DE 'THEO TUURT REEKS'
DE KAAKSLAGNOTA: DEEL 3
Onder impuls van de huidige Vlaamse Regering werd een aantal gemeenschapsvormende en versterkende initiatieven genomen. Deze initiatieven zijn het voorwerp van heel wat controverse. Vooral de Franstaligen beschouwen dit Nieuw-Vlaams beleid als een reeks pijnlijke kaakslagen. In deze reeks ga ik elke dag dieper in op één van die zogenaamde 'kaakslagen'. Eerst leg ik uit waarover het juist gaat, vervolgens geef ik de meest actuele stand van zaken om te eindigen met een anekdote of interessant 'weetje'
à De derde 'kaakslag: het Franstalig faciliteitenonderwijs xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Eind december heeft de Commissie Onderwijs en Vorming van het Vlaams Parlement unaniem het voorstel van interpretatief decreet betreffende het faciliteitenonderwijs, met als hoofdindiener N-VA volksvertegenwoordiger Kris Van Dijck, goedgekeurd. Het voorstel bevestigt de grondwettelijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Vlaamse Gemeenschap ten aanzien van het Vlaamse Franstalige basisonderwijs in de Vlaamse randgemeenten. Kortom, dit decreet stelt dat de Vlaamse Gemeenschap niet enkel bevoegd is om de rekeningen te betalen maar ook verantwoordelijk is voor de pedagogische inspectie, de taallessen en de eindtermen. De Vlaamse meerderheid wil met dit decreet de kwaliteit van dit Vlaamse Franstalige onderwijs waarborgen zoals dit gebeurt voor alle andere kinderen die in Vlaanderen wonen. Kwaliteit waar de Vlaamse overheid nu geen enkel zicht op heeft. We willen dat, ondanks de houding van een aantal lokale politieke verantwoordelijken, ook deze kinderen toch kunnen genieten van de bijzondere inspanningen die Vlaanderen doet voor zijn basisonderwijs; onderwijs dat internationaal hoog aangeschreven staat.
Dit dispuut tussen de Franse en Vlaamse Gemeenschap sleept al jaren aan. Dankzij de N-VA werd in 2004, en later in de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005, een oplossing in het vooruitzicht gesteld. Met het decreet wordt hieraan eindelijk uitvoering gegeven. Het decreet treedt uiterlijk op 1 september 2009 in werking. Deze datum is verantwoord om tweeërlei redenen: enerzijds omdat dit het begin is van een nieuw schooljaar, zodat het schooljaar op een ordentelijke manier van start kan gaan. Anderzijds biedt deze termijn de verschillende basisscholen de mogelijkheid om zich volledig te conformeren met de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van het Vlaams decreet basisonderwijs
Voor meer informatie over het faciliteitenonderwijs (hoeveel leerlingen, kostprijs, welke scholen,...) klik hier (link naar interessant online-dossier van Luk Vannieuwenhuysen, één van de weinige VB-parlementsleden die ook echt iets doet in het parlement).
STAVAZA: De Franse Gemeenschapsparlement riep onmiddellijk na de stemming een belangenconflict in. Er was op 22 februari 2008 nog een overleg tussen beide Gemeenschappen (o.l.v. Kris Van Dijck) maar zonder resultaat. Het vervolg van de procedure is dat het Vlaams Parlement het geschil aanhangig maakt bij de Senaat, die binnen een termijn van 30 dagen gemotiveerd advies uitbrengt aan het Overlegcomité. Dat beschikt dan over een termijn van 60 dagen om na te gaan of een oplossing mogelijk is. Nadien wordt de procedure in het Vlaams Parlement hervat en zal het voorstel van interpretatief decreet ter stemming worden voorgelegd aan de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. Kortom, uiteindelijk zullen we onze slag wel binnenhalen. Máár, van zodra het decreet plenair gestemd is, kan de bevoegdheidskwestie nog juridisch aangevochten worden bij het Grondwettelijk Hof. Dit Hof zal uiteindelijk oordelen of de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is voor de pedagogische inspectie of niet.
ANEKDOTE/WEETJE De totstandkoming van het interpretatief decreet was een echte processie van Echternach. De regeringsafspraak was om tegen uiterlijk 1 januari 2006 een definitieve oplossing voor de pedagogische inspectie in het faciliteitenonderwijs te vinden. Door ons onophoudelijk politiek gelobby en onze vastberadenheid is het er nu toch van gekomen. De eigenlijke auteurs van het decreet zijn Erik Maes, onze fractiesecretaris in het Vlaams Parlement en Jef Wellens, de sympathieke raadgever taalwetgeving, faciliteitenonderwijs en dies meer van minister Vandenbroucke (en echt een wandelende bibliotheek). Beiden verdienen in mijn ogen een heel dikke pluim (en op zijn minst een eervolle vermelding in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging).
--> Een soortgelijk gevoelig communautair dossier betreft het Vlaams basisschooltje te Komen. Dit schooltje zou in feite door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd moeten worden (net zoals de Vlaamse Gemeenschap al jaar en dag het Franstalig onderwijs in de Rand betaalt), maar die weigert. Zogezegd omdat de aanvraag wettelijk niet in orde zou zijn. Tot op de dag van vandaag betaalt de Vlaamse Gemeenschap er dan maar voor, maar in feite zijn we hier extraterritoriaal bezig (en dat is net wat we de Franstaligen altijd verwijten...). Onder impuls van de vzw KNOKK (een sateliet van de Vlaamsgezinde internationale serviceclub 'de Marnixring') en haar gedreven voorzitter Daniël Petit slaagt het Vlaams schooltje erin om het hoofd boven water te houden. Meer nog, in november 2007 diende ze bij de Franse Gemeenschap opnieuw een officiële aanvraag in tot de oprichting van een Nederlandstalige taalwetschool in Komen. Tot nog toe zonder resultaat (zelfs geen antwoord), maar ditmaal zijn ze vastberaden en zullen ze alle wettelijke procedures uitputten. De Franse Gemeenschap moét in Komen haar verantwoordelijkheid nemen en het Vlaams schooltje te Komen van de nodige werkingsmiddelen en omkadering voorzien, punt andere lijn.
Maandag ga ik dieper in op de vierde 'kaakslag: het recht op wonen in eigen streek
|