jefhilde <jefhilde@hotmail.com> schreef: Terug naar huis na vakantie is vaak een trieste zaak. Niet zo wanneer je twee maanden hebt kunnen genieten en de verwachtingen vervuld zijn. Maar volgend jaar komen we terug naar hier en we gaan een nieuw traject uitstippelen. Wie mee wil, kan zich inschrijven. Mijn tubes olieverf liggen nu ongeduldig te geeuwen. Nonkel Patrick heeft de nieuwe houten panelen vakkundig verzaagd. En mijn vingers jeuken. We gaan nu in het Franse zuiden de rollen omdraaien, en nu is het onze beurt om de toeristen geschilderde souvenirs aan te bieden. De vorige jaren zijn er zo al wat schilderijen kunnen vertrekken vanuit Ventenac naar alle uithoeken van de aardbol. Van Australie tot Amerika, van Rusland tot Zuid-Afrika. Hopelijk wordt het zomerseizoen 2015 een nieuw succes... We richten ook een woordje van dank aan onze lezers en hun reakties. We hopen dat je veel leesgeknuffel en kijkplezier beleefde. Tot eerstdaags in Belgenland als overstap naar de onderkant van Frankrijk !
We kunnen het niet laten, maar op onze terugreis-zaterdag moeten we toch ook afscheid nemen van de sprookjeswereld onder water. Dus een laatste maal de snorkels nat maken en de lagune induiken. Recht naar de kralenkast met bruinpaarse koralen. Een soort slang, twee lange meters, kronkelt op de bodem langs stenen. Op het hoofd heeft ze heel wat tentakels, zoals een octopus, waarmee ze de vloer aanveegt. Dan merkt Hilde op de bodem een subtiele beweging op, haast onzichtbaar gecamoufleerd, een bewegende steen. Het dier wandelt heel heel traag over de zeevloer, en is gans overwoekerd met kleine donkere algen. Nauwelijks te onderscheiden van de rotsige ondergrond. Met de half op poten lijkende borstvinnen kan deze vis ook op het land lopen. De kieuwen zijn uitgerust met filamenten waardoor het voorhistorisch monstertje ook lucht kan inademen. De wandelende meerval is een 300 miljoen jaar oude diersoort, nog ouder dus dan de zeeschildpad. Het is als het ware een levend fossiel. Ze komen nog maar enkel voor rond Borneo en Sri Lanka. Wat een voorhistorische giller, wat een gigantische thriller. Wat een eeuwenoude afscheidsgift !
Onze laatste vakantiedag breekt aan. De koffer, uitpuilend met vakantiekiekjes en reisherinneringen, wordt krakend van het zeezand met grote moeite dichtgeknipt. Na vroeg ontbijt nog maar eens op snorkelwandeling. Eerst moet ik met een touwtje een zwemvlies van Hilde repareren. Zo verliezen we wat tijd. Hup daar gaan we. Een eind in zee wordt ik teruggeschreeuwd door Hilde, die iets vooraf door Manel, onze hotelbaas, uit het water werd geroepen. Met een snelle crawl hijg ik me weer aan land, en spurt naar een groepje Singalezen die op het strand opgewonden staan te huppelen. Wellicht een of andere schipbreukeling aangespoeld ? Het is niet te geloven. Verbazingwekkend gewoon. Een hele vloot verdraaid. Talrijke grijze kierewietjes slepen zich nietig en klein naar het water. Enkele minuten daarvoor waren ze uit een ei gekropen van onder het zand. De schildpadjes kriewelen door elkaar op zoek naar nat zout. Ongelooflijk schattige leigrijze schildknaapjes, die rennen voor hun leven. Menige toeschouwer helpt een handje en wordt dankbaar even op de palm gekriebeld. Tweehonderd kleine wezentjes, hoe snoezig. Explosie van emotie. De overige eieren worden door bruinzwarte handen weer liefdevol begraven in het zachte schuurzand. Die zullen hun kleine schatten binnen enkele dagen openbaren... Heel ver in zee, in gulzige bewondering trappelend voor een machtig groot rif van paarsbruine koralen, slikken we nog steeds aangedaan enkele brokken ontroering door, telkens een klein dapper soldaatje met niet aflatende ijver voorbij peddelt net onder de zeespiegel. Komaan schildje, niet opgeven. Talrijke kleurige vissen, in holtes en spelonken, klapperen met hun vinnen ter aanmoediging. Godzijdank waren we wat tijd verloren daarstraks met de reparatiewerkzaamheden, anders hadden we dit grootse spektakel moeten missen. Wat tien minuten toch kunnen teweegbrengen in een mensenleven... een eeuwigheid van onvergetelijke natuurschatten. Jammer , maar nu kan onze valies reisplezier echt niet meer dicht...
