Laathi's Noorwegen en Spitsbergen reisverhaal
Een cruise langs de fjorden van Noorwegen tot Spitsbergen. Wie wil meegenieten van 't lief en leed (ja, reizen is ook altijd een beetje lijden...) klikt op de hoofdstukken in de linkerkolom. Veel plezier!

Foto

www.laathi.be

15 Dagen...
15 Hoofdstukken...
  • Voorwoord.
  • 1. Het oprukken van de lemmingen.
  • 2. De 12 Kringen van de Hel van Dante.
  • 3. Van onze drijvende stad naar alweer een grote stad...
  • 4. Een zeldzaam Zen-moment.
  • 5. Boot Babylon.
  • 6. Heen en weer, heen en weer...
  • 7. Rust roest. Zeker op een boot.
  • 8. Een omgekeerde striptease in een decor van wolken met zilveren randjes.
  • 9. Van chaos naar chaos.
  • 10. Een drijvende stad met een Italiaans schepencollege.
  • 11. Terug onder de mensen.
  • 12. Een dag boordevol uitdagende sporten en entertainment!
  • 13. Bergen als neergestreken vlinders.
  • 14. O wee, die naweeën.
  • 15. Ook gij Brutus?
  • Mijn andere sites
  • Laathi
  • Mijn Jeugdverhalen
  • Reisverhaal Egypte
  • Reisverhaal Thaise eilanden
  • Reisverhaal Van Bangkok tot Chiang Mai
  • Mijn poezenblog
  • Mijn macro foto's
  • Irma's blog
  • Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    15-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6. Heen en weer, heen en weer...

    Woensdag, 15 juli 2009.
    Costa Luminosa, Honningsvag

    6. "Heen en weer, heen en weer"... ik hoor 't Drs. P. al zingen.



    Het fameuze "Noordpoolcirkeloverschrijdingscertificaat".
    Een máchtig woord om in Scrabble veel punten op te laten brengen.




    Zicht op een nevelig Honnigsvag.



    Bij ’t ontwaken lagen we al verankerd op enkele honderden meters voor een zeer mistig Honningsvag. Het zien van al die wolken op de toppen maakte het al direct duidelijk dat we er niks aan zouden missen dat we die uitstap naar de Noordkaap niet geboekt hadden. Rustig ontbeten. Wel een gek gevoel om exotische ananas te zitten eten terwijl ge in de poolcirkel rondvaart.



    En als wij zo benepen in een tenderke naar land moeten varen...



    ... dan moeten mijn fotomodellen ook niet reclameren
    dat het hoe langer hoe drukker in de fototas wordt.
    Die nieuwe kleine laptop maakt hun huisvesting nu wel extra krap.


    ’s Ochtends toch nog eens gaan vragen of er nu écht geen annulaties waren voor de excursie naar het vogelreservaat gecombineerd met het bezoek aan de Lappen-nederzetting en hun rendierkudde, maar er was helaas geen plaats vrijgekomen.
    Dus namen we maar de tender en gingen zelf aan land op zoek naar een taxi.
    Waar ze deze keer aan boord alvast niet over gelogen hadden was ’t feit dat er geen taxi’s beschikbaar zouden zijn. Logisch wel, het dorpje heeft er maar 7 en er lagen vandaag vier grote cruiseschepen… Het afgelegen dorpje heeft ook geen behoefte aan meer taxi’s want anders staan ze hier in de lange, lange winter toch maar werkloos.





    Toch niet meer normaal eigenlijk...
    Een walvis zou er bang van krijgen...

