Toen ik klein was, euh... in de jaren vijftig. Zaten we te wachten en te fantaseren over het jaar 2000. Dat getal had iets magisch. Wat ze ons toen allemaal voorspelden, je houdt het niet voor mogelijk. In het jaar 2000, zou de weerman, ons aller geliefde Pien, (we keken toen naar het weerbericht als naar een show, wat het ook was) dus dat Pien zou kunnen kiezen welk weer er ging komen, volgens behoefte van het moment. (nu kunnen ze nog steeds geen juiste voorspelling doen). Op school zei een non: er komt nog een tijd dat je ouders thuis op een scherm kunnen zien wat jullie op school uitspoken. (die was wel goed). Ja en natuurlijk het cliché: de wereld zou vergaan in dat jaar. Het was de tijd van de SF-filmen. Marsmannetjes en vliegende schotels en wij geloofden erin! Die gingen komen! Maar toen in 2000 de tellers van de pc's op het nieuwe jaar sprongen was er nog steeds een doemscenario, (milleniumbug). Met angst werd de tijdzone gevolgd, of er iets gebeurde. Ik had ook een zaklampje in mijn tas, want de stroom ging uitvallen en we zouden in het pikkedonker zitten. Ah ja, alles ging tilt slaan. Eigenlijk hebben ze de mensen écht bang gemaakt. Maar niemand heeft toen kunnen voorzien wat het écht geworden is. Iedereen die op straat loopt te telefoneren! En als je iets koopt het al zo snel terug 'out' is. Mensen vervangen hun spullen zo snel dat het niet mooi meer is. En het gaat steeds sneller en sneller. Wat zal het volgende grote moment zijn? Misschien zullen we ooit kunnen zeggen: 'beam me up Scotty!'
In onze familie is het altijd zo geweest om kerstávond te vieren, inplaats van kerstdág. Eigenlijk is het pure traditie. Na al die jaren is het aantal aanwezigen wel erg uitgedund. Waar is de tijd dat ik kookte voor een dertgtal gasten... Velen zijn overleden, of hebben afstand genomen door een scheiding of andere omstandigheden. Maar zo is het leven. Maar als je kertsavond viert, kan je op kerstdag zelf heel rustig uitbollen. En dat is wat ik vandaag doe. Lang in bed, luisteren naar de radio. Rustig opstaan en toilet maken. De boel opruimen, wat vrij snel gaat. En dan? Het namiddag-tv-programma lijkt wel naar mijn keuze gemaakt. Behaaglijk installeer ik mij met mijn kusselige kussentjes in mijn nieuw salon. Om te beginnen kan ik genieten van een concert van André Rieu, in New York. Die man stráált muziek uit. Zijn répertoire bestaat zoals meestal uit vrij bekende stukken. Als gast heeft hij een violist (je) van misschien een halve meter hoog, ik geloof verstaan te hebben dat hij zo'n zes jaar is. Maar een echt wonderkind, zelden gezien. De nokvol gevulde zaal gaat volledig uit de bol. In de finale komt er ook nog een beroemd gospelkoor bij. Eerst zingen en swingen zij alleen en dan samen met de dames uit het eigen orkest. Prachtige momenten, beklijvende muziek... Mijn lichte hoofdpijn is verdwenen. en heeft plaats gemaakt voor een vredig gevoel, rust en peace. Alsof ze overlegd hebben, begint vijf minuten later op de andere zender een concert van Andrea Boccelli. Ik heb wel geluk vandaag. Dit is genieten met heel veel kippenvelmomenten. De man zingt met gesloten ogen, maar zijn gezicht toont heel veel expressie, passend bij de diepgaande teksten. Zijn stem heeft iets bovenaards mooi en aangrijpend. Het optreden is in openlucht, op een meer in Las Vegas. Het water geeft een speciale sfeer aan de beelden. Tot mijn grote verbazing en verrassing zingt hij 'Les feuilles mortes' een van mijn lievelingsklassiekers. Hij geeft er een eigen dimensie aan, maar elk haartje op mijn lichaam reageert. De finale is groots met een prachtig vuurwerk, wat mede door het water en het nachtelijke uur onmenselijk mooi is.
Dan overvalt mij plots wat weemoed en eenzaamheid. Degene die ik vandaag het meeste mis is mijn moeder. Melancholie mag, maar niet te lang laten aanslepen... Zo bolt mijn kerstdag langzaam uit...
'Mam! Ik ben thuis!' erg lawaaierig stormt Annelies de keuken binnen, nadat ze eerst haar jas op de kapstok gemikt heeft en haar boekentas slordig eronder. Als ze bemerkt dat ze een spoor van modder achterlaat, keert ze op haar stappen terug om haar voeten af te vegen aan de mat. Haar moeder kijkt verstrooid op, ze is bezig met het vullen van de kalkoen voor morgen, kerstavond. Ze blaast even schuin omhoog een lok van haar bezwete voorhoofd. 'Ha Liesje, ik verwacht dat jij me een beetje gaat helpen, zodat alles klaar is wanneer oma aankomt, dan hebben we het samen gezellig. Je weet toch hoe ze zich er op verheugt.' Er verschijnt een verveelde trek op het jonge gezichtje. 'Moet dat nou per se met oma? Oude mensen zijn zo saai!' De moeder schrikt even, maar wordt dan wat boos. 'Hoe kom je erbij om zo te praten? We zijn haar enige familie en zorg maar dat je je gedraagt zoals het hoort. Ik wil er niets meer over horen!' Mokkend kijkt het meisje rond; haar vader is al begonnen met het schillen van de aardappelen. Ze kijkt hem smekend aan, meestal kan ze hem wel vermurwen. Maar hij kijkt niet op. Van hem moet ze duidelijk geen medeleven verwachten. Haar broer Peter is buiten het tuinpad aan 't borstelen. (alsof dat helpt, de wind waait de bladeren onmiddellijk terug.) Ja, ze ziet het al: de afwas is voor haar! Met een diepe zucht van zelfmedelijden, laat ze het warme water lopen en terwijl haar vingers door het zachte schuim glijden, prikt ze met haar wijsvinger een zeepbel kapot en begint aan de vaat, nog steeds met een pruillip.
Wat is haar moeder antiek! Haar vriendinnetje Kimberly, die krijgt tenminste een prettige Kerst! Twee weken skivakantie in de bergen, terwijl zij hier thuis zitten, notabene met oma!
's Anderendaags gaat vader oma ophalen met de wagen. Als ze er dan na een uurtje is, laadt ze voorzichtig enkele pakjes uit. Ze glimlacht een beetje geheimzinnig. Nieuwsgierig drommen Annelies en Peter rond een kartonnen doos, waar een eigenaardig krabbend geluid uitkomt. Voorzichtig gaat het deksel er vanaf en wat er dan tevoorschijn komt ontlokt kreten van verrassing. Een klein grijs gestreept poesje vliegt met een gilletje op de divan. Het maakt gekke sprongetjes en lonkt uitdagend om opgepakt te worden. 'Jij hebt geluk kind, ik kon moeilijk wachten tot morgen om je cadeautje uit te pakken,' zegt oma lachend. Annelies zit met de poes op schoot, het gespin en geknor heeft haar hartje al ingepalmd. Het beestje geeft kopjes en aaitjes dat het een lust is om te zien.
Dan staat het meisje op en slaat haar armen om haar grootmoeder's hals. Ze geeft haar een dikke zoen. 'Ach oma, eigenlijk hou ik toch erg veel van je. Ik zou je niet ruilen, voor geen enkele skivakantie in de wereld!' Al klinkt dit voor oma misschien een beetje verwarrend, zijzelf weet heel goed wat ze bedoelt!...
Gisteren naar 't theater geweest. Een heel ernstig stuk, 't moet niet altijd klucht zijn. 'Glazen speelgoed' van Tennessee Williams. Het werd gespeeld door vier acteurs, waarvan er ene heel goed acteert, de dame uit het stuk kende haar tekst vloeiend en de twee anderen kwamen niet erg geloofwaardig over. Op een gegeven moment zegt de acteur dat hij een cursus radio-elektronica volgt, ter voorbereiding op TV en Internet. Daar ging mijn haar even recht omhoog, vermits het stuk geschreven is in 1944 (volgens het programma) Ik weet niet hoever het toen stond met de ontwikkeling van de TV, maar ik weet wel dat toen een computer een hele kamer in beslag nam. Terwijl er van internet waarschijnlijk nog geen sprake was. Nu lig ik daar niet wakker van, maar het viel mij wel op. Daaraan zie je dat geen enkel woord tekst mij ontgaat en de reden daarvan is waarschijnlijk omdat ik zelf ook meestal het souffleren van onze toneelgroep voor mijn rekening neem. Al bij al vond ik het geen denderend stuk, maar we hebben wel één hilarisch moment beleefd..
Mijn twee vriendinnen en ik schakelden heel braaf onze GSM uit, voor we de zaal binnengingen. Net toen de pauze begon zette degene die naast mij zat haar handtas op de grond, waardoor er een luid alarm afging. Had ze toch wel zo'n klein zakalarmpje bij, wat afgaat als je er op drukt. Voor ze het had kunnen afduwen had iedereen het gehoord. Alle blikken naar ons. Wij plezier natuurlijk. Ze bukte zich met een rood hoofd bijna onder haar stoel. Na afloop gingen we nog iets drinken en liepen op straat nog steeds luidop te lachen met het voorval. Stel je voor dat het gebeurd was op een heel dramatisch moment in het stuk. Zo eindigde de avond toch nog heel plezant.
We moesten elk een andere richting uit om naar huis te gaan. Plots hoorde ik iets raars. Het was kwart na twaalf, er hing een dichte mist en het was ijzig koud. Maar ik hoorde duidelijk een merel lustig kwelen. Tenminste voor mij klonk het als een merel, maar het kan ook een andere vogel geweest zijn. Maar welke? Op dat uur? In december? Ik zou 't echt niet weten. Daar komt nog bij dat op die plaats alle groen weggedaan is, er staat alleen een woud van hijskranen en takels. Mocht er iemand zijn die weet wat voor soort vogel zich zo kan inburgeren op een onmogelijke plaats en tijdstip, laat het mij aub. weten. Ik ben heel benieuwd.
Dit verhaal dateert al van jaren geleden. Toen het oude ziekenhuis nog hoofdzakelijk bestond uit immens grote zalen met eindeloos lange rijen bedden. Luxe was er niet, geen radio, geen tv, niets. Maar daardoor ontstond er wel een soort familiale sfeer. Nieuwkomers werden gewoon onmiddellijk aanvaard en er groeiden ook wel eens hechte vriendschappen. Wanneer er dan iemand na een week of zo genezen verklaard werd of gewoon naar huis vertrok, vloeiden er wel eens traantjes. Spijtig genoeg heb ik daar ook zes eindeloze maanden moeten blijven, zeer tegen mijn zin, maar je kan niet altijd kiezen. Van de eerste twee weken kan ik mij niet meer zoveel herinneren, omdat mijn dagen door de hoge koorts die ik had, hoofdzakelijk bestonden uit slapen en onderzoeken ondergaan. Net aan de ingang van de zaal, lag er een oudere, heel devote dame, die zeker al een jaar of nog langer aan haar bed gekluisterd was. Ze had een been moeten afgeven, maar deed haar uiterste best om met behulp van een prothese weer te leren lopen. Automatisch had ze zo'n beetje de leiding over de zaal genomen en begon dan 's avonds luidop voor te bidden.Hoeveel en hoe lang, dat weet ik niet precies meer, maar er was niemand die protesteerde, op dit tijdstip had men toch niets anders te doen. De meesten zullen ook gedacht hebben: baat het niet, dan schaadt het zeker niet. Daarna ging het licht uit en was het slaaptijd. Op een nacht werden we gewekt door gestommel en gepraat; zo ging dat als er iemand werd binnengebracht. Het was een heel jong, donkerharig meisje, bijna nog een kind. Bleek dat ze vertwijfeld een hoge dosis pillen had geslikt. Door de maagspoeling die men haar had gegeven voelde ze zich heel erg ziek. Ze weende en kreunde hardop van ellende. Niemand zei een woord en we probeerden ondanks de geluiden toch weer in slaap te geraken. Tot plots een schrille kreet van het meisje de aandacht trok: 'Jesus, waar zijt ge? Help mij toch!' De devote dame zat rechtop in bed en staarde met grote ogen vol verbazing in de richting van het meisje. Dat zo'n jong ding zo gelovig kon zijn! Het maakte op iedereen indruk en we waren allen ontroerd en werden er een beetje stil van. De rest van de nacht ging het zo verder en riep ze regelmatig om 'Jesus' Nog vóór het bezoekuur aangebroken was, ging langzaam de deur open. Eerst op een kier en dan wat verder. Aarzelend kwam een knappe donkere jongeman binnen. Een beetje twijfelend keek hij rond en toen hij het meisje herkende ging hij snel op haar af met een stralende glimlach. Waarop zij blij: 'Jesus! Eindelijk!' En hij 'Hier ben ik Maria! Zo werd alles plots duidelijk, de jongeman was een Spanjaard met de voornaam 'Jesus'
De oude mevrouw viel van verbazing achterover in haar kussens. Stel je voor: Jesus en Maria!!!
Gisteren gaan kijken naar Happy feet. En denk maar niet te snel: kinderfilm, want er zit heel veel ironische humor in en dubbelzinnigheid. Maar van in 't begin ging mijn hart helemaal open. Ik dacht even aan 'Grease' en 'Fame', ook rap en gospel komen aan bod. Je wordt volledig meegesleept. Als de pinguins in het water moeten springen krijg je muziek van de Beach Boys, heel hilarisch! Maar er zitten toch wel enkele kippenvelmomenten in. Ook het milieu komt aan bod.
Je kunt deze film niet vergelijken met de Disneyfilmen van vroeger, die met de hand gemaakt werden. Ik ben daar trouwens een fan van. Diep in mij heb ik nog een beetje kind bewaard. De gelaatsexpressie die hij in zijn tekeningen stak, kan geen computer namaken. Maar de film is een aanrader. Ik heb genóóóóten van Happy feet... je wordt er zo... happy van...
'Hé Bennie! Je gaat toch mee deze avond? We vieren de verjaardag van Frank.' De aangesprokene draait zich om. 'Ja graag, waar gaat de reis naartoe?' 'In H. heb je die nieuwe mega-dancing, nog niet van gehoord? De Rockway, of zoiets. Afspraak om negen uur aan de parking?' 'Oké ik zal er zijn!' Ben's vader kijkt een beetje bedenkelijk als hij over het geplande feestje hoort. 'Vergeet niet Said, dat wij Marokkanen geen alcohol drinken!' 'Maak je geen zorgen, ik hou me wel bij cola of limonade.' Toch lijkt zijn vader nog niet helemaal tevreden. 'Zou je niet beter een net pak aantrekken?' 'Maar iedereen loopt toch in jeans en een jekker? Ik wil er net zo uitzien als mijn Vlaamse vrienden!' De jongen begint een beetje zijn geduld te verliezen over zoveel onbegrip, wat is zijn vader toch antiek! Eindelijk kan hij dan vertrekken. Met zijn brommertje rijdt hij naar de plaats van afspraak. Enkele van zijn makkers zijn al aanwezig. Er volgt een uitbundige begroeting en ze besluiten in groep nog wat te praten tot iedereen er is. Ben kijkt een beetje nieuwsgierig naar de schreeuwerige lichtreclame van het immense gebouw. De buitenkant verraadt niet veel, maar elke keer de deur opengaat, klinken er flarden van loeiendharde muziek. Het lijkt er daarbinnen wel gezellig aan toe te gaan en zo te zien zullen ze zich best wel amuseren. Lachend en elkaar plagend begeven ze zich naar de ingang, waar een heuse portier hen een voor een doorlaat, maar elk ondertussen aandachtig bekijkt. Ben passeert als voorlaatste de imposante gestalte, die hem tegenhoudt. 'Jij mag er niet in.' De jongen bekijkt de man verwonderd en vraagt naar de reden. 'Ik hoef niemand een reden op te geven, ik ben hier de baas.' 'Toch zeker niet om mijn uiterlijk? Ik ben Belg, ik ben hier zelfs geboren.' 'Hou je praatjes maar, jij kan er niet in, de zaak zit vol en als je niet ophoepelt, bel ik de politie.' Achter Ben staat zijn vriend Guido, die het voor hem opneemt. 'Maar man toch, die jongen is echt waar Belg en hij hoort bij onze groep. Doe toch niet zo moeilijk man!' 'Bemoei je er niet mee, of je kan ook gaan, wij willen hier geen herrieschoppers.' 'Laat maar.'zegt Bennie, tot in het diepste van zijn ziel vernederd. Guido vindt de situatie erg vervelend en weet zich niet zo dadelijk een houding te geven. Hij heeft met zijn vriend te doen, maar kijkt ondertussen verlangend naar binnen. De anderen hebben van het voorval niets gemerkt en zijn al uit het zicht verdwenen. Ben wenkt even grimmig en keert op zijn stappen terug. Hij besluit een eindje de stad in te lopen, want als hij zo vroeg naar huis gaat, zal hij zijn vader een verklaring moeten geven en hij wenst hem dat te besparen. Eigenlijk is het ook niet de eerste keer dat zoiets voorvalt. Hij slentert wat over de parking en voelt zich wel erg boos om het onrecht dat hem hier wordt aangedaan. Kan hij het helpen dat zijn gelaat wat donkerder is dan dat van de anderen? Nadat hij enkele malen woedend tegen een leeg blikje heeft gestampt, is hij een beetje afgekoeld. Wat doet hij hier nog, hij kan beter naar huis gaan. Een eindje verder, achter enkele auto's, hoort hij eigenaardige geluiden, een gestommel, het lijkt wel een vechtpartij. Voorzichtig gaat hij dichterbij en schrikt wanneer hij een meisje hoort gillen. Een kerel met een donkere muts over zijn hoofd houdt haar in een greep, terwijl zij zich zo goed mogelijk probeert te verzetten. Hij heeft het op haar handtas gemunt, die zij nog met beide handen vasthoudt. Ben aarzelt geen ogenblik en springt de man op zijn rug. Hij klemt beide armen om de andere zijn hals, zodat die het meisje loslaat. Ze tuimelen beiden op de grond maar de kerel kan zich losrukken en zet het op een lopen. Het verschrikte meisje helpt hem recht en vraagt of alles in orde is. Gelukkig heeft geen van beiden zich bezeerd. Nadat ze een beetje bekomen zijn, stelt de jongen zich voor. 'Ik heet Ben Said, maar mijn Vlaamse vrienden noemen mij Bennie.' 'Ik vind anders Said ook wel mooi , mijn naam is Krista. Ik ben echt blij dat jij langskwam, wie weet wat er anders gebeurd was. Gelukkig heeft die kerel mijn handtas laten vallen.' 'Mag ik je naar huis vergezellen, ik wil zeker zijn dat je nu veilig bent. Je weet maar nooit of die vent wel echt weg is.' 'Nadat jij zo uit het duister op zijn rug sprong, zal hij zo geschrokken zijn dat hij al kilometers van hier is.' Ze kijken elkaar aan en schieten samen in de lach, de spanning is nu gebroken. De sterretjes in haar ogen geven hem een warm gevoel vanbinnen. Ze is zo sympathiek dat hij helemaal niet meer gehaast is om naar huis te gaan. 'Bennie, ik wil je voorstellen aan mijn vader, hij zal je zeker en vast persoonlijk willen bedanken.' 'Och jij had gewoon hulp nodig en ik was toevallig in de buurt.' 'Je hoeft niet zo bescheiden te doen, ik ben tenslotte zijn oogappel moet je weten.' grinnikt ze. Gezellig keuvelend lopen ze nog een eindje verder. Ben voelt zich plots verstijven als ze de richting neemt naar de ingang van de dancing waar men hem even daarvoor de toegang heeft geweigerd. Plots staat hij stil en vraagt: 'Je gaat nu toch niet beweren dat jij hier woont?' 'Oh neen, lacht ze, ik woon hier niet. Mijn vader is hier portier en af en toe hou ik hem gezelschap. Vind je dat erg? We kunnen toch een beetje gaan praten?' Ben schudt onwillig zijn hoofd, niet te geloven dat nu net zij... 'Het spijt me, Krista, maar ik denk er plots aan dat ik dringend weg moet.' Verbaasd kijkt ze hem aan en schrikt van de blik in zijn ogen. Zijn handen maken een gebaar van onmacht, terwijl hij een paar stappen achteruit zet en met een weemoedig glimlachje nog zegt: 'Laat maar, misschien zie ik je nog wel eens... ooit...' terwijl het duister van de nacht hem opslokt.
Hou een dagboek bij waarin je wekelijks een vijftal dingen opschrijft waarvoor je dankbaar bent. Dat kan gaan van alledaagse zaken (je pioenen staan in bloei) tot wonderbaarlijke gebeurtenissen (je kind doet zijn eerste pasjes). 2. WEES VRIENDELIJK VOOR ANDEREN
Doe dit op toevallige momenten (laat die gehaaste moeder voorgaan in de rij) én systematisch (breng je oude buurman zondagavond eten). Aardig zijn voor anderen, of het nu gaat om vrienden of onbekenden, heeft een hele rist positieve gevolgen; je vind jezelf heel geschikt en grootmoedig. Je voelt je meer verbonden met andere mensen en je krijgt er hun goedkeuring en vriendelijkheid bovenop.
