Rondvraag / Poll
Ik ben een... (gelieve slechts één keer en naar waarheid te antwoorden, éénmalige bezoekers worden niet geacht een antwoord te geven, tenzij ze nog eens terugkomen natuurlijk.)
vrouw (die minstens twee keer deze blog bezocht)
man (die minstens twee keer deze blog bezocht)
Bekijk resultaat

Inhoud blog
  • het nieuwe jaar luidt onherroepelijk het EINDE in van...
  • Mijnheer doktoor, deel 3: (vervolg van deel 2).... tieten
  • mijnheer doktoor, deel 2 : help, hèlp, HELP, HELLEP!! Ik krijg...
  • mijnheer doktoor, deel 1: the beauty en the beast
  • puffen en 'm nijpen
  • oud worden of oud zijn?
  • in de sacoche
  • assertief versus agressief
  • gemis aan sexuele opvoeding? the next generation
  • wishfull thinking of breinbedrog
  • 16+
  • gênante situaties, deel 7: mijn gemis aan sexuele opvoeding
  • gênante situaties, deel 6: waarom ik bijna in de grond kroop van schaamte
  • DE ontmoeting die mijn leven bepaalde
  • gênante situaties, deel 5 : hoe oorverdovend een stilte kan zijn
  • één van mijn favoriete bezigheden
  • wat heb ik wat jij niet hebt?
  • Weldra op jouw scherm...
  • roddelrubriek 2 : Poesen en Clooten
  • wiens verdiende loon?
  • meestermanipulator
  • prettig ziek
  • mijn gebrek aan humor?!
  • gênante situaties, deel 4 : mijn fratsen op het werk, deel 1
  • nieuwsgierig aagje
  • hoe ik het leven leerde relativeren
  • een schizofrene situatie?
  • gênante situaties, deel 3 : waarom ik bijna naar de andere kant van België verhuisde
  • Spanje versus...
  • onze Jimmy...
  • de metafoor van het uitheemse bloemetje
  • als de rook in mijn hoofd is verdwenen...
  • van zelfspot naar misplaatste arrogantie
  • leren ontsnappen uit een hokje (part III)
  • toch enkele etiketje (part II)
  • geen etiketje nodig (part I)
  • een tussendoortje : een column tot ergernis van de columnist
  • verkeerd geparkeerd
  • Geen Stalk Machine voor mij, Geen Speelgoed Mobieltje voor mijn dochter
  • roddelrubriek 1 : mijn buurvrouw is een bitch en ik ben een watje
  • het bewijs dat Jezus bestaat (of alleszins toch doet alsof)
  • gênante situaties, deel 2 : stank voor dank
  • op 'hoge' voet leven
  • gênante situaties, deel 1: pedagogische incompetentie
  • en nu... ?
    lees me

    Bovenvermelde titel kan zielig klinken, maar ook je nieuwsgierigheid aanwakkeren, je uitnodigen om deze blog te lezen. Uiteraard beoog ik dit laatste... Mocht je jezelf in één van de de personages van de teksten herkennen, dan vergis je je schromelijk. Mijn identiteit blijft geheim. Als je niet met zekerheid weet wie ik ben, hoe kan je er dan van overtuigd zijn dat het over jou gaat? Trouwens, neem het me niet kwalijk als je er niet zo fraai uitkomt. Soms is het nodig voor de verhaallijn om hier en daar wat te overdrijven. Feiten en fictie vloeien in deze blog vaak in elkaar over. Alleszins wens ik je veel leesgenot. Voel je vrij om een reactie te plaatsen... Hoe je mij kan aanspreken, vind je terug in het vertelsel van 1 mei 2011.
    08-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16+
    Vreemd als je eens een kinderloos avondje in de schoot geworpen krijgt.  Beiden zijn ze uit logeren en daar moeten wij, ouders, van profiteren.  Niet dat we nooit zonder onze kroost weggaan.  Maar dat is altijd in functie van een feestje of een etentje of zo, in elk geval iets waar andere mensen bij betrokken zijn.  Nu hebben we eindelijk het rijk voor ons alleen.  Er is echter geen denken aan dat we thuis blijven!  Het lijkt ons de uitgelezen kans om eens een filmpje voor volwassenen mee te pikken.  Er hoeft immers niet altijd gesmurft te worden.

    Nu nog een film kiezen.  Hasta la Vista lijkt me wel wat, maar dat is geen film die je per se op een groot scherm moet zien.  Voor de rest zijn we niet vertrouwd met het huidige aanbod.  Even in de filmrubriek van Humo spieken.  De topper 'Black Swan' blijkt helaas nergens in de buurt nog te draaien. Ofwel gaan we voor het verhaal en de Belgische makelij van Hasta La Vista ofwel voor de speciale 3D-effecten van Final Destination 5. Aan de kassa wordt de knoop doorgehakt. Voor die ene keer dat we onder ons tweetjes zijn, mag het wel een 16+ film zijn.  Knusjes nestelen we ons in de comfortabele zetels.  Met een zoet drankje, doch zonder chips of popcorn. Zo storend dat gekraak, al trekken andere bioscoopbezoekers zich daar geen knijt van aan.
    Het concept van Final Destination bevalt me wel.  Doordat de hoofdrolspeler een angstaanjagend visioen krijgt van een spectaculair ongeluk kan hij samen met enkele mensen op het nippertje ontsnappen aan het onfortuinlijke lot dat hen te wachten stond.  Maar de Dood blijkt het er niet mee eens te zijn en maakt zijn uitverkorenen alsnog één voor één tot de Zijne.  Zullen de hoofrolspeler en zijn liefje er wél in slagen om te ontglippen aan Hem?

    't Is tijd om de 3D-bril op te zetten. Wel een beetje een idioot zicht, zo twee maal twee glazen over elkaar. Maar ach, geen kat die het ziet in het donker.  Trouwens, misschien is 't wel de laatste keer, want ik ga mijn ogen laten laseren in de hoop hiermee definitief een einde te stellen aan mijn brillenellende.  Door de derde dimensie word ik bijna letterlijk meegezogen in de film. Spoedig word ik figuurlijk doordrenkt door het rondspattende bloed.   De spanning wordt stelselmatig opgebouwd en ik kruip instinctief wat dichter tegen mijn man aan.  Ik ben geen voorstander van geweld, maar in deze context vind ik het geweldig. Tot aan die bewuste scène tenminste.

    De Dood heeft al enkele ontsnapten kunnen vangen en dan is zij aan de beurt. Het begint nochtans vrij onschuldig. De oogchirurg klemt haar hoofd stevig vast in een soort bankschroef. Met een druppeltje verdooft hij haar rechteroog om het vervolgens met een klemmetje open te sperren.  Ik huiver...  De voorbereiding van een laseroperatie.  Er is nog niets gebeurd en ik kan het nu al bijna niet meer aanzien.  Er zijn zo van die handelingen die me spontaan kippenvel bezorgen, zelfs alleen al de gedachte eraan doet me huiveren.  Zo heb je de klassieker 'met een vingernagel over een bord krassen'.  Wat mij echter evenveel kan doen gruwelen? Een dokter die een houten stokje in je mond steekt om in je keel te kijken. Ik hoop van harte dat ik nooit een gastroscopie hoef te ondergaan. Ik zet nog liever 5 kinderen van elk 5 kg op de wereld. Of iemand - of erger nog, ikzelf - die een vuiltje uit zijn oog moet laten halen. 't Is niet voor niets dat ik zelden make-up gebruik aan mijn ogen en 't is niet voor niets dat ik zolang gewacht heb om een afspraak vast te leggen bij de oogarts.

    Ik sidder helemaal als de oogdokter zijn patiënte even alleen achterlaat, nadat hij de machine alvast heeft ingesteld.  De wetenschap dat er weldra iets ergs gaat gebeuren, jaagt mijn hartslag spectaculair de hoogte in.  Als er een kortsluiting ontstaat, wat leidt tot de activering van het laserapparaat, kan ik de spanning niet langer meer aan.  Ik wend mijn hoofd af, kruip nog wat dichter tegen mijn man en smeek hem om me eens seintje te geven als deze scène eindelijk voorbij is.  Toch ben ik een ietsjepietsje te nieuwsgierig om zijn signaal af te wachten.  Ik zie de jonge vrouw nog net radeloos uit het raam springen. Haar doorbloedde oog rolt over de weg en spat, als toemaatje van de lugubere scène, uit elkaar.

    Als het eindelijke pauze is, koop ik mezelf een grote zak popcorn.  Het lijkt net alsof ik de stress met ieder gepoft maïskorreltje wil opeten. Hoe benauwder ik het krijg, hoe sneller ik de witte troostgevertjes oppeuzel. De denkbeeldige grafiek van mijn snoepritme loopt precies evenwijdig met deze van het spanningsniveau van de film. Als de film ongeveer op zijn einde loopt, begin ik ook de bodem van de papieren zak te zien, waarop enkele ongepofte korreltjes mistroostig zijn blijven liggen.

    Ik heradem.  Dat was me een avondje wel.  Gaat zo een goede slaper als ik nu wel de slaap kunnen vatten? Ik ben redelijk opgefokt.  Ik heb dringend een film nodig die werkt als een tegengif. Amper een half uurtje later lig ik gespannen in bed met mijn hoofd op de geruststellende schouder van mijn echtgenoot.  We bekijken het DVD'tje dat ik gratis kreeg bij 2 pakken maandverband. Nothing Hill, een zeemzoete film om de avond af te sluiten.  Binnen de tien minuten val ik in een droomloze slaap.

    's Anderendaags zeg ik mijn afspraak af bij de oogarts die mijn ogen zal laseren.  Met het geld dat ik hiermee uitspaar kan ik me nog héél wat mooie brilletjes aanschaffen. Zou een roze me goed staan?

    Grz en hasta la vista

    je angsthaasje

    08-10-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gênante situaties, deel 7: mijn gemis aan sexuele opvoeding
    Opvoeden. Zowat iedereen doet het, maar slechts weinigen zijn ervoor opgeleid.  Vreemd eigenlijk, dat zo'n belangrijke levenstaak geen deel uitmaakt van het basispakket in het onderwijs.  Van wie leer je het dan? Veelal van je eigen opvoeders, je ouders dus.  Ook al ben je er, als jongeling, van overtuigd dat jij het later heel anders - lees 'veel beter' - zal aanpakken.  Eénmaal als je dan zelf kinderen hebt, ga je dat weer relativeren en kom je tot de conclusie dat je ouders het er eigenlijk nog niet zo slecht van hebben afgebracht. Ook de mijne niet.  Al zijn ze op één vlak schromelijk tekort geschoten, nl. mijn sexuele opvoeding.  Als ik hiervoor op hen had moeten wachten, dan was ik nu nog steeds een maagd, ééntje met twee kinderen weliswaar. Een herhaling van de bijbelse geschiedenis?

    Ach, ik kan mijn ouders niets verwijten, uiteraard zijn zij eveneens 'kinderen' van hun opvoeding. Anderzijds is dat misschien net wél een reden om het hen kwalijk te nemen.  Ze keuren het zelf niet goed dat ze volledig in het ongewisse werden gelaten, maar bewandelen simpelweg  hetzelfde a-seksuele pad als het hun eigen kinderen aangaat.  Als ze seksualiteit uit de taboesfeer hadden gehouden, hadden ze me niet alleen een gênante situatie bespaard, maar me ook met heel wat minder onnodige schuldgevoelens opgezadeld.  Op dit laatste kom ik misschien later nog wel eens een keertje terug.  

    Mijn lagere schooltijd heb ik doorgebracht op een katholieke meisjesschool.  Als ik beschrijf hoe het eraan toeging, geloof je nauwelijks dat ik de veertig nog niet gepasseerd ben. Het lijkt immers een tafereel van minstens een halve eeuw geleden.  Om te beginnen mag je die 'meisjes'school heel letterlijk nemen. Geen jongens te bespeuren dus, die zaten uiteraard op de jongensschool. Aan het hoofd van onze school stond 'zuster directrice'. Alhoewel ze me nooit een strobreed in de weg heeft gelegd, had ik een panische schrik van dat mens. Ze straalde gezag uit op een negatieve manier.  Als ze de klas betrad vlogen een twintigtal meisjes recht uit hun bank en riepen vervolgens mechanisch in koor 'Da-g, zus-ter di-rec-trice!'.  Bij de begijn kregen we enkel les van vrouwelijke leerkrachten.  Wellicht vonden zij het ook jammer dat er geen enkele meester te bespeuren viel.  De leerlingen van de meisjesschool vielen vooral op door hun schooluniform.  Geen plooienrokje met wit hemdje en blauwe pull, neen, wij droegen een lichtblauwe, hopeloos ouderwetse, omaschort met lange mouwen. 
    Ondanks deze gedateerde omkadering werd er wel seksuele opvoeding gegeven op onze school, in het vijfde leerjaar.  Behalve uiteraard in het jaar dat ik daar zat en... de juffrouw van het zesde 'vergat' het ook.  De leerlingen waren echter te braaf om ernaar te vragen.

    Ook ik vroeg niets. Of toch wel.  Een babypop. Na wat zeuren en zagen kreeg ik er ééntje op 6 december toen ik in het zesde leerjaar zat.   Uiteraard wist ik toen wél al wie sinterklaas was - zo erg was het nog net niet met mij gesteld - maar het was nog steeds een mysterie hoe hij aan die baby kwam.  Op een dag kreeg ik op de schoolbus onverwachts de uitleg op mijn ongestelde vraag aan de hand van een onnozel kindermopje: Een man en vrouw liggen in bed. De man wijst naar de borsten van zijn vrouw en vraagt wat dat is.  "Dat zijn mijn koplampen" antwoordt de vrouw en "Dat is mijn oerwoud" is haar repliek op de tweede lager gelegen vraag.  Het pietje van de man heet uiteraard 'Tarzan' en dan zie je de clou al van mijlenver afkomen. Alhoewel... destijds had ik er absoluut het raden naar. Plotsklaps zegt de man : "hè vrouw, doe je koplampen eens aan, ik geloof dat mijne Tarzan in uw oerwoud zit."  "Zo worden de kindjes gemaakt," zei de moppentapper triomfantelijk.  Lichtjes gechoqueerd stapte ik van de bus.