    Het taxikantoortje was open, knus en gezellig, maar er was geen mens te bekennen. We zijn dan maar eerst onze mail gaan versturen in een souvenierwinkeltje annex internetcafé. Vannacht aan boord was ik snipzenuwachtig geworden omdat het inloggen maar niet wou lukken. Ellendige internetverbindingen op reis maken nu eenmaal het slechtste in mij wakker. Dus deze keer liet ik Paul ergens in een gang tussen de voorraaddozen van die winkel zijn ding doen en ging ik ondertussen op zoek naar een rendier op berenformaat.
    Al sinds Bergen ben ik er naar op zoek maar ’t is geen makkelijke bevalling. Hij moet even groot zijn als mijn berenfamilie, armen en benen plooibaar, zijn ogen moeten groot en duidelijk zichtbaar zijn en zijn neus mag niet te pront naar voren steken, anders is het een rampzalig fotomodel om samen met de beren te gebruiken. Aangezien ik nu toch een half uur de tijd had kon ik “Expeditie Pluchen Rendier” rustig verder zetten.



    Paul in zijn geïmproviseerd internetkantoortje.
    Héél blij dat hij zijn queeste in alle rust zonder mij kon trachten te volbrengen.

    Ik vond de goeie maat van rendiertje en kon beginnen tussen een 80-tal identieke exemplaren de meest geschikte uit te zoeken. Eéntje met een niet te breed gewei - wegens te moeilijk op foto’s naast een beer - met even lange poten als de beren, maar zonder scheve voeten dat hij makkelijk zou blijven staan... Kortom ik denk dat ze in die winkel nog nooit een volwassen mens met zoveel aandacht - gedurende 20 minuten uit een mand met 80 pluchen rendiertjes, van 13cm hoog aan 9 euro ‘t stuk - hebben weten zoeken en vergelijken. Maar uiteindelijk heb ik toch mijn trofee, en ondertussen Paul onze mail, binnengehaald.

    Ik was oprecht blij met mijn nieuwe aanwinst, want als we dan die twee dagen in Spitsbergen waarschijnlijk toch verplicht aan boord moeten blijven heb ik weer een nieuw personage om verhalen rond te schrijven. Gelukkig had ik van thuis al een beertje meegebracht dat met wat goede wil op een "gecultiveerde ijsbeer" lijkt. Nu is mijn setje kompleet. Nu heb ik zogezegd twee Noren bij in mijn familie. Ik ga ze “Haken” en “Ogen” noemen, alleen weet ik nog niet met welke schrijfwijze ik dat ga waarmaken. Op mijn typmachien staan geen kleine bolletjes en letters met schuine strepen door die zo typisch zijn voor de Noorse taal. Maar dat los ik wel op. Een gezellige uitdaging meer.



    Bijna had ik zo'n vel gekocht van de grote kou...
    Maar ja, loop daar nu rond met zo'n rendierhuid rond uw lijf...
    Met een fototas vol pluchen beren tot daaraan toe...
    maar als holbewoner in zo'n vel gewikkeld?...




    Nog een mens die ,aan zijn verkrampte blik te oordelen, zo'n pelske wel zat te overwegen...

    Terug naar dat taxihuisje gelopen maar daar was ’t nog altijd niet mogelijk een wagen te reserveren. Bibberend van de kou – deze keer was ik zonder muts, handschoenen en sjaal op pad omdat het 5° ging zijn en ’t vanmorgen op ons terrasje helemaal niet zo koud leek – en van pure ellende maar terug de tender naar het schip genomen om nogmaals te proberen mee op excursie te kunnen. Snel iets gaan eten en gewacht of er niemand zijn boeking afzegde. We hadden pech, iedereen daagde op, dus hadden we daar weer een half uur voor niets zitten wachten… Maar zo rap geven we niet op, we worden weliswaar slecht gezind - ik maar sakkeren dat een cruise uit niks anders dan wachten, stressen en rennen bestaat, tussen hopen volk dan ook nog, niet direkt mijn favoriete diersoort - maar we blijven er voor gaan.
    Mijn wensen waren al wel flink ingekrompen want ondertussen hadden we van mensen die al terug gekomen waren van de Noordkaap gehoord dat de zichtbaarheid vandaag nihil was geweest, dus mijn enige streefdoel was nog om enkele Lappen met rendieren te zien.



    In de buik van 't schip onderweg naar 't dek van de tenders.
    Weer hoog tijd om een "Munch-kreetje" te slaken.


