Annelies Verbeke over geconcentreerd, gebald schrijven
Annelies Verbeke
in
gesprek met Tine Hens
Schrijven staat me toe op een
geconcentreerde, gebalde manier bezig te zijn met de brij in mijn hoofd.Als ik niet schrijf, blijft het gewoon
brij.Maar schrijven is ook
communicatie.Uiteindelijk wil je iets
meedelen, iets wat jij op dat moment belangrijk vindt.
( )
Het is niet altijd eenvoudig om het
evenwicht te vinden tussen schrijven en leven.
( )
Voor de literatuur gaan, is niets
anders dan een bedrijfsleider die leeft voor zijn zaak of iemand die zich
opoffert voor zijn gezin.Uiteindelijk
verkopen we allemaal onze ziel aan iets.Ik vind het alleen griezelig om alles op één paard in te zetten.Als het wegvalt, ben je ineens alles kwijt.
Mario Vargas Llosa over de werkelijkheid als startbaan
Mario Vargas
Llosa in
gesprek met Ine Roox
De werkelijkheid is een vertrekpunt
voor mijn romans, er moet mij iets overkomen voor ik mijn pen ter hand neem en
begin te schrijven.Daarna voeg ik er
mijn verbeelding aan toe.Mijn politieke
mening verwoord ik in essays, artikels en vrije tribunes.
Schrijven is voor een groot stuk
spelen. Dictatortje spelen.Je perst
verschillende identiteiten bij elkaar en jij houdt de touwtjes in handen. Jij
bent de baas.Je moet dat ook zijn.Anders wordt het een versplinterd
geheel.Het gevolg is dat je tijdens het
schrijfproces voortdurend zwalpt tussen de complete euforie en de al even
complete wanhoop. ( )
Voorlezen is soms een goede graadmeter.
Terwijl ik achter een microfoon sta, wil ik met mijn potlood aan de slag om
zinnen te doorstrepen en te veranderen.Ik lees in dit stadium ook hardop achter mijn computer.Het geeft een andere kijk.Je wordt voor een stuk de lezer, de derde
persoon.
( )
De werkelijkheid is een grote bouwdoos
voor mij.Ik pik eruit wat ik kan
gebruiken.Dus naast parasiet ben ik ook
nog vampier.
Michaïl Sjisjkin over de familieverhalen als inspiratiebron
Michaïl Sjisjkin
in
gesprek met Maria Vlaar
Eigenlijk verzin ik niets maar haal
alles uit de familieverhalen van mijn ouders, mijn vrouwen, mijn kinderen. ( )
Een boek is een eigen universum. Een
schrijver tilt de belangrijke dingen uit de tijd en brengt ze over naar een
andere waarachtige tijd.Waar de dood
niet bestaat.Dat kan alleen de kunst.De lezer of de luisteraar, als het om muziek
gaat, wordt zelf ook een beetje onsterfelijk.
( )
Ik probeer een nieuwe taal te scheppen,
die ingaat tegen de kamptaal, de gevangenistaal die vandaag de dag normaal is
in Rusland.Als een ark van Noach vaart
de taal van de literatuur daartegenin.
Concentratie is voor mij een vorm van
geluk.Soms voelt het als schrijver ook
letterlijk alsof je cadeautjes krijgt in je hoofd.Dan staat er plots iets op papier en denk je:
kijk nou eens!
Schrijven is niet zoals koken, het is
niet dat je een recept neemt, alles in een kookpot werpt en roeren maar Natuurlijk volg je onbewust patronen en speel
je met clichés.
Nathan Englander over de kracht van intimiteit in fictie
Intimiteit is voor mij het sleutelwoord
wanneer je het over fictie hebt.De
afstand tussen lezer en personage wordt uitgegomd en in de beste verhalen zit
je in de hoofden van de personages.Voor
mij was het lange tijd niet vanzelfsprekend om rauwe emoties op papier te
zetten.
( )
Lezers verdienen respect en hoeven niet
alles op een dienblaadje aangereikt te krijgen.Ze kunnen zelf hun conclusies trekken of oordelen dat conclusies trekken
onmogelijk is.
Javier Marias over het ontegensprekelijke van fictie
Het literaire denken heeft een paar
dingen voor op de andere manieren van denken.Het grote voordeel is ongetwijfeld dat je jezelf mag tegenspreken.Je hoeft ook geen redenering te volgen, zoals
een filosoof.En af en toe krijg je een
briljante ingeving, zodat de lezer denkt: wat is dat goed gezien.Dat heb je niet in romans die alleen een
verhaal vertellen.
( )
Misschien is dat een van de redenen dat
er fictie bestaat, omdat we er soms behoefte aan hebben dat iets van naaldje
tot draadje wordt verteld.In een
verzonnen verhaal beslist de auteur dat iets zo gegaan is en niet anders.Fictie is het enige wat niet aan tegenspraak
onderhevig is.