    Het spreekt voor zich dat ik thuis in alle talen zweeg over deze pas verworven informatie, waardoor mijn kennis wel heel erg basic bleef... Dat besefte ik pas toen ik samen met een schoolvriendinnetje naar de bibliotheek fietste.  Mijn boeken had ik in een wit plastieken zakske gestoken.  In de bibliotheek haalde ik mijn vijf boeken tevoorschijn, maar er bleek nog een 'verrassing' in het zakje te zitten. Ik nam het eruit en vol verbazing bekeek ik het vreemde ding, dat - zo bleek achteraf - mijn zus toebehoorde. Tussen wijsvingers en duimen hield ik beide uiteinden van een wit rechthoekig voorwerp vast om het beter te kunnen bestuderen.  Ik had er echter geen flauw benul van van wat het was.  Ik draaide het om en bemerkte aan de achtergrond een grote kleefstrook.  "Wat is dit voor iets?" vroeg ik aan mijn vriendin, niet beseffend dat ik verondersteld werd het voorwerp te kennen.  Het deed me wat denken aan een soort verband.  Mijn vriendin lag in een deuk van het lachen om mijn domme vraag en ik...

    ...kwam er met scha en schande achter dat het voorwerp effectief bestemd was voor een snee. En wat voor één!


    21-09-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    09-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gênante situaties, deel 6: waarom ik bijna in de grond kroop van schaamte

    Beste bloglezer

    Wie al mijn schrijfsels gelezen heeft, weet dat ik niet zo verzot ben op GSM's.  Ik stond dus niet te juichen toen ik op mijn werk zo'n communicatieprul cadeau kreeg, ten dienste van het werk uiteraard, maar gelukkig enkel tijdens de werkuren. Ik beschouw het meer als een blok aan mijn been, als een ONnoodzakelijk kwaad, dat helaas enkele gênante situaties opleverde.

    Toegegeven, het ding had ook zijn nut.  Die keer toch, toen ik 's avonds samen met een stagiaire op huisbezoek trok.  Het was haar eerste stagedag en ik liet meteen al een verpletterende 'goede' indruk na.  In het donker vond ik onze bestemming niet, er leek geen logica te zitten in de opeenvolging van de huisnummers.  Mensen met een slecht karakter kunnen dit ook aan mijn 'goed' oriëntatievermogen wijten. Ik bleef echter niet bij te pakken zitten en besloot de cliënt te bellen om mij de juiste richting uit te wijzen.  Tot driemaal toe drukte ik de pincode van mijn mobieltje in en lap... het ding was geblokkeerd.  Gênant hoor, als dit in het bijzijn van een leerling gebeurt!  Eerst sloeg ik het aanbod van mijn behulpzame stagiare om haar toestel te gebruiken gegêneerd af. Ten lange leste heb ik het dan toch maar met hangende pootjes aanvaard, want mijn privétoestel had ik - typisch voor mij - natuurlijk niet bij.  Die dag werd het alleszins pijnlijk duidelijk dat ikzelf ook nog  heel wat bij te leren had. Mijn stagiaire kreeg alvast een tien op tien voor respect (ook voor de zwakkeren uit onze maatschappij, zijnde de GSM-analfabeten) en voor discretie.

    's Anderendaags werd ik met een nieuw probleem geconfronteerd.  Na drie foute pogingen moet je immers de pukcode intikken om dat vervloekte ding terug aan de praat te krijgen.  Volgens mijn baas had ik deze in een klein mapje meegekregen bij de overhandiging van het toestel.  Deze keer deed mijn slordigheid me de das om. Waar had ik dat in hemelsnaam gelaten?  Na een intensieve zoektocht, die toch wel wat kostbare arbeidstijd vergde, kwam  het kleinood gelukkig te voorschijn.  Dit zal mij alleszins geen tien op tien opleveren bij mijn volgende evaluatie.

    De pukcode bleek echter geen soelaas te bieden. Gelukkig was er een ringringring*winkel in de buurt.  In volle overtuiging dat zo'n GSM écht wel rommel is, begon ik ter plaatse heel verontwaardigd mijn probleem uit de doeken te doen.  De geduldige man aanhoorde gelaten mijn betoog en stelde vervolgens slechts één simpele, doch cruciale, vraag. "Mevrouw, u hebt toch wel het toestel bij dat bij die pukcode hoort?"  Even keek ik hem verbaasd en terzelfdertijd verward aan.  Terwijl ik twijfelend "natuurlijk" stamelde, draaide ik het onding om om mijn gelijk aan te tonen.  Op de achterzijde was immers het telefoonnummer gekleefd, als geheugensteuntje en ook om alle werktoestellen van elkaar te kunnen onderscheiden. Echter... de achterkant was egaal glad.  Zo rood als een pioen kon ik nog net uitbrengen dat ik inderdaad het verkeerde toestel bijhad.  Haastig verontschuldigde ik me voor het oponthoud om vervolgens met de staart tussen de benen af te druipen.

    Dat ik mijn eigen toestel - dat na nadere inspectie duidelijk verschillend was van het werktoestel - niet herkend had, hoefde de brave ringringring*man niet te weten.  Dit was echter wel een item dat ik voor mijn collega's moeilijk verborgen kon houden.  Totaal van de kaart door mijn eigen lompigheid en zenuwachtig giechelend, kon ik slechts één zin uitbrengen, toen mijn baas me vragend aankeek. 

    "Waar kan ik hier ergens in de grond kruipen van schaamte?".

    Grz

    Joke

    *verklaring 'ringringring': vervangwoord voor Belgacom.  Ik weiger gratis reclame te maken voor hen!

    09-09-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    30-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE ontmoeting die mijn leven bepaalde
    Twee jonge vrouwen daalden de trap af.

    De ene had gitzwart ultrakort haar, het soort kapsel dat alleen flatterend is voor een vrouw als ze een opvallend mooi gezicht heeft.  En dat had ze, een supergave huid, oceaanblauwe ogen, fijne, maar niet al te dunne, sierlijk afgetekende wenkbrauwen, hoge jukbeenderen en volle lippen. Bovendien was ze gezegend met een rank figuurtje en lange slanke benen.
    Het andere meisje had een alledaagsere look, kastanjebruin volumineus halflang haar, grote bruine ogen, een reukorgaan dat één maatje kleiner had mogen zijn, maar anderzijds toch niet te opvallend aanwezig was.  Ze was iets kleiner, vooral korter gebeend, en terzelfdertijd iets ronder - behalve daar waar het mocht - dan haar hyperslanke vriendin.  Toch kon je haar bezwaarlijk mollig of dik noemen met een BMI, gelijk aan haar leeftijd, eenentwintig en een half.

    En hij?

    Hij zag hoe beide vriendinnen zelfverzekerd en zelfbewust de trap afdaalden.  Hij genoot van dit tafereel en vooral... hij was direct verkocht.  Zijn kameraad kreeg een stoemp in zijn zij en boven de lawaaierige muziek uit, riep hij : "Kijk, wat een ferm ding dat daar afkomt!"
    Hij had alleen oog voor haar en helemaal niet voor haar vriendin.  Integendeel, deze boezemde hem angst in met haar designeruiterlijk en de helblauwe blik, die hij als kil percipieerde.

    Al vlug zocht hij contact met haar.  Hij vermeed standaardzinnen, doch zorgde ervoor dat hij spoedig haar naam kon achterhalen, zodat zijn 'prooi' minder anoniem werd. 

    Ze heette...Joke.


    Aanvankelijk vond Joke hem een vreemde snuiter.  Hij had een onmodieus - toen toch - beatleachtig kapsel, dat echter wonderwel goed bij hem paste.  Net zoals zijzelf danste hij graag.  Zijn dansstijl was soepel en origineel, af en toe een tikkeltje te verwijfd misschien, doch binnen de grenzen van het aanvaardbare.   Hij leek erg zelfzeker en terzelfdertijd was hij speels en gevoelig. 
    Joke was gevleid door zijn nieuwerwetse hofmakerij. Hij was een beetje een charmeur, maar dan op een charmante manier. Ze mocht hem wel, hij deed haar lachen, maar ze kon ook een diepgaand gesprek met hem voeren. Toch hield ze de boot af, ze was immers nog lang niet toe aan een nieuwe relatie. 

    Hij had echter geduld, veel geduld.

    Zonder concreet af te spreken ontmoetten ze elkaar bijna wekelijks. Stiekem begon Joke uit te kijken naar hun onvoorspelbare conversaties.  Bovendien was haar oog plots gevallen op zijn lange, bijna vrouwelijke, wimpers, en de schattige kuiltjes in zijn wangen.   Na ruim een half jaar stelde ze, tot haar eigen verbazing, vast dat ze hem eigenlijk best wel aantrekkelijk vond.
    Niettemin besefte ze pas dat ze verliefd was toen hij een vijftal weken wegbleef.  Ze wist dat hij op reis was, maar het wachten duurde ondraaglijk lang.  Toen ze hem na al die tijd terug zag, voelde ze hoe haar ogen begonnen te twinkelen.  Haar poging om  dit te verbergen, lokte bij hem een geamuseerde opmerking uit.  Even ging er een steek van jaloezie door haar heen, toen er een knap meisje lachend rond zijn hals kwam hangen.  Onhoorbaar zuchtte ze opgelucht, toen dit zijn jongere zus bleek te zijn.  Ze had inderdaad dezelfde kuiltjes in haar wangen.

    Er kwam een nieuwe fase in hun leven.  Ze begonnen overdag af te spreken om elkaar beter te leren kennen. Een eerste keer, een tweede keer, een derde keer... Joke voelde dat het menens werd.  Ze genoot van de spanning die er tussen hen hing in afwachting van hun eerste kus.  Ze was er helemaal klaar voor, ze had het dekseltje gevonden dat op haar potje paste, haar zielsverwant.  Dacht ze toch... 

    Hij joeg haar echter de stuipen op het lijf door in alle ernst een onverwachtse vraag te stellen. "Wat vind je eigenlijk van SM?" Ze schrok. In één seconde leek haar wereld in elkaar te storten.  Ze was niet zo open minded, ze vond dit pervers en liet dit met veel verontwaardiging horen.  Toen ze uitgeraasd was, keek hij haar glimlachend aan en zei dat hij het helemaal met haar eens was.


    Inmiddels zijn we veertien jaar getrouwd en moet ik mijn eerste pakske slaag nog krijgen...


    30-08-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    23-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gênante situaties, deel 5 : hoe oorverdovend een stilte kan zijn

    Welk heteroseksueel meisje droomt er niet van een grote, aantrekkelijke, lieve jongen als toekomstige partner? Ruim twintig jaar geleden was ik hierop geen uitzondering.  Na wat heen en weergefladder ontmoette ik mijn droomprins, maar helaas... de meeste dromen zijn bedrog.

    Ik werd immers stapelverliefd op een onaantrekkelijke, grove maar lieve karakterkop.  Toen ik hem voor de eerste keer ontmoette, had ik slechts zelden zo'n onaantrekkelijke gast gezien en toch werd hij enkele maanden later mijn lief. Wellicht was ik overrompeld door de tonnen aandacht die ik van hem kreeg.  Na verloop van tijd keek ik figuurlijk, en helaas ook bijna letterlijk, over zijn kleine gedrongen lijf heen. Ik slaagde er wonderwel in om zijn gigantische reukorgaan met dito poriën te negeren en als ik hem kuste, proefde ik de lelijke vorm van zijn gevleugelde lippen niet. Eigenlijk had ik alleen maar oog voor de schittering in zijn varkensoogskes.

    Op een zondagnamiddag, zo'n twintigtal jaar geleden, zou mijn lief komen kennismaken met mijn ouders.  Traditiegetrouw is zondag bij ons taartendag.  Een rijkelijk gevulde tafel met allerlei Limburgse 'vlaaien', zoals wij dat noemen.  Met of zonder calorierijke slag- of pasteibakkersroom, met heerlijke kruimel-, vettige schilfer- of verse gistdeeg oftewel zelfgebakken appel- citroen of marmercake,... kortom keuze te over.  In die tijd was het ook de gewoonte om van alles wat geproefd te hebben.  Een geplogendheid die ik inmiddels al geruime tijd afgeleerd heb, zo niet kon je me inmiddels wel rollen.
    Misschien verbeeldde ik het me slechts, maar ik zag mijn moeder lichtjes schrikken toen mijn tweeogige ongebochelde Quasimodo binnenkwam.  Later, toen onze relatie al geruime tijd verbroken was en zeker niet meer te lijmen, bekende ze me dat ze enorm verschoten was van zijn onmiskenbare lelijke verschijning.  Ze had immers verwacht dat haar niet-onaardige dochter toch iemand knapper zou kunnen strikken.  Niettemin onthaalde ze hem hartelijk, zoals dat in onze contreien nu eenmaal gebruikelijk is.

    Op mijn moeders verzoek gingen we met z'n allen aan tafel en mijn Quasimodo'tje dus ook.  Voor hem was het even wennen, als enig kind belanden in zo'n familiedrukte.  Mijn moeder voelde zijn ongemak en om hem gerust te stellen zei ze vriendelijk, terwijl ze gastvrij naar de taarten wees: "Pak maar uit, hoor, anders word je nóóit groot!"  Een zeer ongelukkige uitspraak, als je bedenkt dat hij écht wel klein van gestalte was.  Hij beweerde nochtans enkele centimetertjes groter te zijn dan ik - ik ben zelf net geen 1m65 - maar dat heb ik nooit geloofd.  Mijn schouders staken boven de zijne uit, al moet ik toegeven dat zijn grove karakterkop veel groter was dan mijn hoofd, wat natuurlijk niets zegt over de inhoud.  Na deze uitspraak, waarbij het woordje 'groot' echogewijs leek na te galmen, volgde er een oorverdovende stilte, wat het des te pijnlijker maakte. Mijn Quasimodo deed echter net, zoals de echte, alsof hij doof was en nam een lekker stukje taart en vervolgens nog eentje en dan een stukje cake.

    Enkele jaren later was de liefde tussen ons uitgebloeid, vooral van zijnentwege.   Toen mijn lfdv voorbij was, nam ik me stellig voor om me de volgende keer toch meer door het uiterlijk te laten leiden.  Mijn volgende vriend moest duidelijk groter zijn dan ik en niet zo lelijk als zijn voorganger.  Liefdesverdriet omwille van een Quasimodo, dat nooit meer!

    Exact 5 jaar later lag er een schattig klein meisje met grote prachtige kijkers in de wieg.  Nu ze groter is, lijkt ze sprekend op mij, maar ik ben minstens even trots op haar jongere zusje, waarvan velen beweren dat ze net haar vader is.


