DAG 31: Dinsdag 29 mei 2018.
Onder mijn voeten: Buxerolles Fontaine-le-Comte Lusignan 46,4 kilometer.
En plots is mijn weg, weg: verdwenen.
Robinière daar liep het volledig fout.
Vetrekken om 7.00 uur stipt. Het is zoals in de boekjes maar het ochtendritueel verloopt zo alert en zo structureel dat bij het opstaan om 06.30 ik reeds na een 30 minuten later klaar sta om te vertrekken. Ik loop westwaarts onder Poitiers door maar kan niet vermijden dat ik de voorstadjes en al het bijgevoegde sociale woningnet willens nillens moet doorkruisen. Ook hier zie je vele andere culturen en vele anders gepigmenteerden. Het Franse rijk wordt voor een groot deel bevolkt door nieuwe Fransen, dat heb ik nu al wel door. Ik wandel door een park van Poitiers waar allerlei tuinen gratis te bezoeken zijn. Ik wandel erg geïnteresseerd door het onderdeel Engelse tuinen. Prachtig onderhouden en bovendien zeer kleurrijk. Het regent zoals een man die lijdt aan een prostaat zwelling. Eventjes droog, daarna een straal met intense wateroverdracht, daarna weer eventjes droog. De intensiteit van de waterstralen zijn recht evenredig met de tussenpauze. Wanneer ik na 19 kilometer om 11 uur bij Walter zijn eerste afspreekpunt aankom ben ik even nat als een onderwater gedoken eend. Nieuw ondergoed, verse broek en kousen en na een halfuurtje rust kan ik er weer tegen. Ik wil naar Coulombiers via de GR 556. In Coulombiers is net hetzelfde gebeurd als in Herent in 2006. Toen de TGV-lijn er werd aangelegd werd Herent voor de zoveelste maal in twee verdeeld. Ook de aanleg van de E-314 en de aanleg van omleiding en de Brusselse steenweg maakte dat Herent nu een taart is die in acht stukken is verdeeld. Hier gebeurde net hetzelfde. In 2017 werd de lijn Parijs-Bordeaux commercieel actief en moesten in de omgeving van Coulombiers heel wat huizen en eigendommen worden onteigend voor dit project. Op mijn GPS merk ik zeer snel al enkele onregelmatigheden die mijn techniek van navigatie niet eenvoudig maken. Zo is het bos van het schermpje nergens te verkennen. Zo is ook de afstand tussen mijn positie en een bestaande spoorweg ( de TGV-lijn) minder dan op het scherm is te zien. Ook mijn traject (een GR-pad) is sinds lang niet meer gebruikt en ook de indicaties op de bomen en stenen zijn erg lang geleden geplaatst en verouderd. Wanneer ik een 4 tal kilometer na vertrek op een TGV-lijn bots, begint mijn paniekerige frank te vallen. Dit is allemaal nieuw en het traject van het GR pad bestaat gewoon niet meer. Wanneer ik voor het spoor van de snelheidslijn niet verder kan waar ik normaal nog rechtdoor moet, beslis ik vooreerst niet over die sporen te lopen. Mijn tweede besluit is Jos zijn principe toe te passen. Ik wil zeker zijn van mijn positie en zie naderhand dat heel het plaatje op het scherm van de GPS niet meer klopt met de huidige realiteit. Aan de infrastructuur van de nieuwe TGV-lijn zie ik dat alles nog heel recent werd aangelegd. Mijn derde besluit is dat ik moet weerkeren voor een 4 tal kilometer omdat hier geen andere vluchtwegen voorhanden zijn en om hier echt uit te geraken moet ik wederkeren. Ik loop bunkerend ( via rechte lijnen op kompas en geen rekening houden met paden of wegen) over de aangrenzende akkers die beplant zijn met kleine koolplantjes en met graan. Na een tijdje kom ik op de weg naar Robinière een tractor met boer tegen. Ik doe mijn verhaal uit de doeken en de brave man geeft me alle uitleg en verklaring. De TGV is nieuw sinds 2017 en de GR is oud, maar een nieuw traject werd verlegd reeds 7 kilometer van hier. Dit wordt enkel aangegeven bij het begin van de route in Croutelle, 10 kilometer meer noordwaarts. Ik krijg van hem een lift op zijn tractor voor 2 kilometer en hij zet mij af op de weg die mij via een brug over de snelheidslijn loodst. Op geen tijd ben ik in Coulombiers en bijna op hetzelfde tijdstip komen Walter en ik aan op de afgesproken plaats. Ik verorber een tomatensoepje met balletjes (dank u Liliane), leg mij een half uur neer en besluit voor de laatste trip mij te beperken tot 10 kilometer. Wonderbaarlijke natuur en laat het toeval niet in twijfel worden getrokken, op 6 kilometer voor Lusignan kom ik een ploeg van drie mannen tegen die alle GR-aanduidingen aan het oververven zijn met nieuwe verf. Ik meld hun mijn frustratie in Robinière. Ze weten ervan maar het is niet hun zone waar ze verantwoordelijk voor zijn. Maar
ze hebben er nog klachten over gehoord en gingen meteen aan de slag om de plaatselijke organisatie er van in te lichten. Dit mag echt niet blijven duren vinden zij ook.
