Indignados een signaal
Tijd voor totaal engagement.
De indignados zijn een signaal van machteloze burgers in een geglobaliseerd kapitalisme.
Bezetting van Wall street, protest in de straten van Madrid tegen de jeugdwerkloosheid, indignados bij de EU in Brussel en op de pleinen in Antwerpen, Gent en Leuven. Zij waren de luidruchtige, fel gekleurde en protesterende minderheid die publiekelijk verwoordde wat in de buik van de samenleving leeft: verontwaardiging. Niet enkel omdat ze geen organisatie willen zijn zullen ze geen volksopstand kunnen verwekken, vooral omdat de brave burgers denken te weten dat dit protest tot niets leidt, afgeschreven wordt als folklore. De grote politiek en het grote geld weten wel weg met de crisis door de groten en de vrienden te redden. En ten andere, waar leidde het protest toe dat in al die jaren is geuit tegen de greep van de banken op de samenleving, tegen de macht van de lobbys, de zogenaamde deskundigen en mediafiguren die in dienst van wie betaalt vertolken wat gezegd moet worden om het volk op het verkeerde been te zetten. Volgens de gouverneur van de Nationale Bank is het protest terecht. Legitimeert zijn solidariteit het protest? Boer let op uw ganzen.
Het signaal
Is dit protest vanuit de buik van de samenleving, zonder veel steun ervoor bij de toekijkende bevolking, een vervolg van protesten tegen de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie in 1999 en tegen de G8 in Genua in 2001 zoals Marc Hooghe insinueert? De aanleiding is wel anders, uitgezonderd bij de jongeren in Spanje die vooral protesteren tegen de werkloosheid. De financiële crisis, die een crisis was van banken die omvielen omdat zij gebruik hadden gemaakt van de mogelijkheden die Clinton, een Democraat ten andere, hen bood door de scheiding tussen spaar- banken en zakenbanken op te heffen, die financiële crisis werd gevolgd door een wereldwijde schuldencrisis waarbij landen met grote schulden enkel tegen hoge intresten nog konden lenen bij de kapitaalmarkten. En wat gebeurde? Regeringen vielen over elkaar heen om de spaardepositos van burgers te waarborgen en om grote kapitalen te garanderen zodat de banken konden herkapitaliseren. Diegenen die dus verantwoordelijk waren voor de verkoop van de rommelkredieten aan burgers en instituties en die op korte termijn geld leenden zonder dat ze over voldoende eigen middelen beschikten, werden gered door de staten.
Waar bleven de regeringen om deze debacle te voorkomen? Welke leiders stonden op om zich te verzetten tegen deze ontwikkelingen toen die nog konden worden afgebroken? Geen. Wel waait een wind door de Westerse wereld om sociale verworvenheden af te bouwen, pensioenenleeftijden te verhogen, werkloosheidsuitkeringen te verkleinen of af te bouwen in de tijd. Overal moet bespaard worden, de buikriem moet dicht. Het gevolg zal wellicht zijn dat er minder geconsumeerd zal worden wat zal leiden tot nog meer werkloosheid. Om nog maar te zwijgen van de kapitalen die ongehinderd over de wereld migreren en zo economieën kunnen doen wankelen zonder dat de aanstichters ook maar kunnen aangewezen worden.
Waar bleven ook de sociale en nieuwe bewegingen, inclusief de indignados en de boze bevolking tijdens deze ontwikkelingen? De decennia na 1990 lijken de bevolking en de bewegingen in slaap te hebben gewiegd met economische wonderverhalen na de val van de Muur. Het Westen had gewonnen, het kapitalisme had gezegevierd, de vijanden waren verslagen en de wereld lag open voor een wereldomvattende expansie van de vrije markt.
