Haruki Murakami over lichamelijk en geestelijk sterk zijn
Als je drie jaar lang elke dag
schrijft, dan ben je sterk.Natuurlijk
moet je geestelijk ook sterk zijn.Maar
in de eerste plaats moet je fysieke kracht hebben.Dat is heel belangrijk.Lichamelijk en geestelijk moet je sterk zijn.
( )
Ik daal af naar mijn
onderbewustzijn.Ik moet die chaos
aanboren. Maar de verplaatsing daarheen en weer terug is routine.Telkens als ik zeg dat je praktisch moet zijn
om een roman te kunnen schrijven, raken mensen verveeld.Het stelt hen teleur.
Jens Christian Gröndahl over de ware beweging van literatuur
Om de realiteit te zien, om weer te
geven hoe het was om mens te zijn op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd,
dat was al meer dan genoeg, en dat is het nog steeds.Dat is de ware beweging van de literatuur.Om aan mijn eigen zelf te ontsnappen en me de
ander voor te stellen, de ander die me vreemd is, met alle gevoelige nuances
van intimiteit en om dan verder te gaan, tot ik ontdek dat ook ik die ander
ben, zowel in het leven als in de stilte van mijn ontmoeting met de onzichtbare
lezer.
Dat vind ik net het terrein van de
poëzie, dat er dingen gezegd worden waarvan je denkt: Ik kan dat rationeel
niet vatten, en toch weet ik dat het juist is. Het gaat wellicht om zaken die
vanuit het onderbewustzijn komen die zo troebel zijn dat je ze alleen kunt
vatten in een poëtisch beeld
( )
Als je bang bent voor wat de mensen
over je gaan denken, moet je niet schrijven.
( )
Poëzie kan de wereld niet veranderen,
maar kan wel het bewustzijn van mensen voeden.
Rafik Schami over een overweldigend aantal personages
De enige met wie ik rekening houd, zijn
mijn personages. ( ) En ze zijn ook talrijk, ook in Het geheim van de kalligraaf.Een nadeel, volgens sommige critici, niet in
het minst omdat ze vreemde namen hebben.
( ) Gewoon verder lezen, en alles wat
niet blijft hangen achter ons laten.
Ik zou poëzie en werkelijkheid
eigenlijk niet zo tegenover elkaar willen stellen.Ik probeer ze niet te scheiden, poëzie en
werkelijkheid moeten hand in hand gaan. (...) Je moet teksten tijd geven om te
rijpen.Hun kwaliteiten zijn niet meteen
zichtbaar.Geef ze geduld.Waarheid is een soort contract met de
lezer.Spontaneïteit is allemaal goed en
wel, maar zo vind je niet altijd de weg naar de waarheid. ( ) Je bent nooit
klaar met poëzie.
Ikverzamel zinnen, zo werk ik.Gelukkig
zijn we machteloosstond op de gigantische lijst van zinnen
waaruit het boek gestalte krijgt.Na een
oerknal waarbij de woorden in wanorde op papier staan, is het aan mij om alles
structuur en inhoud te geven.Ook voor
mijn volgende roman ben ik al begonnen met een collectie van zinnen.Als ze met genoeg zijn, laten we zeggen
30.000 woorden, kan het boek geboren worden.
Ik zie schrijvers als wezens met
antennes.Ze ontvangen signalen,
geluiden en lawaai. De ideale schrijver filtert de tekst uit het lawaai dat er
overal is.Eigenlijk gingen schrijvers
altijd al zo te werk.Kijk maar naar
Shakespeare, die samplede uit de teksten van Ovidius, Petrarca en Lucretius. Hij is een prachtig voorbeeld van een
schrijver met antennes.
Ik zie mezelf als een creature of books: ik maak boeken en
boeken maken mij. ( )
Zelfs de romantische verhalen die ik
schreef, gaan in wezen over moeder en kind. Ik vind het verbijsterend dat ik nu
pas doorheb waarmee ik al die tijd bezig was.
Dit boek (VADER, nvdr) is niet het
verhaal van mijn leven, maar van een existentiële zoektocht naar
betekenis.Wie in die richting gaat,
passeert religie, mystiek, alles dat buiten de taal ligt.Dat ik daar in literatuur kan naar zoeken, is
een van de redenen waarom ik schrijf.
Ik geloof dat er geen groter geschenk
is dan dit: als auteur dood te zijn voor je personages, zelfs tijdens het
schrijfproces; niet meer te zijn dan een kanaal waardoor ze zichtbaar worden
voor de wereld, hun stemmen worden gehoord, hun verhalen worden toegevoegd aan
andere verhalen.
