Tildonkse boer sprak van loof in plaats van witloof, en zeker niet van witlof, hetgeen Hollands is). Stilaan verscheen de ene auto na de andere in de Tildonkse straten en ook aan het huismeubilair van de witloofboer zag je dat de zaken goed gingen, zo deden bijvoorbeeld de salons hun intrede in de woonkamer. Een goede bijverdienste was het om naast de dagelijkse arbeid in de fabriek of op bureel thuis nog enkele lagen witloof te telen; bijna iedereen deed dat. Strengere belastingsmaatregelen zorgden er later echter voor dat deze groep telers wegviel.
Een randactiviteit waren de jaarlijkse witloofbals met de verkiezing van Miss witloof. Hoeveel boerendochters hebben op dergelijke bals hun lief niet gevonden
De Haechtenaar 4/2/1961
Verkiezing van Miss Witloof Op het witloofbal van verleden zondag, waar traditiegetrouw veel volk was, werd Mejuffer Maria VANDENSCHRIECK, uit Tildonk, tot MISS WITLOOF verkozen. Tot eredames werden verheven: Mej. Verhoeven, uit Delle en Mej. Merckx, uit Tildonk. Onze beste wensen aan al dat schoon jong volk.
* Wie meer wenst te lezen over het onstaan van deze populaire streekgroente raden we het boekje van Henri Vannoppen aan: De geschiedenis van het witloof, het witte goud van Brabant, 1978 (o.m. raadpleegbaar in het documentatiecentrum van Hagok).
Gust Vanmeerbeek (°Tildonk 18/9/1857, zoon van Henricus Vanmeerbeek uit Herent en van Theresia Vanden Houdt uit Tildonk), bijgenaamd 'Muskes' en Stephanie Vermeiren (°Herent 5/2/1851) waren 50 jaar getrouwd en vierden hun jubilee. Ze hadden een boerderijtje in de Bertrodestraat. De jongste zoon, Jan, bleef vrijgezel en zodoende bleef hij thuis inwonen.*
Geniet mee van deze prachtige foto met daarop de familieleden Vanmeerbeek-Vermeiren in hun mooiste pak. De jubilarisse en de dame uiterst rechts op de eerste rij dragen nog een koof of kappeke. Beide jubilarissen zijn gezeten in een zetel, het klassieke geschenk van de gemeente bij elke jubilee.
Wie staat er zoal op de foto? (L > R) Bovenste rij: Henri Vanmeerbeek (°30/12/1917, zoon van Frans), Louis Vanmeerbeek (°22/4/1888 x met Marie Evers), Lic Vanmeerbeek, Jeanne Vanmeerbeek (dochter van Louis), Louisa Vanmeerbeek (dochter van Louis), René Gordts (°10/1/1914, zoon van Sidonie), Yvonne Vanmeerbeek (dochter van Louis), Juliette Vermeiren (dochter van Rosalie). Middenrij: Frans Vanmeerbeek (°19/12/1884 x met Maria Engelborghs), Petrus Vermaelen (uit Delle x Roos Vermeiren), Jeanne Vanmeerbeek (°4/10/1914, dochter van Frans), Marie Evers (x met Louis Vanmeerbeek), Sidonie Vanmeerbeek (°16/12/1882 x met Jules Gordts), Jules Gordts (°20/7/1883 x met Sidonie Vanmeerbeek), Jan Vanmeerbeek (°22/12/1890 ongehuwd), Jules Vermeiren (juwelier te Leuven). Onderste rij: Maria Engelborghs (x Frans Vanmeerbeek), Roos Vermeiren, Gust Vanmeerbeek (jubilaris, °18/9/1857), Maurice Vanmeerbeek (°4/7/1929), Stephanie Vermeiren (jubilarisse, °5/2/1851), Jan Baptist Vermeiren (°Herent 4/7/1853, broer van de jubilarisse, koster van Wijgmaal), Leonie Vanden Houdt (buurvrouw, x met Van Aerschot). Vooraan: Raymond Vanmeerbeek (°2/5/1921, zoon van Frans), Jules Vanmeerbeek (°25/12/1919, zoon van Louis, was later schoenmaker en kruidenier in de Lipsestraat).