    Dus wurmden we ons alweer een weg door de doolhof van het schip, tussen kudde’s dik ingepakte mensen (die ofwel aankwamen en nat en verkleumd waren, ofwel vertrekkers die met angstige ogen vanonder hun mutsen naar al dat verwaaid volk keken) naar de verdieping waar ge op de tenders kunt stappen, en vaarden we terug naar ’t dorp. Deze keer was ik aangepelsd als een eskimo. Evenzo mijn berenfamilie, zelfs voor Ogen had ik een warm wollen broekske in mijn berenvoorraad-kledingsdoos gevonden want die droeg toen ik hem vanochtend kocht enkel een trui en geen broek, en dat vind ik geen zicht tussen de rest van mijn berenfamilie.



    Haken en Ogen. Mijn twee stoere Noorse zeebonken. Héérlijke figuren.


     
    Zo'n mens, heel zijn leven gewend aan exotische temperaturen,... 
    en dan in zo'n koude terechtkomen ocharme...
    En heel de dag moet die daar staan...
    Ik had daar ook al beter een broekske voor gebreid.


    Deel 2 : "Miss Moose" bij "Rudolph-the-Rednosed-Reindeer".

    Goddank was het taxihuisje deze keer niet verlaten en vond ik er een heuse mens! Ik trachtte hem uit te leggen dat ik rendieren wou zien, ik probeerde het in ’t Engels met het woord “moose” maar daar kwam ik niet ver mee. Gelukkig is een rendier uitbeelden niet moeilijk. Ge spert uw vingers van beide handen open, houdt ze naast uw kop en met wat goede wil hebt ge een gewei. De taximan vond mijn pantomime hilarisch en beloofde me ons na zijn volgende ritje mee te nemen. Hoewel hij opmerkte : “There are 6000 rein on the island but of course I don’t know where they will be… They just wander around…” Dus stelde ik hem voor naar de toeristische nederzetting van de Lappen, die officiëel Sami heten, te rijden, daar zou ik er toch beslist al een paar kunnen zien. Ik legde mijn normen al maar weer een beetje lager.



    Miss Moose in 't taxikantoortje.
    Op zo'n manier moeten ze toch weten dat ik niet naar een olifant op zoek ben nietwaar.


    De man was overduidelijk gecharmeerd door mijn doorzettingsvermogen en mijn bereidheid er zo ongeveer álles voor over te hebben om die beesten te zien en vroeg ons over een kwartier terug te komen. Een nuttige tijd die we konden gebruiken om nog even te gaan internetten want hier aan boord lukt het echt niet, maar laten ze je ondertussen wel veel betalen. In het dorpje zelf is buiten wat vissersboten en een museumpje niks te zien. En ondertussen regende het fijntjes verder… We werden alvast "moes"-nat.

    Een kwartier later stormde ik terug in blijde verwachting het taxihuisje binnen en mijn reputatie was me al voorgegaan. Ik stond al bekend als “Miss Moose” die Noorwegen écht niet ging verlaten alvorens rendieren te zien. Onze enorm lange Noorse taxichauffeur, Knut, kwam iets later ook binnengestapt en we konden vertrekken. Eén van de 7 taxi’s was eindelijk van ons! Mijn blijdschap kon niet op! We gaven de man carte blanche zolang hij maar rendieren tevoorschijn zou toveren. Een heerlijk mens met voldoende zin voor humor die met plezier aan de “search for rein in the rain” wou beginnen.

    Het gebied rond de Noordkaap is heuvelig maar kent enkel een lage begroeing. Bomen komen er totaal niet voor, wel heel veel sappig mos en gras en hier en daar een struikje. De bodem is sponzig, de natuur lijkt een beetje op die van de ruige Schotse hooglanden. Onderweg zagen we verscheidene houten staketsels die moesten verhinderen dat de sneeuw zich op de rijbaan op kon hopen. Nu ligt er maar heel weinig sneeuw want ze hebben net een hittegolf van 25° achter de rug, de meeste is gesmolten.