    Grz

    Joke

    PS1  Aan Quasimodo (mocht hij dit toevallig lezen): je bent maar half zo lelijk als hier beschreven, hoor. Toch ben ik reuzeblij dat mijn kinderen geen varkensoogskes hebben!


    23-08-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    31-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.één van mijn favoriete bezigheden

    Wist je al, beste bloglezer, dat ik één van mijn favoriete bezigheden dagelijks uitvoer, zonder zelfs één nachtje over te slaan?  Meer nog, ik heb er zelfs niet altijd het comfort van een bed voor nodig en mijn echtgenoot ook niet.  Je raadt het natuurlijk al, mijn man en ik zijn échte slaapkoppen.  We doen het te pas en te onpas.  't Is voornamelijk deze tweede optie die ik nader wil toelichten.  Mocht ik dat voor de eerste mogelijkheid van plan zijn, is de kans immers groot dat je er, al lezend, bij in slaap valt.

    Soms vind ik het eerder storend, mijn alledaagse hobby.  Het lijkt wel alsof ik geconditioneerd ben om te maffen vanaf het ogenblik dat ik me vier- of meerwielig op de baan begeef.  Als passagier, welteverstaan.  Veertien jaar geleden gingen we op huwelijksreis naar het romantische eiland Madeira.  Met de autobus verkenden we er de oost- en de westkust.  Dat was althans de bedoeling.  Terwijl sommigen met moeite hun maaginhoud binnenskamers konden houden, slaagde ik er niet in om mijn blik langer dan vijftien minuten naar buiten te werpen. Zelfs niet toen een jongetje, onbestand tegen de vele haarspeldbochten, de hele bus onderkotste.  Ik ontwaakte pas toen mijn man mij aanporde om de rugzak, die tussen mijn voeten geparkeerd stond, op te tillen om het onsmakelijke goedje dat door de bus dreef te ontwijken.  Bij iedere uitkijkpost schoot ik wakker door het gestommel in de bus. Slaapdronken stapte ik mee uit om van de prachtige vergezichten te genieten.  Iedere keer opnieuw maakte ik me het voornemen om geen uiltje meer te knappen, maar telkens opnieuw kreeg ik, na ongeveer een kwartiertje, een slag van de hamer. Romantisch gezelschap kan je me bezwaarlijk noemen.

    Echter, mijn man kan er ook wat van.  Onlangs gingen we uit voor schoenen, voor onze dochters en mezelf.  Manlief mocht mee om te 'helpen' kiezen.  In de grote schoenenwinkel was er een wachttijd van drie kwartier.  Gelukkig kregen we al vlug een comfortabele zetel ter onzer beschikking. Binnen een redelijke termijn had de deskundige verkoopster beide dochters van het nodige schoeisel voorzien.  'Dat waren alvast de gemakkelijkste en de moeilijkste klant,' waarschuwde ik haar. 'Nu alleen nog de kieskeurigste.'  De verkoopster bleef onbewogen onder deze onheilspellende boodschap. 'Dat zijn mooie schoenen,' wees mijn man in de richting van een paar benenbrekers. Ik haastte me om de verkoopster in te lichten dat een hakje wel mag, maar dat er grenzen zijn aan mijn steltloopcapaciteiten.  Tevens benadrukte ik dat voor mij toch vooral het draagcomfort primeert. Wijselijk gaf mijn man de strijd op en nestelde zich terug in de zetel. Inmiddels kon het passen beginnen. Te smal, te plat, te klassiek, te...te...te...  Het kan niet anders of ik bezorgde de verkoopster grijze haren, maar ze liet niets blijken. Mmmmm... deze misschien?  Ik draaide me om naar mijn man om hem toch minstens de illusie te geven dat zijn mening ertoe deed.  Toen de verkoopster mijn echtgenoot in de smiezen kreeg, viel ze even uit haar professionele rol.  Mijnheer lag immers met lichtjes geopende mond zachtjes te knorren.  Professioneel als ze was, beperkte de verkoopster zich  tot wat onderdrukt gegiechel en wreef ze me niet onder mijn neus dat mijn getreuzel en getwijfel onmiskenbaar slaapverwekkend waren.  Prompt stopte ik met wikken en wegen.  Ik griste het laatste paar schoenen, bedankte de verkoopster voor haar hulp en wekte vervolgens zachtjes mijn man.  Nu was het immers zijn beurt...aan de kassa.

    Af en toe doen mijn man en ik aan 'betaald' slapen.  Niet bewust, het overkomt ons gewoon. Vooral toen de kinderen klein waren, hadden we er een handje van weg.  Bij een pittige animatiefilm zoals Nemo of Ratatouille, viel het nog wel mee.  Maar als het verhaal wat meliger van aard was, zoals een film over de Winx-club, voelden we onze aandacht gaandeweg verslappen.  Geleidelijkaan creëerden we onze eigen film in dromenland waaraan sumultaan met de échte eindgeneriek een einde kwam. Geen nabeschouwing voor ons.  Alleen uit de enthousiaste kinderverhaaltjes konden we opmaken wat we allemaal 'gemist' hadden.  Vonden we niet zo erg, alleen zielig om te zien was de teleurstelling in de blik van onze jongste, omdat we, compleet onbegrijpbaar voor haar, de allerbeste film allertijden aan onze neus, euh ogen, hadden laten voorbijgaan.  'k Ben benieuwd of zij later, als moeder, eveneens de bioscoopuitbaters slapend rijk zal maken.

    Toch hoeft het er niet altijd zachtjes aan toe te gaan om me in slaap te wiegen.  Als ik echt moe ben, kan ik het overal.  Nog niet zo lang geleden gingen we naar het dansoptreden van ons huppeltutje.  Hierdoor was mijn traditionele zondagnamiddagdutje in het gedrang gekomen. Maar... ik hield me sterk!  Ik heb geen seconde van haar performance gemist.  Het helse tromgeroffel van de plaatselijke sambaband die daarna optrad, had echter een hoogstmerkwaardig slaapverwekkend effect op me.  Dit tot groot jolijt van de mensen rondom me.  Doordat ik hun lachende ogen op mijn gezicht voelde priemen,  kwam ik terug bij bewustzijn.  Of lag het aan de flits van het fototoestel? 

    Gelukkig zijn er ook momenten en plaatsen waar het me nooit overkomt.  Zo ben ik nog nooit in slaap gevallen als we visite hebben (wat mijn man niet kan zeggen), tijdens het liefdesspel (uiteraard exclusief het naspel én wat mijn man gelukkig wél kan zeggen), op mijn werk (ondanks mijn ambtenarenstatuut zal ik nooit slapend rijk worden, bij nader inzien: ondanks mijn ambtenarenstatuut zal ik ook niet-slapend nooit slapend rijk worden), achter het stuur (alhoewel, één poging heb ik ooit ondernomen, gelukkig is het goed afgelopen dankzij mijn wakkere partner/medepassagier), en mocht ik het ooit ernstig overwegen... (wat hoogstonwaarschijnlijk is, gezien mijn brave imago). Hopelijk overkomt het me ook nooit tijdens...het plaatsen van een tatoeage!

    Grz

    je slaapkopje

    31-07-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wat heb ik wat jij niet hebt?
    "Al heb je twaalf kinderen, je zal er nooit twee dezelfde hebben." Eén van de favoriete uitspraken van  mijn grootmoeder zaliger.

    Wij hebben er slechts twee - leve de anticonceptie - en grotere verschillen dan tussen onze dochters vind je in geen enkele nest.  De oudste struint door het huis zoals een boer op zijn patattenveld.  De jongste daarentegen waant zich voortdurend op de catwalk en koketteert herhaaldelijk met haar eigen spiegelbeeld.  Zoals reeds eerder aangehaald dweept ze met tieneridool Justin Bieber, terwijl de oudste verzot is op harige spinnen en zowat elk ander ongedierte waarvan het gemiddelde meisje de bibbers krijgt. Als vijfjarige stak ze regelmatig vier (!!!!!!!!) hommels in een klein tiktakdoosje.  Hoe ze dit lapte, blijft een mysterie.  De keren dat we met de auto onderweg waren en ze doodleuk vroeg om even te stoppen omdat één van haar hommels, die ze meegesmokkeld had, uit zijn beklemmende gevangenis was ontsnapt, zijn niet op één hand te tellen.

    Als ik met de dames wil gaan shoppen, kan ik me aan luid protest verwachten van de oudste. Ze heeft er een bloedhekel aan en laat dit helaas ook in de winkel blijken. De jongste doet niets liever dan passen, zodat we vaak terugkeren met massa's nieuwe kleren voor de jongste terwijl haar zus bijna in haar bloot gat rondloopt.  Het kan haar niets schelen.  Jeansbroeken met een lage taille?  No way.  Probeer zeker niet uit te leggen dat dat modieus is, want dat zit helemaal niet lekker en wat heb je trouwens aan die stomme mode!  Een argument waar weinig tegenin te brengen valt, maar toch...  Enkele jaren eerder al trok de jongste haar rokje zo laag mogelijk over haar heupen om met haar blote naveltje te kunnen concurreren met de anorexale wezentjes van de Winx-club.

    Naar de kapster?  De oudste gaat enkel mee onder zachte dwang.   Haar lange haren moeten nu eenmaal verzorgd worden en regelmatig een beetje bijgeknipt.  Durf haar echter niet voorstellen om van coupe te veranderen.  Wellicht zal ze de rest van haar leven met hetzelfde kapsel slijten.  Voor de jongste is een kappersbezoek pure wellness.  Van haren wassen tot föhnen...ze geniet er met volle teugen van, vooral van de exclusieve aandacht die ze krijgt voor haar uiterlijk. De kapster zelf kan niet nalaten om telkens het grote contrast tussen mijn dochters te benadrukken.

    De oudste is uitgesproken een vaderskindje.  Met hem kan ze praten over wetenschap en techniek, een materie waarvan haar moeder geen kaas gegeten heeft.  Ze is zuinig met haar lichamelijke contacten, maar 's avonds vlijdt ze zich in de zetel tegen haar papa aan om samen naar National Geographic, Discovery Chanel of een natuurfilm te kijken.  De jongste, een moederskindje, kruipt op haar beurt tegen mij aan om een Idool uit te kiezen en huilt hartverscheurend dikke krokodillentranen wanneer haar favorietje Kato het net niet haalt.  Heeft ze daarom minstens vijf weken achter elkaar met een zelfgeknutseld kartonnen spandoek met de leuze "Kato aan de top!!!" voor de tv gezeten?  De teleurstelling druipt letterlijk van haar gezichtje af.
    Qua uiterlijk is het net omgekeerd: de oudste is een blonde, jonge versie van mezelf, gelukkig voor haar heeft ze wel de lange benen van mijn man. Van de jongste wordt gezegd dat ze eerder op haar papa lijkt, vooral haar guitige blik. Alhoewel de meningen hierover weleens verdeeld zijn.  Er is een tijd geweest dat ze dit niet leuk vond, want het allerallerliefste leek ze op haar mama. Dat die tijd voorbij is, blijkt uit volgende conversatie.

    "Mama," vraagt onze jongste "Vraag mij eens wat ik heb wat jij niet hebt."  Eerst begrijp ik haar ingewikkelde vraagstelling niet goed.  Ongeduldig legt ze me uit wat de bedoeling is. Ik snap het.  "Wat heb jij, wat ik niet heb?" vraag ik dus om haar te plezieren.  Met twinkelende pretoogjes kijkt ze me schalks aan. Goh, wat lijkt ze zo toch veel op haar vader. En dan zegt ze met een perfectie intonatie om de impact van haar antwoord kracht bij de zetten, theatraal langzaam, maar duidelijk articulerend : "Schoonheid!".  Een fractie van een seconde ben ik met verstomming verslagen. "Ach, zooo..." Ik herpak me snel en kaats de bal vrijwel onmiddellijk terug. "En van wie denk je dan dat je die schoonheid gekregen hebt?" "Van papa!" antwoordt ze zonder aarzelen en behoorlijk triomfantelijk.  Mijn man, die ons praatje halvelings heeft gevolgd, verslikt zich bijna in zijn koffie van het lachen.  Zijn voorspelbare commentaar laat ik gelaten over me heengaan.  Ik geef onze jongste telg een speelse tik op haar malse billen en stel terzelfdertijd vast dat ze deze overduidelijk NIET van haar vader heeft.

    Bij mezelf denk ik: "Kind, ooit komt er een tijd dat je grààg op je mama lijkt."  Zal ik met pakweg 28 jaar geduld toekomen?


    25-06-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weldra op jouw scherm...
    Wat heb ik wat jij niet hebt?

    22-06-2011 om 08:10 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roddelrubriek 2 : Poesen en Clooten
    Roddelen.  Sta me toe om een tikkeltje omgekeerd seksistisch te zijn: ik vrees dat dit toch vooral een vrouwelijke aangelegenheid betreft. Alhoewel? Sommige mannen kunnen er ook wat van. Als ik de fabrieksverhalen van mijn echtgenoot hoor, zou ik denken dat hij als enigste vent tussen de wijven werkt. Toegegeven, ik ben de laatste om te beweren dat ik er nooit aan meedoe, maar over het algemeen probeer ik toch te spreken in eer en geweten. Als ik me trouwens al eens begeef aan een roddel, ben ik meestal zo fair om mijn toehoorder er attent op te maken. 

    Sommige roddels zijn zo hardnekkig dat ze een eigen leven gaan leiden. Zo circuleerde er tijdens mijn tweede zwangerschap een onwaarschijnlijke roddel over mijn gynaecoloog.  Het was zo een belachelijk verhaal, dat je je niet kan voorstellen dat er überhaupt mensen bestaan die erin meegaan.   Men beweerde immers dat de brave man zich wou laten ombouwen tot vrouw.  'Geloof ik niets van,' zei ik, toen ik dit praatje voor het eerst hoorde.  'Ik zou wel kunnen geloven dat hij homo is,' voegde ik er niet al te netjes aan toe. Omdat ik destijds regelmatig bij hem op consultatie moest, sprak nagenoeg iedereen me erop aan. 'En toch is het waar,' stelde ook mijn schoonmoeder.  'Want...' ze hield een korte pauze om haar stelling kracht bij te zetten '...op de Landelijke Gilden hebben ze het gezegd!' Ik proestte het uit. Alsof hiermee het wetenschappelijk bewijs geleverd is. 'Hij is al met een hormonenkuur bezig' kreeg ik van anderen te horen.

    De bewering dat deze geslachtsverandering in het ziekenhuis zelfs schriftelijk werd aangekondigd via een affiche tegen de wachtkamermuur, sloeg werkelijk alles. Meteen sloeg mijn fantasie op hol om een geschikte tekst te verzinnen.

