We pikken de draad van gisteren op, maar nu structureler: van de glorieuze 15de eeuw tot 1957 en dit via een snoer van geschiedkundige musea, Melaka heeft er veel, ongetwijfeld mede dankzij de erkenning als World Heritage Side door de UNESCO (net als Penang). Wij Antwerpenaren pochen over onze 16de eeuw, de Noorderburen over hun gouden 17de (met een verguldsel van tot slaaf gemaakten), maar in Melaka brandde al in de 15de eeuw de lamp. Dankzij de slimme Parameswara, die zich na zijn bekering tot de islam sultan liet noemen, en de goede nabuurschap met het China van diplomaat-admiraal Cheng Ho en zijn keizer Yong Le, werd Melaka alras het handelscentrum van de Oosterse wereld, begunstigd door de handige ligging van zijn haven en de tolerantie van de Malayaanse heersers, die alle traders, van welke gezindte dan ook, verwelkomden. Natuurlijk ontstonden de eerste moskeeën, maar kijk eens naar foto 1: dit is een van de oudste van Melaka, uiteraard gerestaureerd, maar let vooral op de pagodastructuur van de daken. Dat heeft niets met het Midden-Oosten te maken, maar alles met China, vergeet niet dat Cheng Ho een Chinese moslim was. De opeenvolgende sultans zagen intussen niet op een broedermoord, maar Melaka bloeide en de heersers aanzagen het vanuit hun houten paleis, sinds de jaren 80 prachtig gerestaureerd, een van de eregasten was Yasser Arafat (Maleisië heeft altijd veel sympathie gehad voor de Palestijnen en Israëli mogen nog steeds niet binnen in het land). Leuke dioramas van de ontvangsthal en de slaapkamer van de sultan, allemaal goed gedaan, je schuift er op je sokken doorheen want geen schoenen welkom op de geboende houten vloer.
Maar rijkdom maakt jaloers. De Portugezen hadden lucht gekregen van Melakas weelde en wilden vooral het monopolie op de specerijenhandel. Zij vielen in 1511 aan en wonnen het pleit op grond van superieure wapens, de laatste sultan vluchtte naar het Zuid-Oosten van waar hij probeerde Melaka te veroveren. Onverrichterzake, want de Portugezen hadden snel een sterk fort opgetrokken, waarvan nu nog enkel 1 geblakerde poort rechtstaat (foto 7). Natuurlijk werd ook kerstening betracht, Franciscus Xaverius kwam herhaaldelijk over van Goa, maar veel bekeringssucces kon hij niet laten optekenen - waarschijnlijk predikte hij in St. Pauls Church, nu een sfeervolle ruïne op een heuvel boven de oude stad. Die lokale schoolmeisjes die wij toevallig betrapten zullen ook naar het uitzicht op de Melaka Straits komen kijken, hun klederdracht is typisch voor de Maleisische islam: iedereen een soort losse, lang uitgevallen cagule op, en redelijk wijde broeken, in ieder geval niets dat mannen zou kunnen opwinden. De volwassen vrouwen doen in grote meerderheid hetzelfde, al is hoofdbedekking in Maleisië niet verplicht en wordt die cagule dikwijls vervangen door een elegantere sjaal. Onze conclusie is dat Maleiers vooral nogal preuts zijn en in ieder geval ethisch conservatief. Maar deze islam is wel tolerant tegenover anderen, want al die bezoekers uit China (hier de grootste toeristengroep, zeker inclusief Taiwanezen en Singaporezen) lopen wel enthousiast in short rond en vertonen soms wel diepe decolletés, wat ondenkbaar is voor een Maleisische vrouw (even ondenkbaar als dat zij een boerka zou dragen). Verschoning voor deze uitweiding, we gaan door met ons historisch overzicht. De Portugezen hielden het 130 jaar uit, niet slecht, maar toen daagden andere kolonialistische kapers op die inheemse lui voor hun kar spanden (onder andere met de belofte zich niet met religieuze bekeringsijver bezig te houden) en de Portugezen een militair poepje lieten ruiken.
En wel vanaf foto 12: de Nederlandsers uiteraard, eens te meer was het om de lucratieve specerijenhandel te doen. Dat roze gebouw heet t Stadthuys, het is een replica van het gouvernementsgebouw van toen. Het biedt nu ruimte aan vele historische musea (veel overlapping wel) en je kan van binnen uitkijken over het drukste plein van oud-Melaka, waar altijd de voor deze stad typische riksjas op vrachtjes toeristen azen. Er is ook een fraaie fontein en een Nederlandse Christ Church, weer in die roze steen, en onverlaten hebben over het plein ook wat plastieken koetjes en een windmolen gezet, maar dat vinden we zo onnozel dat we weigeren het te fotograferen. Maar het klopt wel wat de in Indonesië geboren Rudy Kousbroek ooit schreef: als je iets wil terugvinden van de Nederlandse kolonies in Azië, moet je niet naar Indonesië gaan (waar bewust niets behouden bleef) maar naar Maleisië, dat tuk is op het eigen erfgoed, zelfs als koloniale heersers daarbij de hoogste viool speelden.
Ook de Nederlanders hielden het niet langer dan anderhalve eeuw vol. Dan moest men de Britten afhouden, maar die profiteerden van de Napoleontische oorlogen om hun kolonies uit te breiden. Uiteindelijk sloten Nederland en Groot-Brittannië in 1824 een verdrag dat beiden goed uitkwam: de Britten stonden hun enige kolonie in wat nu Indonesië heet af aan Oranje, en de Hollanders gaven Melaka op (het viel hen niet zo zwaar, want ze hadden eerder al Batavia de voorrang gegeven als haven). Jammer voor Melaka, maar de Britten deden met hun nieuw verworven bezit ook niet veel, al zouden ze het tot 1957 behouden. Melaka was een backwater geworden, en niet enkel vanwege verzilting: om strategische redenen gaven de Engelsen de voorkeur aan de ontwikkeling van enerzijds Singapore en anderzijds Penang. En zo dobberde de geschiedenis verder, tot - zie onze laatste twee fotos - alle wegen leiden naar de onafhankelijkheid, bedongen in 1957 zonder strijd, na bijna 450 jaar kolonisatie (zijn Maleiers Vlamingen?). Dan wel ironisch dat de Memorial Hall for Independence die op onze laatste foto staat oorspronkelijk door de Britten gebouwd werd en de voor locals niet toegankelijke elitaire Malacca Club had gehuisvest. Maar ja, Maleiers zijn niet rancuneus en zeker in Melaka word je als toerist regelmatig aangesproken door een vriendelijke inwoner, die doorgaans het Engels zeer goed machtig is en duidelijk zelf ook vindt dat de eigen stad stukken interessanter dan heel dat monsterachtige Kuala Lumpur. Die gastvrijheid zullen we nog constateren, maar dat is stof voor een volgende blog.

















|