Volgens recente gegevens zou de jubilaris Gust Vanmeerbeek in feite 'Gust Muskus' genoemd zijn. De jongen woonde bij Muskus (of Muskes) omdat zijn ouders vroeg gestorven waren. Dus eigenlijk zou de titel moeten geluid hebben: 'De jubilee van Gust (van) Muskes'.
* Over 'Jan van Muskes' zullen we het later op deze blog nog wel eens hebben; hij was één van die Tildonkse dorpsfiguren die we onmogelijk kunnen vergeten.
Nog een foto van de veloclub, ditmaal in een meer gewone outfit. De fiets was door de jaren heen zowat hét vervoermiddel van de gewone man geworden, slechts enkelen in het dorp konden zich voor de jaren '50 een auto veroorloven.
We bezitten wel nog foto's van 'De Moedige Stoempers' van vroeger, toen ze hun lokaal hadden in het Brughuis, bij Jef van de Brug. Toen was het een echte fanfare per fiets (volgt binnenkort op de blog). Prachtig toch hoe de mensen vroeger aan mekaar hingen en zich met weinig amuseerden...
Op deze foto herkennen we van L > R: Frans Gordts, ?, Jef Decoster, Desiré Nackaerts, ? ,?, Jules Nackaerts, ?, Gust Decoster (?), ?
Leden van de veloclub 'De Moedige Stoempers' poserend aan de vaartdijk. L > R, boven: Jules Nackaerts, Marcel Janssens (de Smalle), ?, Marcel Van Roy, Fons Neefs (Fons Tellon), ?, ?; midden: ?, Lammeke Verhulst; onder: Jef Decoster, Fons Van Krieken, Zander Bohets, Warre Verdrengh; liggend: Jan Vanmeerbeek (Jan van Muskes). Er ontbreken dus nog een paar namen; aan de lezer om deze aan te vullen.
Met de veloclub 'De Moedige Stoempers', die een periode haar lokaal had 'Bij de Smalle', werden regelmatig uitstapjes verricht. Meestal gebeurde dat in eigen dorp en er werd op tijd gestopt om de dorst te lessen! Deze wat onscherpe foto werd getrokken voor het café van De Haes op Hambos-statie. Zo te zien hadden ze hun eigen 'bloemekee' mee. We herkennen: Jules Nackaerts, Marcel Jansssens (de Smalle), Jan Vanmeerbeek (Jan van Muskes), Jules Van Krieken (Boske Verkrieken), Jef Decoster, ... Wie vult het lijstje aan??
Marcel Janssens, alias 'de Smalle', (°Kortrijk-Dutsel 9/1/1903, +Tildonk, 16/2/1957) trouwde op 11/8/1923 met Leontine Messemaekers (°Rotselaar 12/7/1904, +Tildonk 9/5/1963). Aanvankelijk hielden ze café in Rotselaar (aan de spoorwegovergang op de Provinciebaan), alwaar ook hun kinderen geboren werden: Yvonne, Jeanne, Julien, Fernand en Irène. Doch in 1939 verhuisden ze naar Tildonk en baatten er 'Café Sportwereld' uit rechtover de kerk. Enkele jaren later vestigden ze zich definitief op het hoekhuis van de Dorpstraat met de Ambachtstraat, waar voordien Rikske Massant en Del café hielden. Dit huis was in de 19de eeuw nog eigendom geweest van de kostersfamilie De Coninck.* Marcel en Leontine openden er opnieuw een café en kozen de voor de hand liggende naam 'Bij de Smalle'. Het werd de pleisterplaats van de mannen van veloclub 'De Moedige Stoempers', een plezante bende die wel eens verkleed op de fiets door het dorp placht te rijden, daarbij niet vergetend om onderweg tijdig bij te tanken in één van de toen in Tildonk veelvuldig voorkomende etablissementen. Zoals elke zich respecterende staminee werd bij de Smalle een 'spaarkaske' opgericht, 'De Lustige Nieuwjaarvierders'. De gespaarde gelden plus interesten werden op oudejaarsavond uitgekeerd, zodat de leden lustig het nieuwe jaar konden inzetten. In 1953 wou men bij de Smalle een 'inkorvingslokaal voor duivenleerdrachten' oprichten. Deze nieuwe maatschappij kreeg als naam 'De Verstotelingen'. Die naam was niet slecht gekozen, want onmiddellijk kwam er zwaar protest van de bestaande duivenmaatschappij 'De Tortelduif' tegen voornoemde oprichting. Dit moeten we natuurlijk bezien als een cafékwestie; iedere uitbater wou vanzelfsprekend de kalandizie zoveel mogelijk in eigen café behouden...