    Onze gynaecoloog knijpt er even tussen uit
    als hij wederkeert, is het zonder fluit
    Doch voorzien van borsten en spleet
    is hij als vrouw zo goed als compleet
    Echter...
    jamais zal hij zijn cliënteel volledig evenaren
    want zij...  
    zij kan geen kinderen baren.

    Ook mijn hoogbejaarde buurvrouw, Jeanneke, maakte het bont.  Ze is zo een type dat leeft van en voor de roddels.  Ik zie haar zo nog binnenkomen bij de kapster. Dat beeld, die film als het ware, staat op mijn netvlies gebrand.  Met een grijs op haar gezicht stevent ze me voorbij, zo snel als haar oude benen haar kunnen dragen en me volledig negerend, recht op een ander oud besje af. Vervolgens loopt ze af als een wekker. "Vreselijk, hè, van Lieske.  Maar ik kan het toch wel begrijpen, wat dat mens al allemaal heeft meegemaakt vanzeleven..."  Je ziet hoe ze geniet van het feit dat er iemand in haar kennissenkring zelfmoord heeft gepleegd en ze zowel de lugubere details van dit voorval als de turbulente levensloop van het slachtoffer uit de doeken kan doen.
    Wat had ik graag hardhandig de voldane grijns van haar gerimpelde smoel geveegd, maar uiteraard hield ik me in.  Je kan je dus wel voorstellen dat de roddel over mijn gynaecoloog, dokter Poesen - een toepasselijke naam die ik, hier en nu, verzin - een kolfje is naar haar beverige hand.

    Al dan niet toevallig stond Jeanneke buiten toen mijn man en ik van een consultatie bij dokter Poesen terugkwamen.  Omdat we even later nog weg moesten, hadden de auto voor onze brievenbus geparkeerd en konden we haar niet negeren zonder grof te zijn.  We hoopten er met een knikje vanaf te komen, maar dat was buiten de waard gerekend. "Alles goed?" informeerde ze quasi belangstellend, ondertussen gebarend op mijn bolle buik.  "Ja, ja, alles in orde, we komen net terug van de gynaecoloog."  Ik had deze laatste zin nog maar net uitgesproken of ik kon mijn tong wel afbijten.  Ze wist bij wie ik in behandeling was.  Nu had ik de deur naar de roddelkamer wijd opengezet.

    "Weet je wat de kaarters beweren?" vroeg Jeanneke op een geheimzinnig achterbaks toontje.  Ik had geen zin om haar spelletje mee te spelen, zoals je bij een kind doet dat je een  mopje wil vertellen dat je eigenlijk al duizend keer gehoord hebt. "Ja, ik heb die roddels ook gehoord," benadrukte ik uitdrukkelijk het cursieve woordje. "Allemaal onzin" en wijselijk verzweeg ik dat mijn man en ik onderweg lacherig gedaan hadden over het feit dat dokter Poesen ineens geen snor meer had. "Ik heb mijn tweede afspraak bij die viezerik afgezegd.  Geen denken aan dat ik die vent nog eens aan mijn lijf laat komen."  Eerder had ze me toevertrouwd dat ze haar 'water' niet meer kon ophouden ingevolge een verzakking van baarmoeder en blaas.  Ik wou haar nog zeggen dat het niet verstandig was om haar afspraak te annuleren, maar haar telefoon rinkelde en ze haastte zich naar binnen, zo goed als zeker op weg naar een nieuwe roddel.  "Kijk daar!" Mijn man wees naar de grassprietjes waarboven zij juist gestaan had.  Ze waren lichtjes beneveld.

    Enkele maanden later wierf het ziekenhuis een vrouwelijke vrouwenarts aan.  Ook dokter Poesen blééf, zowel in dienst als bij zijn oorsponkelijke geslacht.  Maar goed ook, want volgens mijn man zou hij als vrouwmens aartslelijk zijn door de uitgesproken ronde vorm van zijn uitgesproken dikke, licht kalende kop.  De nieuwe aanwinst, dokter Clooten - sorry voor het woordgebruik, maar ik kon het niet laten om opnieuw een amusante naam te verzinnen - bleek zijn schoonzus te zijn.  Leidde deze nauwe familierelatie tot de ongebruikelijke geslachtsverwarring? Hoe dan ook, na de indiensttreding van dr. Clooten en ettelijke geboortes stierf de roddel over dr. Poesen een langzame dood.

    Hoe het mijn buurvrouw verging?  Ook goed.  Godzijdank kreeg zij een hartinfarct.  Zij diende geopereerd te worden, doch dankzij de goede communicatie van dokter Poesen werd terzelfdertijd haar overrijpe vrouwenhandeltje opgetrokken.  Vanaf dan was het gras niet meer groener aan de overkant.  Tot onze grote opluchting herstelde Jeanneke volledig en werd zij helemaal terug haar oude vertrouwde wauwelende zelf. Ge-lukkig, want wie zou mij anders de laatste smeuïge dorpsnieuwtjes kunnen vertellen?!

    Grz

    Joke

    19-06-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wiens verdiende loon?
    Tot mijn scha en schande... Neen, Joke, schrappen! Die openingszin heb je onlangs nog gebruikt. 

    Beste bloglezer, ik wil alleen maar zeggen dat ik volledig beantwoord aan één van de grootste clichés sinds de uitvinding van de voiture, aangaande vrouwen achter het stuur.  Tot mijn scha en schande... NEEN, Joke, SCHRAPPEN! Je bezorgt je lezers een déja lu.
    Enfin, mocht ik de allereerste vrouwelijke chauffeur zijn geweest, dan lag ik aan de grondslag van dit cliché, zeker weten!  Het begon al bij het gevreesde rijexamen. Als jongste van vier was ik tevens de laatste in rij om te leren autorijden.  Mijn broers en zus hadden respectievelijk één, twee en drie testen nodig om het begeerde papiertje te bemachtigen.  Je kan dus al raden welk onafwendbaar lot mij te wachten stond. Totaal onderhevig aan de self fulfilling prophecy en juist binnen de normen gedrogeerd om de nodige kalmte te bewaren, haalde ik bij de vierde poging eindelijk het zuur verdiende,  nou ja, bevret.

    Op de baan moet je steeds alert blijven en goed kunnen anticiperen.  Twee kwaliteiten die bij ook in kwantiteit schromelijk te kort schieten.  Enkele jaren geleden was ik zo verstrooid dat ik drie accidentjes veroorzaakte op minder dan één maand tijd.  De flauwe term maatschappelijk 'accident' is letterlijk op mij van toepassing.  De eerste keer was mijn blik te veel gericht op eventuele vrijstaande parkeerplaatsen langs de baan, zodat ik mijn chaufferende voorgangster per ongeluk in haar gechromeerd gat reed.  Nauwelijks twee weken later probeerde ik autodidactisch een slipcursus te volgen en bedroog ik vervolgens mijn man met een onbuigzame verlichtingspaal.  Derde keer goed keer dan?  Niet in dit geval!

    De derde keer stopte ik iets te laat aan een voorrangsweg, wegens iets te gejaagd, zodat een auto die van links kwam mijn snuit, althans die van de auto, niet meer kon ontwijken en onze karretjes bijgevolg een beetje te hardhandig neuzeneuzeneuze deden.  Ik besefte dat ik het doorgaand verkeer gehinderd had en ontegensprekelijk in fout was.  Uit de andere auto stapte een jong vinnig meisje dat me meteen voor verrot begon uit te schelden.  Ik aanhoorde het gelaten en probeerde haar te sussen door me te excuseren en volledig schuld te bekennen.  Toen de chauffeur zelf uitstapte, sloeg mijn hart echter een slag over.  Het was een jonge kerel met piekerig ros haar, een geelsig rokersgebit en een pokkedalig gezicht, bijkomend verminkt met een gemene wenkbrauw- én, zo bleek al vrij vlug, onappetijtelijke tongpearcing.  Hij was gelukkig nogal aan de tengere kant.  Instinctief had ik me bij de eerste aanblik al schrapgezet om een verdiend pak slaag te incasseren.

    Tot mijn verrassing was hij uitermate beleefd, je kon hem zelfs timide te noemen.  Verlegen sliste hij me toe dat dat hij Ssstefan* heette. Zonder nadenken ging hij akkoord met mijn voorstel om het in der minne te regelen.  Hij zou een offerte laten maken en afhankelijk van het bedrag zou het al dan niet een verzekeringskwestie worden.  Er werden geen papieren ingevuld, enkel contactgegevens uitgewisseld. De ruige naïeveling vertoonde een mateloos vertrouwen in mij.  Lucky him ben ik goudeerlijk, tot het absurde af.  Mijn echtgenoot kan dit beamen! In het begin van onze relatie werden we immers eens tegengehouden door de politie voor een alcoholcontrole. Mijn lief antwoordde Belgisch-eerlijk dat hij niets gedronken had, doch ik liet de 'armen' der wet weten dat hij twee palmkes achter de kiezen had.  Blijkbaar klonk mijn plaatsvervangende schuldbekentenis zo ongeloofwaardig dat mijn partner niet hoefde te blazen.  Een autistisch trekje? Dankzij enkele liefdevolle duwtjes van mijn man heb ik dergelijke vergaande eerlijkheid inmiddels wel afgeleerd. 

    De dag nadien lizpelde Ssstefan* me toe hoeveel de schade bedroeg, zzzevenhonderdzzzevenenzzzeventig euro.  Dit overschreed het bedrag dat mijn verzekeringsagent had voorop gesteld om het onderling af te handelen, dus stelde ik voor om het alsnog aan de verzekering aan te geven.  Volgens mister pearcing was dit te laat, maar volgens mijn makelaar stond er geen termijn op.  Om één of andere reden leek Ssstefan* wat terug te krabbelen. Toch ging hij akkoord om 's anderendaags samen de papieren in te vullen.  Een uurtje voor de afspraak belde  hij echter af, neen straffer nog, het ijzeren watje liet zijn moeder de afspraak annuleren. Dit vond ik hoogst merkwaardig.  Een autofreak met een getunede johnykar, die niet gejaagd is om zijn gepimpte bumper op te kalefateren.

    Toen hij mijn functionele boodschappen op zijn voicemail ijskoud bleef negeren, begon ik onraad te ruiken. Dus zocht ik 's anderendaags mijn makelaar op om mijn vreemde probleem uit de doeken te doen.  Dienstvaardig belde deze Ssstefan* zelf op en hij had meteen beet.  De verdachte snuiter wou nauwelijks lossen bij welke maatschappij hij verzekerd was. Bizar! Bovendien kende de automaniak de cijfer- en lettercombinatie van zijn eigen nummerplaat niet!  Nog bizarder!! Spoedig bleek hij zelfs helemaal geen deel uit te maken van het klantenbestand van de door hem opgegeven maatschappij. Ahaa!! Zowel bij de makelaar als bij mezelf waren inmiddels al ettelijke alarmbelletjes gaan rinkelen.  Preventief contacteerde mijn verzekeringsagent de politie om te vermijden dat de rosse slistong me vluchtmisdrijf in de schoenen zou schuiven.  In tegenstelling tot zijn verzekeringsmaatschappij bleek Ssstefan* hier géén onbekende te zijn.   Meer nog!  Naar aanleiding van dit incident wou de agent van dienst hem nog wel eens 'verblijden' met een onaangekondigd bezoekje.

    's Namiddags kreeg ik een bevrijdend belletje van de ijverige uniformman.  Ik werd kort telefonisch verhoord, hoefde zelfs niet naar de bureau te gaan om mijn verklaring te ondertekenen.  Het kwam erop neer dat ik de kwestie mocht laten rusten.  In al mijn naïeviteit begreep ik het eerst niet goed.  Ik was 100% in fout en wilde die gast écht wel vergoeden voor mijn stommiteit.  Niet nodig, vond de agent.  Typisch voor mij, had ik het daar toch wat moeilijk mee. Eigenlijk was dat totaal onverzoenbaar met mijn kromme geweten.  Omdat ik erover bleef doorzeuren en zaniken, deelde de agent tenslotte verveeld mee dat Ssstefan* met niets in orde was, inschrijving, noch verzekering.  Of het zijn eigen voertuig was en niet een 'geleende', liet hij in het midden.  Ik voelde me schuldig om wat ik hem had aangedaan, maar besefte terzelfdertijd dat het zijn verdiende loon was.

    En ik?  Ik kreeg ook mijn verdiende loon.  Oké, deze keer kwam ik er letterlijk en figuurlijk goedkoop vanaf. Ik had de juiste persoon getroffen op het foute moment.  Een toeval dat té groot is om nog toeval te kunnen heten.  Opgezadeld met een belachelijk schuldgevoel realiseerde ik me dat ik een subtiele waarschuwing had gekregen. Zodoende wijzigde ik mijn rijstijl van non- in chalant met een G.  Een ezel stoot zich immers geen twee maal twee keer aan dezelfde steen! (Hout vasthouden)

    Grz

    een galante vrouw achter het stuur



    *te lezen met een dubbele tong


    10-06-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meestermanipulator
    In een korte zoektocht naar een toepasselijke nickname voor mijn jongste broer, dacht ik spontaan aan de naam Jens.  Onze Jens was - of liever is - gespecialiseerd in jennen, vandaar. 

    Toen ik amper zeven was en  hij veertien bezorgde zijn getreiter me bijna een levenslang trauma.  Mijn grootmoeder, die bij ons inwoonde, was enkele maanden eerder gestorven.  Zij had thuis opgebaard gelegen, wat in die tijd gebruikelijk was, zeker in achtergestelde boerendorpjes zoals het onze.  Een vriendinnetje had me kort na haar overlijden een griezelverhaaltje verteld over hoe de geest van een overleden jongetje bij zijn ouders rondspookte.  Je hoort me al afkomen, beste bloglezer, ik had me dus in mijn koppeke gestoken dat mijn oma dit ook van plan was. Ik deed er alles aan om me ervan te vergewissen dat ze niet in ons huis ronddoolde.  Voor het slapengaan keek ik achter de gordijnen, onder het bed, in de kast, kortom overal waar geesten zich, volgens mij, doorgaans schuilhielden.  Mijn ouders liet ik in het ongewisse over mijn luguber vermoeden en mijn vrees nam stelselmatig toe.  Op een avond, toen mijn ouders niet thuis waren, klapperde plotsklaps het openstaande badkamerraam terwijl ik mijn tanden aan het poetsen was.  Een ijzige kreet weerklonk door ons huis. Niet van mijn grootmoeder natuurlijk, maar van mij.  Mijn tienerzus kwam toegesneld en hortend en stotend vertrouwde ik haar mijn grootste angsten toe.  Ze trooste en kalmeerde me deskundig - heeft later trouwens psychologie gestudeerd - en lichtte achteraf mijn ouders in.  Ook zij konden me volledig geruststellen. Doch wat deed mijn schattig broertje?  Iedere keer als ik door de gang liep, die eindigt op een T, stak hij, verscholen achter de muur, een bibberende hand uit om me op stang te jagen.  Als ik toevallig in oma's slaapkamer was, tevens de kamer waarin ze de geest gegeven had, ging  hij stiekem aan de kettingen van het kelderraam rammelen.  Pure horror, als je slechts zeven bent!  Mijn ouders konden zeggen en doen wat ze wilden, hij bleef zijn rol van spook met verve vervullen. 

