Daar zat ik dan terug in het kleine stinkende kot. Het
duurde even voor alles echt tot me doordrongen was. Er ging nog iemand anders
komen, maar wie? Er schoot van alles door mijn hoofd, misschien kwam er wel een
jongen waarbij ze ook het experiment uitvoerden of nog een kloon van mij? Ik
probeerde even te slapen, maar ik kon geen oog dicht doen. Toch moest ik
zachtjes zijn ingedommeld want van een luide knal schrok ik wakker. Fel licht
scheen in mijn ogen en er werd een jongen naar binnen gebracht. Ja hoor nog een
dubbelganger, maar deze keer levend! Wat was hier nu weer de bedoeling van?!
Elk beweging die ik maakte, deed hij gewoon na. Alles wat ik zei, zei hij na.
Hij leek op een robot. Plotseling kreeg ik het idee, dat hij wel een goede
bondgenoot kon zijn. Door hem zou ik misschien wel kunnen ontsnappen. Hij doet
alles na wat ik doe, dus als ik begin te vechten, vecht hij ook. Ik ging eerst
nog wat slapen, mijn energie ging ik nodig hebben. Ik werd wakker en maakte me
gereed, natuurlijk maakte ook mijn dubbelganger zich gereed. Ik begon te roepen
en op de muren te kloppen en Berrie begon dit ook dit doen. Berrie zo noem ik
mijn dubbelganger. Mijn zogezegde vader kwam naar binnen en nam we weer bij
mijn nek, Berrie die volgde automatisch. Ik en Berrie zaten aan de tafel met
brood en water. Mijn vader buiten en Vince stond de deur te bewaken. We
begonnen te roepen en Vince kwam naar binnen. We sloegen hem hard en Vince viel
al snel op de grond. Nog een paar kloppen op zijn hoofd en Vince was voor een
tijdje buiten bewustzijn. Mijn zogezegde vader kwam naar binnen gelopen en we
begonnen ook op hem te slagen. Het ging er hard aan toe. Mijn zogezegde vader
viel met zijn hoofd tegen de tafel en begon hevig te bloeden. Er was waarschijnlijk
een slagader geraakt, maar dit was zijn verdiende loon. Ik en Berrie liepen
naar buiten, de weg was helemaal vrij. Ik had geen idee waar we waren. Plots
zag ik een bouwvallig huis. Ik liep naar binnen, daar zouden we wel even veilig
zijn. Ik verzorgde mijn wonden en Berrie zijn wonden, die we opgelopen hadden
tijdens het gevecht. Ineens riep Berrie been zender uit! Ik bekeek zijn been
goed en zag een zendertje zitten. Ik nam een oude spijker, die ik in het huis
gevonden had en sneed er zijn been mee open en haalde de zender er uit. Berrie
deed mij niet meer na, hij werd een gewone jongen. We moesten hier nog even
schuilen, hier zaten we veilig. Ineens hoorde ik geraak in de andere ruimte
naast ons, Berrie stond op en ging kijken. Ik hoorde hem verbaasd zeggen: jij
hier, wat doe jij hier? Wie was daar? Tom Patriot? Een vriend van Berrie, die
ons kan helpen, zodat ik terug een normaal leven kan leiden? Vince?
Uren
leken al voorbij gegaan sinds ik wakker werd in een pikdonkere kamertje dat
niet bepaald lekker ruikt. Maar ja wat wil je, er lag namelijk een lijk naast
me. Ik durfde voor een tweede keer het lijk grondig te bekijken en probeerde
hem om te draaien, hem , want hij had kort zwart haar en was een beetje mollig,
net zoals ik. Ik zette mij met mijn benen af tegen de muur en het lukte
eindelijk om hem om te draaien. Mijn been, dat nog niet zo lang geleden
helemaal verbrijzeld was, doet een beetje pijn maar het gaat wel. Ik kroop wat
dichter bij en probeerde het licht dat van het scherm van mijn laptop komt op
het lichaam te laten vallen. Eerst was het moeilijk omdat mijn laptop bijna
plat was maar wanneer het eindelijk lukte schrok ik zo hard dat ik mijn laptop
liet vallen. Het was alsof ik in een spiegel had gekeken, het lichaam leek sprekend
op mij. hoe is dat mogelijk? vroeg ik mij af. Ik had geen broer, maar wie
weet, na alles wat er is gebeurt ben ik nergens meer zeker van. Ik denk na, ik
weet nog altijd niet wat het experiment van Tom Patroit was maar ik heb zo het
gevoel dat dit lijk er iets mee te maken heeft. Gaat het experiment misschien
over klonen? Is dit een kloon van mij die hier dood naast mij ligt? Ben ik zelf
een kloon? De gedachten schieten door mijn hoofd, misschien een verloren
tweelingbroer? Nee dat kan toch allemaal niet? Toch? Ik begin hier echt mijn
verstand te verliezen, ik moet hier weg. Ik begin als een gek te roepen en op
de muren te kloppen Eindelijk krijg ik een reactie op mijn kabaal, de man die
ik ooit mijn vader noemde stormt naar binnen en grijpt me bij mijn keel, ik
kijk hem aan en het enige wat ik op dat moment wil doen is hem te grazen nemen,
hem zijn verdiende loon geven maar ik heb de fut er niet voor. Het enige wat me
nog lukt is smeken om te kunnen eten en drinken. Hij pakt me vast en sleurt me
door de gang, hij zet me in een ander kamertje met alleen een tafel en een
stoel. Waar ben ik toch? Hij beveelt me te gaan zitten en komt even later terug
met wat water en wat restjes eten, zonder bestek natuurlijk. Het eten doet me
goed maar ik besef dat ik geen uitweg zie, nog niet denk ik bij mezelf.
