Ga wandelen, neem een bad, ga slapen,
bak een taart, teken, luister naar muziek, mediteer, doe
lichaamsoefeningen.Wat je ook doet,
blijf niet naar je probleem staren.Maar
bel niet naar iemand, ga niet naar een feestje, want dan vullen andermans
woorden het gat waar die van jou in moeten komen.Maak plaats voor jouw verloren woorden. Heb
geduld.
Terwijl ik schrijf, ben ik een ander
mens. Dan is het net of ik stemmenhoor.
( )
Ik schrijf korte teksten, die tot stand
komen in twee à drie weken.Onder het
schrijven is er een grote accumulatie van energie die zich ontlaadt. Eerst
wacht ik op dat elan dat me een paar weken aan het papier gekluisterd
houdt.Dat verklaart ook waarom ik zo
weinig schrijf, hooguit één à twee maanden per jaar.
( )
En de personages die echt bestaan, zijn
eigenlijk evengoed verzonnen, want ik sjoemel met hun levensloop, voeg er
dingen aan toe.
Het vraagstuk van namen heeft me lang
beziggehouden.In mijn eerste boeken
heben de personages geen namen in de traditionele zin.De verteller is altijd een naamloze ik, anderen
heten J. of de Rat. Ik voelde me opgelaten bij het idee iemand een naam te
moeten geven.Alsof ik me de rol van God
wil aanmeten.Dat zegt, denk ik, vooral
iets over mijn verhouding tot mijn schrijverschap.Ik was schrijver, maar ik voelde me ongemakkelijk
bij dat idee.Niet dat ik twijfelde over
mijn vaardigheid, zeker niet.Ik
twijfelde of ik mezelf wel schrijver kan noemen.
( )
Ik heb geen enkele bewegwijzering.Het is reizen zonder landkaart.Het enige wat ik nodig heb, is zelfvertrouwen
het geloof dat ik ooit, op een dag, het verhaal waaraan ik begin ook
daadwerkelijk zal kunnen beëindigen. Voordat ik die kracht in mezelf, begin ik
niet eens.
( )
Ik wil zelf veranderen tijdens het
schrijven van een boek.Als de reis
niets met me gedaan heeft, dan is de reis zinloos geweest.Mijn personages doorstaan de storm, maar
ikzelf en de lezer ook.Iedereen moet
moet na het verhaal ten goede veranderd zijn,hoe duister, zwaar en deprimerend het verhaal ook is.In die zin ben ik een moralist.
Philip Claudel heeft een zwak
voor parfums (De Standaard)
Ieder werkwoord heeft een parfum. Ieder
woord roept in het geheugen een plek op met de bijbehorende geuren.En uit het verhaal dat langzaam maar zeker
wordt geweven, dat lukraak wordt gevlochten uit het alfabet en je herinneringen
ontstaat een rivier met vele zijarmen, van het leven dat we geleefd hebben, het
leven dat we gedroomd hebben en het leven dat nog komt. De taal mag af en toe
tekorschieten.In het leven wordt eigenlijk
nooit gesproken als in boeken of films.We zullen altijd verhalen nodig hebben. Kennelijk zoeken we een
rechtvaardiging van ons bestaan en de weerspiegelingen ervan.Een kwestie van houden van het leven, maar er
niet genoeg aan hebben.Het feitelijke
proces van het schrijven en filmen is voor mij het belangrijkste. Het brengt
diepte aan.
Als je aan het schrijven bent, dan ben je in een bepaalde gemoedstoestand. Maar dat is meer een soort van trance. Als je ermee bezig bent en je stopt, dan denk je: waar was is? Dat is zoals bij een trance. Daar word je je ook pas van bewust als ze is afgelopen. Maar over dat soort processen denk ik eigenlijk niet te veel na. Dat moet je als schrijver niet doen. Als je nadenkt hoe je schrijft, dan kan dat verlammend werken. Het is niet aan de auteur, maar aan psychologen om daarmee bezig te zijn.
Een goede roman is persoonlijk. Veel
auteurs creëren een ik-persoon die nauw verwant is met henzelf; Philip Roth,
Gerard Reve, Marguerite Duras. Door voor een autobiografische stijl te kiezen,
kun je alles wat je hebt, in je werk leggen.Dat betekent niet dat alles in een roman waar of beleefd is.Schrijvers selecteren, ontrafelen en maken
onverwachte, nieuwe verbintenissen.Je
mag er niet van uitgaan dat alles autobiografisch is aan een persoonlijke
roman.Maar lezers ook recensenten
verwarren dat.Ze ervaren een
persoonlijke stijl als intiem.En hoewel
ik in mijn werk graag de suggestie van intimiteit wek, gaat het om het
resultaat van een verkozen stijl.Ik
geef vorm als ik schrijf.En dus schep
ik afstand.Je kunt niet intiem zijn en
afstand scheppen tegelijk.