    Je kan je voorstellen dat ik bij de komst van onze kinderen vreesde dat de geschiedenis zich zou herhalen.  En inderdaad, Jens hervatte zijn favoriete activiteit, al pakte hij het subtieler aan dan indertijd.  Onze kinderen zijn trouwens dol op hem, gelukkig zijn ze geen rechtstreeks doelwit.

    Om een voorbeeld te geven.  Een tiental jaar geleden tekende Jens voor onze oudste dochter een mooie varkenskop met kleine kraaloogjes, royaal uitgevallen varkensoren en de kenmerkende ovale snuit.  Blijkbaar was dat niet de eerste keer.  Want toen hij onze driejarige schijnbaar terloops en quasi onschuldig vroeg wat dat voorstelde, antwoordde zij naïef "Fons". Onwillekeurig schoot ik in een lach en broerlief keek me lichtjes triomfantelijk aan.  Fons blijkt toevallig de naam van mijn schoonvader te zijn.  Vanaf dan kon het kind geen zwijnenkop meer zien zonder haar opa's naam te vernoemen.  Zelf legde zij de link uiteraard niet, voor  haar bleef opa opa en heette ieder zwijn Fons. Jens daarentegen besefte maar al te goed dat ik niet gediend was van zijn onpedagogische spelletje.  In de loop der jaren had ik echter afgeleerd om erop te reageren. Dat lost immers niets op, integendeel, zo gooi je eerder olie op het vuur.  

    Eén keertje kon ik het echter niet laten en besloot ik om zijn opvoedkundig onverantwoorde spelletjes mee te spelen.  Hij was immers zo dom geweest om mij in te lichten over zijn snode plannen.  Jens, die nog steeds bij zijn, de mijne dus ook, ouders inwoont - hoe zou dat komen? - wou eens laten zien hoe slim zijn jonge nichtje was.  Er zou een feestje doorgaan bij mijn ouders en Jens schepte op over wat hij mijn dochter aangeleerd had.  Als er genoeg toehoorders waren zou hij haar vragen wie de baas was in huis en dan zou mijn gebrainwashte dochter uiteraard braafjes 'nonkel Jens' antwoorden.  Jens vond dit een geweldige mop en had bij voorbaat al plezier met de heftige reacties die dit zou uitlokken. De stommeling had niet door dat hij bij de duivel te biechten ging.  Ik besloot mijn lieve broertje eens een lesje te leren.

    Onmiddellijk bij onze thuiskomst vroeg ik aan mijn dochter "Wie is hier de baas?" "Nonkel Jens" antwoordde zij gedwee.  "Neen hoor," leerde ik haar aan "je moet dan zeggen: oma en opa".  Vervolgens herhaalde ik mijn vraag enkele keren en liet ik haar telkens het juiste antwoord geven.  Stiekem kreeg ik zelfs zoveel plezier in mijn heimelijke spelletje dat ik haar zelfs nog een tweede vraag-plus-antwoord aanleerde.  Blijkbaar had ik meer van Jens weg dan mij lief was.

    Enkele dagen later  was het zo ver, le moment suprême.  Zodra hij voldoende toehoorders rond zich verzameld had, wreef Jens zich verheugd in zijn handen.  Eerst begon hij mijn dochter uitvoerig te bestoefen...dat het toch zo een intelligent kind was...dat ze voor haar jonge leeftijd al zoveel wist...dat ze op dit vlak zeker niet naar haar moeder aardde...blablabla... .  "Ik zal eens laten zien hoe slim ze is" besloot hij zijn betoog om vervolgens zijn cruciale vraag te stellen.  "Zeg 'ns meisje, wie is hier de baas?"  "Oma en opa" antwoordde mijn dochter kordaat en naar waarheid.  De toehoorders begonnen te lachen, ze hadden onmiddellijk in de smiezen dat dit niet de repliek was die Jens verwacht had.  Ik liet Jens echter geen ruimte om van zijn verbazing te bekomen, want snel vroeg ik aansluitend "En wie heeft hier niets te zeggen?"  "Nonkel Jens!" riep mijn kleine spruit gevat. Het lachsalvo van de omstaanders bereikte ongekende hoogtes en Jens...

    Die lachte...

    Hoe? Volstaat het als ik schrijf dat deze keer ik mijn rol van spook met groene verve had vervuld.

    Grz

    Je manipulatief spookje

    03-06-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.prettig ziek

    Beste bloglezer

    Onlangs las ik in de Humo een interessant interview waarvan ik prettig ziek werd, namelijk dweepziek. Mogelijks werd ik door het dweepvirus besmet via mijn jongste telg, die zo hoteldebotel is van Justin Bieber dat ze me zelfs zo gek kreeg om beddegoed te kopen van die vercommercialiseerde knul. Voor haar, welteverstaan! Ruim een maand geleden was ik totaal van de kaart omdat ik op haar slaapkamer een ontstellende ontdekking deed. Neen, ik was niet aan het curieuzeneuzen, al komt ze stilaan in een fase dat ik dat beter wel begin te doen. En neen, ik stuitte niet op een predictor, maar het shockeffect was er niet minder om. Op een kladblaadje had onze pré-puber hartjes getekend, cupidogewijs doorspiest met zijn en haar initialen. Dat tot daaraantoe, maar tevens had ze met sierlijke letters de onthutsende boodschap genoteerd dat Justin Bieber een lekker kontje heeft. Is dat normaal taalgebruik voor een tienjarige of ben ik gewoon ouderwets? De frons is alleszins nog altijd niet uit mijn wenkbrauwen verdwenen.

    Wie zich ongerust maakt dat ik nu ook een crush heb opgevat voor Justin Bieber, kan ik meteen geruststellen. Net zo min zou ik willen dat hij mijn toekomstige schoonzoon wordt. Met zijn huidige verdienste van €142.000 per dag - als ik de boekskes mag geloven - is hij al mismeesterd voor de rest van zijn leven. Neen, geef mij dan maar the boy next door, Erik Van Looy. Dat vind ik nu eens een aantrekkelijke man!! Waarom? Ik zal het proberen uit te leggen, al schieten woorden mij schromelijk tekort. Toch wil ik een poging wagen. 't Is niet dat ik zwijmel van zijn uiterlijke verschijning, al vind ik hem exponentieel veel keren aantrekkelijker dan bievoorbeeld Pieter Loridon. Wat sommige vrouwen in dat verwaande basketterke zien, kan ik helemaal niet vatten. Oké, ik moet ruiterlijk toegeven dat hij door zijn grote gestalte een imposante figuur is. Alhoewel zijn lengte mij doet huiveren - van schrik! - als ik rechtevenredig deductief redeneer naar één welbepaald lichaamsdeel. Wat sommige vrouwen zien in de vettige lokken, in de zakkerige wallen en in de uitgesproken wolfsmuil van deze gladjanus, is me nog minder duidelijk. Doch vooral de mateloze arrogantie die hij uitstraalt, stuit me enorm tegen de borst. Hoe meer hij zelf het tegendeel beweert, hoe meer zijn zelfingenomenheid lijkt toe te nemen.

    Neen, doe mij dan maar een Van Looyke. Ik houd van zijn naturel, van zijn jongensachtig krullend haar, van zijn sexy stoppelbaard, van zijn gevoel voor humor, van zijn aanstekelijke giechellach die je net niet janetterig kan noemen, maar vooral van zijn oprechte bescheidenheid. In het interview over zijn Loftproject in Amerika las ik hoe opgetogen hij was over het feit dat hij een eigen kantoor met naambordje kreeg. Hij was er zo blij mee als een klein kind met een onnozele prul. Heel aandoenlijk! Ik was meteen verkocht!! Alhoewel deze vergelijking niet helemaal opgaat, want de jeugd van tegenwoordig is niet meer zo gemakkelijk tevreden te stellen. Maar je begrijpt wellicht wat ik bedoel. Ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat hij het type is dat met beide voetjes op de grond blijft, ook als zijn avontuur in een onvervalste American dream eindigt.

    Mocht ik Humo-gewijs iemand moeten uitpikken om een onenightstand mee te doen, dan is hij met stip mijn topfavoriet. Waarom? Omdat een onenightstand noch zijn, noch mijn ding is. Van hem weet ik dat zeker en van mij ook... zo goed als... Grapje! En als het dan écht moet -sta mij toe dat ik mijn fantasie even de vrije loop laat - dan neemt hij vast en zeker fluisterend de regie in handen en zorgt er in eerste instantie voor dat ik me heel erg op mijn gemak voel. Toch wel héél essentieel bij het rollebollen, nietwaar? Wat er verder zou gebeuren, beste lezer, laat ik aan je eigen verbeelding over, die is vast en zeker groter dan de mijne. Stel je echter voor dat ik per ongeluk met Pieter Loridon in bed beland? Oh wakkere nachtmerrie. Door mijn lage bimbogehalte en zijn hoge blaaskaakgehalte zou dit maar een slappe en droge bedoening worden, vrees ik. Ach, het zal me worst wezen.

    Tenslotte ben ik een fervente fan van mijn geliefde regisseur omdat ik er ervan overtuigd ben dat hij ikweetniethoehard gegeneerd zou zijn mocht hij deze adoratieblog van een overjaarse puber lezen. In gedachte zie ik hem al blozen. De idee alleen al bezorgt me eveneens rode kaakjes. Als ik ooit per ongeluk met hem oog in oog kom te staan, nadat hij deze lofrede gelezen heeft, kunnen we een wedstrijdje omtergegeneerdst houden. Uiteraard zal ik deze nek-aan-nekrace winnen. Waarom?

    Omdat ik nu eenmaal gespecialiseerd ben in gênante situaties!

    Grz

    Joke

    28-05-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mijn gebrek aan humor?!
    Mijn eerste bevalling kon je vergelijken met de conceptie: het gebeurde in één wip en zonder plaatselijke verdoving.  In amper zeven uur tijd was de klus geklaard, inclusief voor- doch exclusief naspel.  De tweede keer was echter andere moederkoek. Onze jongste telg die nu het liefst van al ondersteboven aan haar tuimelrek slingert, wachtte in mijn bolle buik, comfortabel zittend op haar malse babybilletjes, doodgemoederd op haar toekomstige leven.  Deze onvolkomen stuitligging leidde uiteindelijk tot een ochtendlijke keizersnede.

    'k Had altijd gedacht dat vrouwen die op zulke manier bevallen van geluk mogen spreken. Niet dus.  Tijdens de operatie zelf werd ik niets gewaar.  Stel je voor! Maar achteraf...  Ik zweer het je, een knipje is er niets tegen, daar knap je zo van op.  Door de allesbehalve zonnige bikinisnede was het lachen me helemaal vergaan, al beweert mijn echtgenoot dat ik sowieso geen gevoel voor humor heb. Hij baseert zich hiervoor op mijn grondige afkeer voor de compleet uitgemolken reeks, FC De Kampioenen.  Wie hiermee niet kan lachen, is volgens hem gegarandeerd een zuurpruim. Awel mercikes. Gelukkig lust hij zure pruimen.  Toen ik hoorde dat de serie voorgoed werd afgevoerd, kon mijn lol nochtans niet op.  Af en toe heb ik dus wél gevoel voor humor, lijkt me zo.

    Toch heeft mijn man deels gelijk.  Ik houd helemaal niet van voorspelbare, afgezaagde geestigheid.  Onvoorspelbaar of absurd, dat is meer mijn ding.  Al zal je me, zelfs dan, rapper betrappen met lichtgekrulde Mona Lisalippen dan op een klaterende schaterlach, zoals bij mijn eigen stommiteiten. 

    De dag na de geboorte was mijn man erop gebrand om me twee moppen te vertellen, die hij eerder die dag van zijn collega Marc gehoord had.  "Jou kennende," stelde hij me gerust "zal je er toch niet om kunnen lachen." Inderdaad, af en toe haal ik er mijn voordeel uit om een zuurpruim te zijn. Lachen na een keizersnede is immers geen lachertje.  Je buik lijkt terug open te scheuren en dat doet verrekkens veel pijn. Zelfs een boer met kiespijn heeft nog meer plezier.   Uiteraard, beste bloglezer, wil ik jou de beste billenkletser  niet onthouden.  Hier komt ie.

    Men had een machine uitgevonden om de band tussen vader en kind te versterken vanaf het prille begin.  Tussen moeder en kind wordt er immers een ijzersterke band gesmeed tijdens de bevalling via de helse pijnen die de mama moet doorstaan.  Door de toekomstige papa aan een apparaat, dat de weeën kan nabootsen, te koppelen ontstaat er terzelfdertijd ook een band tussen vader en kind. 
    De eerste proefpersoon werd aangesloten en de toekomstige vader kreeg zijn eerste pijnstoten toegediend, terwijl zijn vrouw lag te kermen op de verlostafel. Aangezien mannen ervoor bekend staan dat ze nogal kleinzierig zijn, besloot de arts die het foltertuig bediende om voorzichtig te beginnen, met impulsen die slechts 10% van de pijn, die de vrouw voelde, doorgeven.  De man gaf aan dat hij niets gewaar werd en vanaf dan werd het pijnpercentage  stelselmatig  verhoogd.  20% : nog steeds geen kik, 40% : wederom geen krimp, 60%  nog altijd geen pijnlijke grimas te bespeuren. Zelfs toen de volle 100% werd bereikt, bleef de moedige man onbewogen.  De vrouw, daarentegen, lag te creperen van de pijn.  Zie je wel, zei de macho achteraf, toen het kind geboren was.  Ik wist het! Vrouwen zitten altijd te mekkeren over hun bevallingen....  Ik kan nu écht meespreken uit ervaring. Het stelt werkelijk niets voor. Het sop is de kool niet waard!
    Toen de kersverse vader echter thuiskwam, lag de facteur morsdood voor zijn deur.

