 |
|
 |
Profession: reporter |
|
 |
16-02-2020 |
COLOMBIA 2020: Popayan (2) |
Hé ja, we zijn allen aan de guerilleros ontsnapt (uiteindelijk drie privé-wagens benut om 5 toeristen van San Agustín naar Popayan te brengen, dat was een beetje overkill), en vinden mekaar ook allemaal terug in hetzelfde kloosterhotel waar wij al eerder waren. Onderweg een mooi Paramo-landschap, met in de verte de uitgedoofde vulkaan Pucare in beeld, en een paar op de weg vallende watervallen. Maar onze chauffeur moet ook stoppen aan een militaire controlepost (de sergeant wisselt enkele woorden met The Passenger) en houdt eveneens halt op een lelijke brug boven een diepe canyon, met de vraag even naar beneden te kijken. Daar liggen inderdaad nog menselijke skeletresten - lui die een tiental jaren geleden door de guerrilla vermoord en naar beneden gegooid werden, waarna de gieren aan het werk konden. Toch een idyllisch landje, Colombia! Maar intussen bevinden we ons weer in Popayan, al sinds 12.30 hr. We zijn pas om 5 hr pm afgesproken met Petra en Sven (aperitieven in het hotel, avondeten in een Zwitsers-Italiaans restaurant in de buurt) en ofschoon we morgen en zelfs maandagvoormiddag nog veel tijd hebben, maken we ook vandaag toch alweer een stadswandelingetje in de Witte Stad, met focus op twee uitschieters. Naast die witte kerk, binnen haar kloostergang eigenlijk, bevindt zich nu de universiteit van Popayan, afdeling Rechten en Pol & Soc. Wie zou op deze plek niet graag willen studeren, t is een courtyard om nooit meer af te komen (extra goed verzorgd, want heropgebouwd na de aardbeving van 1983). Popayan is de beste universiteitsstad van Zuid-Colombia, en dat alles reeds vanaf 1826, toen de onvermijdelijke Simon Bolivar deze universiteit stichtte. Die inmiddels niet minder dan 13 presidenten heeft opgeleverd, maar toch ook enkele guerilleros, schatten wij, want universiteiten zijn in Latijns Amerikaanse landen dikwijls de bakermat van revoluties of pogingen daartoe geweest. Voor de rest brengen wij ook een bezoek aan het Museo de Arte Religioso, waar je het gebruikelijke tweederangswerk ziet (was het echt zo gezellig in het vagevuur? En had Hieronymus leeuw, wiens geopende muil een koddige kleurparallel vertoont met het gewaad van de kerkvader, werkelijk buiten die nagel in zijn poot ook al zijn tanden laten trekken?), maar toch eveneens de nodige liturgische objecten, fraai uitgestald in een mooie kloostergang, vooral qua smeedwerk. De interessantste zaal is zeker die van Het Laatste Avondmaal, geflankeerd door manshoge portretten van de apostelen. Het grote doek is van een anonieme meester van de richtinggevende school van Quito, en hoewel het allerminst grote Kunst kan genoemd worden, kan je niet zeggen dat de betrokkene zijn didactische taak niet heeft volbracht. Slechts een man zonder aureool - vriend Judas natuurlijk. Die bovendien als enige de toeschouwer recht aankijkt, als om te zeggen: zoek niet verder, IK ben de schurk van dienst. Wij vinden dat grappig.

















|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|