Allejandro Zambra over het nut van het nutteloze van schrijven
Schrijven is zoeken zonder precies te
weten wat je zoekt.Het is een manier om
ergens te wortelen, een eigen plek te vinden.Het is op drift zijn zonder goed te weten waar je staat.En het is ook iets kunstmatig, net als een
bonsai, die je snoeit in een poging om schoonheid te vinden.Tegelijk is het een verdediging van het
nutteloze, van alles wat geen praktisch nut heeft.
het moet compact zijn, je mag het niet te veel willen uitleggen.( ) Discipline heb je nodig om elke dag achter je schrijftafel te gaan zitten. Je kan ervan genieten natuurlijk, als je een stuk in de vingers hebt, of als je de juiste woorden vindt.Als iets goed lukt, dan ben je tevreden en blij, maar het is toch vooral hard werken.
( )
Ik schrijf gedichten toch vooral voor mezelf.Het zijn niet echt gedichten met een boodschap, bedoeld om de mensen iets bij te brengen.Dat zou al te vermetel zijn.
Ayelet Waldman over het inspirerende van haar eigen familie
Ik kijk naar mensen en ik zoek vrienden
op met sterke verhalen.Meer nog, ik ga
zelfs op zoek naar drama in eigen leven, al geef ik dat niet graag toe.Ik ben een stroper in eigen huis.Het is traumatiserend voor mijn familie dat
ik hen gebruik in mijn werk.Gelukkig
herkennen mensen zich niet altijd in mijn schrijfsels.
( )
Je hebt van die schrijvers die
rondbazuinen dat ze geen fictie lezen omdat ze hun stijl niet besmet willen
zien.Wel, dat zijn nu net de schrijvers
van wie ik denk: God, ik wou dat ze zich hadden laten besmetten.
Uiteraard hoop ik dat ik in mijn werk
het leven heb bezongen, want aan de basis van het schrijven ligt de
emotie.Je ontdekt en ontmoet, je hoort
en je ziet en het is die emotie, de geladenheid en de euforie van het leven die
in een kelkje samenkomen.Dat kelkje is
het boek. ( )
Door de zaken anders te zeggen, ga je
ze ook écht anders zien.
Geen saaie personages voor mij, maar
complexe figuren die niet altijd weten waarom ze de dingen doen die ze doen en
waarvan ook ik soms niet helemaal doorheb hoe ze in mekaar zitten.Ook voor mij blijven ze vaak ten dele
mysterieus.Ik schrijf het verhaal en
bedenk hun ervaringen, maar ik ben niet God de Vader die alles stuurt.Soms sturen zij mij of duiken er dingen op
die ik niet voorzien had, maar die perfect passen binnen het personage of de
thematiek.Dat zijn de echte cadeaus
voor een schrijver.
Tot mijn veertigste had ik het erg
moeilijk.Ik vond niet dat ik een plek
op aarde verdiende.De droefenis die ik
heb doorstaan, was enorm.Het
schrijverschap heeft me geholpen, heeft me zelfvertrouwen gegeven.
Ik evoceer een wereld die in tijd en
plaats overlapt met mijn leven, maar ik schrijf niet over mezelf.
( )
Voor mij bevat een goede roman
personages, essayistische passages, memoires, geschiedenis. Onze eigen levens
bestaan toch ook uit flarden van dit en van dat? We lezen, praten, vangen
woorden op. Ik vind mijn aanpak realistischer dan die van schrijvers van
realistische romans.Het echte leven zit
vol gebeurtenissen, maar de plot van een roman zie ik als een theocratisch
vertelstandpunt.De plot is als de
godheid die neerkijkt op de personages en met hun levens speelt.Hij zorgt dat alles klopt.Ik pas voor een dergelijke machinerie.
Jean-Philippe Toussaint over beelden, energie, gevoeligheid
Jean-Philippe
Tousssaint in
gesprek met Marijke Arijs
De vraag is dan ook wat een boek
boeiend maakt. Dat kan humor zijn, of schoonheid en poëzie¸maar wat me de
laatste tijd vooral interesseert, is energie. De lezer moet de energie voelen
die in het boek zit. Daar is beweging voor nodig.Ik probeer energie en tijd te creëren. En
emotie.
( )
Als we dromen, komen er beelden op die
nauw verbonden zijn met onze intimiteit, onze gevoeligheden, onze
herinneringen.De lezer eigent zich de
beelden die ik creëer toe en verrijkt ze met zijn eigen herinneringen en
emoties. Voor mij is een geslaagd boek een blok marmer waarin de lezer al zijn
gevoeligheid, intelligentie en energie kan stoppen. Die mix bepaalt of de roman
geslaagd is.
Je hebt het recht om een lezer te laten schrikken, hem tegen de haren in te strijken, hem aan het denken te zetten of een reactie bij hem uit te lokken; het kan natuurlijk ook zijn dat je hem onverschillig laat, dat je aan hem voorbijgaat, dat je hem niet bereikt of hij jou niet.Maar je moet hem nooit in de war brengen, dat recht heb je niet; het mag inderdaad nooit zo zijn dat hij niet meer weet waar hij aan toe is, op welke weg, zelfs als hij niet weet waar die weg hem heen leidt.