Laathi's Noorwegen en Spitsbergen reisverhaal
Een cruise langs de fjorden van Noorwegen tot Spitsbergen. Wie wil meegenieten van 't lief en leed (ja, reizen is ook altijd een beetje lijden...) klikt op de hoofdstukken in de linkerkolom. Veel plezier!

Foto

www.laathi.be

15 Dagen...
15 Hoofdstukken...
  • Voorwoord.
  • 1. Het oprukken van de lemmingen.
  • 2. De 12 Kringen van de Hel van Dante.
  • 3. Van onze drijvende stad naar alweer een grote stad...
  • 4. Een zeldzaam Zen-moment.
  • 5. Boot Babylon.
  • 6. Heen en weer, heen en weer...
  • 7. Rust roest. Zeker op een boot.
  • 8. Een omgekeerde striptease in een decor van wolken met zilveren randjes.
  • 9. Van chaos naar chaos.
  • 10. Een drijvende stad met een Italiaans schepencollege.
  • 11. Terug onder de mensen.
  • 12. Een dag boordevol uitdagende sporten en entertainment!
  • 13. Bergen als neergestreken vlinders.
  • 14. O wee, die naweeën.
  • 15. Ook gij Brutus?
  • Mijn andere sites
  • Laathi
  • Mijn Jeugdverhalen
  • Reisverhaal Egypte
  • Reisverhaal Thaise eilanden
  • Reisverhaal Van Bangkok tot Chiang Mai
  • Mijn poezenblog
  • Mijn macro foto's
  • Irma's blog
  • Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    14-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5. Boot Babylon.

    Dinsdag, 14 juli 2009.

    Costa Luminosa, op zee.

     

    5. Boot Babylon.





    Voilà, en zo zit een nachtmens hier midden-in-de-nacht van de middernachtszon te genieten....



    ... en een paar uur later wordt zo'n nachtmens dan met nog grotere wallen onder zijn ogen wakker...

     

    Vandaag konden we genieten van een welkome rustdag. Die begon met een ontbijt in ’t Samsara restaurant. ’t Was de eerste keer dat we er rustig de tijd voor namen om eens in ons eigen sjiek restaurant te gaan ontbijten en dat was zalig! Die rust! Niet tussen hopen mensen aan een buffet moeten aanschuiven maar van de menu kunnen kiezen en aan tafel bediend worden. Een mens zou er elke dag de tijd voor moeten kunnen nemen. Vervolgens in de zon op ons terrasje zitten schrijven. Dat terras heeft veel geld gekost maar dat rendeert tenminste onverwacht goed. Het heeft een ruim uitzicht omdat de borstwering uit plexiglas bestaat en het heeft knusse tegen de wind beschutte hoekjes. Soms in een dikke trui, soms gehuld in een dekentje, voetjes op de tafel, Pandora op schoot en typen maar. Zalige momenten… Of beter gezegd : zalige halve nachten.

     

    Tegen de middag kregen we onze duo-massage die in ons “Samsara-pakket” inbegrepen is en ook dat was best geestig. Eerst een energetische voetwassing met keien. Wat mensen toch allemaal uitvinden om u voor de gek te houden… Fascinerend… Daarna tegelijk gemasseerd worden, binnen ’t kwartier hoorde ik Paul zachtjes snurken. Op ’t einde legden ze onze handen in mekaar (ik was zo groggy dat ik niet besefte dat ik Paul zijn hand vast had en ik me serieus zat af te vragen waarom die masseur nu mijn hand begon te strelen) plots weerklonk er een zacht een gong (ik vreesde al dat ik terug een muziekwinkel had), vervolgens werden langzaam onze ogen van hun maskertjes ontdaan en waren we terug welkom in de echte wereld.

    En écht was hij. De massage was dan wel gratis maar nu kregen we de te verwachten verkoopspraatjes. Onze oude lijven bleken met de minuut in slechtere staat te verkeren en hadden dringend behoefte aan een eindeloze rij producten. Kortom we hadden allebei ’t gevoel of we ter plekke gingen desintegreren als we niet  dringend gingen ingrijpen. Uiteindelijk hebben we er toch maar voor gekozen om onze portemonnee niet te laten desintegreren en hun hun wonderlijke smeersels op basis van algen en meer hocus pocus te laten houden. Hun glimlach was plots nog iets plastieker dan voorheen.

     

    Nog even onze gammele lijven laten nagenieten op ons terrasje en dan opnieuw de Samsara opgezocht voor een uitgebreid middagmaal. Als de lijven dan toch aftakelen kunt ge er ondertussen maar best van genieten ze nog rap met lekkere dingen vol te proppen vind ik.



    De rust in het Samsara-restaurant.

    Tijdens ’t eten passeerden we de Lofoten eilanden.  Kortom een maaltijd die een lust voor mond en oog was. Alhoewel voor mond… Ik vroeg tandenstokers en ze beweerden dat niet te bezitten. Eerst dachten we nog dat ze ons niet begrepen - een heel gewoon euvel hier in Boot Babylon, waar iedereen alle talen door mekaar spreekt, zowel personeel als gasten. Maar nee, ze wisten best wat we vroegen maar bezaten het niet. Ongelofelijk. Zelfs in de goedkoopste frituur zoudt ge nog een tandenstoker kunnen krijgen en hier niet?! Zouden dan al hun gasten al aan valse gebitten toe zijn? Dus als ik ’t goed begrijp zijn wij de enige met goede tanden maar met aftakelende lijven? Moet kunnen.



    De passage van de Lofoten...


     

    Na de maaltijd liepen we terug naar huis door een van de eindeloze buffetrestaurants en plots kwamen we terecht in een stoet van gehaaste senioren die ineens allemaal verdacht mobiel waren ondanks hun hulpmiddelen. Alweer een kudde lemmingen vastberaden op weg naar een onbestemd doel. Tot we zagen wat het doel was… Er was net een buffet met taartpunten, gebakjes en andere zoetigheden geopend! Iedereen had duidelijk op wacht gestaan om toe te slaan. Voornamelijk onze gepensioneerde noorderburen schenen hier op gefocust te zijn. ’t Grappige was wel dat ze bij elke soort taart eerst aan de kelner vroegen of de lekkernij toch zéker zónder suiker was bereid. Mensen zijn vreemde wezens. Overbodig te zeggen dat we op deze manier dan zelf ook per ongeluk aan ons vierde dessert van de dag geraakt zijn… Het lijf is toch om zeep, dus…



    De snelbuffet-restaurants na de taart-rush.


     

    In de brievenbus van onze kajuit stak een “Poolcirkel-diploma”. Echt een ding om in te lijsten en boven uw bed te hangen… Ge moest er zelfs nog uw eigen naam op invullen…

    Maar het laat je wel even nadenken, we gaan binnenkort toch wel vrij dicht bij de Noordpool terechtkomen. Vandaag begint trouwens de middernachtzon. We zullen de eerstvolgende vier dagen de zon niet meer zien ondergaan, maar dat neemt niet weg dat ze wel achter de wolken kan verdwijnen. Maar donker wordt het niet meer. Benieuwd wat dat fenomeen nu weer met de resten van mijn gammele lijf gaat aanvangen.




     

    De rest van de dag doorgebracht met zitten schrijven en ondertussen fijn afgetekende wolkskes als Japanse pentekeningen bewonderd. De zichten zijn prachtig, zelfs al is ’t soms niet meer dan water en wolken. Mijn batterij leeg getypt - als ik Pandorake ingeplugd laat dan blíjf ik gewoon schrijven. Ik ken mezelf - daarna nog een beetje gaan sauna-sudderen en vervolgens alweer het aftakelende lijf van wat extra cholesterol gaan voorzien.




    Deel 2. : Gezocht, dringend! : Ssssssssssttilte.

    Na het diner lang met de manager van ons restaurantpersoneel gepraat, een man uit Honduras. Hij werkt al meer dan 20 jaar voor Costa Cruises en is heel gelukkig met zijn werk. Zeker op dit gloednieuwe schip wordt het personeel goed verzorgd. Iedereen, naargelang zijn rang, heeft een kajuit voor 1 of 2 personen, gedaan dus met de ellendige hokslaapzalen van vroeger. Elke kajuit beschikt over een TV, DVD, douche en ijskastje. Het personeel heeft een eigen bar en voor sommige feestjes mogen ze zelfs de discotheek een avond “afhuren” zodat hij niet toegankelijk is voor de cruise-gasten.



    De discotheek.

    Je ziet ook aan de mensen dat ze met plezier werken en voor de gasten is ’t zoveel fijner te weten dat het personeel niet als slaafjes behandeld wordt. ’t Blijft natuurlijk wel hard werken. Tien uur per dag, zeven dagen per week. Acht maanden en dan twee maanden vakantie. En ze moeten àlles kunnen en willen. Ook een kelner moet op de eerste dag van de cruise de nieuw aankomende passagiers rondleiden. Wie fotograaf is aan boord moet ’s avonds mee op de scène staan huppelen in een show. De predikant is verplicht om de bingo in goede banren te leiden. En weigeren is er bij al die klusjes niet bij, en heus niet elk jobke is even leuk. Loop hier maar eens een hele avond als ijsbeer verkleed door die boot… Of als Spaanse danseres… Of als monsterke… terwijl ge al heel de middag de kidsclub geleid hebt. En geef ’s avonds maar tangoles als ge al heel de dag mensen gemasseerd hebt. ’t Moet dan nog allemaal met de glimlach gebeuren ook. ’t Zou niks voor mij zijn.

    De enige momenten dat ze eens een extra paar uurtjes voor zichzelf kunnen inpikken zijn er op dagen dat de meeste mensen op excursie zijn. Als de boot voor driekwart leeg is, is er ook veel minder keuken- en zaalpersoneel nodig en kunnen die mensen ook eens van boord gaan voor wat ontspanning.



    Ocharme... op de Franse Nationale feestdag moest het animatieteam er zo bijlopen...



    ... maar 't kan nog altijd erger...

     

    We kwamen ook te weten wat er met de tandenstokers gebeurd is. Ze zijn verboden “wegens sanitaire redenen”. De man vertelde dat er tegenwoordig heel veel onzin aan ’t gebeuren is met wetjes en reglementjes. Alles is ook een stuk minder soepel geworden sinds de aanslag op de Twin Towers. Elke afdeling van de boot heeft nu zijn eigen code en sleutel en alleen ’t personeel dat in die bepaalde afdeling werkt kan daar binnen gaan. Vroeger konden passagiers gewoon vragen om de brug eens te mogen bezoeken en nu kan dat niet meer. Zelfs de maître d’ hotel heeft de brug van dit nieuwe schip nog niet eens bezocht.

    Telkens we aan land gaan zijn er ook uitgebreide veiligheidscontroles. Niet alleen onze cruisekaart wordt een eerste maal op ’t land door een officier gecontroleert, ook aan boord wordt ze nog eens door de computer gehaald en worden onze gezichten vergeleken met wat er op ’t scherm verschijnt. Zelfs al onze tassen en camera’s moeten keer op keer door een scanner.

     

    Tijdens ons gesprek hoorden we weer aan drie kanten tegelijk verschillende muziek weerklinken. In het Samsara restaurant speelt een zacht achtergrondmuziekje, maar in de taverne aan de overkant zit ofwel een saxofonist of een pianist vol gas te geven. Aan de achterdeur van ’t restaurant bevindt zich de nachtclub waar de kleine kindjes van 5 tot 12 mee zitten te brullen met Pink Floyd en stond de P.A. keihard. We zijn eens gaan kijken wat ze met die kinderen aanvingen en dat vond ik echt niet kunnen. Ze zaten daar ocharme om elf uur ’s avonds met zijn twintig op de grond op de dansvloer samen met enkele animatoren, er was echt geen microfoon nodig voor zo’n klein groepke, en toch werd die gebruikt en stond de geluidsinstallatie op een enorm hoog volume. Telkens de animatrice een zin gezegd had drukte ze op een knop en speelde er automatisch een applausbandje zodat de kindjes spontaan mee in hun handjes klapten. Zo fake allemaal. Maar ’t ergste… die prille oortjes worden op die manier toch zo nodeloos beschadigd.



    De kindjes in 't gedreun van de "disco from hell".
    De verklede volwassen pierewieten zijn onderdeel van 't animatieteam.


    En overal, op elk publiek dek kom je van de ene lawaaibron in de andere terecht. Van violisten die staan te jammeren in de sigarenbar, tot orkesten met ballroommuziek, over disco’s die de vissen onder de boot mee laten dreunen. In totaal zijn er 12 bars en consoorten. Het lijkt wel spitsroeden lopen op de vier publieke dekken. Gelukkig dat er in de boeg waar wij slapen niets van te horen is. We wonen vlak bij de brug en bij de slaapkamers van de officieren en ik denk dat zij ook niet zo op al die heisa gesteld zijn.

     

    Tegen middernacht - je bent alle besef van tijd kwijt omdat het zo licht is - wilden we proberen te mailen boven in de zwembadhal maar daar was ’t lawaai zo mogelijk nog erger, daar worden idiote spelletjes georganiseerd voor volwassenen en de muziek, of wat er voor moet doorgaan, weerkaatst tegen al het glas. Het geeft een vreselijke kakafonie omdat ondertussen ook nog de muziek van het reuze tv-scherm opstaat.

    Ik begrijp waarom de middernachtzon zich verstopt achter wolken. Ik heb ook zin om doppen in mijn oren te steken.



    Alweer een stil hoekje dat teloor gaat aan 't gebrul van 't animatieteam...
    Een hoop herrie voor amper 40 luisterende oren,
    die 't meestal dan nog na 5 minuten afbollen ook...


    Het mailen mislukte jammerlijk, na een half uur ingelogd te zijn was er nog altijd niks verstuurd geraakt. Overbodig te vermelden dat, hoewel ge geen contact krijgt, uw gekochte minuten wel gewoon doorlopen. Op vakantie kunnen computers me nog razender maken dan thuis.



    "Angst" of beter bekend als "De Schreeuw". Het beroemde schilderij van de Noorse schilder Edvard Munch.
    Er wordt altijd beweerd dat ge de reling van een brug ziet.
    Maar ik weet wel beter. Die sukkelaar zat op een cruiseboot.
    Ik heb tijdens deze reis al dikwijls aan dat ventje zijn wanhoopskreet moeten denken...




    En ik krijg op deze krankzinnige cruise ook hoe langer hoe meer
    ervaring in 't uitbeelden van 't manneke.


    Meer zichten van de prachtige natuur vanop de boot gezien op het album van dag 5 :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen5OpZee?authkey=Gv1sRgCInpvLOKt5DxtAE#





    15-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6. Heen en weer, heen en weer...

    Woensdag, 15 juli 2009.
    Costa Luminosa, Honningsvag

    6. "Heen en weer, heen en weer"... ik hoor 't Drs. P. al zingen.



    Het fameuze "Noordpoolcirkeloverschrijdingscertificaat".
    Een máchtig woord om in Scrabble veel punten op te laten brengen.




    Zicht op een nevelig Honnigsvag.



    Bij ’t ontwaken lagen we al verankerd op enkele honderden meters voor een zeer mistig Honningsvag. Het zien van al die wolken op de toppen maakte het al direct duidelijk dat we er niks aan zouden missen dat we die uitstap naar de Noordkaap niet geboekt hadden. Rustig ontbeten. Wel een gek gevoel om exotische ananas te zitten eten terwijl ge in de poolcirkel rondvaart.



    En als wij zo benepen in een tenderke naar land moeten varen...



    ... dan moeten mijn fotomodellen ook niet reclameren
    dat het hoe langer hoe drukker in de fototas wordt.
    Die nieuwe kleine laptop maakt hun huisvesting nu wel extra krap.


    ’s Ochtends toch nog eens gaan vragen of er nu écht geen annulaties waren voor de excursie naar het vogelreservaat gecombineerd met het bezoek aan de Lappen-nederzetting en hun rendierkudde, maar er was helaas geen plaats vrijgekomen.
    Dus namen we maar de tender en gingen zelf aan land op zoek naar een taxi.
    Waar ze deze keer aan boord alvast niet over gelogen hadden was ’t feit dat er geen taxi’s beschikbaar zouden zijn. Logisch wel, het dorpje heeft er maar 7 en er lagen vandaag vier grote cruiseschepen… Het afgelegen dorpje heeft ook geen behoefte aan meer taxi’s want anders staan ze hier in de lange, lange winter toch maar werkloos.





    Toch niet meer normaal eigenlijk...
    Een walvis zou er bang van krijgen...

    Het taxikantoortje was open, knus en gezellig, maar er was geen mens te bekennen. We zijn dan maar eerst onze mail gaan versturen in een souvenierwinkeltje annex internetcafé. Vannacht aan boord was ik snipzenuwachtig geworden omdat het inloggen maar niet wou lukken. Ellendige internetverbindingen op reis maken nu eenmaal het slechtste in mij wakker. Dus deze keer liet ik Paul ergens in een gang tussen de voorraaddozen van die winkel zijn ding doen en ging ik ondertussen op zoek naar een rendier op berenformaat.
    Al sinds Bergen ben ik er naar op zoek maar ’t is geen makkelijke bevalling. Hij moet even groot zijn als mijn berenfamilie, armen en benen plooibaar, zijn ogen moeten groot en duidelijk zichtbaar zijn en zijn neus mag niet te pront naar voren steken, anders is het een rampzalig fotomodel om samen met de beren te gebruiken. Aangezien ik nu toch een half uur de tijd had kon ik “Expeditie Pluchen Rendier” rustig verder zetten.



    Paul in zijn geïmproviseerd internetkantoortje.
    Héél blij dat hij zijn queeste in alle rust zonder mij kon trachten te volbrengen.

    Ik vond de goeie maat van rendiertje en kon beginnen tussen een 80-tal identieke exemplaren de meest geschikte uit te zoeken. Eéntje met een niet te breed gewei - wegens te moeilijk op foto’s naast een beer - met even lange poten als de beren, maar zonder scheve voeten dat hij makkelijk zou blijven staan... Kortom ik denk dat ze in die winkel nog nooit een volwassen mens met zoveel aandacht - gedurende 20 minuten uit een mand met 80 pluchen rendiertjes, van 13cm hoog aan 9 euro ‘t stuk - hebben weten zoeken en vergelijken. Maar uiteindelijk heb ik toch mijn trofee, en ondertussen Paul onze mail, binnengehaald.

    Ik was oprecht blij met mijn nieuwe aanwinst, want als we dan die twee dagen in Spitsbergen waarschijnlijk toch verplicht aan boord moeten blijven heb ik weer een nieuw personage om verhalen rond te schrijven. Gelukkig had ik van thuis al een beertje meegebracht dat met wat goede wil op een "gecultiveerde ijsbeer" lijkt. Nu is mijn setje kompleet. Nu heb ik zogezegd twee Noren bij in mijn familie. Ik ga ze “Haken” en “Ogen” noemen, alleen weet ik nog niet met welke schrijfwijze ik dat ga waarmaken. Op mijn typmachien staan geen kleine bolletjes en letters met schuine strepen door die zo typisch zijn voor de Noorse taal. Maar dat los ik wel op. Een gezellige uitdaging meer.



    Bijna had ik zo'n vel gekocht van de grote kou...
    Maar ja, loop daar nu rond met zo'n rendierhuid rond uw lijf...
    Met een fototas vol pluchen beren tot daaraan toe...
    maar als holbewoner in zo'n vel gewikkeld?...




    Nog een mens die ,aan zijn verkrampte blik te oordelen, zo'n pelske wel zat te overwegen...

    Terug naar dat taxihuisje gelopen maar daar was ’t nog altijd niet mogelijk een wagen te reserveren. Bibberend van de kou – deze keer was ik zonder muts, handschoenen en sjaal op pad omdat het 5° ging zijn en ’t vanmorgen op ons terrasje helemaal niet zo koud leek – en van pure ellende maar terug de tender naar het schip genomen om nogmaals te proberen mee op excursie te kunnen. Snel iets gaan eten en gewacht of er niemand zijn boeking afzegde. We hadden pech, iedereen daagde op, dus hadden we daar weer een half uur voor niets zitten wachten… Maar zo rap geven we niet op, we worden weliswaar slecht gezind - ik maar sakkeren dat een cruise uit niks anders dan wachten, stressen en rennen bestaat, tussen hopen volk dan ook nog, niet direkt mijn favoriete diersoort - maar we blijven er voor gaan.
    Mijn wensen waren al wel flink ingekrompen want ondertussen hadden we van mensen die al terug gekomen waren van de Noordkaap gehoord dat de zichtbaarheid vandaag nihil was geweest, dus mijn enige streefdoel was nog om enkele Lappen met rendieren te zien.



    In de buik van 't schip onderweg naar 't dek van de tenders.
    Weer hoog tijd om een "Munch-kreetje" te slaken.


    Dus wurmden we ons alweer een weg door de doolhof van het schip, tussen kudde’s dik ingepakte mensen (die ofwel aankwamen en nat en verkleumd waren, ofwel vertrekkers die met angstige ogen vanonder hun mutsen naar al dat verwaaid volk keken) naar de verdieping waar ge op de tenders kunt stappen, en vaarden we terug naar ’t dorp. Deze keer was ik aangepelsd als een eskimo. Evenzo mijn berenfamilie, zelfs voor Ogen had ik een warm wollen broekske in mijn berenvoorraad-kledingsdoos gevonden want die droeg toen ik hem vanochtend kocht enkel een trui en geen broek, en dat vind ik geen zicht tussen de rest van mijn berenfamilie.



    Haken en Ogen. Mijn twee stoere Noorse zeebonken. Héérlijke figuren.


     
    Zo'n mens, heel zijn leven gewend aan exotische temperaturen,... 
    en dan in zo'n koude terechtkomen ocharme...
    En heel de dag moet die daar staan...
    Ik had daar ook al beter een broekske voor gebreid.


    Deel 2 : "Miss Moose" bij "Rudolph-the-Rednosed-Reindeer".

    Goddank was het taxihuisje deze keer niet verlaten en vond ik er een heuse mens! Ik trachtte hem uit te leggen dat ik rendieren wou zien, ik probeerde het in ’t Engels met het woord “moose” maar daar kwam ik niet ver mee. Gelukkig is een rendier uitbeelden niet moeilijk. Ge spert uw vingers van beide handen open, houdt ze naast uw kop en met wat goede wil hebt ge een gewei. De taximan vond mijn pantomime hilarisch en beloofde me ons na zijn volgende ritje mee te nemen. Hoewel hij opmerkte : “There are 6000 rein on the island but of course I don’t know where they will be… They just wander around…” Dus stelde ik hem voor naar de toeristische nederzetting van de Lappen, die officiëel Sami heten, te rijden, daar zou ik er toch beslist al een paar kunnen zien. Ik legde mijn normen al maar weer een beetje lager.



    Miss Moose in 't taxikantoortje.
    Op zo'n manier moeten ze toch weten dat ik niet naar een olifant op zoek ben nietwaar.


    De man was overduidelijk gecharmeerd door mijn doorzettingsvermogen en mijn bereidheid er zo ongeveer álles voor over te hebben om die beesten te zien en vroeg ons over een kwartier terug te komen. Een nuttige tijd die we konden gebruiken om nog even te gaan internetten want hier aan boord lukt het echt niet, maar laten ze je ondertussen wel veel betalen. In het dorpje zelf is buiten wat vissersboten en een museumpje niks te zien. En ondertussen regende het fijntjes verder… We werden alvast "moes"-nat.

    Een kwartier later stormde ik terug in blijde verwachting het taxihuisje binnen en mijn reputatie was me al voorgegaan. Ik stond al bekend als “Miss Moose” die Noorwegen écht niet ging verlaten alvorens rendieren te zien. Onze enorm lange Noorse taxichauffeur, Knut, kwam iets later ook binnengestapt en we konden vertrekken. Eén van de 7 taxi’s was eindelijk van ons! Mijn blijdschap kon niet op! We gaven de man carte blanche zolang hij maar rendieren tevoorschijn zou toveren. Een heerlijk mens met voldoende zin voor humor die met plezier aan de “search for rein in the rain” wou beginnen.