Bij Irène Janssens troffen we volgend reglement aan van de spaarmaatschappij 'De Lustige Nieuwjaarvierders' (1947). Lees je even mee?
Spaarmaatschappij "De Lustige Nieuwjaarvierders' Regelment
Art. 1. De maatschappij heeft voor doel het sparen aan te moedigen. Art. 2. Het bestuur bestaat uit een voorzitter, boetmeester, schatbewaarder en schrijver. Art. 3. Alle jaren herziening van het bestuur. Art. 4. Het aangenomen lid betaald 10 fr. inkom geld. Art. 5. Het sparen mag niet minder dan 1 fr. zijn. Art. 6. De lichting zal alle dindagen voor acht uur plaats hebben. Art. 7. De leden der maatschappij zulle vergader. den eersten zondag der derde maand. Art. 8. Toegepaste boete: niet sparen 2 fr., de vergadering niet bijwonen 5 fr., niet lichten 5 fr. Art. 9. Ontslagen van boete door ziekte, sterfgeval of gegronde reden mits verwittiging aan 't bestuur. Art. 10. De uitbetaling heeft plaats 's avonds voor nieuwjaarsdag. Art. 11. De intrest zal verdeeld worden volgens gespaarde gelden. Art. 12. De leden door ziekte, ongeluk of verandering van woonst kunnen hun gespaard geld bekomen. Art. 13. De maatschappij zal niet kunnen ontbonden worden zoolang er vijf leden ze in voege willen houden.
De voorzitter (Van Krieken); De schatbewaarde (Janssens Marcel); De schrijver (Claes Frans). Gezien, Tildonk den 17 Januari 1947. Op bevel, De Secretaris (handtekening onleesbaar); De Burgemeester (Jules Persoons).
* Zie bijdrage nr. 49: De familie De Coninck, een familie van meiers, kosters en religieuzen.
Foto: Restanten van de 'IJzeren Muur' in de Kapelleweg (Hambos). De witgeverfde verankeringspalen op de voorgrond, waaraan elementen van de 'IJzeren Muur' destijds werden vastgehecht, steken liefst 1m 80 diep in de grond!
Tildonk lag in het begin van de Tweede Wereldoorlog langs de KW-stelling (de verdedigingsstelling die liep van Koningshooikt tot Waver en die bedoeld was om de opmars van de Duitsers in het centrum van België tegen te houden). De fameuze IJzeren Muur bestond op Tildonks grondgebied uit een aaneenschakeling van robuuste stalen hekkens (de zogenaamde 'Cointet-elementen') die aangebracht waren van aan Tildonk-sas, langs de Hambos, tot in Wakkerzeel. Tussen Wakkerzeel en Haacht liep de betonnen antitankgracht. De KW-stelling heeft echter geen dienst gedaan. Uit tactische overwegingen werd de stelling al verlaten voordat er enige slag werd geleverd... Nog in 1940 werd de IJzeren Muur ontmanteld door de bezetter, waarbij de onderdelen nadien o.m. dienst deden in de 'Atlantikwall' in Normandië. Maar ook de dorpelingen konden bepaalde onderdelen goed gebruiken. Hier en daar tref je bij Tildonkse boeren nog wel eens 'welletjes' of piketten aan die afkomstig zijn van de Muur...
TILDONK TIJDENS DE MEIDAGEN VAN 1940
Bij het uitbreken van de oorlog zat de schrik er goed in bij de mensen. Met de gevechten en de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog nog op het netvlies gebrand, hadden de inwoners van Tildonk weinig aanmaningen nodig om op de vlucht te slaan. Doch buiten wat schermutselingen her en der bleef onze streek verstoken van het krijgsgeweld. De meeste schade aan de gebouwen was afkomstig van afgelegen artillerievuur. Uiteraard hadden ook de aanleg van de fameuze IJzeren Muur, de vele bunkers en de occasionele loopgraven gezorgd voor de nodige schade in de velden. Ronduit dramatisch was de dood van de twee Tildonkse onderwijzers Lauwers en Mommaers bij de gevechten in de omgeving van de Leie te Nevele.