Toen kwam de crisis van het kapitaal en het ontwaken van de bevolking met als signaal de beweging van de 99%. Maar het signaal dreigt verstoord te worden door de veelkleurigheid, de diversiteit van de actievoerders die aversie oproept bij de goegemeente. In de slipstream van de Arabische Lente zijn bezettingen van pleinen en straten aan de orde. Aan deze actievorm wordt natuurlijk niet deelgenomen door de zwijgende meerderheid. In Antwerpen kwamen tijdens een tweede bijeenkomst een overwicht van mensen uit het anarchistische en krakersmilieu[1] Knack was genuanceerder over de toestand in New York
Er hangen nogal wat excentriekelingen rond op het plein; daklozen, hippies, jonge punkers en anarchisten, oude communisten. De hele waaier van politieke activisten heeft er verzamelen geblazen: vakbondsmensen, antiglobalisten, ecologisten, vredesactivisten, bioboeren. Ik zie Indianen hun rechten opeisen, en geld voor twee laptops. Hare-krisjna-achtige figuren slaan op de trommels voor de bevrijding van Tibet. Een als Viking verklede man kondigt de nieuwe klassenstrijd aan. Een naakte kerel loopt rond in een houten ton met opschrift Poormans Fashion. Lesbische omas roepen op Wallstreet te bezetten. Een vrouw waarschuwt dat microgolfovens dienen om de bevolking te brainwashen en dat gsms genocide plegen
.Enkele rake beelden op televisie zouden volstaan om deze beweging meteen weg te lachen; En toch is dit bonte allegaartje, zonder leiders of heldere boodschap, een onderwerp geworden in de eerste verkiezingsdebatten op de grote Amerikaanse nieuwszenders. Omdat deze jongens en meisjes een zenuw hebben geraakt bij de doorsnee Amerikaan, zegt professor wetenschapper Stephen Duncombe van de New York University. Ze kanaliseren een breed gevoel van frustratie, omdat het politieke systeem wel bereid was Wall Street van het faillissement te redden, maar de gewone burger in de kou laten staan[2]
Stephen Duncombe van de New York University volgde tijdens zijn carrière vele tientallen politieke manifestaties. Telkens volgens hetzelfde scenario: een honderdtal usual suspects maakt wat lawaai, de politie pakt enkele actievoerders op, de rest druipt af en alles is weer bij het oude. Ik dacht eerlijk gezegd dat het bij Occupy Wall Street niet anders zou zijn Het blijkt nu anders want 54 % van de Amerikanen staat positief tegenover de beweging, 23 % is tegen en de rest heeft geen mening . Er heerst in Amerika een algemeen gevoel dat de bestaande orde de elite bedient, en niet de gewone burger
Tot nu toe teerde rechts op de ontevredenheid in Amerika.
Dit is een kans voor links om zich scherper te profileren[3]
Ondertussen weten we beter. De financiële crisis is geen moment in de geschiedenis waarbij de richting ervan wordt bepaald door de boosheid van het volk maar een moment om het kapitalisme beter te doen werken.
De bedreiging
De onvolmaaktheid en het egoïsme van sommigen en hun systemen leidt tot crisissen als deze. De oorzaken ervan zijn te zoeken in financiële, economische, sociale, politieke en ethische oriëntaties van diverse samenlevingen die vanuit de verscheidenheid van belangen, veelal gebaseerd op historische ontwikkelingen, ernaar streven rijker en welvarender te worden. Dat hierbij hebzucht een belangrijke drijfveer is voor sommigen, staat vast. De ceo van Volkswagen ( 17 mio ) verdient 600 maal het loon van een gemiddelde Duitse werknemer. Dat daarbij instituties en staten hun wil
proberen op te leggen aan andere heeft het koloniale tijdperk aangetoond. De bevolking rekent hierbij op de politiek om te trancheren welke doelen worden nagestreefd. Tenminste in de democratische staten is dat wel de bedoeling.
Het is de eeuwige verblindende vlek in de mix van neoliberalisme en neoconservatisme die sinds de jaren 1980 opgang maakt. Dat schijnbaar vanzelfsprekende discours looft het marktkapitalisme, maar zwijgt in alle talen over zijn immorele effecten. Van de breidelloze bonuscultuur in de
financiële wereld over de veralgemeende concurrentiedwang tussen werknemers tot de schijnbaar eindeloze verkoopwaring van lichamen en babygeluk: legio zijn de voorbeelden van een doorgeschoten marktwereld die aanzet tot egoïsme of materialisme [4]
De andere kant van de medaille is dat deze conservatieve beweging een tegenbeweging is en was tegen de verregaande vrijheidsgedachte uit de jaren 60 en 70. In die jaren werd heel veel kritiek geleverd op de greep van industrie en werk op het leven van de mensen. Ploegenarbeid en veertig urenweek stonden ter discussie omwille van het welzijn van de werknemer. De technologische ontwikkeling liet vermoeden dat er een keuze zou zijn om wel of niet te werken. Het rijk der luiheid werd gepropageerd. De gevolgen van de industriële groei leidde tot meer protesten omwille van de vervuiling en het ruimtebeslag. De internationale politiek met oorlogen en investeringen in wapensystemen omwille van de Koude Oorlog zorgden voor een spanning die velen op de been kreeg. Het werd ook steeds duidelijker dat noch China ( maoïsten) noch Rusland ( communisten) een antwoord hadden op het groeiende zelfbewustzijn van de jongeren en de middenklasse in het westen. Toen de Muur viel was er geen discussie meer. Werken en consumeren werd de levensstijl die door de elite werd gepredikt en door het volk aanbeden. Het einde der ideologieën en grote verhalen ging ervan uit dat iedereen zijn eigen weg moest zoeken en waarheden en zekerheden uit het straatbeeld verdwenen. Het volk was verloren en kon aangesproken worden door nieuwe herauten die vijandbeelden zouden creëren om hun gewicht in goud om te zetten.