Terwijl ik eet wordt mijn zogezegde vader gebeld en gaat hij in de gang staan
zonder de deur van de eetkamer op slot te doen. Is dit mijn kans? Ik waag het
erop en sprint naar de deur maar ik was Vince vergeten. Vince stond op wacht in
de gang en sloeg me meteen op de grond. Vince tilde me op en begon me weer te
versleuren naar de donkere ruimte maar ik overhoorde nog net het
telefoongesprek van mijn zogezegde vader, die woest klonk en aan het roepen
was. Morgen komt de volgende al? Dat was niet zo afgesproken, Tom!. Ik
schrijf dit terug vanuit deze donkere kamer met mijn laptop. Wat gebeurt er
morgen? Nog een slachtoffer? Nog een kloon van mijn? Weeral is het die Tom
Patriot
Stomverbaasd staarde ik mijn vader, of toch de
persoon waarvan ik dacht dat het mijn vader was, wel 5 minuten lang aan.
Tientallen vragen spookten door mijn hoofd. Is dit wel mijn vader? Is Vince
mijn broer? Was mijn moeder wel echt de mijne? Ik kon er niet meer aan uit. En
terwijl mijn vader Vince feliciteerde, kwam hij steeds dichter bij mij. Stap
voor stap, steeds een stukje dichter terwijl hij de hamer in de lucht bracht. Toen
hij de hamer zo hoog in de lucht gebracht had als hij kon, zag ik een vurige
blik in zijn ogen en ik wist dat dit mijn laatste dag zou zijn. Ik wou
wegvluchten, maar ik geraakte niet vooruit wegens mijn verbrijzelde been. Mijn
vader nam een grote hap lucht en sloeg richting mijn hoofd, maar hij miste.
Toen hij zag dat ik me niet kon verweren of kon vluchten haalde hij kwaad uit
naar Vince. Je had beloofd Barry voor mij over te laten, zo is er niets leuk
aan, zei hij. Terwijl Vince zich stotterend
verontschuldigde zei mijn vader het volgende: Ik heb een leuk idee! Je
krijgt een kwartier om zo ver te vluchten als je kan, daarna kom ik je zoeken.
Zo beleef ik ook nog eens iets spannend. Dit had ik van hem nooit verwacht,
maar na alles wat ik de afgelopen dagen al heb meegemaakt, deed ik gewoon wat
hij zei. Dit was mijn kans om hulp te zoeken en mezelf in veiligheid te
brengen. Ik vluchtte naar een kleine hut diep in het bos. Hier zouden ze mij
nooit vinden. Ik zit hier nu al ongeveer een maand, ik alleen met mijn
gedachten. Welke dag is het vandaag? Oh het is Kerstmis! Maar ik heb niets te
vieren, ik heb niemand meer. Ik leg me neer op de vloer en slaap voor enkele
dagen. Ik werd wakker, het was 2 januari. Mijn been was intussen weer aan
elkaar gegroeid maar de eenzaamheid overheerste. Ik begon zachtjes te huilen,
en zoals de sneeuw viel, zo vielen ook mijn tranen. Ik dacht dat dit hele drama
eindelijk voorbij was en besloot de hut te verlaten. Zodra ik de deur opende voelde
ik een helse pijn aan mijn hoofd en onmiddellijk daarna werd het zwart voor
mijn ogen. Toen ik wakker werd in een voor mij onbekende donkere kamer, hoorde
ik de stemmen van Vince en mijn vader opnieuw. Terwijl ik in het donker tastte
naar enige vorm van licht, botste ik op een vreemd voorwerp. Ik weet niet goed
wat het was, maar licht zou meer duidelijkheid brengen. Met een bang hart tastte
ik verder op zoek naar de lichtschakelaar. Maar dat was niet langer nodig, ik
struikelde over wat later een hand bleek te zijn en viel bovenop een bebloed
lijk. Dankzij het licht van mijn laptop kon ik sterke gelijkenissen waarnemen
tussen het lijk van de man waar ik bovenop lag en mezelf. Wie is deze man? En
wie zijn Vince en de man die zich mijn vader noemt dan?
