Je kan wel blijven rondhossen in Getsemani, maar uiteindelijk moeten we toch terug naar Ciudad Antigua, waar we immers een afspraak hebben met Petra en Sven. Niet op het terras van het okergele hotel, maar wel op dat van Café del Mar. Colombia is geen uitblinker qua terrassen (op vele plaatsen is het ook veel te warm daarvoor), maar Cartagena is een uitzondering. Aan de zee staat een strakke, weldoende bries, vanaf 5 hr toch, voordien zijn alle terrassen gewoon leeg. Maar om 5.30 hr zitten ze vol en worden het heuse mas tu vu-plekken, alsof je in California of Zuid-Frankrijk bent. In Popayan hadden wij getrakteerd, nu is Sven aan de beurt, en die laat zich niet pramen. Een hele teil Margarita voor 30 usd, daar komen we wel even mee rond, tijd voor people watching, waarna we elk ons weegs gaan en ontroerd afscheid nemen van mekaar. En van Cartagena, een toch wel ongelooflijk mooie stad, die alleen te toeristisch voor haar eigen goed dreigt te worden. Er is zelfs een Russische bar, stel je voor. En, in tegenstelling tot de rest van Colombia, zitten de kerken nooit vol. Want dit is een hedonistische stad, die in schril contrast staat met Los Naranjos, waar we nu zijn aanbeland en de WiFi zwak is maar de natuur fraai genoeg. Daarover morgen meer, als we er in slagen onze fotos verkleind te krijgen.