Kastelen en hun verhalen in het Regionaal Landschap Houtland

Dinsdag 29 oktober 2013

Voor het eerst waag ik het erop om een bus in te schakelen voor een Quo Vadimus daguitstap.  Ik voel mij daartoe gesterkt door de grote belangstelling voor mijn vorige daguitstappen vanwege de vrienden van Bornem.  Net als voor de uitstappen naar Brussel en Antwerpen heb ik andermaal niet gekozen voor een standaard arrangement.  De uitstap past feilloos in het nieuwe, succesvolle concept ‘geschiedenis & recreatie’, waarbij geschiedenis gebracht wordt op een ontspannende manier.

Het groene bosrijke Brugse Ommeland is begiftigd met talrijke kastelen.  Wij bezoeken er twee in het Regionaal Landschap Houtland en wij luisteren naar hun boeiende verhalen. 

Het Kasteel van Loppem viert dit jaar zijn 150^ste verjaardag.  Het werd gebouwd in opdracht van Baron van Caloen en zijn echtgenote.  Het is het enige kasteel in België waarvan de architectuur en het interieur in hun oorspronkelijke staat behouden zijn.  In 1918 was hier het hoofdkwartier van het Belgisch Leger gevestigd.  Wij houden een koffiepauze in het domein en worden er rondgeleid.

Het Kasteel van Wijnendale is veel ouder en kende een bewogen geschiedenis.  Wat er nu staat is grotendeels een 19^de eeuwse reconstructie.  Filips de Schone, wiens moeder Maria van Bourgondië in Wijnendalebos een dodelijke val maakte tijdens de valkenjacht, noemde het ooit het mooiste buitenverblijf in Vlaanderen.  In de recentere geschiedenis werd hier de basis gelegd voor de Koningskwestie.

In Wijnendale zijn er verhalen bij de vleet te vertellen.  Heroïsche verhalen, zoals dat van de Slag bij Wijnendale in de 18^de eeuw, maar ook romantische, zoals dat van Blanche van Namen, de kleindochter van Gwijde van Dampierre, die het hart van de koning van Zweden en Noorwegen in de 14^de eeuw deed sneller slaan. 

Wij staan ook stil bij Karel Theodoor van Palts en Beieren, de illustere eigenaar van het kasteel en van de heerlijkheid van Wijnendale, die in de 18^de eeuw aan de basis lag van de tolweg tussen Brugge en Menen.  Merkwaardig genoeg zijn er nog plaatsnamen die verwijzen naar die periode (o.a. de wijk Heidelberg in Zedelgem).

Een snack naar keuze nuttigen wij gezamenlijk in Torhout.

Keurvorst Karel Theodoor gaf de inspiratie voor een proeverij van Duitse wijnen.  Hilde Jonkheere, eerste sommelier van België in 2009, laat ons in Jabbeke als afsluiter gezellig vijf Badense wijnen proeven van de wijnhuizen Bercher en Heger, die allebei volgens haar tot de wereldtop horen.

Min. 20 personen.  Het max. aantal deelnemers bedraagt 25.  Inschrijven vóór 17 oktober via www.quovadimus.be. 

Prijs: 55 € per persoon.  De prijs omvat: de busreis, incl. fooi chauffeur; de inkomgelden en gidsbeurten in beide kastelen; een koffiepauze in het Kasteel van Loppem; een topwijndegustatie in Tannine & Cuisine in Jabbeke; begeleiding en documentatie.  Niet inbegrepen: de eenvoudige lunch.

Er zijn drie opstapplaatsen, zodat de uitstap haalbaar is voor een maximum aantal belangstellenden: 8.30 uur Station Bornem; 9.10 uur De Pintelaan Gent (nieuwe opstapplaats op het deel van de De Pintelaan tussen de Oudenaardsesteenweg en de R4/Ringvaart); 9.50 uur Station Brugge voor de deelnemers die zich met het openbaar vervoer naar Brugge begeven. 

Ik hoop snel zeker te zijn van minimum 20 deelnemers voor deze uitstap, die liefhebbers van zowel geschiedenis, natuur als wijn zal bekoren.

Met vriendelijke groet vanwege uw Quo Vadimus gastheer.  

25-09-2013 om 15:05 geschreven door John