    Oké, het is er een beetje over, maar toch kon ik dit halfabsurde mopje wel waarderen. Er kon zelfs een flauw Mona Lisalachje vanaf.  Zoals mijn man echter voorspeld had, proestte ik het niet uit.  "Zie je wel," zei hij "ik had je toch gezegd dat je er niet om zou moeten lachen.  Maar weet je wat Erik (nog een collega) zei, toen Marc uitverteld was?" vervolgde hij "Hij vroeg in alle ernst of dat écht gebeurd was."

    Deze onbedoelde aftermop vond ik wél om het je te bescheuren.  In mijn toenmalige toestand mag je dit gerust letterlijk  nemen.  Een onbedaarlijke lachstuip was immers mijn onfortuinlijke lot. Want hoe harder ik gierde, hoe meer zeer het deed.  Mijn vrolijke hihihi's waren binnen de kortste keren gemuteerd in veeleer groene hahaha's om vervolgens te blijven steken in jammerende aahaahaah's.  M.a.w. onrechtstreeks zorgde de zichtbare naad in mijn onderbuik voor een quasi naadloze overgang van lachen naar huilen.  Daarenboven belandde ik in een vicieuze cirkel.  Hoe heviger ik lamenteerde, hoe meer pijn het deed.  Des te meer pijn het deed, des te luider ik jankte. Tranen plengen omwille van verdriet, blijdschap, ontroering, angst, trots, woede...ik had dit hele scala al eens doorsnotterd.  Doch huilen, louter omwille van fysieke pijn... dat was al van mijn kindertijd geleden.

    Mijn man stond er beteuterd bij te kijken. Toen ik uiteindelijk wat bekomen was, merkte hij voorzichtig op "Die tweede mop zal ik maar achterwege laten zeker?".

    En of!!!! Het had niet veel gescheeld of een kersverse moeder had hare 'leukste thuis' resoluut de toegang tot het moederhuis ontzegd!


    20-05-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    13-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gênante situaties, deel 4 : mijn fratsen op het werk, deel 1
    Tot mijn scha en schande moet ik bekennen dat ik voor mijn fratsen op het werk haast een aparte blog kan beginnen.  Twee blogs beheren is echter wat veel van het goede, dus breng ik het gewoon onder in deze.  Ik hoop van harte dat mijn werkgever niet meeleest en dank mijn sympathieke collega die me, zonder er erg in te hebben, de titel van dit verhaaltje cadeau deed, helemaal gratis en voor niks. Dit even terzijde.

    Sommige mensen hebben onzichtbare antennes.  Voelsprieten die enthousiast beginnen te trillen zodra blijkt dat er ergens iets te rapen valt.  Eerst lopen ze met het hele gezin vijf rondjes langs alle hapjesstanden in de colruyt om stiekem gratis te dineren om vervolgens met listig verkregen vrijkaarten één of andere voorstelling te bezoeken.  Hun schaamteloze gedrag vertaalt zich tevens in een eentonig woordgebruik.  Gratis, kosteloos, voor niks, gratis en voor niks... behoren tot hun standaardvocabulaire.  Ze kunnen geen tien zinnen achter elkaar uitspreken zonder één van deze woorden erin te verwerken.  Hun gratuite gedrag kleurt bovendien ook hun persoonlijke beleving.  Als iets voor niets is, is het per definitie goed. Een gegeven paard... enzovoort.

    Gratis is plezant, ook voor mij, doch ik probeer er niet in te overdrijven. Toch heb ik me een aantal jaren geleden eveneens bezondigd aan enig opportunisme, al was het in mijn geval volkomen gerechtvaardigd.  Ik was immers op zoek naar een geschikte huisbezoekentas.  Zoiets aktentasachtigs, maar dan niet te chique.  Tenslotte werk ik als maatschappelijk assistente bij een OCMW en niet als vertegenwoordigster in een commercieel bedrijf, waar zulke details mee het uithangbord van de firma bepalen. Puur toevallig viel uitgerekend in die periode een uitgebreide reclamebrochure van Test-Aankoop in onze brievenbus.  De sierlijke letters G, R, A, T, I, en S verfraaiden de voorkant. Veelal belanden zulke omslagen ongeopend in onze papiermand. Om een onverklaarbare reden nam ik deze keer wel een kijkje.

    Test-Aankoop bood gratis een proefabonnement van drie maanden aan.  Wat echter meer mijn aandacht trok was de lederen, geen namaak!, aktentas waarmee ze je zouden belonen als je op hun aanbod inging.  Aanvankelijk dacht ik dat je die pas zou ontvangen als je effectief een jaarabonnement nam, doch dat bleek niet het geval te zijn, het proefabonnement volstond. Vermits Test-Aankoop er prat op gaat de consument te beschermen tegen malifide verkoopspraktijken, nam ik aan dat ik met hen in zee kon gaan, zonder het risico te lopen om achteraf te verdrinken in agressieve aanmaningen van dubieuze incassobureaus.  Zodra ik de aktentas in mijn bezit had, zegde ik beleefd, aangetekend en just in time mijn proefabonnement op.  Met de talrijke smeekfolders die daarna mijn brievenbus vulden, stak ik ongegeneerd de stoof aan.

    Mijn kosteloze tas had de ideale maten om een dossier in te vervoeren, was voorzien van praktische vakjes en bevatte bovendien een gratis assorti zakrekenmachine en een gratis met leder omhulde agenda.  Het enige minpuntje was de lelijke strontkleur - gelukkig zonder assorti geur  - en het feit dat er, volgens een bevriend schoenlapper, geen denkbaar dier voor gevild was. Toch namaak dus. Maar, zoals eerder werd aangehaald, als iets voor niets is, is het per definitie goed. Het spreekwoord over het dotatiedier met vier benen - een kleine doordenker - was ook voor mij van toepassing.

    Oei, ik merk dat ik nogal aan het afwijken ben van de essentie van dit verhaal.  Ach, een beetje sfeerschepping mag wel, nietwaar? 
    Op  zekere dag ontving ik tijdens het spreekuur in mijn kantoor een nieuwe cliënt met financiële problemen. De man bezorgde me echter vanaf het begin een onhaaglijk gevoel.  Waaraan dit lag, weet ik niet.  Had het met zijn ongure uiterlijk te maken, wie zal het zeggen? Ik ben alleszins niet bereid om hier een gedetailleerde beschrijving te geven. Beroepsgeheim, weetjewel. Om een dossier te kunnen aanmaken, vroeg ik hem zijn identiteitskaart.  Ik maakte er een kopie van en toen ik terug in mijn kantoor kwam - het kopieermachine staat immers elders - zag ik mijn aktentas naast zijn stoel staan.  Niet dat ik hem ervan verdacht deze verplaatst te hebben.  Helemaal niet, ik weet het aan mijn eigen nonchalantie.  Zonder iets te zeggen, nam ik de tas op en zette ze achteloos achter mij neer. Je kan immers niet voorzichtig genoeg zijn...

    Het gesprek kabbelde rustig verder en ik vernam dat hij een crimineel verleden had.  Niet echt bevordelijk voor mijn gemoedsrust, moet ik toegeven.  Tja, ik ben ook maar een mens, hè.  Op een gegeven ogenblik sprak hij over onbetaalde rekeningen.  Ik stelde voor om een nieuwe afspraak te maken om die te bekijken en om dan samen naar een oplossing te zoeken.  Hij gaf aan dat hij ze reeds meegebracht had en ik verzocht hem om ze me te laten zien.  Blijkbaar had hij ze niet bij de hand, want hij maakte aanstalten om ze te gaan halen.  Ik ging ervan uit dat hij ze in de auto had laten liggen.  Doch in plaats van het kantoor te verlaten, kwam hij mijn richting uit.  Ik schrok. Het ging echter zo snel dat ik geen tijd had om bang te worden.  Ik realiseerde me wel dat ik geen kant uit kon, mocht hij me kwaad willen doen.    

    Zo ver naderde hij echter niet.  Hij reikte naar de aktentas achter me en plots zag ik wat ik uitgevreten had.  Achter me bevond zich een grote doos. Boven op deze doos prijkte mijn aktentas van namaakleer en een bruine strontkleur.  Vlak ervoor pronkte echter nog een aktentas, eveneens van namaakleer en met dezelfde bruine strontkleur. Een kloon van de mijne. Het was deze tweede waarnaar de creepy man greep.  Nochtans had hij niet gereageerd toen ik ongevraagd zijn tas verzette.  Blijkbaar was zijn vertrouwen in mij veel groter dan dat van mij in hem.

    Ik schoot in een zenuwachtig lachje en verontschuldigde me vervolgens overdreven uitgebreid.  Dit onnozel incidentje had zonder meer het ijs gebroken.    Als hulpverlener moet je je natuurlijke sympathieën en antipathieën aan de kant kunnen schuiven en iedere cliënt met dezelfde professionaliteit benaderen. Ik durf echter gerust toegeven dat dit toch wat makkelijker lukt als het klikt, ook al is het slechts een klein klakje.

    Hoe het afliep met mijn tas?  Niet goed.  Neen, niet omwille van mijn domme vergissing.  Maar als ik ze mee op huisbezoek nam, vond ik dat ik oogde zoals een getuige van Jehova. Dus, om verdere misverstanden te vermijden...

    ...stuurde ik ze terug naar Test-Aankoop! (it's is a...)

    Joke




    13-05-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    09-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nieuwsgierig aagje
    Ondanks mijn monoculaire anonimiteit
    onthulde ik atoompjes van mijn identiteit

    warhoofd, sloddervos, hulpverlener, moeder de vrouw...
    maar... wat weet ik eigenlijk van jou?

    mijn nieuwsgierigheid slaat langzaam op hol
    in de kantlijn vind je een poll

    met één onnozel, doch essentieel vraagje
    om tegemoet te komen aan dit nieuwsgierig aagje

    slechts één keer mag je klikken
    om je geslacht in te tikken

    zo krijg ik meteen ook een zicht
    op het aantal lezers van mijn blog en dit gedicht.

    Grz

    Aagje

    09-05-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    06-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoe ik het leven leerde relativeren
    Beroepsmisvorming... Iedere werkende mens heeft er wel eens last van.  Vooral het onderwijzend personeel staat ervoor bekend. Iedereen kent wel een leerkracht,  die het zelfs buiten zijn eigen vakdomein, toch steeds beter meent te weten dan de specialist ter zake.  Met alle plezier anderen de les spellen, maar zelf onbevangen openstaan voor de kennis van anderen...hooohh maar.  Mijnheer beterweter weet het beter!  Vooraleer ik venijnige commentaren krijg of dreigementen om mijn blog nooit meer te lezen, wil ik het voorgaande even nuanceren en stellen dat er op elke regel een uitzondering bestaat.  Dus, als je je aangesproken voelt, beste bloglezer, maak jezelf dan wijs dat jij die uitzondering bent.  Ziezo, tactvol opgelost, als maatschappelijk assistente ben ik getraind op zulke zaken.  Tact is my middle name.  Heb ikzelf last van beroepsmisvorming?  Neuh, want dan zou ik zulke vooroordelen niet spuien. Ik wou echter, dat ik ruim tien jaar geleden, in mijn privéleven wat meer de hulpverlener had uitgehangen.

    Even een achterwaartse sprong maken in de tijd.  Eerder heb ik al eens laten vallen dat mijn moeder uit een nest van zes kwam.  Samen met haar broers zorgde zij voor een nageslacht van achttien nichten en neven, met tussen de oudste en de jongste een leeftijdsverschil van amper negen jaar.  Dit verhaal gaat over mijn nichtje Karen, de tiende in de rij.  Als kind  had ik geen bijzondere band met haar. Integendeel. Zij was vier jaar ouder dan ik en bovendien in volle puberteit toen ik nog een onschuldig kind was.  Ik hoor en zie haar nog zeuren en stampvoeten omdat haar verboden werd om samen met de oudere nichten en neven op stap te gaan omdat zij nog geen zestien was.  Ik leerde haar echter beter kennen toen we beiden ruim tien jaar ouder waren en we toevalligerwijs in dezelfde uitgaanskliek verzeilden.

    Enkele jaren voordien was zij getroffen door de vieze K-ziekte.  Reeds op drieëntwintigjarige leeftijd diende zij een borstamputatie  te ondergaan, gevolgd door een zware nabehandeling.  Karen gedroeg zich biezonder kranig ondanks dat de ziekte als het zwaard van Damocles boven haar hoofd hing. Ik stelde het zeurderige en stampvoetende beeld dat ik van haar had volledig bij.  Verder had ik haar altijd lelijk gevonden, met haar lange, opvallend spitse neus, rood aangezicht en strogeel en -droog haar en ook dat zag ik niet meer.  Vind je niet, beste bloglezer, dat zowel schoonheid als lelijkheid vervagen als je iemand beter leert kennen?  Mooie mensen worden lelijker als je hun kleine kantjes ontwaart en lelijke mensen worden knapper door hun goed karakter. En sterk karakter. Als kleuterleidster kreeg Karen te verwerken dat zij nooit zelf nog een kind zou kunnen baren.  Zij verbeet  haar tranen en bezocht moedig alle kersverse moedertjes in haar vrienden-en familiekring en hun prille kroost. 

    Een viertal jaren, na de eerste diagnosticering, sloeg het noodlot toe, een plekje op de lever.  Je hoefde niet medisch geschoold te zijn om te begrijpen dat dit geen goed teken was.  Karen gaf zich echter niet gewonnen.  Ze onderging een zware chemokuur, maar bleef tussen de behandelingen door toch  lesgeven. Ook al was de kleuterschool een broeihaard van bacteriën waarvoor zij na iedere chemobeurt uitermate vatbaar was. Ze vertelde me het slechte nieuws trouwens bezijden de dansvloer.  Geen haar immers op haar, inmiddels kale, hoofd dat eraan dacht om thuis te blijven kniezen. Telkens weer gaven de dokters haar valse hoop. Uiteindelijk dwong ze hen om luidop uit te spreken wat zij stilzwijgend vermoedde : ze was terminaal.  Uitzaaiingen naar de longen en de botten, verdere behandeling was zinloos.  Desondanks bleef zij haar sociale leven onderhouden, al zagen we haar zienderogen achteruit gaan.