3. PROEF DE GENEUGTEN DES LEVENS.
Heb aandacht voor kleine en vluchtige momenten van genot. Concentreer je op de zoetheid van een rijpe aardbei of de warmte van de zon wanneer je uit de schaduw stapt. Sommige psychologen raden aan om 'mentale foto's' te maken van zulke momenten, die je je dan in minder leuke tijden weer voor de geest kunt halen .
4. BEDANK JE MENTOR
Als je iemand dank verschuldigd bent voor de raad die hij of zij je op een cruciaal moment in je leven heeft gegeven, wacht dan niet om hem of haar te bedanken. Toon je dankbaarheid meteen, het liefst in zijn of haar aanwezigheid.
5. LEER TE VERGEVEN
Laat je boosheid en wrok achter en schrijf een vergiffenisbrief naar degene die je gekwetst of onrechtvaardig behandeld heeft. Wie niet kan vergeven, gaat zitten piekeren en broeden op wraak; wie wel vergeeft, krijgt een positief gevoel over het verleden en vindt gemoedsrust.
6. BESTEED TIJD EN ENERGIE AAN JE VRIENDEN EN FAMILIE
Waar je woont, welke baan je hebt, hoeveel je verdient en zelfs je gezondheid: het heeft allemaal verrassend weinig invloed op de tevredenheid over je leven. De belangrijkste factor, zo blijkt, zijn sterke persoonlijke relaties.
7. ZORG GOED VOOR JE LICHAAM
Veel slapen, veel bewegen en veel lachen, het kan op korte termijn je gemoedstoestand verbeteren. Op langere termijn kan het je gevoel van tevredenheid over je dagelijkse leven verhogen.
8. LEER OM TE GAAN MET STRESS EN TEGENSLAGEN
Tegenspoed valt niet te vermijden in het leven. Sommige mensen vinden dan steun in hun geloofsovertuiging, anderen in meer prozaïsche overtuigingen die zijn vastgelegd in stellingen als 'de tijd heelt alle wonden' of 'wat mij niet doodmaakt, maakt mij sterker'. De truc is dat je erin moet geloven.
(uit Knack, naar een onderzoek van psychologe Sonja Lyubomirski)
Ben gisteren naar de zo besproken film gaan kijken over de opwarming van de aarde. Het is zeker een indrukwekkend probleem, maar ik kan mij moeilijk voorstellen dat er mensen zijn die hiervan niet op de hoogte zijn. Het is wel weer zo dat de groten der aarde hier het meeste kunnen aan doen. Wij kleine luizen sorteren ons afval, zorgen dat er minder is, besparen op brandstof, (noodgedwongen door de kostprijs.) Maar er mogen gerust strengere milieuwetten komen, zodat er een betere samenwerking komt.
Maar ik wou het hier eigenlijk hebben over de film zelf. Ik volg dagelijks het nieuws op tv en ik heb in de film geen enkel beeld gezien dat ik nog niet op tv had gezien. De overstromingen, het afbrokkelen van de ijsmassa's, de orkanen, tsunami's. Voor de rest alleen tabellen, grafieken en cijfers. (hopelijk de juiste). Al Gore die liet horen hoe het hem speet geen president geworden te zijn. Of het dan beter was geweest, dat weet niemand, en zullen we nooit weten.
Wat niet verteld werd was de slechte staat van de dijken in N. Orleans, al bekend vóór de orkaan Kathrina er passeerde. Alhoewel aangekondigd, was er geen enkel rampenplan voorzien. Natuurlijk konden ze niet weten dat de orkaan van route ging veranderen, maar dat gebeurt toch meer. Zo'n orkaan is onvoorspelbaar en neemt soms af in kracht, terwijl ze even later weer energie verzamelt. Het is wel bekend dat de dijken doorboord werden in de arme wijken om de dure huizen te sparen en dat het veel te lang geduurd heeft eer de hulporganisaties op gang kwamen.
Ooit hebben we achter elkaar enkele zeer strenge winters gehad. Ik herinner mij dat het Albertkanaal dichtgevroren was. Aan zee lagen dikke ijsschotsen op het strand. Dat hadden we ook nog nooit meegemaakt. Toen was er sprake van een nieuwe ijstijd. Na een tijd heeft zich dat vanzelf opgelost en werd alles weer normaal.
Ik bedoel hier niet mee dat deze opwarming overroepen wordt, maar met een goede samenwerking van de juiste mensen kan daar een oplossing op gevonden worden, het móet gewoon.
Maar de film... als ik niet gaan kijken was, had ik niks gemist...
Stilaan het jaar naar zijn einde gaat, Donkere dagen belasten ons gemoed. Een hunkering naar licht ontstaat, Bij alles wat je laat of doet.
*** Dit is de tijd van emoties en weemoed, Vergeten dingen worden naar boven gehaald, Goed beseffend waarom ons hart pijn doet, Ook waar ons kunnen heeft gefaald. *** Dan komt het Jesus-Kind als symbool van licht, Daar waar de sterre bleef stille staan. Dan sluit er weer een jaar achter ons dicht, en vangt een ander vol nieuwe moed aan.
'Neen,' kreunde Anita inwendig, niet haar man, niet Peter, het kon niet waar zijn. Haar vriendin moest zich vergist hebben. Anne had Peter gezien in een café met een andere vrouw, terwijl hij haar duidelijk kuste. En zoals het een 'goede vriendin' betaamt, had ze niet nagelaten het Anita te vertellen. De vrouw had er moeite mee om dit zomaar te aanvaarden. Ze zou Peter om een verklaring vragen en misschien zou het iets heel onschuldig zijn. Dan zou hij haar in zijn armen nemen en haar troosten. Hij had zeker een goede uitleg voor hetgeen haar vriendin meende gezien te hebben. Ja, praatte ze zichzelf moed in, zo zou het waarschijnlijk aflopen. Toen Peter thuiskwam zag hij onmiddellijk haar roodbehuilde ogen en meteen voelde hij zich slecht op zijn gemak. Wat had ze nu alweer? 'Hallo liefje, daar ben ik!' Ze keek hem even aan en barstte in tranen uit. 'Oh Peter, het is verschrikkelijk, ik hoop dat het niet waar is. Blijkbaar heb jij een verhouding met een andere vrouw. Ik wil dat je me niets voorliegt.' De man schrok zichtbaar. 'Maar liefje hoe kom je daarbij?' 'Het doet er niet toe, maar iemand heeft jullie samen gezien in een café en nu eis ik een verklaring van je!' Zijn gedachten gingen bliksemsnel, hier moest hij zich een weg uit vinden. Plots kreeg hij tranen in zijn ogen en begon zachtjes te huilen. 'Ik weet het, ik ben fout. Maar je moest eens weten hoezeer het me spijt. Die bewuste dame was iemand van kantoor die net een scheiding achter de rug heeft. Ze wilde gewoon maar even praten om haar hart te luchten. Ze was zo van streek dat ze mij om de hals viel. En toen heb ik haar uit medelijden gekust. Ik weet, ik had dat niet mogen doen, maar het ging zo snel dat ik de tijd niet had om er over na te denken.' 'Is het echt waar zo gegaan?' 'Ik zweer het je Anita, je weet toch dat jij de enige vrouw in mijn leven bent! Zeg dat je me vergeeft.' De vrouw aarzelde nog steeds, maar hij zag er zo oprecht uit dat ze ineens overtuigd was. 'Oké, maar je moet me beloven dat zoiets niet meer voorvalt.' 'Ja, ja! Ik beloof je alles wat je maar wilt, als je mij maar gelooft. Zonder jou zou ik niet kunnen leven, dat weet je toch?' Hij nam haar liefhebbend in zijn armen en kuste haar vurig. Met een tevreden zucht liet ze hem begaan. Zie je wel, zou ze tegen Anne zeggen, het was een ongelukkige vergissing. Even later trok Peter de voordeur achter zich dicht en kon de grijns op zijn gelaat niet onderdrukken. Hij moest voorzichtiger zijn! Morgen zou hij met Sandra ergens heen gaan waar niemand hen kende. Wat een geluk dat zijn vrouw zo goedgelovig was, erg handig!...
Tegenwoordig vind je te pas en te onpas overal kerstmarkten. Maar een aantal jaren geleden was dat zo niet. We wilden er ook wel eens een bezoeken en besloten om naar Monschau te rijden. Je hoefde alleen maar te weten welke de adventszondagen waren en dan kon je er naartoe. Het was een heel eind rijden, maar dat hadden we er voor over. De grote pret begon al wanneer je nog boven op de berg, als een sprookje het stadje daar beneden in de vallei zag liggen en meteen ontdekte dat je al in de file stond. Maar geen nood, het was nog niet donker en dat moest het toch zijn, wilde je tenvolle van de kerstverlichting kunnen genieten. Na zo'n drie kwartier aanschuiven, uiteraard in een slakkengangetje, waren we àl aan de parking. Dan mocht je zeker niet zo vermetel zijn van te denken: ik rij door, ben ik dichter bij het centrum, daar hangt onherroepelijk spijt aan vast! Want degenen die het ooit geprobeerd hebben, rukten zich even later de haren uit het hoofd van spijt en ellende. Als je dat waagde reed je beslist vast of verloren in een doodlopend straatje, zonder kans om de wagen te keren. Ze zijn nu nog steeds mensen aan 't zoeken die spoorloos verdwenen zijn. De enige mogelijkheid om je wagen kwijt te geraken was dus de parking oprijden en na een keer of zes dezelfde ronde te hebben gedaan, kon je het geluk hebben dat er net iemand wegreed. Dan snel parkeren, op voorwaarde dat niet een ander net vóór je neus met ware doodsverachting je plaats inpikte. Het verdere stuk legden we dan tevoet af. Was het glad? Geen probleem, want dan gleden we gewoon tot daar, het was heel erg bergaf. Even later stonden we dan voetje voor voetje te schuifelen tussen de massa. Bleek dat al die mensen uitgerekend vandaag besloten hadden om de kerstverlichting te komen bewonderen zeker, op onze dag! Aan de kraampjes werd glühwein en heerlijk ruikende Bockworst verkocht. Maar wij konden alleen maar watertandend de voorstuwende mensenmassa volgen. Slaagden we er toch in om aan de drom te ontsnappen en een worst bemachtigen, dan waren er weer problemen om die te verorberen. Want net op het ogenblik dat je wilde toehappen, liep er gegarandeerd iemand tegen je aan. Natuurlijk een kwak mosterd op je jas of in de hals van degene die het geluk had net vóór je te staan. Koffiehuizen waren er ook genoeg. De geurtjes van appelgebak en onbereikbare bakjes troost zweefden je rond de neusgaten. Maar ideeën daarover, vergeet het maar! Als er ergens ter wereld de kerstzin: 'er was geen plaats meer' van toepassing was, dan wel hier! Moegeschuifeld, maar niet echt voldaan, gingen we terug naar de parking. Ondertussen was er een laagje sneeuw gevallen, dus werd dat even zoeken naar de juiste auto. Dan namen we weer plaats in de file, maar in de andere richting. Ja zo'n bezoekje aan Monschau is de moeite waard... je moet het toch eens gezien hebben. Maar de volgende die dat nog in zijn hoofd krijgt... gaat wel zonder mij!
Vrijdag belt mijn zoon: jij wilde toch een nieuwe driezit kopen, vandaag heb ik vrij, ik kom je halen, we gaan samen. Ik ben geen perfectionist, maar hou er niet van om zo overvallen te worden, terwijl ik eigenlijk mijn dag al gepland heb. Er komt iets van een protest in mij op, maar hij heel kordaat: ja zeg, het is vandaag dat ik vrij heb en jij kan je toch wel aanpassen? Een beetje beschaamd geef ik onmiddellijk toe dat hij gelijk heeft. Hmm... hier moet ik nog wat aan werken. Uit ondervinding weet ik dat hij niet te veel winkels zal willen aflopen en dus kies ik voor een plaats waar er drie meubelzaken dicht bijeen liggen. Het eerste wat opvalt is dat je een driezit alléén maar heel moeilijk kunt krijgen. Ofwel is het 3-2, of 3-1-1. Ik ben in het bezit van 2-1-1, en sinds mijn verhuis heb ik meer plaats en wil ik dus 's avonds languit tv kijken. Maar omdat alles nog in goede staat is, moeten de twee kleine zeteltjes blijven. De kleur is blauw, dus moet ik ook nog iets vinden dat er bij past. Ik zie al snel mijn goesting: wit leder met smalle zijkanten. Maar ja, een zetel te veel. Na veel wikken en wegen zegt mijn zoon plots: maar als we nu eens deelden, ik zou wel een tweezit willen en dan heb jij de andere. Dat lijkt me een uitstekend idee, maar dan komt de aap uit de mouw, voor hem niet dat witte leder, de kussens zijn te mals. Ja nu zijn we nog niks verder. Nog wat rondkijken. Niks gebloemd, geen ruiten, de prijs moet ook binnen de perken blijven. Dan vinden we iets wat voor alle twee aanvaardbaar is. Een soort omgekeerd leder, lichtgrijs, maar... bestaat niet in die combinatie. De mevrouw heeft enkele verdiepingen lager een ander grijs staan, nee tè donker. Dan maar het lichte beige, mooi, past bij mijn blauw. Ik heb nog een hele verzameling kussentjes in blauw en beige, dus oké. Kussentjes in een salon vind ik zálig. Dan duurt de uitleg nog even dat de driezit naar mij moet en de andere naar mijn zoon. We gaan tevreden naar huis. Daar begin ik te schuiven en plaats te maken want ze komen op zaterdagvoormiddag al leveren. En natuurlijk, héél voorspelbaar, ik begin te meten. Ik kom tot de conclusie dat ik ze alle twee kan zetten. Telefoontje naar mijn zoon. Ja hij had het al halvelings verwacht, maar vindt het niet erg, hij kan altijd nog een 2-zit vinden (die vind je namelijk wèl apart) De mannen die 's morgens komen leveren snappen gelukkig onmiddellijk hoe de vork in de steel zit. Terwijl ze naar beneden zijn met de lift om de andere zetel te halen, krijg ik een lumineus idee! Ik bel mijn zoon: zeg, als ik nu die blauwe 2-zit van mij eens naar jou laat brengen? Het leveren is toch al in de prijs, en dan kan jij effe verder tot je er zelf een koopt. Hmm... ja misschien geen slecht idee... ja doe maar. De twee verhuizers hebben daar geen probleem mee en doen gewoon wat hen gevraagd wordt. Eigenlijk kunnen dingen toch wel gek lopen. Als ik nu alleen was geweest had ik die witte lederen genomen. Maar ik vind deze ook mooi. En nu kan ik kiezen hoe ik 's avonds tv kijk. Op mijn zij of op mijn rug met mijn knieën omhoog.
Klinkt dit verhaal een beetje prettig gestoord en ingewikkeld? Dan kan ik je verzekeren dat het in 't echt nog véél erger was!
* Eigen record: het meest uit openbare bibliotheken gestolen boek is het 'Guiness Book of Records'. * Foute bijbel: in 1805 verscheen er een druk van de bijbel waarin een foutje was geslopen in het gebod: 'Gij zult geen overspel plegen'. Het woordje 'geen'was weggevallen. * Goede diamant: een prima methode om de echtheid van een diamant te beproeven, is er op te ademen. Een echte diamant beslaat nooit. * Slimme stieren: stieren doen het maximaal zeven keer na elkaar met dezelfde koe. Daarna willen ze een andere sekspartner. * Oeps: vanaf je geboorte verlies je gemiddeld 500 hersencellen per uur. Gedurende een leven verdwijnt aldus 10% van de hersencellen. Gelukkig zijn er meer dan 100 miljard en worden kapotte gerepareerd. Ruimte dus voor nieuwe gedachten. * Wakker: het wereldrecord wakkerblijven bedraagt elf dagen. * Changez: oesters worden meestal als mannetje geboren en wisselen daarna meestal van geslacht.
Gisterenavond naar een filmvertoning geweest, naar aanleiding van een project om ziekenhuizen in Congo te steunen. Het heet ' ziekenhuis voor ziekenhuis' en de bedoeling is dat een Belgisch ziekenhuis een partnerschap aangaat met een ziekenhuis in het zuiden. Concrete acties zijn: financiele steun voor infrastructuur, aangepaste aparatuur, vorming aan medisch en administratief personeel.
Het was eigenlijk een documentaire film, gemaakt van aan de monding van de rivier tot aan de bron ervan. Voor de rivier uitmondt in de oceaan is ze op sommige plaatsen 30 km breed. En als je op het laatste aan de bron komt is het maar een kleine plas, onopvallend, tussen de bomen van het oerwoud.
Maar wat daar tussen ligt en de manier hoe de mensen daar leven is heel beklijvend. De rivier is voor hen het enige transportmiddel dat ze hebben, alhoewel ze niet overal bevaarbaar is. Hun schepen (eigenlijk wrakken) bestaan uit een aantal doorgeroeste vlotten aan elkaar vastgemaakt, geduwd door iets met een motor. Maar stel u de hierbij grootte van een dorp voor. Terwijl ze onderweg zijn gaat het leven gewoon verder. Hun hele hebben en houden wordt meegenomen. Ze zitten opeen gepakt in de meest schrijnende omstandigheden, en de dieren die ze bijhebben, zijn er nog slechter aan toe. De kapitein (?) gebruikt vaarkaarten uit de tijd van Livingstone, ze vallen gewoon dooreen. Hij heeft zelf wat kaarten getekend om sommige eilanden die er nog niet opstonden ook kenbaar te maken. Vooraan staan mannen met peilstokken om de diepte te meten, zodat ze tekens kunnen geven om niet vast te geraken op een zandbank. In het beste geval is dat 2 meter of iets meer, maar het kan ook één meter zijn. Je zou hier denken aan een GPS, maar er is niets grappigs aan. Er worden ook oudere beelden getoond uit de tijd dat de blanken Congo leeghaalden van alle rijkdommen. Nu is daar niets meer van over. In enkele openluchtmijnen zie je kinderen met de blote handen in zand en stenen wroeten om nog wat stukjes mineraal te vinden, wat het ook moge wezen. Als ze dan een potje vol hebben, kunnen ze er wat geld voor krijgen. Het zijn kleine kinderen met rode bloeddoorlopen ogen, omdat het stof erin prikt, maar ze blijven graven, want hun moeders moeten eten kunnen kopen.
Er is een man die zich herinnert hoe ze gefeest hebben, toen er pylonen geplaatst werden voor elektriciteit. Dat was 15 jaar geleden, maar ze wachten nog steeds op de kabels. Aan weerszijden van de rivier staan ruïnes van paleizen, ooit gebouwd door de machthebbers van het land, maar nu alweer overwoekerd door het oerwoud. Zij hebben hun zakken gevuld, maar de armen worden steeds armer, zeker na al die oorlogen. Een rebellenleider mag aan het woord. Wat die man vertelt, daar kan je geen enkele zinnige betekenis aan geven. Hij gebruikt teksten uit de bijbel om zijn woorden kracht bij te zetten, maar het is duidelijk dat hij zelf niet verstaat waar hij over praat. Oorlog is oorlog en dan is alles gepermitteerd! Wordt er verkracht? Eerst gebaart hij van krommenaas, maar dan zegt hij dat het erbij hoort. In de ziekenhuizen zie je verkrachte vrouwen en kinderen, verminkt naar lichaam en geest door de afschuwelijke dingen die ze hebben doorstaan. Er is ook nog veel bijgeloof en tovenaarsgedoe. Bij gebrek aan beter klampen ze zich daar aan vast. Ze kennen het niet anders, maar daardoor zijn er ook veel onnodige sterfgevallen.
Een kerkdienst voor de rijkeren, een predikant, op zijn Amerikaans, in een duur pak, jaagt de mensen angst aan door te verkondigen, dat hoe meer dollars ze schenken, hoe meer kans ze hebben om gezegend te worden. Met de nadruk op het geld. Hij houdt er een zak vol aan over. En toch wordt er in al deze ellende nog veel gelachen en gezongen. Het is hun uitlaat, met hart en ziel zingen, even al het leed kunnen vergeten.
Het is eigenlijk een prachtig land maar met weinig of geen toekomst. 's Nachts spoken de beelden nog door mijn hoofd. Wat blijft is een gevoel van schaamte, omdat alles in de wereld zo slecht verdeeld is.
Aangevraagd door Philou: maak met 15 beetje prettig gestoorde woorden, een even prettig gestoord verhaal.
