Mijn gedachten dwalen terug naar de pioniersgewassen op het opgespoten terrein.
Niet het groene weiland, zinderend in de zon, maar het witte zand met hier en daar gras en wilgenbosjes. Daar keek ik naar de leeuwerik. Eerst nog een duidelijke vogel, dan muterend naar een stip. Een stip die je geen seconde uit het oog mocht verliezen, want dan vond je ze niet meer terug. En dan, De val. Ik kom terug bij het heden, de spanningen, de troubles rond het visum. Waarom doe ik dat toch allemaal. Is het de leeuwerik? Is het daarom dat mijn oorsuizingen de vorm van tsjilpende vogels hebben aangenomen? Zou die leeuwerik ook zo impulsief zijn als ik? Toch de hoogte in cirkelen, zonder aan de val te denken. Misschien houdt hij ook niet van een vlakke curve. Emoties die je toppen doen scheren. Hoe hoger de top hoe dieper het dal. Maar het moment daarboven is al de rest waard. Heeft die leeuwerik mij de liefde voor de bergen ingezongen? Bergen, toppen, sneeuw. Icarus is zever! De leeuwerik weet dat ook. Hoe hoger je klimt, hoe kouder het wordt, ook al ben je dichter bij de zon. Dit zullen we op onze reis wel merken. Rillend in onze slaapzak op 3500 meter hoogte. Wachtend op de rijzende zon.
Het was goed en waardig trappend tot de plaats waar alles stilviel voor Roger de warme nest van terracotta kopjes voor een keertje nog rondom Roger nestwarmte troost voor elkaar gitaar terug bergaf Oudenaarde drinken mijmeren dat Roger dit afscheid zo zou gewild hebben trager peddelend naar de yurt waar de goeroes dromen de fietsers bezweet bovenkomen terugrijden alleen mijmerend en voelen dat er spieren in de benen steken thuiskomen aan boord eten maken gazetje lezen theetje zetten vooraleer te slapen het leven gaat voort