Als mensen in paniek raken en radeloos zijn en als niemand meer lijkt te weten wat er moet gebeuren, dan breekt voor de rijken de tijd aan om hun verlanglijstje van bedrijfsvriendelijke maatregelen door te drukken, het onderwijs en de sociale zekerheid te privatiseren, het mes te zetten in openbare diensten, de laatste beperkingen van de bedrijven wegnemen. In deze economische crisis gebeurt dat overal in de wereld.[5]
De machteloze samenleving of de macht van het volk?
In een samenleving waarin een individualistische ideologie of een marktsysteem de boventoon voert is het uiteraard moeilijk oppositie voeren, zelfs als in de onderbuik van die samenleving het gerommel nooit ophoudt. Als die oppositie dan ook nog opkomt voor immateriële belangen in een consumentenmaatschappij is het dubbel moeilijk omdat de massa mee wordt genomen in het verhaal van consumeren en brood en spelen. Er is dan maar één oplossing en dat is het immateriële te verbinden met de materiële belangen van groepen die daar belang bij hebben. Zo zagen we in de voorbije jaren de liberale partijen ethische discussies verbinden met hun vrije markt ideologie en de socialisten en sommige groenen de derde weg kiezen, tussen verstaatsing en neoliberalisme en de verdediging van de materiële belangen van de gewone man, gecombineerd met progressieve denkbeelden over samenlevingsvormen en seksuele voorkeuren.
Waar de machteloze samenleving weinig weerwerk kan in leveren is als de politieke elite de belangrijke discussies in cenakels houdt en het volk afgeleid wordt met themas die de gemoederen beheersen omwille van andere motieven, denken we maar aan het nationalisme dat in de buik van
Europa in het recente verleden tot oorlogen leidde en de BHV discussie die ons land tientallen jaren heeft achtervolgd.
Dan blijkt de politiek meer aandacht te hebben voor de randfenomen en zien sluwe lobbys dat de tijd gekomen is om ongezien en ongehoorde zaken te realiseren of tegen te houden die veel en veel belangrijker zijn.
Hoe is het mogelijk dat de politieke klasse niet heeft doorzien dat het feit dat het balanstotaal van de Belgische banken groter werd dan het bruto binnenlandse product een aberratie was? Hoe was het mogelijk dat niemand in de politiek de vermenging van het spaargeld van de mensen met de investeringsgeilheid van de banken heeft tegen gehouden? Hoe was het mogelijk dat de bedrijven steeds minder belastingen moesten betalen en de politiek geen middelen vond om de belastingen van de werkenden te verminderen?
Hoe is het mogelijk dat de armoede toeneemt en de politieke klasse er niet in slaagt een dam op te werpen tegen de generatiearmoede en generatiewerkloosheid?
Hoe is het mogelijk dat Polen en Tsjechische chauffeurs hier bij ons kunnen komen werken in onderbetaalde banen zodat velen bij ons hun werk verliezen en onze sociale zekerheid ondergraven wordt?
En tenslotte hoe is het mogelijk dat de politiek er niet in slaagt mensen op de vlucht een winteronderkomen te verschaffen die naam waardig, en ondertussen te investeren in allerlei ontwikkelingen die veel geld kosten zoals het Myrrha project dat in volle crisistijd werd goedgekeurd[6]. Interesseert het hen dan niet, vraagt een deel van de bevolking zich af? Waarom moet dat allemaal zo lang duren, vraagt het andere deel.
In een dergelijk atmosfeer verliest de politiek, de politieke organisaties hun geloofwaardigheid. Is dat de prijs der democratie waarin de organisatie van het meningsverschil leidt tot ongenoegen bij grote delen van de bevolking?
Toen kwam de financiële crisis er boven op.