    Het gebied rond de Noordkaap is heuvelig maar kent enkel een lage begroeing. Bomen komen er totaal niet voor, wel heel veel sappig mos en gras en hier en daar een struikje. De bodem is sponzig, de natuur lijkt een beetje op die van de ruige Schotse hooglanden. Onderweg zagen we verscheidene houten staketsels die moesten verhinderen dat de sneeuw zich op de rijbaan op kon hopen. Nu ligt er maar heel weinig sneeuw want ze hebben net een hittegolf van 25° achter de rug, de meeste is gesmolten.



    Sneeuwhekken.
    De door de wind opgejaagde sneeuw komt op deze manier zo min mogelijk
    op de rijbaan terecht. De weg wordt in de winter dan ook nog eens afgelijnd
    met paaltjes anders is hij niet meer te onderscheiden van de rest van de heuvel.






    Halverwege de Noordkaap kwamen we aan twee tentjes waar we een jong Samikoppel troffen. De man ging onmiddellijk een rendier van de berg halen en kwam met een albino terug! Eentje met een rozig gewei en een rozige neus. Rudolph the Red-nosed Reindeer bestaat dus!!!
    De man sprak perfect Engels en we mochten hem alles vragen. Het dier dat hij ons liet zien was ongeveer 4 jaar oud en volgroeid. Hij had net zijn nieuwe gewei maar het was nog soepel en donzig. Aanraken mocht niet, de man was op een toffe manier zeer bekommerd om zijn beest.
    De zesduizend rendieren die hier in de zomer rondlopen horen toe aan 5 families Lappen, in de winter trekken ze terug met hun kuddes naar de relatieve warmte van het zuidelijkere Lapland, dan wordt de Noordkaap te guur en is hier geen voer meer voor de dieren te vinden want alles ligt dan onder een dikke sneeuwlaag.
    Als je meer dan 600 dieren bezit heb je geen recht meer op subsidie dus iedereen heeft hier zogezegd 599 rendieren. Begin ze maar te tellen als belastingscontroleur… Alweer een man met een zeer gezonde zin voor humor. Die Lap dus, niet die belastingscontroleur.





    Héél moeilijk om mijn handen thuis te houden.
    Dat zag er zo zacht uit, en daar dan niet mogen aankomen...
    Aan dat rendier welteverstaan. Niet aan de Lap.






    Een gezin wordt als rijk beschouwd als het meer dan 1000 dieren bezit maar je kan ook makkelijke rondkomen met een kudde van 500 stuks. We mochten ook hun tentjes bekijken, met een ketel boven een vuur en allerhande kledingstukken en laarsjes uit rendierleder gemaakt die aan de wandzeilen bengelden. Hij vertelde er vanzelfsprekend wel bij dat hij echt niet zo gek was om nog in zo’n ding te wonen, dat hij dan misschien nog wel de lokale klederdracht droeg en enorm van zijn werk genoot omdat het hem een intens contact met de natuur gaf, maar dat hij wel heel blij was met zijn houten huis, en dat hij internet en een gsm bezat. De man haalde echt het beste uit de combinatie van zijn twee leefwerelden.



    Zo'n tentje is van binnen wel ruimer dan het er uit ziet.

    We vroegen hem ook of ze hun dieren herkenden en die blijken gemerkt te worden aan hun gewei. Namen krijgen ze niet : “I’m not going to give a name to what I eat.” Toffe man, heel down to earth, spiritueel en duidelijk gelukkig. Uiteindelijk staat hij maar enkel tijdens de twee zomermaanden toeristen te woord, de volgende vier maanden is hij gewoon herder van zijn kudde en de rest van ’t jaar is hij in Lapland de dokter en tandarts van zijn dorp. Van een speciaal leven gesproken...

    Na een lange babbel wilden we de man centen geven maar dat weigerde hij! Hij beweerde dat hij ’t een waar genoegen had gevonden eens met twee mensen te hebben kunnen praten in plaats van een kwebbelende groep van 60 man toe te spreken. Hij bleek deze ochtend al 20 autocars over zijn nederzettingske heen gekregen  te hebben en vertelde dat hem er nu nog 20 te wachten stonden dus dat ons gewoon gesprekje een leuk intermezzo voor hem geweest was…Ja tijdens de middernachtzonperiode klopt die man wel lange werkdagen... En dan met 4 cruiseschepen in "town"... Ik hoop dat hij niet telkens 't albino exemplaar gaat tonen want anders gaat hij nog 20 x 60 = 1200 keer "Wooooow!! Look! How nice! Rudolph really exists!!!" moeten aanhoren...

    Om deze mensen toch iets te gunnen gingen we de blokhut binnen waar zijn vrouw een zeer aparte souvenirwinkel van gemaakt had. Ik wou er best een kleinigheid kopen. Ze maakten allerlei producten van rendierhoorn en huiden, verkochten natuurlijk ook de obligate pluchen ijsberen en zeehonden, maar ze hadden ook heel grappige houten gsm’s ineengeknutseld. Eindelijk een gsm die je niet kan stresseren.



    De echtgenote van de Sami-"herder-dokter-tandarts".



    De geluidloze gsm's...

    Plots viel mijn oog op amuletten die ze zelf maakten van stukjes hout van de berkenstruik met middenin een schijfje rendierhoorn. In miniatuur was er hun mythologie op geschilderd. De vrouw kon er prachtig over vertellen.
    Hoe niet de aarde maar de zon het middelpunt van hun leven was, en dat ze vele goden aanbaden - zoals het vuur en de wind - waar ze ook regelmatig aan offerden. Die goden woonden in een aparte wereld. In nog een andere wereld leefden de overleden mensen en dieren verder. Enkel de sjamanen konden beide werelden bezoeken tijdens een trance. Een hemel kenden ze niet maar daar hadden ze ook totaal geen behoefte aan want de levenden en de doden bleven toch steeds kontakt met mekaar houden via de sjamanen. Niemand raakte mekaar echt kwijt bij een overlijden. Ze leven verder in mekaars hart en kunnen mekaar na de dood enkel wat moeilijker bereiken.
    Van zo’n mooie “godsdienst” wou ik zeker een amulet rond mijn hals dragen, temeer omdat deze mensen hem nog zelf gemaakt hebben ook. Natuurlijk hebben in Noorwegen “kleinigheden” geen “kleine prijsjes”, dat weten we ondertussen al.



    Ondertussen zat Knut knus in de taxi te wachten. De Sami-man was dolgelukkig met dit druilerige weer, dan groeide ’t gras goed voor zijn kudde, een Noorse taxi-chauffeur daarentegen houdt toch meer van de zon. Ze zien ze dan al maar een paar maand per jaar, dus verkiezen ze ’t ook dat ze niet achter de wolken of nevels verdwijnt.


    Deel 3 : Een landschap als een zompige spons.



    Knut, de taxichauffeur, die zich ondertussen bewust was geworden van mijn liefde voor beestjes kwam op ’t idee ook even binnen te wippen bij de King Crab Farm. Daar zaten de gekende Kamchatka krabben. Beesten als voorhistorische reuzespinnen van wel 5 of 6 kilo. De oudste die ooit ontdekt werden hadden een spanwijdte van maar liefst twee meter! De exemplaren hier waren een flinke halve meter tot 80cm breed. Ik had geluk, er waren geen andere bezoekers, en ik kreeg de lederen handschoenen van de man en mocht een krab uit het aquarium vasthouden. Hij leerde me hoe het moest want een beet van de scharen kan heel slecht aflopen.



    Die krabben zijn oorspronkelijk afkomstig uit Japan, vervolgens zijn ze door de Russen in de buurt van Siberië uitgezet en na twintig jaar zijn ze al tot hier gemigreerd. De vissers moeten er zelfs niet eens veel moeite voor doen om ze te vangen, de zee zit er hier vol van.



    Toeristen die "de stoere" willen uithangen en hier rondlopen zonder muts of sjaal...
    worden er wel heel verkrampt uitzien vind ik.


    De krabbenman had op de bovenste verdieping van zijn huis een mini-museumpje gemaakt over hoe ’t dorpje er hier vroeger uitzag, heel trots liet hij de foto’s zien. Ondertussen wierp ik een oogje door ’t raam en zag ik op de berg een kudde rendieren staan grazen!! Ik wist niet hoe snel ik buiten moest raken, gelukkig ging ’t raam niet open of ik was er door gesprongen. Paul en Knut moesten het maar aan de lieve man uitleggen maar ik spurtte er van door. De berg op. De rendieren achterna. Prachtig! Ze graasden op de steile hellingen van de zompige bergen achter de huizen. Ik voelde me net op een spons lopen, ik werd hoe langer hoe doorweekter, zag er bijna net zo haveloos uit als die ruiende rendieren met hun loshangende pelsen, maar ik kreeg ze wel van dichtbij op foto. Een heerlijk moment.





    "Maar Madam toch! Ge zou eens moeten zien hoe ge er zelf uit ziet..."



    Brillen, lenzen, alles dampt aan van de nattigheid...
    Maar 't wordt er alleen maar romantischer door.


    Ondertussen kreeg Knut een oproep van de taximaatschappij waar hij toch in godsnaam bleef?... Er moet konstant 1 van de 7 taxi’s in ’t dorp zijn voor noodgevallen en ’t was eigenlijk ondertussen zijn beurt geworden voor de dorpsdienst… Dus moest hij jammer genoeg zo snel mogelijk die 20 kilometer die we ondertussen verder gezworven waren gaan inhalen. De man was zo charmant dat hij vanaf dat moment zelfs zijn taximeter afzette! Hij had echt spijt dat hij terug moest want hij vond het ook een tè gek tochtje. Zo eens iets heel anders dan mensen heen en weer naar de Noordkaap te rijden.



    Knut dropte ons aan een supermarktje waar we alcoholvrij bier konden kopen (dat ze in dit land mijn favoriete drankje verkopen was een ontdekking die Paul in Geiranger al gedaan had) en we namen afscheid met een flinke fooi! Iemand die zo prettig in de omgang is, me zoveel rendieren had laten zien en me nog zo’n onverwacht fijne namiddag bezorgd had verdiende dat wel.

    In de supermarkt kwamen we tot de ontdekking dat een fles cola 3 euro kost en een blikje alcoholvrij bier nog geen euro. Het echte bier daarentegen was wel heel duur. Bij ’t buitengaan bleek ook dat er op blikjes statiegeld betaald wordt zodat de mensen het leeggoed terugbrengen en het niet in de natuur terecht komt. In ’t midden van de winkel staat een machine waar je je lege blikken in werpt, ze worden geplet, en ondertussen wordt er een tegoedbon geprint. Geweldig systeem.
    We waren zo blij met ons pintje dat we er direkt eentje op straat opgedronken hebben, als echte clochards. Geleund tegen een grote vuilbak als barmeubel. Een goddelijk moment. Daarna hebben we rillend nog wat berenfoto’s genomen want de regen was eindelijk opgehouden. Schitterend om mijn beren samen met mijn “twee Noren” te laten poseren in zo’n vissershaventje.



    Clochard in Honnigsvag.



    Mijn heerlijk "nieuw samengesteld gezin" van deze reis.
    Ik voel de inspiratie opborrelen.
    Er zou nu alleen wat extra schrijftijd moeten opborrelen....






    Deze pose heet beslist de "bevroren glimlach".
    Om dit terug goed te krijgen zal er dringend iets sterks moeten op-"borrelen" vrees ik.

    Rillend en verkleumd trokken we vervolgens terug naar de aanlegplaats van de tender. Het personeel van de cruise had daar ondertussen een standje opgezet met hete koffie en thee. Erg attent, want hun passagiers waren niet in al te beste doen zo te zien. Paul kon niet meer filmen want die kon zijn handen niet meer bewegen van de kou dus gaf ik hem mijn super dikke wanten en hij begon er onmiddellijk poppenspel mee te spelen. Aangezien je in zo’n tender met zijn 120 op mekaar gepakt zit zullen de collega-toeristen weer bepaalde gedachten gehad hebben over onze mentale leeftijd. But who cares! Zolang we maar lol hebben op onze manier.



    Zijn "Munch"-ske wordt al wel heel goed. Hij heeft dan ook een goede coach.

    Uiteindelijk bleken we nog veel leukere dingen gezien te hebben dan al de mensen die excursies met de autocars gemaakt hadden, en was ‘t zelfs nog voordeliger geweest. We hadden ons een hele namiddag een kriek geamuseerd voor 1600 Noorse kronen, mijn Sami-amuletje, ‘t internetcafé en rendiertje “Ogen” inbegrepen. Een taxi is niet goedkoop maar de prijzen die ze hier aan boord voor de excursies aanrekenen zijn ook niet min. En de Noren kennen iets van inkomprijzen… Om het terrein van de punt van de Noordkaap te bezoeken kost het inkomticketje maar liefst 25 euro… Om op een rots in de mist te staan koukleumen, 14 beeldhouwwerken van kinderen te bekijken, een oubollig museumpje te mogen bezoeken, en een film te mogen zien voor ’t geval ’t buiten toch echt te bewolkt en te nevelig is dat ge zelfs niet eens ziet waar de kaap eindigt… Geef mij dan maar mijn rendieren, mijn Lappen, mijn krabben, plezante Knut, en een lekker blik alcoholvrij bier! Naast een vuilbak.
    Een van mijn beste maten zegt altijd dat, hoe slecht er iets op een bepaald moment ook uitziet, het toch de moeite is om verder te gaan omdat ’t leven van ’t één ogenblik op ‘t ander ineens een stuk plezanter kan worden. En hij heeft gelijk. Want het verschil tussen ’t stresserende begin van deze dag en ’t hilarische einde was wel echt enorm.

    Terug thuis zijn we naar de sauna gesprint om alle half-bevroren onderdelen te laten ontdooien. Na enkele zeer uitgebreide opwarmingsbeurten in ’t stoombad, ’t bubbelbad, de sauna (al genietend van de afvaart uit Honningsvag door de panoramische ramen!) en even rust onder ’t solarium, ons vervolgens overgegeven aan een even uitgebreid als lekker diner. Met onder andere de beste canard à l’ orange die ik al ooit gegeten heb!
    We hadden ondertussen de relatieve beschutting van de Noorse fjorden achter ons gelaten en waren terug op volle zee, wat duidelijk voelbaar was. Het was zo mooi om aan tafel de golven tegen de zijkant van de boot te komen zien aanrollen en openspatten, en ondanks de ruwe zee bleef de boot in verhouding redelijk stabiel. Om 10 uur ’s avonds kwam de zon zelfs nog even van tussen de wolken piepen en baadde alles even in een stralend licht.



    Een hartverwarmend tafereel :
    Een gelukkig mens met warme voeten in een warm restaurant wachtend op warm eten.




    We zijn amper 6 dagen onderweg en ik zie er al uit of ik van vermoeidheid
    met mijn snuit in mijn bord ga ploffen.
    Dat gaat er niet op beteren...


    We waggelden terug naar onze kajuit, zeilend van links naar rechts en kwamen onze toffe Nederlandse kennissen van de Geirangertrip tegen. In de minst lawaaierige bar hebben we gezellig zitten verbroederen. Maar omdat de zon niet ondergaat heb je ook geen tijdsbesef meer en kan verbroederen wel eens flink langer uitlopen dan gepland. Mijn schrijfuurtje is er dan ook overgeschoten. Ik ben als een blok op mijn bed gevallen en zalig in slaap gewiegd door het zachte rollen van de boot… Eindelijk dan toch eens een klein beetje een “boot”-gevoel. Maar niet iedereen zal daar ’t zelfde over gedacht hebben want de kotszakskes waren alweer uitgedeeld.



    En toch nog weer eens even opstaan om de middernachtzon te zien...



    Of beter : de middernachtswolk?...



    Het geweld van het water rond de boot... gezien van over de reling van mijn terrasje.
    Ik krijg er niet genoeg van.
    Maar eigenlijk zou ik nu toch écht wel moeten gaan slapen...

    Meer foto's van deze grijzelige maar heel plezante dag zien? Kijk maar in 't album :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen6Honnigsvag?authkey=Gv1sRgCMfWkYWLi7DiKw#




    16-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7. Rust roest. Zeker op een boot.

    Donderdag, 16 juli 2009.

    Costa Luminosa, op zee

     

    7. Rust roest. Zeker op een boot.



    Eén van de vele schermen aan boord.
    Onderweg van Noordkaap naar Spitsbergen.



    Gisterenavond hebben we ’t een beetje gezellig laat gemaakt met onze Hollandse kennissen. Tja, ’t blijft altijd maar licht dus je verliest alle besef van tijd. Nu zijn we doodmoe. Het is een "dag op zee" maar dat betekent helemaal niet dat het een rustdag is. In tegendeel. Het alarm op mijn gsm heeft vandaag tot vier maal toe moeten verwittigen voor een “belangrijke” afspraak. Op reis heb ik normaal zelfs niet eens een gsm op zak...



    Iets wat voor yoga-les moest doorgaan. Wegens groot succes gevolgd door 8 mensen.
    Op een totaal van 2500 passagiers....
    Volgens mij is yoga toch een meditatieve bezigheid?...
    Vanwaar dan weer die keiharde new-age-muziek en het dansfilmpje op 't scherm?...

    Geef deze les op een iets intiemer plekje zonder keihard lawaai
    en er zouden veel meer mensen opdagen. Maar maak dat eens wijs aan een Italiaan...


    We moesten vroeg uit bed wilden we de passage langs Bereneiland zien. Hoewel ’t hier allemaal aan boord te doen was werd dat toch weer een avontuur op zich…

    Jammergenoeg hadden ze het uur op ons dagelijks informatieblad dan ook nog verkeerd gedrukt. Stonden we nog een uur te vroeg aan de koude reling te turen ook! Hadden we ons dus weer voor niets gek gehaast met ons ontbijt. Ik was dan aan een officier gaan vragen of we het eiland langs stuurboord of bakboord gingen passeren. In ’t eerste geval kon ik lekker van op mijn eigen terrasje kijken en moest ik niet boven op dek gaan staan uitwaaien om het te kunnen fotograferen. En ja, we hadden geluk! Dus wij lekker terug naar huis en maar wachten… Plots horen we een lage sonore “Toet” en roepen ze via de intercom dat Bereneiland in zicht is. En waar ligt het? Aan bakboord! Dat werd dus rennen en zoals gewoonlijk naar de verkeerde kant.

    In onze haast kwamen we aan de verkeerde lifthall waar de liften maar tot op de 9de verdieping gaan,…vervolgens belandden we op een verdieping waar we geen deur naar 't dek vonden. Wéér terug een trap afgecrosst om uiteindelijk helemaal tot achteraan de boot te moeten lopen om een deur naar buiten te vinden. En wat zagen we dan? Een bar en dor eiland met enkele gletsjers dat enkel gebruikt wordt voor wetenschappelijke onderzoeken. Echt veel was er dus niet aan te zien. Maar het had ons wel een goede fitness opgeleverd. Veel trappen, lange gangen, en dat allemaal al rennend. Dat kan niet slecht zijn voor de cholesterol. Het was ronduit ijzig aan dek. Je waaide weg en je neus vroor ter plekke af. Langer dan 10 minuten was ’t niet vol te houden.













    Zonder sjaal, zonder muts, zonder handschoenen... Alleen met een knalrode neus.
    Dat zijn de échten.



    Toen ik even later nog vanop de zwembadverdieping een foto wou nemen en een paar seconden een raampje op een spleetje zette, om niet door de getinte ramen te moeten fotograferen, stond de boot bijna op stelten! De Italiaanse senioren gilden als mezzo-sopraantjes dat ze tijdens die 5 seconden een verkoudheid zouden kunnen oplopen. Tja, dan moet je echt wel een cruise doen die bijna tot aan de noordpool gaat… Zo zitten er ook steeds mensen in ’t restaurant die persé de middernachtzon willen zien maar als ze dan heel even schijnt 't tijdens 't diner moet de maître d’hotel wel onmiddellijk de gordijnen dicht doen want anders schijnt de zon in hun ogen…. Gaat met zo’n soldaten naar den oorlog…





    En dat was dan Bereneiland. Veel land weinig beer.

     

    Voor al dat verloren geloop aan boord hebben we zelfs al enkele dagen geleden een nieuwe manier van poseren uitgevonden. Japans poseren is momenteel even “out”. Nu poseer ik als “De Schreeuw” van Munch. Ik vind dat dit in Noorwegen, en zeker op zo’n stress-cruise, beter gepast is. Op het schilderij van Munch staat een gezicht met de mond wijd, het slaakt een wanhoopskreet. Het figuurtje drukt zijn wangen samen met zijn handen en zo wordt zijn mond een langerekte O. Dus zo poseer ik nu, en ik moet zeggen ik heb al een leuke verzameling Munch-jes. Zeker op dagen als vandaag groeit die flink aan.



    Eentje uit de collectie "Munch"-skes.

     

    Na het ontbijt hadden we recht op onze gratis gezichtsbehandeling in de Samsara Wellness. Best leuk, ware het niet dat die mensen je uiterlijk nogal erg afkraken om achteraf toch maar zoveel mogelijk produkten te kunnen verkopen. ’t Is hun deze keer nog gelukt ook want inderdaad, ik hèb gigantische wallen onder mijn ogen, mijn huid  ís veel te droog en de aders op mijn wangen beginnen te springen. (Hoe zou dat hier nu toch wel komen? In deze aangename droge gierende poollucht?...) Dus ja, ik ben met open ogen - en de zakken eronder - in de commerciële val gelopen en ben met enkele wondermiddellen buitengekomen. Ik heb me dus deze keer letterlijk én figuurlijk dingen laten aansmeren. Maar vanaf nu blijf ik daar ver uit de buurt want de kapper heeft ook al opmerkingen gemaakt over mijn haardracht en van mijn loswapperende pels blijven ze af. Zeker weten. Toen ik Paul de mannenafdeling zag verlaten kwam hij ook enigszins beschaamd met een zakske vol duur spul aangestapt… Zelfs de stoersten gaan hier dus voor de bijl.


    Deel 2 : Cowboys op de Noordpool.

    Dan was het tijd voor de lunch, maar ook dat moest snel gaan want, aangezien we sinds gisterenavond weten dat de regering toestemming heeft gegeven om in Spitsbergen aan land te gaan, werden we verplicht om te gaan aanschuiven voor ticketjes om op de tenders mee te kunnen… Een rij wachtenden van de boeg tot de achtersteven (300 meter…) Wat wilt ge?! 2500 mensen die speciaal deze cruise geboekt hebben om eens tot in Spitsbergen te geraken willen dan ook écht wel allemaal aan land gaan. De kaartjes werden uitgereikt in het theater...



    En maar aanschuiven, langs psychedelische gangen...
    (In welk jaar leven wij hier eigenlijk?... 1968?... Een teletijdschip?...)




    ... door onwereldse casino's...



    ... via de "luisterrijke" lobby waar ge omhoog "gebeamd" wordt...
    (Soms voel ik mij hier alsof ik in een goedkope SF-film terecht gekomen ben.
    Allez, "goedkoop"...)




    ... om uiteindelijk vooraan in 't theater de tickets te kunnen afhalen...



    ... en dat allemaal terwijl er buiten zoveel moois te bewonderen valt.
    Zoals hier een vlucht pinguïns...

    Wat een organisatie toch weer, en dat allemaal op een "vrije dag op zee"...

    Na lang aanschuiven waren de ticketjes voor de excursie van morgenvroeg in ons bezit en konden we weer twee uurtjes onze zin doen - in mijn geval flink aangepelst zitten schrijven op mijn beschut terrasje en ondertussen de voorbijglijdende sneeuwbergen van het eiland Spitsbergen bewonderen. Ik begon zo stilaan mijn doel te bereiken... Ik kreeg het warm en koud tegelijk van emotie... Eindelijk sneeuwbergen... Die enorme verlatenheid... Die stilte... Dat eindeloze zicht op die mensvijandige omgeving...







    Nog voor ik tegoei in vervoering kon geraken en mijn indrukken lyrisch kon beginnen neerpennen was 't alweer gedaan met de fun. Ja, deze reis zal er echt geen gedichtje uitgeperst worden, zelfs mijn berenverhalen vorderen niet eens. We moesten om vier uur alweer paraat staan om naar 't theater te vertrekken voor de voorlichtingsles over ons bezoek van morgen.