Ik zat nog steeds in mijn eigen badkamer, want ik zag echt geen uitweg. De angst bleef, maar ik probeerde toch na te denken, want zo kon het niet verder. Wat zou mijn vader doen als hij hier was ? Mijn vader Mijn vader !!!! De hoeveelste is het vandaag ? Ik hoorde iets vallen. Misschien was het papa die me kwam halen! Oké, ik moest me concentreren. De hoeveelste is het vandaag? 25 november 25 november Dat wil zeggen dat papa morgen naar huis komt! Dat gaf me de moed om nog even vol te houden. Maar op dat moment hoorde ik de kast die ik had gebruikt om de deur te barricaderen, vallen. Niet veel later zat ik met mijn laptop in het toilet op de gang. Mijn hart klopte bijna uit mijn borstkast. Vince was mijn kamer binnengekomen, hij had een hamer vast en hij kwam langzaam op mij af. Ik had geen tijd om te vluchten, dus kon hij doen wat hij wou. Even dacht ik dat dit het einde zou zijn, dat ik hier en nu zou sterven. Hij sloeg met de hamer, maar Aangezien ik dit verhaal nog met jullie kan delen, leef ik dus nog steeds. Mijn been is wel verbrijzeld, want dat wist hij nog te raken. Blijkbaar trok toen iets anders zijn aandacht want opeens liep hij weg. Zo kon ik strompelen naar waar ik nu zit. Oh buitenwereld, wat hoopte ik toen dat mijn vader NIET zou komen. Ik wilde niet dat hij dit zou meemaken. Niet veel later hoorde ik gekras op mijn deur. Ik hoorde Vince zeggen: Ik krijg jou , jij dood zijn. Toen hoorde ik een andere bekende stem: Vince, ben je hier? Wat is er hier gebeurd? Dat was de moeder van Vince. Mijn buurvrouw. Ik ben zo blij dat wat ik toen heb gehoord, niet heb gezien. De moeder van Vince was dus binnen gekomen. Ik hoorde Vince nog zeggen: Vaarwel ,mama. Ik hoorde een gil en dan het geluid van een hoofd dat werd ingeslagen. En dan die oorverdovende stilte Niet veel later hoorde ik hoe Vince begon te lachen. Ik hoorde hoe hij haar lichaam versleepte. En dan weer niets. Waar was hij nu? Zou hij weten waar ik zit? Duizend vragen spookten door mijn hoofd En toen hoorde ik iets achter mij. Daar stond hij: achter het wc-raam met zijn gezicht vol bloed.. En hij zwaaide naar mij. Ik wist niet wat ik moet doen. Maar Vince verdween weer. Op dat moment had ik plots medelijden met mijn vader. Hij is op zakenreis en als hij terug komt is hij zijn vrouw en zoon kwijt.
Ik zit opnieuw in mijn kamer met mijn laptop en ik moest dit verhaal kwijt. Het ergste van al is dat ik NIEMAND meer heb. Ik weet wat jullie nu denken: En je vader dan? Zelfs die heb ik niet meer want nadat ik had geprobeerd om te ontsnappen uit het toilet, kwam Vince eraan en begon hij wild om zich heen te slaan met de hamer. Ik viel en hij hield de hamer boven mij in de lucht. Op dat moment hoorde ik mijn vader roepen, hij was een dag vroeger terug van zakenreis. Hij riep; Barry , schat wat is er hier gebeurd? Vince liep op hem af en ik riep: Papa, pas op! Maar Vince gaf hem de hamer en vroeg aan mijn vader: Heb ik het goed gedaan PAPA? En op dat moment zag ik hoe MIJN vader ja knikte.
Een goed halfuur
geleden schoot ik wakker. 3 uur eerder
had ik mijn laptop afgesloten en was ik in bed gekropen met de hoop om
eindelijk nog een eens een normale nachtrust te hebben. Blijkbaar is niets mij
gegund. Ik schoot wakker omdat ik geschreeuw hoorde, ik hoorde mijn moeder
schreeuwen. Ik dacht eerst dat het niet echt was wat ik meemaakte, ik kon het
gewoon niet vatten wat ik voor mij zag gebeuren. Ik zag hoe mijn moeder
uitgestrekt in de deuropening lag, haar
handen bedekt met bloed, en ik zag hoe ze in een flits uit mijn zicht verdwijn.
