 |
|
 |
Profession: reporter |
|
 |
12-01-2020 |
COSTA RICA 2020: Parque Nacional Carara |
Carara is, cfr de eerste foto, ook een adventure park, maar dat is voor de kids en daar haalt onze huisleguaan, die wij Charel hebben gedoopt en heel de nacht boven onze kamer is blijven waken, de neus voor op. Wij ook en gaan voor de natuur in het Parque Nacional Carara. Je moet 10 usd betalen aan het rangersstation, en dan mag je alleen de hort op, al kan het ook met gids en telescoop, voor een meerprijs uiteraard. Bij wijze van aperitief doen we de Interpretative Walk (W41, 20 min), die vol staat met uitleggende bordjes, zoals over de leaf cutting ants. Die zie je inderdaad over heel Costa Rica met bladeren van 7x hun gewicht over mieren-Highways rondzeulen, en nooit hebben die sufferds verzonnen dat ze daartoe beter een spoorweg zouden aanleggen. Maar er zijn hier te veel Japanners, en bovendien is de baan te dicht bij, dat stoort het natuurleven. Twee km verder is een kleine parking, waar je wel diep het woud inkan. Dat is de Sendero Laguna Meandrica (W42, 2 uur), een knappe wandeling die op het einde wel een beetje spannend wordt omdat de jungle het pad bijna helemaal overwoekert. Maar wij zijn nog spoorzoeker bij de scouts geweest, so what. Eens te meer struikelen we bijna over een leguaan, die monsters lijken ons wel te achtervolgen, maar de ara-papegaaien (Scarlet macaws in het Engels) zien (en horen!) we maar van ver, net als in de Osa-vallei. Het zijn de enige twee plekken waar je ze nog kan zien, terwijl ze vroeger doorheen heel Costa Rica fladderden. Verlies van habitat en laakbare huisdierenhandel dreven de aras haast de vergeetput in, maar in Osa en Carara doen ze het goed, vele families nestelen hier (een ara is net als de quetzal dermate monogaam dat als 1 dier sterft het andere meestal heel snel volgt, bv door niet meer te eten). Mooi zijn ze wel, gelukkig hebben we close-ups van affiches genomen. Apen kan je zoals overal makkelijker betrappen. En krokodillen ook, vanop een brug die al lang de Crocodile Bridge wordt genoemd. Ja, de Tico moet uitkijken waar hij gaat zwemmen, want deze beestjes zijn heel wat agressiever dan de alligatoren in Louisiana en Florida. En dan hebben we niet minder dan 5 uur te rijden, helemaal naar het noordwesten. Music, maestro please (we zijn ertoe overgegaan onze soundbar op maximum volume aan te zetten in de auto. Niet zo goed als kwaliteitsboxen van een grote SUV in Amerika, maar toch een waardig alternatief voor al die Costa Ricaanse muzak op de radio)! En tegen 5 hr pm komen we aan in het aantrekkelijk betitelde Sugar Beach Hotel aan Playa Pan de Azuçar (de relatie met Rio ontgaat ons enigszins). Geen architectonisch hoogstandje, maar wel prima service en heel degelijk eten, een in de jungle verborgen zwembad en vooral vlak bij het strand gelegen, waar we alweer de zonsondergang kunnen tegemoet lopen. Morgen dachten we eerst volstrekt niets te doen, buiten lezen en in zee gaan, maar we konden niet weerstaan aan een uitnodiging in te tekenen op een catamaranvaart morgen. Die gaat echter pas om 1.30 hr pm van start, zodat er s morgens nog tijd genoeg is om een nieuw boek te beginnen. Waarmee The Passenger vast voor een lokale primeur gaat zorgen, want we geloven niet dat iemand in deze afgelegen plek ooit eerder Oorlog en Vrede van Tolstoj heeft gelezen. Tenzij we Charel de leguaan onderschatten.
|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|