Joost Zwagerman over de kakafonie in het auteurshoofd
Joost Zwagerman in de Standaard
der Letteren (17 januari 2014)
Stilte is zowat het enige dat ik als
schrijver nodig heb .In mijn hoofd is
het vaak een kakafonie van belang omdat ik alle romanpersonages hoor praten en
ik daaruit dialogen en zinnen probeer te distilleren.
Erwin Mortier over het levengevende van de poëzie
Erwin Mortier in gesprek met
Filip Rogiers
Voor mij is poëzie levengevend.Het is hetbad waarin de taal zichzelf altijd maar weer vernieuwt, oude
betekenissen afstoot en nieuwe aantrekt. Proza is gestolde taal, poëzie is wat
er vulkanisch kolkt onder die laag.Het
doorbreekt de verstarring die soms dreigt vanuit het proza, het viert het
vitalisme.Het is voor mij dan ook bij
uitstek iets feminiens.
Ilja Trojanow over literatuur die aan de kaak stelt
Ilja Trojanow in gesprek met
Maria Vlaar
Ik zie literatuur als een heel goed
instrument om iets aan de kaak te stellen.Literatuur betrekt de lezer, ook al is die vooraf niet in het onderwerp
geïnteresseerd.
( )
Literatuur als puur esthetische
ervaring, daar heb ik niets mee.Dat is
als het luisteren naar een dichter in het Chinees: je kunt ervan genieten, het
klinkt prachtig, maar het beklijft niet.Het is geen diepgaande ervaring, maar een vorm van entertainment.Esthetiek zou niet meer dan een instrument
moeten zijn voor een beter begrip van de wereld.
De geschiedenis is mijn schaakbord,
mijn personages de pionnen waarmee ik schuif en daarbinnen tast ik alle
mogelijke zetten af tot er maar één meer overblijft; de juiste!
( )
Ik heb mijn personages, laat scenarios
op hen los ( )
Elif Shafak over het verrassende einde van de eigen boeken
Elif Shafak in gesprek met
Michaël Bellon
Ik moet zeggen dat het einde van mijn
boeken ook voor mij een verrassing is.Eenzaamheid speelt een belangrijke rol in fictie.
( )
Ik ben dat soort opschriften over het
storten van vuil beginnen te noteren, waardoor ik me een afvalverzamelaar begon
te voelen.Ik verzamelde iets waar
niemand naar omkeek. Op dezelfde manier verzamel ik verhalen en stukjes van
verhalen die verborgen liggen tussen het puin van de stad.
( )
Daarom ga ik op zoek naar woorden om ze
in mijn boeken te gebruiken.Veel Turkse
lezers zijn verbaasd dat ik die oude woorden nog gebruik, maar hoe kan een
woord nu oud zijn? Turkije is een interessante en dynamische samenleving, maar
ze is erg op de toekomst gericht en daardoor heeft ze weleens last van
geheugenverlies.
Ik ben geen sociaal-realistische
schrijver.Waar het mij vooral om gaat,
is het effect van mijn romans. Mijn boeken zijn heel evocatief en de respons
van de lezer is belangrijker dan de inhoud van de verhalen.Ik heb er dan ook niets op tegen om bepaalde
realistische elementen op te offeren om een bepaalde reactie uit te
lokken.Voor mij zijn verhalen die geen
emotionele respons teweegbrengen inferieur.Boeken die over raciale, culturele en nationale grenzen heen mensen
raken, zijn de enige die echt van belang zijn.
( )
Fictieschrijvers moeten net gebruik
maken van de ongelooflijke vrijheid om in de huid van een ander te
kruipen.Ik vind dat die vrijheid net zo
goed geldt voor het schrijven over gruwelijkheden, of het nu gaat om de
Holocaust of om een terroristische aanslag.Schrijvers mogen die heikele onderwerpen nooit uit de weg gaan.