Ze werd de gang opgesleurd en ik hoorde hoe haar nagels over het parket schraapten.
Ik besefte dat dit geen droom was en sprong op uit bed, nam een zaklamp en mijn
zakmes van uit mijn nachtkast en liep mijn kamer uit. Het was ondertussen stil
in huis. In de gang zag ik gekraste parket met in de groeven een bloedspoor dat
de hoek omging. Na alles wat ik al had meegemaakt wist ik mijn kalmte te
bewaren. Ik volgde het bloedspoor naar mijn moeders kamer. Op de gang passeerde
ik de badkamer waar het licht brandde. Ik wierp voorzichtig een blik en zag hoe
in bloed op de spiegel vindictis stond geschreven. Die luttele seconden waren
als minuten en in die luttele seconden dacht ik terug aan het gegraveerde lijk
van Miguel, aan mijn zoektocht in de bib, aan Vince ... Ik besefte dat Vince in
mijn huis was, dat Vince de oorzaak was van wat ik nu meemaakte. Het licht ging
uit. Ik stond nog steeds op de gang, het beeld van de met bloed beschreven
spiegel verdween, ik was terug ten volle bij mijn gedachten. Met mijn zaklamp
in de linker- en mijn zakmes in de rechterhand ging ik mijn moeders kamer
binnen. Daar hing ze, met een touw rond haar hals en met polsen waar het bloed
nog uitstroomde. Ik liep naar haar toe, sneed het touw door, nam haar in mijn
armen en hoopte dat ik nog niet te laat was. Met haar reeds met bloed
doordrenkte lakens probeerde ik het bloeden te stoppen maar het was te laat.
Niets kon haar nu nog terugbrengen en ik hield het levenloze lichaam van mijn
moeder in mijn armen. Ik begon te huilen. Plots hoorde ik beneden het geluid
van een raam die ingegooid werd. Deze nachtmerrie was nog niet voorbij, Vince
was hier nog steeds. Ik moest mezelf beschermen en ik besliste mij te
verschansen in mijn kamer. Voorzichtig tilde ik haar lichaam op en nam het mee
naar mijn kamer. Ik sloot de deur en barricadeerde die met mijn kleerkast. Het
lichaam van mijn moeder legde ik op mijn bed en ik verstopte mezelf in mijn
eigen badkamer met men laptop van waarop ik nu dit bericht plaats. Ik moest wat
zonet gebeurd was van me afschrijven.
Aangezien
het nog steeds niet veilig was om naar buiten te gaan vanwege de politie die op
zoek was naar mij, had ik besloten om in de bibliotheek te blijven, zoekend naar de
betekenis van het woord vindictis. Ik las bijna elk Latijns boek dat
ik in de rekken zag staan, maar dit bleek verloren moeite te zijn, want nergens
stond nuttige informatie over dit vreemde woord. Ik schrok mij een ongeluk toen
er plots een vinger tegen mijn onderrug tikte. Razendsnel draaide ik mij om, er
steevast van overtuigd dat de politie mij had gevonden. Gelukkig bleek dit niet
zo te zijn en was het mijn buurjongetje van twaalf jaar, Vince. Vince was een
mollig jongetje met rosse krulharen, een spraakgebrek en daarbovenop nog eens
dyslexie. Hierdoor werd hij dagelijks gepest op school en in zijn omgeving. Dit
weet ik omdat de leerlingen van mijn klas (vooral Miguel) hem ook hebben gepest
en omdat ik drie jaar geleden nog op hem heb gebabysit. Zijn moeder komt
namelijk heel goed overeen met de mijne, het zou me zelfs niet verbazen als zijn
moeder ook iets afwist van dat belachelijke experiment van Tom Patriot. Met
zijn bruine uitpuilende ogen keek hij naar mij en zei: Dag, barry. Vince
verdrietig is. Vince wordt gepest, want Vince dik is. Meteen nadat hij deze
woorden had gezegd, ging de deur van de bibliotheek open en kwamen twee struise politieagenten binnen. Na even rond te kijken, zagen ze mij staan en ik besefte
dat het te laat was om te vluchten. Ik gaf me over en stak mijn handen in de
lucht. Terwijl één van de politieagenten mij begeleidde naar de politiewagen,
keek ik nog één keer achterom en zag ik Vince grijnzen. Hij besefte
waarschijnlijk niet wat er op dat moment gebeurde. Alles ging zo snel dat ik
niet meer precies weet wat de politieagenten allemaal zeiden voordat ik in de politiewagen
belandde. Op weg naar het politiebureau dacht ik na over wat er zonet was
gebeurd. Mijn nutteloze zoektocht naar de betekenis van dat vervloekte woord,
de politieagenten Ow en Vince die gepest wordt, want Vince is dik Vince dik is Vin dik is? Toen drong het
tot me door! Zou
het kunnen? Zou Vince iets met de moord op Miguel te maken hebben?
