Ik ben een... (gelieve slechts één keer en naar waarheid te antwoorden, éénmalige bezoekers worden niet geacht een antwoord te geven, tenzij ze nog eens terugkomen natuurlijk.)
Bovenvermelde titel kan zielig klinken, maar ook je nieuwsgierigheid aanwakkeren, je uitnodigen om deze blog te lezen. Uiteraard beoog ik dit laatste... Mocht je jezelf in één van de de personages van de teksten herkennen, dan vergis je je schromelijk. Mijn identiteit blijft geheim. Als je niet met zekerheid weet wie ik ben, hoe kan je er dan van overtuigd zijn dat het over jou gaat? Trouwens, neem het me niet kwalijk als je er niet zo fraai uitkomt. Soms is het nodig voor de verhaallijn om hier en daar wat te overdrijven. Feiten en fictie vloeien in deze blog vaak in elkaar over. Alleszins wens ik je veel leesgenot. Voel je vrij om een reactie te plaatsen... Hoe je mij kan aanspreken, vind je terug in het vertelsel van 1 mei 2011.
30-08-2011
DE ontmoeting die mijn leven bepaalde
Twee jonge vrouwen daalden de trap af.
De ene had gitzwart ultrakort haar, het soort kapsel dat alleen flatterend is voor een vrouw als ze een opvallend mooi gezicht heeft. En dat had ze, een supergave huid, oceaanblauwe ogen, fijne, maar niet al te dunne, sierlijk afgetekende wenkbrauwen, hoge jukbeenderen en volle lippen. Bovendien was ze gezegend met een rank figuurtje en lange slanke benen. Het andere meisje had een alledaagsere look, kastanjebruin volumineus halflang haar, grote bruine ogen, een reukorgaan dat één maatje kleiner had mogen zijn, maar anderzijds toch niet te opvallend aanwezig was. Ze was iets kleiner, vooral korter gebeend, en terzelfdertijd iets ronder - behalve daar waar het mocht - dan haar hyperslanke vriendin. Toch kon je haar bezwaarlijk mollig of dik noemen met een BMI, gelijk aan haar leeftijd, eenentwintig en een half.
En hij?
Hij zag hoe beide vriendinnen zelfverzekerd en zelfbewust de trap afdaalden. Hij genoot van dit tafereel en vooral... hij was direct verkocht. Zijn kameraad kreeg een stoemp in zijn zij en boven de lawaaierige muziek uit, riep hij : "Kijk, wat een ferm ding dat daar afkomt!" Hij had alleen oog voor haar en helemaal niet voor haar vriendin. Integendeel, deze boezemde hem angst in met haar designeruiterlijk en de helblauwe blik, die hij als kil percipieerde.
Al vlug zocht hij contact met haar. Hij vermeed standaardzinnen, doch zorgde ervoor dat hij spoedig haar naam kon achterhalen, zodat zijn 'prooi' minder anoniem werd.
Ze heette...Joke.
Aanvankelijk vond Joke hem een vreemde snuiter. Hij had een onmodieus - toen toch - beatleachtig kapsel, dat echter wonderwel goed bij hem paste. Net zoals zijzelf danste hij graag. Zijn dansstijl was soepel en origineel, af en toe een tikkeltje te verwijfd misschien, doch binnen de grenzen van het aanvaardbare. Hij leek erg zelfzeker en terzelfdertijd was hij speels en gevoelig. Joke was gevleid door zijn nieuwerwetse hofmakerij. Hij was een beetje een charmeur, maar dan op een charmante manier. Ze mocht hem wel, hij deed haar lachen, maar ze kon ook een diepgaand gesprek met hem voeren. Toch hield ze de boot af, ze was immers nog lang niet toe aan een nieuwe relatie.
Hij had echter geduld, veel geduld.
Zonder concreet af te spreken ontmoetten ze elkaar bijna wekelijks. Stiekem begon Joke uit te kijken naar hun onvoorspelbare conversaties. Bovendien was haar oog plots gevallen op zijn lange, bijna vrouwelijke, wimpers, en de schattige kuiltjes in zijn wangen. Na ruim een half jaar stelde ze, tot haar eigen verbazing, vast dat ze hem eigenlijk best wel aantrekkelijk vond. Niettemin besefte ze pas dat ze verliefd was toen hij een vijftal weken wegbleef. Ze wist dat hij op reis was, maar het wachten duurde ondraaglijk lang. Toen ze hem na al die tijd terug zag, voelde ze hoe haar ogen begonnen te twinkelen. Haar poging om dit te verbergen, lokte bij hem een geamuseerde opmerking uit. Even ging er een steek van jaloezie door haar heen, toen er een knap meisje lachend rond zijn hals kwam hangen. Onhoorbaar zuchtte ze opgelucht, toen dit zijn jongere zus bleek te zijn. Ze had inderdaad dezelfde kuiltjes in haar wangen.
Er kwam een nieuwe fase in hun leven. Ze begonnen overdag af te spreken om elkaar beter te leren kennen. Een eerste keer, een tweede keer, een derde keer... Joke voelde dat het menens werd. Ze genoot van de spanning die er tussen hen hing in afwachting van hun eerste kus. Ze was er helemaal klaar voor, ze had het dekseltje gevonden dat op haar potje paste, haar zielsverwant. Dacht ze toch...
Hij joeg haar echter de stuipen op het lijf door in alle ernst een onverwachtse vraag te stellen. "Wat vind je eigenlijk van SM?" Ze schrok. In één seconde leek haar wereld in elkaar te storten. Ze was niet zo open minded, ze vond dit pervers en liet dit met veel verontwaardiging horen. Toen ze uitgeraasd was, keek hij haar glimlachend aan en zei dat hij het helemaal met haar eens was.
Inmiddels zijn we veertien jaar getrouwd en moet ik mijn eerste pakske slaag nog krijgen...
gênante situaties, deel 5 : hoe oorverdovend een stilte kan zijn
Welk heteroseksueel meisje droomt er niet van een grote, aantrekkelijke, lieve jongen als toekomstige partner? Ruim twintig jaar geleden was ik hierop geen uitzondering. Na wat heen en weergefladder ontmoette ik mijn droomprins, maar helaas... de meeste dromen zijn bedrog.
Ik werd immers stapelverliefd op een onaantrekkelijke, grove maar lieve karakterkop. Toen ik hem voor de eerste keer ontmoette, had ik slechts zelden zo'n onaantrekkelijke gast gezien en toch werd hij enkele maanden later mijn lief. Wellicht was ik overrompeld door de tonnen aandacht die ik van hem kreeg. Na verloop van tijd keek ik figuurlijk, en helaas ook bijna letterlijk, over zijn kleine gedrongen lijf heen. Ik slaagde er wonderwel in om zijn gigantische reukorgaan met dito poriën te negeren en als ik hem kuste, proefde ik de lelijke vorm van zijn gevleugelde lippen niet. Eigenlijk had ik alleen maar oog voor de schittering in zijn varkensoogskes.
Op een zondagnamiddag, zo'n twintigtal jaar geleden, zou mijn lief komen kennismaken met mijn ouders. Traditiegetrouw is zondag bij ons taartendag. Een rijkelijk gevulde tafel met allerlei Limburgse 'vlaaien', zoals wij dat noemen. Met of zonder calorierijke slag- of pasteibakkersroom, met heerlijke kruimel-, vettige schilfer- of verse gistdeeg oftewel zelfgebakken appel- citroen of marmercake,... kortom keuze te over. In die tijd was het ook de gewoonte om van alles wat geproefd te hebben. Een geplogendheid die ik inmiddels al geruime tijd afgeleerd heb, zo niet kon je me inmiddels wel rollen. Misschien verbeeldde ik het me slechts, maar ik zag mijn moeder lichtjes schrikken toen mijn tweeogige ongebochelde Quasimodo binnenkwam. Later, toen onze relatie al geruime tijd verbroken was en zeker niet meer te lijmen, bekende ze me dat ze enorm verschoten was van zijn onmiskenbare lelijke verschijning. Ze had immers verwacht dat haar niet-onaardige dochter toch iemand knapper zou kunnen strikken. Niettemin onthaalde ze hem hartelijk, zoals dat in onze contreien nu eenmaal gebruikelijk is.
Op mijn moeders verzoek gingen we met z'n allen aan tafel en mijn Quasimodo'tje dus ook. Voor hem was het even wennen, als enig kind belanden in zo'n familiedrukte. Mijn moeder voelde zijn ongemak en om hem gerust te stellen zei ze vriendelijk, terwijl ze gastvrij naar de taarten wees: "Pak maar uit, hoor, anders word je nóóit groot!" Een zeer ongelukkige uitspraak, als je bedenkt dat hij écht wel klein van gestalte was. Hij beweerde nochtans enkele centimetertjes groter te zijn dan ik - ik ben zelf net geen 1m65 - maar dat heb ik nooit geloofd. Mijn schouders staken boven de zijne uit, al moet ik toegeven dat zijn grove karakterkop veel groter was dan mijn hoofd, wat natuurlijk niets zegt over de inhoud. Na deze uitspraak, waarbij het woordje 'groot' echogewijs leek na te galmen, volgde er een oorverdovende stilte, wat het des te pijnlijker maakte. Mijn Quasimodo deed echter net, zoals de echte, alsof hij doof was en nam een lekker stukje taart en vervolgens nog eentje en dan een stukje cake.
Enkele jaren later was de liefde tussen ons uitgebloeid, vooral van zijnentwege. Toen mijn lfdv voorbij was, nam ik me stellig voor om me de volgende keer toch meer door het uiterlijk te laten leiden. Mijn volgende vriend moest duidelijk groter zijn dan ik en niet zo lelijk als zijn voorganger. Liefdesverdriet omwille van een Quasimodo, dat nooit meer!
Exact 5 jaar later lag er een schattig klein meisje met grote prachtige kijkers in de wieg. Nu ze groter is, lijkt ze sprekend op mij, maar ik ben minstens even trots op haar jongere zusje, waarvan velen beweren dat ze net haar vader is.
Grz
Joke
PS1 Aan Quasimodo (mocht hij dit toevallig lezen): je bent maar half zo lelijk als hier beschreven, hoor. Toch ben ik reuzeblij dat mijn kinderen geen varkensoogskes hebben!