    We werden - met recht en reden - flink de les gelezen hoe ons daar te gedragen. Vanzelfsprekend mocht er niets op de grond gegooid worden of gerookt worden. We moesten hoofddeksels dragen om ons te beschermen tegen aanvallende vogels. Als de man met het geweer die meegaat het sein geeft dat hij een ijsbeer ziet moeten we zo snel mogelijk terug naar de boot lopen. En mensen die minder mobiel zijn worden met aandrang verzocht aan deze ene trip niet deel te nemen want morgen zal aan land gegaan moeten worden via een drijvende pier die het personeel van de boot zelf ineen zal steken. Het wordt een smal en wiebelend geval en is dus zeer gevaarlijk voor mensen met looprekjes en rolstoelen. Die mensen kunnen even goed het panorama bewonderen vanop het cruiseschip dat midden in de fjord zal liggen.  We mogen ook maar 10 minuten aan land want dan zullen we ’t al koud genoeg hebben, en we mogen de toendra niet betreden om ook de kleinste vormen van leven niet te verstoren, we mogen enkel even over het keienstrand stappen.

    Allemaal vrij normale richtregels vind ik, uiteindelijk is ’t geen wandelingetje over de Scheldekaaien dat we gaan maken.

    Ze probeerden ons natuurlijk ook weer een boel leugens wijs te maken als zouden wij ’t enige cruiseschip zijn dat de toestemming krijgt aan land te gaan dit jaar. We zullen morgen wel weer zien hoeveel schepen er liggen…



    De les over de "do and don't-s" in Spitsbergen, in het theater.

     

    Zo vroeg mogelijk in Samsara gaan dineren om snel in ons nestje te liggen want - zoals haast elke dag moeten we alweer vroeg uit de veren - wij hebben een ticketje gekregen voor de tender van 8 uur. Maar er zijn grotere pechvogels, want de eerste bootjes beginnen al om 7 uur te varen. Dus in zekere zin hebben we nog geluk. Nu de gordijntjes goed dicht trekken en doen alsof ’t nacht is.



    Terwijl anderen country-dansles volgen in de Poolcirkel...
    Dit is toch wel een vreemde combinatie.
    There's a time and a place voor everything.



    Of... toch nog even rap aan dek gaan genieten van de eenzaamheid, de rust, de stilte
    en de meer dan wonderlijke natuuur?... En weer een paar uur slaap opofferen?...




    Als je zo'n dingen ziet voorbijglijden is de keuze alweer snel gemaakt natuurlijk...





    Trouwens... waarom nog slapen? Ik heb nu toch wonderzalfkes tegen de wallen?....

    Het fotoalbum van deze dag vindt je hier :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegenDag7OpZee?authkey=Gv1sRgCMTwrO7qwqfGfA#





    17-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8. Een omgekeerde striptease in een decor van wolken met zilveren randjes.

    Vrijdag, 17 juli 2009.
    Costa Luminosa, Magdalenenfjord en Ny Alesund, Spitsbergen.

    8. Een omgekeerde striptease in een decor van wolken met zilveren randjes.

    Toen we wakker werden - af en toe moet je toch ook eens wat probéren te slapen - lagen we reeds in de Magdalenenfjord. Ik opende de gordijnen en kreeg tranen in mijn ogen van de schoonheid waarin we ons bevonden.



    We lagen middenin in een kleine fjord omringd door spitse bergen waarin wel 6 gletsjers uitmondden! Als nietig menske zagen we een verlaten poolzee met bijna azuurblauw water, waarin nog enkele kleine ijsschotsen dreven die we voor onze ogen zagen afbrokkelen. Binnen twee dagen zullen ze waarschijnlijk helemaal verdwenen zijn. Op ons terrasje was geen wind, het was er zelfs niet echt koud hoewel het toch maar 2 graden is. Aan dek daarentegen was het om te bevriezen, de wind maakte dat we de pooltemperaturen tot in onze ziel voelden.



    Vandaag gaat hij het goed aanpakken... of beter gezegd : "inpakken".
    Dat ziet ge zo!




    ... maar hij moet de klus wel helemaal afwerken natuurlijk.



    Jaja, in deze kajuit zijn de laatste dagen zware lessen geleerd wat betreft winterkleding...
    Fervente Azië-reizigers die voor de eerste keer de koude meemaken... Dat is wel een avontuur.
    't Is soms boeiend om onszelf bezig te zien hulpeloos dabbend in een stapel dikke kleren.



    Ik pels me aan zoals altijd, als een poolbeer met een griepke. Laag over laag over laag...
    Als ge me hier een striptease laat doen dan heb ik niet genoeg aan 1 liedje...
    maar moeten ze minstens een volledige dubbel LP draaien...
    En krijgt 't publiek pijn aan zijn poep van te lang op zijn barkruk te moeten zitten tot ik daar
    eindelijk als 'grande finale' - met de armpjes fier en sexy in de lucht gespreid - ta-da-da-dááá!!!
    ...sta te blinken in ... mijn lange wollen Damart-onderbroek .

    Het lange aanschuiven van gisteren had ons een ticketje voor de tender van 8 uur opgeleverd. Ik was te geëmotioneerd door de schoonheid van de omgeving om eerst snel iets te gaan eten en vond fotograferen en genieten van deze wonderlijke baai véél dringender en belangrijker. Ik zou wel nuchter vertrekken. ’t Werd zogezegd maar een kort tripje, want we mochten maar 10 minuutjes aan land blijven. Maar dat zou héél anders uitdraaien…







    Vanop ons terrasje zien we de shift van 7 uur vertrekken.



    Als de tenders als uitstapbootjes gebruikt worden bieden ze plaats aan 120 personen.
    Moesten ze ooit als reddingssloep dienen dan worden hier 150 sardientjes in geperst.
    Niet echt een aanlokkelijk vooruitzicht...


    Ik probeer altijd als laatste aan boord van de tender te gaan, dan kan je aan de open deur zitten. Heel koud en winderig, maar de enige plek om niet door getint glas te moeten fotograferen en een unieke plek om echt ver naar buiten te kunnen gaan hangen en foto's te nemen zonder al te veel rommel op de voorgrond.
    Flink aangepelsd : met een collant, extra sokken, zware schoenen, een dikke broek, polar ondergoed, een wollen trui, een fleece, een windjack, de muts van mijn fleece over mijn kop en daarover de kap van het windjack en dat allemaal bij elkaar gehouden met een dubbel omwonden wollen sjaal rond mijn nek. Volgens mij kan je er dan wel tegen. De gevoerde wollen fotografenhandschoenen maakten het af. De kou kon me niet meer deren. En de vogel die hier doorheen zou willen bijten moet echt wel de moeder van alle albatrossen zijn.


    Deel 2 : Alle seizoenen op een paar uur tijd...

    De tender werd geacht ons in rechte lijn naar het kleine keienstrand van Magdalenenfjord te brengen maar wegens perikelen met ’t aanleggen van de drijvende steiger moest er wat tijd gewonnen worden en kregen we als bonus een komplete rondvaart van de baai! We vaarden langs de blauwe gletsjers en de afbrokkelende ijsschotsen! We zagen zelfs een groepje tentjes staan, mensen van de universiteit van Gdansk die daar onderzoek aan ’t doen waren. Of dat nu zo leuk is weet ik wel niet goed… We deden er wel een vol uur over eer we langs het drijvend piertje aan land konden. Een héérlijke meevaller. Althans voor mij.









    Een tender in de buurt van de gletsjer...



    De muur van ijs die langzaam afbrokkelt...
    Dichter in de buurt varen mag jammergenoeg niet.
    Als er plots een groot stuk afbreekt ontstaat er een vloedgolfje...
    En dat willen we bij nader inzien toch liever niet meemaken in deze frisse zee.



    Een regenboog omspant de fjord.
    Het weer verandert hier om de paar minuten.
    Van bewolkt, over miezerige regen, flinke windstoten tot prachtige zonneschijn.
    En dan weer heel 't gamma opnieuw... Telkens met andere belichtingen voor de foto's....










    Ge ziet de ijsschotsen voor uw ogen in water veranderen... Fascinerend...



    Het Magdalenenstrandje...



    ... met het houten vlondertje en het loopbrugje.
    En flink wat bemanning om geen passagiers kwijt te spelen...

    Hoewel heel deze reis voorzien is voor mensen met mobiliteitsproblemen en ze aan alle uitstappen tot hiertoe konden deelnemen - enorm vriendelijk geholpen door de bemanning – was hen  voor deze ochtendtrip wel ten stelligste afgeraden mee aan land te gaan. Met looprekken, krukken en rolstoelen over een drijvend, wiebelend piertje en vervolgens over een loopbrugje van nog geen meter breed stappen is te gevaarlijk. Op een keienstrand kan je trouwens met looprekken nog weinig aanvangen. Uiteindelijk konden de minder mobiele mensen op de twee volgende haltes op Spitsbergen zonder problemen wel aan land gaan want daar wordt aangelegd aan vaste kades. Toch lapten veel mensen de dringende suggestie aan hun laars - of beter gezegd hun looprek - hoewel het panorama evengoed te zien was vanop het cruiseschip zelf. De landing werd hierdoor enorm vertraagd en ’t mag een mirakel heten dat er geen ongelukken gebeurd zijn. Die vertraging zorgde er natuurlijk wel voor dat de tenders veel langer moesten wachten om te kunnen aanleggen omdat het afladen van zo’n bootje nu wel heel veel tijd in beslag nam.



    Ondertussen konden wij heerlijk zwalpend rondkijken en genieten en ijsbergjes van dichtbij fotograferen. Zo blauw als we ze op National Geographic zien zijn ze dus echt! Niet iedereen was even gelukkig met dat gedobber, want rond mij werd er wel een beetje gekleumd en voor mensen die gevoelig zijn aan zeeziekte is zoiets ook niet ideaal. Maar ondertussen werd er ook goed gelachen. Tussen al die sportief ingeduffelde mensen zat een Italiaanse vrouw met open schoentjes waarin ultrakorte sneakersokjes, met als mantel een wolven- of zeehondenpelsjas en een muts die ook ooit het vel van een of ander zeldzaam dier was geweest. Een Nederlander naast ons stelde zijn kleine dochtertje voor : “En? Zullen we deze hier naast ons ook maar gezellig doodknuppelen?” Het werd een hilarische toestand want de vrouw in kwestie snapte toch niks van onze gesprekken. Op de duur was ’t zo ver gekomen dat ik suggereerde in haar muts twee gaatjes te maken zodat ze een monokini had en we haar in de fjord konden dumpen. Ge kunt er wel mee lachen maar ’t is toch wel sick, naar zeehondjes komen kijken en ondertussen in hun voorouder zijn vel rondlopen.



    Echt dè ideale kleding om aan deze excursie deel te nemen...


    Deel 3 : Een verlies dat een grote winst oplevert.

    De tijd aan land werd niet meer beperkt tot een kwartier maar we kregen nu al 20 minuten. ’t Was schitterend om de weerspiegelingen van de besneeuwde berpspitsen in een bruingroene plas te fotograferen. Want ja, zelfs op die barre plek groeien nog mosjes en taaie graspolletjes. De extra tijd gaf me ook de kans om enkele berenopstellingen te maken. Ik zocht enkele goede steunpunten tussen de flinke keien en kon mijn beren op die manier makkelijk in positie houden. Ze gloriëerden tegen de achtergrond van een ijzige desolate natuur.
    Liggend op mijn buik nam ik de zaligste foto’s. Blijkbaar moet ik zonder het op te merken dichtbij het ei van een vogel gelegen hebben want hij probeerde me aan te vallen. De vogels maken hier geen nesten, bij gebrek aan takjes, ze droppen hun grijs ei eenvoudigweg tussen de grijze keien. Gelukkig waren we gisteren tijdens de briefing nadrukkelijk gewaarschuwd iets op ons hoofd te dragen om ons niet te laten verwonden door aanvallende vogels. Blijkbaar komen er elke cruise wel enkele mensen met gezichtswonden terug aan boord. Met mijn muts en kap had ik zelfs niet eens opgemerkt dat ik belaagd werd, ik was ook veel te geconcentreerd bezig met fotograferen. Enkele andere mensen rond mij hebben er blijkbaar wat leuke actiefoto’s aan overgehouden van een achteloos liggende fotografe met een grote vogel cirkelend boven haar lijf. Mij is ’t in mijn opperste concentratie alleszins kompleet ontgaan. Alleszins die vogel zal gedacht hebben : "Aan zoiets begin ik niet te pellen. Voor ik daar aan 't vlees ben is de tijd voor mijn middagmaal al lang voorbij."



    De bewuste foto : Mijn berenfamilie met de boot op de achtergrond.





    Zoekplaatje. Zoek de nestelende vogels.
    'k Zal helpen : 't Zijn er twee.


    Heel de situatie met de aanvallende vogels deed me denken aan een avontuur op de Galapagos-eilanden jaren geleden. Toen maakten we een cruise door de eilandengroep met een klein bootje. De anderen van ’t gezelschap rustten meestal wat uit aan dek na ’t middagmaal maar voor mij was dat “verloren tijd” ik was nooit te houden en dook alvast in zee om te gaan snorkelen. Voor mij was die zee daar ’t aards paradijs… Zwemmen tussen leguanen, zeeleeuwen en robben…. Op een middag was ik dus weer helemaal alleen aan ’t snorkelen ver van ’t bootje. De 12 andere reizigers zaten wat aan dek te rusten en met verrekijkers naar de natuur te kijken. De Galapagos zijn een vogelparadijs. Sommige van die vogels duiken van 10-tallen meters hoog met volle kracht in ’t water om soms op wel 10 meter diepte een vis te pakken. Ge ziet er echt spectaculaire duikvluchten. Ik lag dus lekker in ’t water, dobberend in een fluo wetsuit met mijn camera te spelen. Totaal geen benul van wat er boven of naast me gebeurde. Oortjes ook onder water dus horen deed ik ook niks.
    De mensen die op de boot rustig genietend hun maaltijd lieten verteren voelden hun diner plots terug naar boven komen van schrik… Opeens zien ze een grote “Jan van Gent”-meeuw boven mij cirkelen, plots omhoog schieten en in een razende vaart op mij af duiken. Ze begonnen te schreeuwen, maar ik hoorde natuurlijk niks. Het enige wat ik meemaakte was dat er vlak voor mijn duikbril plots een dikke zware vogel verscheen, die eerst enkele meters in een woeste warreling van vleugels wegzakte en vervolgens naar ’t oppervlak zwom om dan zijn kop terug onder water te steken en mij recht in de ogen te kijken met een blik van : “Tja, ik wou u eerst toch eens tegoei van dichtbij bekijken voor ik u aan mijn snavel ging rijgen…”
    Voor mij een heerlijke ervaring die ook nog een leuke foto opleverde, voor mijn kameraden aan boord een zicht waar ze bijna een hartstilstand aan overhielden. Zij waren er van overtuigd dat het dier mij midden in mijn rug ging spietsen.
    Ge ziet, de wereld en de gebeurtenissen blijven altijd wel wat ze zijn, maar ’t hangt gewoon van de plaats waar ge u bevindt af hoe ge ze ervaart…

    Maar nu terug naar hier, naar Spitsbergen met zijn véél koudere zee met veel minder vogels.
    Hoewel ik echte fotografenhandschoenen droeg (waarvan de toppen openklappen en de vingers vrij laten om makkelijker op knopjes te kunnen drukken) vond ik die dikke wanten niet echt handig. Ik legde dus mijn grijze wanten even tussen de grijze keien… en zag ondertussen iets verder weer iets anders dat mijn aandacht trok. Toen we terug naar de tender wandelden merkte ik plots dat mijn wanten ontbraken, ik liep nog terug maar begin maar iets grijs tussen even grijze keien te zoeken… Mijn zoektocht liep op niets uit. Op zich niet zo erg maar die handschoenen waren een kerstkadootje van een goede vriend geweest en dat maakte ze zo bijzonder.



    OK, de handschoenen zijn ondertussen verdwenen maar mijn berenfoto werd wel goed...



    ... ge kunt niet alles hebben.

    Toen ik de tender verliet, maar alvorens de buik van het cruiseschip binnen te stappen vroeg ik aan de supervisor of mijn probleem nog op te lossen was. De behulpzame man contacteerde onmiddellijk via zijn walkie talkie de crew op ’t strandje en vroeg of ze daar op de plek die ik beschreven had mijn wanten zagen liggen. Jammergenoeg werden ze niet gevonden. Maar aan elke wolk zit een zonnig randje : ik kreeg wél toestemming om direkt terug mee naar ’t strand te varen om ze zélf te gaan zoeken!! Ongelofelijk! Wat een onverwachte meevaller!! Ik moest wel dringend plassen en had honger en dorst maar dat kon me eigenlijk niet schelen, zo’n kans om deze enige tocht nog een keer te maken zou ik nooit meer krijgen. Paul wou jammergenoeg ook persé mee terug en die was al zo verkleumd en uitgehongerd… Geen al te best idee dus. De overtocht duurde deze keer door de landing van de looprekjesmensen nog veel langer dan de eerste maal. Ik was aan de andere kant van de tender gaan zitten om wat andere gezichtspunten te kunnen fotograferen. Lekker aan ’t open deurtje waar maar weinig mensen willen zitten. Het duurde en duurde en Paul veranderde in een versteven, uitgehongerde ijsbeer met bijhorend humeur.



    Here we go again!



    Geef toe! Dat wilt ge toch met plezier voor een tweede keer van dichtbij bekijken!
    Zelfs als is 't een beetje fris...

    Toen uiteindelijk weer heel de volgende Lourdesreis aan land gesukkeld was ging ik op zoek naar mijn handschoenen maar vond ze niet. Ook de crew had ze niet gevonden. Ik hoopte ergens stiekum een plasje te kunnen gaan planten en liep voorbij de bewaker met het geweer - die ons tegen mogelijke ijsberen moet beschermen - maar ik mocht jammergenoeg niet verder. Tja, en plassen op een strandje vol volk kan je natuurlijk moeilijk doen. Zeker niet als je zoveel lagen uit moet trekken eer het doel bereikt is.



    Uit een zwart-wit landschap in een kleurenfoto stappen...



    Op sommige plekken zit het ijs ook vol rozige vlekken en strepen en ik dacht eerst dat dat ex-pick-nickplekjes van ijsberen waren, uiteindelijk zijn dit de grootste vleesetende zoogdieren op deze wereld. Later bleek dat het een soort van mos was, of volgens weer anderen, een bepaald mineraal.

    De chaos om terug op de tender te gaan was zo mogelijk nog groter dan voorheen. Hoe langer hoe meer gehandicapten waren toch meegekomen en de verkleumde crewleden die daar al uren stonden om de mensen over dat zwalpend piertje te loodsen konden hun pret nu echt niet meer op. Eerst vonden ze ’t heel leuk dat ze mee van dit uitje konden genieten - ander personeel dat vrij had mocht trouwens ook mee op excursie - maar nu begon het voor hen ook wel lang te duren. Sta daar maar als Filippino of Hondurees 7 uur aan een stuk op een wiebelend ding, in de snijdende wind met af en toe motregen, mensen met hun toebehoren in en uit een bootje te trekken… Het gebeurde allemaal met de obligate glimlach maar hij werd toch wat doorzichtig. Gelukkig hadden ze voor die sukkelaars enkele thermossen warme drank laten aanvoeren. Ik had er echt medelijden mee. Ik hoop dat ze die mensen een van de volgende dagen een extra uitje of een andere beloning geven want die hebben vandaag verdraaid hard gewerkt in moeilijke omstandigheden. Voor Paul kon ik minder medelijden opbrengen want die had die tweede tocht helemaal niet hoeven mee te maken, het extra rondje kleumen en plas ophouden was zijn vrije keuze geweest.

    Terug aan boord ben ik regelrecht naar mijn kajuit gerend en aangepelsd als een eskimo op mijn toilet terechtgekomen. De koude begon ik nu pas te voelen, nu ik me niet meer hoefde te concentreren op ‘t fotograferen. Het was dus wel héél fijn aan te komen in een warme en luxueuze kajuit.

    Het vertrek van de boot werd maar liefst met anderhalf uur vertraagd door de choas bij de landingen op het strandje en door de moeilijkheden die er rezen om de tenders terug aan boord te hijsen met de plots opkomende wind. Dat gaf ons de tijd om een uitgebreid middagmaal te gaan nemen in ’t Samsara restaurant vanwaar we door de grote ramen de bergen en de gletsjers verder konden bewonderen. Maar waarom ik na die verfrissende ochtendlijke uitstap aan tafel nog een glas ijswater bestelde en als dessert een sorbet genomen heb, weet ik toch niet zo goed.

    En toen was de dag nog maar halverwege...


    Deel 4 : IJzingwekkend. De schoonheid, de koude en de organisatie.

    Voor dit hoofdstuk over Spitsbergen weet ik echt niet welke foto's te kiezen... De lichtinval verandert hier om de seconde, de wolken trekken voorbij, de zon piept er doorheen, en telkens geven de bergen een andere aanblik. De echte liefhebbers moeten mijn fotoalbum maar gaan bekijken. Op foto is de schoonheid van die plek trouwens toch niet vast te leggen...







    Na ’t middagmaal vaarden we uit en zetten koers richting Ny Alesund, onze volgende landingsplek van vandaag. Ik heb me op een betrekkelijk windvrije plek aan dek geposteerd om verder te genieten van de doorvaart tussen deze wonderlijke natuur. Ik heb nooit geweten dat de grootste koukleum die ik ken, namelijk mezelf, zó zou kunnen genieten van deze tocht. Het is een van de mooiste plekken die ik al heb mogen zien. De ene gletsjer volgde de andere op. De bergen werden afwisselend beschenen door de zon en hingen ’t volgende ogenblik met hun toppen in grijze wolken. Een superbe natuurlijke light-show.



    Hier is iemand héél blij met zijn warm soepke...



    De laatste tenders varen naar de boot toe.



    Vreemd. Was er gisteren niet gezegd dat ons schip 't enige was dat hier mocht aanleggen?...
    Op deze foto zie je goed hoe gigantisch hoog zo'n gletsjerwand kan zijn.
    Als daar een "brokje" afvalt kan dat inderdaad wel een flinke golf veroorzaken...



    Immer paraat, door weer noch wind tegen te houden : de Koreaanse monnik.



    De ene loopt in een dikke jas, anderen zitten in een hete jacuzzi tijdens de afvaart.
    't Leek me best een grappig idee,
    maar vanuit zo'n klein badje zo'n grootste natuur fotograferen...
    Nee, dan heb ik toch wel liever wat "room to move".

    Toen ik dringend naar mijn kajuit moest om mijn batterij te vervangen kwam ik voorbij de “Trollenmarkt”, elke dag is er aan boord wel een zogenaamd “uitzonderlijke verkoop” van ’t een of ’t ander. Een trol vond ik in mijn hobbithol wel passen, dus heb ik me een grappig exemplaar met een vrolijk staartje gekocht. Hij gaat half schuil onder een bloemkelk en ziet er eerder lief dan griezelig uit. Hij houdt zijn vinger aan zijn mondje alsof je hem iets vraagt en hij niet goed weet wat antwoorden en dan maar “heu?” antwoordt. Dus heb ik hem “Ø” genoemd, klinkt erg Noors vind ik.



    “Ø” op 't tafeltje van mijn terras.