    Sneeuwhekken.
    De door de wind opgejaagde sneeuw komt op deze manier zo min mogelijk
    op de rijbaan terecht. De weg wordt in de winter dan ook nog eens afgelijnd
    met paaltjes anders is hij niet meer te onderscheiden van de rest van de heuvel.






    Halverwege de Noordkaap kwamen we aan twee tentjes waar we een jong Samikoppel troffen. De man ging onmiddellijk een rendier van de berg halen en kwam met een albino terug! Eentje met een rozig gewei en een rozige neus. Rudolph the Red-nosed Reindeer bestaat dus!!!
    De man sprak perfect Engels en we mochten hem alles vragen. Het dier dat hij ons liet zien was ongeveer 4 jaar oud en volgroeid. Hij had net zijn nieuwe gewei maar het was nog soepel en donzig. Aanraken mocht niet, de man was op een toffe manier zeer bekommerd om zijn beest.
    De zesduizend rendieren die hier in de zomer rondlopen horen toe aan 5 families Lappen, in de winter trekken ze terug met hun kuddes naar de relatieve warmte van het zuidelijkere Lapland, dan wordt de Noordkaap te guur en is hier geen voer meer voor de dieren te vinden want alles ligt dan onder een dikke sneeuwlaag.
    Als je meer dan 600 dieren bezit heb je geen recht meer op subsidie dus iedereen heeft hier zogezegd 599 rendieren. Begin ze maar te tellen als belastingscontroleur… Alweer een man met een zeer gezonde zin voor humor. Die Lap dus, niet die belastingscontroleur.





    Héél moeilijk om mijn handen thuis te houden.
    Dat zag er zo zacht uit, en daar dan niet mogen aankomen...
    Aan dat rendier welteverstaan. Niet aan de Lap.






    Een gezin wordt als rijk beschouwd als het meer dan 1000 dieren bezit maar je kan ook makkelijke rondkomen met een kudde van 500 stuks. We mochten ook hun tentjes bekijken, met een ketel boven een vuur en allerhande kledingstukken en laarsjes uit rendierleder gemaakt die aan de wandzeilen bengelden. Hij vertelde er vanzelfsprekend wel bij dat hij echt niet zo gek was om nog in zo’n ding te wonen, dat hij dan misschien nog wel de lokale klederdracht droeg en enorm van zijn werk genoot omdat het hem een intens contact met de natuur gaf, maar dat hij wel heel blij was met zijn houten huis, en dat hij internet en een gsm bezat. De man haalde echt het beste uit de combinatie van zijn twee leefwerelden.



    Zo'n tentje is van binnen wel ruimer dan het er uit ziet.

    We vroegen hem ook of ze hun dieren herkenden en die blijken gemerkt te worden aan hun gewei. Namen krijgen ze niet : “I’m not going to give a name to what I eat.” Toffe man, heel down to earth, spiritueel en duidelijk gelukkig. Uiteindelijk staat hij maar enkel tijdens de twee zomermaanden toeristen te woord, de volgende vier maanden is hij gewoon herder van zijn kudde en de rest van ’t jaar is hij in Lapland de dokter en tandarts van zijn dorp. Van een speciaal leven gesproken...

    Na een lange babbel wilden we de man centen geven maar dat weigerde hij! Hij beweerde dat hij ’t een waar genoegen had gevonden eens met twee mensen te hebben kunnen praten in plaats van een kwebbelende groep van 60 man toe te spreken. Hij bleek deze ochtend al 20 autocars over zijn nederzettingske heen gekregen  te hebben en vertelde dat hem er nu nog 20 te wachten stonden dus dat ons gewoon gesprekje een leuk intermezzo voor hem geweest was…Ja tijdens de middernachtzonperiode klopt die man wel lange werkdagen... En dan met 4 cruiseschepen in "town"... Ik hoop dat hij niet telkens 't albino exemplaar gaat tonen want anders gaat hij nog 20 x 60 = 1200 keer "Wooooow!! Look! How nice! Rudolph really exists!!!" moeten aanhoren...

