 |
|
 |
Profession: reporter |
|
 |
18-12-2019 |
AMERIKA 2019: Fort Worth, TX (2): Amon Carter Museum, vaste collectie. |
Amon Carter, die brave industrieel/filantroop, wilde een museum van Amerikaanse kunst maken, en iets anders zie je hier dan ook niet. En ook geen abstract expressionisme, daar had Carter op zijn oude dag geen voeling mee. Maar wat een klasse voor de rest. We lopen er chronologisch via 18 fotos doorheen. Frédéric Edwin Church, een oude bekende (zie ons bezoek van zijn Olana-huis aan de Hudson eind september), was ons inziens beter dan zijn mentor en leermeester Thomas Cole, en ook beter dan overachiever Bierstadt als u het ons vraagt. Niemand die het paradijselijke New England beter heeft geschilderd dan Church, of het moest de wat manieristische Sanford Robinson Gifford zijn, wie zou in zo een landschap niet willen wandelen, met of zonder deerne? Een buitenbeentje was Martin Johnson Heade, die de kust van Rhode Island dermate dreigend weergaf dat zijn tijdgenoten niet wisten wat ze ermee aanmoesten (maar voor ons is het een ontdekking). En dan sluiten we de 19de eeuw af met de onvermijdelijke George Inness, voor wie wij een boontje hebben. In het begin van de 20ste eeuw maakte Frédéric Remington grote sier. Van hem houden we niet, maar die koddige grisaille die moderne tijden aankondigt mogen we wel. Terwijl Remington in zijn New Yorkse studio het wilde westen bezong, vertoefde Charles M. Russell echt in Montana, waar hij een deel van zijn leven te paard, en een ander deel achter zijn schildersezel doorbracht. Het vertoonde doek is de dynamische weergave van een cowboylegende waaraan we niet te veel geloof moeten hechten, maar leuk is het wel. Volgt de onvermijdelijke Georgia OKeeffe, waarvan hier veel uitstekend werk voorhanden is, ergo 3 fotos. Niet voor niets is zij tegenwoordig Top of The Bill qua duurst betaalde vrouwelijke kunstenares (enkele jaren geleden veilde Christies een doek van haar voor 44 miljoen dollar aub). Marsden Hartley, die het Mexicaanse landschap mooi kon weergeven, mag er ook bij, en dan komen natuurlijk de precisionisten, zowel Charles Demuth als Charles Sheeler hebben wij altijd uitstekende schilders gevonden. Net als die unieke Grant Wood, die een legende over George Washington op geestige en licht-surrealistische wijze navertelt. En ook Stuart Davis was een van de beste Amerikaanse schilders van de 20ste eeuw, en zeer veelzijdig bovendien. John Rogers Cox is minder bekend, wij kenden hem zelfs helemaal niet, maar zijn Grain Farm is een heel knap, verontrustend doek, dat grote eenzaamheid uitdrukt en vast beïnvloed werd door de Grote Depressie in de Mid West die de schilder van huis uit kende. George Morrison kenden we ook niet, maar deze halve Indiaan maakte met New England een houten werk dat gezien mag worden en overigens helemaal uit houtsoorten van New England is samengesteld. En tenslotte viel ons nog op, als enige 21ste eeuwer, Susie Rosmarin, met een mooi Op Art werk. Een heel knap museum, dat Amon Carter, maar er volgt meer. Dat meer ligt onder de horizon van de laatste foto, want Carter bedong met de stad dat het uitzicht op Fort Worth vanuit zijn museum nooit mocht bezoedeld worden door een hoog gebouw. De huidige curators plaatsten er wel een totem van Henry Moore naast, maar verder wordt aan Carters erfenis niet getornd, en maar goed ook.

















|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|