Onze tweede dag met een chauffeur, ditmaal ene Farzi, een voetbalfan die de Engelse Premier League en dus ook de beste Belgen goed kent, voert ons opnieuw ten westen van George Town. Allereerst naar Penang Hill, vanwaar je een mooi uitzicht over George Town zou hebben, ware het niet dat de zon vanmorgen verkeerd staat. Je komt boven via een moderne funicular, maar de geschiedenis van deze volwassen heuvel is bijna even oud als de stad zelf: stichter-kapitein Francis Light posteerde hier al verkenners in 1793, nadat het Napoleontische Frankrijk Engeland de oorlog had verklaard. Vele Engelse kolonialen zouden hem navolgen, ook voor klimatologische redenen, het is op de de Hill altijd 5 graden koeler dan beneden (je kan hier dan ook begeleide wandelingen ondernemen naar de overblijfselen van de Engelse koloniale villas, indertijd een verboden zone voor de inboorlingen). Een zon oud huis was Breaside, waarin sinds kort het Edgecliff Museum is gevestigd. De Engelse architect Miller bouwde het voor zichzelf in Art Deco stijl in 1937, zie hem en zijn vrouw aan de thee zitten op de foto binnen onze foto, maar lang plezier had hij er niet van: net voor de Jappen er waren, koos hij veiligheidshalve het hazenpad, richting Engeland, en hij zou nooit meer terugkeren naar Maleisië. Het huidige museum, opgetrokken na een langdurige renovatie (want zoals we al zegden: alles wat hier verlaten wordt en niet meer onderhouden, gaat heel snel in verval), toont aardige plaatjes, onder andere van dieren die pas in 2017 (!) op deze plek ontdekt werden en van een speciaal soort apen, met oranje (!) babys. Hadden we wel eens willen zien, maar zoals dat steeds gaat in een jungle: je hoort van alles (vooral zeer luidruchtige cicaden) maar ziet niets.
Zoals we vernemen van onze chauffeur was (ook) dit park wegens COVID-19 meer dan twee jaar (van maart 2020 tot april 2022) gesloten; ja, ook in Maleisië duurde het Corona-oponthoud langer dan bij ons. Nu is alles weer normaal (al zie je in heel Maleisië nog regelmatig mensen met mondmaskers rondlopen) en dat is een groot geluk, want de wandeling in het HABITAT-gedeelte van de heuvel is reuzeleuk, voor zover je niet geblokkeerd raakt achter een toergroep. Het fraai aangelegde parcours (Habitat is nieuw sinds 2018) loopt uit op een circulaire tree top walk, goed gedaan zij het minder spectaculair als FRIM bij KL), waar een gids zijn (Duitse) groep voorhoudt dat ze boven geen paraplus mogen opsteken tegen de zon, kwestie van niet door een windvlaag gevangen te worden en zoals Mary Poppins het luchtruim te kiezen (Duitsers kan je ook alles wijsmaken). Hoe dan ook: na deze knappe wandeling van meer dan een uur kom je uit op een plek waar een buggy je weer naar het vertrekpunt brengt, allemaal zeer goed geregeld. Penang Hill heeft ons van 10 tot 1 beziggehouden, het was goed besteed.
De tweede stop: Kek Lok Si Temple, het grootste boeddhistische complex van Maleisië en een van de grootste van de hele wereld (wij kunnen ons alvast niet herinneren in China zelf zoiets gigantisch te hebben gezien). De regering besteedt er geen ringgi aan, alles wordt gefinancierd door de grote Chinese gemeenschap van Penang en een van de grootste donoren, meer dan honderd jaar geleden, was Cheong Fatt Tze, die van de Blue Mansion gisteren. Er zijn beslist voldoende fraaie hoekjes in dit enorme complex, maar het nadeel is evident: als iedereen met geld er zijn deeltje wil bijbouwen, krijg je op den duur een onoverzichtelijke wildgroei, een mens wordt een beetje duizelig van dit overdreven gedoe (stel je voor dat er zelfs een kleine funicular, verborgen achter een gift shop, in zit om de gelovige (of toerist) naar het hoogste niveau te brengen). En wat liggen al die sigarettenpeuken op de grond te doen? Kan toch niet verenigbaar zijn met happy Buddha? Er wordt hier ook hard gewerkt en gerenoveerd, wat mogelijk iets te maken heeft met het op komst zijnde Chinees Nieuwjaar. Dan kan je hier ongetwijfeld op de koppen lopen.
Wij hebben nog een afsluiter verdiend. Die versieren we in Suffolk House, ooit nog een gouvernementsgebouw geweest, waar Stamford Raffles het plan bedacht om van Singapore een wereldhaven te maken. Ook dit pand, in de 19de eeuw in Georgian stijl opgetrokken, was in de 20ste eeuw tot een halve ruïne vervallen, maar gelukkig dook toen een erfgoedlievende koper op zodat Suffolk House in 2009 weer uit zijn as verrees. Het is nu een luxerestaurants geworden, waar je in de namiddag een echt-Engelse high tea kan consumeren, met alles erop en eraan. Voor ons een alternatief vroeg diner, hierlangs met die scones en clotted cream!

















|