    Nog had ik niet genoeg van het uitzicht dus ben ik met een volle batterij weer naar mijn plekje helemaal achteraan aan dek getrokken. Na een uurtje werd het toch wat fris en besefte ik dat ik mijn krachten moest sparen voor de landing in Ny Alesund. Dus besloot ik wat op bed te gaan rusten. Terug in de kajuit heb ik me in mijn bed met mijn typdoos op mijn buis genesteld maar binnen de vijf minuten had ik me toch al terug op mijn eigen terrasje geïnstalleerd. Met nog een dikke badjas over alle andere kleding aan is ’t best te doen om daar te zitten schrijven. Al goed dat ik blind kan typen zodat ik ondertussen lekker rond kan kijken. Ik ben zo blij dat ik besloten had om een kajuit met privé terras te nemen, hij is zijn geld meer dan waard. Ik mag er niet aan denken dat ik deze eindeloze schoonheid had moeten proberen te bewonderen in de gemeenschappelijke ruimtes tussen honderden taterende mensen of in een hel van muziek…













    Ik zat me volop te verlekkeren op de volgende stop in Ny Alesund toen in 10 talen omgeroepen werd dat de uitstap niet doorging wegens een te wilde zee. Windkracht 7 en dan nog noordenwind zouden het onmogelijk maken veilig te landen met de tenders. Doodjammer vond ik het. Ik vrees ook dat het onder andere niet doorging doordat we vanmorgen twee uur tijd verloren hebben door het gesukkel en de chaos met de mensen die de nadrukkelijke adviezen genegeerd hadden om niet deel te nemen aan die gevaarlijke onderneming. We zagen Ny Alesund liggen, met een degelijke vaste steiger, maar de kapitein deelde mee dat hij onmiddellijk door ging varen naar ons volgend doel, Longyearbyen.
    Erg jammer want het had een enig bezoek kunnen worden aan een wetenschappelijk station. We hadden al de weerkundige apparaten mogen bekijken en tussen de satellietantennes mogen lopen. Weliswaar op op voorhand strikt uitgestippelde paden maar toch, ik zou het weer geweldig gevonden hebben… De boot nam een wijde bocht en... bye bye Ny Alesund…

    Dus heb ik mezelf maar weer in poolbeer verkleed en ben de laatste foto’s van Ny Alesund en zijn wetenschappelijke stations aan dek gaan maken. Daar waren alleen nog de die-hards te vinden. Noeste mensen die zich probeerden vast te houden aan hun statief, in plaats van omgekeerd. Het enige menselijke wat je nog zag waren rode neuzen, al de rest zat verstopt onder dikke lagen kleren. Veel volk was er niet, maar die enkelen waren wel precies een kuddeke Rudolph-Red-Noses-Reindeers. Heel geestig.
    Na 10 minuten gaf bijna iedereen het op want de storm werd te fel, het was onmogelijk nog een fotoapparaat stil te houden. En één verdiep lager zat de grote massa weer taartjes te eten en te kaarten achter glas, vanzelfsprekend in ’t lawaai van ’t zwembad en zijn totaal uit de context gerukte activiteiten.
    Het weer verslechterde snel, dus ik vrees dat de kapitein wel de juiste beslissing genomen had. Een landing van 2500 passagiers via tenders krijg je niet op een uurtje klaargespeeld en je moet ze uiteindelijk nog terug aan boord krijgen ook voor de echte storm losbreekt. Het zou een onverantwoord risico geweest zijn ons daar nu los gelaten te hebben. Maar desalniettemin... 't blijft jammer want er zijn al maar drie stops op Spitsbergen voorzien.



    Op deze onherbergzame plek werken de wetenschappers in Ny Alesund.



    Niet veel meer dan grauwe gebouwen, een aanlegsteigertje en heel veel meetapparatuur.



    Maanden aan een stuk leven deze mensen in daglicht maar...
    de andere helft van 't jaar zien ze nooit de zon...



    Met zo'n super fotoapparaat kan je vast veel beter de schoonheid van deze plek vangen.
    Maar ze "vastleggen" kan je toch alleen met je hart.




    Het schip maakt een bocht, en we laten Ny Alesund onbezocht achter ons...
    Op deze foto zie je een glimp van mijn Spaanse buurman.
    Iemand die ook enorm van de natuur en de stille plekken aan boord genoot
    en die ik ook nooit zonder zijn camera ben tegengekomen.
    Onze zeldzame gesprekken speelden zich af in mijn oud school-Spaans...
    Hilarische momenten. Gelukkig heeft schoonheid geen woorden nodig.

    Ik ben dan maar naar de sauna getrokken. Waar ik ’t welgeteld een kwartier heb uitgehouden omdat ik door de panoramische ramen blauwe ijsbergjes voorbij zag drijven. Sauna bestaat thuis ook, dus verdween ik maar rap in badjas naar mijn kajuit om daar vanaf mijn terras te proberen die flink uit de kluiten gewassen ijsblokjes te fotograferen. ’t Waren er van die prachtige doorschijnende blauwe! Jammergenoeg waren ze wat te ver weg voor mijn klein fotoapparaatje. Maar toch, ik heb nu mijn ijsbergjes gezien. Zij het kleintjes.

    Tijdens alweer een heerlijk diner op zee zitten uitkijken naar walwissen. Er zijn al mensen die er gezien hebben. Vanmiddag zaten er blijkbaar ook zeehonden in de baai. Wij hebben hier op een paar zeevogels na nog maar weinig fauna gezien. Ik was al heel blij dat we destijds op de Galapagos zoveel zeeleeuwen gezien hebben en er zelfs regelmatig tussen konden snorkelen, dat we er hier niet krampachtig naar moeten zitten uitkijken. Trouwens ik zie me hier in deze zee ook nog niet direkt spontaan gaan snorkelen als ik er een kudde zou bespeuren. Zelfs ik ben niet zo gek te krijgen. Het landschap is magnifiek maar het gebrek aan leven, vooral aan dieren, maakt het heel troosteloos en laat het ontzettend onherbergzaam lijken. Ge voelt u hier enorm nietig en kwetsbaar.

    Na ’t diner zocht ik alweer vruchteloos een stille plek, desnoods een half-lawaaierige, om nog een kop thee te drinken en een sigaret te roken, maar rust is hier een kostbaar goed. De show van deze avond rond het zwembad is werkelijk oorverdovend. In de winkeltjes verkopen ze oordopjes en ik begin te begrijpen waarom. De drukte en ’t lawaai zijn hier zo overweldigend en de dagen op zee - waar je van verwacht dat het rustdagen zijn - steken ze zo boordevol aanschuiftoestanden voor de uitstappen van de volgende dag dat je niet aan relaxen toekomt. Het blijft stressen. Na deze 14 dagen gaan we thuis beslist een winterslaapje doen.

    De middernachtzon zien zal er vannacht weer niet inzitten want hoewel de storm al gaan liggen is hangt er nog steeds een lage bewolking. Maar licht blijft het in deze contreien nog wel een paar weken.



    Jammer dat de landing op Ny Alesund niet doorgegaan is, maar we hebben wel onmetelijk veel geluk gehad met het weer en de zichtbaarheid in de Magdalenenfjord vanochtend. Medepassageiers die deze plek jaren geleden hadden bezocht vertelden dat het daar destijds zo’n slecht weer was dat ze mekaar op 5 meter afstand aan dek al kwijt raakten door de mist. Die hebben toen van de genadeloze schoonheid geen centimeter te zien gekregen.

    Nu kruip ik in bed, mijn rug gekraakt van ’t uren ineengedoken in tenders en op mijn terras te zitten, want morgen is ’t weer vroeg dag. Alvorens van boord te kunnen moeten we eerst gaan aanschuiven om een nummertje voor de tender en de bus te krijgen en dan moeten we wachten, nota bene weer in het donkere theater, tot ons nummer wordt afgeroepen en ’t onze beurt is om aan land te kunnen… Over de schoonheid van deze plek kan ik niet zwijgen maar over de organisatie hier zal ik me maar niet meer uitlaten...

    Het zéér uitgebreide fotoalbum van deze dag vinden jullie op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen8Magdalenenfjord?authkey=Gv1sRgCMrZ2dWVt6mxUg#
    Niet vergeten : als je de foto's op volledige grootte wil zien klik dan op de F11-toets.




    18-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9. Van chaos naar chaos.

    Zaterdag, 18 juli 2009.
    Costa Luminosa, Longyearbyen, Spitsbergen

    9. Van chaos naar chaos.



    De bescheiden aanlegplaats van het oude mijnstadje Longyearbyen.

    Na ’t ontbijt, in volle zon, trokken we goed ingeduffeld richting ‘t duistere theater. Eens we daar in groepjes van 40 zaten mochten we - na eerst weer de hele lengte van de boot doorgestapt te zijn - van boord en konden we de shuttlebus nemen.
    Normaal is een shuttlebusje bij de reis inbegrepen, maar hier moet er telkens apart voor betaald worden. Dus werd het vanmorgen weer chaos omdat de meeste mensen hun busticketjes kwamen afhalen alvorens te gaan ontbijten en zich daarna pas in hun kajuit warm gingen aankleden en hun camera oppikken. Maar zó ging dat natuurlijk niet… Ah nee, dat zou te simpel geweest zijn! Het nummertje van de bus kreeg je pas als je ook écht vertrekkensklaar was. Er zijn dus vandaag weer veel extra kilometers gelopen door menig passagier…



    En daar zaten we weer op onze beurt te wachten in de duisternis...
    Met vooraan op 't podium 't Politburo.




    En elke keer ge uit die boot stapt moet er de obligate foto genomen worden...
    Een activiteit die bergen verkwiste inkt en papier oplevert... Echt niet milieuvriendelijk.




    Ze domineert "enigszins" het dorpzicht.



    De kerkstraat met op de bergflank de resten van de steenkool-kabelbaan.

    Het busje dropte ons in een winkelzone waar we niks te zoeken hadden. Een mens komt toch niet helemaal tot Spitsbergen om wat sweaters met elanden op te kopen?!! In plaats van ons dan tenminste aan de Dienst voor Toerisme of aan ’t museum te droppen!

    Doordat de cruise zelf geen excursies aanbood in Longyearbyen (ze durfden dat waarschijnlijk niet omdat ze tot eergisteren nog niet wisten of we toestemming gingen krijgen om op Spitsbergen aan land te gaan) moesten we zelf maar voor ons entertainment zorgen. Voor de meeste mensen betekent dat shoppen, maar voor wie echt iets van 't land wil zien is dat systeem niet prettig. Als je pas zo laat van boord kunt dat de meeste uitstappen die door plaatselijke reisbureaus georganiseerd worden al vertrokken zijn, valt er nog weinig te organiseren.

    Een eerste tour-operator waar we binnen stapten kon ons alvast niet meer helpen, maar Paul vond - na lang zoeken en eerst per ongeluk bij de burgemeester terecht gekomen te zijn - de “Dienst voor Toerisme” waar hij met de hulp van een vriendelijke bediende toch nog aan een tripje geraakte. Ik had ondertussen de strijd al lang opgegeven en mijn tijd benut door foto's van de enige straat van 't stad te nemen.



    Hier waren we duidelijk aan 't verkeerde adres.

    Toen ik eindelijk ook mijn echtgenoot en de "Dienst voor Toerisme" gevonden had (nadat ik eerst in een hotel was binnengestapt). Ge moet het maar kunnen,  verloren lopen in een stadje dat maar twee straten een half telt, zag ik Paul daar opgewonden naar mij staan zwaaien. Ik was mijn geloof in de expeditie al lang verloren maar mijn steenbok had blijkbaar toch weer resultaten weten te boeken.

    "Heu schat... ze hebben hier nog twee plaatsen voor een excursie..."
    "Ja?!! Echt?!! Gewèldig!!! De fossielen-zoektocht?!!!"
    "Nee, die is al vertrokken 't is iets anders dat we-"
    "Dat geeft niet! 't Is al goe! 't Is al eender wat 't is! Als we hier maar iets kunnen gaan zien!! Zeg maar tegen die madam dat we 't nemen!"
    "Jamaar schat 't is misschien iets dat ge niet zo graag gaat-"
    "Allez!!! Zeg nu aan die madam dat we 't doen anders is er misschien geen plaats meer!!! Wat staat ge nu toch te zeveren?!"
    "Schat 't is iets met sledehonden..."
    "Pardon? Sledehonden? Gij wilt mij toch niet zo'n sadistische sledetocht laten maken? Met van die zielige uitgemergelde sukkeltjes die mij moeten voorttrekken?! Trouwens,... hoe slede? Er ligt geen sneeuw!!!"
    "Tja, 't is daarom dat ge 't misschien ook niet zo erg gaat vinden. De trip heet "Dogs-on-wheels" en-"
    "Wablieft?! Honden op wielen?!!! Zeg,... ge zijt mij erdoor aan 't sleuren hé?..."
    "Nee, 't is écht. In de zomer vervangen ze hier de sledes door wagentjes en die worden dan voortgetrokken door honden die-"
    "Gaan wij ons laten voortrekken in een karreke door hondjes?! Gelijk bij ons vroeger de melkboer rondreed?!! Over die bergen?! Die arme beesten zouden ons over die bergen moeten slepen?! Gij zijt zot zeker?! Zeg aan die madam dat ze haar-"
    "Jamaar schat, die hondenkar heeft rubberbanden en die rijden enkel over asfalt en er worden geen hellingen genomen en die honden zijn in prima conditie en-"
    "Wacht. Laat mij met die madam spreken."

    Na de onschuldige vrouw ernstig op de rooster gelegd te hebben of het toch zeker geen dierenmishandeling betrof kwam ze met voldoende argumenten om me te overtuigen.
    Uiteindelijk boekten we dus een excursie waar ik als dierenvriend ooit over gezworen had dat ik daar nooit of te nimmer aan zou deelnemen…  "Dogs-on-Wheels" begot... Ik kwam eerst niet meer bij van 't lachen. Maar ja, ergens begrijp ik het wel. Die honden zitten hier toch, en die beesten een half jaar in hun kooi laten zitten is ook geen leven.  Dus organiseren ze tijdens dit seizoen “Dogs on wheels”. Het span huskies trekt dan geen slede maar een wagen voort. Inventief. Zo blijven de dieren fit en komt er nog geld in ’t laatje ook want zo'n roedel honden houden kost wel iets.

    Terwijl we daar stonden te wachten op het verlossende telefoontje van de huskie-farm - op kousenvoeten in blauwe plastic zakjes, want iedereen doet in dit pooldorp zijn schoenen uit alvorens een huis te betreden - werd de Dienst voor Toerisme zo ongeveer onder de voet gelopen. Die arme bedienden wisten echt niet wat hun overkwam. Enkele honderden mensen van onze boot probeerden ook aan een uitstapje te geraken en het kleine Longyearbyen was zelfs niet eens verwittigd dat er vandaag een cruiseschip ging aanleggen... Dus alweer : komplete chaos en een hoop teleurgestelde passagiers...



    Let op de kousenvoetjes...

    Dat komt er nu van als de regering van Spitsbergen pas enkele dagen tevoren toestemming tot aanmeren wil geven. Op die manier kunnen de locale tour-operators ook geen voorzieningen treffen en verliezen ze een hoop centen die anders snel verdiend zouden zijn. Het hondentripje van drie uur kostte toch al weer 590 Noorse kronen per persoon.
    Het zou ook zoveel prettiger zijn voor de passagiers om iets op voorhand te weten. Nu kom je in Amsterdam aan boord, je hebt speciaal een van de zeldzame cruises die helemaal tot Spitsbergen gaan geboekt, want de meeste eindigen in ’t noorden van Noorwegen, en ’t eerste dat je aan boord te horen krijgt is dat er nog niet geweten is of er authorisatie van de overheid gaat gekregen worden om daar aan land te gaan. Dus vanaf de eerste dag zorg je al voor ontevredenheid en onrust onder je passagiers. Die eerste dagen zit iedereen in spanning af te wachten tot dan toch bekend wordt gemaakt dat de toestemming verkregen is maar dan blijkt dat er geen uitstappen zijn voorzien…

    Ergens is dit administratieve gedoe wel te begrijpen omdat Svalbard (de Noorse naam van de Spitsbergen eilandengroep) niet gesteld is op cruise-toerisme. Ze willen hun natuur zo ongerept mogelijk houden. Naar ’t schijnt laten ze maar een beperkt aantal cruiseschepen per jaar toe. De Costa Luminosa is uitgerust met de allerlaatste snufjes op gebied van milieubescherming, dus misschien is dat nog de reden dat we toch hebben mogen ankeren en zelfs aan land gaan in Magdalenenfjord en in Longyearbyen. Alhoewel ik daar gisteren toch nog twee andere schepen heb zien liggen waarvan minstens één boot zijn passagiers ook aan land liet gaan. Het lijkt me weer een “regeling” waar veel in “gefoeffeld” wordt…


    Deel 2 : Wolven op wielen.



    Bij de kaart van Spitsbergen in de Dienst voor Toerisme.

    Veel tijd om te filosoferen kregen we niet want binnen de vijf minuten werden we opgehaald door een man in een landrover die ons naar zijn kennel bracht.
    Is me dat een lawaaierige bedoening, tachtig uiterst temperamentvolle honden! Ik zou ze niet graag als buren hebben. Ze staan te springen en te huilen en verdringen mekaar om mee te mogen. Het zijn vriendelijke dieren tegenover mensen maar onderling worden er flinke robbertjes gevochten. In ons wagentje zouden 12 mensen plaatsnemen en daarvoor werd een span van 13 honden klaargemaakt.



    Een drukte van jewelste in de kennel. Iedereen wil mee op tocht...

    De sterke en overenthousiaste dieren werden door de man uitgekozen en naar het span geleid. Echter niet wandelend aan een leibandje… Hij tilt ze omhoog met hun halsband en trekt ze mee zodat hun voorste poten de grond niet raken. Zelfs op deze manier zijn ze nog moeilijk in bedwang te houden. Zet zo’n hond aan een lijn met zijn 4 voorpoten op de grond en hij sleurt je gewoon mee naar de Noordpool vrees ik. De kracht die van die dieren uitgaat! Het lijken wel kruisingen tussen wolven en ijsbeertjes.



    Het leiderskoppel.



    Geduld is niet hun sterkste kant...
    "Laat het daar vanachter eens wat vooruitgaan hé seg!! Wij willen vertrekken!!"



    "Geduld baas!!! Nog drie stuks en we zijn weg!"




    Het inspannen alleen al is een krachttoer.

    Het voorste koppel bestond uit de leidende reu en een teefje in opleiding, daarachter werden willekeurige honden in paartjes - of als ze ruzie maakten, solo - ingespannen. Het leek wel of die beesten wild werden van enthousiasme. Honden bij ons kunnen blij kwispelen of al eens vrolijk omhoog springen als ze mee mogen gaan wandelen maar bij deze dieren gebeurt dat met 10 keer zoveel energie. Op bepaalde momenten springen ze omhoog als rubber balletjes en lijken ze gewoon in de lucht te hangen! Dogs-on-Air! Die hebben de kunst van het “Japans poseren” wel heel goed onder de knie… De dieren die gedwongen thuis moesten blijven sprongen tegen het draadwerk van hun kooien omhoog uit pure frustratie.



    "Japans poseren". Nee ze hebben het echt niet van mij geleerd.



    't Is natuurlijk wél belangrijk dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen...

    De andere mensen van ons groepje logeerden in Longyearbyen en hadden dan ook bijtijds ingeschreven voor deze trip, dus zij waren lekker ingepakt in dikke winteroutfits van de hondenkennel zelf. Wij waren natuurlijk niet bedacht op zoiets als een “hondenwagentocht” door snijdende wind dus waren wij van boord gestapt in onze klassieke verzameling laagjes…





    In de verte ligt onze boot...
    Alweer "enigszins" het landschap de domineren.


    Om ‘t kwartier stopte het span en kregen de honden te drinken. De menner liep langs het span deelde 13 inox drinkbakken uit, liep met een emmer naar een beek of een meertje langs de weg en vulde de potten met fris water. De honden lebberden naar hartelust. De reden van de regelmatige drankstops was de hitte. Zo’n dier is gewoon om in -30° in de sneeuw te slapen en dan is rennen in +4° voor die sukkels een heuse hittegolf. De man vertelde dat de huskies zich tijdens tochten in de winter in een bolletje rollen en zich vrolijk laten insneeuwen. Op een ochtend stond hij op en zag geen enkele hond meer, hij riep ze en daarop onstonden allemaal grote bewegende  molshopen waaruit zich uitschuddende, geeuwende honden verrezen. Ik denk niet dat ik dat ooit ga meemaken want een meerdaagse tocht en ingegraven in sneeuw slapen is niet direct mijn idee van vakantie.







    Lekker koel. IJskoud water en even met 't buikje op de grond chillen...
    Ik ben in een vorig leven beslist géén husky geweest...


    Ik dacht dat alle huskies blauwe ogen hadden maar dat blijkt helemaal niet het geval te zijn, het merendeel hun kijkers zijn bruin. Ze zijn ook niet zo egaal van pels als de supersjieke huskies die je soms bij ons ziet. Deze honden zijn veel ruiger en zeker niet geteeld voor hun mooie uiterlijk, hier gaat het om kracht en intelligentie of gedweeheid.



    We volgden een van de zeldzame geasfalteerde banen van het eiland door een zompige vallei met aan weerskanten besneeuwde toppen waarop vele flanken nog resten vertoonden  van de mijnbouw die hier vroeger het hoofdinkomen vormde.
    In tegenstelling met een gewone mijn werd de steenkool hier horizontaal uit de bergen gedolven om vervolgens via een  kabelbaan die over houten staketsels liep naar de haven vervoerd te worden. Grote delen van dit houten systeem zijn nog steeds tegen de bergwanden zichtbaar.



    Rendieren en sneeuwscooters in een mijnlandschap.



    Mijnresten tegen de bergflank.


    Deel 3 : Gepromoveerd tot tweede in rang van de roedel.



    De plassen in de toendra geven het gebied een extra charme, ze weerspiegelen de bergen en maken alles zo mogelijk nog weidser. De begroeïng is niet veel hoger dan een graspriet en bestaat voornamelijk uit veelkleurige mossen en kleine bloempjes. Vooral witte pluizenbolletjes. De ijsbeer in bloemvorm. Ondanks dat je het kaal moet noemen, vind je hier een enorme kleurenrijkdom. Niet alleen door de begroeïng maar ook door al de tinten die je terugvindt in de lagen van de rotsen, je kan er heel de geologische geschiedenis van dit arctisch eiland uit afleiden. Dat is ook wat dit zo’n heerlijke plek voor fossielenzoekers maakt. De “fossielen-excursie” die ik zo graag had meegemaakt maar die volzet was…



    Enkele van de weinige vogels...









    De enige menselijke sporen die we tegenkwamen waren af en toe kleine barakken van wetenschappers die zich op klimatologisch en meteorologisch onderzoek toespitsen.



    Antennes?

    Na een uur en een kwartier kwamen we bij een andere kennel waar een deel van de honden vervangen werd. Ze zitten in moderne metalen draadkooien en hebben ook allemaal hun eigen houten hok.







    Bij de puppies.

    Aangezien het zo’n vriendelijke dieren zijn wou ik er wel eens innig mee poseren. Maar door hun vurige temperament waren hun liefdesbetuigingen nogal aan de geweldige kant en werd ik zo ongeveer overrompeld. Ik verloor mijn evenwicht, viel omver, het likkende teefje lag bovenop me en net op dat moment kwam de leider van de roedel kijken. Jaloers op de aandacht, waarop hij vond dat hij het alleenrecht had, begon hij vrolijk tegen mij te plassen. Hij wou duidelijk de baas blijven. Kortom ik werd ineens ingelijfd bij de roedel en ik wist ook ineens mijn plaats. Tweede in rang. Ná hem.



    Schattig... zo'n lief knuffelteefje...



    Overweldigend schattig zelfs ...
    Maar het onheil loert al achter mijn rug...




    De trotste roedelbaas is duidelijk tevreden met zijn vochtige geurende statement...



    ... maar komt voor de zekerheid toch nog eens checken of 't wel voldoende was.



    Helemaal links : een wel zeer tevreden snuit.

    Dan sta je daar dus, in the middle of nowhere, terwijl de gele hondenplas van je jas druipt en in je jeans trekt. Zonder handdoek, zonder warm water, zonder zeep, met alleen een zakdoek… Met ijskoud water uit een drinkpot heb ik getracht de schade enigszins te beperken, maar ik vrees dat ik toch nog een tijdje naar huskie zal ruiken. En ik die dacht dat alleen kattepis een penetrerend geurtje had… "Leader-of-the-Gang"-plas valt ook niet te onderschatten…
    Bij nader inzien was ik nogal grondig gedoopt. Een poolhond kan je niet van half werk betichten. Ik genoot enorm van de hilarische situatie maar was wel een beetje bang om met een natte broek terug op die wagen te moeten. We gingen tijdens de terugweg namelijk wind tegen hebben… En een natte jeans, met een natte kousenbroek eronder zijn niet meer zo erg warm…Maar in dat wagentje lagen dikke warme rendierpelsen. En die roken toch ook naar “vanalles”.

    Jammer genoeg heb ik niet veel foto's van 't voorval want Paul bleek plots véél meer geïnteresseerd in zijn videocamera. Ah ja, dan kon hij mijn vloeken ook voor de eeuwigheid vastleggen.


    Deel 4 : Op de kattenbak.



    "Ik heb die madam wel goed liggen gehad hé?..."
    "Ge moet er nog fier op zijn ook..."