Het was al heel laat toen Phil richting naar huis ging na een zware kroegentocht. Zijn twee vrienden was hij kwijtgeraakt, maar dat was niet zo erg. Hij zette zijn kraag recht omdat het wat fris was. Aan de Tolpoortstraat stond die rosse madelief. Ze stond daar wel meer, maar nu was er iets eigenaardigs mee. Ze sleepte namelijk een scheepsanker mee. Zou ze zwakzinnig geworden zijn? Phils nieuwsgierigheid was onmiddellijk gewekt, maar om niet op te vallen ging hij gewoon rechtdoor, ondertussen een liedje van Vaya Con Dios fluitend. Vooral niet opvallen. Toen hij de hoek om was, schoof hij voorzichtig langs de muur terug. Hij zou haar volgen, hij moest te weten komen waarom ze dat scheepsanker meesleurde. Tot zijn verwondering ging ze de zijdeur van de videotheek binnen, waarschijnlijk woonde ze daar boven. Hij stond even stil en krabte eens in zijn haar, had hij nu zijn inbrekersgerief maar bij. Maar dan merkte hij dat de deur niet in het slot gevallen was. Voorzichtig sloop Phil de donkere trap op. Plots stond ze vóór hem. Euh... ik... euh... ik wilde alleen maar weten waarom jij met dat anker rondzeult, hakkelde hij nerveus. Kom binnen, zei ze, ik zal het je uitleggen. Zie je hier die bult op mijn rug? Dat is een gedrocht van een steenpuist. Dat ding veroorzaakt bij mij ijzertekort, ondanks dat ik zevengranenbrood met brontosaurusburgers eet. En omdat dat anker uit ijzer bestaat, knabbel ik daar op zoveel als ik kan, en soms komt er ook een stukje vanaf. Maar nu dat jij hier bent kan je me misschien helpen. Als jij nu eens met die kaasboor die steenpuist opensteekt, dan ben ik er vanaf. Wie?... Ik?... Hij was een beetje geschrokken maar omdat hij medelijden had met haar, besloot hij haar te helpen. Toen hij de kaasboor in de puist stak, sprong ze onmiddellijk open met een ssplashhh, .. het bloed en de etter spatten in het rond, en toen hij de smurrie uit zijn haar schudde, viel zijn blik op het plafond. Waaw!! Net echt! Hij had het altijd geweten dat de horrorfilms zó gemaakt werden. Knap! Maar wacht eens... shit!... dit wàs echt. Aan zijn voeten lag de madelief te kreunen in een plas bloed. Oei... die ging hier haar laatste adem uitblazen. Phil.. zei ze fluisterend, ik moet je een geheim vertellen. Hij verstond haar met moeite en boog zich over haar heen. Phil... ik ben tante Claudine... Tante Claudine? ... hoe... maar dan ben jij op het verkeerde blog! Neen, ik ben ook jouw tante, familiebanden zijn soms ingewikkeld. Haar stem klonk zwakker en zwakker. Phil begon te wenen want hij was altijd een blèter geweest. Ach tante had ik je maar eerder leren kennen, snik, snik... Maar hoe ga ik dat hier straks uitleggen als jouw kaars uit is? Och zeg maar dat het euthanasie was, kon ze nog net rochelend uitbrengen. Hij moest hier weg, maar hoe? Hij zou best de kruipkelder nemen, dat viel het minste op. Nog even keek hij achterom en verdween dan snikkend in de donkere nacht.
Een professor in de wiskunde stuurde een fax naar zijn vrouw: - Geliefde vrouw, ik hoop uit de grond van mijn hart dat je je niet gekwetst of beledigd zult voelen, maar je bent nu 54 jaar oud en ik heb bepaalde behoeftes die jij me niet langer kunt geven. Voor de rest ben ik heel gelukkig dat jij mijn vrouw bent. Wees dus niet boos, als ik je zeg dat ik momenteel in het Grand Hotel ben met mijn 18-jarige assistente. Ik zal vóór middernacht thuis zijn. Je man.
Als de professor het hotel verlaat, ontvangt hij aan de balie een fax van zijn echtgenote met het volgende:
- Geliefde man, jij bent ook 54 jaar oud en wanneer jij deze fax ontvangt, zal ik in het Breakwater Hotel zijn met de 18 jaar oude zwembadjongen. Aangezien je een goede wiskundeleraar bent, weet je zelf ook wel dat 18 vaker in 54 kan dan 54 in 18... Je hoeft niet op te blijven!!!
De man nam plaats naast me op de bank in het park. Zwaar zuchtend keek hij af en toe mijn richting uit, zodat ik het gevoel kreeg dat hij iets op zijn lever had. En ja hoor, toen ik eventjes meevoelend knikte, begon hij zijn verhaal. Eigenlijk praatte hij niet echt tegen mij, het klonk meer alsof hij hardop mijmerde. Misschien dat mijn stille aanwezigheid hem wel troostte. 'Veertig jaar... veertig jaar ben ik met dat mens getrouwd geweest. Steeds heeft ze me uitgescholden. Doe dit niet, laat dat... er kwam geen einde aan. Na jaren had ik me aangewend om niet meer te luisteren naar wat ze zei. Ik gaf enkel maar nietszeggende antwoorden en knikte maar eens. Ze merkte het zelfs niet . Terwijl ze dacht dat ik in het schuurtje bezig was, ging ik een partijtje biljarten. Tot ze plots zwaar ziek werd, je weet wel, dat woord dat men niet uitspreekt. De dokters zeiden dat ze het niet lang meer ging maken. Ik deed mijn plicht en bezocht haar dagelijks in het ziekenhuis. Maar zelfs daar bleef ze mij met scheldnamen om de oren slaan. ...Het was verschrikkelijk...' Hier zweeg de man even. Een eenzame traan dobberde tergend langzaam haar weg tot in de stoppels van zijn drie dagen oude baard. Ja, het zal je maar overkomen!
'Jaja, twee jaar heeft die ellende geduurd. Toen ze eindelijk opkraste voelde ik mij plots zo opgelucht! Als een vrije vogel in de lucht. Na een tijdje maakte ik zelfs al eens een afspraakje. Ik kon uitgaan waar, wanneer en met wie ik wilde. Ik genóót. Maar na evenveel teleurstellingen als afspraken, begon ik mij te realiseren dat de ideale vrouw, zoals ik mij die voorstelde, gewoon niet bestond... Tenminste niet in mijn omgeving. Ik had er genoeg van en bleef weer aan huis. Ik kwam de deur niet meer uit.' Wat kon je daarop zeggen, zo'n doffe ellende! Samen bekeken we de eendjes aan de waterkant. Dan ging de man verder: 'Maar weet je wat ik nu het ergste vind? Nee hé, dat zal je nooit raden... Ik wenste hé, ik wenste dat plots de telefoon zou gaan. En als ik dan de hoorn opnam en haar vervloekte stem zou horen die me uitschold dat ik alweer te laat was voor het eten... dan hé, dan haastte ik mij met plezier naar huis, zo snel ik maar kon!'
De telefoon rinkelde in het plaatselijke politiekantoor en de agent die opnam, luisterde aandachtig. Ondertussen maakte hij enkele aantekeningen op een blocnote die voor hem lag. Met het afgescheurde blaadje in de hand begaf hij zich naar inspecteur Frank Baals en dropte het vóór zijn neus. 'Dode gevonden op de campus, chef, ene zekere Tony Swerts, eerstejaars. Heeft gisteren meegedaan aan de ontgroening en werd vandaag dood aangetroffen, buiten op een bank.' Baals had als bijnaam 'de slaver', afgeleid van 'slavendrijver'. Gewoon omdat hij met een lachend gezicht kon verkondigen dat er overuren moesten geklopt worden. Iemand die hem niet kende, verwachtte dat hij een mop ging vertellen. Maar zijn medewerkers wisten maar al te goed wat het betekende als hij op zo'n bepaalde manier, met zijn hoofd een beetje schuin, zei: 'mannen...' . Dan konden ze hun afspraken voor die avond wel vergeten. Hij nam de nota aan en wierp er een vluchtige blik op. 'Oké, er naartoe. Borgs trommel jij enkele agenten op en zorg er voor dat de plaats wordt afgezet, vóór alle sporen zijn uitgewist door nieuwsgierigen, als het al niet zo ver is! Jij komt ook mee met mij!' Kris Borgs zuchtte. 'Oké, chef!' Hij had er een hekel aan om met de baas mee te rijden omdat die het vertikte een dienstwagen te nemen. Enkel zijn eigen aftandse, bijna antieke Opel, van een onbestemde kleur blauw, vond in zijn ogen genade. Dat de anderen het ding smalend een vierwielig roestmonster noemden, liet hem koud. Hij had voor het werk geen statussymbolen nodig.
Op de campus aangekomen, zag hij onmiddellijk Eric Daniels en zijn 'snuffelhonden' (op twee benen) die de plaats al hadden afgezet en nauwkeurig naar sporen zochten. Eric die hem zag aankomen zei: 'Daar heb je de slaver en zijn rammelkar!' 'Hoy, Eric, al iets gevonden?' 'Niets speciaals, de directeur heeft al iedereen uit de buurt gejaagd en wacht op je in zijn kantoor met een paar gasten die er gisteren bij waren. Heeft zeker veel politiefilms gezien.' grinnikte de aangesprokene. Baals wierp een blik op het lijk in de plastiekzak en ging het gebouw binnen. Op een bank zaten enkele jongeren die hem wat schichtig aankeken. Nadat hij de directeur had begroet, besloot hij met het jonge meisje te starten. Ze zag erg bleek en was zeker van streek. Hij dacht dat hij met haar best de vaderlijke toer op kon gaan.
'Zo meisje, vertel mij eens hoe je heet en wat er gisteren gebeurd is.' 'Hanny Vanseer, mijnheer, ik ben... was de vriendin van Tony.' Hier begon ze plots te snikken, maar na een strenge blik van de man nam ze zich bijeen. 'Gisteren was er een ontgroeningsceremonie. Twee jongens moesten elk een ganse fles Jenever leegdrinken. Ik zei nog tegen Tony: niet doen! Maar hij wilde niet luisteren en noemde mij een flauwe trut. Dan ben ik weggegaan en toen ik na een tijdje terugkwam, lag Tony stomdronken op de bank. Ze kregen hem niet wakker en besloten hem daar te laten liggen, voor als hij soms... je weet wel.' 'Bleef je lang weg? En waar waren de anderen ondertussen?' 'Ik bleef niet zo lang weg, misschien een uur. De anderen probeerden hem wakker te krijgen, maar hij reageerde niet.' 'Bemerkte je iets abnormaals?' 'Nee, hij snurkte wel erg hard en ik ben dan een deken gaan halen omdat het wat fris was en heb hem daarmee toegedekt. Dan ben ik gaan slapen.'
Het verhoor van de vijf anderen bracht ook niet meer aan het licht. In grote trekken vertelden allen hetzelfde als het meisje. Rechercheur Borgs had alles genoteerd en samen overliepen ze nog eens het lijstje. 'Dit is bitter weinig. We zullen op de autopsie moeten wachten. Zogauw we de juiste doodsoorzaak hebben, kunnen we hier mee verder. Het was voor die gast misschien een overdosis. Hoe halen ze het in Godsnaam in hun stomme koppen! Een ganse fles Jenever!' Hij klakte met zijn tong en schudde afkeurend het hoofd. Buiten dwaalden ze nog wat rond over het terrein. Baals staarde een ogenblik nadenkend naar de nu lege bank en het platgetrapte gras errond. Dit zou nooit veranderen, in zijn tijd waren er ook al ongelukken gebeurd bij die flauwe kul. Op dit gebied leefden ze eigenlijk nog in de middeleeuwen. Met een diepe zucht ging hij er vandoor.
Enige tijd later kreeg Baals het rapport van de autopsie. Borgs was het persoonlijk gaan ophalen bij pathologie om het zo snel mogelijk in handen te hebben. Hoogst aandachtig begon Baals er in te lezen, tot hij op een gegeven moment zachtjes tussen zijn tanden floot. Dit was hoogst interressant! 'Kris, we gaan dadelijk naar de campus, die gasten nog eens tussenpakken, nu hebben we een been om op te staan!' De directeur stond er op om persoonlijk de bewuste getuigen op het appèl te roepen en stelde zijn bureau ter beschikking. Toen Baals het meisje zag was hij ervan overtuigd dat ze op het punt stond om in te storten. Hij sprak haar streng aan. 'Wel Hanny, is er niet iets dat je vergeten bent te vertellen?' Ogenblikkelijk barstte ze in tranen uit en verklaarde hortend: 'Het is mijn schuld... ik heb hem vermoord... het is mijn schuld dat hij dood is.' Baals keek haar een ogenblik verbaasd aan. 'Ah ja? Verklaar je eens nader?' 'Tony was erg bang voor wat ze met hem gingen doen... en daarom heb ik hem twee Valiums gegeven. Ik kon toch niet weten dat hij Jenever moest drinken... heeft hij een hartstilstand gehad ofzo?' Stilzwijgend nam hij haar even op, terwijl hij diep in gedachten verzonken met zijn vingers door zijn dunne haar streek. 'Neen, ik kan je verzekeren dat hij daaraan niet gestorven is.' Hij liet haar buiten wachten en riep de jongens samen binnen. Even speelde hij de truc van het grote zwijgen, terwijl hij met zijn balpen tegen zijn tanden tikte, kwestie van hen een beetje nerveus te maken. Dan viel hij bars met de deur in huis. 'Nu wil ik eens exact weten hoeveel flessen Tony Swerts van jullie heeft moeten drinken?' Ze keken elkaar wat schichtig aan en de moedigste zei: 'Een fles, mijnheer... ' 'Ach zo!... en welke idioot heeft hem nog meer drank in zijn keel gegoten toen hij al bewusteloos was?' Hij genoot een beetje sadistisch van de ontreddering die op hun gezichten verscheen. 'Ik kan jullie namelijk vertellen dat er bij de autopsie een grote hoeveelheid drank in zijn longen is gevonden. Iemand die bewusteloos is, slikt namelijk niet en daardoor loopt de vloeistof rechtstreeks in de longen. Wat Hanny voor snurken hield was die jongen zijn doodsreutel. Hij is gewoon gestikt, of mag ik zeggen: verdronken? Jullie worden alle vijf in voorlopige hechtenis genomen, tot de zaak opgehelderd is. Kris, zorg jij eens voor vervoer?' Met een imponerende klap sloot hij het dossier.
't Gebeurt wel eens dat ik aan 't fantaseren sla en mij zo voorstel hoe het had kunnen zijn als ik op een andere plaats, in een andere tijd was geboren.Bijvoorbeeld in Parijs..., Zo iets artistieks... Een artiestencafé, aan de piano een verlopen, vale figuur met roodomrande ogen. Ja, drank en sigaretten, een echte kettingroker. In zijn mondhoek bengelt een stompje van een zelfgerolde sigaret, waarmee hij, voordat ze vanzelf uitdooft, onmiddellijk weer een andere aansteekt. De asbak vóór hem walmt na van de peuken die daar achteloos in belanden. Zijn knokerige bruingevlekte vingers glijden strelend over de vergeelde toetsen. Met gesloten ogen luistert hij naar de klanken van de oude melodieën die hij als bij wonder uit de kreupele piano weet te ontfutselen. Niemand luistert, maar hij laat zich daardoor niet van de wijs brengen.
Zijn gedachten zijn ver van hier, in een ander land, waar hij ooit zijn glorietijd beleefde. Toen was hij beroemd, toen luisterde iedereen ademloos wanneer hij voor het voetlicht zijn geliefde muziek voor een uitverkochte zaal liet weerklinken.
Dan komt er iemand het rokerige lokaal binnen. Alhoewel ze toch een opvallende figuur is, kijken slechts enkelen verveeld en zonder interresse op. Haar make-up is eigenlijk veel te zwaar voor dit uur van de dag en ook al een beetje doorgelopen. Haar grote droeve ogen passen wel bij haar kleine smalle lippen, die nooit glimlachen. Zwart carré kapsel, zwarte rolkraag-pull zonder mouwen, kort spannend tricot rokje en zwarte netkousen, met onder de knie een flinke haak. Op onvaste benen en hoge hakken begeeft ze zich wiegend naar de toog. Daar vraagt ze 'un petit rouge' en slentert dan met het glas in de hand naar de pianist. Ze kent zijn muziek en begint zacht mee te neuriëen, ondertussen steun zoekend tegen de gammele piano. De man opent zijn ogen en geniet van de onverwachte aandacht. Met één hand bied hij haar een sigaret aan en terwijl hij haar van vuur voorziet, haken hun blikken heel even in elkaar, op het ogenblik dat ze zich voorover buigt. Wat later waagt ze zich er aan om de tekst mee te zingen. Het publiek is van geen belang, alleen zij beiden bestaan, zij samen... een toonbeeld van vergane glorie. Misschien groeit hier nog wat moois, gedeelde ellende is minder zwaar met twee. De patron brengt voor elk nog een glas wijn en een baguette met Camembert, waar ze samen van eten. Ze voelen zich eigenlijk een beetje gelukkig. Beiden weten wel dat de ontnuchtering nog zal volgen, maar hopelijk vandaag nog niet.
Ik betrap er mij op dat ik een liedje van 'Piaff' aan 't zingen ben, zo ging ik mee in mijn fantasie. Och ja, zo slecht heb ik het eigenlijk toch niet, maar af en toe moet ik mijzelf daaraan herinneren.
De volgende keer kan ik misschien een 'Hells-Angel' worden, met een echte 'Harley' Een lederen vest met franjes, een pothelm op, lederen laarzen en dan... vroemmm...
Voor zover ze zich kon herinneren, had haar moeder ook altijd huisdieren gehad. Konijnen, kippen en kanaries, vooral katten, soms wel tien ineens. Met al die poezennamen was er ook een grapje ontstaan; (een kat reageert op alles, als het maar met eten te maken heeft.) Er werd gewoon geroepen: poezeloezemienesoese... en alsof het een toverwoord was, kwamen ze allemaal gezwind aangestormd.
Later, in haar eigen gezin, was er ook plaats voor dieren. Niet zóveel tegelijk, maar een kat of een hond of een papegaai, zelfs een pratende Beo hadden ze gehad en een handtamme kanarie. Toen zij en haar man uiteen gingen, liet ze haar kleine bruine hondje achter omdat dat de beste oplossing was. Hij had een tuin nodig en geen kleine studio waar amper plaats was. Niet lang daarna kreeg ze te horen dat ze het beestje hadden laten inslapen. Omdat ze geen afscheid had kunnen nemen, kwetste het haar enorm. Haar hart werd er kil van, heel bewust nam ze afstand van knuffels en warme gevoelens. Natuurlijk ging het niet alleen om het hondje, maar dit was de druppel die de emmer deed overlopen. Dieren strelen deed ze niet meer, ze had daar geen behoefte meer aan. Was ze verbitterd? Zelf wist ze het ook niet zo goed.
Haar zoon die ook alleen woonde, had zo'n zwart-wit poezebeest. De dag dat hij plots naar het ziekenhuis moest, stelde zich het probleem dat die kat verzorgd moest worden. Ze nam het dier in huis omdat ze het toch niet kon laten verhongeren. Ze hield helemaal niet van de kat, overal vond ze haren en ze moest de deur van het terras dichtlaten, zodat hij niet zou kunnen ontsnappen. De geur van de kattenbak hing haar de keel uit en zelfs het propere kattenzand rook zo chemisch... Het toppunt was dat de kat krabte als ze haar wilde strelen. Dus de dag dat het dier terug naar baasje mocht, voelde ze alleen maar opluchting dat ze er van af was. Nog dagenlang bleef ze witte haren verwijderen en als souvenir bleek dan nog haar zetel serieus beschadigd te zijn aan de onderkant, dus hopelijk hoefde die kat nooit meer terug te komen. Dan kwam er weer een ander dier logeren. Haar vriendin ging voor een weekje naar zee en bracht de cavia met zijn hele hebben en houden naar haar. Dit kon zo erg niet zijn, dacht ze, zo'n grote bak, dat zat wel veilig. Het pittige diertje was heel handtam en erg aanhankelijk. Eigenlijk een grappig ding, goudbruin, met een witte rozet op zijn kopje, waaronder twee pientere oogjes haar nieuwsgierig aankeken. Ze vond het toch een beetje bedenkelijk toen haar vriendin vroeg om het caafje voldoende te knuffelen.
Omdat ze haar best wilde doen, nam ze het 's avonds toch maar op haar schoot. En terwijl ze behoedzaam het fluwelige pelsje streelde, kroop het genoeglijk tot in haar hals en begon daar kleine likjes en knuffeltjes te geven, ondertussen kirrende en knorrende geluidjes makend. Eigenlijk geurde het lekker naar hooi en houtkrullen. Ze voelde de warmte van het kleine lijfje door haar bloes tot op haar huid. Op dat ogenblik leek er in haar iets te breken en welde er een snik in haar keel. Wenen deed ze sinds lang niet meer, haar tranen waren zowat opgedroogd, maar een lang vergeten gevoel kwam naar boven.
Nadat de cavia terug naar haar baasje was, miste ze de geluidjes waarmee ze de hele voorbije week verwelkomd was geweest als ze in de keuken kwam. Toen nam ze een beslissing; ze wilde een cavia! In de bib haalde ze boekjes om goed op de hoogte te zijn over het verzorgen en zelfs over het karakter van de cavia. Heel interressante dingen kwam ze daarmee aan de weet.
Ja, ze zouden veel voor elkaar kunnen betekenen, beiden hadden ze evenveel behoefte aan warmte en vriendschap...