De buikgevoelens werden nog versterkt door de opstapeling van onheilstijdingen over grote concerns die anderen meesleepten in de kolk van de financiële crisis. De snelheid waarmee staten plots geld ter beschikking stelden van banken om ze van de ondergang te redden, bleek voor velen onbegrijpelijk.
Van het is goed dat jullie de banken redden met ons geld omdat we denken dat dit goed is voor ons allen tot het traditionele politieke systeem en de gangbare besluitvormingsprocessen zijn voor vele mensen ongeloofwaardig geworden [7]
Delen van de bevolking kwamen op straat om lucht te geven aan hun onbegrip, om zondebokken aan te wijzen en hun gram te halen. De indignados, de Occupyers waren geboren, de revolutie stond aan de deuren van de machtscentra en aan de beursgebouwen. Sommige waarnemers waren euforisch want zagen een volksbeweging die de kern van het neoliberalisme zou aanpakken nml de ongebreidelde geldhonger van sommigen. Sommigen menen dat enkel de 99% burgers daaraan iets kunnen veranderen.
Maar er waren ook relativerende stemmen
Hoed je voor de romantiek van de revolte, zo vat ik het maar samen Achter dat beschaafde gedrag gaat een knagende onmacht schuil.
Dat is het probleem met de meeste
maatschappijkritiek van links. Men voelt zich er goed bij, pronkt met bewijzen van het eigen gelijk, maar er gebeurt vooralsnog niets mee.
Men blijft hangen in academisch discours of organiseert universitaire debatten of ludieke manifestaties, maar pogingen om zich werkelijk te organiseren, om werkelijk in te grijpen in het systeem, stranden op en fataal gebrek aan praktisch engagement.[8]
Dat dit engagement nu het probleem is zal ook Bas Heine wel weten. Men engageert zich niet zomaar meer voor langere tijd om een doel te realiseren dat niet meteen kans op succes geeft of materiële voordelen. In de Westerse samenlevingen zijn de verlokkingen zo legio dat jongeren al vlug de weg verliezen, of zich vastbijten in andere engagementen die weinig bepalend zijn voor de toekomst van de samenleving. En het is ook niet simpel. Het zijn gelukzakken die in korte tijd doordringen tot de organen in de samenleving die ertoe doen en die vasthoudend in de leer zijn om daar dan ook nog hun zaak kunnen dienen. En het engagement in de vrije markt levert voor de elite veel meer voldoening en materiële zekerheid op dan het politieke of maatschappelijke spel. Het is dus makkelijk dit alles af te doen als academisch discours en universitair debat. Het probleem zit in het grote engagement dat deze verandering noodzakelijk maakt. In de Westerse samenleving is het ook niet vanzelfsprekend van linkse of progressieve mensen onthecht idealisme te vragen. En misschien is het dat wat de criticasters er wel van verwachten en verklaart dit de tanende macht van links in het avondland.
De mysterieuze markten
Van het Belgische instituut voor de Schuld vernamen we dat er 17 grote beleggers waren gevraagd om in te tekenen op Belgisch staatspapier. Dat gebeurt op de internationale financiële markten, die plaatsen waar beleggers en aanbieders handelen in o.a. geld, obligaties, aandelen, effecten en vastgoedcertificaten ( geld- en kapitaalmarkt) De risicos op deze markten worden ook verhandeld op de derivatenmarkt en op de deviezenmarkt worden munten verhandeld. Een tipje van de sluier van de financiële markten werd opgelicht toen de Europese Centrale bank 520 miljard uitleende aan liefst 520 Europese banken. Dit zijn belangrijke spelers omdat zij voor de crisis aan elkaar geld leenden, vooral op korte termijn, en zo het financiële systeem gaande hielden. Maar ook andere continenten spelen op de markten. Dat maakt het geheel zeer ondoorzichtig en is het niet duidelijk wie op welk moment zaken doet met welke bedoelingen. Voeg daar de ratingbureaus aan toe, die onberekenbare en omwille van de groteske blindheid voor bedreigingen voor 2008 niet te vertrouwen scheidsrechters, en er ontstaat voor het publiek en menige politiek verantwoordelijke een amalgaam van moeilijk te doorgronden kluwen waarin zich een aantal ontwikkelingen afspelen die nu ter discussie staan maar lang niet zijn veranderd.