Nous voulons remercier fortement le jeune couple, Sophie et Vincent, pour leur photos sous-marins. Vous pouvez les suivre sur leur blog : www.tuktuktour.over-blog.com
De ochtend is al ver gevorderd als we terug naar de boeienlijn grasduinen. Voorzichtig kopje onder in zee, en onmiddellijk ondergedompeld worden in een immensiteit van difuus blauwlicht. Zwijmelend zwemmend langsheen rotsen, biedt de onderwaterwereld ons een visuele explosie van kleuren en bewegingen. Lange naaldvissen strijken scherp neer. Vlindervissen roeren met doorzichtig gekleurde vinnen vooruit, neen, nu weer achteruit. Dan volgt een tel van ademloze onbeweeglijkheid als onze lijven opgenomen worden in een massale school blinkende vinnen, tienduizenden stuks, allen in een gladgrijs zijdeachtig maatpakje van glinsterende schubben. Opgenomen worden in de groep. Alle vissen een meetlat groot. Allemaal in dezelfde richting neuzend. Alsof je in een reuzenbad zit vol nieuwe fonkelende zilverlingen. Wemelend watertrappelend tracht je zachtjes de beweging te volgen. In de blauwachtige glans tovert het hemels licht zonnevlekken op de warrelende bodem of tegen de bruine steenblokken. In deze feeërieke droomwereld voel je je verstijven tot zeemeermin of waternimf, een kleine schakel in de keten van de Schepping.
Op de merkwaardige woelplek waar de golven uiteengerukt komen aandonderen, staat aan het glijeinde van de laatste waterkop, totaal uitgewrongen en leeggelopen, een groepje mensen met de voeten in het zoutschuim. Nieuwsgierigheid verhaast onze pas. Een eeuweling onder een dik groenig pantser doet zich tegoed aan enkele blaadjes verse salade. Zijn tweelingbroer komt ook aangepaddeld. Dra tel ik zelfs vier zeeschildpadden. Allerhande fotoapparatuur snort gulzig de beelden op. Na hun ontbijt, duiken de schilddieren terug hun onmetelijk aquarium in. Hilde en ik er achteraan met de snorkel. De briesende stroming zuigt ons naar een onderwaterkloof. Ontelbare vissen kleuren weer voorbij. Daar draait een logge zeemastodont rechtsom en komt op ons aanzwemmen. Even uitwijken maar. Kleine visjes zuigen voortdurend aan de groenverweerde hoornen bult. De branding trekt aan de armen en schudt de schouders heen en weer. Talrijke grotere hoornvissen, met een lange stekel op het hoofd, zigzaggen rusteloos voorbij. Een tweede schildpad glijdt aan in de ondiepte en hapt naar de eerste, als plots een derde van rechts aansnelt om te bemiddelen. Wervelend avontuur, zo te midden van drie zwaargewichten. Goddelijk zelfs, met die ontelbare engelvissen die in allerhande vormen met allerlei felle tinten voorbij vleugelen.
In donkerstille straatjes, om vijf uur en iets, lopen we op de voettippen naar het treinstation van Matara, drie kilometers verder. Als we vanavond terugkomen zal de nacht alweer neergedaald zijn. Wat brengt de dag ? Ontgoocheling of verrukking ? Van Roy en Karm hadden we foto en tip gekregen van Hikkaduwa. Maar we beseffen dat de zee niet zomaar zijn geheimen prijsgeeft...Aangekomen in het stadje botsen we eerst op het vissershaventje. Geen interesse vandaag want enkel levensloze zeeschatten. We poten verder over het mulle vlak. Aan een boeienlijn zwemmen enkele vakantievertierders een vroeg rondje, twee met een snorkelbril. Dat lijkt ons niet de ideale locatie. Een hele vloot bootjes dobberen geduldig aan lange lijnen verveling. Een lang strand met een flink pak toeristische laagbouw. Wat zitten we toch schoon in Polhena ! Bij deze lelijkheid hier zakt de moed wat weg in mijn schoenen, dus ik trek ze vlug uit om een passage door het water te doorkruisen, waar de zee tot tegen een omheining klotst die een hotel gevangen houdt. Een eind in zee staat een natuurlijke muur van rotseilandjes. Daar splitst de branding en krijg je in onze richting een bizar fenomeen van twee haaks op elkaar staande brandingen. Een gevaarlijke plek om te zwemmen zeg ! Wat zich hier afspeelt krijgen jullie morgen bij het ontbijt !