In het archief van de pastorie bevindt zich een getuigenverhaal over de beginperiode van de Tweede Wereldoorlog dat op de tweede kerstdag van 1945 door onderpastoor Simons werd opgesteld:
'Ingevolge de algemene mobilisatie van 1939 lagen er in Tildonk overal soldaten in de zalen en scholen. Ook de parochiezaal werd in beslag genomen. In het grensgebied van de gemeente, richting Wijgmaal en Herent, werden overal loopgraven en bunkers gebouwd. Langs de vaart werd ook veel prikkeldraad gespannen. Op de westelijke kanaaloever sloot, nabij de stroomopwaartse deuren van Tildonk-Sas, de IJzeren Muur aan bij de Leuvense vaart. Toen de oorlog uitbrak kregen de inwoners van Tildonk op hun eenzelvigheidskaart een stempel gedrukt met de vermelding 'verplicht weggevoerde'. Dat betekende dat ze bij het eerste bevel het dorp zouden moeten verlaten, want hun gemeente was gelegen langs de KW-stelling.*
Na enkele dagen begon de uittocht van de dorpsbewoners. Ook de kloosterzusters met hun bestuurder kanunnik J. Naulaers en moeder-overste Caroline namen de wijk naar het ursulinenklooster van Ternat. Er bleven evenwel nog zeven zusters te Tildonk om het klooster zolang mogelijk te bewaken. Op Pinksterzondag 12 mei 1940 waren bijna alle dorpsbewoners op de vlucht geslagen. Op 13 mei werden de laatste zusters, pastoor De Roeck, onderpastoor Simons en de laatste nog thuisgebleven bewoners door de militaire overheid aangemaand om dadelijk te vertrekken. De vijandelijke troepen naderden het dorp en de gevechten konden elk ogenblik losbarsten. De pastoor en de onderpastoor vertrokken naar Asse waar ze onderdak vonden bij pastoor-deken De Coster. Daar verbleven ze tot zaterdag 18 mei 1940. Vandaar vertrokken beide priesters, samen met andere parochianen van Tildonk, naar Liedekerke waar ze nog dezelfde dag werden ingehaald door de vijandelijke legers. Tijdens het daarmee gepaard gaande bombardement, dat de ganse nacht duurde en waaraan pas een einde kwam de volgende dag om 11 uur in de voormiddag, verbleven de vluchtelingen in de kelders van de pastorie. Nadien bezetten de Duitse troepen de ganse streek. De volgende dag keerden de vluchtelingen uit Liedekerke terug naar Tildonk.
In het dorp was nog bijna niemand terug thuis van de vlucht. Verscheidene woningen waren beschadigd alsook de kerk. Twee projectielen waren in de kerk nabij het hoogaltaar terecht gekomen. Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw, dat er voor de meioefeningen uitgestald stond, omgeven door bloemen en kaarsen, werd niet getroffen. In de kerk lagen hopen stro. De Duitsers hadden er hun paarden gestald. In de muur hadden ze haken geslagen om hun paarden aan vast te maken. Ook in de tuin van de pastorij hadden paarden gestaan. De volgende dag werd de kerk door de thuisgekomen parochianen gekuist, zodat de volgende zondag de H. Mis er reeds terug kon opgedragen worden. Vervolgens werden de gaten in het dak zo spoedig mogelijk gedicht en nadien werd het dak volledig hersteld.
Geleidelijk aan kwamen de dorpelingen terug thuis. Na enkele dagen kwam het droevige nieuws op het gemeentehuis toe dat twee jonge onderwijzers, Felix Lauwers en Gerard Mommaers, gesneuveld waren aan de Leie op 26 mei 1940. Hun stoffelijk overschot werd gerepatrieerd en bijgezet op het kerkhof van Tildonk. Rouwdiensten hadden plaats op 22 en 23 juni 1940'.