Neem nu de bonuscultuur. Bij de Nederlandse ING verdiende men zakken vol geld na de overname van Barings. De Golden Boys verspreiden zich over allerlei managementsjobs in alle delen van de bank en de bonussen werden niet langer afgetoetst aan de algemene resultaten maar aan de individuele prestaties. Met één goede deal konden ze hun jaarloon verdubbelen
Of de manier waarop sommige scholen, hogescholen en universiteiten hun economiestudenten opleiden met een ideologie die weinig te maken had met de sociale wetenschap die economie zou
moeten zijn zoals Yvan Van der Cloot het omschrijft. Zij zouden het gaan maken in het grote geld, the sky is the limit. Het zou interessant zijn te weten of die opleidingen nu de relativiteit van hun vroeger handelen hebben verwerkt in de scholing van de economen die dienstbaar zouden moeten zijn aan de hele samenleving.
Hoe een stel schooljongens daar een beetje zat te spelen met de cijfers op hun Excel sheets, zonder zich een klein beetje bewust te zijn van hun impact op de echte economie, de mensen en de banen
Er hing daar ook zon sfeer, alsof we daar de Masters of Univers waren [9]
Soms waren het piepjonge kerels die nog nooit een klant van dichtbij hadden gezien. Af en toe misten ze zelfs de elementaire bancaire en economische kennis. Het waren goede pokeraars, lefgozers die alles cijfermatig benaderden en het financiële spel als een spel zagen, waarin ze kost wat kost de beste wilden zijn.[10] Het echte probleem zit onder het topmanagement. Daar verdienen mensen soms het veelvoud van de ceo. De regels van goed bestuur verplichten de banken niet die lonen bekend te maken. [11]
Dit gekoppeld aan de verantwoordelijken in de bancaire sector. In België geldt het voorbeeld van Fortis waar de leidinggevenden roekeloze risicos namen. In bewondering werden hun werken beschreven en de hele samenleving nam deel aan het veroveren van de wereld. Zonder voldoende eigen vermogen en met het geld van ons allen.
De egos in de bankwereld zijn doorslaggevend geweest. In de jaren negentig moest iedereen plots zoveel mogelijk winst maken. Daarvoor kreeg je applaus. Het was pure grootheidswaanzin. Ook bij ons. De Belgische banken werden modern en ambitieus. Big is beautiful: dat werd het motto, het dogma zelfs. En iedereen deed mee, ook de pers, politici en publiek.Twaalf tot vijftien procent werd de norm met een economie die slechts 2 % groeide. De banken vreesden een overname en opteerden voor absolute winstmaximalisatie terwijl ze konden lobbyen voor juridische beschermingsclausules zoals in Nederland[12]
Bij de oprichting van de fusiebeurs Euronext kregen de Europese Banken toegang tot buitenlandse beurzen, ook Brussel. The sky was the limit. De computerhandel was een eerste teken aan de wand Daardoor werd 60 à 70% van de handel geautomatiseerd en gingen de bankreuzen domineren[13]
De democratische instellingen versus de lobbys
Sony Kapoor is een oudgediende in de wereld van de haut finance. Hij zag al vroeg de crisis aankomen maar vond noch bij zijn collegas, noch bij de politieke verantwoordelijken enige steun zodat hij die sector verliet. Hij getuigde erover in Jobat.
Toen ik januari 2004 in het Britse ministerie van Financiën ging uitleggen hoe de Britse en Amerikaanse vastgoedmarkten op een regelrechte financiële crisis afstevenden, werd ik net niet uitgelachen
Hoe meer ik me bezig hield met de financiële markten hoe meer ik ging beseffen hoe weinig onafhankelijke expertise er is op dat vlak. In het bijzonder bij de beleidsmakers. Ze begrepen niets
van finance, ze wilden er niet eens iets van begrijpen, en de financiële industrie had er belang bij . om te zeggen dat het rocket science was
Heel wat zogenaamde experts zijn ook niet echt geloofwaardig omdat ze banden hebben met de financiële sector.Het aantal protestbewegingen zal toenemen. Krijgen we ze op één lijn met een juiste boodschap?[14]
Hoe ongenadig dit ook klinkt voor buitenstaanders, de geschiedenis spreekt hem vrij. Experts vormen de achillespees van elk systeem. Bedrijven en overheden kopen hun experts. Bedrijven betalen experts om hun verhaal te schrijven. Ons land heeft een slechte reputatie als het over onafhankelijke experts gaat die wel eens hun broodheren durven tegenspreken omdat ze intern geen gehoor krijgen. Ook Europa weet zich weinig blijf met interne klokkenluiders. Zodat zij niet veel anders kunnen dan te kiezen voor de aangeboden zekerheid of het onzekere bestaan in de boze buitenwereld. Dit geldt zeker voor de mensen in de financiële markten en adviseurs van politici die met die bankiers moeten omgaan. Zonder frauduleus te zijn, zijn deze adviseurs zeer kwetsbaar en dienen zij te acteren in de gangbare ideologie van de vrije markteconomie. Toch is het hoog nodig dat de politiek een dam opwerpt. Ondanks de vele regels die dd. 2012 al zijn uitgevaardigd is het gevaar niet geweken voor een volgende crisis.
