 |
|
 |
Profession: reporter |
|
 |
18-12-2019 |
AMERIKA 2019: Fort Worth, TX (3): Kimbell Art Museum |
Meneer Kimbell was ook een rijke industrieel, en hij wilde niet achter blijven bij grote roerganger Carter. Dus maakte ook hij werk van een museum om zijn rijke collectie in onder te brengen, en daar hoorde eveneens een grote architect bij: Louis Kahn, die vooral in Chicago naam maakte, onder andere met een overheidsgebouw van glas waarin de bedienden in de zomer zowat gebraden werden, want het gebouw dateerde van net voor het moderne airco-comfort. Toen de werknemers zich daarover beklaagden reageerde Kahn laconiek met een: klachten over mijn gebouw? Get another job! Hé ja, macho-architecten, zie ook Frank Lloyd Wright, daar had Amerika geen gebrek aan. Zijn gebouw voor Kimbell bevat helemaal geen glas, maar het is wel een iconisch voorbeeld van Amerikaans modernisme, zowel van buiten als van binnen heel opvallend. En mooi gecompleteerd door binnenpatios, waarop beeldhouwwerken van Maillol en anderen. Over de collectie zijn wij nochtans niet zo enthousiast. Ja, er zijn knappe Assyrische Friezen en Aziatische beelden, en ook prima doeken van Bonnard, Ensor, Turner, Munch, Mondriaan & Gerrit Dou, alsmede een fraaie sculptuur van Modigliani, maar er is ook iets te veel tweederangswerk van grote namen als El Greco, Velazquez, Rembrandt en zelfs Caravaggio, al is een Caravaggio - een jeugdwerk, en dat zie je - in Amerika best wel een aardigheid. Helemaal belachelijk is die ene Michelangelo die ze hebben: een verleiding van Antonius, gebaseerd op een ets van Schongauer, die Buenarotti naar verluidt vervaardigde toen hij...12 was. Wel, het is er aan te merken, al willen we niet beweren dat wij beter konden toen we die leeftijd hadden (wij lazen toen Suske en Wiske en de Texas Rangers!). Nu, ook na de dood van Kimbell in 1964 boert dit museum goed. Zo goed dat er in 2006 een tweede gebouw bij kwam, en weer van een grote architectennaam: Renzo Piano. Daarin vinden de gelegenheidstentoonstellingen plaats, en in deze winter is dat Renoir: The body and The Senses. Wij kopen er volledigheidshalve een kaartje voor (de vaste collectie is gratis), maar niets aan te doen: wij vinden aan heel die Renoir niets aan, en al zeker niet aan zijn Rubensachtige naakten. Robert Hughes boude kritiek op Renoir was terecht: veel te flou, te wollig, te koket, kortom: niets voor ons. Zodat het enige interessante gedeelte van deze expo voor ons Renoirs Legacy is. Want ja, Hughes en wij mogen zeggen wat we willen, Renoir had in zijn tijd veel bewonderaars. Waaronder ook Matisse èn Picasso, die vele doeken van Renoir in zijn privé-collectie had. Maar kijk: die getekende schets van Matisse, die ook van vrouwen hield, vinden we wel goed. De expo ziet gelijkenissen met Renoir maar dat is niet waar. Matisses tekening is veel hoekiger dan de eeuwige ronde vormen van voluptas-mens Renoir, en die ene neoklassicistische Picasso is ook stilistisch anders, en veel beter, dan de wijze waarop Renoir steevast werkte. Om nog te zwijgen van dat heerlijke waterverfje van Fernand Léger, waarin hij een tafereel van Renoir naar zijn eigenzinnige hand zet. En nu hebben we NOG een museum te gaan, dat zowaar het absolute hoogtepunt van de dag is. Maar het is 11 hr pm, en morgen hebben we 700 km te rijden naar het verre West-Texas. Bedtijd dus, en morgenavond twee blogs over dat fantastische 3de museum, dat ons de beste 17de december uit ons leven bezorgde. Cliffhanger!

















|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|