* De beginperiode van de 2de WO in onze streek wordt uitmuntend beschreven in het boek: Casteels R. en Vandegoor G., 1940 in de regio Haacht. De Belgische eenheden op de KW-stelling, HAGOK, 2002.
Foto: Café Congo in lang vervlogen tijden. Toen droegen de diensters (de dochters van Jef Lens?) nog mooi opgesteven witte schorten en waren de klanten en buren maar wat graag bereid om mee op het plaatje te staan!
Jef Lens (°Tildonk 17/12/1853), getrouwd met A. M. Theresia Vandenheuvel, hield het estaminet 'De Congo' open in de Dorpstraat. Daarnaast boerde hij een beetje, zoals bijna iedereen indertijd. 'De Congo' was naast 'De Concordia' (bij Gustaaf Pardon) het hoofdkwartier van de 'varkens' (Verenigde Vrienden). Doch de dochters van Jef zorgden ook voor een ware begankenis van de Leuvense studentjes. Vooral de Walen kwamen graag naar 'De Congo'. En als de Vlamingen afzakten dan zat het er meestal tegen. Die studenten bleven trouw komen nog tot in de jaren vijftig, toen het estaminet uitgebaat werd door Germaine Lens en Julien Vandenabeele.
Momenteel wordt het huis bewoond door André Lens, een achterkleinzoon van Jef.
82) Het historische HOF TE BETTENRODE en kanselier PECQUIUS
Foto: Portret van Petrus Pecquius (1562-1625), kanselier van Brabant en eigenaar van het hof Te Bettenrode, geschilderd door zijn beroemde tijdgenoot Pieter Pauwel Rubens.
Het historische hof Te Bettenrode,
in 1623 eigendom van Petrus Pecquius, kanselier van Brabant * Deoude benaming van de huidige Bertrodehoeve in de gelijknamige Bertrodestraat luidde hof Te Bettenrode. Dit pachthof heeft een geschiedenis om U tegen te zeggen! De oudste sporen van Bettenrode gaan immers terug tot de 13de eeuw. In 1247 was de Tildonkse schepen Wellin van Bettenrode getuige in een schepenoorkonde te Leuven, waarin ridder Dierik van Tildonk en diens bloedverwant Jan van Oppendorp een groot stuk grond, gelegen te Tildonk, afstonden aan de Leprozerie van Terbank te Heverlee. Een ander lid van de Tildonkse schepenbank heette Godert (Goort) van Bettenrode (vermeld in 1389 en 1411). Bettenrode** was in oorsprong een plaatsnaam en werd nadien de familienaam van de vroegere bewoners en van hun afstammelingen.
Het hof Te Bettenrode was een winhof of pachthof dat door de eeuwen heen in handen kwam van heel wat nobele heren. In de 15de en begin 16de eeuw was het eigendom van de Leuvense patriciërsfamilie vanden Tympel en midden 16de eeuw kwam de hofstede in bezit van ridder Goort van Brecht (afkomstig van Diegem en later deel uitmakend van de entourage van graaf Hendrik III van Nassau).