    "Ja uw vrouwelijke collega heeft groot gelijk, debiel machoke! Denk toch eens na!
    Zo'n toeren uithalen is wel heel slecht voor 'de commerce'...
    Gelukkig dat ge 't bij een madam geflikt hebt die al een harde training had in kattepis."

    Tijdens mijn summiere hondenpis-schoonmaakoperatie waren de andere mensen reeds ontvangen in een houten blokhut, die een kopie was van degene die Barendts bouwde op Nova Zembla toen hij destijds op zoek was naar een korte zeeroute naar Indië. We werden getrakteerd op thee, chocolademelk, plezante verhalen en warmte. Heel tof, maar ik vind geschiedenisles op zo’n momenten minder boeiend dan buiten in die desolate maar enig mooi natuur te gaan fotograferen. Dus ik heb de les gemist. Maar om de avonturen van Barendsz te volgen is Google goed. Met een droge broek achter mijn scherm in mijn hobbithol zittend zal dat een stuk comfortabeler zijn.



    De hut van Barendsz.



    In een van de kleinere blokhutjes stond een toilet met wel een héél speciaal doorspoelsysteem. Water kan hier natuurlijk niet gebruikt worden, alles zou kapotvriezen. Hier staat naast het toilet - zo’n houten geknutsel met een rond gat erin, zoals bij ons vroeger – een bak met houtzaagsel. Hier wordt dus “doorgespoeld” door een greep zagemeel uit de bak te nemen en dat over uw boodschap te strooien. Best praktisch en in die temperaturen ruik je toch niets. Zeker niet omdat er ook nog een raam openstond. Een pot with a view. En wat voor een uitzicht!!! Wel grappig die truk met het zagemeel, nu weet ik tenminste eens zelf hoe ’t moet aanvoelen als mijn poezen thuis op hun kattenbak gaan.



    A toilet with a view...





    Afscheid van de puppies.
    Met in 't achterhoofd : hoe kleiner de hond, hoe kleiner het eventuele plasje.



    "Maar allez, das toch niet serieus Bjorna! Den Olaf en de Gustafson zijn gisteren al meegeweest!"
    "Nee 't is niet eerlijk want voor de Pelle en de Tjorven is 't ook al de vierde keer deze week!"




    De roedel wordt weer ingespannen.



    En 't kan weer niet rap genoeg gaan.



    "Allez kom schat, poseer eens bij de hondjes! Ik heb dat toch ook gedaan...
    Een klein beetje dichterbij als 't kan..."



    ... maar hij bleef zich in de vreemdste bochten wringen om toch maar zo ver mogelijk
    uit de buurt van 't achtereind van die beesten te blijven...



    Mijn echtgenoot blijkt een zeer soepele ruggegraat, een goed evenwichtsgevoel,



    ...en een heel lange arm te hebben.
    Allemaal heel nuttig als fotomodel...
    maar hoe komt het dan toch dat geen enkele van deze foto's echt geslaagd te noemen is?...


    Deel 5 : 't Moest er ooit eens van komen... Ik val zonder woorden...



    De achterblijvers hadden bij 't vertrek hoorbaar spijt...




    Het wagentje waar de honden in vervoerd worden om hen van de ene kennel
    naar de andere te brengen. In dit geval letterlijk "Dogs-on-Wheels" dus.



    In de winter wordt het echte materiaal buitengehaald...



    Een alternatieve manier om te parkeren...
    De sneeuwscooter staat niet op de grond. Hij hangt in een hangmat.
    De beste manier om hem niet ingesneeuwd terug te vinden tegen dat je hem nodig hebt.



    We reden langs dezelfde baan terug bij gebrek aan een andere. Enkel in ’t dorp en net erbuiten zijn een paar wegen, voor de rest moet je de sneeuwscooter gebruiken. En vooral je geweer niet vergeten, en lichtpijlen, voor ’t geval je een ijsbeer tegen zou komen. Maar eerlijk gezegd ik denk dat die kans klein is want er werkte een franse jobstudent in de kennel en die vertelde dat noch hijzelf, noch zijn collega, in zes maanden tijd nog altijd geen ijsbeer gezien hadden. In de zomer zitten de dieren blijkbaar op de ijskoude dichtgevroren noordoostkant van Spitsbergen waar de golfstroom het water niet opwarmt.



    De terugrit was even fascinerend, op die besneeuwde spitse bergen die in een roestbruine toendra geankerd staan raak je niet snel uitgekeken. De desolaatheid en schoonheid die ervan uit gaat bezorgt je kippenvel. Nee, dat kippenvel kwam niet van de koude want ik heb ’t hier in de poolcirkel nog altijd lekker warm. Zolang je winddicht gekleed gaat is er niks aan de hand. ’t Was trouwens rond de 4°, alleen bij wind verlaagt de gevoelstemperatuur dramatisch, net als op de momenten dat de zon even wegduikt. Maar ik had dus die lekkere rendiervellen om over mijn benen te leggen.







    Tja, de "verse aanvoer van huskies" moet ergens beginnen nietwaar?...
    't Is altijd belangrijk om wat plezier te beleven tijdens uw werk.
    Dat voorkomt burn-out.






    Ik weet het wel. Weer veel foto's en weinig tekst.
    Maar ik vond het daar toch zo enorm mooi...
    Ik werd er gewoon stil van.








    Jonge eendjes... Baby zijn in dít deel van de wereld?... Brrrrr...



    Bij aankomst renden de dieren spontaan de kennel binnen!

    Nadat we de honden terug afgeleverd hadden keken we nog even rond aan de kennel en zagen zeehonden te drogen hangen. Wintervoer voor de honden. Meestal eten ze gewone droge hondenbrokken, in de zomer aangelengd met veel water, in de winter happen ze gewoon al lopend sneeuw. ’s Winters zorgen de gedroogde zeehonden voor wat extra weerstand. Die zeehonden-drogerij was wel een beetje een eng zicht.



    Hm. Gedroogde zeehond. Heel wat anders dan Bonzo-brokken...
    Ik zie dat hier al in mijn kelder hangen op de plek van mijn zakken Friskies...




    De man was zo vriendelijk ons met de landrover terug naar ons schip te brengen en daar hebben we dan genoten van een snelle lunch en veel warme thee want Paul was ondanks mijn muts en sjaal (die hij bij ’t inpakken in België eerst totáál overbodig had gevonden) toch helemaal verkleumd geraakt.





    Deel 6 : De Far West in het Hoge Noorden.

    Tijdens de maaltijd passeerden de ruitenwassers van het schip. Er valt hier natuurlijk wel een raampje te poetsen... De mannen hangen in een zeer stevige zwaar metalen hangbrug - bijna meer een kooi - en schuren met een grote borstel de ramen schoon waarna ze ze met een slang afspuiten. Aangezien die mannen twee verdiepingen tegelijk onder handen nemen is diegene die de onderste plaats in de kooi heeft gekregen wel enigszins in ’t nadeel. Gelukkig was het “een warme dag” zullen we maar denken. En ze waren heel goed aangekleed voor hun job, tot en met een veiligheidsbril. Al het personeel van dit schip heeft trouwens prima kleding voor hun werk in deze temperaturen.







    Best niet solliciteren als ge hoogtevrees hebt...

    Na de rappe hap vertrokken we terug naar het dorpje, we hadden nog enkele uren vrij en dus wilden we er maar al te graag nog verder op ontdekking in Longyearbyen. Ik was er ondertussen mijn hart verloren en ik hoopte ook nog altijd een fossieltje te vinden… Eerst gingen we even mail ophalen en dat hadden we beter niet gedaan want voor een van de zeldzame keren dat we contact hadden met het thuisfront bracht dat alleen maar slecht nieuws.
    In het winkelcentrum verkochten ze heerlijk warme sweaters met zeer mooie prints van ijsberen op, jammergenoeg waren we onze centen aan boord vergeten. Misschien nog maar best ook want ze verkochten daar wel héél véél héél mooie zaken. Maar niet getreurd, dan konden we het winkelcentrum laten voor wat het was en het uiteinde van het dorp gaan opzoeken, waar aan de voet van de gletsjer een morene begon waarin, volgens mij, "duizenden zo maar op te rapen fossielen" lagen...



    De niet besneeuwde toppen tonen hun kleurenrijkdom.



    We volgden de keienbedding van de morene - waartussen de nietigste bloemetjes bloeien - en kwamen zo echt precies op ’t einde van de wereld terecht. Ik heb tussen de stenen naar fossielen gezocht maar niets gevonden, behalve dan die fijnste kleinste plantjes. Zelfs geen versteend ijsbeerke...







    Als trootsprijs een ijsbeerbloemke?



    Misschien nog maar best dat ik geen fossielen vond.
    Want als ik die 24 zakken van mijn jasje vol met stenen gepropt had...
    was ik waarschijnlijk niet meer op tijd tot aan de boot gestrompeld geraakt.


    De morene helemaal volgen tot aan de sneeuwgrens - en dus het dorpje verlaten - is zonder wapen niet toegestaan. Vanwege die zogenaamd plots opduikende ijsberen dus… Enfin, ze zúllen wel bestaan want op vele winkeldeuren hangen bordjes waarop staat dat je je wapens aan de kassa moet afgeven. Schoenen uittrekken, wapens afgeven... Als je die "mededelingen" voor de eerste keer ziet komt dat wel heel surrealistisch over.



    De Far West in het Hoge Noorden...



    De inboorlingen zijn écht geen kouwe kikkers, ze hebben een heerlijk gevoel voor humor.



    En dan geen centen op zak om zo'n enig t-shirt te kopen verdorie...


    Deel 8 : Afscheid van Spitsbergen...



    De dikke dame. (Rechts op de foto).
    Tijdens deze reis meende ik onze kolossale boot regelmatig te horen verzuchten :
    "Is mijn gat niet te dik voor deze fjord?..."
    (Een woordje uitleg voor mijn Nederlandse lezers :
    In Vlaanderen kennen wij een heel populair liedje met als titel :
    "Is mijn gat niet te dik voor deze rok schat?")






    Ons drijvend appartementsgebouw.



    "All on board?!" "Dan wijle weg!"
    Onze rode loper wordt binnengehaald.


    Op acht mensen na kwamen we als laatsten aan boord. Vanop het dek hebben we in volle zon kunnen genieten van ’t uitvaren van de fjord. Het kleine kleurige Longyearbyen werd hoe langer hoe nietiger en uiteindelijk bleef er niets over dan zee omringd door spitse bergen met ertussen enorme gletsjers. De ijsmassa’s waren tot aan het water geschoven en vormden daar een steile afbrokkelende felblauwe rand. Ijzingwekkend mooi. Alweer een kippenvelmoment zonder echt kou te hebben.



    Vanaf nu varen we jammergenoeg terug in zuidelijkere richting en gaan stilaan het arctisch gebied verlaten en weer in een iets bewoondere wereld terechtkomen. De middernachtszon nemen we nog wel even mee. Ik weet niet hoeveel uur we nu al in daglicht leven maar dat moet toch al meer dan 100 uren zijn.





    Cool kereltje.

    ’s Avonds was het Captain’s Diner en was het de bedoeling om in galakleding te komen dineren. Dat sprak me niet zo erg aan. De desolate natuur zit nog volop in je kop en dan heb je geen zin om opgetut  tussen veel mensen te gaan zitten. Ik had er geen idee van dat deze natuur zo op mijn gemoed zou werken. Ik heb al van verscheidene vrouwen gehoord dat ze tranen in hun ogen gekregen hebben bij ’t aanschouwen van deze wereld. Je kan zelfs op momenten niet meer geloven dat je op aarde rondvaart, je lijkt wel op een planeet terecht gekomen waar geen leven meer is, alleen ongerepte schoonheid.









    Kijken en blijven kijken. Altijd ogen te kort... 24 uur per dag.
    Een verrekijker. Een nuttig instrument om tranen van ontroering achter te verbergen.

    Het diner was wel weer erg lekker. Als ik hier nog enkele weken aan boord zou blijven verander ik in een vleeseter. Nog nooit zo’n lekker sappig en mals vlees gegeten. Het komt van Argentinië en in tegenstelling tot bij ons zit er een flinke vetrand aan. Misschien is dat wel de reden waarom het vlees zoveel smaak heeft? Als dessert kozen we voor ’t eerst sinds dagen nog eens een gerecht - een onschuldige chocomousse - van de speciale Samsarakaart, en ook dat hadden ze weer weten te verknoeien. Godzijdank dat we al zo snel zijn overgeschakeld naar de uitgebreide en superbe menukaart van ’t andere restaurant. Voor onze smaakpapillen althans. Onze lijn denkt daar enigszins anders over.

    ’t Is iets voor middernacht maar ik kruip in bed. Ik kan niet meer. De zon is vanavond nochtans duidelijk te zien, ze staat zelfs nog een flink stuk boven de horizon. Maar aan heel dat middernachtszongedoe is niet veel aan. Je hebt geen spectaculaire bijna-zonsondergangen of opgangen, je hebt gewoon een massa licht. Je kan het zelfs niet eens mooi fotograferen.



    Maar wat hebben we nu vandaag vooral geleerd?
    Dat niet alleen kattepis een uitzonderlijk aroma verspreidt. Hondenpis moet er zeker niet voor onderdoen.
    En dat ik om zoiets te leren bijna helemaal tot aan de noordpool ben moeten reizen…

    Het fotoalbum van de lange prachtige dag in Longyearbyin vindt je op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen9Longyearbyen?authkey=Gv1sRgCO6gw76I6ZT8uAE#
    (Niet vergeten : wil je de albumfoto's in 't groot zien druk de F11 knop in.)





    19-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10. Een drijvende stad met een Italiaans schepencollege.

    Zondag, 19 juli 2009.
    Costa Luminosa, op zee.

    10. Een drijvende stad met een Italiaans schepencollege.



    0.00u. Voilà, zo ziet dus een middernachtzon er uit als ze even onder de wolken komt kijken.
    Geef nu toe... niet veel aan te zien toch? Ik denk dat 't noorderlicht véél interessanter is.
    En dat ge dan veel meer slaap krijgt.


    Uitgeslapen wakker geworden! Geen wekker moeten zetten! Zalig gewoon! Tot 9 uur in bed gelegen en ontspannen wat fruit gaan eten. Wat een rust. Dat zijn we niet meer gewoon.

    Om 10 uur begon er een dia- en filmvoorstelling over het inwendige van het schip dat de passagiers nooit te zien krijgen. De diareeks werd weer op de meest stuntelige manier aan mekaar gepraat door het enige Nederlandstalige bemanningslid hier aan boord. Hoewel het woord Nederlandstalig hier eigenlijk niet echt op zijn plaats is. Ze rijgt de ene lapsus aan de andere en de beleefdheid gebiedt ons niet te lachen. Niet altijd eenvoudig en gelukkig kan de duisternis van 't theater een grijns al wel eens verhullen.  Ze beweerde dan ook nog dat we al héél blij mochten zijn dat we het dagelijkse cruise-krantje in ’t Nederlands in onze kajuit gedropt kregen want dat onze taal geen officiële taal is aan boord. Er blijken wel zomaar even 600 Nederlanders en bijna 100 Belgen aan boord te zijn! Dat is toch wel een vijfde van het publiek, dat kan je bezwaarlijk een minderheid noemen vind ik.



    Maar los daarvan, de voorstelling boeide me enorm. Ik wou dat ik er meer van had kunnen onthouden. Ik heb maar wat slechte foto's - van de al even slecht geprojecteerde dia's - genomen, als extern geheugen.
    Dit schip - een middelmaatje dan nog, want hier zijn amper 3500 mensen aan boord, op de grotere wel 5000 - verbruikt per dag zo maar even de energie van een grote stad als Genua… Een pijnlijk moment om het woord “milieuvriendelijk” in de mond te nemen toch deden ze dat met de glimlach. Ze waren heel trots op hun afvalverwerking. Weliswaar met reden. Ze hebben eigen zuiveringsstations die op bacteriën werken zodat proper water in zee geloosd wordt in plaats van beer. Alle andere afval wordt gesorteerd en tot briketten geplet die aan land naar de specifieke verwerkende firma’s gebracht worden. Het keukenafval wordt bij mekaar gespoeld, vervolgens samengeperst en gedroogd en daarna wordt het verbrand. De stoom die hierbij vrijkomt wordt dan weer gerecycleerd om de ovens op te laten werken.



    Het afval tot briketten persen.

    Het schip is eigenlijk een drijvend dorp met allerhande beroepen aan boord. Vanzelfsprekend is er een hospitaal met een dokter met tweemaal spreekuur per dag (die alleen Italiaans verstaat en stokoud is. Ik vrees eerder voor zijn eigen hart dan voor dat van de passagiers. Hij eet - en niet te vergeten drinkt - altijd in ons restaurant dus ik heb tijd genoeg om zijn gezondheidstoestand in te schatten). Er werken hier ook nog een smid, een kleermaker (voor al die uniformen), er is een reuze wasserij (zoals altijd gerund door Chinezen. Is dat iets in hun karma? Of kennen die uit geheime overleveringen hoe bepaalde vlekken uit stoffen te krijgen?), een stoffeerder (om de kapotte zetels opnieuw te bekleden),…



    De mensen die het schip gebouwd hebben verblijven tijdens de eerste cruises ook aan boord om de nodige bijsturingen en herstellingen uit te voeren.
    Met de dia's over de bouw was "het-jongeske-in-mij" heel gelukkig. Die periode had ik wel zelf willen meemaken...



    De brug wordt in zijn geheel op het schip gemonteerd.



    Doorsnede van de boot.
    De kajuiten zullen later in de vorm van (reeds volledig als kamers ingerichte) containers 
    in het schip geschoven worden.




    De schouw wordt aan boord gehesen.

    Het personeel bestaat uit maar liefst 81 nationaliteiten. Ze delen kajuiten van maximaal twee personen die met alle modern comfort uitgerust zijn. Die mensen hebben hun eigen fitness, bar en restaurants. Eén speciaal voor het aziatisch personeel omdat die, om diverse redenen, niet zo gelukkig zijn met de Europese keuken.

    De keuken en voorraadmagazijnen zijn een wereld op zich. De menu’s zijn allemaal op voorhand aan land samengesteld, alleen als een bepaald ingrediënt uit voorraad raakt mag de kok zijn eigen inspiratie gebruiken. De bakkerij bakt 24 uur op 24.



    De machinekamer heeft meer weg van een raketlanceringsstation. Aan de wanden van de controlekamer zie je niets dan wijzerplaten en toetsen. Alles maar dan ook alles wordt van hieruit gestuurd. Vanaf de benodigde kracht van de motoren tot en met de temperatuur van ’t water in de diverse zwembaden.



    De brug is hypermodern. Maar we kregen enkel een paar zielige dia's gezien. Ah ja, de brug is hun gróót geheim...
    Ze staan konstant in verbinding met satellieten zodat ze van elk schip in de omgeving kunnen zien welke nationaliteit het heeft en zelfs uit wat de lading bestaat. Voor ’t geval de moderne hulpmiddelen toch zouden uitvallen wordt nog driemaal daags de sextant boven gehaald en wordt de route minutieus op zeekaarten uitgetekend (deze reis maar liefst op 300 verschillende, wegens al die ingewikkelende routes tussen de grillige fjorden).
    Maar volgens mij wordt er op de brug toch regelmatig met de handen in de zakken gestaan of een kaartje gelegd want het grootste deel van het traject wordt aan de automatische piloot overgelaten. Zogezegd mogen de passagiers de brug niet meer bezoeken na de aanslagen van 9/11 maar volgens mij heeft het er eerder iets mee te maken dat daar weinig meer gebeurt dan spelletjes patience.
    De kustwacht controleert nauwkeurig of het schip niet van de route afwijkt. Die is tot op honderd meter na bepaald dus daar moeten ze zich strikt aan houden. Varen tussen fjorden is natuurlijk niet simpel, maar daarvoor komt dan ook altijd een loods aan boord die de verantwoordelijkheid uit de kapitein zijn handen neemt. Alweer tijd voor een spelletje patience…

    We kregen ook een boeiende uitleg over de veiligheid. Het verschil tussen branddeuren en waterdeuren. Vuur en water zijn de belangrijkste oorzaken van rampen op een cruiseship. Er zitten hier dan ook overal sprinklers. Maar kom, als er iets fout moest lopen vrees ik dat met zo’n massa volk de chaos toch te enorm zou zijn om nog veel te kunnen redden. Zeker omdat iedereen “in command” alleen maar Italiaans verstaat en spreekt…



    Water- en branddeuren.

    (Ik heb nog veel van die miserabele "foto's van dia's", ze zijn lelijk maar wel interessant, ik zet ze wel allemaal samen in een fotoalbum op 't einde van dit hoofdstuk zodat de echte liefhebbers er eens tussen kunnen gaan grasduinen.)


    Deel 2 : De Dracula-scéance.

    Na deze erg interessante lezing gingen we op ’t zwembaddek een theetje drinken. Per dag organiseren ze daar minstens 10 shows, lessen of voorstellingen van ‘t een of ‘t ander. Meestal met de bedoeling ook iets te verkopen. Deze keer bleek het een voorstelling van de massages, ayurvedische behandelingen en de tandenblekerij in de Samsara-wellness te zijn. Spierwitte tanden zijn ook  hier de grote hype.



    Overamusement. En een filmpje én een demonstratie...
    En dat allemaal voor iemand die lekker naar zijn eigen Ipod aan 't luisteren is...

    In ’t zicht van al ’t volk dat daar rond het zwembad ligt gaan dan enkele uitverkoren zich laten masseren. Dat moet echt wel heel ontspannend zijn in zo’n hel van lawaai. Ondertussen zat een jong meisje haar tanden te laten bleken. Het idee alleen al. Je zit daar dan voor gek met je bek open gesperd en zo’n fel blauw licht dat op je tanden schijnt. Al de andere toeristen komen dat dan van dichtbij bekijken en nemen foto’s van u in uw machteloze positie. Bij elke foto springt de kerel van de tandenblekerij in een foto-pose! Hilarisch!



    Héél relaxed gemasseerd worden...
    of u tergend langzaam laten bedruppelen door een pot olie die boven uw voorhoofd hangt...




    Strike the pose! De "tandenbleker" in actie!

    Meestal loop ik met een wijde boog rond deze voorstellingen maar af en toe kom je er toch in terecht en dan is ’t eigenlijk wel de moeite waard om er tijdens een tasje thee en een sigaretje even naar te zitten kijken. Het is meestal wel goed voor een discrete schaterpartij.



    Mijn Spaanse kameraad tracht aan de uitnodiging van een demonstratrice te ontkomen.
    Bemerk zijn bedenkelijke blik die al een vluchtweg zoekt.


    In ons restaurantje weten ze al dat we graag aan ’t raam zitten en zo gauw er een plek vrij komt verwittigen ze ons. Die mensen doen echt moeite om ’t hun klanten naar hun zin te maken. De meesten zijn Aziaten en mensen uit Centraal Amerika. Ik dacht dat iedereen aan boord een Europees loon kreeg maar dat blijkt niet het geval te zijn. Vandaar dat er zoveel niet-Europeanen aan boord werken, die kosten de firma veel minder. Tot voor enkele jaren werkten er veel Roemenen maar sinds die ook bij de Europese Unie horen zijn die buitengezwierd. Ze waren te duur geworden.

    Tijdens ’t eten zat ik wat te oefenen met de macro-instellingen op mijn nieuwe apparaat want daar ken ik nog niks van. De bloemen op tafel waren een welkom fotomodel. Ik maakte de ingewikkeldste instellingen en amuseerde me met meeldraadjes fotograferen. Natuurlijk zwemt er net op dat moment een bende dolfijnen voorbij, en dat was nog niks, maar er zat ook een walvis tussen. We zagen hem wel drie keer spuiten maar ik kreeg mijn apparaat niet op tijd juist afgesteld… Trouwens door de bespatte ramen van ’t restaurant fotograferen is niet simpel. Het restaurant ligt laag in de boot en krijgt heel veel spatwater. Ik heb de walvis wel heel even kunnen filmen. Meer per ongeluk eigenlijk.
    Het verbaasde me om hier dolfijnen te zien dus vroeg ik aan de kelners of dat geen andere soort was, maar die kennen blijkbaar enkel iets van vissen als ze gebakken zijn. Dus om mijn walvissen en mijn ijsberen te zien zal ik toch nog eens moeten herkansen. Maar dan wel niet meer op zo’n groot cruise-fabriek, dat is echt niets voor mij.