Na
een urenlange ondervraging mocht ik eindelijk naar huis. Dit alleen omdat ze
niet genoeg bewijs hadden om mij vast te houden. Ik zit nu thuis, achter mijn
laptop.. Alle deuren en ramen zijn op slot. Mijn vingers trillen van de angst,
want alleen ik weet dat de zoon van mijn buren niet normaal is.
Ik ben eindelijk terug uit het ziekenhuis, de dokters vonden geen logische verklaring op mijn aanval. Uiteindelijk mocht ik het ziekenhuis verlaten , maar ik moest nog wel terugkomen voor enkele testen. Toen ik uit het ziekenhuis stapte kwam het allemaal terug over me heen.vindictis. Ik begon me niet goed te voelen dus besloot ik een wandeling te maken door de stad. Mijn tocht eindigde bij een café waar er een American football-wedstrijd opstond: de New England Patriots tegen de Denver Broncos. Ik wist natuurlijk meteen wie er ging winnen en ik kreeg ook mijn gelijk, de Patriots hadden de Broncos helemaal vernederd.
Na de wedstrijd bleef ik nog even aan de toog hangen want daar kon ik even mijn zorgen vergeten. Toen ik terug thuis kwam moest ik even gaan liggen van al het bier dat ik had gedronken, ik dacht eerst dat ik alles ging loslaten maar gelukkig kon ik me nog inhouden en viel ik in slaap. De volgende ochtend stond ik op met de ergste kater van mijn leven en alsof het niet erger kon werd ik ook nog eens opgebeld. Ik nam op en schrok me een ongeluk het was Tom Patriot, hij zij tegen me: Ik weet wat je gedaan hebt en ik zal mijn wraak hebben. Ik werd helemaal bleek en kreeg een enorme dosis adrenaline, ik begon een rugzak met allemaal benodigdheden te maken want thuis kon ik niet blijven. Maar toen ik op het punt stond te vertrekken zag ik plotseling sirenes voor mijn deur, het was de politie en ze zochten naar me. Als ik deur zou opendoen gingen ze mijn rugzak zien en dat zou me verdacht maken, ik besloot om via mijn tuin te vluchten en ze zo te ontlopen. Ik klom over de omheining deed mijn kap op en begon weg te wandelen. Maar helaas ze zagen me en een agent sprak me aan, ik kon het risico niet nemen en begon zo snel mogelijk te lopen. Ze achtervolgden me en ik wist dat de enige manier om ze kwijt te raken was om door de steegjes te lopen. Na bijna een uur lopen was ik ze kwijtgeraakt en ook uitgeput. Ik besloot een rustige plek te zoeken, dus ik ging naar de bibliotheek waar ik in rust kon nadenken over mijn volgende stap.
Vanaf hier schrijf ik ook deze blog, hopelijk kan ik iets bedenken om uit deze ellende te ontsnappen en dat alles terug normaal wordt. Ik hou jullie op de hoogte.
Ik
kan me weinig herinner van wat ik de laatste week gedaan heb, maar wat ik me
nog herinner is schokkend. Het vorige weekend ben naar een plaatselijke fuif
gegaan met wat vrienden. Ik heb daar een paar knappe meisjes getitst en wat
bier gedronken. Verder weet ik niets
meer over die avond, ik heb een black-out. Ik werd de volgende morgen wakker in
het bos. Ik voelde me draaierig en ik had het gevoel dat ik gedrogeerd was. Ik stond op en zag dat mn
handen en kleding onder het bloed zaten. Ik panikeerde helemaal. Ik was van
plan weg te lopen, maar door wat ik zag bleef ik stokstijf staan. Muguel, de
zoon van de professor, lag op de dood grond. Zijn buik was opengereten en er
lag een plas bloed rond zijn lichaam. Na enkele minuten, was ik wat gekalmeerd.
Ik keek nog eens naar het lichaam en zag dat er een iets op zijn borstkast
stond geschreven.vindictis.
Ik besloot dat het beter was om weg te gaan. Indien ik de politie zou
verwittigen, dan zouden ze mij verdenken van de moord. Ik sloop thuis binnen,
waste me en deed nieuwe kleren aan.
Ik ging naar een afgelegen en verlaten fabriek waar ik de kleren met bloed erop,
verbrande. Toen ik terug thuis kwam begon ik me vragen te stellen. Wat was er
gebeurd? Waarom kan ik me niets herrineren? Hoe was ik in het bos beland?
Waarom was Miguel dood? Had ik hem vermoord?
Ik werd gek van al die vragen, dus besloot ik dat het beter was om er niet meer
over na te denken.
Ik zette de tv om even naar het journaal te kijken. Zodra de tv aanstand stond,
was ik verstijfd.
De presentator zei dat de politie het lijk van een jongen had gevonden. Die
jongen was Miguel.
Ik raakte in paniek, ik vreesde dat ze een spoor zouden vinden dat naar mij zou
leiden.
Ik zette de tv uit. Ik voelde me onwel en draaierig, maar nu was het erger, veel
erger.
Zouden de drugs van professor Patriot schaden nagelaten hebben aan mijn
lichaam? Terwijl ik dit alles hier schrijf voel ik me enorm beroerd, het voeld
alsof ik ga flauwvallen...
Barry ligt op de grond, hij is helemaal aan het flippen en heeft schuim op zijn
mond. Ik heb de spoed al gebeld ze zijn onderweg. Ik hoop dat alles goed
komt. Deze blog stond nog open dus
daarom zal ik, Barrys moeder, het bericht posten.
Verraden, belogen
en bedrogen! Zo voel ik mij. Twee politieagenten hebben mij een paar uur
geleden thuis afgezet en nu zit ik terug op mijn vertrouwde kamer. Vol blauwe
plekken, schrammen en een paar zeer pijnlijke gebroken ribben, maar ik leef
nog. Als ik die pijnlijke plekken nietgehad zou hebben, zou ik nog denken dat ik gedroomd had. Die schrammen
zijn het enige bewijs dat alles wat gebeurd is, effectief ook gebeurd is. En dan
is er natuurlijk ook het 84 paginas dikke bundeltje dat op mijn bed ligt. Op
de voorpagina staat in drukletters: Hoe reageren mensen op een ontvoering en
vreemde situaties? Een sociaal experiment onder leiding van Tom Patriot,
professor en doctor in de sociologie en toegepaste psychologie En het
onderwerp? Dat was ik, Barry!
Alles was in
scene gezet! Alles! De ontvoering? In scene gezet. De andere ontvoerden? In
scene gezet. De ontsnapping? Ook in scene gezet. Ik ben zo razend! En dan te denken
dat het hele experiment eigenlijk nog had moeten blijven doorgaan. De enige
reden waarom het hele gedoe is stopgezet, is omdat ik ze niet alle vijf meer op
een rij had. Zo erg, dat ik zelfs elk gevoel van realiteit begon te verliezen. Ik
begon gewoonweg te flippen van alle drugs die ze in mijn lijf hadden gespoten,dat ik vanop de tweede verdieping uit
een raam ben gesprongen. Ik was buiten bewustzijn toen ze mij naar het
ziekenhuis brachten en oplapte. Ik kreeg daar ook een bundel in
mijn handen geduwd door diezelfde professor met de woorden: Als je dit leest, zal je
alles begrijpen en voilà dat was het dan. Toen kwamen die twee agenten de
kamer binnen en hebben mij tegen mijn zin een auto ingesleurd en naar huis
gebracht. En nu zit ik hier.
Zij denken
misschien dat het gedaan is, maar dan kennen ze mij nog niet! Ik kan jullie
beloven: ze gaan afzien. Ten eerste mijn moeder. Zij heeft namelijk toestemming
gegeven voor dit hele experiment. Ten tweede professor Tom Patriot, die denkt
zomaar dat hij experimenten op mij kan uitvoeren zonder mijn toestemming. En
als laatste is het de beurt aan Miguel, de zoon van de professor waarmee ik in
de klas heb gezeten. Hij was namelijk degene die mij als proefkonijn heeft
voorgesteld aan zijn pa. Waarom? Dat weet ik nog niet, ik kom er nog wel achter.
En dan, dan zullen jullie wat zien. Mijn wraak, die zal zoet zijn.