    Om deze mensen toch iets te gunnen gingen we de blokhut binnen waar zijn vrouw een zeer aparte souvenirwinkel van gemaakt had. Ik wou er best een kleinigheid kopen. Ze maakten allerlei producten van rendierhoorn en huiden, verkochten natuurlijk ook de obligate pluchen ijsberen en zeehonden, maar ze hadden ook heel grappige houten gsm’s ineengeknutseld. Eindelijk een gsm die je niet kan stresseren.



    De echtgenote van de Sami-"herder-dokter-tandarts".



    De geluidloze gsm's...

    Plots viel mijn oog op amuletten die ze zelf maakten van stukjes hout van de berkenstruik met middenin een schijfje rendierhoorn. In miniatuur was er hun mythologie op geschilderd. De vrouw kon er prachtig over vertellen.
    Hoe niet de aarde maar de zon het middelpunt van hun leven was, en dat ze vele goden aanbaden - zoals het vuur en de wind - waar ze ook regelmatig aan offerden. Die goden woonden in een aparte wereld. In nog een andere wereld leefden de overleden mensen en dieren verder. Enkel de sjamanen konden beide werelden bezoeken tijdens een trance. Een hemel kenden ze niet maar daar hadden ze ook totaal geen behoefte aan want de levenden en de doden bleven toch steeds kontakt met mekaar houden via de sjamanen. Niemand raakte mekaar echt kwijt bij een overlijden. Ze leven verder in mekaars hart en kunnen mekaar na de dood enkel wat moeilijker bereiken.
    Van zo’n mooie “godsdienst” wou ik zeker een amulet rond mijn hals dragen, temeer omdat deze mensen hem nog zelf gemaakt hebben ook. Natuurlijk hebben in Noorwegen “kleinigheden” geen “kleine prijsjes”, dat weten we ondertussen al.



    Ondertussen zat Knut knus in de taxi te wachten. De Sami-man was dolgelukkig met dit druilerige weer, dan groeide ’t gras goed voor zijn kudde, een Noorse taxi-chauffeur daarentegen houdt toch meer van de zon. Ze zien ze dan al maar een paar maand per jaar, dus verkiezen ze ’t ook dat ze niet achter de wolken of nevels verdwijnt.


    Deel 3 : Een landschap als een zompige spons.



    Knut, de taxichauffeur, die zich ondertussen bewust was geworden van mijn liefde voor beestjes kwam op ’t idee ook even binnen te wippen bij de King Crab Farm. Daar zaten de gekende Kamchatka krabben. Beesten als voorhistorische reuzespinnen van wel 5 of 6 kilo. De oudste die ooit ontdekt werden hadden een spanwijdte van maar liefst twee meter! De exemplaren hier waren een flinke halve meter tot 80cm breed. Ik had geluk, er waren geen andere bezoekers, en ik kreeg de lederen handschoenen van de man en mocht een krab uit het aquarium vasthouden. Hij leerde me hoe het moest want een beet van de scharen kan heel slecht aflopen.



    Die krabben zijn oorspronkelijk afkomstig uit Japan, vervolgens zijn ze door de Russen in de buurt van Siberië uitgezet en na twintig jaar zijn ze al tot hier gemigreerd. De vissers moeten er zelfs niet eens veel moeite voor doen om ze te vangen, de zee zit er hier vol van.



    Toeristen die "de stoere" willen uithangen en hier rondlopen zonder muts of sjaal...
    worden er wel heel verkrampt uitzien vind ik.


    De krabbenman had op de bovenste verdieping van zijn huis een mini-museumpje gemaakt over hoe ’t dorpje er hier vroeger uitzag, heel trots liet hij de foto’s zien. Ondertussen wierp ik een oogje door ’t raam en zag ik op de berg een kudde rendieren staan grazen!! Ik wist niet hoe snel ik buiten moest raken, gelukkig ging ’t raam niet open of ik was er door gesprongen. Paul en Knut moesten het maar aan de lieve man uitleggen maar ik spurtte er van door. De berg op. De rendieren achterna. Prachtig! Ze graasden op de steile hellingen van de zompige bergen achter de huizen. Ik voelde me net op een spons lopen, ik werd hoe langer hoe doorweekter, zag er bijna net zo haveloos uit als die ruiende rendieren met hun loshangende pelsen, maar ik kreeg ze wel van dichtbij op foto. Een heerlijk moment.