Het lijkt wel of ik iets heb met varende schepen. Heel toevallig. Gisterenavond trokken we (dat is de hele toneelgroep) naar Maastricht. We gingen poepchique dineren op een varend schip. Parking vinden ging heel snel, in de ondergrondse. Maar ik dacht dat alleen hier bij ons zoveel bouwwerven zijn. Dan is het in Maastricht nog erger. Vind daar je weg maar. Er is altijd wel iemand die de voorhoede neemt. Regelmatig werd er geroepen: nee, terug, het was rechts... of nee, het was toch links. Dan kwamen we aan de Maas en zagen van ver al de feestelijk verlichte schepen liggen. De hele bende er naartoe. Jawadde! Coffeeshops! Ik moet hier geen tekeningetje bij maken, dat was ook duidelijk als je zag wie daar rondhingen. Okee, brug over en ja daar was het. We zouden al smullend varen tot in Luik en terug. Een slaperige reiger op een staketsel keek ons verveeld na, daar had je weer van die gekken die zijn rust verstoorden. Het eten in buffetvorm was uitstekend. Een zelfzingende dj met synthesiser kreeg al snel de sfeer erin. Een paar meezingers en we waren al vertrokken. Ik heb altijd gedacht dat Hollanders vrij plezante mensen zijn. Maar de afkeurende blikken die de andere opvarenden ons toewierpen spraken boekdelen. 'Wat een zootje, die Belgen, zijn zeker al straalbezopen' Ook toen we met een ander schip aan onze zijde in de sluis lagen, waren er maar weinigen die terugzwaaiden. Maar we lieten het niet aan ons hart komen. Omdat ik alleen maar water en koffie drink, heb ik geen kater, maar ik vrees dat de meesten van de groep het anders ervaren vandaag. Ik heb me wel goed laten gaan in het eten, en vandaag moet ik dat compenseren. De hele dag alleen maar water en appelsienen. Awel, ik ben toch weer een plezante ervaring rijker. Volgend jaar zullen ze wel weer iets anders verzinnen om ons te verrassen. Fijn...
Al ooit een vakantie doorgebracht op een binnenschip? Ik wel! Een vrachtschip omgebouwd tot klein varend hotel, 'De vier Vaargetijden' genoemd. Er zijn maar vier kajuiten, zodat er hoogstens plaats is voor acht gasten. Daarmee hou je een familiale sfeer. Je wordt er verwend door het schipperskoppel die beiden een vaarlicentie hebben. Ik geloof zelfs dat ze de titel van kapitein mogen voeren. Het is gewoon zááálig, het weer was ook fantastisch. Ja, de zomer van 2003. Ik kreeg sms' jes van het thuisfront: we kunnen niet slapen, het is hier 36gr. terwijl daar op het water niets van te merken was. De bedden waren opgemaakt met heerlijk frisse witte lakens. Elke kajuit had ook zijn eigen douche en toilet. Meer heb je niet nodig. 's Morgens als we lekker uitgerust in de woonruimte kwamen, stond het ontbijt al op ons te wachten, de schipperin was al naar de bakker geweest om verse broodjes. Je kon het niet bedenken of het stond wel op tafel. En had je extra wensen dan werd daar ook in voorzien. Nooit eerder in mijn leven was ik zo verwend en in de watten gelegd als op dat schip. Na het ontbijt werd er meestal gevaren en tegen de middag stond er weer een eetfestijn in buffetvorm gereed. Beneden kon je je bord volscheppen en dat boven op het dek, aan de grote daarvoor voorziene tafel gaan opsmikkelen. Ondertussen zag je het landschap aan je voorbijglijden. We hebben ook aan de wal gelegen, drie dagen in Brugge en twee dagen in Gent, net toen daar de 'Gentse Fiesten' bezig waren. Fietsen waren er ook aan boord, dus keuze genoeg. Er lagen stadsplannen gereed en uitgestippelde routes, aan alles was gedacht. Heel mooi was ook de afvaart van de Leie. Achter elke bocht werd je verrast door ongelooflijk mooie villa's . Nooit eerder zag ik zoveel verschillende stijlen. Waar ik ook onder de indruk van was: de sluizen en de bruggen! Al die mensen die voor die ophaalbruggen moesten wachten tot wij daar voorbij waren. Wij in onze dekstoelen als koningen. We hoorden soms wel eens: oh... die zitten daar fijn! Misschien ook wel met een beetje afgunst. 's Avonds weer een rijkgedekte tafel, onze kokkin verraste ons telkens weer met de meest fantastische gerechten.
Veel te snel waren die dagen voorbij, ik hoop het nog eens te mogen meemaken. Ze doen ook andere routes.
Nog eens bedankt lieve mensen voor die fijne vakantie!
Onlangs zag ik een natuurfilmpje over hoe dieren de tijd beleven op verschillende manieren. Ik vond het fascinerend. Voor de schildpad gaat de tijd zo langzaam dat hij meestal niets gezien heeft als er iets gebeurt. Een sperwer ziet alles heel snel, omdat zijn leven er kan vanaf hangen hoe hij reageert. Dat gaat van verdediging tot voedsel ontdekken. Een vlieg is ook heel snelziende. Probeer er maar eens een te pakken met een hand. Dat zal moeilijk lukken. Maar met twee handen , elk uit een andere richting komend heb je al meer kans.
Mensen beleven de tijd ook op een verschillende manier en dat heeft dan meestal met leeftijd te maken. Ik las eens een vertaling uit het Chinees en dat ging ongeveer zo: De tijd is als een rivier, Een kind loopt snel en steekt het water voorbij. Eens volwassen blijft men gaan aan dezelfde snelheid als het water. Een oudere mens blijft achter en ziet het water voorbij stromen.
Ooit had ik iemand aan de deur die vroeg achter een vroegere bewoner. Gelukkig wist ik wie hij bedoelde en zei dat die persoon er al lang niet meer woonde. Heel verwonderd zei de man: maar veertig jaar geleden woonde hij hier toch nog! Als je jong bent dan lijkt 'binnen 40 jaar' nog heel ver, maar als de jaren al voorbij zijn...
Op TV: het is relatief rustig gebeleven in Parijs. Net of ze bedoelen: wat jammer! Horden journalisten die daar staan met de cameras in aanslag. Ja oké, het is hun broodwinning. Maar hopen dat er iets gebeurt? Het is zoals enkele jaren geleden, bij de landing van legertroepen op een strand. De eersten die daar stonden waren de journalisten. (in een land in volle oorlog) Zo konden we alles live meemaken. En in Parijs worden die twee jongens die (vrijwillig) in die elektriciteitskabine kropen, vereerd als slachtoffers, bijna als helden. Maar vergeten ze dan de echte reden: ze waren tenslotte op de vlucht voor de politie. En als je niets misdaan hebt, waarom zou je dan vluchten??? En dan die mentaliteit, 'het is toch normaal dat ze gaan stelen, ze willen ook mooie kleren en een GSM' Het is echt beangstigend dat zoiets als normaal wordt beschouwd, bangelijk!
Hier heb je ook wel van die toestanden. Er zijn ècht mensen die niet willen werken. Ik ga daar nu niet over uitweiden, maar ik weet dat het bestaat. Er zijn werklozen die met de duurste auto's rondrijden. Hoe komen ze er aan? Velen zijn ook bekend bij de politie, maar wat wordt er aan gedaan?
Hoe ze al deze problemen gaan oplossen, ik weet het niet hoor...
Ik heb al heel mijn leven een hekel aan de zondagen. Vraag me niet waarom, ik heb er geen zinnige verklaring voor. Waarschijnlijk zal de reden wel te vinden zijn in mijn verleden. Maar sinds ik naast een bouwwerf woon, ben ik blij als het einde van de week er aan komt. Ik zal het hier niet hebben over het lawaai de hele dag. Maar voor het ogenblik zijn ze bezig een straat af te werken. Dat betekent dus de hele dag blokken en stenen zagen en slijpen, of hoe dat stoffferige gedoe ook moge heten. En denk maar niet dat die snuiters iemand ontzien. Oh neen! Ze hebben een sadistische grijns op hun tronies als ze erin slagen iemand onder het stof te zetten .
Vandaag nog was ik er getuige van hoe een immense stofwolk een verhuiswagen binnenvloog, waar mensen net bezig waren hun meubels uit te laden. Door de dag kan ik dus ook niks openzetten, het is gewoon niet te doen. Mijn ramen zitten onder het stof, maar omdat ik niet het type ben dat nutteloos werk doet, wacht ik daarmee tot ze hun laatste steen gelegd hebben.
Dus als het vrijdagavond wordt en ze hun schup afkuisen om huiswaarts te trekken, naar moeder de vrouw, zucht ik van opluchting.
Ik zou het vroeger nooit geloofd hebben dat ik ooit nog eens blij zou zijn met het weekend voor de deur, zo zie je maar, zeg nooit... nooit.
Vorige zondag naar een sieradenbeurs geweest. Bij het binnenkomen had ik iets van: zo klein? We gaan hier rap alles gezien hebben. Ik verwachtte kant en klare versierselen, maar de eigenlijke bedoeling was: hoe worden ze gemaakt, die frulletjes en spulletjes. Ik wist niet dat er zoveel verschillende soorten parels en bolletjes en allerlei andere dingen bstonden. Alles was netjes gerangschikt in vakjes en dan maar je ogen uitkijken. De materialen gingen van plastiek, steen, metaal, glas, parels, porselein naar weet ik veel wat nog allemaal. Er waren zelfs porseleinen bolletjes in Delftsblauw. Men kon er ook dingen kopen die al afgewerkt waren. In feite vielen de prijzen ook onverwachts nog mee.
Maar de meesten waren er toch op uit om zelf iets ineen te steken. Op een speciaal bord, met allerlei cijfers en letters op, en gangetjes en uitsnijdingen, kon je een halssieraad samenstellen zodat je dan al zag wat het eindresultaat ging zijn. De lengte kon je kiezen en dan van kleine bolletjes naar groot, met misschien nog andere dingetjes ertussen. Ik ben niet zo'n verzamelaar van die dingen. Ik koop wel eens wat en dan vergeet ik meestal om het te gebruiken. Tot ik bij een opruimbeurt dan plots erop uitkom ... ah ja... dat heb ik ook nog. Toch liet ik mij verleiden om een hangertje te kopen in glas. Mijn keuze viel vooral op het grote oog, waar alle koordjes doorheen kunnen. Maar ik vond het toch geslaagd. Het was iets met pauwenveertjes in kleur op een zwarte achtergrond.
De verkoopster legde mij uit dat het niet zomaar glas was, neen, het was Venetiaans glas. Als extra kreeg ik van haar nog de hele uitleg hoe ze het maakte. Er was iets met zilverpapier en dan het warme glas daarover uitstrijken en de verschillende kleurtjes erin verwerken. Aan zo één stukje had ze ongeveer een half uurtje werk .
Wat later die avond ging ik aan het denken, (dat komt bij mij wel eens met wat vertraging.) Zij maakte dat... hier ergens of aan de kanten van Maastricht... hoe... hoe kon dat dan Venetiaans glas zijn?
Ben vorige week aangaande een huurderscongres in Geel beland. Ik ga daar nu niet over uitweiden. Maar na de middag stond er een wandeling op het programma, onder begeleiding van een gids. Een enthousiaste verteller, ik had uren naar hem kunnen luisteren. De bedoeling was dat we uitleg kregen over de geschiedenis, waarom er in Geel geesteszieken verblijven. Het verhaal gaat heel ver terug in de tijd, het begon bij de H. Dimpna. Zij werd vermoord door haar krankzinnige vader en zo is de traditie gestart. Mensen begonnen op bedevaart te gaan voor genezing, en op de duur werd het gastenhuis, dat in hun opvang voorzag te klein. Daardoor werd er in de omgeving navraag gedaan om deze pelgrims onderdak te verlenen. Velen stemden daarin toe en alhoewel er officieel maar een kort verblijf voorzien werd, bleven veel van deze mensen in opvanggezinnen wonen, sommigen zelfs voor hun hele leven. De inwoners van Geel groeiden op met deze traditie en zo gebeurde het ook dat sommigen na de dood van hun ouders de 'gasten' bij hun in huis namen. De jonge mensen op de dag van vandaag zijn hier minder toe geneigd. Maar toch zijn er nog veel van deze patiënten die leven zoals het vroeger al was.
Het is toch fantastisch hoe zoiets kan groeien, eigenlijk door toedoen van goedwillende mensen. Ze zijn gewoon bewonderenswaardig.
De man was verzot op TV-reclame. Met de afstandsbediening in de hand, zapte hij van de ene zender naar de andere, uit angst om ergens een reclamespotje te missen. Met grote ogen nam hij alles in zich op. Maar daar bleef het niet bij, hij leefde ook volledig naar hetgeen hem aangeraden werd. 's Morgens waste hij zich met de zeep vol vochtinbrengende crème en schoor zich met het scheeraparaat dat een huid achterlaat als een babykontje. Zijn tandpasta was er een tegen tandbederf in drie kleuren.. Het hemd dat hij aantrok, witter dan wit, gewassen met een ietsie-pietsie poeder. Dan at hij zijn havervlokken, verrijkt met vitamines en dronk het fruitsap van de kampioenen. 's Middags frietjes waarvan je vergat te praten. Zo ging het dag in dag uit. De TV schreef hem voor hoe hij moest leven, maar hij genoot er van.
Tot op een rampzalige dag de kabel uitviel, een grote onvoorziene panne, welke zo snel nog niet opgelost zou zijn. Van 's morgens vroeg zat hij al voor zijn toestel, met de afstandsbediening in de hand, wachtend tot het eerste beeld zou verschijnen. Eten deed hij niet, want misschien was er ondertussen alweer iets nieuws op de markt, dat hij moest uitproberen.
Maar het scherm bleef donker... De arme man wond zich vreselijk op, hij miste de regelmaat waar hij al die tijd naar geleefd had.
Uren later kreeg hij een hartaanval en zakte langzaam achterover in zijn zetel...
Gelukkig had zijn vrouw een verzekering voor hem afgesloten bij de maatschappij die alles regelt en betaalt...
Je komt van een land dat ik niet ken. De taal die je spreekt is zo anders. Toch zijn je gedachten zoals de mijne. De woorden die je spreekt, begrijp ik, want ik heb hetzelfde geleerd.
Vandaag reiken we elkaar de hand, opdat er vrede over de wereld zou zijn.
De man deed geen vlieg kwaad, maar toch werd hij argwanend bekeken. In zijn manische periodes zette hij zijn Elvis-bril op en met zijn bakkebaarden en zijn lang loshangend haar waande hij zich ' the King himself' . Eigenlijk was er ook wel enige gelijkenis met zijn beroemde voorganger, zelfs de liedjes waar hij urenlang naar luisterde, kende hij vanbuiten. Hadden ze Elvis maar de wereld laten regeren, dan was alles beter geweest. De man begreep de mensen niet, of was het andersom? Zagen ze dan niet dat de wereld naar de knoppen ging? Waarom overal oorlog en ellende terwijl de oplossing zo voor de hand lag? Met muziek in je hart werd je toch een beter persoon?
Door het vele denken over alle mogelijke wereldproblemen vergat hij te zien dat er ook nog goede dingen bestonden. Na een tijdje kwam het depressieve weer naar boven en treurde hij om zijn twee kinderen die hij niet mocht zien omdat hij zo'n rare kwast was. Hij gaf altijd de anderen de schuld van zijn ellende en begreep niet dat hij zelf de grote reden was. Maar wie zou het verstaan hebben als hij geprobeerd had uit te leggen over de duivelse chaos in zijn hoofd welke zijn leven tot een hel maakte. Het enige verweer dat hij voor zichzelf had was de vlucht uit de werkelijkheid. Dan doolde hij maar rond en wenste zichzelf dood, omdat dat het enige was dat hij nog wensen kon. Regelmatig werd hij opgenomen en als er dan na een tijdje wat beterschap te bespeuren viel, mocht hij weer onder de mensen komen. Maar de verscheurende pijn van het bestaan bleef in zijn hart knagen en knagen. Met jonge mensen had hij graag contact, in hun gezelschap voelde hij zich goed. Zijn aanwezigheid tussen jongens van zestien wekte in dit Dutroux-tijdperk wel enige argwaan. Maar het was helemaal niet wat het misschien wel leek. Als hij zo'n jongen een colaatje trakteerde, was het enige wat hij deed: zich inbeelden dat hij daar zat met zijn eigen zoon en genoot er in stilte van. Een andere plaats waar hij regelmatig te vinden was: een terras, vanwaar hij heimelijk naar de winkel kon kijken waar zijn knappe dochter werkte als verkoopster, zodat hij af en toe een glimp van haar kon opvangen. Maar het bracht hem geen troost, de pijn in zijn hart groeide alleen maar.
Toen hij opgepakt werd met een speelgoedrevolvertje achter zijn broeksriem, was hij er zich niet van bewust in welke gevaarlijke situatie hij had kunnen geraken, indien iemand zich door hem bedreigd had gevoeld. Tegen de twee 'blauwjassen' die plots naast hem opdoken, zei hij met een onschuldige grijns dat hij alleen maar de reactie van de mensen had willen zien. De geschrokken blikken rondom hem hadden heel even gezorgd voor een gevoel van macht.
Die dag werd hij voor de laatste maal opgenomen, er was met hem niets aan te vangen. De woede welke diep in hem gebroeid had, vond nergens nog een uitweg. Ondanks al de medicatie die hem werd toegediend, kregen ze hem niet in slaap. Die toestand hield enkele dagen aan. Hij was gewoon bang om niet meer wakker te worden als hij zich liet gaan. Dan werd hij plots rustiger. Nadat ze hem geholpen hadden met douchen, wilde hij ook wel iets eten, daarna ging hij naar bed. Het leek of hij gewoon de strijd opgaf.
Toen is hij zachtjes ingeslapen en vond de rust waar hij zo naar verlangd had, voor altijd. Net zoals zijn grote idool Elvis in de film 'Flaming Star' trok hij naar het verre land achter de bergen waar rust en vrede is en waar niemand nog eenzaam is. Hopelijk komen ze elkaar daar ooit eens tegen, de twee Elvissen... wie weet... misschien.
Opgedragen aan F. voor een betere wereld. Overleden 14 juni 1999.
Af en toe steek ik wel eens een dvd'tje in mijn pc. Maar ik heb nog steeds mijn goeie ouwe video. Ik ben niet zo'n filmfreak, het zijn meer klassiekers die mijn aandacht krijgen en houden.
Zo is voor mij de beste film aller tijden: Gejaagd door de wind. Het zijn vooral de kleuren en de achtergronden die mij fascineren. Ik weet dat er veel trucage gebruikt is, maar het was wel 1939!! Die kleuren van de luchten, ik denk niet dat ze zoiets een tweede maal gemaakt hebben. Ja en de film zelf... elke keer als de laatste zin van Reth Butler klinkt... Frankly my dear, i dont give a damn. (mijn Engels is niet zo goed ) Dan heb ik zoiets van: neen niet weggaan, het verhaal is niet af...
Nog een van de besten is: The deer hunter. Prachtige muziek, en die sfeer! En als op t laatste dat hert gespaard wordt... ontroerend. Ik hou ook van: Once upon a time in the West, ja ik weet het is een spaghetti-western, maar ik vind dat daar soms zo'n spanning kan opgebouwd worden, terwijl er zo weinig gebeurt. Sergio Leone en Morricone, de perfecte combinatie. Niet te vergeten: Grease! Gezien in de bioscoop en minstens een uur aangeschoven. Ik word gewoon blij van die muziek. Als kind heb ik Bambi gezien, onvergetelijk! Ik vermoed dat ik ook niet de enige geweest ben die tranen gelaten heeft als de moeder van Bambi wordt doodgeschoten. Zelfs nu kan het mij nog ontroeren.
Ik kan ze hier niet allemaal opnoemen maar wie ik niet mag vergeten is natuurlijk: Sissi... de drie delen. Ik ben ook in Wenen geweest en kan mij die keizerin alleen maar voorstellen in de gedaante van Romy Schneider... onvergetelijk. Bij een bezoek in de opera ben ik eventjes de met rood fluweel beklede loge ingeglipt, om een beetje de sfeer uit de film op te snuiven. Maar als je de paleizen daar ziet was die tijd toch niet zo luxueus als ze ons willen laten geloven. En de echte Sissi was ook niet zo braaf als in de film.
De laatste bioscoopfilm die ik heb gezien was : I walk the line, over het leven van Jonnhy Cash. De acteur met de moeilijke naam die ik niet kan onthouden, zingt echt en goed. Het lijkt wel een reïncarnatie van Cash. .
Ooit hoop ik nog eens de Doornvogels te kunnen uitkijken, net zoals die boeken die ik opnieuw wil lezen of die schilderijen die ik nog plan... Ik ben nog wel effe bezig.