Tom Patriot... Patriot... De naam draait al een week om in mijn hoofd en ik weet nog steeds niet wie hij is... Maar ik ben zeker dat ik hem ken. Ten minste, heb ik zijn naam al ergens gehoord... En nu hoor ik het op de radio... Dat is raar... Spijtig dat ik niet gehoord heb wat men over hem heeft gezegd. Ondertussen is er veel gebeurd sinds vorige week. Ik ben nog steeds verloren in het midden van nergens. En ik begin gek te worden... Er zijn veel voorbeelden van mijn beginnende gekheid. Ik heb toch enkele momenten van luciditeit maar ik realiseer me dat ik niet altijd normaal ben. Gisteren was ik bijvoorbeeld mijn avonturen aan een muis aan het vertellen en ik hoopte dat ze me antwoorde... En vanmorgen was ik deze muis aan zoeken omdat ik wilde weten of ze goed geslapen had. Maar ik kon ze niet vinden... Zij heeft me verlaten... Ik dacht dat er iets begon te bloeien tussen ons, dat ze me vertrouwde en dat ik op haar kon rekenen... Maar niks van, ze is vertrokken... En nu ben ik nog alleen. Wat heb ik gedaan om zo'n situatie te verdienen? Waarom ik? Ik snap het niet... Aangezien ik nu constant toegang heb op internet met mijn "nieuwe" laptop, heb ik geprobeerd om de buitenwereld te contacteren maar niemand antwoord op mijn berichten. Het is alsof ik nooit heb bestaan. Zelfs mijn familieleden antwoorden mij niet. Ach ja, ik overdrijf een beetje, iemand heeft me toch een berichtje gestuurd... Iemand van mijn oude klas, Miguel denk ik of zo iets. Ik had nooit of misschien alleen een keer met hem gepraat en hij leek me raar... Maar waarom zou hij voor mij zorgen, terwijl het lijkt dat mijn echte vrienden en familie mijn verdwijning niet hebben gemerkt? Miguel... Wat was toch zijn achternaam? Ah ja ik weet het! Patriot! Alles is teruggevonden in mijn hoofd! Zou het dus een band zijn tussen Tom Patriot en Miguel Patriot? En waaarom zouden ze op radio zijn?
Ondertussen is het weeral een week geleden dat ik op het
internet kon. Het leek allemaal in een zwart gat te lopen. Nergens kon ik
terecht, niemand die nog maar wist wie ik was. Het leek alsof ik in een totaal
andere wereld terecht was gekomen. Eergisteren was ik nog in Antwerpen, en nu..
Ja waar ben ik? Ik snap echt niet waarom net ik dit moet meemaken. Swat. Ik ben
hier nu al twee dagen, onwetend over wat er in de buitenwereld gebeurt.
Iedereen heeft hier een strak schema, niemand stopt zelfs al spreek je ze aan.
Het is alsof ik tussen gebrainwashte robots loop die nooit eerder iemand als ik
hebben ontmoet. Mijn taal spreken ze blijkbaar ook niet. Hoe ik hier kom? Heel
simpel. Je maakt een paar dagen extreem rare dingen mee. Je wordt ontvoerd, ontsnapt,
je moeder wordt ontvoerd, en dan.. Dan probeer je toch maar te slapen, ik ben
tenslotte een mens! Dat kan je niet over de dingen die hier rondlopen zeggen.
De volgende dag word je wakker in een rijdende truck, geblinddoekt, gedrogeerd,
zonder het zelfs te beseffen. Het enige echt beeld dat ik me herinner is
hetgeen van een vrouw die zonder aarzelen een geel spul in mijn aders spoot
nadat ze mijn blinddoek robuust had afgetrokken. En nu? Ja nu ben ik dus hier.
Ik heb gisteren heel de dag naar een plaats met internet liggen zoeken. Zo kwam
ik bij Mitch terecht, een vage, kleine, bebaarde man die wel wat kennis van de
Nederlandse taal bezit. Allez kennis. Met een paar onduidelijke
handbeweginkjes en wat slecht gevormde Nederlandse zinnen kon ik hem overtuigen
me zijn computer te laten gebruiken. Vertrouwelijk kwam hij ook niet over,
aangezien hij heel de tijd in mijn nek bleef hijgen tot ik klaar was. Hij
verkocht me ook een oude laptop voor mn horloge, waarmee ik op internet kan.
Daarna ging hij weer verder luisteren naar een of andere nieuwsuitzending op
een primitief klein radiootje. Het enige dat ik er van kon opvangen is Tom Patriot
ofzoiets. Ik had deze naam al eerder gehoord! Wie is deze Tom Patriot?
Misschien is hij wel mijn uitweg.
Het was al laat. De 7 andere gegijzelde waren al aan het
slapen, maar ik kon geen oog toe doen. Ik moest en ik zal hier uit geraken. Ik zocht
naar voorwerpen door te tasten in het donker, maar dat hielp niet veel. Toen
dacht ik eraan dat ik de computer kon aanzetten die Stef had gemaakt. Ik zocht
tussen al de spullen die er lagen. Ik vond een mes tussen wat oude kranten en
tijdschriften. Het was wel bot, maar dat was geen probleem. Ik kon het scherper
maken door te wrijven op stenen van de grond. Ik wist dat de bewakers ons s
nachts kwamen controleren, maar wanneer wist ik niet. Er was namelijk geen
klok in deze kelder. Dus besloot ik te wachten naast de deur tot er een bewaker
aankwam. Ik was bijna in slaap gevallen toen ik voetstappen hoorde. Er kwam
ineens enorm veel adrenaline door mijn lichaam. Toen de deur werd geopend pakte
ik het mes vast. De man met het masker had een zaklamp vast om te zien dat
alles in orde was. Toen hij een stap vooruit zette stak ik hem in zijn been.
