DE 'THEO TUURT REEKS'
DE KAAKSLAGNOTA: DEEL 2
Onder impuls van de huidige Vlaamse Regering werd een aantal gemeenschapsvormende en versterkende initiatieven genomen. Deze initiatieven zijn het voorwerp van heel wat controverse. Vooral de Franstaligen beschouwen dit Nieuw-Vlaams beleid als een reeks pijnlijke kaakslagen. In deze reeks ga ik elke dag dieper in op één van die zogenaamde 'kaakslagen'. Eerst leg ik uit waarover het juist gaat, vervolgens geef ik de meest actuele stand van zaken om te eindigen met een anekdote of interessant 'weetje'.
à De tweede kaakslag: De taalbereidheidsvereiste in de sociale huisvesting xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een basiskennis hebben van het Nederlands of bereid zijn het te leren is sinds enkele maanden een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning. Het betekent niet dat anderstaligen niet meer in aanmerking zullen komen voor een sociale huurwoning. Wie geen getuigschrift kan voorleggen van een school waar Nederlands de voertaal is, moet naar het Huis van het Nederlands in zijn buurt, een gespecialiseerde instelling. Daar volgt een gesprek en een testing, om na te gaan of de kandidaat een voldoende basiskennis heeft van het Nederlands.
De Vlaamse regering gaat ervan uit dat Franstalige Belgen in het Franstalig onderwijs voldoende kennis Nederlands opgepikt kunnen hebben om daaraan te voldoen. Wie toch onvoldoende Nederlands kent, moet een kosteloze basiscursus Nederlands gaan volgen van 240 uur. Het is verplicht om de lessen bij te wonen, maar na afloop moet de kandidaat geen examen afleggen. Daarmee wil de Vlaamse regering vermijden dat de taalbereidheidsvereiste zou verworden tot een uitsluitingsvoorwaarde voor laaggeschoolde mensen die het heel moeilijk hebben om de opgedane taalkennis in een examen te bewijzen.
Wat is hiervan de doelstelling?
De bedoeling is de leefbaarheid en de samenhang in sociale woonbuurten te verhogen en de interactie tussen huurders en maatschappij te bevorderen (ook in geval van nood zoals bijvoorbeeld brand of een gaslek). De voorwaarde van de taalbereidheid is vergelijkbaar met een werkloosheidsuitkering: je krijgt er maar een in de mate dat je bereid bent een opleiding te volgen bij de VDAB.
Vlaanderen biedt een kwalitatieve sociale woning aan tegen een betaalbare huurprijs, dan mag je van de huurder verlangen dat hij of zij mee wil werken aan een leefbare samenleving. Dat is geen straf of een manier van uitsluiten, maar deze maatregel wil juist mensen activeren in de samenleving en hen startkansen geven.
Waarom is het voorstel niet discriminerend of racistisch?
Het voorstel voorziet in objectieve voorwaarden die voor alle kandidaat-huurders gelden, ongeacht hun huidskleur of afkomst. Bovendien discrimineert de taalvoorwaarde niet, of is deze niet racistisch van aard, omdat de maatregel net de emancipatie en integratie van anderstaligen, die een beroep doen op een sociale voorziening, beoogt.
Nederlandsonkundigen worden trouwens niet van een sociale huurwoning uitgesloten, maar moeten wel bereid zijn een taalcursus te volgen. Bovendien wordt iedereen die een getuigschrift (lager onderwijs of hoger) kan voorleggen van een school waar Nederlands de voertaal is, vrijgesteld. Gezien de leerplicht, worden dus allochtonen van de 2de, 3de,
, generatie automatisch vrijgesteld.
STAND VAN ZAKEN:
De Europese Commissie is op vraag van de Franstalige minister van wonen, André Antoine, een onderzoek gestart naar deze bepalingen. Wat hieruit zal komen is niet duidelijk. Minister Keulen is erg zeker van zijn zaak, onder meer omdat de Raad Van State eerder haar goedkeuring gaf aan dit dossier.
à In navolging heeft ook de gemeente Zaventem vorig jaar, op de Franstaligen na, een reglement unaniem goedgekeurd waarin staat dat de koper bij toewijzing van bouwgronden Nederlands moet kennen of een inspanning moet willen doen om zich onze taal machtig te maken, naar analogie met de bepaling in de Wooncode. Het gemeentelijk reglement van Zaventem kreeg het fiat van de provinciegouverneur.
ANEKDOTE/WEETJE Binnen de Vlaamse Regering was het een heel moeilijk politiek proces om dit ingevoerd te krijgen. Uiteindelijk werd de knoop doorgehakt op een urenlange IKW (interkabinettenwerkgroep) waar Steven VM en ik aanwezig waren. Het leek eindeloos te duren en de patstelling bleef... totdat de raadgever van minister Vandenbroucke (Vlaams minister van de Rand) zijn fiat gaf. Samen konden we dit doorduwen.
Morgen ga ik dieper in op de derde 'kaakslag: het Franstalig faciliteitenonderwijs
|