In mijn herinnering heb ik haar nooit ouder weten worden, dat is zo als je een klein meisje bent. Maar ik weet nog goed die zomer bij mijn oma op vakantie, ik was toen een uk van zes. Ze woonde in een oud hoevetje, met witgekalkte muren en groene luiken. Die zie je nu alleen nog maar in Bokrijk of op oude postkaarten. Mijn opa had een groot groentenveld, waarvan ik mij eigenlijk alleen de aardappelen nog herinner. Maar zíj had een eigen bloementuintje, in bonte kleuren, met bloemensoorten die nu misschien al uitgestorven zijn. Maar ik zie ze nog vóór mij en als ik mijn ogen sluit kan ik ze precies nog ruiken. De zomers roken toen ook anders dan nu. Rond het tuintje was er een omheining met een houten poortje. Dat had zo zijn reden: in het midden stond er een ouderwetse waterput. En dat was mij goed ingepeperd: ik mocht daar niet komen want dat was veel te gevaarlijk voor kleine meisjes. Wanneer zij erbij was, mocht ik wel eens in de diepte kijken, terwijl zij de emmer liet zakken en dan draaiend aan een piepend hengsel weer ophaalde, gevuld met kristalhelder water. En of dat diep was, echt geheimzinnig .
Naast het huis lag er een grote weide met wuivende graanhalmen, opgefleurd door blauwe korenbloemen, vuurrode klaprozen en grote witte margrieten, met lieve gele hartjes. Nergens ter wereld ga je zoiets nog vinden . En wanneer de boer dan met zijn volk het koren kwam maaien met een grote zeis, en de schoven graan rechtop stonden om te drogen in de zomerzon, liep ik met de kinderen uit de buurt over de stoppels, wat soms wel een beetje pijn deed. Maar dat kon de pret niet deren.We speelden verstoppertje tussen de graanbussels en negeerden de prikkende haartjes van het koren dat onder onze kleren kroop en daar een enorme jeuk veroorzaakten.
Wat mij het meeste is bijgebleven van geuren en smaken, dat is misschien wel de limonade die oma zelf maakte van rode besjes, aangelengd met ijskoud water uit de fameuze put. Ook de komkommers en de boontjes die op tafel kwamen groeiden in haar tuintje. Op zondag was er peperkoek. Een grapje van oma waar iedereen bereidwillig aan meedeed, was de vraag of je een stuk wilde om met één hand of met twéé handen vast te houden. Koos je voor het eerste dan kreeg je een dik stuk, terwijl het andere een flinterdun schijfje opleverde.
Ik wist niet dat ik bij oma logeerde omdat mijn vader toen niet lang meer te leven had. Zelfs nadat het zover was, werd ik niet ingelicht. Mijn Peter werd ingeschakeld om samen met mij een brief te schrijven naar 'Jesuke' , omdat mijn papa zoveel pijn had en hij beter in de hemel zou zijn. Ik kreeg zelfs antwoord en dacht dat ik het zo goed gedaan had. In mijn fantasie zag ik mijn vader, (die ik alleen maar ziek had gekend) met een zilveren vliegtuigje naar de hemel opstijgen. Zo'n klein vliegtuigje van de kermis. Toen ik na een tijdje terug thuis was, vertelde ik het aan mijn moeder, die hartverscheurend begon te wenen. Plots kreeg ik het gevoel dat ik schuldig was aan haar verdriet. Het was heel verwarrend, waar was het fout gegaan?
Nu, na al die tijd zijn de schuldgevoelens er niet meer, maar ik heb nog steeds het gevoel dat ik geen afscheid heb kunnen nemen van mijn vader. Ik neem niemand iets kwalijk, maar het blijft een gemis, diep in mij. Al die mensen van toen zijn er ook niet meer en ik weet zeker dat ze het met de beste bedoelingen zo gedaan hebben.
Zoals elk jaar werden we door de voorzitter van onze toneelvereniging vergast op een verrassingsavond. We gingen weer eens ferm feesten. Kwestie van het moreel op te krikken. Waar we voor gewerkt hadden, werden we ook voor beloond. Met twee gehuurde luxe monovolumes, reden we naar een onbekende bestemming. Even leek het wel de minder-mobielen-centrale, richting Antwerpen. Het gebouw waar we halt hielden was een Club in een afzichtelijke schreeuwerige kleur groen. En dan kwam het uur van de waarheid: een etentje met tussendoor een travestietenshow! Even had ik nog gehoopt dat we naar het liveoptreden van André Rieu gingen, maar dus niet. Dit was niet echt de verrassing welke ik zou gekozen hebben, maar een gegeven paard mag je niet in de bek kijken (of zoiets). En in het leven moet je eens alles gezien hebben, toch? Een struise potsierlijke 'dame' verwelkomde ons in het sappige 'Antwaarps' en leidde ons naar onze plaatsen. Er was een podium met wijnrode gordijnen en een catwalk tot in de zaal. De raarste kitscherige dingen bekleedden de muren. Grote schilderijen van dames met slangachtige benen en tentakels, met gekleurde nepjuwelen beplakt. Eigenaardige lusters moesten iets oosters voorstellen. Ik kwam gewoon ogen te kort om alles te zien.Ook een beetje door het halfduister dat de sfeer er moest inbrengen. (misschien ziet het er bij daglicht wat schraal uit?) Zelfs de toiletten leken op 'cabardoesjkes', zou ik even later ontdekken. Eigenlijk zat er veel volk in de zaal, zo'n 300 mensen. En het gekke was dat er een groot aantal hier hun vrijgezellenavond kwamen vieren, mannen èn vrouwen. Nadat het voorgerecht was opgediend, waar we wel heel lang op hadden moeten wachten, begon de show. Heel even leek het of we in de Moulin Rouge zaten. Grote vrouwenfiguren in de meest fantastische glitterkostuums in schreeuwerige kleuren en immens hoge pluimencreaties, brachten een playback van toepasselijke liedjes. Er was een 'dame' welke werkelijk als zodanig had kunnen doorgaan, met een heel mooi figuur en dito gelaat. Natuurlijk hadden ze ook gezorgd voor een tegenstelling met een dikke puntige buik en een kinnebak gelijk een paard, niet te vergeten een scheve mond (al of niet gespeeld) En toen zij dan ook in tutu over het podium huppelde, was het hilarische beeld compleet . Toen 'shaking Tina Turner' aan de beurt was, stonden er achter in de zaal twee obers met evenveel bravoure net dezelfde danspassen te showen. Het talent schuilt soms in een klein hoekje. Jammer dat de artiesten niet echt zongen, maar chapeau voor het hoge showgehalte en de glamour en de glitter van de prachtige kostuums. Al valt eten bij zo'n verlichting niet echt mee. Bij het spooklicht van de flikkerende laserstralen is het niet zo simpel een 'chateaubriand' te snijden. Er zat ook nog een koordje rond dat eerst wegmoest eer je aan je vlees kon. Als je dan goed oplette, zag je af en toe wat je aan het doen waart. Door het geflikker leek het of er leven in je stuk vlees zat. Je mes mocht ook niet uitschampen, want dan zat je schoot onder de roomsaus. Nu ben ik echt geen liefhebber van saus, maar als die veilig in mijn bord blijft is er geen probleem. Tijdens het dessert kregen we het laatste gedeelte. Met de gebruikelijke moppen over domme blondjes, het koningshuis, de Hollanders en natuurlijk de Limburgers. Sommige wat plat, maar eerlijkheidshalve moet ik toch bekennen dat er verrassend goede bij waren. Tot slot deden alle 'madammen' hun pruik af en... weg was de magie door die kale hoofden. Dan werd het ook duidelijk dat ze maar met vier waren, terwijl het geleken had dat er een ganse groep aan het werk was geweest, door het snelle omkleden en steeds wisselende pruiken. Toen de 'hoofdmadam' het publiek bedankte en met een snik en een traan in haar stem vertelde, hoe ze soms bespot en gediscrimineerd worden om hun 'anderszijn' , werd het even stil in de zaal. Dan viel het mij plots op dat ze geen grapjes gemaakt hadden over zichzelf, daar waren ze blijkbaar nog niet aan toe. Ooit zouden ze het misschien nog leren wat een kracht er in zit als je met jezelf kan lachen. Tot dan was het zoals de bekende clown met de tranen.
Hello Dolly... komaan meisjes... the show must go on...
Wat is er toch aan de hand met het weer dit jaar? Elke maand sneuvelt er een record. Juni was koud, juli droog en tropisch heet, augustus de natste. September dan weer de warmste. En meestal begint die weersverandering rond de eerste van de maand. Oeioei... oktober is begonnen met windhozen en onweer... Ik wil geen onheilsprofeet zijn, maar mensen houd u vast aan de takken van de bomen!!!
Onlangs moest ik een aangetekende brief verzenden en omdat er hier een straat verder een klein bijkantoortje ligt, ben ik daar 'klant.' Het is een oud nostalgisch gebouw en de mensen schuiven er gewoon aan op een manier zoals het vroeger ging. Geen nummers, geen dranghekken, niks van dit alles.
Normaal ga je voor een aangetekende zending even aan het loket een formuliertje vragen en nadat je het hebt ingevuld, wacht je achteraan in de rij op je beurt. Maar omdat er vóór mij slechts twee mensen waren, vond ik dat niet nodig. Net na mij kwam er een luidruchtige blonde dame binnen, die met het nodige kabaal haar formuliertje en nog enkele enveloppen ging vragen. Zodoende was ze dus nog voor mij aan 't schrijven. Het mijne was dadelijk ingevuld en dus ging ik mooi als een braaf meisje achteraan mijn beurt afwachten. Tot mijn grote pech was de rij ondertussen uitgegroeid tot een heuse file van zo'n man of acht. De blondine speelde het slimmer en ging gewoon onmiddellijk naar het loket. Toen ze ontdekte dat ze iets verkeerd had ingevuld, deed ze dat snel even over, zonder zich iets van de rij mensen aan te trekken . Op hetzelfde ogenblik ging luid rinkelend haar GSM af en begon ze hevig gesticulerend hardop aan een discussie over haar familiale problemen, zodat iedereen daar ook nog eens van mocht meegenieten. Het gesprek eindigde met een dreigement aan het adres van haar correspondent, die ze ging aanklagen wegens smaad. De aanwezigen wierpen elkaar veelbetekenende blikken toe, elkaar begrijpend zonder woorden. Het is eigenaardig hoe verschillende mensen in bepaalde situaties blijkbaar toch allemaal hetzelfde denken.
De loketdame beschikte duidelijk over een zeer grote dosis geduld en begrip, maar zuchtte eens diep van opluchting toen de lawaaiierige dame eindelijk door de deur naar buiten verdween. Toen viel haar blik op mij en riep ze dat ik mocht voorgaan omdat ik geen tweede maal hoefde aan te schuiven. Maar als ik nu ergens een hekel aan heb, dan is het wel: opvallen in een menigte, in dit geval een rij wachtende mensen. Minstens tien paar ogen keken plots mijn richting uit. Op dat ogenblik had ik een mug willen zijn, zodat ik had kunnen wegzoeven. Maar weigeren zou te gek geweest zijn, dus maakte ik van het aanbod gebruik. Vermoedelijk probeerde de dame achter het loket hiermee haar ergernis een beetje weg te werken.
Zo zie je maar dat je op verschillende manieren kan opvallen, het ligt er maar aan welke je zelf verkiest.
Eindelijk! Eindelijk vond ik er eens een artikel over, zodat mijn vermoedens bevestigd werden. Ik wist het al lang: Ik ben allergisch voor zoetstoffen en dan in de eerste plaats voor aspartaam. Als ik een glas cola-light durf te drinken, word ik al snel misselijk. Maar daar is een mouw aan te passen, gewoon water drinken. Het probleem is dat er in veel voedingswaren kunstmatige zoetstoffen voorkomen, zodat ik alle etiketten moet lezen als ik ga winkelen. Daardoor ontdekte ik dat er op een verpakking van yoghurt met fruit, waar zich aspartaam in bevond, in de Franse tekst stond te lezen dat je dat produkt niet mocht geven aan kinderen onder de drie jaar. Dus mag je veronderstellen dat hetzelfde niet schadelijk is voor Vlaamse kindjes? En daar stopt het ook niet, er bevinden zich kunstmatige zoetstoffen in heel veel dingen, bvb de meeste light produkten, suikervrije snoep, zoetjes voor de koffie, hoestsiroop en bruistabletten. Wanneer mijn dokter mij iets voorschrijft moet ik steeds op mijn hoede zijn. En als ik bij de apotheker om hoestsiroop vraag zonder aspartaam, word ik een beetje argwanend bekeken en vraagt men mij steevast of ik misschien bedoel zonder suiker? Na mijn uitleg heb ik er nog twijfels over of ik wel echt geloofd word. Het probleem schijnt onbekend te zijn. Tot ik dat bewuste artikel vond. 't Schijnt dus toch voor te komen dat mensen beweren doodziek te worden van aspartaam. Sommige wetenschappers noemen het 'belachelijk' . De mensen zijn van suiker overgeschakeld op zoetstoffen voor hun gezondheid, vanwege de calorieën, maar vrezen nu dat dit slecht is en stappen weer over naar suikerhoudende frisdranken. Het heeft geen belang dat er veiligheidsmarges of grenzen bestaan, voor mij is een klein beetje al teveel en ik blijk nu niet de enige te zijn.(eindelijk!) Dat ze hier maar eens een ernstige studie aan wijden, het kan onze gezondheid alleen maar ten goede komen!
'Ik wil niet!' Het kleine jongetje stampte boos op de grond. Waarom begreep ze hem niet? Of deed ze maar alsof? Hij had haar toch ooit verteld dat ze zijn beste vriendinnetje was, terwijl ze hem in haar armen wiegde en voor hem een liedje zong. Maar nu vond hij haar een stoute bomma. 'Ik wil niet terug naar papa!' De vrouw bleef zwijgen, terwijl ze in zijn betraande ogen poelen van wanhoop en ellende zag. Hoe kon ze een kind van vier uitleggen, dat haar hart brak omdat ze deed wat ze moest doen? Het was de jeugdrechter die beslist had dat hij terug naar zijn eigen milieu zou verhuizen. Ze herinnerde zich nog de dag dat ze het kind bij haar hadden gebracht, het moest voor hem de hemel op aarde geweest zijn. Als tweejarige had hij al noodgedwongen ondervonden wat honger en dorst waren. Samen met zijn labiele moeder had hij in donkere koude bushokjes geslapen. Hoogstwaarschijnlijk hield ze op haar eigen manier wel van hem, maar ze was een beetje gestoord. Dat zoiets geen leven was voor zo'n kind besefte ze niet. Tot ze op een nacht opgepakt werden door een politiepatrouille, die beiden aantrof langs de weg. Ze vonden het verdacht eigenaardig, die jonge vrouw onder invloed, met dat huilende kind op de arm, op zo'n onmenselijk uur. Ze kon ook niet zo dadelijk vertellen wie ze was of waar ze woonde. De vrouw zou de dag nooit vergeten toen ze de kleine bange jongen overnam van de sociale assistente, die onmiddellijk weer vertrok. Het was een mooi kind met goudblonde krulletjes, zoals ze in de sprookjes voorkomen. Maar dit had weinig van een sprookje, dit was de harde realiteit. De mooie gouden krulletjes moesten ook ontluisd worden, zodat zijn 'hoofdpijn' stopte, waar hij over kloeg. Toen hij in de keuken het bord soep zag staan, dat voor hem klaarstond, droogden zijn traantjes. Dit was echte soep en ze was lekker. Hem wassen zorgde ook voor onverwachte problemen. Op het moment dat ze hem uitkleedde, kroop hij bevend in een hoekje, zijn handjes beschermend voor hem, wenend, 'niet aankomen...' Hij leerde snel terug lachen toen hij na een tijdje ontdekte dat zijn prille leventje erg veranderd was. De eerste keer dat hij 's morgens vroeg: :'Bomma is er vandaag eten?' , was ze wel geschrokken. Hoe dikwijls in zijn leven had hij hier al een ontkennend antwoord op gekregen? Met een bang hartje keek hij toe hoe ze het laatste restje choco uit de pot op zijn boterham smeerde. Die zalige chocopasta waar hij zo verlekkerd op was. Op?... Dikke tranen liepen onmiddellijk over zijn wangetjes, zonder geluid, zonder gesnik. Wat je bij zo'n kind toch niet verwachtte. Het gaf haar een akelig gevoel, iets waar ze niet zo goed raad mee wist. Na een tijdje leerde hij dat de choco nooit echt op was, Bomma had er altijd eentje extra in de kast staan. Zo ging het ook met de melk en andere lekkere dingen. Mee gaan winkelen was voor hem een feest, zonder gelijke. Boven op de kar, als een kleine pasha, wees hij genietend alles aan wat hij mooi en lekker vond. Iets vragen deed hij niet, want hij kende blijkbaar de betekenis van het woord 'te duur' . Maar het leek wel of zijn bomma erg rijk was, want ze kocht alles wat zijn hartje lustte. Zo werd zijn leven één grote belevenis en het jongetje bloeide open tot een echt zonnestraaltje... Tot zijn vader een nieuwe vrouw had en het kind terug wilde. De kleine jongen voelde zich verraden toen hij er tegen zijn zin naartoe moest. Het toilet was er zo vuil en de frigo leeg. Tot dan een mijnheer die hem niet eens kende, besliste dat hij er voorgoed moest gaan wonen. Maar dat zijn bomma het spel meespeelde, dat kreeg hij niet verwerkt. 'Ik wil niet, stoute bomma, ik wil niet meer mee!' Maar zijn smeken of boos zijn hielpen niet, zijn vader was daar en laadde al zijn speelgoed en kleertjes in de auto. Dan nam hij het kind en zette hem achteraan, zeggend dat hij moest stoppen met blèren. De vrouw stond nog lang aan de deur, de auto was al lang uit het zicht verdwenen. Haar hele lichaam voelde koud als steen. Niemand vroeg wat zij ervan dacht, zij had zich maar te schikken. Maar het kind zou opgroeien en daar zou ze op wachten. Als hij dan groot genoeg was zou ze hem laten weten dat ze er altijd voor hem zou zijn. ooit... later... als hij groot was. Hopelijk zou hij haar niet vergeten... haar gouden zonnestraaltje...
=============================================
Vandaag is zijn verjaardag, twintig is hij geworden. Maar er is geen happy end. Het laatste wat ze van hem heeft gehoord, is dat hij in een psychiatrische instelling verblijft. De vrucht van zijn opvoeding...
Iemand met een oud huis. Zag een voordeel in de aardbeving. Door het schudden van zijn huis waren de dakpannen, die door vroegere stormen wat ongelijk lagen, weer netjes op een rijtje gaan liggen.
Mijn schoonmoeder Stond onmiddellijk gereed met handtas en geld om de straat op te rennen.
De mevrouw met het zoontje dat last had van nachtmerries. Iemand had haar aangeraden om de aardstralen op de plaats van het bed te laten meten. Maar ze besloot om eerst zelf eens een nachtje in hetzelfde bed te slapen om na te gaan of zij er ook hinder van had. Natuurlijk uitgerekend de nacht van de aardbeving. 's Morgens zei ze tegen haar man dat ze het nu begreep, ze had nu zelf ondervonden wat de arme jongen elke nacht meemaakte.
Parijs ontdekken was heel anders dan ik mij had voorgesteld. de straten heel breed en ruim, veel bomen en groene parkjes, proper, gebouwen die bij elkaar passen en vooral vééél trappen. Augustus is een prima maand om naar Parijs te gaan, want de meeste inwoners van de stad hebben dan ook vakantie en trekken naar zee of de bergen, zodat het er vrij rustig is. De Metro is een belevenis, want het is de eerste keer voor mij. Razendsnel van de ene kant naar de andere sporen. Spannend omdat de deuren zo snel achter je dicht gaan en waarschijnlijk een van de goedkoopste manieren om de stad te verkennen. De Eiffeltoren ga ik hier niet beschrijven, iedereen kent hem wel. Maar als je er zo onder staat, heeft het toch iets imponerend. Wat ik ook nooit eerder zag zijn de mensen die 's avonds op het gras zitten te picknicken, op een deken, met kaarsen en de fles wijn binnen handbereik, met de verlichte toren op de achtergrond. Echt een gezellige boel! Het stereotiepe beeld van de busladingen Japanners ontbreekt ook hier niet. Het enige verschil met vroeger is de afmeting van hun camera's. De grote aparaten met lenzen van zo'n halve meter, zijn nu vervangen door piepkleine cameraatjes die je in je gesloten hand kan houden en waarschijnlijk in hun thuisland gefabriceerd worden. Heel Parijs beschrijven in 't kort, zal niet lukken. Maar het vermelden waard is de uitstap naar het 'Père Lachaise' kerkhof. Je kan dit met geen enkel ander vergelijken, het is een stad op zich. We zijn nog maar heel even binnen of gaan al terug om een plan te kopen. Zonder zou je er uren ronddwalen en nog niet vinden wat je zocht. Het is ontroerend als je op halfvergane dodenkapelletjes namen tegenkomt als : Chopin of Rossini. De grafsteen van Gilbert Bécaud, bedolven onder de verse bloemen. Het beroemde koppel: Simonne Signoret en Yves Montand, samen onder de eenvoudigste steen die ik ooit zag, geen datum, niets! Je zou er bijna voorbijlopen. Slechts enkele afgevallen rozenblaadjes sieren hun laatste rustplaats. Bij een grote blok steen, met de naam Oscar Wilde, staan ook veel bezoekers in stilte te mijmeren. Het beeldhouwwerk bovenaan stelt volgens mij een feniks voor die zijn vleugels spreidt. Het minimalisme van dit werk moet in die tijd toch iets futuristisch gehad hebben. Het is duidelijk dat de grote steen net schoongemaakt is, nadat vandalen hem beklad hadden. Als laatste bezoeken we Edith Piaff, degene waar we zeker voor gekomen waren. Het kleine vrouwtje met de grote stem, dat zoveel wist over het leven en de liefde. Het is er aanschuiven. Haar laatste rustplaats is ook bedolven onder de verse bloemen. De ontroerende stilte die er heerst zal mij nog lang bijblijven. Iemand heeft een gedenkplaat voor haar laten maken met daarop: 'Dieu réunit ceux qui s'aiment' Ik hoop nog eens naar Parijs te kunnen, want er is nog zoveel om te gaan bezoeken. En een goede reden hebben we ook, de pannenkoek met kaas, uit het vuistje, welke we nog hadden willen eten, maar door alle drukte en het volle programma vergeten zijn...