    "Maar Madam toch! Ge zou eens moeten zien hoe ge er zelf uit ziet..."



    Brillen, lenzen, alles dampt aan van de nattigheid...
    Maar 't wordt er alleen maar romantischer door.


    Ondertussen kreeg Knut een oproep van de taximaatschappij waar hij toch in godsnaam bleef?... Er moet konstant 1 van de 7 taxi’s in ’t dorp zijn voor noodgevallen en ’t was eigenlijk ondertussen zijn beurt geworden voor de dorpsdienst… Dus moest hij jammer genoeg zo snel mogelijk die 20 kilometer die we ondertussen verder gezworven waren gaan inhalen. De man was zo charmant dat hij vanaf dat moment zelfs zijn taximeter afzette! Hij had echt spijt dat hij terug moest want hij vond het ook een tè gek tochtje. Zo eens iets heel anders dan mensen heen en weer naar de Noordkaap te rijden.



    Knut dropte ons aan een supermarktje waar we alcoholvrij bier konden kopen (dat ze in dit land mijn favoriete drankje verkopen was een ontdekking die Paul in Geiranger al gedaan had) en we namen afscheid met een flinke fooi! Iemand die zo prettig in de omgang is, me zoveel rendieren had laten zien en me nog zo’n onverwacht fijne namiddag bezorgd had verdiende dat wel.

    In de supermarkt kwamen we tot de ontdekking dat een fles cola 3 euro kost en een blikje alcoholvrij bier nog geen euro. Het echte bier daarentegen was wel heel duur. Bij ’t buitengaan bleek ook dat er op blikjes statiegeld betaald wordt zodat de mensen het leeggoed terugbrengen en het niet in de natuur terecht komt. In ’t midden van de winkel staat een machine waar je je lege blikken in werpt, ze worden geplet, en ondertussen wordt er een tegoedbon geprint. Geweldig systeem.
    We waren zo blij met ons pintje dat we er direkt eentje op straat opgedronken hebben, als echte clochards. Geleund tegen een grote vuilbak als barmeubel. Een goddelijk moment. Daarna hebben we rillend nog wat berenfoto’s genomen want de regen was eindelijk opgehouden. Schitterend om mijn beren samen met mijn “twee Noren” te laten poseren in zo’n vissershaventje.



    Clochard in Honnigsvag.



    Mijn heerlijk "nieuw samengesteld gezin" van deze reis.
    Ik voel de inspiratie opborrelen.
    Er zou nu alleen wat extra schrijftijd moeten opborrelen....






    Deze pose heet beslist de "bevroren glimlach".
    Om dit terug goed te krijgen zal er dringend iets sterks moeten op-"borrelen" vrees ik.

    Rillend en verkleumd trokken we vervolgens terug naar de aanlegplaats van de tender. Het personeel van de cruise had daar ondertussen een standje opgezet met hete koffie en thee. Erg attent, want hun passagiers waren niet in al te beste doen zo te zien. Paul kon niet meer filmen want die kon zijn handen niet meer bewegen van de kou dus gaf ik hem mijn super dikke wanten en hij begon er onmiddellijk poppenspel mee te spelen. Aangezien je in zo’n tender met zijn 120 op mekaar gepakt zit zullen de collega-toeristen weer bepaalde gedachten gehad hebben over onze mentale leeftijd. But who cares! Zolang we maar lol hebben op onze manier.



    Zijn "Munch"-ske wordt al wel heel goed. Hij heeft dan ook een goede coach.