Hij viel op de grond en riep van de pijn. Ik liep zo snel als ik kon naar
buiten. Ik rende de straat op en hielt een auto tegen. Ik vroeg of hij wist
waar ik was. Hij zei dat ik niet ver was van het centraal station van
Antwerpen. De eerste straat links en dan de straat blijven volgen. Op het
einde van de straat is het station. Zei de man. Hij was ook zo vriendelijk om
mij daar af te zetten. Uiteindelijk was ik terug thuis geraakt. Ik kon terug
mijn oude leventje leiden. Ik wou alles vergeten en doen alsof er niets gebeurd
was. De dag erna ging ik terug naar school. Ik had een paar blauwe plekken en
wat schaafwonden, maar ik zei tegen iedereen dat ik gevallen was met de fiets.
Toen ik terug thuis kwam stond de deur open van mijn huis. Ik dacht dat mijn
moeder was vergeten om ze toe te doen, dus ging ik naar binnen. Zodra ik binnenkwam
zag ik 2 mensen die beide een masker droegen. Ze waren naar mij opzoek! Ik liep
naar buiten en pakte mijn fiets. Grijp hem! zei de ene. Ik fietste zo snel
als ik kan. Na een kwartier doorfietsten zag ik niemand meer. Er waren zoveel
vragen die in mijn hoofd rondzweefde. Hoe wisten ze dat ik daar woonde? Waar is
mijn moeder en waarom zitten ze mij achterna? Wat moet ik nu doen? Ik kan niet
naar huis Ik ging naar een lokale bib om dit verhaal op mijn blog te zetten.
Ik kan bij niemand terecht. Hopelijk kan iemand mij uit deze situatie helpen?
Met deze blog probeer ik contact te zoeken met de
buitenwereld, ik heb namelijk hulp nodig en dringend. En veel tijd om mezelf
voor te stellen heb ik niet, het enige belangrijke is dat ik Barry ben, een
18-jarige jongen die nooit had gedacht dat zijn leven zon wending zou
aannemen.
Zoals elke maandagavond ging ik dus ook deze week naar de supermarkt om inkopen
te doen, niets speciaals als men mij tenminste niet had ontvoerd! Maar dit gaat
misschien allemaal wat te snel voor jullie, laat het me dus uitleggen.
Met mijn winkelmandje in mijn handen liep ik naar het rek voor een brik
tomatensoep, ik wist precies wat ik moest hebben en normaal had mijn bezoekje
niet langer dan tien minuten geduurd, maar net toen ik mijn soep in mijn mandje
wilde leggen, hoorde ik een grote knal en sprongen alle lampen in de winkel.
Zoals je wel al kan voorspellen, zag ik niets meer. Ter bescherming
dook ik neer op de grond. Al mijn haren in mijn nek stonden overeind en
mijn zintuigen stonden op scherp. Het volgende moment hoorde ik voetstappen de
winkel instormen en met veel kabaal beval iemand ons te zwijgen, vooral niet te
bewegen en zeker geen telefoons te plegen want dat zou ons volgens
hem duur komen te staan. Meteen daarna stond er al iemand met een zaklamp bij
me. Bruusk werd ik van de grond gesleurd, onmiddellijk blinddoekte hij me en
het enige dat ik me dan nog kan herinneren is dat men mij bewusteloosheeft geslagen, dat voel ik nu nog aan de
bult op mijn hoofd.
En nu zit ik hier, maar waar is eigenlijk hier? Ik werd wakker in deze koude,
kille, stinkende kelder en deze deel ik met nog zeven andere gegijzelden. De kelder
lijkt wel een magazijn vol oude spullen, maar dat kan net onze redding zijn. Stef,een andere gegijzelde, voelt zich helemaal
thuis in de computerwereld en dankzij hem hebben we de oude computers die er
stonden terug kunnen opstarten, het is niet optimaal, maar dat is onze laatste
hoop vermits men onze telefoons in beslag heeft genomen.
Waar de kelder zich bevindt weet natuurlijk niemand en door wie we worden
gevangen gehouden, is ook een groot mysterie. Als we al eens iemand zien hebben
ze een masker op dus daar worden we ook niet veel wijzer van. En waarom?
Nog zon vraag die niemand kan beantwoorden, maar één ding is zeker, als we
hier niet snel weggeraken, loopt het hier voor ons af. De ontvangst hier is
slecht, maar ik zal zo veel mogelijk contact proberen te zoeken met de
buitenwereld in de hoop dat men ons vandaag nog zal vinden.