Na nog een uurtje wandelen staat er op mijn GPS 48,6 kilometer. Ik ben eerlijk, twee ervan heb ik niet gewandeld, maar het zitten op een tractor is ook echt niet comfortabel
Redelijk vermoeid ontmoet ik Walter in het centrum van een heel aangenaam dorp waar men veel geld over heeft voor de renovatie van de Place Notre dame en het kerkplein maar de kerk zelve is echt niet meer in de beste staat. Niet moeilijk dat ik vermoeid aankom, het kerkplein ligt wederom op een hoogte met trappen. Ik passeerde bij het binnenlopen van het dorp een plaatselijke mooie gemeentelijke camping, en stel aan Walter voor om daar te gaan staan, al was het maar om een heerlijk ontspannende warme douche te nemen. We doen het en betalen voor elektriciteit en warm water 15 euro. Daar kan een mens niet vuil voor rond lopen vinden we beiden.
Deze avond eten we varkens fricassée (weer dank u wel Liliane) met rijst en een heerlijk glaasje wijn. Daarna is er een toetje maar Walter wil niet verklappen wat.
Wat zal ik goed slapen vannacht en de topklassieker die hoor ik wel van Walter zijn zeer zacht zescylinderachtig gesnurk. Ik slaap er altijd dwars doorheen,
Mag ik je morgen nog eens een verhaal uit de doeken doen.
Tot dan.
Achter mijn handen: JUFFROUW, ALS JE NIET GOED ADEMT, GA JE DOOD
Juffrouw J. was een oudere onderwijzeres in de meisjesschool in Herent. Toen heette die nog net niet de Kraal. Ze was een ongehuwde dame en bij mijn weten had ze nooit een relatie, al steek ik daarvoor mijn beide waardevolle handen niet in het vuur. Eén hand zelfs ook niet. Ze had nu, nog steeds als Juffrouw, de hoogbejaarde leeftijd bereikt. Mede door het feit dat ik ooit in het eerste studiejaar als angstige zesjarige voor haar majestueuze verschijning moest komen leren hoe ik van de Pastoor de heilige hostie zou ontvangen op mijn tong (ze dipte dan met de klassleutel telkens op ieders uitgestoken tong) stond ik terug enigszins timide op mijn minder jeugdige leeftijd met respectvolle attitude voor dit icoon van de door ons allen gekende onderwijzeres van de parochie. Op het voorschrift stond dat ze slecht ademde en symptomen vertoonde van hyperventilatie.
Toen een familielid mij aan de voordeur opwachtte en binnen liet, gaf deze mevrouw me gauw nog vertrouwelijk enkele hinten. Ze was onhandelbaar, vroeg aandacht, was niet coöperatief en wou geen goede raad aanvaarden. Ik zou er een moeilijke patiënt aan hebben zei men mij.
Ik voelde me net een opgedraaide regulateur. Nu was het mijn beurt om deze onderwijzeres eens wat les te geven in goed ademen.
Bij het betreden van de leefkamer zat er inderdaad een klein hompje mens met een nors gezicht en ademend als een visje in zuurstofarm water. Wat was deze reuzin van weleer erg gekrompen. Hulpeloos staarde ze mij aan en wist nog te prevelen, dat ik na zoveel jaren toch wel erg groot geworden was.
Ik heb je nog gekend als klein manneke, Jowanneke van de koster. Het ijs was dus rap gebroken en eigenlijk lukte het vrij goed om enkele oefeningen aan te leren. Inderdaad het was wel wat koud en warm blazen bij de uitvoering van deze diepere ademhalingsoefeningen, maar al bij al lukte dit zeer goed naar mijn believen en de gestelde doelstellingen.
Na een verrassend toffe sessie rondde ik af met de vraag in de namiddag en s avonds enkele oefeningen (die ik had aangeleerd) te herhalen.
Ik beklemtoonde nog dat ze bij voortdurend slecht inademen, zou sterven. Te veel en te kort ademen zou nefast zijn.
Ik reed met een buitengewoon tof en goed gevoel naar de volgende patiënt omdat ik overtuigd was van de zin van deze sessie en therapie. We zouden Juffrouw J. er wel doorheen helpen.
De volgende ochtend belde ik zoals afgesproken terug aan. Dezelfde mevrouw als de voorgaande dag kwam open doen en meldde mij terstond dat Juffrouw J. vorige avond was overleden. Kouder en beschamend ongemakkelijk dan een ijskoude douche je pijn kan doen, was de beschrijving van de niet fraaie emotie die ik doormaakte. Zo goed als mijn gevoel was geweest de dag voordien, zo ongemakkelijk en gênant voelde ik me nu.
Niets aan te doen, afscheid nemen van patiënten is deel van onze professie en ik weet het zeker voor mezelf: ik leer het nooit.














|