In Le Monde Diplomatique werd recent[15] het belangenconflict onderzocht in verband met publieke verklaringen en aanwezigheden in allerlei adviescolleges. De conclusie was dat de meeste professoren en adviseurs van de overheid die het publiek debat moeten voeden directe verbanden hebben met banken en grote bedrijven. De vraag wordt gesteld of een expert, totaal onafhankelijk, de financiële hervorming zal aanprijzen als hij terzelfdertijd betrokken is bij een investeringsfonds. De Amerikaanse vereniging van economen vraagt zich af of het voldoende is dat deze banden bekend zijn. Of moeten we ervan uitgaan dat Itinera en anderen enkel een stem in het debat zijn en niet mogen opgevoerd worden als onafhankelijke denktanks?
Maar deze analyse is natuurlijk maar het topje van de ijsberg. Badiou[16] omschrijft het kapitalisme als een systeem dat alleen maar kan reproduceren door zichzelf voortdurend te revolutioneren, door een voortdurende overwinning van zijn eigen grenzen. Deze bankiers doen dus wat van hen wordt verwacht, namelijk de grenzen steeds weer verleggen in een vrije ruimte waar de politiek geen enkele greep op heeft, laat staan de burgers.
De toekomst van het protest
Het buikgevoel van grote groepen in de samenleving is niet eenduidig maar we kunnen wel stellen dat er heel wat wrevel is over de manier waarop we collectief armer zijn geworden, en de onzekerheid over de toekomst die daarvan het gevolg zijn geworden. Opvallend is dat slechts een klein deel van de bevolking dit buikgevoel omzet in initiatieven die tot verandering zouden kunnen leiden.
Sommigen zien in de initiatieven zoals de indignados en de Occupy beweging de voorbode van een volksbeweging die een dam zou opwerpen tegen verdere verrechtsing. Of als catharsis van een evolutie die uitloopt op een omslagmoment.
Eindelijk zien we een volksbeweging ontstaan die, in tegenstelling tot de Tea Party, boos is op de juiste mensen [17]
Anderen zijn sceptisch.
Twaalf jaar geleden gingen sommige auteurs ook uit van de verwachting dat al dat protest weldra zou leiden tot een radicale verandering in het economische systeem. Dat is natuurlijk niet gebeurd. Voor een stuk is dat de schuld van de beweging zelf: de argwaan tegen elke vorm van structuur en organisatie is zo sterk dat men ook zichzelf niet wil organiseren
Maar er is ook iets fundamenteels aan de hand: tegen wie betoogt men eigenlijk? Betoogt men tegen de eigen regering
, of tegen de Europese Unie
, tegen de groeiende macht van de anonieme internationale organisaties zoals de Europese Commissie of het IMF?[18]
Naomi Klein, één van de inspiratoren van het wereldwijde protest door haar niets ontziende kritiek op de kapitalistische economen zoals Friedman, die stelden dat veranderingen dienen te gebeuren op crisismomenten, is zich ook bewust van het breekbare van de nieuwe protesten.
Deze keer mag onze beweging zich niet laten afleiden en verdelen, uitputten of laten wegdrukken. Deze keer moet het ons lukken.[19]
Dit veronderstelt een ernstige evaluatie van de mislukkingen van de vorige protesten en een analyse van de mogelijkheden en onmogelijkheden die bijvoorbeeld het klassieke middenveld en de politiek partijen bieden en een gedegen analyse van de oorzaken van de problemen.
Het is heel eenvoudig om de incompetentie ( en erger) van hen die ons regeren met sceptische walging de rug toe te keren, maar als we de uitdaging om te komen tot een radicale politieke vernieuwing aan de bestaande politieke elite van de Blairs, Browns, Sarkozys, Clintons, Bushes en ( naar ik vrees) Obamas overlaten, zullen er alleen maar meer teleurstellingen volgen. [20]
Het eerste waar een jongere aan denkt wanneer hij besluit zich voor een betere wereld te gaan inzetten is daarom vaak het lidmaatschap van AI, Greenpeace, Human Rights Watch of Artsen zonder grenzen
maar republieken en democratieën kunnen uitsluitend bestaan dank zij de
betrokkenheid van de burgers bij de organisatie van het openbare bestuur. Als actieve en bezorgde burgers de politiek links laten liggen, schuiven ze het beheer van hun maatschappij af op middelmatige en mogelijk corrupte ambtenaren.[21]
. Het vertrouwen in de politiek en politici is weg. De instituties van de republiek zijn onteerd, vooral door geld. Nog erger is dat de taal van de politiek zelf van alle inhoud en betekenis is ontdaan.
Het beschamende fiasco van de klimaatconferentie in Kopenhagen in december 2009 vertaalt zich nu al in cynisme en wanhoop onder de jongeren: wat moet er van hen geworden als wij de betekenis van de opwarming van de aarde niet eens serieus nemen.[22]
Het open debat en niet het nep debat
Het open debat begint met een degelijke analyse van de problemen en het aangeven van de weg om die problemen op te lossen. Ongetwijfeld zijn een aantal elementen die hierboven werden aangegeven deel van de puzzel. De banken en hun zucht naar overheersing, de hebzucht van velen in het systeem, het ontbreken van regulering en politici die ondanks hun inzet er niet in slagen de vinger achter verschillende waarheden te krijgen waardoor het ingrijpen wordt gestuurd door
experts die dikwijls belangenbehartigers zijn van sterke krachten die de maatschappij willen sturen of het eigenbelang najagen. En aangezien, zoals Judt schrijft er geen plaats meer is voor het overkoepelende verhaal, voor religie die verbindt en de visie van de verlichting velen niet meer kan overtuigen is het uiterst moeilijk voor progressieve krachten om mensen te overtuigen dat de manier van produceren en consumeren van de voorbije twintig jaar niet weerhouden kan worden.
Doelstellingen zijn het terugdringen van de ongelijkheid, en versterking van sociale cohesie. Hebzucht is ongemakkelijk . De weerkerende behoefte bij jongeren om het goede te doen geeft blijk van een instinct dat we blijkbaar niet hebben weten te onderdrukken. ( Tony Judt)
Het is echter niet zo dat de problemen automatisch leiden naar een versterking van de progressieve krachten in de samenleving. Immers de oplossingen die nu veelal worden aangedragen komen uit wat Zizek[23] een derde fase noemt waarin we onze intelligentie wijden aan het anticiperen op wat de doorsnee mening verwacht wat de doorsnee mening zal zijn. Met andere woorden de kennis ontbreekt om door te dringen tot de werkelijke voedingsbodem van de problemen. Ook geloven vele experts en economen als de speculatie en de banken aan banden gelegd zijn de problemen zullen zijn opgelost. Zizek vervolgt dat je het vuile water van de financiële speculatie niet kunt weggooien en tegelijkertijd het gezonde kind van de echte economie behouden; Met andere woorden zonder grondige hervormingen in de economie en in de cultuur van het volk zal elke oplossing tevergeefs blijken te zijn omdat de kern van de problemen niet is geraakt.
Wij zijn in goed gezelschap als we de huidige kapitalistische economie in vraag willen stellen. Wij zijn echter met te weinigen die in staat zijn de tanker van de economie en van de financiële markten van koers te doen veranderen. Ook de indignados en de occupyers zullen daaraan weinig veranderen. Het is hun verdienste de zaken weer aan de orde te hebben gesteld en dit te hebben gedaan vanuit een spontaan en hedendaags georganiseerd buikgevoel. Maar zij zullen worden opgevolgd door nog anderen die het buikgevoel op hun eigen wijze zullen verwoorden.
Ondertussen moet de progressieve beweging zich wapenen om de doelstellingen te verwezenlijken die al decennia lang worden verwoord door politieke partijen, vakbonden, nieuwe sociale bewegingen, professoren en gewone mensen die blijven geloven dat solidariteit, democratie en gelijkheid belangrijke begrippen zijn om de samenleving te structureren.
Dat dit geen gemakkelijk parcours is bewijst de analyse van de voorbije 50 jaar.
De vakbonden en de ziekenfondsen, met andere woorden, het oude middenveld, heeft zich gemanifesteerd als de behartigers van de materiële belangen van de bevolking en is er o.a. in geslaagd in West Europa een sociale zekerheid tot stand te brengen die de mensen beschermd tegen alle grote tegenslagen. Zij hebben zich ook, zij het met mondjesmaat en onder druk van de basis en van de nieuwe sociale bewegingen, ingezet voor nieuwe onderwerpen zoals milieu en klimaat, gezonde voeding, energiebesparing. Maar zij zijn meegegaan in de economie die tot de excessen
heeft geleid die we in de voorbije tien jaar hebben beleefd. Hun analyses bleken doorsnee meningen, geen fundamentele kenteringen inluidend en daardoor steeds minder geloofwaardig voor grote delen van de bevolking, hoewel velen wel lid bleven omdat hun bescherming ervan afhing. Daardoor is dit klassieke middenveld nog steeds in staat grote groepen te mobiliseren, zij het dat de bescherming voor de afbraak van de individuele belangen daarbij steeds centraal staat. Hun protest
staat te veel in dienst van de directe belangen en te is te weinig fundamenteel waardoor de problemen blijven bestaan en voor velen lijkt het dat zij weinig of niets bereiken. De jonge beter opgeleide generatie heeft daarbij het historische inzicht verloren dat deze bewegingen belangrijk zijn voor de bescherming van de werknemers en gepensioneerden in de samenleving.
De nieuwe sociale bewegingen uit de tweede helft van de vorige eeuw vertoonden in die jaren een grote dynamiek en vertolkten nieuwe inhouden waarmee zij delen van de publieke opinie beroerden. Hun mobilisatiekracht was beperkt maar door het hanteren van nieuwe methoden zoals de ludieke acties en hun onafhankelijkheid van allerlei instituties werden ze een te duchten publieke speler waarmee na enige tijd rekening diende gehouden te worden. Veel van de ideeën van die bewegingen zijn door de traditionele politieke structuren overgenomen en in beleid omgezet maar de fundamentele kritiek op de grootschaligheid, de kwetsbaarheid, de gebrekkige sturing van technologieën en het gebrek aan democratische besluitvorming door de onzichtbare krachten achter de schermen werden weinig of niet omgezet in daden. Zij zijn nu ook voor een groot deel geïnstitutionaliseerd en geprofessionaliseerd waardoor de angel eruit is. Er is nog kritiek op deelaspecten maar de fundamentele kritiek is verstomd en zij maken deel uit van het overleg dat deze maatschappij niet fundamenteel in vraag stelt. Het begrip duurzame ontwikkeling is onschadelijk gemaakt door het gebruik ervan in bijvoorbeeld duurzame werkgelegenheid en duurzame relaties, maar ook door de oeverloze praatbarakken die internationale conferenties blijken te zijn .
Die nieuwe sociale bewegingen waren in die tijd het platform waar jongeren elkaar vonden om hun structuren te maken die dan de strijd aangingen met de heersende orde. De vraag is waarom jongeren in het westen nu wel over alle middelen beschikken om hun inzichten in de samenleving te verspreiden en zij zich daarvoor niet inzetten. De entertainmentmaatschappij zal er zeker voor iets tussen zitten maar ook het ongeloof dat het er iets zou kunnen toe doen speelt mee.
De politiek, dat schouwtoneel waarop het georganiseerde meningsverschil zijn beslag moet krijgen, is gaandeweg gediaboliseerd en getraumatiseerd door de onmacht die er dikwijls tentoon wordt gespreid om een draagvlak te creëren voor ontwikkelingen die noodzakelijk zijn. Het lijkt er op dat de politiek het korte termijnproject belangrijker vindt dan de doelstellingen die democratische partijen zouden moeten nastreven nml het welzijn van de bevolking door het organiseren van een democratische samenleving waarin solidariteit en rechtvaardigheid de boventoon voeren.
Hoe anders te verklaren dat men jarenlang opgejaagd wordt door regionale verschillen en zich niet voorbereid op een vergrijzinggolf die eraan komt. Hoe anders te verklaren dat men de pensioenleeftijd wil optrekken en geen werk kan bieden aan honderdduizenden werklozen die nog een carrière voor zich hebben. Hoe anders te verklaren dat Europa niet opgewassen lijkt tegen de stormen die banken en beleggers organiseren en zo landen ontwrichten.
Heeft de democratie dan een fundamenteel probleem doordat het creëren van zondebokken partijen aan de macht helpen die het korte termijn gewin in een geglobaliseerde wereld boven de welvaart van landen en volkeren stelt. Zijn lobbys en experts zo machtig geworden dat politici niet meer kunnen uitleggen waarom de redding van Wallstreet niet de redding van Mainstreet betekent?
Het rare is dat wij die vragen aan de politiek stellen en ons niet wenden tot de echte verantwoordelijken die zich in de industrie, in het bankwezen en in al die anonieme structuren die de financiële markten heten, bevinden.
|