Drie lange morgenduren dobberen we reeds snorkelend rond in de baai van Polhena. Het wil maar niet lukken. Al twee weken lang richten we ons vizier met luchtpijp naar wat het verwachte hoogtepunt moet worden van onze reis. Een zeeschildpad neus aan neus... Zoals ik een close-up kreeg voorgeschoteld in de Caraibische Zee aan Sint-Maarten. We hebben al heel wat schildpadden zien bovenkomen om even naar lucht te happen. Zelfs enkele van zeer dichtbij met oogcontact ! Maar we willen nog meer... Zoals het zeesop klijvend van je zongebruinde huid drupt, zo hupt zilte ontgoocheling langsheen je zoutstijve haarslierten. We proberen een andere strategie : postvatten in de zee met je voeten verankerd diep in het zand. Dus wachten tot een schildpad naar je toe zwemt. Dit strijdplan schijnt te lukken maar als een schildknaap vlak voor mij even opduikt, is het alweer even snel weer ondergedoken in de onzichtbaarheid van het grijswatergewoel. De teller tikt verder in de namiddag tot we allebei vandaag zomaar eventjes vijf uren in totaal gepekeld worden. Ontgoocheld geven we op. Dan worden onze meewarige gevoelens nog eens extra bekleumd als we een dode dolfijn zien aanspoelen op het strand. Tja, natuurwaarnemingen heb je niet in eigen hand en vragen ontzettend veel geduld. En dat is niet mijn beste eigenschap...We gooien nu een laatste wapen in de klopjacht : morgen treinen we naar Hikkaduwa, een zestigtal kilometer verder gelegen badplaats, alom geprezen door snorkelaars. Dit betekent wel om 4u30 opstaan... Zou het dan morgen kunnen lukken ?
Het ontbijt in de voortuin van ons logies wordt fijngekruld door een kolibri. Die fladdert rond de takken van een hoge struik. Of dan komt hij binnenwaaieren in het voorportaal achter een insectje aan. Zijn schitterende Engelse naam, zonnevogel, doet hij alle eer aan als hij de eerste gouden stralen uitbundig doorheen de lange bananenbladeren aan de overkant naar boven hijst. In de namiddag onderhouden we op het hete strand een lange babbel met een jong koppel uit Nice. Zoals gewoonlijk op uitkijk naar schildpadden. Momenteel zwerven er een drietal rond in de zachtdeinende branding. Helaas is het water steeds op dit tijdstip van de dag erg troebel door zandopwerping. Toch komen de hoofdjes van deze zeedieren regelmatig boven tot vreugde van onze Franse buren. Tot mijn lampjes eveneens opgewonden beginnen flikkeren als de witbuikzeearend majestueus komt aanzweven. Voor onze verblufte ogen valt de keizer in zee, en glinstert vervolgens terug op met een spartelende streep zilvervis tussen zijn klauwen. Aan het slaapeiland van de vogels, gelegen op korte wandelafstand van onze rustplek, staat solitair in de avondschemering een cinnamon bittern tussen het oevergewas. Welluidende naam in het Engels, letterlijk bittere kaneel, voor rossige woudaap. Deze bruine waadvogel foerageert, in tegenstelling tot andere reigersoorten vaak alleen. Net als zijn broertje roerdomp. In de avondschemering vat zijn spekulaasachtig verenkleed een gloed van gloeiend koolvuur, uitdovend in het oorverdovende gekras van aanvliegers op zoek naar een hangmatje voor de nacht.