    We vierden haar negenentwintigste verjaardag bij haar thuis.  Mijn vriend en ik woonden inmiddels samen en verlieten als eersten de gezellige bijeenkomst.  Attentvol begeleidde ze ons naar de deur en mijn partner informeerde belangstellend hoe ze het maakte. "Ik denk niet dat ik Kerstmis nog haal," antwoordde ze in alle eerlijkheid.  Alhoewel we wisten dat ze terminaal was, schrokken we ons een hoedje van zoveel openhartigheid. Beiden stonden we met de mond vol tanden.  Op dat ogenblik kon ik zoveel waarheid niet aan, evenmin mijn partner.  We haalden alle denkbare clichés boven om haar uitspraak te relativeren en deden zo haar eenzaamheid en ons onbehagen toenemen.  Twee maanden voor Kerstmis ging ze dood.  We hebben haar nog enkele malen gezien, o.a. op ons eigen trouwfeest, maar een deftig gesprek hebben we niet meer kunnen voeren.

    Vlak voor haar dood had ze haar beste vriedin, die bij haar waakte en een schijnbaar onvervulbare kinderwens had, beloofd dat er voor elk leven dat ophield te bestaan een nieuw leven in de plaats kwam.  Ik was echter the lucky one.  Zwanger van onze oudste dochter vierde ik met heel de familie en al haar vrienden haar dertigste verjaardag.   Ze was reeds een half jaar lijfelijk afwezig, doch dit feest kwam er op haar uitdrukkelijke verzoek. Gesnotterd dat ik heb... al hadden mijn door elkaar geklutste hormonen daar waarschijnlijk ook iets mee te  maken.

    Alhoewel we niet superclose waren geweest, ging er het eerste jaar na haar overlijden geen dag voorbij zonder dat ik aan haar dacht.  Daarna ging dit slijten. De levensles die ze me onbedoeld gaf bleef wel stevig in me verankerd.  Ze deed me ten volle  beseffen dat je niet de lotto moet winnen om de winnaar van het grote lot te zijn.  Iedere dag die je extra krijgt, is pure winst.  Doch vooral haar grenzeloze levenslust heeft me compleet van mijn sokken geblazen.  Pas toen haar kaarsje bijna volledig was opgebrand, werd haar vlammetje kleiner. Voor mij blijft ze echter een onvergankelijk lichtpuntje in mijn leven.

    Ettelijke jaren na haar dood moest ik een bijscholing volgen over omgaan in waarheid met palliatieve patiënten.  Deze avondvorming was een pijnlijke confrontatie voor mij.  Ik ontdekte hoe mijn gebrek aan moed de meest essentiële competentie in de hulpverlening én in vriendschappen, nl. luisteren naar de ander, had gesloopt.  Door enkel bezig te zijn met mijn eigen angsten, had ik geen oren gehad naar de hare.  Nochtans had ze me de pap in de mond gegeven, door zelf in waarheid te spreken, maar ik wilde niet slikken. Niet alleen  had ik gefaald als hulpverlener, doch - wat veel erger was - ook als vriendin.  Overmand door emoties reed ik naar huis.  Op de koop toe kon ik onderweg een onoplettende kat niet meer ontwijken.  Het was aardedonker en ik durfde niet te stoppen om de gevolgen van de aanrijding te overzien.

    Bijgevolg had ik een woelige nacht en ook de dagen erna was ik niet in mijn gewone doen.  De eerstvolgende zondag sleepte ik heel mijn gezin mee naar het kerkhof.  Ik moest en zou Karen bezoeken, ze had onze kinderen zelfs  nog nooit gezien.  We stonden aan de goed onderhouden grafsteen.  Er brandde een kaarsje en ik vertelde onze kinderen dat mijn lievelingsnichtje daar begraven lag.  Eigenlijk waren ze nog te klein om het te begrijpen, maar dat weerhield me niet.  Onze jongste flapuit keek naar haar foto en merkte  nuchter op : "Dat is juist een  heks."  Ik schrok van haar spontane eerlijkheid.  Wilde haar uitleggen dat zo'n uitspraak niet past en me verdrietig maakte, doch kon het nog net op tijd vanuit haar kinderlijk perspectief zien.  Het enige was zij zag was immers die lange spitse neus, het rode aangezicht en de gele pruik.

    Ik streelde haar liefdevol over haar hoofdje en fluisterde zachtjes : "Maar dan wel een hele lieve..."




    06-05-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    01-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.een schizofrene situatie?
    Beste bloglezer

    Om mijn anonimiteit te waarborgen en ook een beetje als insidejoke heb ik bij de opstart van deze blog 'wiebenik' als gebruikersnaam gekozen.  In een reactie op het vorige bericht heeft een aandachtige lezer zachtjes vloekend, doch terecht, opgemerkt dat dit het reageren aanzienlijk bemoeilijkt. Toch wil én kan ik mijn gebruikersnaam niet veranderen en omwille van de anonimiteit al zeker niet in mijn echte naam, ook al is die zo banaal dat je er duizend-en-één van terugvindt in één dozijn.  Daar heb ik een gegronde, zij het persoonlijke reden voor.

    Anderzijds schept de gebruikersnaam 'wiebenik' ook heel wat mogelijkheden.  Op deze min of meer retorische vraag kan je immers min en meer antwoorden verzinnen.  Zelf weet ik na 39 jaar wel ongeveer wie ik ben. Ik stel echter vast dat ik meer dan één ben, m.a.w. onmogelijk om in één woord samen te vatten.  Schizofreen? In de foutieve, volkse betekenis van het woord. Toch niet!

    Afhankelijk van de context wordt telkens een ander fraai of minder fraai facet van mijn boeiende - aheum - persoonlijkheid belicht.  En ik die dacht dat mijn blog anoniem was...   Bijgevolg heb ik de geniale beslissing genomen om onder ieder verhaaltje een toepasselijke naam te noteren, die je dan als aanspreektitel in een reactie kan gebruiken. 

    Ik voeg meteen de daad bij het woord!

    Grz

    Joke

    PS Alles voor het comfort van mijn lezer-reageerder: vind je die naamswisselingen maar niets, gebruik dan gewoon bovenvermelde naam met dubbele bodem (it 's a...yes indeed!)







    01-05-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    29-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gênante situaties, deel 3 : waarom ik bijna naar de andere kant van België verhuisde
    Het menselijke brein is tot veel in staat, tot héél veel zelfs, ook dat van mij.  In mijn geheugen had ik een bepaalde gebeurtenis volledig uitgewist, en door één simpele handeling kwam ze terug aan de oppervlakte, als verwijderde vulpenstreken die na verloop van tijd opnieuw door de tintenkiller heen schemeren.  Alhoewel? Ik druk me helemaal verkeerd uit.  Het betrof geen simpele handeling, althans niet voor mij. Ik heb immers mijn kleerkast uitgemest.  En laat nu opruimen mijn allerallerzwakste vaardigheid zijn en dat is dan nog op zijn allerallerzachtst uitgedrukt. Echter, af en toe a woman 's got to do what a woman 's got to do.  Destijds wou ik absoluut geen inloopkast. Als je in zo een dressing kruipt, moet je mooie rechte stapeltjes kunnen maken om te vermijden dat je bedolven wordt onder de kleren als je te dicht langs de schappen strijkt.  Nogal wiedes dus, dat ik een ouderwetse kleerkast heb, met stevige deuren die mijn slordige hoopjes netjes verbergen, doch die inmiddels zó volgestouwd is dat een drastische uitdunning van de inhoud zich opdrong.

    In mijn kleerkast vind je een allegaartje van kleren.  Ik hou zowel van natuurstoffen, vooral linnen, in aardentintenkleuren, als van synthetische stoffen in felle kleurtjes, pastel daarentegen is minder mijn ding.  Ik hou van rokjes en kleedjes, niet te kort wegens kromme benen, en van broeken, niet te laag in de taille wegens een zichtbaar zwangerschapsrestant, van nonchalant, wegens mijn aard, en van chique, naargelang de gelegenheid... meer toch van nonchalant, van peperduur, wegens exclusief, en van spotgoedkoop, wegens spotgoedkoop. Ik heb geen Trien en Suzan nodig om me te zeggen wat me flatteert en wat niet.  Toch kan ik de professionele hulp van een ongeveinsd eerlijke verkoopster wel waarderen. Ook mijn man geeft graag stijladvies, al pakt hij het zelden subtiel aan.  Menig verkoopster heeft me al een glas louterend spawater willen aanbieden om, naar de gelijknamige reclame, in zijn gezicht te flatsen. Meestal geef ik er dus de voorkeur aan om alleen te gaan shoppen.

    Waarbij mijn echtgenoot me wel mag, neen moet, helpen is de finishing touch als ik me aankleed.  Wat dat betreft bezigen wij een omgekeerd rollenpatroon.  Ik ben niet degene die zijn das (die hij trouwens nooit draagt) netjes moet knopen, noch dien ik witte pellekens van zijn schouder te vegen of zijn schoenen te poetsen.  Omgekeerd heb ik wel assistentie nodig, zelfs al vanaf mijn ondergoed.  Mijn BH-bandjes zitten nagenoeg altijd verdraaid, mijn borsten lijken er somtijds vanonder of vanboven uit te willen muizen.  Mijn man zorgt ervoor dat alles netjes in de verpakking blijft zitten en dat de lintjes perfect aangespannen zijn. Ook met mijn bovenkledij heb ik een gigantisch probleem.  Vooral als ik gehaast ben, wat nogal vaak voorvalt, weet ik zelden welke knoop met welk knoopsgat accordeert.  Mijn kraag zit naar binnen geplooid en/of mijn broekspijpen naar buiten.  Mijn hulpvaardige echtgenoot waakt erover dat ik steeds fatsoenlijk voor de dag kom.  Dat ik géén hulp nodig heb bij het uitkleden, lijkt hij - vreemd genoeg - niet altijd even goed te begrijpen.

    Bij het uitmesten van mijn kleerkast kwam ik een stijlvolle lange linnen jurk van Sarah Pacini tegen. Zo'n tijdloos geval.  Ik weet niet goed wanneer ik 'm gekocht heb, misschien zelfs al in de vorige eeuw, maar het blijft draagbaar spul. Het is een eenvoudig ontwerp, dus makkelijk om aan te doen.  Sarah Pacini ontwerpt ook kleren waarbij je, ik althans, een handleiding nodig hebt om te weten hoe je ze moet dragen.  Deze jurk was dus niet zo.  Alleen... kreeg ik de ritssluiting op de rug niet alleen dicht.  Heeft vast en zeker ook met mijn gebrek aan lenigheid te maken, terwijl ik inmiddels best wel sportief te noemen ben.  Toen mijn oudste dochter een jaar of drie was, mocht ze mij al eens helpen met de zipper, als ik het tenminste niet vergat te vragen.  Zo heb ik eens half gekleed in een volle schoenwinkel gestaan.  Eén van de andere klanten vroeg me tactvol of het de bedoeling was dat de tirette van mijn jurk openstond. Niet dus!  Ze stelde me voor om de ritssluiting dicht te doen en ik heb haar aanbod dankbaar aanvaard. Gênant, maar het kan nog erger...

    Het voorval met de rok, die ik droeg op de eerste communie van onze jongste dochter, deed me bijna verhuizen naar de andere kant van België.
    't Is te zeggen, een rok kon je het bezwaarlijk noemen.  Het was eerder een groot stuk linnen textiel, opgesmukt met gerafelde reepjes en sobere stiksels.  Je moest hem rond je middel draperen zodanig dat  de drukknopen zich volgens het male-femaleprincipe aan elkaar konden vastklampen.  Er waren er vier op een rij, maar mijn lapje stof was te smal - of was mijn middel te breed? - zodat slechts twee van de vier koppeltjes herenigd konden worden.  De verkoopster zag er echter geen graten in en ik vertrouwde haar blindelings.

    Er was geen vuiltje aan de lucht tot na de overheerlijke hoofdschotel. Op dat moment besliste ik om een sanitaire stop in te lassen en verzadigd hees ik me van tafel.  Ik had er totaal geen erg in dat de verstrengelde mannetjes en vrouwtjes van mijn drukknopen ondertussen noodgedwongen gescheiden waren onder invloed van een uitgezet buikje.  Nietsvermoedend wandelde ik naar de damestoiletten. Toen ik echter een zestal meter had afgelegd, gebeurde het onvermijdelijke....  Onverwachts dwarrelde mijn wikkelrok neer.  Neen, stortte neer, anders lijkt het alsof ik het had kunnen verhinderen.  Niet dus.  Mijn reflexen waren echter fenomenaal.  Ik griste de lap stof van de vloer, spurtte sneller dan Kim Gevaert terug naar mijn zitplaats en begon vervolgens onbedaarlijk te lachen.  Enkel mijn schoonzusje had het zien gebeuren, maar ik had zo snel gereageerd dat  het leek alsof ze het gedroomd had.  De rest van onze gasten had er geen flauw benul van waarom ik zo zat te gieren.  In deze context kon ik er inderdaad de humor van inzien.  Stel je echter voor dat dit tijdens de viering in de kerk was gebeurd!  De kerk van ons dorp heeft het uitzicht van een veredelde sporthal, dus geen zuilen om je achter te verschuilen, noch een biechtstoel om je in te verstoppen...  Mocht dit dus enkele uren eerder voorgevallen zijn... Ik had het bestorven.

    Wat er nadien met die rok gebeurd is?  Gelukkig had mijn schoonzus een veiligheidsspeld bij, zodat ik die bewuste dag toch nog zorgeloos van het feest heb kunnen genieten.  Vervolgens is ie onverbiddelijk in een vergetelhoek van mijn kleerkast beland.  Weggooien of tot poetsdoek degraderen kon ik 'm niet, daarvoor vond ik hem te speciaal en te duur. 
    Zojuist heb ik hem even gepast. Vier jaar later en duizenden jogkilometers verder zit hij als gegoten.  De drukknopen kunnen zich eindelijk alle vier van hun belangrijke taak kwijten.

    Zou ik het riskeren om hem eens naar mijn werk aan te doen?  Het is een berekend risico, ik ben immers nog nooit mijn onderbroek vergeten aan te trekken.  Dear Murphy, laat het uitgerekend dan niet de eerste keer zijn!

    Grz

    Sloddervoske

    29-04-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    22-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spanje versus...