    Tja, aan zoiets klein zit ik te prutsen en daardoor mis ik dan een walvis...

    De jongens van ons restaurant zijn gek op de panoramafoto’s die ik met mijn apparaatje maak. Vanmiddag was ik in ’t enorme lege Taurus Restaurant gaan fotograferen en die foto’s vonden ze machtig. Ze zouden zo graag beelden hebben die ze naar ’t thuisfront kunnen sturen tijdens de acht maanden dat ze aan boord blijven. Ik ga zorgen dat ik van elk hoekje van de boot foto’s maak zodat ze die voor hun families kunnen gebruiken. Ik heb alvast van een van de mannen een memory stick gekregen om er al een reeks op te zetten. De rest van de foto’s zet ik thuis dan wel in albums en op mijn blog en dan kunnen ze er daar zo veel van kopiëren als ze willen.



    De inkomdeur van het reusachtige Taurus Restaurant dat twee verdiepingen telt.



    De benedenverdieping.



    De bovenverdieping.



    Met alle moeite van de wereld... ik kan 't echt niet mooi vinden.
    Er zitten best goed gevonden en toffe elementen in de inrichting.
    Maar jammer genoeg zo veel dat ge er minstens 10 cruiseschepen mee had kunnen vullen...
    Waarom moest alles toch op één bootje terechtkomen?



    De vleugelpiano zweeft op een glazen eilandje in de lucht...





    Als ik in deze reuze refter had moeten eten was ik van pure wanhoop in de luster gesprongen.
    En dat zou nog makkelijk gelukt zijn ook.




    Vanavond werd ik tijdens ‘t diner van tafel geroepen en dwongen onze lieve kelners me bijna om in ’t groot restaurant te gaan fotograferen. Ze wilden toch ook o zo graag foto’s als ’t ding helemaal vol zit.... Dus met mijn handen vol goeie wil  en mijn veel te klein fotoapparaatje liet ik me meeleiden...


    Deel 3 : Een intiem dineetje... met 1000 man.

    Ik heb mijn rustig tafeltje in onze kleine Samsara Restaurant dan maar verlaten en ben die grote refter ingetrokken. Wat een verschrikking! Zoveel volk en zoveel rumoer! Heelder drommen hongerige mensen staan daar wel een kwartier op voorhand aan te schuiven, zo'n massa dat wij zelfs niet tot aan de deur van ons kleine restaurantje kunnen. Alles is versperd. Als de deuren opengaan stuwen de lemmingen naar binnen. Die mensen hebben geen keuze, want ze krijgen maar anderhalf uur om zich door een vijfgangen-menu te worstelen want na hen komt nog de tweede shift eten.



    Een laatste groepje laatkomers rept zich naar binnen...



    De deuren gaan dicht. Shift 1 is present en gezeten.



    En zo ziet het er daar dus uit als het vol zit...







    Na die foto-expeditie was ik heel blij dat ik weer in 't kleine  Samsara restaurant zat...





    Bij deze lieve, toffe crew!

    Die arme kelners moeten dan ook nog regelmatig “O Sole Mio” beginnen zingen tijdens hun dienst, en zelfs op de wenteltrap tussen de twee verdiepingen de “Macarena” staan dansen. Het blijkt een beurtrol te zijn waar geen ontsnappen aan is. Zelfs de maître d’hotel moet er aan geloven. De meeste kelners kijken naar dat jobke niet bepaald uit. Uiteindelijk zijt ge aangeworven om mensen te bedienen en niet om daar om de maand een avond de paljas te staan uithangen en als Indonesiër Napolitaanse liederen ten berde te staan brengen terwijl ge met uw gat staat te schudden als een Braziliaan…

    Ons kamermeisje, Corazon, is ook een echte schat. Ze verzorgt ons als prinsen. Als je haar liet doen kregen we elke dag een verse badjas en nieuwe slippers. Maar dat wil ik niet, dat vind ik zonde van al die was en al die producten die verspild worden. Je draagt die badjas amper die 20 meter tot aan de wellness, dan kan je die toch best 14 dagen gebruiken? Of je moet natuurlijk zo stom zijn als de russen en met bikini én handdoek én badjas in ’t stoombad kruipen. Ja, dan zie je er wel uit als een verzopen ijsbeer en heb je inderdaad tweemaal per dag een droge jas nodig… Die mensen hebben nog maar weinig milieubewustzijn, ook op gebied van eten nemen van buffetten. Meer dan de helft van wat ze meegraaien eten ze niet eens op.

    Ik heb een paar van die mannen met sjieke epauletten aangesproken – ik zie ze vaak omdat onze kajuit vlak bij de brug ligt – en gevraagd of ze geen kaartje van de hele reisweg hadden. Of dat ik misschien een foto van een zeekaart zou mogen nemen, dat ik toch eens een zicht kreeg op de route tussen die ingewikkelde fjorden. Ze beweerden hooghartig wel 300 zeekaarten te gebruiken en dat ik dus iets onmogelijks vroeg… Een van hen beloofde wel me iets te bezorgen maar ik verwacht niets. Ze zijn enorm blasé en voelen zich totaal boven hun gasten verheven. Triestige mentaliteit.
    Ook de service van de receptie laat heel veel te wensen over. Het hogere, Italiaanse, personeel is écht onvriendelijk en zo onbehulpzaam als ze zich maar kunnen denken te permitteren en trekt zich niets aan van de gasten. Het contrast met de vriendelijkheid en de dienstbaarheid van het zogenaamd lagere personeel is schrijnend. En dan te bedenken dat de eerste soort voor hun onvriendelijkheid een zoveel hoger lonen opstrijkt.

    Enkele foto's van tijdens de wandeling van 't restaurant naar de kajuit. Het ziet er allemaal leeg uit maar de meeste mensen zijn op dit moment aan 't dineren, of zich aan 't klaarmaken voor 't diner.



    Een bar. En die mevrouw vindt het daar precies niet echt gezellig...



    Een bar met live-music, en ook die madam vindt het daar zo te zien maar vervelend...



    Een bar in de lobby.
    Ook daar kunt ge bezwaarlijk zeggen dat de klanten zich "een kriek amuseren".



    Een klein stukje casino, waar ik direct werd weggejaagd omdat ik niet mocht fotograferen.
    Nu amuseerde ík me natuurlijk niet meer.




    Dus maar langs de trap- en lifthal naar de kajuit.

    Het is grappig om hier ’s avonds mijn nota's proberen te ontcijferen en te zitten schrijven op mijn terrasje. Ik doe dat wel tijdens elke reis maar hier is het toch heel anders. Normaal zit ik in Azië buiten in de duisternis te typen met hooguit ’t licht van de maan en het schijnsel van ’t scherm van Pandorake, gekleed in een licht hemd met lange mouwen tegen de insecten. En hier zit ik, lekker ingeduffeld, midden in de nacht in de zon te schrijven! Een vreemde gewaarwording. Nu is ‘t nog moeilijker dan anders om in bed te geraken. Maar ik probeer toch rap mijn verhaal bij te benen want morgen krijgen we een hele vrije dag in Tromso! En daar zal waarschijnlijk ook wel wat over te vertellen vallen...



    Mijn onafscheidelijke notaboekje.
    Nu wel niet dat de middernachtszon mijn geschrift beter leesbaar maakt.

    Voor het fotoalbum van dag 10 klik op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegenDag10OpZee?authkey=Gv1sRgCOTgiJixo_nsfg#




    20-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11. Terug onder de mensen...

    Maandag, 20 juli 2009.
    Costa Luminosa, Tromso.

    11. Terug onder de mensen...

    Na vier uur slaap toch weer niet aan de verleiding kunnen weerstaan uit mijn warme nest te kruipen om te kijken of ’t binnenvaren van de fjord echt zo mooi was als beloofd, na enkele minuten in de koude toch maar terug ’t winderige terras tegen mijn knusse bed ingeruild. Die extra twee uur slaap zouden me welkomer zijn.
    Die eeuwigdurende zon begint stilaan een slopend effect op me te krijgen, uiteindelijk leven we al in meer van 130 uur daglicht en er is altijd wel iets dat je wil zien. Maar ik heb ondertussen de moed niet meer om mijn rust op te geven om wat naar voorbijglijdende bergen in een verre mist te zitten staren. En inderdaad toen we aan de kade van Tromso aangemeerd lagen zag het er niet al te best uit. De grootste noordelijke stad van ’t land en we lagen aan een afgelegen kade tussen industriële rommel. Aan bakboord zag het er iets beter uit, héél veel huizen en visverwerkingsbedrijven tegen lage heuvels geplakt, in de verte een brug (want het oudste stadsdeel ligt op een ander eilandje), en nog iets verder weg de o zo geroemde Arctische Kathedraal met zogenaamd het grootste glasraam ter wereld. En dat alles gehuld in nevelen en fijne regen.



    Tromso.



    De witte tent-achtige structuur is die fameuze Arctische kathedraal...

    Na de ongerepte - soms beangstigende, maar magnifieke - desolaatheid van Spitsbergen was het opnieuw aankomen in de bewoonde wereld een echte afknapper. Hier geen gletsjers of eindeloze ijsmassa’s meer, hier waren de bergen helemaal niet bedreigend - misschien wel omdat hun toppen in de mist verborgen waren - maar toch vooral omdat alles zo volgebouwd, zo overgeciviliseerd was. Ik werd wakker in een kompleet andere wereld en was er helemaal niet gelukkig mee.

    Ontbeten en onze neus eens aan dek gestoken om te testen hoe die 17° in ’t echt zouden aanvoelen. Besloten dat warm ondergoed en sjaal zeker aangewezen waren. De wind zorgt ervoor dat je van de officiële  temperatuur makkelijk 10° mag aftellen. Met een shuttlebus naar het centrum gereden.
    Je voelt je hier aan boord soms echt een citroen die uitgeknepen wordt tot op het velletje. Ik heb nog nooit een cruise meegemaakt waar je moest betalen voor de shuttlebus van het schip naar het toeristische deel van de stad! Vandaag kostten de busticketjes alweer 7 euro per persoon. Je mag het busje dan ook nog maar 1 keer gebruiken of je mag alweer een nieuw ticket kopen. Je kan moeilijk anders dan dat busje boeken anders verlies je weer een half uur tijd, en de tijd die je aan land kan doorbrengen is meestal al veel te kort.

    Nog zoiets dégoutant is dat de foto’s die aan boord getrokken worden maar liefst tussen de 10 en de 15 euro ’t stuk kosten! Vanzelfsprekend blijven ze op de standaards in de muren zitten, weinige mensen zijn zo gek ze te kopen. Het schip beweert milieubewust te zijn en al die foto’s niet af te drukken, je kan ze zogezegd op computer gaan bekijken in de fotowinkel en dan je de keuze maken welke je wil kopen, maar de verkoop loopt blijkbaar zo slecht dat ze toch maar duizenden en duizenden foto’s printen en aan de muren hangen in de hoop er toch enkele verkocht te krijgen. Allemaal inkt en papier dat na de cruise zinloos in de vuilbak belandt. Niet bepaald milieubesparend vind ik.



    Alleen al 't idee dat iemand geld zou betalen voor zo'n schitterend portret van zichzelf...

    Maar kom, ondertussen waren we in ’t centrum van Tromso beland. Even de oude kerk bekeken. Het oudste houten bouwwerk van ‘t Noorden, er was plaats voor 700 gelovigen. Op zich was ze best mooi, maar tussen de moderne huizen verloor ze veel van haar charme. Misschien als alles ondergesneeuwd is dat ze er wel uitziet als een feeëriek plaatje, maar nu dus zeker niet.



    De houten kerk.

    Omdat het weer plots opklaarde namen we een bus naar het oude deel van de stad op een van de andere eilanden (de meer dan een kilometer lange brug te voet overstappen was er met deze wind een beetje te veel aan) om met de kabelbaan een 420m hoge berg te bestijgen. Eens boven brak de zon helemaal door en bescheen onder de wolken door heel Tromso.



    Met de kabelbaan de berg op.
    En wat zien we rechtsboven op de foto liggen?...




    Onze "kleine"! De rode pijl verwijst naar onze kajuit.



    Persoonlijk verkies ik toch deze zijn afmetingen...
    Eens te meer : "Size doesn't matter" dus...


    Een ingewikkeld stadje gegroeid op elk plekje dat de natuur toeliet. Wijk per wijk richtte de zon haar grote zoeklicht op de omgeving. Het leek alsof de zon een soort van toeristische gids was die aangaf waar je eerst naar moest kijken.



    De vele eilanden die Tromso vormen.



    Onderaan op de pancarte zie je hoe het er vanop deze plek in de winter moet uitzien...

    Bovenop die berg was het zalig wandelen tussen de lage begroeïng, de tere bloempjes en de rotsblokken. Als je je rug naar de stad keerde kon je weer genieten van de ongerepte bergen met hier en daar nog een sneeuwplek die de hittegolf van enkele weken geleden overleefd had. Ik was blij terug in de natuur te zijn. Ik kon er zelfs nog enkele mooie berensettings maken want er stond plots amper wind. Ook hier verandert het weer nog om de paar minuten...

    ’t Was jammer dat we er niet meer tijd konden doorbrengen, want ik denk dat je er zalige kilometerlange wandelingen kan maken langs de kleine paadjes, vanwaar je constant van een panoramisch zicht op de fjorden, de stad en de omringende bergen geniet. Gelukkig hadden we hier geen georganiseerde excursie geboekt want anders hadden we maar 15 stress-minuutjes gekregen om van ’t uitzicht te genieten en nu zijn we wel anderhalf uur in deze hoge natuur kunnen blijven rondzwerven.



    De majestueuze natuur bovenop de berg. In de winter is dit een ski-gebied.



    Eindelijk nog eens tijd en rust voor een berensetting...





    Dolgelukkig met wat sneeuw...



    ... voor een berensetting hebt ge niet veel nodig.





    Deze fijne wezens trotseren koude en wind...



    Terug naar beneden. Naar de regen...


    Deel 2 : Een verscheurende keuze : clochard of holbewoner?



    Net toen we terug wilden afdalen hulde de berg zich in een wolk en zagen we niets meer. Naarmate we met de kabelbaan zakten dook Tromso stilaan terug op uit de nevelen. Beneden regende het, dus namen we een bus naar die o zo geroemde Arctische Kathedraal… Inkom bijna 6 euro! Om een kerk te bezichtigen die eigenlijk niet groter is dan een uit de kluiten gewassen parochiezaal!! Een babytje in vergelijking met de kathedraal van Antwerpen.
    Enfin, de vorm is inderdaad wel speciaal, ze is volledig driehoekig, ze staat daar als een enorme witte betonnen spitse tent en de achterwand bevat een groot modern glasraam. Maar als dat het grootste van de wereld moet voorstellen dan hebben ze zeker nog nooit onze kathedraal gezien. Of alle andere grote kerken van de lage landen. Je kon het bouwsel zelfs niet eens mooi noemen. Op vijf minuten waren we terug buiten want behalve het glasraam en een hypermodern orgel was er niets te zien.





    Dat is dus alles.
    Iets kleiner dan een uit de kluiten gewassen zijkapel van onze gotische kathedralen.
    Voor 6 euro.
    Ge zou op de duur de attracties op de Sinksenfoor nog heel goedkoop gaan vinden.

    Omdat we een half uur op een bus zouden moeten wachten besloten we dan toch maar de lange brug over te wandelen. Koud, wind, het werd een ijzig tochtje en allesbehalve prettig. Terug in ’t centrum wandelden we even rond maar het contrast tussen de oudere huizen en de hyperfunctionele nieuwbouw sprak ons niet aan. Paul sleurde al heel de voormiddag met onze lege niet-alcoholische bierblikjes uit Honnigsvag rond want hij is een groot voorstander van afvalsortering, en eindelijk kwamen we toch voorbij een supermarkt waar we ze konden inleveren en hij zich van zijn rammelende last kon ontdoen. ’t Was gedaan met het rinkelend rendier dat naast me liep.



    De lange ijzige brug van de zijde van de Arctische kathedraal naar het andere eiland.
    Gevoelstemperatuur... heu... - 10°, misschien?
    Maar dat ziet ge aan sommige stoere mensen hun kleding natuurlijk weer niet...
    Op de videofilm hoort ge de tandjes echter wél klapperen.





    Ondertussen was ik even naar een naburig marktje gelopen maar ze verkochten er de meest rampzalige kitsch. Ringen met doodskoppen en t-shirts van Metallica… Een eindje verder stonden enkele Peruanen een zeer valse versie van “Imagine” te toeteren. In Noorwegen…
    Eén kraampje verkocht echter inheemse producten. Sinds mijn kennismaking met de Lappen droomde ik van zo’n warm rendiervel en hier lag er eentje dat mooi licht van kleur was. Even mijn geweten doorgepluisd of zo’n aankoop wel te verantwoorden was maar uiteindelijk is een rendiervel wat bij ons een koevel is. Het vlees van het dier wordt opgegeten en van de huid worden schoeisel en kleding gemaakt. Toch nog niet helemaal gerustgesteld vroeg ik de vrouw van ’t kraampje of dit echt wel zo was, want ik heb hier ook al wolvenvellen en zeehondenvellen te koop zien liggen. Ze bekeek me met grote ogen en zei dat ze van rendieren na de slacht zo ongeveer álles gebruikten. Tot en met de botten toe. Gerustgesteld heb ik dan ook mijn lekker warme pels gekocht. 620 Noorse kronen vond ik een heel faire prijs. Temeer daar deze centen bij de Lappen zelf terecht kwamen. Ik vroeg om het vel zo klein mogelijk in te pakken en ik kreeg me daar een enorme vuilzak, zonder bindertjes, toegestopt. Ik had de huid al net zo lief om mijn schouders geslagen maar dan had ik er als een holbewoner bijgelopen.
    We waren dan wel van onze rammelende blikjesvoorraad af, nu liepen we daar weer als clochards met onze vuilzak over onze rug. Ik deed het ter plekke in mijn broek van ’t lachen.



    Jaja, toch wel, we bevinden ons nog steeds in Noorwegen.

    In de bibliotheek - alweer zo’n hypermodern gedrocht - ondernamen we de zoveelste keer een mailpoging maar ook die mislukte grandioos. Ik besloot het mailen maar op te geven en naar Polaris te trekken. Een museum over de arctische natuur. Het was maar 10 minuten wandelen maar omdat we al zo weinig tijd hadden besloten we een taxi te nemen. 81 kronen voor een rit van 3 minuten…
    We spraken onlangs met een Fins koppel - toch ook Scandinaven - en die hadden zich ook al verwonderd over de levensduurte in Noorwegen. Ik hoop dat de mensen hier reuzesalarissen verdienen anders kan je je kop hier niet boven ’t ijs houden. Toch zal dat wel ’t geval zijn want de meeste Noren bezitten, bovenop hun eigen huis, nog een klein vakantiehuisje aan een fjord om te gaan vissen, en een hutje in de bergen voor hun ski-weekends. Al die huisjes blijven onbewaakt achter, inbraken komen hier niet voor. In dit land bestaat zo goed als geen criminaliteit. Je ziet tot wat een ver doorgedreven protectionistische economie kan leiden. Het maakt je land er in de ogen van buitenstaanders misschien niet sympathieker op maar je zorgt er wel voor dat je inwoners van een zekere welvaart genieten. Alles is hier ook piekfijn onderhouden, de straten liggen er ongewoon netjes bij, je ziet zelfs geen door graffiti verknoeide muren. Mooi, maar toch doet het een beetje steriel aan.



    De inkomhal van Polaris.

    Polaris bleek een klein maar zeer verzorgd - en alweer hypermodern - museum waar de enige levende wezens bestonden uit een verzameling schitterende koudwateranemonen, vissen uit de ijszeeën en enkele bakbeesten van zeehonden, maar die laatsten kregen we later pas te zien.
    De vissen woonden in zeer boeiende aquaria zodat je de dieren langs alle kanten kon bewonderen. Op de open bakken dreven vergrootglazen en via die eenvoudige manier kon je de arctische wezens echt in detail bestuderen. Zelfs de bodems van de aquaria waren soms van glas. Je liep eronder door en kon eindelijk eens zien hoe de buik van al die platvissen eruit ziet. Plat dus.



    Wees blij dat ge aan deze foto als fotoraadsel ontsnapt zijt.
    Dit surrealistisch beeld is een paarse platvis langs onder gefotografeerd.
    Hij zit onderaan in 't midden in beeld. De grillige vormen zijn waterrimpels.
    Dit is dus een van de aquaria die in 't plafond ingebouwd zijn.



    Linksboven en rechtsonder de drijvende vergrootglazen in een anemonenbak.



    Een vreemde ervaring...
    van al de dieren die je in tropische zeeën aantreft, leven in deze ijzige omgeving soortgenoten!





    Deel 3 : Het "Jonas-in-de-walvis"-gevoel.



    De enige grote dieren die in Polaris leefden waren drie gebaarde zeehonden. De grootste, vetste zeehonden die ik ooit al gezien heb. Ook die beesten hun leefomgeving was schitterend van design. Een reuze ijsgrot met vensters onder water om hen te zien zwemmen en dan nog een plexiglas tunnel die dwars onder hun bad door liep. Je zag ze boven je hoofd stoeien en door het water schieten. Magnifieke taferelen.







    De glazen tunnel waaruit je heerlijk surrealistische foto's kon maken...





    Het lijkt wel een melkwegstelsel met sterrennevels...
    In dit geval de "Nevel van de Zeehondsnoet".



    En de "Constellatie van de Zeehondenvoet".

    In het theater kregen we op een panoramisch scherm een film te zien over Spitsbergen. De fjorden - waar we er zelf enkele van gezien hadden een paar dagen geleden - en de grote zoogdieren en vogels die er leefden. Een schitterende presentatie maar zo’n film kan je natuurlijk even goed thuis op dvd bekijken. Alleen mag je die dvd dan wel niet hier kopen anders ben je al snel 50 euro kwijt.
    We waren natuurlijk langer dan verwacht in Polaris gebleven dus moesten we weer reppen om terug naar ’t centrum te lopen. Met onze vuilzak langs de kade… Alleen al het beeld…



    Alweer rennen. Met pak en zak.
    Het rendiervel, in de zwarte vuilzak, had ik ondertussen zo klein opgefrommeld
    dat het nog de grootte had van een uit de kluiten gewassen marmottenpels.
    Hopelijk komt dat ooit nog goed...



    We snelden voorbij een mooie brouwerij...



    Vingen tijdens 't crossen nog een glimp op van de kabelbaan,
    en de prachtige plek waar we die ochtend in de bergen gewandeld hadden.




    Wuifden al spurtend nog even naar 't Arctisch Kathedraaltje...

    Goed op tijd kwamen we aan onze shuttlebus en waren blij dat we konden gaan zitten. Eens aan boord bleek er een probleem. Twee passagiers bleken vermist.
    Tegen vertrektijd waren die mensen nog steeds niet opgedoken... Het verdwenen Nederlandse koppel werd wel 10 keer omgeroepen maar uiteindelijk is het schip moeten vertrekken zonder hen. Gelukkig gebeurde dit in deze grote stad met een vliegveld dus ze zullen wel thuis geraken. Op Spitsbergen zouden ze in een veel lastiger parket gezeten hebben.



    Vanzelfsprekend bestaat er ook nog een videofilmpje van mij waarin ik rendier speel...
    Met geluiden.
    Goddank dat ik nog altijd niet weet hoe ik zo'n filmpjes op mijn blog kan zetten.
    Ik zal dat maar nooit leren want het behoedt me alleszins voor zeer gênante toestanden.


    Deel 4 : Een "commerce" om van te kotsen. Maar de zakjes liggen dan ook klaar.

    Ik was zo blij even in mijn kajuit op bed te kunnen vallen maar die luxe duurde maar 10 minuten. Dan was het tijd voor de afternoon tea (en die was welkom omdat we als lunch onderweg alleen - al lopend dan nog - een paar bananen geknabbeld hadden) en van die service zijn we voor de eerste keer uitgebreid gaan genieten. Met een bord vol cake-jes, taartjes en puddingskes hebben we ons samen met de rest van de lemmingen aan dek geïnstalleerd om naar de afvaart uit Tromso te kijken. Goed ingeduffeld vanzelfsprekend. We beginnen het te leren : het “senioren-cruisen”.