Speciale aandacht verdient de figuur van Petrus Pecquius (een verlatijnsing van 'Van Peck'), kanselier van Brabant***, en eigenaar van het hof Te Bettenrode in 1623. Pecquius was doctor in de rechten en werd in 1601 raadsheer in de Grote Raad te Mechelen. Onder Albrecht en Isabellabouwde hij een politieke carrière uit. Zo werd hij ambassadeur te Parijs onder de Franse koning Hendrik IV, die hem respectvol le sage flamand noemde. Petrus Pecquius was de zoon van Petrus sr., afkomstig van Zierikzee, hoogleraar te Leuven en gehuwd metCatharina Gillis, dochter van Jan Gillis, secretaris van de landvoogdes Margaretha van Parma. Petrus Pecquius jr. was getrouwd met Barbara Maria Boonen, zuster van de toenmalige aartsbisschop Jacobus Boonen. Zij was de dochter van Cornelius Boonen, eveneens kanselier van Brabant, en van Geertruijd vanden Heetvelde. Deze familie vanden Heetvelde heeft een grote rol gespeeld in het Tildonk van de 16de eeuw en vroeger. Petrus Pecquius werd door zijn familielid, tijdgenoot en collega-diplomaat Pieter Pauwel Rubens diverse malen op doek vereeuwigd, hetgeen wel iets zegt over de belangrijkheid van die man! In een latere periode kwam het hof Te Bettenrode nog in bezit van de baron van Erpe, van Charles vanden Campe, toenmalig heer van Tildonk, van jonker Nicolaus vanHeylwegen (17de e), en van de families dAmenzaga, Schotte, la Motte (18de e), enz Geen van deze heren heeft ooit op de Bertrodehoeve verbleven, misschien hebben sommigen ze zelfs nooit bezocht. Voor hen was alleen de opbrengst van de hoeve van tel, vandaar dat men sprak van een winhof. Deze landheren bezaten dikwijls nog talloze andere eigendommen zodat het contact met hun pachters wel eens uitsluitend via hun rentmeester zal verlopen zijn. Uit de periode 1571-1577 stamt onderstaande omschrijving van het hof en de eigenaars (Rijksarchief Leuven, Archief van de Commissie van Openbare Onderstand van Leuven, nr. 3809): Inden ierst d winhoff Te Bettenrode mette landen, bempden, eusselen, bosschen en andere syne toebehoorten, te Thieldonck ende daerontrent gelegen, soo die bij specificatie overgegeven ende den kinderen Jans wylen vanden Tymple in deylinge gevallen syn geweest ende soo die bij vrouwe Philippote de Clercq, weduwe heeren Lodewycx weylen vanden Tymple, des voorscheven joncker Charles moeder, in geschrifte overgegeven syn geweest, behalffen ende merckelycken vuytgenomen de partye bij wylen jouffrouwe Catlyne van Dongelberge totter selver hoeve vercregen, als te wetende drije dachmaelen eeussels gelegen voor de poorte vande voorschreven hoeve aenden drayeboom, geheeten tPoorteeussel, regenoten die beke geheeten die Leeps ter eenre, comende aen sheeren straete. Item noch een halff boender landts als wesende die hellicht vande bempden gelegen op dJansvelt aende Bettenrode straete .
* Voor meer info, zie: Gordts J., Over oude Tildonkse pachthoven. Het hof Te Bettenrode, win- of pachthof van vele heren, HOGT 19 (2004) 28-46.
** In de naam Bettenrode onderscheiden we twee delen: 'betten' dat mogelijk afkomstig is van de voornaam Elisabeth, terwijl 'rode' afgeleid is van het werkwoord 'rooien'. Bettenrode verwijst dus naar een ontginningsfase in de vroege geschiedenis van Tildonk. Het 19de eeuwse Bertroedenbosch was dan weer een laatste restant van het primitieve bosgebied in deze uithoek van Tildonk.
*** De functie van kanselier van Brabant toen zouden we kunnen vergelijken met deze van de eerste minister van België nu.
Ben je benieuwd of je familienaam voorkomt in de blog? Of zoek je info over bvb. het klooster, 'varkens en beren', de vaart, ... Breng je zoekterm hierboven in en je krijgt onmiddellijk ALLE artikels waarin deze term voorkomt!
ZEKER EENS PROBEREN! DIT WERKT DUS NIET MEER
DE FOTO'S IN DE BLOG
Gebeurlijke miniatuurfoto's in het middengedeelte kan je doorgaans vergroten door erop te klikken.
De foto's in de linker- en rechterkolom echter niet, ze zijn dan ook veeleer bedoeld als opsmuk. Het gros kwam je wel al eerder tegen in een artikel in het middengedeelte.
.
WARM AANBEVOLEN
Voor slechts 34 € word je lid van HAGOK, de Haachtse Geschied- en Oudheidkundige Kring. Als lid kan je de meeste activiteiten van HAGOK gratis meemaken. Ontvang je HOGT, een glossy magazine met tientallen kleuren- en andere foto's; elk jaar goed voor meer dan 300 blz. streekgeschiedenis, heemkunde, genealogie, archeologie en wetenschappelijke bijdragen over de dorpen van de driehoek Aarschot-Leuven-Mechelen.
