Ik bouw terug een muur om me heen. Om mijn gevoelens en verdriet terug veilig weg te steken.
Weer bepalen andere mensen hoe je leven moet. Je gevoelens beter niet tonen. Dan maar weer vanwaar ze zijn gekomen, achter mijn veilige muur en masker weggestoken.
Steen voor steen bouw ik terug mijn muur om me heen. Ik, die eigenlijk stilletjes aan begon af te breken. Voelde me weer eens niet begrepen en bekeken.
Ook al weten ze niets van mijn verleden, toch word je er dadelijk op gewezen. Verdriet dat mag je niet tonen, je moet je sterk laten zien.
Dat heb ik al zoveel jaar gedaan, mijn verdriet gedragen, zonder er ook maar iets van te tonen.
Ik, die een manier aan het zoeken was, om te kunnen leven op een dergelijke manier die voor mij leefbaar werd.
Nee, je moet sterk zijn. Dat verwachten ze nu eenmaal van jou, maar als ik sterk wil/kan zijn, dan moet ik terug mijn muur opbouwen en mijn masker dragen.
Dan kan ik zijn wat men van mij verwacht. Vrolijk en blij en zonder verdriet. Want dan alleen ziet men het verdriet niet.
|