Haruki Murakami over lichamelijk en geestelijk sterk zijn
Als je drie jaar lang elke dag
schrijft, dan ben je sterk.Natuurlijk
moet je geestelijk ook sterk zijn.Maar
in de eerste plaats moet je fysieke kracht hebben.Dat is heel belangrijk.Lichamelijk en geestelijk moet je sterk zijn.
( )
Ik daal af naar mijn
onderbewustzijn.Ik moet die chaos
aanboren. Maar de verplaatsing daarheen en weer terug is routine.Telkens als ik zeg dat je praktisch moet zijn
om een roman te kunnen schrijven, raken mensen verveeld.Het stelt hen teleur.
Jens Christian Gröndahl over de ware beweging van literatuur
Om de realiteit te zien, om weer te
geven hoe het was om mens te zijn op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd,
dat was al meer dan genoeg, en dat is het nog steeds.Dat is de ware beweging van de literatuur.Om aan mijn eigen zelf te ontsnappen en me de
ander voor te stellen, de ander die me vreemd is, met alle gevoelige nuances
van intimiteit en om dan verder te gaan, tot ik ontdek dat ook ik die ander
ben, zowel in het leven als in de stilte van mijn ontmoeting met de onzichtbare
lezer.
Dat vind ik net het terrein van de
poëzie, dat er dingen gezegd worden waarvan je denkt: Ik kan dat rationeel
niet vatten, en toch weet ik dat het juist is. Het gaat wellicht om zaken die
vanuit het onderbewustzijn komen die zo troebel zijn dat je ze alleen kunt
vatten in een poëtisch beeld
( )
Als je bang bent voor wat de mensen
over je gaan denken, moet je niet schrijven.
( )
Poëzie kan de wereld niet veranderen,
maar kan wel het bewustzijn van mensen voeden.
Rafik Schami over een overweldigend aantal personages
De enige met wie ik rekening houd, zijn
mijn personages. ( ) En ze zijn ook talrijk, ook in Het geheim van de kalligraaf.Een nadeel, volgens sommige critici, niet in
het minst omdat ze vreemde namen hebben.
( ) Gewoon verder lezen, en alles wat
niet blijft hangen achter ons laten.
Ik zou poëzie en werkelijkheid
eigenlijk niet zo tegenover elkaar willen stellen.Ik probeer ze niet te scheiden, poëzie en
werkelijkheid moeten hand in hand gaan. (...) Je moet teksten tijd geven om te
rijpen.Hun kwaliteiten zijn niet meteen
zichtbaar.Geef ze geduld.Waarheid is een soort contract met de
lezer.Spontaneïteit is allemaal goed en
wel, maar zo vind je niet altijd de weg naar de waarheid. ( ) Je bent nooit
klaar met poëzie.
Ikverzamel zinnen, zo werk ik.Gelukkig
zijn we machteloosstond op de gigantische lijst van zinnen
waaruit het boek gestalte krijgt.Na een
oerknal waarbij de woorden in wanorde op papier staan, is het aan mij om alles
structuur en inhoud te geven.Ook voor
mijn volgende roman ben ik al begonnen met een collectie van zinnen.Als ze met genoeg zijn, laten we zeggen
30.000 woorden, kan het boek geboren worden.
Ik zie schrijvers als wezens met
antennes.Ze ontvangen signalen,
geluiden en lawaai. De ideale schrijver filtert de tekst uit het lawaai dat er
overal is.Eigenlijk gingen schrijvers
altijd al zo te werk.Kijk maar naar
Shakespeare, die samplede uit de teksten van Ovidius, Petrarca en Lucretius. Hij is een prachtig voorbeeld van een
schrijver met antennes.
Ik zie mezelf als een creature of books: ik maak boeken en
boeken maken mij. ( )
Zelfs de romantische verhalen die ik
schreef, gaan in wezen over moeder en kind. Ik vind het verbijsterend dat ik nu
pas doorheb waarmee ik al die tijd bezig was.
Dit boek (VADER, nvdr) is niet het
verhaal van mijn leven, maar van een existentiële zoektocht naar
betekenis.Wie in die richting gaat,
passeert religie, mystiek, alles dat buiten de taal ligt.Dat ik daar in literatuur kan naar zoeken, is
een van de redenen waarom ik schrijf.
Ik geloof dat er geen groter geschenk
is dan dit: als auteur dood te zijn voor je personages, zelfs tijdens het
schrijfproces; niet meer te zijn dan een kanaal waardoor ze zichtbaar worden
voor de wereld, hun stemmen worden gehoord, hun verhalen worden toegevoegd aan
andere verhalen.
Allejandro Zambra over het nut van het nutteloze van schrijven
Schrijven is zoeken zonder precies te
weten wat je zoekt.Het is een manier om
ergens te wortelen, een eigen plek te vinden.Het is op drift zijn zonder goed te weten waar je staat.En het is ook iets kunstmatig, net als een
bonsai, die je snoeit in een poging om schoonheid te vinden.Tegelijk is het een verdediging van het
nutteloze, van alles wat geen praktisch nut heeft.