Als lid kan je de artikels over Tildonk, naast alle andere reeds verschenen artikels, en dat zijn er ondertussen meer dan 1400 (!), ten allen tijde gratis online raadplegen. Over Tildonk zelf verschenen doorheen de tijd heel wat uitgebreide bijdragen:
Arnold Bonne & Jan Gordts, Cimorné gezien in Tildonk
Jan Gordts, Raar maar waar?! De Tildonkse Sint-Jan-de-Doperkerk is gezegend met een merkwaardige preekstoel
Jan Gordts, Een geval van overbemesting te Tildonk in 1795
Arnold Bonne, West-Vlaamse WO I-vluchtelingen, poserend voor Hôtel du Cygne (1918)
Jan Gordts, Zieltjes redden in 1827. Tildonkse pastoor Lambertz neemt mes van chirurgijn Beckers ter hand
Jan Gordts, Jacobus Evers (°Tildonk 1828), een 'filius septimus' of zevende zoon
Arnold Bonne, Jan Gordts & Freddy Vens, De grauwzusters van Roeselare en andere vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Tildonk
Jan Gordts, 1848, de jonge Tildonkenaar Gaspar Gielielmus Engelborgs overlijdt in den vreemde
Kristien Suenens, Een man, duizend vrouwen. De ursulinen van Tildonk
Jan Gordts, 'Ge moet niet alles geloven wat in de gazetten staat...'
Jan Gordts, Vondelingen te Tildonk op het einde van de 18de eeuw
Jan Gordts, De memoires van Tildonks brugdraaier Jozef Mommaers, alias 'Jef van de brug' (1873-1968)
Jan Gordts, Lucienne De Keuster (1923-2015) dochter van de sassenier van Tildonk. Een vergeten partizane
Jan Gordts, Lokalisatie van enkele 18de-eeuwse gronden te Tildonk. Een oefening
Peter Dejaegher, Het gevecht aan de Lips (1266)
Jan Gordts, André Van Aerschot & Jan Cleynhens, Begin september 1944: de bevrijding van Haacht en omgeving
Jan Gordts, Betwisting rond een in 1820 te Tildonk gevonden geldpot
Ward Caes, Een zilvermunt van keizerin Maria Theresia of een pot bier in 1750?
Jan Gordts, 'Life in a Belgian Convent: A Sydney Girl Abroad'. Een relaas uit 1913 door Maie Mason, Australische oud-leerlinge van de Tildonkse ursulinenkostschool
Jan Gordts, Liedeken op de groote moordery geschied tot Tildonck in den nagt op Gulde Mis (1837)
Jan Gordts, Marie Antoinette Caroline van der Gracht de Fretin en het kasteel ter Elst te Tildonk
Jan Gordts, Voorjaar 1814. Het veldleger van "de Zwarte Hertog" Frederik Willem van Brunswijk strijkt neer in onze dorpen
Roger Casteels, Uittreksels uit het frontblad 'Het Kanton Haacht onder de wapens' - (Thildonck)
Jan Gordts, Wat mispeuterden de Tildonkenaren zoal een goede honderd jaar geleden? Een verhaal van onder meer 'varkens' en 'beren'
François van der Jeught, Een nieuwe Van den Gheinklok voor de kerk van Tildonk in 1601
Jan Gordts, Het Tildonkse ursulinenklooster, litho op postkaart 1903-04
Jan Gordts en Guido Abts, De preekstoel met de verkeerde parochieheilige
Germaine Verheyt, 'Maurice Neefs, een oorlogsslachtoffer uit Tildonk
Jan Gordts, Openbare boedelverkoop in 1771 van de Tildonkse hoeve van 'de Tafel van de Grote Heilige Geest van Leuven' (Hof Ter Leeps)
Jan Gordts, Leerlingenwerving voor de internationale kostschool van de Tildonkse ursulinen in de 19de en 20ste eeuw
Jan Gordts, Bijna vier eeuwen Tildonkse pastoors (1626-1999)
Willy Van Langendonck, De waternaam Lips
Hubert Simonart, Tildonk-Banneux 1933-2008. Een uitzonderlijke band
Jan Gordts, Het testament van kanunnik Philippus Van 't Sestich (+ Tildonk 15 oktober 1764)
Jan Gordts, De Tildonkse processie van weleer
