Op de merkwaardige woelplek waar de golven uiteengerukt komen aandonderen, staat aan het glijeinde van de laatste waterkop, totaal uitgewrongen en leeggelopen, een groepje mensen met de voeten in het zoutschuim. Nieuwsgierigheid verhaast onze pas. Een eeuweling onder een dik groenig pantser doet zich tegoed aan enkele blaadjes verse salade. Zijn tweelingbroer komt ook aangepaddeld. Dra tel ik zelfs vier zeeschildpadden. Allerhande fotoapparatuur snort gulzig de beelden op. Na hun ontbijt, duiken de schilddieren terug hun onmetelijk aquarium in. Hilde en ik er achteraan met de snorkel. De briesende stroming zuigt ons naar een onderwaterkloof. Ontelbare vissen kleuren weer voorbij. Daar draait een logge zeemastodont rechtsom en komt op ons aanzwemmen. Even uitwijken maar. Kleine visjes zuigen voortdurend aan de groenverweerde hoornen bult. De branding trekt aan de armen en schudt de schouders heen en weer. Talrijke grotere hoornvissen, met een lange stekel op het hoofd, zigzaggen rusteloos voorbij. Een tweede schildpad glijdt aan in de ondiepte en hapt naar de eerste, als plots een derde van rechts aansnelt om te bemiddelen. Wervelend avontuur, zo te midden van drie zwaargewichten. Goddelijk zelfs, met die ontelbare engelvissen die in allerhande vormen met allerlei felle tinten voorbij vleugelen.