    Bye bye Tromso...



    Een klein deel volgt de afvaart in open lucht...



    ... het leeuwendeel van de passagiers zit al knus in de lobby of café's.

    Vlak na Tromso zag de natuur er even totaal anders uit. De bergen waren er lager en veel minder steil. Het was een haast lieflijke natuur vol rotsen onderbroken door zacht naar zee aflopende groene weiden waarin kleine, meestal rode, vakantiehuisjes stonden. Elke huisje heeft hier een boot. Noren houden van vissen. Vooral als ze ze in hun pan kunnen gooien. Het leek wel of we door een hobbitland gleden. Je kon je zo voorstellen dat hier kabouters of trolletjes in de miniatuurhuisjes woonden, die kuddes van mini-rendiertjes kweekten op de kleine weitjes. Allemaal aan de voet van grote, hoge bergwanden.





    Eens de fjord uit kwamen we terug in de onherbergzamere delen. Kale bergen waarvoor kleine ruige eilandjes lagen. Zelfs op die brokken steen bevond zich af en toe een groepje van enkele huizen. En als je goed keek bespeurde je op zo’n - voor de rest bar en kaal - rotseiland, zelfs een wit kerkje! Ik mag er niet aan denken hoeveel parochianen die pastoor op zondag nog mag verwelkomen… Bij ons zeggen ze “twee man en een paardenkop”, ik vrees dat het hier “twee man en een rendierkop” zal zijn. Ik zou trouwens niet eens weten hoe de mensen naar dat kerkje zouden moeten komen. Er lag wel een klein strandje dus misschien komt iedereen per boot? Alhoewel, over deze woelige zee?... Dan kan je ineens komen offeren om je te genezen van je zeeziekte en bidden voor een veilige thuisvaart.



    Kijk goed naar die minuscule eilandjes in de verte...



    ... en zie wat daar opdoemt...



    ... een strandje met de dorpskerk. Zonder dorp.

    Toen we ’s avonds naar ’t restaurant gingen lagen overal op de trapleuningen en andere strategische plekken kleine blauwe plastic zakjes klaar. Een discretere aanduiding dat een ruige zee te verwachten was is niet mogelijk. Ze zijn toch lekker subtiel op sommige terreinen. Waren ze dat op andere punten ook maar... Vooral in de wellness van de Samsara zou ik enige subtiliteit wel appreciëren. Het is niet leuk dat als je zoveel betaald hebt om in de luxe-afdeling van het schip te verblijven, waar je onbeperkt van de wellness gebruik kan maken, dat ze je nog elke keer op al de tekortkomingen van je lichaam wijzen en je dan proberen hun peperdure producten aan te smeren. De prijs is betaald, dus laat je klanten dan ook gewoon genieten, je moet niet proberen van álles maar dan ook álles aan boord een commerce te maken. Op de duur wil je al niet meer naar de lichaamsbehandelingen gewoon omdat je uiterlijk zo afgekraakt wordt, en je weet dat je daarna toch weer gepusht gaat worden om hun spullen te kopen. Ook Paul heeft zich ondertussen vier producten laten aansmeren. Op de duur is je weerstand blijkbaar gebroken. Aangezien je alles aan boord met je cruisekaart betaalt en er geen geld aan te pas komt vrees ik dat sommige mensen bij ’t ontschepen zeer nare verrassingen te wachten gaan staan als ze de rekening gepresenteerd krijgen.

    Van mijn lijf moeten ze vanaf nu afblijven, mij zien ze alleen nog in de leuke dingen, de sauna, ’t stoombad, de solaria en aanverwanten. Aan mijn lijf geen polonaise meer. Ik weiger me nog langer te laten beledigen en me als een citroen te laten uitpersen. Ik zal in Amsterdam wel terug met mijn wallen aan wal gaan. En ik eet me er hier in mijn zalig Samsara-restaurant nog wel een kwabbetje aan weerszijden van mijn niet meer bestaande taille bij. En van mijn kwabben blijven ze in ’t vervolg af. Die zijn van mij en blijven van mij. Ik zal er wel mee leren leven.



    Overal hangt het benodigde "gerief" moest ge zeeziek worden...

    Voor het bekijken van 't fotoalbum van dag 11, klik hier :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen11Tromso?authkey=Gv1sRgCKCQgJLNrL_ImAE#




    21-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12. Een dag boordevol uitdagende sporten en entertainment!

    Dinsdag, 21 juli 2009.
    Costa Luminosa, op zee

    12. Een dag boordevol uitdagende sporten en entertainment!

    Met de gordijnen strak dichtgetrokken lekker uitgeslapen tot half tien. De doortocht van de Lofoten-eilanden gelaten voor wat hij was. We hadden die toch al gezien op de heenweg. Na ‘t opstaan dachten we in alle rust een stukje fruit te gaan eten aan ’t buffet maar blijkbaar was iedereen op ’t zelfde idee gekomen. We zijn overduidelijk niet de enigen die moe zijn en eens graag uitslapen.

    Gezellig wat zitten schrijven en dan nog wat foto’s aan boord gaan nemen. Leuk voor op mijn blog en om aan de kelners te geven. De passagiers zelf worden constant gefotografeerd of ze nu willen of niet. Bij ’t van boord gaan staan er twee animatoren verkleed in gekke pakken - ijsberen of elanden of aanverwanten - en je mag niet aan land voor je daartussen geposeerd hebt, maar o wee als je zelf begint te fotograferen… Gisteren werd het me - op een weliswaar heel lieve manier - verboden in ’t casino. Dat kon ik nog enigszins begrijpen. Privacy van de gokker. Vanmorgen mocht ik de winkeltjesgalerij niet fotograferen en werd ik weggejaagd bij de fotorekken van de scheepsfotograaf. Hij had een foto van een walvis gemaakt en (stel je voor!)) ik zou zo eens zijn foto (die achter heel reflecterend glas hing met een massa weerspiegelingen) moeten durven fotorgraferen en thuis doen alsof ik die zelf had genomen. Ik denk dat ik die bewuste foto dan zelfs met een halve dag photoshop nog niet opgekuist had gekregen. Ik wil verdorie ook geen foto die ik niet zelf genomen heb, ik heb mijn eigen walvis ondertussen al gefilmd. Zij het zeer zielig want mijn camera stond toen net handmatig ingesteld en ik was met macrofotografie bezig. En een zwemmende walvis in een klotsende zee op 100 meter afstand van een boot kan je moeilijk macro noemen…



    Maar ik begin hun gedrag stilaan wel wat beu te worden. Al die kuddes animatoren die konstant verkleed rondlopen om mensen naar hun stomme shows te lokken, het Samsara-team dat aan ’t zwembad “demonstraties” geeft van massage’s en tandenbleek-sessies om betalende klanten te werven, verplicht  poseren voor hun huisfotograaf om later veel te dure portretten aan de man proberen te brengen, kortom de passagier is hier het gewillige lam dat naar de offertafel geleid wordt, maar o wee, als ge dan zelf ook wat foto's wil nemen beginnen ze moeilijk te doen. Ik heb hier al dikwijls 't liedje "Italianen" van Raymond van 't Groenewoud lopen neurieën.



    Er kan nooit entertainment genoeg zijn, en liefst alles tegelijk,...



    Al turnend naar een film over tango kijken, een uitdagende sport... vooral voor de nekspieren.



    En ge kunt toch niet zwemmen zonder tegelijk een film over zwemmers te zien?...
    Ah nee, dan zoudt ge verdrinken.

    Na de lunch ben ik dan met mijn berentas rondgetrokken aan boord en heb ik hen maar gezelllig gefotografeerd. Op die manier staan er geen mensen op maar onschuldige beren en daar kunnen ze nu moeilijk bezwaar tegen maken. Vervelend genoeg komen er dan altijd mensen rond mijn setting staan die roepen “How nice!” en zelf mee te beginnen fotograferen. Meestal dan nog ongevraagd. Eigenlijk even goed een schending van mijn beren hun privacy...
    Heb me daarna maar op mijn terrasje teruggetrokken om al de frustraties eens van me af te schrijven. Hoe onwezenlijk mooi Spitsbergen ook was op zo’n groot cruisefabriek krijgen ze mij nooit meer op.

    Gelukkig beleef ik enorm veel plezier aan op mijn terras te zitten schrijven. Helemaal alleen met het gezelschap van de enorme zee. Maar ik kom zoveel tijd te kort.... Het reisverhaal bijhouden lukt nog redelijk, ook daar heb ik al wel een achterstand, maar om andere dingen te schrijven schiet gewoon geen tijd over. Er is altijd wel iets waar men naartoe moet en meestal is dat dan nog 8 verdiepingen lager en 300 meter verder te doen.

    Vanavond bood de kapitein ter gelegenheid van onze nationale feestdag een drink aan in de discotheek, dus moest ik me daar weer voor opkleden. Ik was wel eens benieuwd hoeveel landgenoten er nu eigenlijk aan boord zijn. Ik ken er maar vijf. Het blijken er toch een flinke 80 te zijn.

    Bij ’t binnenkomen kregen we allemaal een rozet opgespeld met de Belgische driekleur. Zo eentje dat bij de verkiezing van “De Vette Os” het dikste dier rond zijn nek gehangen krijgt. De kapitein gaf een mini-speech, al de hogere officieren draafden even op om te groeten en heel de bende verdween alweer na enkele minuten. Die mensen hebben waarschijnlijk elke avond hun bezigheid met van de ene plichtpleging naar de andere te rennen. Moet ook niet plezant zijn. Als ik zeeman was zou ik willen varen en niet aan sociale verplichtingen moeten staan voldoen.
    Ze hadden een flinke taart gemaakt in de kleuren van de Belgische vlag maar daar hebben we maar niet van geproefd omdat we nog moesten gaan eten. Trouwens zoetigheid hebben we ondertussen genoeg binnen gekregen. Beter even dansen om toch een half calorieke te verbranden.



    Een deel van de officieren.



    Het verbranden van de halve calorie.



    De kapitein. In 't midden van de foto.



    Het Belgische taartje.

    In ons Samsara-restaurant wordt het hoe langer hoe plezanter omdat het weinige personeel dat daar werkt ondertussen goede kennissen zijn geworden en de meesten een flinke portie humor bezitten. Ze zijn ook altijd heel benieuwd naar mijn foto’s, zeker als ze zelf die dag de tijd niet hebben gehad om aan land te gaan. Na de vakantie zullen er veel foto’s moeten doorgemaild worden.



    Tuurlijk ben ik altijd bereid om te poseren...



    ... maar liefst niet te lang...



    ... en zeker niet te serieus.



    Oef! De zon gaat terug normaal onder!

    In de kajuit alles klaargelegd voor de uitstap in Olden morgen, wat weer een ramp was, want ik weet nu echt niet meer wat aantrekken. Het wordt een lange wandeling bergop naar die grootste gletsjer en dan een rafting op een bergmeer… Wat trek je daar nu voor aan? En gaat het regenen of gaat de zon volop schijnen? Het weer kan hier om ’t uur kompleet veranderen. Dus allerlei verschillende soorten kleren klaargelegd en weer veel te laat in bed geploft. Het wordt geen gewoonte. Maar kom de uitputtingsslag is bijna voorbij.



    En toch blijven er ook nog 's nachts enkelen de dansles volgen...
    Zij het dat ge 't geen groot succes kunt noemen.
    De schimmige figuur onder 't scherm is de dansleraar.
    Toen ik deze foto nam dacht ik heel even dat ik in de videoclip van
    'Thriller' van Michael Jackson terechtgekomen was...
    Iets met zombies die tot leven komen weet ge nog?...


    Het uiterst sumiere fotoalbum van deze dag, met nog enkele interieurfoto's, vindt je op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen12OpZee?authkey=Gv1sRgCLKb3NjlkpmpTg#




    22-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13. Bergen als neergestreken vlinders...

    Woensdag, 22 juli 2009.
    Costa Luminosa, Olden.

    13. Bergen als neergestreken vlinders...



    Snel ontbijten en dan op weg met een excursiebus. Aangezien we een vrij hoge berg gingen beklimmen en daarna zouden gaan raften op een meertje aan de voet van een gletsjer had ik me weer met vele laagjes aangepelsd.





    Even de temperatuur checken...
    Oooooch... zie al die bussen weeral klaarstaan...
    ...we gaan ons weer niet eenzaam voelen vandaag. Hoe weids de natuur ook mag zijn...

    De bus reed vanuit Olden langs de oever van de prachtig smalle langwerpige fjord tot aan het begin van de wandeling naar de Briksdalgletsjer - een zijarm van de Jostedalgletsjer, de grootste van Europa - de achterzijde van diegene die we in Geiranger hadden kunnen bewonderen enkele dagen geleden.





    Tijdens de rit waren de zichten al spectaculair. De bergen weerspiegelden zich haast perfect in het gladde groene fjordwater. Het leken wel opengevouwen vlinders of Rorschach-testen. Het ene waanzinnig mooie zicht volgde het andere op maar we kregen ocharme amper 1 fotohalte… De rest van de foto’s moesten dus weer door de getinte en weerspiegelende busruiten genomen worden. ’t Zal weer heel wat photoshopwerk geven achteraf…







    En dit zal ik van dichtbij gaan bekijken?!!! Ongelofelijk...
    Ja, daar wil ik straks wel even voor gaan wandelen en wat klimmen
    en roeien en wat er nog allemaal voor nodig is...
    Dat wil ik beslist gezien en gevoeld hebben...






    Af en toe doken we tunneltjes in die speciaal bleken aangelegd om de lawines te snel af te zijn die in de winter op vaste plaatsen voorkomen. Ze geven hier hun lawines zelfs namen! ’t Zijn echt oude getrouwen, ge kunt er op rekenen.
    Op het einde van de fjord stapten we uit in een stralende warme zon en besloot ik al diverse laagjes kleding in de bus achter te laten.



    Welgemoed begon de tocht...

    Het werd een prachtige, zonovergoten wandeling langs bospaden, langs nevelige watervallen overkoepeld door regenboogjes, langs kolkende beken tussen reuze bergtoppen. En plots werd dan achter de laatste bocht die blauwe gletsjer zichtbaar! Een onvergetelijk beeld hoe zo’n ijsmassa onmerkbaar naar beneden schuift in een meer dat zich aan de voet gevormd heeft. Keer op keer bleven we staan om te fotograferen en te filmen en repten ons dan om de groep weer in te halen, het was een vermoeiende bezigheid.



    Een bos vol regenbogen.


    Deel 2 : Wandeling zonder woorden.

    Voor sommige zaken bestaan geen woorden. De pracht van de natuur spreekt hier voor zich.
    Dit stukje reisverhaal bestaat dan ook alleen uit foto's.
    En om heel eerlijk te zijn : we hijgden ook te fel om nog tijd en energie over te hebben om te praten.







    Misschien wel een wandeling zonder woorden, maar zeker niet zonder zweet.



    We naderen... maar we zijn er nog niet...



    Als je even achterom kijkt zie je dit...
    Je hebt hier zes paar ogen nodig om al dat moois te bekijken.
    En een reservepaar om niet telkens te vallen terwijl je al rennend loopt te fotograferen...




    Wolken tussen de ijsmassa's boven op de bergen.



    Toch al eens een foto met de telelens nemen...
    Hoe ver stappen is dat nu eigenlijk nog?...



    Nog ver.









    Ongelofelijk! We zijn er! De voet van de gletsjer en het bladstille water van het meer...


    Deel 3 : Ter afwisseling : een onderbemand bootje.



    Eens we het gletsjermeer bereikt hadden wilde ik toch heel snel de berenopstelling maken die ik voor mijn verhaal nodig heb. Ik zette heel mijn bende op een rijtje tegen een rots - het was er windstil dus ’t was een makkelijke klus - tot ze er allemaal piekfijn bij stonden, ik op mijn buik lag om de foto’s te nemen, en ze plots… allemaal weggeplukt werden door een enorme windstoot. Een zeer onprettige verrassing als ge al heel gehaast bezig zijt.



    De hoofdpersonages van mijn verhalenbundels - héél even - strak in 't gelid.

    Nadat ik sakkerend alle beren én hun hond én de weggewaaide mutsjes én de sjaaltjes eenmaal terug van tussen de rotsen en struikjes verzameld had spurtte ik naar de oever waar de zodiacs lagen te wachten. We kregen zwemvesten, helmen, laarzen en roeispanen en de kleine rubberboten werden naar ’t water gedragen.
    Toen we hierboven aangewandeld kwamen was het windstil geweest en de voet van de gletsjer lag amper 200 meter verder dus we zagen onmiddellijk dat het een makkelijk roeitochtje, en geen brute rafting, zou worden. Echt iets voor oudere, bezadigde toeristen. Fijn, konden we even relax op ’t meertje dobberen, ondertussen rustig genieten en om ons heen kijken naar al die ongeëvenaarde natuurpracht.  Dat ging op een comfortabele manier mooie foto’s opleveren.
    Maar dat was buiten de waard gerekend.



    Het spiegelgladde water begon plots flink te kabbelen...

    Enkele minuten voor we in onze rubberboot krabbelden was dus plots die felle wind opgestoken die mijn beren weggeblazen had. Die begint blijkbaar steeds te waaien op warme dagen op ’t moment dat de zon boven de gletsjertop uitpiept en daar de koude lucht opwarmt. De vrieslucht boven het ijs komt dan in conflict met de opstijgende warme lucht van de fjord beneden en dan breekt een enorm natuurgeweld los. Dat hadden we natuurlijk niet verwacht.
    Bleek ook nog dat in elk ander vlot maar liefst 13 volwassenen zaten en in ons bootje amper 9 mensen waaronder 2 kinderen. In tegenstelling met op ons cruiseschip waren we dus deze keer grondig onderbemand. ’t Is zo eens iets anders.



    Ons onderbemand bootje...

    Als je nog nooit geroeid heb is dat in ’t begin een chaos, zeker als de bestuurder achterin de boot het ritme niet aangeeft. Het leek wel of we allemaal in een grote pot soep zaten te roeren. De roeispanen kletterden tegen mekaar en we raakten geen meter vooruit, integendeel, door de sterke stroming die vanonder de gletsjer uitkwam en door de felle windstoten dreven we hoe langer hoe meer af naar achter, naar waar het meer zich in de kolkende rivier stortte. Het zag er niet echt veelbelovend uit…

    Gelukkig nam een stevige Russische dame die vooraan in de boot zat doortastend het voortouw en begon de maat aan te geven. We roeiden als gekken om toch maar wat vooruit te komen. Al de andere bootjes lagen al lang vlakbij de gletsjertong terwijl wij met ons ordeloos geplons maar bleven vastlopen tegen de bergwand. Al goed eigenlijk want op dat moment dreven we dan tenminste toch al niet achteruit. In zekere zin boekten we dus winst.
    Uit volle borst begonnen Paul en de Russische “We are the champions! No time for losers!...“ te brullen en dat gaf onverwachte moed. We peddelden als een vlot vol gekken. Het zal er ook zo wel uitgezien hebben, een paar lunatics met oranje reddingsvestjes en veel te kleine pothelmpjes op hun kop, die probeerden te ontstnappen op een plastic vlot.



    De collega's zijn al aan de voet van de gletsjer geraakt...





    Voor onze half lege boot was er nog veel werk aan de winkel...

    Na veel afzien en kletsnat worden - doordat de kinderen meer ijskoud water opspatten met hun spanen dan de boot vooruit te helpen - raakten we stilaan aan de voet van de gletsjertong. Dichterbij komen mocht niet want het was de laatste dagen zo warm geweest dat er grote stukken ijs afkalfden. Jammergenoeg smolten ze haast onmiddellijk dus van de beloofde ijsschotsen waar we tussen gingen roeien was niet veel te merken. Het leek meer of we tussen de ijsblokjes in een glas blue curacao rondpeddelden. Maar kom, veel tijd om te kijken of fotograferen hadden we niet want als we ook maar even ophielden met roeien dreven we aan een rotvaart terug naar die gevaarlijk kolkende rivier af.



    Eén van de weinige, snel genomen, fotokes van de gletsjertong...



    Pompaf onder de pothelm.



    En eentje die heel content was dat hij 't eindelijk eens warm gekregen had...

    Na drie kwartier zware fitness stonden we uitgeput terug aan land. Ik rukte de hinderlijke zwemvest van mijn lijf en haalde dat idiote en veel te kleine pothelmpje van mijn kop. Blij dan toch eindelijk wat zinnige foto’s vanop vaste grond te kunnen nemen viel ik in mijn haast, en door die veel te ruim bemeten rubberlaarzen, ook nog over een rotsblok. Gelukkig zonder al te veel schade. Dat nieuwe fotoapparaat is echt wel een geschikt ding voor een mens als ik. Ik zag er veel slechter uit dan hij. Gelukkig maar.


    Deel 5 : Met zevenmijlslaarzen...

    De terugweg was zoals te verwachten een ramp. Heel ons gletsjerwandelingetje had toch wel drie kwartier gekost. En nu moesten we dus heel dat bergpad nog af om die bus te halen. Er zat niet anders op dan dat al joggend te doen. Ik liet Paul en nog twee andere mensen van onze groep achter en rende een half uur de berg af in de hoop de bus te kunnen laten wachten op de anderen. Rennen met zware bottinnen, een dikke kousenbroek met een extra paar kousen erover, polar-ondergoed, een wollen trui en mijn jack met zijn 25 zakken vol vanalles. En een fotoapparaat in de hand. Je kan je geen betere fitness voorstellen. Ik was oprecht blij als ik een waterval tegenkwam en door de nevel kon lopen en zo mijn gezicht toch even opgefrist werd. En maar verder crossen. Omdat het bergaf was liep ik even snel als het autotje waarmee ze de minder mobiele mensen naar beneden reden. Ik dierf natuurlijk niet vragen om me mee te nemen want ik zag er al rennend en puffend nu niet echt “minder mobiel” uit. Ik was zelfs veel “meer mobiel” dan anders gewoon omdat ’t bergaf ging. Bezweet tot op mijn ziel kwam ik aan de halteplaats aan en daar bleek dat het busje pas een half uur later zou vertrekken… Ik ben dan als een druipende gek naar de toiletten gespurt en heb al wat enigszins mogelijk was uitgetrokken. Beladen met een doorweekt bundeltje polar-onderhemdjes en kousenbroek kwam ik ’t hokje uit. Alweer als een clochard op zoek naar een wassalon…















    Als beloning stond er een heerlijk snoepbuffet op ons te wachten. Taarten, puddingkjes, pannenkoeken,… Geweldig! Veel lekkerder dan de desserten aan boord trouwens. Al nahijgend heb ik me zitten volproppen met al die heerlijke dingen.

    Doodmoe maar héél tevreden stapten we de bus in en togen terug lang het prachtige meer op weg naar ons schip waar de welverdiende rust me lonkte. Maar ze zou nog lang mogen lonken…

    Net voor we op de loopplank wilden stappen viel mijn oog op een bord dat op de kade stond : “See the glacier from above by helicopter!”. Wow! Dat leek me wel iets. We zaten al wel dikwijls in piepkleine vliegtuigjes maar in een helicopter nog nooit. Het kostte 100 euro de man, maar in verhouding met wat alle andere dingen hier kosten was dat echt een koopje. Ik vroeg of er nog plaats was maar jammer genoeg waren de tochten volgeboekt. Maar… ze stonden te wachten op twee klanten die gereserveerd hadden en blijkbaar niet opdaagden… Dus als we bereid waren om direct te vertrekken mochten we nog mee! Natuurlijk waren we bereid! Wat maakte het uit dat we stikkapot waren, sufgezweet en daar rondliepen met ons bundeltje vuile was onder onze arm?... Dus mochten we onmiddellijk terug een bus in die ons naar een veldje voerde waar de helicopter opsteeg. En weer hadden we geluk! Normaal hadden ze twee helicopters ingelegd - eentje voor 4 personen en eentje voor 7 - maar enkel die kleinste bleek in dienst! Heerlijk!


    Deel 6 : Eindeloos ijs.





    Noch de plaats noch 't ideale tijdstip om een berenopstelling te maken.
    Zo naast een net opstijgende helicopter...