Willy Van Langendonck, Het toponiem Tildonk
Jan Gordts, Een Tildonks politiereglement uit 1837
Jozef Hamels, Renners uit onze regio: Maurice Croon
Jan Gordts, De Tildonkse galg
Roger Casteels, Dagboek van de ursulinen van Caen over hun belevenissen te Wespelaar en Tildonk tijdens de Eerste wereldoorlog
Jan Gordts, Tildonk ten tijde van de Oostenrijkse Successieoorlog (1741-1748)
Louis Swiggers, Over Tildonkse dorpsfiguren: Jakke Vanden Acker, alias Sinterklaas; de smed; Jef van Woil; Lewie Van Krieken; Plien Borreman
Jan Gordts, De geschiedenisles van schoolmeester Paulus Goossens over Tildonk (1856)
Roger Casteels, Het Tildonkse ursulinenklooster en de Eerste Wereldoorlog
Jan Gordts,Tildonk beschreven rond 1830 in de 'dossiers d'expertise' van het kadaster
Jozef Hamels, Renners uit onze regio: met Tildonkse connectie
Henri Vannoppen, De familie de Behault du Carmois tegen de achtergrond van de samenleving van Tildonk
Jan Gordts, De Tildonkse notarissen in de periode 1758-1920
Jan Gordts, De bewogen carrière van Leon Vincart, gevolmachtigde minister van België in Venezuela (°Huy, 22 april 1848 - +Tildonk, 6 juli 1914)
Maurice Vandenheuvel, In 1945 was het klooster van Tildonk een Brits legerhospitaal
Jan Gordts, Knechten op de vuist in het 18de eeuwse Tildonk
Jan Gordts, De Tildonkse reuzen Jan en Babs in de kijker
Jan Gordts, Over oude Tildonkse pachthoven. Het hof ter Elst, van pachthof van de abdij van Affligem tot kasteelhoeve van de families Van 't Sestich en Snoy
Jan Gordts, Over oude Tildonkse pachthoven. Het hof te Bettenrode, win- of pachthof van vele heren
Jan Gordts, Gaf Sus Artoos zijn naam aan de Tildonkse wijk Sussenhoek?
Maurice Vandenheuvel, Het Janssenskapelletje (1852) en de familie Janssens te Tildonk
Jan Gordts, Het Tildonks Sticht in de periode 1818-1832, voorloper van het latere ursulinenklooster
Jan Gordts, De Tildonkse handbooggilde van St.-Sebastiaan in het begin van de 18de eeuw
Jan Gordts, Tildonkse notarissen in de periode 1758-1920
Henri Vannoppen, Schilderijen en kunstwerken rond de notarisfamilie Verzyl te Tildonk
Jan Gordts, De grote kloosterbrand te Tildonk in 1928
Henri Vannoppen, De familie de Behault du Carmois tegen de achtergrond van de samenleving in Tildonk
Jan Gordts, Indische bedevaarders op bezoek te Tildonk in 1935
Maurice Vandenheuvel, Met Tildonkenaars op de vlucht in mei 1940
Jan Gordts, Het ploeg-handmerk van Louis Van Bolle, schepen van Tildonk (1664)
Marleen Rosier, Het Ursulinenklooster te Tildonk. De Art Nouveauzaal
Roger Casteels, Op 26 mei 1940 verloor Tildonk 2/3 van zijn onderwijzerskorps
Marleen Rosier, Het Ursulinenklooster te Tildonk:een bouwhistorisch en iconografisch overzicht
Jan Gordts, 12/8/1942: een Engels gevechtsvliegtuig stort te pletter in Tildonk
Jo Vandesande, Een 18de-eeuwse kaart van Tildonk en Wespelaar
Jos Cools, Tildonk
Jan Gordts, Een drievoudige moord te Tildonk in 1837
Henri Vannoppen, Een beeld van de gemeenten Haacht, Tildonk en Wespelaar rond 1830
Jo Vandesande, Motten en heerlijkheden te Tildonk. Deel II: De heerlijkheid Lauwendries
Jo Vandesande, Motten en heerlijkheden te Tildonk. Deel I: De heerlijkheden Tildonk, Ter Borcht (Nieuwenborg) en Oudenborg, vanaf hun ontstaan tot omstreeks 1650
Bart Minnen, Getuigenissen uit 1390 over de verdeling van de tienden te Tildonk