De uitbater van het guesthouse in Anuradapura heeft ons eens getrakteerd met een bordvol jack fruit. Geschild in kleine stukken, met een onaangename geur omweven, van dikke pitten voorzien, maar sappig lekker als je je neus dichtknijpt. Tijdens onze wandelingen hebben we ook tweemaal een man blootvoets in zulke boom zien kruipen om deze reuze vruchten, die vastgroeien aan de stam, te oogsten met een vlijmende sikkel. Het is het grootste en zwaarste fruit ter wereld. Sommige vruchten kunnen tot 30 kg wegen. Papaya hebben we zelf meermaals gekocht als dessert. Het smaakt naar verwilderde meloen. Hier in Lotus guesthouse trakteerde de eigenaar gisterenavond met uitgeperste woodapple, houten appels als het ware met gerimpelde houtachtige pel en moespulp van binnen zoals granaatappels. Dorie, ondanks de bruine kleur, een smaakvolle fruitshake, weliswaar aangevuld met suikerwater. Je hebt hier ook bananen met oranjeachtig vruchtvlees. En er zijn er ook met paarse schillen, die we nog niet uitprobeerden. Appels alhier worden individueel verpakt in netjes, maar smaken maar flets. Zoals reeds vroeger aangehaald twee soorten kokosnoot. De oranje wordt geconsumeerd om het watersap, heel dorstlessend, en de lichtbruine voor de melk en het welgekend vruchtvlees. Vandaag proberen we ook een nieuw produkt, buffelyoghurt. Ranzige smaak, vol en dik, lekker. Dit zuivelprodukt is typisch voor deze streek en wordt overal verkocht in aarden potten.
Vandaag verkennen we Matara, het nabijgelegen stadje aan zee, ook heel erg toegetakeld door de genadeloze tsunami. Deze had al twee uur lang een dodelijke raid achter zich, vooraleer hier toe te happen in drie reuzengolven, en nog waren de mensen hier zich van geen kwaad bewust. Wat verderop werd een trein gegrepen door de vloedgolven en slokte in een gulzige snelle hap meer dan 1700 passagiers mee : het zwaarste treinongeluk met hoogste dodental ooit in de wereldgeschiedenis. In Sri Lanka alleen vielen al meer dan 30.000 doden te betreuren. We brengen een bezoekje aan de markt en slaan groentes in voor enkele dagen. Evenals een magere opa die zijn fiets parkeert tegen een stel kratten. Gelukkig legt hij zijn roestige tweewieler vast met slot want alhier weet je maar nooit met die bleke vreemdelingen uit het Westen. We lopen langs bij een tempel, opgetrokken op een eilandje in de oceaan. Alleen toegankelijk via wandelbrug. De Mont Saint Michel van Sri Lanka.
Anders dan georganiseerde reizen in een vaste groep, brengt rondtrekken met de rugzak heel wat aangename ontmoetingen met zich mee van gelijkgezinde landontdekkers. We hebben al meermaals jonge koppels ontmoet die al enkele maanden op pad zijn. Dan ontspinnen zich avondvullende babbels, heerlijk ontspannen zonder kijkbuis. Trouwens, we hebben tot op heden nog maar bij weinig gezinnen gelogeerd met een televisiescherm. Een leuke ontmoeting hadden we ook met een Singalese gids die tien dagen lang prive chauffeur was voor een pasgehuwd Australisch koppel. In zijn jonge jaren had hij nog enkele maanden in Zwitserland gewerkt, waar Hilde en ik ook heel actief geweest zijn in reisbegeleiding. Hij vertelde heel wat interessante anekdotes over zijn eigen land. De volgende ochtend voor zijn afreis schonk hij een nationale shirt van het Singalese criquet team. Aangename verrassing ! Dit truitje komt in Polhena goed van pas voor een partijtje straatvoetbal met het zoontje van de eigenaar en zijn vriendje. Nooit eerder speelde ik tegen een blootvoets team. Als ik er dan nog een paraplu bijneem voor enige schaduw wordt het helemaal te gek. Mijn zweetklieren lopen gans leeg... Bloedhete match. Het zijn wel echte kraaivogels, want ook al trappen ze huizenhoog de bal over de elektriciteitsdraden, onmiddellijk gaan die kinderarmen jubelend omhoog bij alweer een nieuw doelpunt in hun voordeel. Maar ook al ben ik twee koppen groter dan hun vader, schieten mijn armen blijkbaar toch te kort in hun leefwereld...