Philip Claudel over zijn sterke interesse in de anderen
Philippe Claudel in gesprek met
Marijke Arijs
Als schrijver ben ik in de eerste
plaats geïnteresseerd in de anderen.Mijn belangstelling gaat spontaan uit naar de lijdende mensheid, want de
gelukkige mensheid heeft mij niet nodig.Het is iets vanzelfsprekends voor mij om personages op te voeren die
getekend zijn door het leven, die getroffen zijn door een sterfgeval,
ballingschap, oorlog enzovoort.Misschien probeer ik op die manier ook mijn eigen angsten te bezweren:
ik ben doodsbang om weduwnaar te worden.
( )
Ik weet van tevoren niet waar ik
naartoe wil.Meestal vertrek ik van een
beeld, een gevoel of een enkel woord.Deze keer had ik het beeld van een oude man voor ogen, die heel alleen
op een stoel zat te wachten met een kind in zijn armen.Meer niet.
( )
Ik wil romans schrijven vanuit een
gedrevenheid, een noodzaak. Schrijven is voor mij van levensbelang. Ik denk dat
je die oprechtheid in mijn boeken proeft.Als het maakwerk is, dan voelt de lezer dat.
Annelies Verbeke over geconcentreerd, gebald schrijven
Annelies Verbeke
in
gesprek met Tine Hens
Schrijven staat me toe op een
geconcentreerde, gebalde manier bezig te zijn met de brij in mijn hoofd.Als ik niet schrijf, blijft het gewoon
brij.Maar schrijven is ook
communicatie.Uiteindelijk wil je iets
meedelen, iets wat jij op dat moment belangrijk vindt.
( )
Het is niet altijd eenvoudig om het
evenwicht te vinden tussen schrijven en leven.
( )
Voor de literatuur gaan, is niets
anders dan een bedrijfsleider die leeft voor zijn zaak of iemand die zich
opoffert voor zijn gezin.Uiteindelijk
verkopen we allemaal onze ziel aan iets.Ik vind het alleen griezelig om alles op één paard in te zetten.Als het wegvalt, ben je ineens alles kwijt.
Mario Vargas Llosa over de werkelijkheid als startbaan
Mario Vargas
Llosa in
gesprek met Ine Roox
De werkelijkheid is een vertrekpunt
voor mijn romans, er moet mij iets overkomen voor ik mijn pen ter hand neem en
begin te schrijven.Daarna voeg ik er
mijn verbeelding aan toe.Mijn politieke
mening verwoord ik in essays, artikels en vrije tribunes.
Schrijven is voor een groot stuk
spelen. Dictatortje spelen.Je perst
verschillende identiteiten bij elkaar en jij houdt de touwtjes in handen. Jij
bent de baas.Je moet dat ook zijn.Anders wordt het een versplinterd
geheel.Het gevolg is dat je tijdens het
schrijfproces voortdurend zwalpt tussen de complete euforie en de al even
complete wanhoop. ( )
Voorlezen is soms een goede graadmeter.
Terwijl ik achter een microfoon sta, wil ik met mijn potlood aan de slag om
zinnen te doorstrepen en te veranderen.Ik lees in dit stadium ook hardop achter mijn computer.Het geeft een andere kijk.Je wordt voor een stuk de lezer, de derde
persoon.
( )
De werkelijkheid is een grote bouwdoos
voor mij.Ik pik eruit wat ik kan
gebruiken.Dus naast parasiet ben ik ook
nog vampier.
Michaïl Sjisjkin over de familieverhalen als inspiratiebron
Michaïl Sjisjkin
in
gesprek met Maria Vlaar
Eigenlijk verzin ik niets maar haal
alles uit de familieverhalen van mijn ouders, mijn vrouwen, mijn kinderen. ( )
Een boek is een eigen universum. Een
schrijver tilt de belangrijke dingen uit de tijd en brengt ze over naar een
andere waarachtige tijd.Waar de dood
niet bestaat.Dat kan alleen de kunst.De lezer of de luisteraar, als het om muziek
gaat, wordt zelf ook een beetje onsterfelijk.
( )
Ik probeer een nieuwe taal te scheppen,
die ingaat tegen de kamptaal, de gevangenistaal die vandaag de dag normaal is
in Rusland.Als een ark van Noach vaart
de taal van de literatuur daartegenin.
Concentratie is voor mij een vorm van
geluk.Soms voelt het als schrijver ook
letterlijk alsof je cadeautjes krijgt in je hoofd.Dan staat er plots iets op papier en denk je:
kijk nou eens!