    Met nog twee andere mensen mochten we een kwartier boven het meer, de gletsjer en onze boot vliegen! Het zicht op de gletsjer was natuurlijk het meest spectaculaire. We zagen een deel van de 480 km² ijsvlakte die begint aan 350 meter boven de zeespiegel en haar hoogste punt bereikt op 2083 meter. Oneindige witte maagdelijke ijsvlaktes waartussen hier en daar een vlokje langwerpige uiteengewaaide wolk dreef! Sommige stukken van het ijs waren gebroken en ruw, andere delen spiegelglad. Er was lekker veel thermiek dus we zagen de gletsjer - een beetje ongepland - langs alle kanten en vanuit verschillende oogpunten. ’t Was moeilijk filmen omdat je met drie op de achterbank zat, maar eens ik door had dat als ik me ontdeed van die lastige veiligheidsgordel ik overal onder en door kon piepen met mijn camera, raakte ik toch aan redelijke foto’s. Ik zat toch achter de piloot zijn rug en die had zijn handen al meer dan vol om dat ding door die felle windstoten te loodsen, dus ik kon ongemerkt mijn gang gaan.





















    Ik was ook heel blij dat ik foto’s vanuit de lucht van het dek van de boot kon maken want ik wist dat mijn kelners daar weer zielsgelukkig mee zouden zijn. Weer eens iets origineels om naar hun familieleden in Azië te mailen.





    Vijftien minuten zijn zo voorbij, maar ze waren wel onvergetelijk. Een gletsjer van bovenaf zien zonder er dagen over te moeten rondstrompelen, kou te krijgen en nat te worden… Het is niet iedereen gegeven. Net na onze landing besloten ze ook de grote helicopter in te zetten aangezien ze nog veel extra klanten van de cruise kregen. Een leuke ervaring wordt natuurlijk direkt verder verteld. De mensen van het helicopterbedrijfje hun dag kon niet meer stuk. De mijne trouwens ook niet. Zij het dat ik zelf wel ondertussen bijna stuk was.


    Deel 7 : Moe en vuil maar gelukkig.



    Na het vluchtje werden we nogmaals naar onze boot gereden en probeerden we nog een laatste maal met de laptops mail op te halen op een bankje voor een winkel, gezellig samen met enkele bemanningsleden die ook vruchteloos contact met hun thuisfront probeerden te maken. Voor de zoveelste keer mislukte het… We hebben onze laatste centen dan maar opgekocht aan een paar grappige souvenirs. Mijn keukenhanddoeken thuis zullen nu rendier- en ijsbeermotiefjes hebben. 



    Een laatste mailpoging...

    Mooi braaf op tijd waren we weer aan boord. We hingen allemaal over onze balkonnetjes te kijken om de afvaart te zien maar er gebeurde niets. Onze kajuit bevindt zich op gelijke hoogte met de brug dus wij kunnen perfect binnenkijken en zien wat de kapitein uitspookt bij een afvaart. En wat zagen we? Een sakkerende, vloekende kapitein en enkele hogere officieren die druk op zijn Italiaans gesticulerend in telefoons aan ’t roepen waren. Bleek dat er verscheidene excursiebussen te laat waren.



    Al de passagiers van de Samsara-afdeling van de boot lagen ondeugend over hun terrasreling naar de kapitein te kijken. En wij maar allemaal grijnzen en die officieren maar hoe langer hoe nerveuzer worden. Elke minuut die een boot te laat afvaart kost geld. Zeker als je een loods aan boord hebt die je uit de fjorden moet loodsen. Alweer 10 minuten te laat - nadat eindelijk de allerlaatste tourbus gearriveerd was - werden de laatste trossen gelost en duwde de Luminosa zich met volle kracht van haar twee zijdelingse motoren los van de kade. Die tour-operators van de laat aangekomen bussen zullen het de volgende keer wel kunnen schudden, ik denk niet dat die aan rederij Costa nog een klant zullen hebben.



    Op het bovenste dek genoten we even van de afvaart uit Olden, maar al spoedig joeg de felle wind ons terug naar binnen. We hadden echt onze portie lijden en afzien wel gehad vandaag, ’t werd hoog tijd voor een beetje rust in onze kajuit. Toen we daar aankwamen lag er echter al een briefje op ons bed dat morgennacht de bagage om middernacht op de gang moet staan. Nee, rust zit er nog niet zo direkt in…











    Met onze laatste krachten sleepten we ons naar ’t restaurant waar de jongens overgelukkig waren met de luchtfoto’s van hun werkplek. Er zal morgen weer een boel op hun memory-stick moeten gezet worden. Maar vandaag niet meer. Ik val om.




    Deze keer als eerste bij ons restaurantje. Maar te moe om te blijven rechtstaan...



    Om dit allemaal naar binnen te werken ben ik natuurlijk nooit te moe.



    Uiteraard moest ik, voor mijn "jongens" tijdens 't eten wel even snel een reportage
    gaan maken over het afscheidsdiner in 't groot restaurant...

    Het fotoalbum van deze dag :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen13Olden?authkey=Gv1sRgCM-Hge6_tJ6ejAE#




    23-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14. O wee, die naweeën.

    Donderdag, 23 juli 2009.
    Costa Luminosa, op zee

    14.  O wee, die naweeën.

    Krakend en kreunend ben ik uit mijn bed gekropen. Als ik geeuw lijkt het of mijn kop van mijn nek scheurt. Roeien doet rare dingen met een mens. Mijn beenspieren lijken uitgerokken te zijn. Als je ’t niet gewoon bent om met bottines aan van bergen naar beneden te joggen is dat zo te voelen toch ook niet de ideale vorm van sportbeoefening.  Dan maar een andere vorm van ochtendgymnastiek gedaan en alvast wat spullen beginnen inpakken, want de valiezen moeten tegen middernacht op de gang klaar staan.



    Paul was ondertussen naar de lezing gegaan over de richtlijnen bij het verloop van de ontscheping morgen. Een saai iets, ware het niet dat de hostess moeite deed er toch iets leuks van te maken : ze las de Top-10 voor van de meest idiote vragen ooit door toeristen aan boord van cruise-schepen gesteld :

    - Is dit eiland nu werkelijk helemáál omringd met water?
    (heu? Is dat niet de definitie van “eiland” dan?...)

    - Van waar komt de electriciteit hier?
    (Wij steken de stekker in bij ’t vertrek in Amsterdam en vragen de kapitein om geen scherpe bochten te maken onderweg om de kabel niet te beschadigen.)

    - Weet u waar mijn vrouw is?
    (Op een schip van 300 meter lang? Met 10 verdiepingen? Ge moet maar beter op uw gerief letten hé meneer!)

    - Wat doet u met de ijssculpturen die op ’t buffet staan nadat ze gesmolten zijn?
    (Een gesmolten ijssculptuur… zou dat niet gewoon spontaan terug in de afvoer lopen?...)

    - Gaat deze lift naar de achterzijde van het schip?
    (Stel je voor dat dat bestond!! Gedaan met altijd 300 meter te lopen van boeg tot achtersteven… Dat moeten ze dringend uitvinden!)

    - Om hoe laat is het Middernachtbuffet?
    (Zoals meestal, om middernacht zeker?)

    - Werkt u hier?
    (Nee, dat plaatje op mijn uniform waar mijn naam, functie en nationaliteit op staan heeft niks te betekenen. Ik zwom hier per toeval voorbij en dacht : “Ik klim aan boord en ga eens wat op dat cruiseschip rondwandelen”.)

    - Slaapt het personeel aan boord?
    (Nee, elke nacht worden 1200 personeelsleden in helicopters voor 4 personen vanop ’t bovenste dek opgepikt en daar worden dan hotelkamers in het dichtstbijzijnde land voor gezocht. ’t Is altijd wel een hele klus om ze allemaal terug op tijd aan boord te krijgen tegen dat de voorbereidingen van de ontbijtservice moeten beginnen natuurlijk….)

    We werden ook nadrukkelijk gewaarschuwd om niet álles in te pakken. Het gebeurt namelijk regelmatig – ongelofelijk maar waar - dat er mensen in pyama van boord moeten gaan omdat ze tot en met het laatste kledingstuk in hun valies gestoken hebben, die ’s nachts dus al was opgehaald door de kruiers.
    En de séance werd weer afgesloten met een van haar eigen heerlijke lapsussen : “Morgen moet u om 8 uur de kajuit verlaten zodat uw kamermeisje de kans krijgt ze voor de volgende gasten weer ‘pik en fijn’ te maken!”

    Op zo’n momenten - als ge die gekke verhalen hoort - lijkt het me dan wél weer leuk om hier te werken. Ik zou me een kriek amuseren. Maar ’t idee dat ik ’s ochtends mee ’t buffet moest opstellen, ’s middags mensen de lambada moest aanleren, hen na het theeuurtje amuseren met een cursus “servet plooien” en ’s avonds op de scène verkleed staan als bronstig rendier… wel, dát zou er voor mij net een klein beetje te veel aan zijn.



    Groenten-kerf-les...



    Uiterst succesvol.



    Maar dan zit ik toch nog liever in deze afdeling...

    Als een oude lemming met mobiliteitsproblemen heb ik me daarna nog richting buffet gesleept en wat fruit gesnoept. Veel eten heeft geen zin meer want over twee uur worden we al aan  lunch verwacht.
    Onze kelners waren wild enthousiast over ’t diashowtje dat ik gemaakt had over deze reis, we hebben er allemaal samen in ’t lege restaurant naar zitten kijken. De rest van de foto’s volgen later wel via mail of die moeten ze maar via ’t blog bekijken. Ze kunnen de teksten dan wel niet lezen - de meesten zijn Indonesiërs, Filippino’s en Peruanen - maar foto’s kijken kan iedereen.


    Deel 2 : De echtgenote van Rudolph.

    Na de middag heb ik nog lekker wat in de zon zitten schrijven terwijl Paul zijn gerief inpakte. Hij heeft ook de foto’s genomen van de “rendiersnuitjes”. Enkele dagen geleden kocht ik een grappige t-shirt met allerlei gekke gelaatsuitdrukkingen van rendieren op en die wou ik persé op foto naspelen. Het kan niet altijd ‘de Schreeuw van Munch’ zijn. ’t Is een heerlijke fotosessie geworden. Als ik zo al mijn losse vellen zie wapperen in de stevige bries op mijn balkon begrijp ik de mensen van de Wellness-afdeling dat ze willen ingrijpen. ’t Zij hen bij deze vergeven.



    De rendiersnuiten op mijn t-shirt.
    En mijn povere pogingen rendierfotomodel te worden...




    Lykkelig. Happy. Gelukkig.



    Sint. Mad. Boos.



     Uskyldig. Innocent. Onschuldig.



    Svimmel. Dizzy. Duizelig.



    Trist. Sad. Zelfs zo triest dat ik mijn gewei vergeten ben...



    Skremt. Frightened. Angstig.



    Annonym. Shy.Verlegen.



    Snorrele. Cold. Koud.



    En eentje waarbij ik echt niet meer weet wat ik probeerde uit te beelden...



    Ik kan natuurlijk ook gewoon normaal doen. Als 't echt moet.
    Maar 't lang volhouden is wel moeilijk.


    Ik hoopte in de sauna en ’t stoombad mijn nek- en andere spierpijnen wat te laten verdampen en dat lukte tijdelijk, maar eens terug buiten was elk mishandeld onderdeel alweer even stram en stijf. Dit wordt een cruise waar ik toch wel even 14 dagen van ga moeten bekomen. Ik zou misschien eens op reis kunnen gaan om wat uit te rusten?...

    Na ’t diner, toen we gezellig met de obers zaten te keuvelen, vroeg ik wat uitleg over die zogenaamde “Alle fooien zijn inbegrepen in de prijs.”
    Normaal moet je op een cruise nog eens 10 euro per man per dag aan drinkgeld betalen maar dat is hier niet verplicht. Het voordeel van dit systeem is dat de mensen van de crew die ge als passagier nooit te zien krijgt - zoals de machinisten en de technici en de onderhoudsploegen - nu misschien ook een deel van de koek krijgen. ’t Nadeel is natuurlijk dat die opdringerige animatoren-herrieschoppers ook beloond worden. Toen ik verder uitleg over ’t systeem vroeg kwam de kat op de koord. Op de voorlaatste avond van de cruise wordt aan alle passagiers gevraagd een ellenlange tevredenheidsenquete in te vullen over alle afdelingen en aspecten van het schip (de bars, restaurants, winkels, de animatie, de netheid van de kajuit en van de openbare delen…). Naargelang de punten die daarop gescoord worden krijgen de mensen van een bepaalde afdeling hun drinkgeld procentueel uitgekeerd. Tja, ’t is een systeem waar ge als passagier uiteraard totaal geen controle over hebt. De mensen van ’t Samsara-restaurant zeiden wel dat ze altijd heel hoog scoorden op de tevredenheidsenquete en dus ook ’t grootste deel van hun drinkgeld ontvingen. Desalniettemin heb ik ze toch maar centen gegeven, net als ons lieve kamermeisje Corazon, dan weet ik tenminste dat de mensen die zo hun best gedaan hebben om ’t voor ons hier tof te maken zeker een beloning gekregen hebben. Nu zou ik alleen nog de centen van die nitwits van ’t animatieteam moeten kunnen gaan afpakken, kon ik die lekker als Robin Hood gaan herverdelen onder de poetsers van ’t schip, want ook die mensen hebben meer dan schitterend werk afgeleverd. Alles blonk hier steeds als een spiegel.



    Met Corazon het kamermeisje.



    Robi van 't Samsara Restaurant...



    en zijn kunstjes.



    The Samsara crew.
    Nee, dit is serieus bedoeld. We proberen hier echt geen kudde rendieren uit te beelden.


    Terug in de kamer hebben we de laatste spullen ingepakt. De trol en ’t rendiervel niet vergeten… Dat laatste alweer ingepakt in zijn zwarte vuilzak maar deze keer wel netjes opgerold als worst en met veel koord van een handvat voorzien. Nu staat alles - behalve de handbagage, die toch weer een karavaan op zichzelf is - netjes aan de voordeur. Vannacht zal alles geruisloos opgehaald worden en hopelijk vinden we dat dan morgen op de kade terug… Ik ga er nu alleszins niet van wakker liggen. Daar ben ik na deze 14 dagen wel iets te moe voor.




    24-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15. Ook gij Brutus?

    Vrijdag, 24 juli 2009.
    Costa Luminosa, Amsterdam

    15. Ook gij Brutus?



    Onze cruisekaarten zijn vanaf nu waardeloos.
    Er kan geen deur mee mee geopend worden, geen enkele rekening meer mee betaald...

    Hoewel onze shift het schip pas mocht verlaten om 11 uur moesten we toch vroeg uit de veren want de kajuit moest leeg zijn tegen 8 uur. Het voordeel was dat we dan een lekker lang en uitgebreid ontbijt konden nuttigen. Het leek wel een vakantie geleden dat we dat nog eens zo relax gedaan hadden. Tijd zat dus om lang te zitten nakaarten over de reis met de mensen van ’t restaurant.
    Voor hen begint deze middag ’t circus helemaal opnieuw. Vanaf 1 uur komen de nieuwe passagiers aan boord en worden de kelners - en iedereen die op dat moment niet moet werken - omgetoverd tot gids om de pas aangekomenen naar hun kajuit te begeleiden. De jongens hadden er oprecht veel zin in. ’t Is hard werken, maar heel afwisselend. De twee eerstvolgende cruises leiden weer naar Noorwegen, maar geen enkele gaat tot Spitsbergen, daarna varen ze langs de Middellandse Zee naar de Baltische staten, en dan gaat het schip even terug naar Italië voor een check-up alvorens de winter door te brengen met cruisen in ’t lekker warme zuiden. De vooruitzichten zien er goed uit.



    Om het uur mocht een andere ploeg passagiers van boord - allemaal tegelijk is logistiek uiteraard onmogelijk - en aangezien wij bij de voorlaaste waren ingedeeld moesten we nog een paar uur zoek maken. We gingen dan maar wat bepakt en bezakt met onze euh “hand”-bagage op ’t zwembaddek zitten kijken naar de uitstappers. Meer mensen waren op dit idee gekomen. Je kon ook nergens anders meer naartoe…



    We raakten aan de praat met verschillende andere koppels - die ook weggekropen waren op de meer rustige plekjes - en kwamen tot de constatie dat we allemaal dezelfde mening deelden. Keer op keer hoorden we : “Noorwegen is prachtig, zo’n cruisefabriek is de hel en ’t is in geen geval de juiste manier om dit land te bezoeken.” Bijna iedereen voelde zich “een beetje” bekocht of toch zeker niet echt gelukkig. Eigenlijk was ik blij te horen dat er meer mensen mijn mening deelden want ik dacht tot hiertoe dat wij één van de weinige “ondankbare nesten“ aan boord waren dus hadden wij ons ongenoegen steeds maar zo goed mogelijk proberen te verstoppen. Die andere mensen dus ook…

    Een Nederlandse dame vertelde dat ze nooit een horloge droeg, net als ik dus, maar dat ze er zich aan boord toch eentje had aangeschaft om overal op tijd te geraken. En dat op vakantie. Triest toch wel. Een ander koppel bleek, tot ons aller verbazing, best te spreken over de prijs-kwaliteitverhouding, tot ze zeiden dat zij last-minute geboekt hadden en nog geen vierde van onze prijs betaald hadden. Weliswaar voor een kleine binnenkajuit, maar ’t is toch wel een significant verschil. Voor de betere kajuiten in ’t Samsara-gedeelte, tijdens de Middernachtszon, én op die ene cruise die Spitsbergen aandeed, was het noodzakelijk geweest bijna een jaar op voorhand te boeken. Lang voor de crisis begon dus… Vandaar dat de sommige laatboekers de week voor ’t vertrek nog koopjes hadden kunnen doen en een hutje weten te bemachtigen voor amper 1500 euro… Tja, dan is het heel begrijpelijk als je over de geboden kwaliteit tevreden bent.

    Op één groepje Belgen na, heb ik niemand gehoord die ’t nog eens over zou willen doen. Iedereen die kwam voor ’t natuurschoon vond het een veel te drukke stressboel. De Russen daarentegen hadden de tijd van hun leven gehad. Maar dat hebben ze blijkbaar altijd, overal, in elk sjiek hotel… Als ze zich maar met gouden kettingen kunnen volhangen, hun kleren showen, flink doordrinken en eten hamsteren lijkt het wel alsof aan hun voornaamste wensen voldaan is. Voor mensen die houden van drukke “All-Inclusive”- hotels met constante animatie moet dit ook een droom zijn. Maar voor iemand die zoekt wat de begrippen “schip” en “varen” inhouden is dit echt niet aan te raden. En in geen geval voor rust- en stilte-zoekers. Nee, kies dan liever voor een cruise met een echt zeilschip zoals de Star Flyer uit onze Thailand reizen, of voor een kleine catamaran om Bora Bora en zijn buureilandjes te ontdekken. Dat was toch héél wat anders qua sfeer, vrijheid en mogelijkheden.

    Eindelijk werd het 11 uur en mocht onze shift van boord. In een enorme hal op de kade stonden honderden en honderden valiezen op ellenlange rijen… Iedereen mocht de zijne gaan uitzoeken. Vervolgens begon de uittocht door enkele te krappe gangen in de hoop in de gietende regen een taxi te bemachtigen. Er werden bijna veldslagen geleverd want er waren veel te weinig voertuigen.
    Eindelijk in ’t station aangekomen bleek, zoals in Nederland wel meer voorkomt, onze trein gewoon “afgeschaft”. De volgende zat prop, maar dan ook propvol. We konden zelfs de wagon niet in. We hadden gelukkig nog twee klapstoeltjes in ’t halletje kunnen veroveren en dan onze schoot volgeladen met onze, nu dus, “schoot”-bagage.
    Onze neuzen priemden in andere mensen hun buiken (waaronder een zwangere), wiens enkels dan weer geschramd werden door een reuze kinderwagen in ’t halletje achtergelaten door een koppel vrolijke Afrikaansen die zich met kind en al in de wagon hadden geïnstalleerd. Een enkeling propte zijn iPod in zijn oren en trachte met wazige blik in de verte te staren (de ”verte” was in dit geval het haar van zijn buurman op 20cm voor zijn ogen, een andere dappere probeerde nog al staand een boek te lezen om de wereld buiten te sluiten. Ge zou er scheel van worden kijken. Met de trein reizen is slecht voor uw ogen.



    In ’t begin was ’t nog gezellig om daar met allerhande nationaliteiten opeen gestouwd staan te kletsen. Maar bij elke halte wurmden er zich nog mensen bij. Het leek onmogelijk maar ’t gebeurde. Op de duur drukten we als de deuren openflapten op de knop om ze snel terug te sluiten want ‘de boot was écht vol’. Wat een razende Marokaanse tot gevolg had die woest over alles heen kroop om er toch nog bij te kunnen. Totale chaos. Bij de volgende halte lieten we de deuren zich dus maar braaf automatisch openen zodat de wachtenden een zicht kregen in welke lamentabele staat wij daar gestapeld stonden.
    Bij een volgend station floepte de deur open, een vrouw die stond te wachten om op te stappen sperde haar ogen open bij ’t aanschouden van onze penibele situatie en zei heel ad rem : “Nou zeg?! Zijn jullie onderweg naar Ausschwitz misschien?” Die vrouw is wijselijk niet op de trein gestapt, die hield het in één oogopslag voor bekeken.

    Vanaf dat moment was het ijs gebroken en is er eigenlijk alleen nog maar gelachen. Met de rampzalige Hollandse uurregeling, met de gammele Belgische treinen, de Amerikaanse studenten droegen een flink steentje bij, en de Marokaanse vrouw die eerst zo boos was bleek een heel toffe, plezante madam. En och, zo erg was ‘t nu ook weer niet dat haar beide knieën tussen die van mij staken en haar handbagage op mijn “schoot”-bagage was gestapeld. ’t Was alleszins heel knus en intiem dat we - zij gedwongen voorovergebogen met haar mond tegen mijn kruin - met mekaar konden babbelen om te ellendige tijd te bekorten. Gelukkig maar dat er niemand met claustrofobische neigingen bij was. (Maar ik was toch wel heel gelukkig dat ik vlak bij de deur zat, met mijn ene been bengelend in het trapgat…) Wat oprecht jammer was was dat ik op de duur niet met mijn hand tot in mijn zak raakte om mijn notaboekje te pakken en al die heerlijke dingen die ik rond me zag gebeuren op te kribbelen. De helft ben ik dan ook ondertussen vergeten. Maar geloof me het was een aparte ervaring, wat natuurlijk niet wegneemt dat ik méér dan overgelukkig ben niet elke dag op die trein te moeten zitten.



    Trouwens in welke zak van mijn "Copperfield"-jas zou mijn notaboekje vandaag zitten?...

    Ik was oprecht blij in Antwerpen Centraal aan te komen maar was vergeten dat we sinds kort met een vernieuwd, en wel érg groot, station gezegend zijn. Het is zelfs nog langer dan een cruiseboot en ’t heeft bijna evenveel verdiepingen… De trein naar huis vertrok vier verdiepingen hoger en tweehonderd meter verder… Onze marathon met valiezen en vuilzak was dus nog niet ten einde…
    De trein naar de Stille Kempen was een ware verademing. We leken plots alleen op de wereld te zijn… Ja, ’t was wel de reis van de contrasten.





    Met zoveel bagage zijt ge natuurlijk nooit écht eenzaam.

    Mijn volgende vakantie breng ik door aan de Schelde. Rustig met mijn billen in ’t zand van “St.-Anneke Plage”. Daar kan ik ook naar water en naar boten kijken. En zelfs mosselen gaan eten. En ’t belangrijkste : waar en wanneer ik zin heb. En wat betreft ijsberen : ik heb er een schone pluchen tussen mijn berenpersonages zitten. Dus dat is ook al opgelost. En ijsblokken? In een fris glas cola drijven er ook. Ge kunt er zelfs knappe macro-foto’s van maken.

    Nee, in alle ernst, het Noorden is enig mooi, zeker voor iemand als ik die nog maar 1 keer in zijn leven als kind op sneeuwvakantie geweest was en dat dan nog met een noodlottige afloop (een zieke vader die maanden in de kliniek in Duitsland zou moeten verzorgd worden…).
    Ik zou dolgraag de wonderlijke ijswereld terug zien, alleen op een totaal andere manier. Niet als ‘sardientjes-in-entertainment’-saus. In vrijheid en rust. Even vrij en rustig als de natuur daar nog is.




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs