 |
|
 |
Profession: reporter |
|
 |
12-02-2020 |
COLOMBIA 2020: Silvia (2) |
De Guambianos-Indianen hebben een eigen vlag, die afgedrukt staat op een van de vele murals van Silvia en die in hun typische kledij weerspiegeld is. Zwart voor de aarde, blauw voor het water en een strookje rood voor het bloed, dat vergoten werd in hun strijd tegen de conquistadores. Zie ook de vestimentaire situatie van Lucy, die van Wilson even een lift krijgt en ter compensatie met The Passenger op de foto moet. Maar ze wil enkel in een rustige zijstraat, want op de foto gaan met een knappe Europese bink (sic), dat zou te veel jaloezie verwekken bij haar vriendinnen (siccer dan sic). Silvia is werkelijk een uiterst schattige plek. Want buiten de grote dinsdagmarkt kan je ook je ogen uitkijken op het fraaie Panorama vanaf de okergele kerk op een heuvel, en op de talloze muurschilderingen in de stad, die veelal verwijzen naar de eigen naturalezza met haar vele vogels. Heel fris allemaal, alsof het gisteren pas geschapen werd. Terugrijdend naar Popayán, met een laatste stop voor een uitzicht over de hele cordillera (een paar vulkanen zitten daar tussen, maar niet meer actief), vertelt Wilson over zijn eigen leven. Hij is nu 52 en een gelicensieerde streekgids, maar hij werkte eerder 18 jaar bij de politie. Tot hij bij een explosie (een bom van de FARC-guerrilla), die het leven kostte van zijn collega, oorschade opliep (30% auditief verlies in zijn rechteroor). Yep, heel veel Colombianen kunnen een persoonlijk verhaal over La Violencia vertellen (de eermalige leider van de FARC werd trouwens in deze streek door het leger gedood). Wilson ging op vervroegd pensioen, kreeg een kleine invaliditeitsuitkering en is nu veel gelukkiger als toeristengids. Een aardige kerel is het zeker. Terug in Popayan trekt de Morro de Tulcan nog onze aandacht. Het is een zonsondergangsplek, heel populair bij jongeren. Dan ook bij oudere jongeren, denken wij, maar we merken al snel dat we onze hand overspeeld hebben. Waarom zijn hier geen trappen? Terug naar beneden, want we zien hier niemand die ouder dan 25 is. Natuurlijk toch even uitgegleden, maar een koene Colombiaanse jongere reikt ons een helpende hand. Nee hoor, het zijn niet allemaal dieven. Eens veilig terug op de begane grond vragen we ons af wanneer we gaan beseffen dat we tot de senioren behoren en duiken een heel gezellige pita-tent binnen, waar ze op innovatieve en veelal vegetarische wijze hele lekkere pitabroodjes maken. Morgen gaan we met de bus voor 3 dagen naar San Agustín, maar we weten nu al dat we zaterdagavond con mucho gusto terug in het oergezellige Popayan zullen zijn voor 2 nachten.

















|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|