Om halfzes, na een zelfgemaakt ontbijtje op de gang, verlieten we de alberge en stapten het nog slapende, donkere stadje uit, richting de autosnelweg. Deze laatste lieten wij links liggen want wij hadden onze eigen wandelweg, vlak naast een gewone weg. Steeds maar rechtdoor, van begin tot einde.
Eerder saai, tot je een bar/ alberge binnenloopt om een lekkere koffie of thee te drinken en dan tref je daar de eigenaar, een Nederlander, aan:
" Nou , de bar is nog niet open ... en de koffiemachine is stuk maar in de alberge staat de ontbijttafel nog gedekt ... En er is zelfgebakken brood en kaas en confituur...."
Wij hebben onze benen onder de lange tafel geschoven. Nou, we hebben in weken niet meer zo'n lekker ontbijt genoten... met ECHT brood. Het ontbijt was donativo ( je betaalt wat het je waard lijkt).
Het tweede deel van de wandeling, nog altijd langs diezelfde, gewone weg, leek nu een stuk prettiger.
De maaidorsers reden af en aan, op de oogstrijpe graanvelden en hier en daar stonden de zonnebloemen, in 't gelid, hun gele kopjes mooi gericht naar de zon.
Ruim voor de middag stonden we voor een groot klooster, onze overnachtingsplaats. Er kunnen wel 90 mensen slapen, verdeeld over meerdere slaapzalen van 12 bedden ( geen stapelbedden), heel proper en voldoende sanitair, een wasmachine...heel vriendelijke en behulpzame nonnetjes...midden in de stad ...goedkoop...en we kunnen hier ook de zegen krijgen maar die hebben we al gehad in Vezelay.
We kunnen even op adem komen na de drukte en het plaatsgebrek van gisteren. Zodat we morgen , goed uitgerust, de resterende 410 km weer wat kunnen verminderen.