    In een waanzinnige vlaag van complete verstandsverbijstering beslisten mijn man en ik ettelijke jaren geleden onder mijn impuls om een reis naar Spanje te boeken.  Na enkele jaren Duitsland - wegens dichtbij, goedkoop en kindvriendelijk - wou ik deze keer wel eens een gecertificeerd ticketje naar de zon.  Mijn man, in wezen een globetrotter in vlees en bloed, door mijn toedoen én tot grote verrassing van zijn ouders, ten langen leste op nauwelijks 8 km  van hun deur definitief gestrand, ging akkoord.  Zelfs al was deze bestemming zoveel banaler dan zijn vroegere avontuurlijke reizen naar o.a. Thailand, Ecador en zijn geliefde Nepal.  Ook Europa had hij in zijn jeugdjaren interRail- en rugzakgewijs doorkruist, uitgezonderd het uitermate toeristische Spanje. 

    De hoofdreden echter van onze landenswitch was onze bejaarde automobiel. Met zijn zeventien werd hij door ons te oud bevonden om letterlijk grenzen te overschrijden.  Anderzijds vonden we hem nog uitermate geschikt voor het alledaagse woon-en werkverkeer, waardoor hij, voorlopig althans, voor de schroothoop werd behoed.  Financiële redenen noopten ons tot een bus- in plaats van vliegreis.  Met het verschil van duizend euro kon ons gezin immers al heel wat paellakes verorberen en met meer dan dos cervezas de Spaanse dorst lessen.

    De bloglezer die nu een klaagzang over de busreis verwacht, komt bedrogen uit. Een twintiguur durende busreis in een luxe touringbus is, in tegenstelling tot wat je zou verwachten, wél een pretje.  Geen gezeur van de kinderen van 'duurt het nog lang' dankzij het gezelschap van jeugdige medereizigers en de grappige tekenfilmkes die de tijd doen voorbijrijden.  Geen gezanik van mijn partner over wanneer ik godverdomme eindelijk eens die landkaart ga vastpakken en vervolgens geen ergenis over mijn beperkte landkaartleescapaciteiten.  Iedereen kan een dutje doen zoveel en zolang hij wil, ook de persoon die in andere omstandigheden achter het stuur zit. 

    Zoveel te beter dat de lange busreis meeviel, zoveel te slechter was mijn eerste indruk van het zonnige Spanje.  Ik had me verwacht aan wuivende palmbomen en prachtige zeezichten, maar kreeg enkel spúúglelijke gebouwen te zien.  Was dit het land van Gaudi?  Die gebouwen hadden muchos uitstraling, dat wel... Lees: het afzichtelijke schijnsel van de platte commercie.  Enkel de schitterende zon weerhield me ervan om onmiddellijk mijn kar te draaien, en mijn kinderen en man natuurlijk ook.  Om de beurt werden alle busreizigers op hun bestemming afgezet.  Wij waren de allerlaatsten, niet toevallig hadden we voor een minder toeristisch kutplaatsje, oei 'k vergat de 's', gekozen, zijnde Calella.  Achteraf bleek ons kustplaatsje de minst slechte keuze.  Stel je voor dat we voor Lloret de Mar hadden gekozen.   Dan moesten we onze kinderen aanleren hoe hun voetjes de besmette spuiten op het strand kunnen ontwijken. En dan moesten we hen tevens uitleggen dat gebruikte kapotjes geen aangespoelde kwallen zijn die ze terug in zee moeten scheppen. 

    Ons hotel bleek gelukkig wel een voltreffer. Geen grand luxe, maar dat hadden we niet geboekt.  Trouwens, zoveel belang hechten we daar niet aan, als we maar warm en droog zitten en het eten te vreten is. Echter, al vanaf de eerste dag voelde ik me de vreemde eend in de bijt. Ten eerste was ik niet bloot genoeg gekleed. Tja, 'k heb helaas geen weelderige boezem om te showen en mijn kromme benen laat ik beter ook zoveel mogelijk bedekt, zelfs mijn tenen kunnen het licht niet goed verdragen.  Onbedoeld trok ik ikweetniethoehard de aandacht omdat ik de enige vrouw was zonder gelakte teennagels.  Hierdoor viel ik helemààl uit de toon. Bijgevolg werden mijn tien onnozele laagbijdegrondertjes op de tweede dag toonbaar gemaakt  Ik kocht een kitcherig paar glinsterende teenslippers en mijn man bracht, tegen mijn wil, roze - helroze nota bene, ik ben eerder een aardentintentiep - nagellak mee. Zijn vrouwen, zijnde ikzelf, onze jongste en onze oudste dochter, ondergingen zijn nauwkeurig lakwerk respectievelijk gelaten, uitermate gewillig en onder zachte dwang. Maar vanaf dan hoorden we er toch een beetje meer bij.

    Alhoewel?  Ook mijn bleke huid stak schril af tegen de gebronste hotelgasten.  Begrijp me niet verkeerd, beste bloglezer. Ik vind een licht getaande huid veel mooier dan de spierwitte variant.  Als het tenminste binnen de perken blijft.  Een blanke die het - lees: zichzelf - té bruin bakt, en dat gold m.i. voor minstens 80 % van de aanwezigen, vind ik even afstotelijk als een vaal geworden Jackson zaliger.  Iedere dermatoloog zal me trouwens gelijk geven: een zongebrande huid is in feite een zonbeschadigde huid.  Ach, dat volwassenen met hun tere schild doen wat ze willen, maar sommige kinderen liepen erbij als vervellende slangen. Waarlijk om bij te janken, terwijl het niet eens mijn eigen wurmen waren. 

    Na enkele dagen begon tevens ons afwijkend gedrag op te vallen.  Blijkbaar was het de gewoonte om vroeg in de ochtend je  badhanddoek op een ligzetel aan het zwembad uit te spreiden om je alzo van een ligplekje te verzekeren.  Vervolgens diende je je kroost rond negen uur 's morgens te belonen met een lolly, al is me de reden hiervoor tot op heden nog steeds niet duidelijk.  Diezelfde kinderen lagen een half uurtje later te relaxen aan het zwembad met een xxl zak chips binnen handbereik.  Zwembandjes hadden ze niet nodig, ze bleven wel drijven op hun vet.  Stipt om half zeven 's avonds moest je je opnieuw naar de eetzaal begeven. De chips, snacks, ijsjes, suiker-en kleurrijke frisdranken en andere snoeperijen waren dan min of meer verteerd. Niet alleen had je zo vroeg op de avond de meeste keuze aan het buffet, maar bovenal had je dan geheid een goede plaats in de bar zodat je een beter uitzicht had op de beste shows aller tijden.

    Het heeft dagen geduurd vooraleer wij dat mechanisme doorhadden. En zelfs toen we tot inzicht kwamen, bleven we koppig ons eigen gangetje  gaan.  Anderzijds gedroegen we ons evenzeer als onvervalste toeristen.  We bezochten tot twee maal toe Barcelona, ondanks dat onze reisoperator ons stellig afgeraden had om dit op eigen houtje te doen. Om ons voor pickpockets te behoeden had de hostess ons liever een kant-en-klaar daguitstappakketje verkocht, minstens drie maal duurder dan onze treinticketjes.  We werden figuurlijk omver geblazen door de sprookjesachtige gebouwen van Gaudi zaliger en waren terzelfdertijd content dat hij onze architect niet was geweest. We zouden de uitvoering van zijn ontwerpen immers nooit kunnen bekostigen.  Voor onze  jongste dochter pingelden we we af op een afschuwelijk flamencokleedje met dito bolletjesschoentjes, waarmee alle mintienjarigen in het hotel rondklakten.  En we verblijdden onze oudste telg met een veel te dure foto van de levende witte boa constrictor rond haar frêle nekje tijdens één van de avondshows.  Het vrolijke snoetje (van de baby die nooit lachte) was echter geld waard! We maakten een toeristisch boottochtje op de schijnbaar rustige zee.  Het zicht op de vissen, doorheen de glazen vloer, deed me abrupt besluiten om hen op een brunch te trakteren.  Gelukkig zette mijn echtgenoot bijtijds het raampje open, zodat ik achteraf het dek niet hoefde te schrobben.  Tenslotte kon ik mijn man zelfs overtuigen om één volledige halve dag aan het strand te gaan liggen, zoals de echte echten. 

    Kortom, we hadden een fantastische vakantie en ons besluit was unaniem.

    Binnen de drie maanden kochten we, voor de eerste keer in ons leven en in principe tegen ons principe, een spiksplinternieuwe auto om andere horizonten te verkennen. 

    Grz

    je toeristje

    22-04-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    15-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onze Jimmy...
    Je kon hem een ordinaire bastaard noemen.  Geen grove belediging in zijn geval, eerder een subtiele verwijzing naar zijn sterke gestel, dat achteraf toch niet zo sterk bleek te zijn.
    Op de gekste plaatsen kwam je hem tegen, hij was altijd onderweg.  Al begroette ik hem iedere keer hartelijk met 'dag, Jimmy', antwoorden deed hij nooit, alleszins niet verbaal.  Toch liet hij me op een of andere manier telkens merken dat hij me wel mocht.

    Regelmatig kwam hij voor onze grote keukenschuiframen staan, vooral tijdens het eten.  Ik denk niet dat zijn verzorgers daarvan op de hoogte waren, want dan zouden ze het hem wellicht verbieden.  Het stoorde ons niet.  We wenkten vriendelijk naar hem en hij zwaaide, soms zachtjes maar vaak ook laaiend enthousiast, terug.  Hem aan tafel uitnodigen deden we principieel nooit, zelfs niet voor het dessert.  Hij was het type dat zich vanaf dan zou opdringen.  Je geeft hem één vinger en hij bijt zich vast in je hand.  Of hoe luidt dat spreekwoord ook alweer?

    Ook mijn bejaarde moeder zag hij graag.  Als ze buiten op het houten bankje zat, vleidde hij zich ongevraagd tegen haar aan.  Neen, grenzen kende hij totaal niet.  Doch wat anders als onfatsoenlijk wordt  ervaren, werd van hem zonder meer geduld.  Hoe dit kwam?  Misschien omdat zijn IQ beduidend lager lag dan bij de meeste mensen. Je kón gewoonweg niet boos zijn op hem.  Of lag het aan een slechte opvoeding? Ik denk het niet.  Het zat gewoon in zijn genen.

    Nochtans waren er mensen die hem liever opgesloten zagen.  Ze vonden hem een gevaar voor de maatschappij. Waren ze jaloers op zijn zwerversbestaan of hadden ze schrik dat hij hun kinderen zou aanranden.  Voor dit laatste was er geen enkele reden, hun vrees was nergens op gebaseerd, er waren nooit precedenten geweest.  Wij verboden onze kinderen alleszins niet om met hem om te gaan. Als hij echter aanstalten maakte om mee te gaan wandelen, raadden we hen aan om hem, zonder dat hij er erg in had, af te leveren bij zijn verzorgers. Je wist immers maar nooit...

    Hoe langer we hem kenden, hoe familiairder hij zich gedroeg.  Soms zelfs ietwat te vrijpostig naar mijn aanvoelen, ondanks dat kon ik het van hem wel hebben.  Lag het aan de onschuldige blik in zijn ogen? Hij straalde een ondefinieerbare goedmoedigheid uit. Niettemin bewaarde ik zelf steeds de nodige afstand, maar dat zegt misschien meer over mij dan over hem.  Ondertussen liet mijn moeder somtijds toe dat hij klunzig op haar zachte schoot kroop. Ook al was ie daar in principe wat te groot voor.

    Er zat geen regelmaat in onze ontmoetingen.  Dus had ik hem niet eens gemist toen ik vernam dat hij twee weken eerder plots gestorven was.  Ik werd er even stil van, moest niet huilen, wat ik in zulke situaties gemakkelijk doe, maar wel een keertje slikken.  Vooral toen ik vernam op wat voor een gruwelijke manier hij aan zijn einde was gekomen.  Hij was vergiftigd!  Door zijn verzorgers, nota bene, al was er van kwaad opzet geen sprake.  Er werd geen ruchtbaarheid aan gegeven, evenmin kwam er een vervolging.

    In ons Belgenlandje word je trouwens eerder schuldig bevonden zonder dan met bewijslast. Nuja, deze situatie kan je totaal niet vergelijken met de beruchte parachutemoord, maar eerder met de vader die zijn kind op weg naar zijn werk vergat af te zetten aan de crèche.  In tegenstelling tot vele anderen, kon ik, als uitgesproken warhoofd, wel begrip opbrengen voor die vader, ook al had het desastreuze gevolgen voor zijn baby die in de auto achterbleef.  Zo een man moet niet berecht worden.  Hij is immers al gedoemd om eeuwig de geketende gevangene te zijn van zijn immense schuldgevoel.  De liefde tussen de ouders moet trouwens al heel sterk zijn om dit als koppel te kunnen overleven.

    Ik geef toe, beste bloglezer, in vergelijking hiermee is het voorval met Jimmy slechts klein bier.  Wellicht zullen zijn verzorgers hun schuldgevoel wel te boven komen.  Ze maakten een inschattingsfout, doch fouten maken is menselijk, nietwaar?

    Ook ikzelf kamp met een klein schuldgevoel.  Als ik Jimmy die bewuste dag een zoet dessert aangeboden had, had hij misschien geen behoefte gehad aan een fleps voorgerecht. Zijn verzorgers hadden toevallig net hun tuin gesproeid en Jimmy beet enthousiast in een vergiftigde slak.  'k Wil er niet aan denken welke helse pijnen hij mogelijks heeft doorstaan, vooraleer de dood zijn intrede deed.

    Mocht ik  nog één herkansing krijgen, dan zou ik Jimmy, onze Jimmy, deze keer wél achter zijn fluwelen oortjes kriebelen om vervolgens mijn bezoedelde handen grondig te wassen.  Ik heb hem vaak proberen uit te leggen waarom ik hem niet - straffer nog - nóóit, aanhaalde.  Zijn domme blik verraadde me dat hij er geen snars van begreep.  Hoe meer ik zei, hoe harder hij kwispelde.  Hoe verder ik van hem wegliep, hoe dichterbij hij kwam.

    Ik troost me met de gedachte dat mijn onvermurwbare afstandelijkheid en weloverwogen ongastvrijheid 200% gerechtvaardigd waren. Ik ben immers 100% allergisch voor honden.

    Rust zacht, lieve Jimmy...

    15-04-2011 om 00:00 geschreven door wiebenik  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


    Archief per maand
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    uit gemak
  • synoniemen

  • uit sympathie
  • Luctor
  • Eilish
  • Miss C.
  • de bèkker
  • Geronimo
  • Zapnimf
  • ikzelf

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs