Stomverbaasd staarde ik mijn vader, of toch de
persoon waarvan ik dacht dat het mijn vader was, wel 5 minuten lang aan.
Tientallen vragen spookten door mijn hoofd. Is dit wel mijn vader? Is Vince
mijn broer? Was mijn moeder wel echt de mijne? Ik kon er niet meer aan uit. En
terwijl mijn vader Vince feliciteerde, kwam hij steeds dichter bij mij. Stap
voor stap, steeds een stukje dichter terwijl hij de hamer in de lucht bracht. Toen
hij de hamer zo hoog in de lucht gebracht had als hij kon, zag ik een vurige
blik in zijn ogen en ik wist dat dit mijn laatste dag zou zijn. Ik wou
wegvluchten, maar ik geraakte niet vooruit wegens mijn verbrijzelde been. Mijn
vader nam een grote hap lucht en sloeg richting mijn hoofd, maar hij miste.
Toen hij zag dat ik me niet kon verweren of kon vluchten haalde hij kwaad uit
naar Vince. Je had beloofd Barry voor mij over te laten, zo is er niets leuk
aan, zei hij. Terwijl Vince zich stotterend
verontschuldigde zei mijn vader het volgende: Ik heb een leuk idee! Je
krijgt een kwartier om zo ver te vluchten als je kan, daarna kom ik je zoeken.
Zo beleef ik ook nog eens iets spannend. Dit had ik van hem nooit verwacht,
maar na alles wat ik de afgelopen dagen al heb meegemaakt, deed ik gewoon wat
hij zei. Dit was mijn kans om hulp te zoeken en mezelf in veiligheid te
brengen. Ik vluchtte naar een kleine hut diep in het bos. Hier zouden ze mij
nooit vinden. Ik zit hier nu al ongeveer een maand, ik alleen met mijn
gedachten. Welke dag is het vandaag? Oh het is Kerstmis! Maar ik heb niets te
vieren, ik heb niemand meer. Ik leg me neer op de vloer en slaap voor enkele
dagen. Ik werd wakker, het was 2 januari. Mijn been was intussen weer aan
elkaar gegroeid maar de eenzaamheid overheerste. Ik begon zachtjes te huilen,
en zoals de sneeuw viel, zo vielen ook mijn tranen. Ik dacht dat dit hele drama
eindelijk voorbij was en besloot de hut te verlaten. Zodra ik de deur opende voelde
ik een helse pijn aan mijn hoofd en onmiddellijk daarna werd het zwart voor
mijn ogen. Toen ik wakker werd in een voor mij onbekende donkere kamer, hoorde
ik de stemmen van Vince en mijn vader opnieuw. Terwijl ik in het donker tastte
naar enige vorm van licht, botste ik op een vreemd voorwerp. Ik weet niet goed
wat het was, maar licht zou meer duidelijkheid brengen. Met een bang hart tastte
ik verder op zoek naar de lichtschakelaar. Maar dat was niet langer nodig, ik
struikelde over wat later een hand bleek te zijn en viel bovenop een bebloed
lijk. Dankzij het licht van mijn laptop kon ik sterke gelijkenissen waarnemen
tussen het lijk van de man waar ik bovenop lag en mezelf. Wie is deze man? En
wie zijn Vince en de man die zich mijn vader noemt dan?
|