Vandaag kennis gemaakt met Tai- Chi. Nooit gedacht dat het zo'n energie zou kunnen opwekken, al die langzame bewegingen. Maar eigenlijk is het de basis voor een gevechtssport. Het ligt er maar aan hoe je de bewegingen uitvoert. Het is allemaal precisiewerk, en ook niet zo simpel als je zou denken. In het begin is het moeilijk om in de juiste concentratie te komen. Je moet op zoveel dingen letten. Je voeten moeten recht naast elkaar staan, je oksels hol. (alsof je rondloopt met tennisballen onder je armen.) Je duimen moeten naar de juiste plaats wijzen onderaan de buik. De ademhaling vanuit de buik. Naar de zachte muziek luisteren helpt wel. (bij mij toch). We hebben toch al drie bewegingen geleerd. Maar als je ziet wat er nog allemaal gaat bijkomen... Ook de volgorde onthouden is niet zo gemakkelijk. Maar waarschijnlijk is hier van toepassing dat oefening kunst baart. Even waan ik mij in de film 'Karate Kid'.
We gaan ook enkele oefeningen doen in zelfverdediging, laat ze maar komen, de handtassendieven.
Nu ben ik zo stoer, maar als er echt iets moest gebeuren... naja... Ik zal best een beetje oefenen anders ben ik bij de volgende les al vergeten hoe ik moest bewegen.
Eind juli ben ik verhuisd, toen het zo warm was. Alles fijn geverfd, zo ben ik een tijdje gerust, dacht ik. Het is ook gemakkelijk verven in een leeg appartement. Nadat ik goed en wel geïnstalleerd was, begon hier in België het regenseizoen. Met bakken viel het eruit. En plots... een natte muur in de badkamer. Waar kwam dat vandaan? De maatschappij gebeld, heel gedienstig kwamen ze kijken. Abnormaal gedienstig, er zijn wel zes verschillende mensen de schade komen bekijken. Ondertussen zag de nieuwe verf er maar zielig uit. Overal blazen en frutsels.
Elke week opnieuw gebeld. 'Jaja, we zijn ermee bezig, we zijn aan 't zoeken.' Toevallig kwam ik gisteren aan de praat met iemand die hier vrij goed bekend is. Ah, ik was dat met die natte muur? Jamaar dat was al zes jaar zo en ze hadden nog steeds geen oplossing gevonden. Er was ergens iets wat overloopt bij regenval.
Dat is dus het gevoel als je het in Keulen hoort donderen, of een koude douche krijgt! Weer gebeld en onmiddellijk met de deur in huis gevallen. Ze ontkenden het zelfs niet!
'Maar we zijn er mee bezig. Hebt u al verf gehaald? We komen verven wanneer u maar wilt'. Wat gaan ze in Godsnaam verven op een natte muur! 'Maar mevrouw dat is toch alleen maar als het hard regent?' 'Ja, en wat moet ik doen, er een regenscherm boven zetten? En elke keer als het geregend heeft opnieuw verven? Waarom zetten jullie er geen tegels voor?' 'Neen dat gaat niet als de muur nat is, maar we zijn er mee bezig hoor!'
Twee buren Dachten als zovelen dat de verwarmingsketel ontploft was, maar bij nader inzien bleek de schade nog mee te vallen. J. zou dan morgen het hele spel wel openmaken. (wat hij toen ook gedaan heeft en gewerkt tot iemand kwam vertellen over de aardschok!) A. die buitengekeken had en gezien dat bij alle buren het licht brandde, geneerde zich dat door hen de hele buurt wakker was.
Een werkmakker. Nam het geladen geweer dat naast zijn bed stond, toen hij de deuren van de kleerkast zag openzwaaien. Hij dacht aan inbrekers en heeft zich gelukkig nog op tijd bedacht voor hij een schot loste. Misschien nog een geluk voor zijn kleding! Vrienden op vakantie in Spanje Hoorden van een Hollands echtpaar dat er in Limburg een aardschok was geweest met een kracht van 5.5. Ze belden in paniek naar de schoonmoeder in Belgie, die zelf gedacht had dat er in de nacht een bulldozer haar huis had geramd. Ongelovig en opgelucht vernamen ze dat hun huis intact was.
Er wordt de laatste tijd weer over boeken gesproken en geschreven. Ik ben vrijwilligster op het VrouwenAdviesCentrum, en via de tweedehandswinkel kom ik regelmatig in contact met boeken. Wat mij stoort is dat nieuwe boeken vrij kostelijk zijn en als ze dan in onze winkel belanden zijn ze bijna niets meer waard. De meeste boeken raak je aan de straatstenen nog niet kwijt. Al is de kaft splinternieuw en de prijs bijna niks, het maakt niet uit. Sommige reeksen boeken willen de mensen nog niet gratis. Toen we enkele kartons binnenkregen vol Konsalik, dacht ik: dat is iets voor de verzamelaars. (Konsalik is dood, voor wie dat nog niet wist) Maar nee, ze blijven in de winkel liggen. Ik kan ongeveer vertellen wat er zoal gelezen wordt. Strips, natuurlijk. Kinderboeken ook, vooral tegen en tijdens de vakantie. Dan zie je soms moeders die vol nostalgische gevoelens boeken uitkiezen welke ze zelf als kind gelezen hebben en dan maar hopen dat hun kroost hetzelfde gaat doen. Meestal lukt dat wel. De kartonnen babyboekjes die zijn meestal als eerste weg. Daar heb je dan ook soms van die dingetjes instaan die geluidjes maken en die vooral moeten dienen om te leren. Wat ook wel bolt dat is psychologie en zelfhulp. Er was eens een vreemdeling die 1e studiejaarboekjes kocht, en daar heel blij mee was. Hij was namelijk nederlands aan 't leren. Dan heb je de mensen met heel weinig financïele middelen, maar die toch graag lezen, die zoeken zich de dikste romans uit, omdat alle prijzen gelijk zijn. Zo kunnen ze wat langer lezen. Stationsromannetjes zijn ook nog in trek, aan 10 cent, een stapel mee op vakantie en dan worden ze gewoon weggegooid. Maar oude boeken... vergeet het maar. We hebben een exemplaar van bijna honderd jaar oud, in heel goede staat. De nederlandse vertaling van 'Das Kapital' van Marx. Geen kat die zich daaraan interesseert. Ook bekende schrijvers van voor de tweede wereldoorlog en ouder blijven op de planken liggen.
Als ik dan zo mijn eigen boekenkast bekijk, besef ik dat daar voor een hoop geld inzit (aankoop), maar nu niets meer waard is.
Verhuizen is opruimen en opruimen betekent vergeten dingen terugvinden. Zoals reacties die ik noteerde na de aardbeving op 13 april 1992. Het was 3h en enkele minuten in het midden van de nacht. (epicenter ergens in Eindhoven ofzo) Het is al een tijdje geleden maar ik denk toch dat veel mensen zich dat nog herinneren. 1e buurvrouw. Zette onmiddellijk de tv aan om te horen wat er eigenlijk gebeurd was. Voor het geval er ergens iets ontploft was kon er mogelijk een gaswolk vrijgekomen zijn. Dus zeker onveilig om de straat op te lopen. Het eerste dat ze redde was... haar vals gebit. Haar zoon kreeg ze met de beste wil van de wereld niet wakker en heeft door alles heen geslapen. Maar vond het jammer dat hij zoiets gemist had, 'waarom heb je mij niet wakker gemaakt!'
2e buurvrouw Kreeg 's nachts krampen in haar benen en haar man vroeg of het bijna gedaan was met dat schudden.
1 buurmeisje Kreeg de grootste schok te verwerken ná de aardbeving. Toen pa en ma haar kwamen wekken in hun blote flikker. Toen pa snel in een oude pyama wilde schieten, wenste zijn vrouw dat hij minstens een nieuwe zou nemen en dan pas de straat oplopen, je weet wel de buren enzo...
Ik heb er nog, maar ik ga ze wat verdelen, anders wordt het verhaal te lang.
Hoe kan een mens die anderen afzet of bedriegt nog gerust slapen? Terwijl het slachtoffer zich er ziek van voelt. Op die manier brokkelt het vertrouwen in de medemensen alweer een beetje af. Het wordt kleiner en kleiner. Terwijl je dacht al sterker geworden te zijn. Er gebeurt altijd weer iets dat je knakt. Ik weet, volhouden, het komt weer in orde. Maar begrijpen zal ik het nooit. Zou het echt zo zijn dat sommigen niet voor het geluk geboren zijn? Of lok je het zonder het te beseffen zelf uit? Terwijl je ervan overtuigd bent dat je toch al een laagje eelt op je ziel hebt ontwikkeld, blijkt het maar een flinterdun vliesje te zijn. Moet je eigenlijk zelf gemener worden om er beter tegen te kunnen? Of ben ik een slecht mens geweest zodat ik gedurig maar het gevoel heb dat ik gestraft word? Het gaat niet in de eerste plaats om het geld, maar om de oneerlijke manier dat je behandeld wordt. Oneerlijkheid vind ik een van de ergste dingen ter wereld.
Na een heerlijke koffie op een terrasje in het zonnetje, begonnen we aan onze zoektocht. Winkel in, winkel uit, we deden ze allemaal. Ik wist zelfs niet dat er zo veel waren. Overal stelde M. de vraag en overal kreeg ze hetzelfde antwoord: njet... niks...rien... Zelfs in de missiewinkel waar ze toch ook met Afrika enzo bezig waren. Ja, vroeger waren er zulke negertjes geweest, maar dat was jaren geleden. Er was zelfs iemand die meende te weten dat de 'negertjesmal' versleten was, zodat de productie ervan niet meer lukte. Na de middag besloten we om alle kraampjes af te lopen. Maar ook daar weer: niks... Ja er zat dan niets anders op dan met lege handen naar huis te gaan, jammer maar niets aan te doen. We namen de weg naast de Basiliek om naar de parking te gaan. Er staat daar ook een oud gebouwtje waar de toiletten in onder gebracht zijn. Daar zag ik hem, van pure verbouwereerdheid kon ik alleen maar met mijn vinger wijzen, tot ik op de juiste woorden kwam. Daar!!! Achter een glazen ruit stond ons negertje. Zou de WC-meneer hem daar staan hebben om zijn dagelijkse verdiensten in te deponeren? Wat bleek nu? De brave man stelde in de kleine vitrine enkele spullen tentoon, als extra bijverdienste. De prijs was ook een meevaller omdat M. een veel hoger budget had voorzien. De man vertrouwde ons toe op een samenzweerderstoontje, dat we niet te lang moesten wachten als we er nog eentje wilden want er waren er nog maar 25!!! Onderweg naar huis raakten we maar niet uitgelachen om het hele voorval. De conclusie van dit verhaal zou kunnen zijn: is er iets dat je in geen enkele winkel vindt... misschien kan je dan eens naar Scherpenheuvel rijden. Maar vergeet dan vooral niet naar het openbaar toilet te gaan.!
M. was er al een tijdje naar op zoek. Het moest een speciaal geschenk worden voor haar broer zijn 50e verjaardag. Ze had al hier en daar eens rondgevraagd en iedereen verzekerde haar dat ze het in Scherpenheuvel zeker zou vinden, want daar waren van die winkels waar je zoiets zelfs op bestelling kon laten maken. Ik had mij laten overtuigen om mee te rijden en zodoende vertrokken we richting Scherpenheuvel. We gingen op zoek naar een 'centennegertje', dat goedkeurend knikt wanneer je (gul) in de gleuf in zijn schoteltje een geldstuk laat vallen. Wie kent het niet uit zijn kindertijd, toen elke schoolklas er een bezat. Ook bij de kruidenier vond je er wel een op de toonbank. Het was nog uit de tijd dat we zilverpapier spaarden voor de arme negertjes, die in een hutje woonden. Al heb ik jammer genoeg nooit kunnen achterhalen wat de sukkelaartjes ermee aanvingen. Maar voor ons was het zilverpapier ook een beetje schaars, want dat had je alleen maar als je een reep chocolade gegeten had, wat toen zeker geen dagelijkse kost was! Maar ik dwaal af: we reden dus naar Scherpenheuvel. Het wilde nog niet zo dadelijk lukken, want net van de autobaan af, was er al een omleiding. In de verte zagen we de bekende vierkante toren met de ronde koepel vol gouden sterren, maar het leek of we een beetje in een cirkel reden. M. vond dit allemaal niet erg, want dan kon ze ondertussen, (natuurmens zoals zij is), een beetje genieten van het malse groen in de wei en klaprozen en boterbloemen en zelfs koeien en het was mooi weer, zodus... In het midden van de week naar zo'n bedevaartsoord gaan, betekent weinig volk en een reuzengrote parking, bijna voor ons alleen, dicht bij de Basiliek.
Op een voormiddag viel plots de stroom uit. Het was te merken aan de radio die ineens ophield met uitheemse gerechten rond mijn oren te slingeren. De zekeringen nagekeken, niets aan de hand, de panne kwam van buiten. Met een glimlach dacht ik aan mijn oude buurvrouw die zo dadelijk in paniek zou komen vragen of ik ook zonder stroom zat. Ja hoor, even later ging de bel, het was oma van de buren. Opgewonden met haar hoofd schuddend stelde ze de verwachte vraag. 'Heb je ook geen elektriek? Ik wilde net mijn soep mixen en dacht al dat er kortsluiting was. Maar gelukkig is het dus niet zo.' Ik kon haar geruststellen en nodigde haar uit om binnen te komen. Maar zoals steeds had ze daar geen tijd voor en zoals steeds bleef ze toch aan de deur staan babbelen. Dan kwam haar kleinzoon eraan, die tegenover haar woont. 'Oma, hebben jullie ook geen stroom? Ons mama vraagt of je soms een pakje boter kunt missen?' 'Ja natuurlijk, haal er maar een uit de frigo.' Terwijl we nog stonden te praten, ging het licht plots weer aan. 'Ah prima, de panne is al opgelost!' Tot ons beider verbazing kwam haar kleinzoon dubbel van het lachen naar buiten. 'Oma ik heb de mixer maar uitgedaan, want die stond alleen in de soep te draaien.' Dit was voldoende om de vrouw in paniek naar binnen te doen vluchten. 'Och Here! Wie weet wat ik nog allemaal heb aangelaten!'
Ja, je leest dit goed, dit is geen vergissing. Alleenzijn kan ook echt voordelen opleveren. 's Morgens vroeg begint het al: geen file aan het toilet of de badkamer. Wanneer je met je ogen vol zeep naar de handdoek grijpt, dan hangt hij ook daar waar jij hem verwachtte te vinden, aan het haakje. Heb je daarna zin om je muren knalgeel te verven, dan doe je dat toch gewoon! Niemand die veelbetekenend met zijn wijsvinger tegen het voorhoofd tikt. Je hoeft ook niet halverwege te stoppen omdat er van je wordt verwacht dat er een warme maaltijd op tafel staat. Voor jezelf is een boterhammetje op de rand van de kast ook wel plezant. Vind je dat je niet in je eentje uit eten kan gaan? Er al bij stilgestaan dat je steeds een stoel bij de hand hebt om je jas of je handtas op neer te parkeren, handig toch? Kom je eens wat laat naar huis, dan hoeft er niemand je daar een opmerking over te maken of een scheef gezicht te trekken. Thuis kan je ook al je geliefkoosde programma's bekijken zonder dat je voortdurend de zender vóór je neus ziet veranderen. Je kan luidkeels meezingen met het 'swingpaleis', zonder dat iemand je vraagt om die flauwe zever te vervangen door een actiefilm. Daarbij kan je ook TV kijken terwijl je zalig met je voeten in een warm badje zit. Niemand trekt zijn neus op als er wat afgeknipte teennagels rondvliegen. Heb je in het midden van de nacht plots zin om een beetje te lezen of een kruiswoordraadsel op te lossen, zelfs muziek beluisteren, dan kan dat allemaal. En als je dan slaapt word je alleen maar wakker van je eigen gesnurk. Ach ja, misschien klinkt dit allemaal een beetje als fantasie... het ligt er maar aan hoe je het bekijkt...toch?
Ja, waarom gebruik ik de naam speedy voor mijn blog? Het was de eerste naam die mij inviel en die in mijn hart zit. Speedy was een klein puppy-meisje, koffie-met -melk kleur. Eigenaardig toch dat 'hond' mannelijk is en men altijd 'hij' zegt. Het moedertje was een héél klein Pinchertje. Maar ze was waarschijnlijk toch vreemd gegaan, want haar kindjes leken niet echt op haar. De naam Speedy kwam in mij op toen ik de moeder zag 'speeden' onder de meubels door, zo snel dat je haar met je ogen bijna niet kon volgen. En omdat de pup die ik uitgekozen had dezelfde kleur had, was de naam snel gekozen. Ik heb heel veel plezier gehad aan het hondje. Ze was zo trouw, ze verdedigde mij tegen katten en zelfs tegen de duitse scheper van de buren. Ze zou haar leven voor mij gegeven hebben. Maar toen ik weg ging moest ik haar achterlaten. Ik heb schuldgevoelens gehad, maar ik had geen keuze. Ik heb haar niet meer teruggezien. Ze was gewoon om overal mee op vakantie te gaan, maar de vriendin van mijn ex vond dat blijkbaar te moeilijk. Niemand durfde mij de waarheid vertellen, tot ik toevallig een vroegere schoonzus van mij tegenkwam. Speedy was er niet meer. Ze had een spuitje gekregen, want ze was al oud en begon te sukkelen. Is het toeval dat het net gebeurde voor ze op vakantie vertrokken? Ik had afscheid willen nemen maar dat hebben ze me niet gegund. Terwijl ik dit schrijf voel ik nog steeds een krop in mijn keel, nooit zal ik hen dat vergeven...
Hij was de jongste broer van acht kinderen. Omdat hij een nakomertje was, werd hij verschrikkelijk verwend. Zijn vader kon hem niets weigeren, hij was ook verschrikkelijk trots op hem. Hoewel hij als alcoholistische vader toch niet veel voorstelde. Zijn zoon moest de man worden, die hij in zijn turbulente leven waarschijnlijk nooit was geweest. Zelf kwam hij uit een gezin van eenentwintig (!!!) kinderen. Zijn vader was handelaar in oud ijzer geweest, en de muizen zullen daar vaak in de kast gedanst hebben. Als achttienjarige was hij per ongeluk in het vreemdelingenlegioen geraakt. In een zatte bui hadden enkele snoodaards hem een document laten onderschrijven, dus daar zat hij aan vast, voor vijf jaar. En later nog eens een keer voor hetzelfde aantal jaren. De werkelijkheid overtreft zeker de fantasie. Zoals de verhalen die hij op latere leeftijd vertelde over zijn jeugdjaren. Wanneer hij dronken was, beleefde hij die tijd opnieuw en waande zich in Indo-China. Overal zag hij vijanden die op de loer lagen. Omdat hij ondertussen ook diabetes ontwikkeld had, kreeg hij soms een delirium. Dan zag hij beesten die over hem heen liepen en kroop hij huilend weg in het hoekje van de kamer. Hij huwde op al wat latere leeftijd met een weduwe die zelf al vijf kinderen had. Samen kregen ze er nog eens drie bij. Twee meisjes en een jongen. Hij heeft zijn zoon, zijn grote trots maar zien opgroeien tot zestien jaar. Eens volwassen ging het mis met de zoon, hij had hetzelfde drankprobleem als zijn vader. Hij huwde en kreeg een dochter, maar hij tiranniseerde zijn vrouw en ook zijn oude moeder. Die laatste hield eigenlijk het koppel nog een beetje bijeen. Dus toen zij overleed, gingen ze uiteen. Hij begon te zwerven, en dronk veel te veel. 't Schijnt dat alcoholisme erfelijk is, en waar hij ondertussen overal gezeten heeft is niet zo bekend. Een van de zussen heeft nog geprobeerd om terug contacten te leggen tussen hem en de familie. Maar hij wilde niet, hij kon het niet aan en schaamde zich.
Toen ze het slechte nieuws kregen, hadden ze hem twintig jaar niet meer gezien. Aan zijn sterfbed zagen ze hem terug. Hij lag op de intensieve, in coma. Hij was straalbezopen geweest toen hij zich heel slecht voelde worden. Hij was dan nog te voet tot aan het ziekenhuis gesukkeld, onderweg een paar keer tegen de vlakte gegaan en op zijn hoofd gevallen. Hoe hij op spoed geraakt is was een raadsel, omdat het toch zo'n drie kilometer lopen was. Daar hebben ze hem opgevangen en is hij in een coma geraakt. Zijn lever was volledig naar de vaantjes door cirrose en het vallen had nog voor een hersenbloeding gezorgd. Zo zag zijn familie hem terug, hij zou niet meer ontwaken. De schatting was dat hij hoogstens nog een dag of twee te leven had. Maar toen een zus tegen hem praatte, (ze zei dat hij niet alleen was en noemde de namen van allen die aanwezig waren), ging heel even zijn hartslag wat sneller en het leek of er een lichte beweging in zijn hand was, welke ze vasthield. Zij was er zeker van dat hij haar gehoord had, ondanks dat het volgens de dokters niet kon. Heel even maar... enkele uren later was hij dood. Veel te jong, maar vijfenveertig jaar. Maar jarenlang roofbouw plegen op je lichaam doe je niet ongestraft. Niemand was bereid om zijn erfenis aan te nemen (schulden). Maar toch hebben ze allemaal samengelegd om hem een serene uitvaart te bezorgen. Een korte dienst in het crematorium, met een priester. Het was onwaarschijnlijk dat hij nog in een kerk was geweest, maar zijn moeder had hem katholiek opgevoed en daarom. Er was gezorgd voor mooie muziek, die hem na de crematie ook begeleidde naar de strooiweide.
De zon scheen en op het ogenblik dat de urne geopend werd, kwam er even een lichte bries langs welke de asse meters ver deed waaien. Het leek op een zucht en had iets bevrijdends.
Hij wilde al lang niet meer leven en nu kreeg hij de rust waar hij zo naar verlangd had...
Een zondagse rommelmarkt hééft toch iets. Als je het even nuchter bekijkt, wat de ene niet meer nodig heeft of beu is, blijkt voor de andere dan weer een koopje. Soms net dat ene waar hij al heel lang naar zocht. Meestal ga je er ook naartoe met het idee: ik ga me niet laten verleiden om iets te kopen, hoe mooi of hoe goedkoop het ook mag zijn. En dan blijkt daar plots iemand te staan die ergens een zolder ofzo heeft leeggemaakt. Hopen beeldjes, ingepakt in kranten met het jaartal: 1986. Ze worden allemaal verkocht aan tien cent per stuk, das voor niets! Ik heb een sterk vermoeden dat er ook waardevolle exemplaren tussen staan. Maar gelukkig ben ik het 'beeldjesverzamelenstadium' al lang voorbij. Dus niks voor mij. Tot ik iets anders zie... porseleinen poppen... waar ik wel een hele verzameling van heb. Ik weet, ik heb mij al lang voorgenomen om er geen meer te kopen omdat ik geen plaats meer heb. Maar misschien... als ik ze een beetje samenduw... Het zijn poppen van een betere kwaliteit en na wat bieden kan ik er een krijgen voor vier euro... Ze is zo mooi, met een gestreept bloesje en broekje met pijpjes in wit en rose. Daarover een jeansrokje en sokjes met witte kant en kleine rose schoentjes aan haar poppevoetjes. Haar kapsel is volledig in orde, want dat is belangrijk, de lange krullen mogen niet uitgekamd zijn. Het gezicht telt ook, er moet expressie te zien zijn. Zij heeft een heel verwonderde blik. Natuurlijk kan ik niet weerstaan... en nu staat ze bij mij, tussen een bruid in vol ornaat en een ballerina in rose tutu. Vanonder haar wilde krullenkapsel kijkt ze mij aan. Misschien toch verwonderd omdat ze in mijn kast geraakt is. 't Zou kunnen dat ik volgende zondag ga kijken of die andere poppen er nog zijn. Maar ja, ik heb geen plaats meer... toch?
Tien jaar geleden werd Dutroux gesnapt. Niemand die zal zeggen: Dutroux? Wie is dat? Geen mens zal dat vergeten. Ook niet het ogenblik dat je op de radio hoorde: Dutroux is ontsnapt. Ik weet nog exact waar ik mij op dat ogenblik bevond. Namelijk in de 'Casa', en het was vol ongeloof dat ik het bericht hoorde. Een wildvreemde vrouw die langs mij doorkwam keek al even ontzet als ik. Dit had geen woorden nodig, terwijl onze blikken elkaar kruisten, dachten we hoogstwaarschijnlijk net hetzelfde. Heel even schoot mij nog iets door mijn hoofd van een aprilgrap, maar dat was al een tijdje voorbij, dus...
Deze morgen op de radio ook nog dit: Kofi Annan verklaart dat er morgen om 7h een 'staakt 't vuren' is. Goed nieuws natuurlijk, maar begrijpe wie kan, zou het allemaal zo simpel zijn? Wat doen ze ondertussen? Nog rap een paar mensen neerschieten? En enkele raketten opsturen? Ja want morgen liggen die daar toch maar te liggen...
Vandaag voor de eerste maal gaan turnen, hier in 't gebouw. Dat was ook de reden dat ik hier wilde wonen, alles bij de hand. Ik wist niet hoe intens het ging zijn, dus had ik maar een handdoekje meegenomen voor als er zou gezweet worden. En ik had het nodig! Dat is wat een mens moet hebben, wat beweging, eens zweten, een beetje conditie opbouwen. Er werd ook meer gelachen dan wat anders, zo hoort het ook, plezant moet het blijven. Ter compensatie is er deze namiddag ijssalon, (verloren caloriëen weer terug). Ik heb vorige week een bonnetje voor het ijs gewonnen door mee te spelen met de drie wijzen, waar ik als tweede ben geeindigd.
In Maasmechelen werd een inbreker op heterdaad betrapt, en eens goed afgerammeld. Ik weet ook alleen maar wat ze op TV getoond hebben. Iedereen liet verstaan: ik zou hetzelfde gedaan hebben. Ik kan me wel voorstellen wat een spanning het moet meebrengen wanneer er dagelijks in de buurt ingebroken wordt. Zelfs de politie verklaarde dat ze meer hadden moeten doen (!). Terwijl ze ondertussen hun woorden al terugtrekken. (op het matje geroepen?) Het kan zijn dat de dader (die hier dan het slachtoffer geworden is, of hoe zit dat?) het kan zijn dat hij door een andere oorzaak dan de slagen overleden is.
Het is verkeerd, van twee kanten bekeken.
Maar veronderstel nu eens dat je zo'n man, zo'n verslaafde, die gaat inbreken om het geld dan weer aan drugs uit te geven, zèlf in je familie hebt. Hij is altijd iemands zoon of broer of neef... of misschien zelfs vader... Hoe sta je daar dan tegenover. Ben je dan ook onverschillig... hij heeft het zelf gezocht...
Ik kan alleen maar zeggen als de wereld zo wordt, dan ben ik bang... misschien nog meer dan van inbrekers.
Op de camping in Ault was er op zaterdagavond ook wat animatie voorzien. Bijvoorbeeld een concert van de plaatselijke fanfare. Die vertrokken dan in groot ornaat in het centrum, en kwamen zo spelend de berg af tot aan de camping. Maar omdat het zomer was en dus warm, werd er onderweg op tijd bijgetankt. Tegen dat ze ter plaatse waren, ging er in de bochten wel eens ene bijna het decor in. Maar dat lag natuurlijk aan de weg die nogal kronkelend was. De dirigent liep voorop, zwaaiend met zijn stokje. Hij keek niet achterom, ze zouden wel volgen. De man had iets stralends, wat hem een hoog knuffelgehalte gaf. Zijn Einstein-kapsel, met lichtjes grijzende manen, wapperend in de zeewind. Hij deed dit duidelijk met plezier. Dan namen ze plaats op de gereedstaande stoelen en deden hun best om het publiek te behagen met hun muziek. Natuurlijk werden ze op tijd voorzien van hun natjes en droogjes. Af en toe klonk er wel iets buiten de maat of te vroeg of te laat. Maar niemand die zich daaraan stoorde.
Héél laat werd de aftocht geblazen. Aan de andere kant gingen ze de berg weer op zodat ze terug in het dorp konden geraken. Dat ging al minder vlot. De blazers klonken al lang niet meer zuiver, sommigen deden zelfs niet meer mee en er werd al wat meer zweet afgeveegd. Het kan nog wel een tijdje geduurd hebben eer iedereen terug thuis was.
Maar... gelukkig waren er onderweg nog véél... kapellekes...
Ik wil graag nog wat verder gaan op (brood) een eerder stukje. De brandweer van Ault had eens op een zondagnamiddag een demonstratie gepland. Wegens hun jaarlijks feest. In het midden van het marktplein stond er een grote brandstapel gereed. Ze gingen eens aan de mensen laten zien hoe bekwaam hun mannen wel waren. (en snel!) Het aansteken van het vuur wilde niet zo vlotten, omdat de wind van de verkeerde kant kwam. Maar toen dat tenslotte lukte, kregen de mannen een geweldig applaus, wat ze buigend in ontvangst namen. Het leek wel een film van Louis De Funés. Dan loeide het alarm en kwam de brandweerwagen, (die net achter de hoek stond) vliegensvlug aangereden. Met piepende banden maakten ze eerst een ereronde. Dan begonnen ze na veel geprutsel, met hun ouderwetse spuitdingen het vuur te blussen. Niks te vroeg, want anders was het misschien vanzelf uitgegegaan. Zo hadden ze hun ding weer gedaan tot het volgende brandweerfeest.
Maar op een drukke dag hebben we ze eens echt in actie gezien, de helden. We hadden een wandeling gepland in de hoofdstraat, (er was er maar een, die dan ook nog doodliep.) Zodat je de mensen die naar een parkeerplaats aan 't zoeken waren, na een tijdje weer zag langskomen. Vanuit de verte zagen we de grote brandweerladder tegen de muur van een hotel staan. Natuurlijk, wij dichterbij zoals goede toeristen om niks te missen. Omdat we geen vuur of rook zagen, was het niet zo direct duidelijk wat er aan de hand was. Maar dan hoorden we het verhaal: twee dames, moeder en dochter die samen in het hotel logeerden, hadden daar 's middags gegeten. Dan was de moeder een beetje op bed gaan liggen omdat ze zich niet zo goed voelde en had de binnendeur gesloten. Na een tijdje begon de dochter zich toch ongerust te maken over de oude dame, maar ze kreeg geen gehoor en vermits de deur gesloten was, kon ze ook niet binnen. Het ergste vrezend had ze dan maar de ambulance gebeld. Maar omdat die niet zo gauw een oplossing zagen, haalden ze de brandweer erbij. Met groot kabaal, zoals het hoort, meldden ze zich. De grote ladder werd uitgeschoven tot aan het terras van de bewuste kamer. Na een tijdje over en weer geroep, werd er dan uiteindelijk toch beslist wie de taak op zich zou nemen om naar boven te klimmen. De dappere man klom over het terras en keek door het raam, terwijl hij luidop verslag uitbracht van wat hij daarbinnen zag. De bewuste dame lag op het bed maar reageerde niet, zelfs niet als hij stevig op het glas bonkte. Onder aan de ladder stond de commandant die bevelen naar zijn ondergeschikte riep. Hij moest dan maar het raampje van de badkamer inslaan om zo naar binnen te kunnen. Maar om daar te geraken moest hij even een gevaarlijk maneuver uitvoeren. Heel even hing hij daar tussen hemel en aarde.(blijkbaar dacht niemand er aan om de ladder te verplaatsen) Hij kreeg een luid applaus van het publiek toen hij met een hamertje klingelend het raampje stuksloeg en naar binnen klom. De spanning was te snijden, iedereen wachtte bang af. Dan plots ging de terrasdeur open en een stralende jongeman kwam naar buiten met aan zijn arm een wankelende vrouw, die lijkbleek zag van het verschieten. Je zal daar maar na een heerlijk flesje wijn aan tafel, je middagdutje gaan doen en vast slapend wakkergemaakt worden door een onbekende jonge brandweerman. Het applaus was oorverdovend en de man nam buigend de hulde in ontvangst, dat had hij toch maar goed opgelost. De vrouw moest erbij gaan zitten want ze beefde op haar benen.
Ze vroeg wat er aan de hand was, en wat deed al dat volk daar, was er misschien ergens brand?...
Ik herinner mij dat er vroeger bij ons thuis schaak gespeeld werd. Mijn mama was daar vrij goed in. Als kleine uk van zes, kon ik geboeid kijken naar een spel dat soms wel vrij lang duurde. Op een dag verraste ik iedereen door te vragen of ik mocht meedoen. Glimlachend werd mij verteld dat dit toch geen spel was voor kleine meisjes. Maar na lang zagen en zeuren mocht ik laten zien wat ik ervan had opgestoken. Vol ongeloof moesten ze toegeven dat ik het spel meester was. Ik had zolang geobserveerd tot ik alle zetten kende. Nu ga ik niet vertellen dat ik een schaakwonder geworden ben ofzo, eerlijk gezegd heb ik er niet veel aan gedaan. Maar zovele jaren later toen ik alleen kwam te staan, (ik kende nog niet zoveel nieuwe mensen), kocht ik mij zo'n schaakcomputer. Alhoewel ik vind dat dat kleine ding niet zo snel aan een computer doet denken. Na mijn werk zat ik dan wat te schaken en daardoor leerde ik ook veel bij. Ik besloot dan aan te sluiten bij een schaakclub, want ik wilde wel bij een hobbyclub. Na een testje werd ik goed bevonden om mee te doen aan de competitie waar ze al een tijdje mee bezig waren. Ik veronderstel dat door mij te verslaan ze nog wat extra punten konden verdienen ofzo. Eigenlijk was het wel een beetje spijtig dat ik daar de enige vrouw was. Buiten enkele oudere mannen waren de meesten studenten. Al dadelijk ergerde ik mij aan hun manier van spelen. Het ging daar vooral om tijd. Ze kwamen even een zetje doen, duwden de klok af en gingen ergens kletsen. Op die wijze had ik problemen om mij fatsoenlijk te concentreren. Eerlijk gezegd vond ik het ook niet zo fijn om daar in mijn eentje op dat bord zitten te staren, en ook een beetje arrogant van die gasten dat ze er zo zeker van waren dat ze mij konden verslaan. Tot op een keer mijn tegenspeler het bord ondersteboven keerde omdat ik zijn dame onschadelijk had kunnen maken, waardoor zijn koning ook in een delicate positie kwam te staan. Ik was geschrokken door zijn reactie, maar het werd nog erger. Hij begon te vloeken en beweerde dat hij maar best van een brug kon gaan springen. Blijkbaar had deze zet hem veel punten gekost. Maar ik vroeg mij al onmiddellijk af waar het plezier van het spelen was, zoals ik mij herinnerde van vroeger, rustig, zonder klok, genietend (vooral!) Natuurlijk ben ik ermee gestopt, op die manier hoefde het voor mij niet meer. Het was ook een beetje pijnlijk genant.
Binnenkort ga ik hier scrabbelen, hopelijk gaan ze ook niet spelen alsof hun leven ervan af hangt...
Ik heb de indruk dat niemand kan slapen met deze plakkerige, zwoelerige, zweetuitlokkerige atmosfeer. Niet direct een moment om dichterlijke gevoelens te koesteren. (kunnen hersenen eigenlijk uitdrogen?) Het lijkt er anders wel op, als ik zo in mijn eigen hoofd wat rondkijk.
Het gebeurt wel als ik niet kan slapen dat ik enkele spelletjes 'spider solitaire' speel. Gewoon de gemakkelijkste vorm, verstand op nul, je hoeft immers toch niet na te denken. En daarbij win je dan ook meestal, waarna er een spetterend vuurwerk losbarst. Eigenlijk onnozel, maar... dat zal dan waarschijnlijk ook de bedoeling zijn. Zo zie je toch maar weer dat alles in het leven zijn nut heeft.
Al was het maar om een nietszeggend stukje te kunnen schrijven...
Voila, even uit de running geweest, wegens verhuis. (driemaal oeff!!!) Ben er weer, nog veel werk maar het voornaamste is achter de rug. Ik haat verhuizen en hopelijk hoeft het nooit meer! Het blijft puffen en blazen, 't is ook nooit goed. Maar ja, dat is toch eigen aan de mens.
Wat wij 'Frans brood' noemen, daar hoef je in Frankrijk niet naar te vragen. Dat kennen ze niet. Ze hebben ontelbare soorten brood met de raarste benamingen. Maar hun dagelijkse kost is toch wel de 'baguette'. We gingen vroeger wel eens op vakantie naar Le Treport, dat ligt op de grens Picardie-Normandie. Toen nog niet zo toeristisch bekend en dus heerlijk. Alhoewel het maar zo'n 400 km van hier ligt, kan je daar wel spreken van een microklimaat. En de charme van de streek is de spontaniteit van de bewoners. Als je maar Frans spreekt, ben je een van hen. Je zou de mentaliteit daar kunnen vergelijken met de jaren vijftig. Iedereen praat met iedereen en vooral als je een hondje hebt, word je gedurig aangesproken. Honden worden daar ook ongelooflijk verwend, want de meesten worden door hun baasje gedragen. Ze zijn zelfs zo lui dat ze niet eens blaffen. Of het aan de goede lucht ligt of omdat ze 's morgens vroeg al met baasje in de bar zitten (aan de Pastis), wie zal het zeggen. Maar het ging over de baguette. Iedereen loopt daar rond met zijn brood (onverpakt). Er gebeurt ook vanalles mee. Ik denk niet dat er een enkel brood ter bestemming geraakt zonder dat er stukken af zijn. De koper lust wel het kapje, dat lekker krokant smaakt. De hond krijgt natuurlijk ook een stukje, door zijn bedelende blikken. Dan de baby in de buggy, zo heeft die ook zijn bezigheid. Onderweg gaat er nog een stukje af voor de meeuwen, die met hun doordringend geschreeuw de aandacht vragen. Het brood maakt nog andere dingen mee. Als iemand zijn schoenveter moet binden, legt hij de intussen al korter geworden baguette even op de grond. Het meest ongelooflijke was wel: achter in de auto, op de hoedenplank, de hond netjes naast de daar uitgestalde broden. De vrouwen van het dorp gaan ook gewoon naar de bakker in hun schort, wat voor ons bijna onvoorstelbaar is. En dan de discipline die ze daar opbrengen. Zonder een enkele uitzondering gaat iedereen daar in de rij staan, geduldig zijn beurt afwachtend. Dit zal je hier nergens zien. (vraag maar aan Hill, die kent daar alles van. De arme man heeft daar zelfs trauma's aan overgehouden!) Aan het brood wordt dus niet zoveel zorg besteed, maar koop eens patisserie, die wordt ingepakt in een doosje met als toemaatje nog een strikje errond.
Ach ja, onlangs heb ik gehoord dat alles daar begint te vervallen. De krijtrotsen en de Engels-aandoende huizen zijn stilaan voor de sloop. De jonge mensen willen niet meer uitvaren met de vissersboten. Ze zoeken werk op andere plaatsen.
Jammer dat je niet een beetje van die sfeer in een doosje kan bewaren, en even snuiven wanneer je er behoefte aan hebt.
Wat heb ik nu gehoord? Jeannine Bisschops en Jonny Voners zouden uit elkaar gaan. Ik ben er niet goed van. Ik weet wel dat het in de mode is om uiteen te gaan. Maar er zijn toch altijd uitzonderingen waarbij je verwacht dat het gewoon niet kan. Sommige mensen horen gewoon bij elkaar en toch... Het is net hetzelfde alsof Nicole en Hugo zouden scheiden. Dat zijn zo van die koppels net als siamese tweelingen. Ik ben ervan gepakt, al weet ik niet goed waarom. Het geeft mij een gevoel alsof er geen enkele constante meer bestaat op het gebied van samenzijn. Ook zo bij Tom Cruise en Nicole Kidman. Dat was zo'n modelkoppel. Ik heb steeds gedacht dat die twee terug samen gingen komen.
Ik ben waarschijnlijk te gevoelig en te romantisch. Alweer een zeepbel die uiteenspat. Ik zal het toch eens moeten afleren...
Toch een mooi idee, een concert voor verdraagzaamheid onder alle mensen? Al die grote namen die daaraan willen meewerken. Maar ik snap het niet zo goed, wat heeft in Godsnaam de politiek daarmee te maken? Omdat je achter het idee staat ben je dan plots rechtser of linkser? We zitten echt wel in een tijd dat daar eens wat aandacht aan mag besteed worden. Zelfs de voorbije zondag op het grote voetbalfeest, werd er vanaf het podium meermaals aan herinnerd dat het vooral een feest moest blijven. Al waren de meeste aanwezigen Italianen, wellicht zaten er ook wel enkele Franse supporters tussen. Het grote scherm stond er voor iedereen. Er werd gevraagd dat men zijn waardigheid zou bewaren, wat de einduitslag ook mocht zijn. Dat was toch hetzelfde als verdraagzaamheid. Lieve mensen zangers en zangeressen, doen jullie je ding maar. Er zijn waarschijnlijk meer mensen die voor zijn dan tegen. Ik zal er in elk geval van genieten met volle teugen.
Wegens onvoorzien omstandigheden moet ik aan het vorige stukje een eindje bijbreien. Tot mijn grote verbazing is het geblutste, verroeste, gekrompen, vervloekte, ellendige paaltje in de rootenstraat plots verdwenen. Je kan je daar wel vanalles bij fantaseren, maar wat zou er echt mee gebeurd zijn? Zou de verzekering iemand ingehuurd hebben om het onding stiekem te laten verdwijnen? Of heeft iemand die onbekend wenst te blijven, het meegenomen na de zoveelste aanrijding, als aandenken om later aan zijn kleinkinderen te tonen. Zien jullie? Deze bluts was van opa zijn camion en deze streep ook. Misschien heeft de gemeente wel bedreigingen ontvangen om het ding uit te graven. Je weet maar nooit of daar geen maffia-baas in 't midden van de nacht zijn dure bumper heeft op stuk gereden. Het zou ook kunnen zijn dat er deze keer een zware pletwals langsgekomen is, boem ...patat... vlak erop... weg paaltje.
Maar een simpele uitleg kan ook zijn dat het arme paaltje van schaamte om zoveel heisa, gewoon vanzelf in de grond gekropen is...
Het is plezant om in het centrum te mogen wonen. Je hebt alles dichtbij, de bushalte voor de deur, met verwarmde bushokjes. Maar het is niet zo simpel als het lijkt. In die hokjes liggen meestal wel daklozen te slapen, languit op de banken, genietend van de gratis warmte. (ik schreef dit stukje al in de winter) En ondanks het rookverbod, dat duidelijk aangegeven is, gelukzalig paffend. Ze hebben zelfs een systeem ontdekt om eens uit te luchten, met een rietje blokkeren ze de automatische deursluiting, zodat deze blijft openstaan. weg warmte, foetsie...alsof het niks kost. Dit maakt dat de echte busreizigers (waarvoor deze schuilhuisjes toch bedoeld waren) buiten blijven staan. Vooral als het donker is. Onze voetpaden houden ook wel eens verrassingen in. Het is helemaal niet aan te raden om tijdens het stappen omhoog te kijken, neen dat vooral niet doen. Iedereen houdt beter zijn ogen zedig naar beneden gericht om zijn voeten in 't oog te houden. Dat is echt wel nodig hoor! Die mooie rode klinkers gaan op sommige plaatsen een eigen leven leiden. Waar je het niet verwacht komen ze eens naar boven piepen, zodat je er gemakkelijk over kan struikelen. Sommige verdwijnen gewoon in het niets. Ik denk niet dat het wandelende stenen zijn, maar eerder dat ze meegenomen worden door mensen die bezig zijn een oprit aan te leggen bij hun thuis. Als je bij elke wandeling enkele stenen meeneemt, krijg je heel goedkoop een mooie oprit (of afrit, 't is maar hoe je het bekijkt). Het is net zoiets als zegeltjes van de winkel sparen, gelijk dat vroeger was. Maar er is nog veel meer! Aan de ingang van de stationsstraat, bevonden zich witte stippellijnen op de weg. Alhoewel ze geschilderd leken te zijn, waren ze uit kunststof en staken enkele centimeters boven de grond uit. Mensen dat daar over gestruikeld zijn! Meer dan een keer heb ik de honderd gebeld om een slachtoffer van zo'n valpartij te komen ophalen. Er lag eens een mevrouw op straat met een hoofdwonde waar het bloed uitsijpelde. Dan moet je wel de ambulance bellen. Niet zoals dat verwijfde mannetje dat daar stond te zuchten: 'ik kan daarr nie tegen... al da bloed! Ik ga flauwvallen!' Maar toch ging hij dichterbij, zakdoek tegen de mond om toch maar niets van het spektakel te moeten missen. Als iedereen zo reageert! Ik zei: 'mijnheer, als er met u zoiets gebeurt, wil u ook geholpen worden!' Maar onlangs moet er een belangrijk persoon over gestruikeld zijn, want de witte stippen zijn weg, foetsie... gewoon verwijderd. Op diezelfde plaats staat er ook zo'n paaltje dat in de grond zinkt, zodat de straat kan afgesloten worden. Maar het blijft een stukje boven het wegdek uitsteken, ideaal... om over te vallen. Zelfs Rick De Leeuw (die op gedichtendag over de markt liep) schrok zich een hoedje toen hij op zo'n ding trapte. We hebben het allemaal op TV mogen zien, toen hij vroeg wat dat in Godsnaam was, hij kende dat niet. Er zijn ook al enkele auto's geweest die onzacht in aanraking kwamen met het paaltje, dat ongehoorzaam omhoogschoot, vlak in de motor. In de Rootenstraat, daar staat misschien wel het meest beruchte paaltje. Ongeveer een keer per maand rijdt daar wel een vrachtwagen tegenaan, zodat de verzekeringen het ding hoogstwaarschijnlijk al vervloekt hebben. Het wordt gewoon weer teruggezet, maar is ondertussen al zo versleten dat het al heel diep in de grond zit. Trappen zijn hier ook genoeg, ze zijn als paddestoelen uit de grond gegroeid. Waar we vroeger te maken hadden met lichte hellingen, verrezen plots die trappen. In het begin amper herkenbaar, de mensen vielen daar met bosjes tegelijk. De gipsindustrie moet het gemerkt hebben, dat kan niet anders. Tegenover het grootwarenhuis heb je ook zo 'n trap. De bedoeling zal geweest zijn om die te gebruiken als tribune wanneer er een stoet langskomt. Maar er is geen rekening gehouden met de vele bejaarden die net daar wonen. Om de straat over te steken moeten ze een heel eind omgaan als ze de trap willen vermijden, tot aan het zebrapad en dan weer terug aan de andere kant van de weg. Ik heb ooit een oude dame op handen en voeten die trap zien afdalen, het bespaarde haar wel zo 'n 300 meter gaan. Van waar ik woon heb ik ook een goed uitzicht op de rotonde die niet voor niks 'Place misère' genoemd wordt. De fontein die eerst met veel tralala geopend was, is afgesloten omdat ze het vertikte om zich te laten regelen. Het leek wel een 'kat en muisspelletje'. Als de ene kant wat meer water kreeg, ging het aan de andere kant lager. Het water liep overal... behalve waar het moest. Je zou waarempel al aan 'verborgen camera' gedacht hebben. Ach maar al bij al, als ik zo mijn bedenkingen maak, dan moet ik toch bekennen... mijn stad, ik hou van u, ik hou van u...u...u...
Nog niet zo lang geleden stak kardinaal Danneels een belerend vingertje omhoog met de vraag: 'Waar waren wij toen Joe werd vermoord voor zijn mp3 spelertje? Zijn de mensen zo onverschillig geworden, dat ze gewoon doorlopen als er een jonge man in de bloei van zijn leven wordt neersgestoken, in volle dag vlak in het zicht van de passanten?
Neen, de mensen zijn niet onverschillig, maar gewoon bang. Sommige jongeren geven je een gevoel van onveiligheid. En de arme man die, met de bus op weg naar zijn werk, zich wel moeide met een stel amokmakers? Hij betaalde gewoon met zijn eigen leven. Hopelijk worden de daders snel gevonden. Laat ze de wetten maar aanpassen en een nultolerantie invoeren. Het schijnt bij sommige jongeren de gewoonste zaak van de wereld te zijn dat verbale agressie samengaat met klappen uitdelen en erger. Vanuit mijn raam (4e verd ) zag ik eens op het voetpad twee groepjes van zo'n man of zes elkaar kruisen. Onverwachts begonnen ze op elkaar te kloppen, en het duurde maar heel even en toen vervolgden ze gewoon hun weg alsof er niets was gebeurd.
De wereld is echt waar om zeep en het zal er niet op beteren...
Een lege cavia-bak, dat werkt deprimerend. H. heeft ook een caafje en heeft last van allergiën. Dus ga ik haar adopteren. (het caafje, niet H.) Eigenlijk heeft het beestje vele namen, maar ik noem haar Pinky. Natuurlijk kan ze mijn Babe niet vervangen, die was uniek, net zoals Pinky ook uniek is. Ze is bruin met een ondeugend wit kruintje net in 't midden van haar oortjes. Als dat kruintje mooi open staat heeft ze wel wat weg van stripheld Jommeke. Ze is ook heel slim want ze weet heel goed dat ze kan bedelen door mooi op haar achterste pootjes rechtop te staan. En wie kan daaraan weerstaan? Ze is hier al eerder op vakantie geweest, dus we kennen elkaar al. We gaan zeker de beste vrienden worden.
Ik kan alleen maar hopen dat ze wat langer mag leven dan Babe...
Mijn Babe, mijn kleine cavia, altijd zo levendig geweest. Soms ook een beetje ondeugend. En dan net alsof ze met je lachte omdat je boos werd. Ze is er niet meer. Ze is voorgoed ingeslapen. Het kon niet anders.
Na een (korte ) hittegolf: onweders. De normaalste zaak van de wereld. Sommigen krijgen natuurlijk een overdosis, daar hebben ze dan ook niet naar gevraagd. Maar zo net genoeg, zodat alles wordt schoongespoeld. Het gele stof is weg, je ruikt de aarde die het water broodnodig had. Je gaat even op je terras staan en ademt diep de verkwikkende zuurstof in. In de verte verdwijnen de donderkoppen om ergens anders te gaan huishouden. Een dikke zwarte merel fluit de finale van het spektakel, nadat hij in de dakgoot rondgesplasht heeft.
Kon er in je hart en je gevoelens ook zo'n regenbui eens alles opfrissen. Een frisse nieuwe start kunnen nemen. Maar alles zit vastgeroest en ik ben bang dat het zo voor eeuwig zal duren. We zien wel... niet te veel nadenken...
Ja ik ga verhuizen! Een heel vervelende zaak. Ik weet dat er mensen zijn die graag eens van huis veranderen, maar daar hoor ik dus niet bij. Het is ook nog een speciale verhuis: ik heb een 'seniorenflat' gekregen. Ik hoor daar sinds kort ook bij. Sommigen zeggen zelfs 'serviceflat' en dat maakt dat ik toch even moet slikken. Dit zal dus waarschijnlijk mijn laatste verhuis zijn. Tot ik geroepen word om naar de 'eeuwige jachtvelden' te gaan, ginder, de zonsondergang tegemoet.(wel zonder paard) Gelukkig voel ik mij nog niet oud, maar als ik eerlijk moet toegeven, het begint toch al allemaal een beetje minder vlotjes te gaan. Zestig worden is een mijlpaal in het leven welke toch kan tellen. Ik heb zo het gevoel dat ik van nu al mag beginnen af te tellen. Niet dat ik zo pessimistisch van aard ben, maar toch, je moet open staan voor de waarheid. Waar ik het ook moeilijk mee heb, als alleenstaande, is dat je anderen om hulp moet vragen. Ik weet dat je dat moet doen en niet altijd wachten tot ze het zelf aanbieden. Want andere mensen kunnen niet weten wat je denkt. Het is belangrijk dat je duidelijk bent. Het zal wel effe wennen zijn. Als ik daar binnenkom zie ik zoveel óude mensen. Daar hoor ik nu dus ook bij. Je kan honderd maal zeggen: vanbinnen ben ik nog jong... en je kan je buitenkant wel verzorgen zodat je toch wat positieve uitstraling hebt... Maar het is nu eenmaal de waarheid en daar kom je niet onderuit!!! Tot daar mijn bedenkingen...
Het is een heel gezellig appartement, aangepast aan mijn budget, goed gelegen in het centrum. Ook met een mooi uitzicht. Met een bushalte voor de deur, (die ik nu ook gratis heb) . Ik heb een terrasje (heel belangrijk!) . In het gebouw bevindt zich een dienstencentrum. Je kan er gaan eten aan een heel democratische prijs. Er zijn bijna dagelijks activiteiten, en dat is dan niet alleen kaarten,(waar ik een hekel aan heb). Maar bvb. turnen, tai-chi, scrabbelen. Schilderen doe ik zelf ook en ik ben nog altijd lid van een amateurtoneelgroep, waar ik meestal het souffleren voor mijn rekening neem. Uitgaan dat is bvb. naar toneelvoorstellingen gaan kijken of een optreden van Bart Herman of anderen. Ik maak foto's in het park van alle seizoenen, welke ik opsla op mijn pc. Sinds kort hebben we niet zo ver weg een 'Euroscoop'. Dan heb ik ook nog mijn vrijwilligerswerk, dus ik ben nog niet afgeschreven en zie nog geen verveling aankomen. Als nu alle rompslomp achter de rug is... ga ik daar leven gelijk God in Frankrijk...
Kleine jongentjes willen later allemaal brandweerman of politieagent worden. Toen ik een heel klein meisje was wilde ik ooit prinses worden. In mijn eindeloze fantasiewereldje vond ik dat dat moest kunnen, als ik het maar hard genoeg wenste. Eigenlijk toch schattig zo'n kinderdromen, niet? Met het opgroeien werd dan stilaan duidelijk dat mijn wensen onmogelijk in vervulling konden gaan. Wist ik veel dat je als prinses geboren wordt. Ik denk er nog wel eens aan. Maar wat betekent die term prinses? Als je al je rekeningen kan betalen en er zijn genoeg dingen waar je stilletjes van kan genieten, zodat je, (al is het maar een beetje), een gevoel van vrede en vreugde in je hart hebt... Is dat dan ook niet zo'n beetje prinses zijn?...
Ja eindelijk een zaterdag, waar alles op een lijntje viel: mooi weer, tijd, zin en al de rest wat er zo bijhoort om een dagje naar zee te gaan. Met de trein uiteraard. Blankenberge... je weet waar het beste restaurant, kwaliteit en prijsverhouding, gelegen is. Waar de koffie heerlijk is. Welke winkels je wil zien. Welke wandeling je wil maken, om dan net daar heerlijk met de beentjes in de zon te gaan zitten. Je huid slurpt de zalige warmte gulzig op. Je zou voor minder poëtisch worden. Om vijf uur de bekende huisgemaakte pannenkoek vergezeld door een kop romige chocolademelk. En dan weer door de winkelstraat richting station, in een gelukzalige stemming. We zeggen net tegen elkaar dat we het eigenlijk toch treffen: thuis vertrekt onze trein leeg, (altijd een zitplaats) en in Blankenberge eigenlijk weer dezelfde luxe. Ja te snel gesproken. Plots in Brugge een krakende stem in de micro: of iedereen zo goed wil zijn om uit te stappen en de andere trein te nemen op spoor vier? Er zou een foutje gebeurd zijn met de wissels... Het lijkt wel of de mensen in paniek geraken en dat alleen maar uit angst om in die andere trein geen zitplaats te hebben. Het geroezemoes dat plots weerklinkt lijkt een beetje op een zoemende bijenkorf. Er wordt geduwd en gepusht... eigenlijk angstaanjagend. Als ik ergens bang van kan zijn dan is het toch wel zo een drummende mensenmassa. Ik neem de trap aan de buitenkant, zodat ik mij kan vasthouden aan de leuning, want ik wil mij veilig voelen en niet ondersteboven gelopen worden. Waarom doen mensen zo? Er is immers plaats genoeg voor iedereen. Later die avond denk ik er over na, als er nu echt eens gevaar moest zijn en er gevraagd wordt om de trein te verlaten omdat er een bom aan boord was ofzo? Ik kan het mij eigenlijk levendig voorstellen hoe er in zo'n geval mensen vertrappeld worden. En vermits de trein echt op een verkeerd spoor stond... had er evengoed een tegenligger in volle vaart op ons af kunnen komen... Een warme dag eindigt met een ijskoude rilling over mijn rug...
Normaal ben ik niet diegene die klaagt en zeurt over het weer. Als het regent neem ik wel een paraplu mee of een regenhoedje, want ik wens niet opgesloten te zitten alleen maar door het weer. Maar nu moet ik toch wel toegeven dat het ook op mijn gemoed begint te werken. Er komt geen einde aan de regen en de wind, om van de lage temperaturen nog maar te zwijgen. Twaalf graden en het is bijna juni, nog even en we zijn alweer in de herfst. Naar zee ga je ook niet als je op TV het weerbericht ziet en hoort zeggen dat je daar "gezandstraald" wordt?? Volgende maand komt K, de zus van L van Tanzania naar hier. Haar doe je plezier met het weer van hier, lekkere frisse lucht, noemt zij dat. Ze woont aan zee, maar het water is daar warmer dan in onze badkuip. Het gekke is nu wel dat net wanneer zij hier aankomen, meestal ook het weer verandert van warm naar zeer warm. Het moet maar lukken. Echt waar, het is al verschillende malen gebeurd! Daarnet heb ik foto's ontvangen vanuit Parijs waar H met haar klas leerlingen naartoe is. In onze tijd ging je op schoolreis naar de Efteling ofzo, de tijden zijn wel erg veranderd. Maar het is hun gegund. en zo te zien is het weer daar toch iets beter dan hier. Het spreekwoord zegt: na regen komt zonneschijn... maar er wordt nooit bijgezegd hoe lang de regen duurt of hoe kort de zonneschijn...
Mijn blog is nog heel jong en ik heb ondertussen eens rondgefietst in deze categorie, bij andere bloggers. Het raakt mij diep al die mensen met verdriet en wanhoop. Maar schrijven is een goede manier om te verwerken wat men misschien niet gezegd krijgt. Dat ik van die luchtige stukjes met bewegende dingetjes schrijf, betekent nog niet dat ik geen verdriet heb. Tien jaar geleden werd ik ook gedumpt na een huwelijk van 32 jaar en evenveel jaren miserie. Op mijn vijftigste terug van nul beginnen, geen werk, geen inkomen. Na veel wanhoop en ellende ben ik er toch doorgesparteld. Mensen die hetzelfde meegmaakt hebben, begrijpen dat wel.
En niemand moet zeggen dat het met de jaren beter wordt, nee, het gaat nóóit over. De grote fout die ik heb gemaakt is: na een miserabele jeugd ben ik getrouwd met veel te veel romantische verwachtingen. Ik dacht dat het voor altijd was, maar ondertussen weet ik dat de prins op het witte paard niet bestaat. Eigenlijk mag je van het leven niet te veel verwachten, dat bespaart teleurstellingen.
En als het dan wel goed gaat heb je er dubbel plezier aan. Probeer ook uit het zelfmedelijden te geraken, want er zijn altijd nog mensen die het nog slechter hebben. Ik probeer te genieten van alledaagse kleine dingen, maar natuurlijk is het niet altijd zo simpel. Soms kijk ik naar een film op TV en plots beginnen de tranen te vloeien. Bepaalde dingen brengen herinneringen en emoties naar boven. Want wat ze ook zeggen, het gaat nooit over. Trouwen kan ik maar een keer en niemand kan mij teruggeven wat er vroeger was. En dan heb ik het niet over materiele dingen. Zo'n gezinsband komt nooit meer terug. De pijn en het verdriet blijven vanbinnen wonen. Maar ik trek mij op aan de dagen dat het beter gaat. Ik heb andere mensen leren kennen en gewoon op een terrasje met een koffietje is ook een manier van genieten.
Ik ben vaak eenzaam , maar dat ben ik al mijn hele leven.
Wat doe je aan lawaaiierige bovenburen? Moeilijk te zeggen. Misschien beseffen ze het zelf niet. Bijna elk weekend hetzelfde: in het midden van de nacht, ruzie! Dit betekent: zo rond twee uur! Natuurlijk , ik wakker. Mevrouw loopt met hakkeschoenen stevig op en af. Zelfs op blote voeten slaagt ze er nog in om een gebonk te veroorzaken. En als ze dan s'morgens om zeven uur alles weer bijleggen gaat dat ook zeer gedreven, dus ik weer wakker. Door de dag kan het dan soms heel stil zijn, dus doet ze dan waarschijnlijk haar schoonheidsslaapje. Mmm... misschien zou ik dat ook beter doen...
Babe is mijn cavia. Wie deze huisdiertjes niet kent, mist heel wat. Ze zijn uitermate intelligent en je kan ze vele woorden leren verstaan. Maar ondanks dat Babe nog maar twee jaar is, heeft ze niet lang meer te leven. De veearts heeft vastgesteld dat ze klier-kanker heeft. Het schijnt bij cavia's wel meer voor te komen. Tot nu toe heeft ze er nog niet zichtbaar last van, het zou ook pijnloos zijn. Alleen als je haar in je handen neemt, voel je de gezwellen die in aantal en grootte al gemeerderd zijn. Eten doet ze nog goed en ze is ook nog altijd even levendig als in 't begin. Bij het toverwoord "witloof" maakt ze nog steeds een grote sprong. Daar is ze namelijk dol op en je kan er zelfs een kusje voor krijgen, dat betekent een likje aan je wang. Maar de laatste dagen is mij wel opgevallen dat ze meer slaapt, zo van die korte hazeslaapjes, maar het valt wel op. De dag dat ik merk dat ze last heeft zal ik haar voor altijd moeten laten inslapen. Ik heb het er heel moeilijk mee dat ik die beslissing moet nemen wanneer het tijd is. Ik zal er zeker veel verdriet over hebben en zal haar erg missen.