    Uiteindelijk bleken we nog veel leukere dingen gezien te hebben dan al de mensen die excursies met de autocars gemaakt hadden, en was ‘t zelfs nog voordeliger geweest. We hadden ons een hele namiddag een kriek geamuseerd voor 1600 Noorse kronen, mijn Sami-amuletje, ‘t internetcafé en rendiertje “Ogen” inbegrepen. Een taxi is niet goedkoop maar de prijzen die ze hier aan boord voor de excursies aanrekenen zijn ook niet min. En de Noren kennen iets van inkomprijzen… Om het terrein van de punt van de Noordkaap te bezoeken kost het inkomticketje maar liefst 25 euro… Om op een rots in de mist te staan koukleumen, 14 beeldhouwwerken van kinderen te bekijken, een oubollig museumpje te mogen bezoeken, en een film te mogen zien voor ’t geval ’t buiten toch echt te bewolkt en te nevelig is dat ge zelfs niet eens ziet waar de kaap eindigt… Geef mij dan maar mijn rendieren, mijn Lappen, mijn krabben, plezante Knut, en een lekker blik alcoholvrij bier! Naast een vuilbak.
    Een van mijn beste maten zegt altijd dat, hoe slecht er iets op een bepaald moment ook uitziet, het toch de moeite is om verder te gaan omdat ’t leven van ’t één ogenblik op ‘t ander ineens een stuk plezanter kan worden. En hij heeft gelijk. Want het verschil tussen ’t stresserende begin van deze dag en ’t hilarische einde was wel echt enorm.

    Terug thuis zijn we naar de sauna gesprint om alle half-bevroren onderdelen te laten ontdooien. Na enkele zeer uitgebreide opwarmingsbeurten in ’t stoombad, ’t bubbelbad, de sauna (al genietend van de afvaart uit Honningsvag door de panoramische ramen!) en even rust onder ’t solarium, ons vervolgens overgegeven aan een even uitgebreid als lekker diner. Met onder andere de beste canard à l’ orange die ik al ooit gegeten heb!
    We hadden ondertussen de relatieve beschutting van de Noorse fjorden achter ons gelaten en waren terug op volle zee, wat duidelijk voelbaar was. Het was zo mooi om aan tafel de golven tegen de zijkant van de boot te komen zien aanrollen en openspatten, en ondanks de ruwe zee bleef de boot in verhouding redelijk stabiel. Om 10 uur ’s avonds kwam de zon zelfs nog even van tussen de wolken piepen en baadde alles even in een stralend licht.



    Een hartverwarmend tafereel :
    Een gelukkig mens met warme voeten in een warm restaurant wachtend op warm eten.




    We zijn amper 6 dagen onderweg en ik zie er al uit of ik van vermoeidheid
    met mijn snuit in mijn bord ga ploffen.
    Dat gaat er niet op beteren...


    We waggelden terug naar onze kajuit, zeilend van links naar rechts en kwamen onze toffe Nederlandse kennissen van de Geirangertrip tegen. In de minst lawaaierige bar hebben we gezellig zitten verbroederen. Maar omdat de zon niet ondergaat heb je ook geen tijdsbesef meer en kan verbroederen wel eens flink langer uitlopen dan gepland. Mijn schrijfuurtje is er dan ook overgeschoten. Ik ben als een blok op mijn bed gevallen en zalig in slaap gewiegd door het zachte rollen van de boot… Eindelijk dan toch eens een klein beetje een “boot”-gevoel. Maar niet iedereen zal daar ’t zelfde over gedacht hebben want de kotszakskes waren alweer uitgedeeld.



    En toch nog weer eens even opstaan om de middernachtzon te zien...



    Of beter : de middernachtswolk?...



    Het geweld van het water rond de boot... gezien van over de reling van mijn terrasje.
    Ik krijg er niet genoeg van.
    Maar eigenlijk zou ik nu toch écht wel moeten gaan slapen...

    Meer foto's van deze grijzelige maar heel plezante dag zien? Kijk maar in 't album :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/CruiseNoorwegen6Honnigsvag?authkey=Gv1sRgCMfWkYWLi7DiKw#




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs