Vrijdag 17 mei: etappe 4: Figeac - Saint Chels 26 km
Gisteren heel lekker gegeten in het restaurant dat de uitbater van hotel les Bains ons aanraadde. We kregen een koude crème van witte asperges met een bolletje ijs als voorgerecht, ongebruikelijk maar heel lekker.
De weergoden hadden niks goeds met ons voor want het regende onophoudelijk bij het opstaan. We had en een lange tocht van 26 voor de boeg en niemand had er echt zin in. Toch moesten we erdoor en met een klein hartje en veel regenkleren vatten we de tocht aan. De wandelstokken werden ingeruild voor de paraplu en dat bleek een goede keuze. Onze 'battons' gaven we mee met onze bagage, die door de Male Postale telkens netjes op onze volgende bestemming werd afgezet. Brigitte had 3 blaren en die had ik zo goed mogelijk verzorgd met 'compeed' en nog eens een beschermende tape er rond. Ik vreesde dat ze het moeilijk zou hebben maar het viel mee. Na een negental km belandden we in het dorpje Faycelles waar een acceuil was voor pelgrims, we deden er ons te goed aan koffie en lekkere notentaart en de plaats zat vol met wandelaars die er even konden drogen. Brigitte bleek nu op de andere voet ook een blaar te hebben, die ik vakkundig doorprikte, droogde en voorzag van een nieuwe compeed.
Op het einde van de wandeling zou dít de enige pleisterplaats blijken van het hele traject, onze boterhammen hebben we moeten opeten op een eeuwenoud stenen muurtje waar het hier in de streek vol van staat. Er staat een foto van Brigitte bij waar ze dít bewijst. Het regenen verminderde even rond de middag om daarna zijn tempo van 's morgens weer aan te nemen. De rest van de tocht verliep op eerder saaie wegen met veel losliggende stenen die B haar voeten geen deugd deden. Het was voor haar dan ook een grote opluchting toen we om 17 u, een uurtje later dan verwacht bij onze slaapplaats, le Moulin in Pêche Granat arriveerden.
Donderdag 16 mei: Etappe 3: Montredon - Figeac 22 km
Eerst melden dat gite Mariotte geweldig meeviel, de uitbater was een alleenstaande Fransman die na zijn pensionering de camino stapte en besloot zijn leven in Montpellier om te gooien en hier iets uit de grond te stampen om de bedevaarders te dienen. We betaalden slechts 4o euro per persoon en daar was een zelf bereide 4 gangenmenu inbegrepen om u tegen te zeggen. Het gezelschap bestond o.a.uit 3 guitige broers en een vriend en de avond verliep prachtig en vrolijk.
De wandeling deze morgen verliep perfect, het landschap in de Lot is eerder zwaar glooiend en de klimpartijen waren niet zo lastig als de vorige dagen.
Om 13.30 reeds kwamen we aan in Figeac, een prachtig middeleeuws stadje met mooie terrassen waar we dan ook dankbaar gebruik van hebben gemaakt.
Minder interessant is het feit dat Brigitte al 3 blaren heeft, die we zo goed mogelijk aan het verzorgen zijn .Hopelijk valt het mee want morgen wacht ons een tocht van 26 km.
Woensdag 15 mei : Etappe 2: Decazeville - Montredon, 11km.
Het was een moeilijke beslissing eind vorig jaar toen ik de wandeling organiseerde: De voorgestelde etappe gaat van Decazeville naar Figeac maar is 33 km en dat is wel zeer ver voor Brigitte, wetende dat het hier op geen enkel moment vlak is. We besloten dan maar de etappe in 2 stukken te doen, vandaar de korte wandeling van vandaag. Het ontbijt was opnieuw zeer eenvoudig: confituur met confituur en brood waarop je je tanden stuk kunt bijten. We probeerden de dag ietwat te rekken want op onze bestemming mochten we ons pas melden vanaf 16 u. We vertrokken met een stevige klim maar we hadden de tijd en konden genieten van de prachtige vergezichten van de Aveyron. Het eerste dorpje waar we passeerden was St. Toch, een kerk met enkele huizen er rond , iets waar je dolgraag doorloopt maar waar je nooit zou willen wonen.
We daalden dan geleidelijk door de bossen naar Livinhac- le-Haut, dat nochtans heel laag gelegen is aan de rivier Lot. Daar was er een stop- en slaapplaats voor pelgrims en kon je ook iets drinken. Nadien kochten we een broodje voor onderweg en we hadden nog 5 km te doen naar het onooglijke dorpje Montredon alwaar we in La Mariotte gingen verblijven. We waren 2 uur te vroeg maar in de grote tuin stonden enkele ligstoelen ons uit te nodigen en ik dommelde er na een tijdje in, zalig .
De zon was reeds vroeg van de partij en na een simpel ontbijt in hotel Saint Jacques en het kopen van een belegd broodje en een drankje vatten we rond 9.15 onze eerste tocht aan. Ik wist dat de eerste dag de zwaarste van alle zou worden en na de brug over de Dourdou te hebben overgestoken wisten we direct waarom: we moesten van 240 m hoogte naar 545m op 2 km. Ongelooflijk steil en voortdurend balancerend tussen grote stenen en rotsen. Na een kwartier opperde mijn teerbeminde al van terug te keren en voor wie doe ik dít allemaal en allerhande opmerkingen in dezelfde aard. Ik besloot dan maar wijselijk van zoveel mogelijk te zwijgen - wat voor mij niet evident is- en gewoon verder te wandelen, ze moest wel achterkomen. Na een halfuur kwamen bij een prachtige kapel. Iedereen die wilde kon de klok doen luiden middels aan een koord te trekken; ik kon dít natuurlijk niet laten en na 2 slagen zweeg de klok in alle talen wat de opmerking opleverde: zelfs hier slaag je er in om iets voor de k... te helpen. Dat was dus de teneur van onze eerste dag . Gelukkig kwamen we na anderhalf-jawel- uur boven en van hier was het grotendeels bergaf voor de rest van de dag wat het humeur van mijn wederhelft deed omslaan. We arriveerden om 15.30 in hotel Foulquier een typisch hotel , niet al te proper dus maar alles was basic aanwezig. Brigitte heeft halverwege de tocht last gekregen van een beginnende blaar onder blaar kleine teen en wijselijk beslist om haar lichter schoenen aan te trekken. De schade valt mee en morgenvroeg zullen wij de teen zo goed mogelijk verzorgen,
Reactie op Jacky : Hallo Jacky, bedankt om te reageren, het was wel degelijk een alcoholhoudend drankje en ik vind niet hóe ik op deze blog persoonlijk moet reageren . Ik vis het en het nog wel uit en heb het dan maar gewoon als bericht op de blog gepost.
Vanochtend genoten van een schitterend ontbijt, zijn 4 sterren meer dan waard,'du jamais vu'. Om 9.15 vertrokken richting Conques, verleden jaar ons eind- en nu ons beginpunt van onze wandeling.
We zijn hier gearriveerd om 14 u en ik had verleden jaar geïnformeerd bij de plaatselijke toeristische dienst naar een gratis parking alwaar we de auto konden zetten tot het einde van de maand. Nu bleek dat toch wel een drietal km van ons hotel te zijn en moesten we een heel die afstand terug rijden. De weg terug te voet was veel korter via een smal pad dat ons onmiddellijk terug in het centrum bracht. We bezochten - grotendeels om de tijd te vullen- het plaatselijke museum waar allerlei 'tresors' te bezichtigen waren uit de 10de eeuw. Zonder uitleg in het Nederlands was dít een tegenvaller. Alles is nieuw klaar om morgen te vertrekken voor de tocht van 20 km naar Decazeville.
Vanmorgen om 10 uur vertrokken voor een rit van 560 km richting Chateauroux en nu om 16.30 ingecheckt. Hier begint dus ons avontuur; morgen hebben wij nog een 300 km te rijden naar Conques en zo hebben wij geen last van de maandagochtendfiles in en rond Parijs. We gaan straks de stad in om iets te eten, het is op een boogscheut van ons hotel.
Op 13 mei vertrekken we opnieuw naar Frankrijk voor het tweede jaar op rij voor de Camino . Deze keer zullen we door ervaring iets beter voorbereid zijn dan vorig jaar, zo hebben we voor Brigitte 2 paar schoenen voorzien en bagagevervoer is reeds op voorhand geregeld. Ik zal nu proberen een foto te uploaden omdat ik vergeten ben hoe deze blog werkt.
Eerst melden dat ons verblijf op de voorlaatste dag schitterend was: bovenaan het dorpje Golinhac is er La Landelle, bestaande uit drie gebouwen en uitgebaat door een Vlaams koppel, een oudere veearts met een vrouw van twintig jaar jonger en 4 kinderen van 16 tot 20 jaar.
Het ontvangen van gasten is volgens zijn uitleg een lichtjes uit de hand gelopen bijberoep. In elk geval was alles splinternieuw en we hadden zelfs een keuken en grote televisie ter onzer beschikking. Het avondmaal vond plaats in bun privévertrekken en bestond uit salade met charcuterie en brood, aardappelen met een soort stoverij van aubracrund, hele lekkere wijn, een vijftal uitstekende plaatselijke kazen en taart met rode vruchten als dessert. Het feit dat de gastheer wat stoeferig overkwam namen we er graag bij; dit alles voor de ongelooflijke prijs van 43 euro per persoon, ontbijt inbegrepen.
Vanochtend dus vol moed en Br zonder pijn aan de laatste etappe begonnen. Het heeft heel de weg geregend en toch was het niet koud, integendeel kregen we het na enkele klimmetjes te warm en trokken onze fleece uit zodar we in onze t-shirt en met de paraplu in het prachtige landschap wandelden. In een onooglijk dorpje konden we koffiekoeken kopen voor 's middags, de enige bar was open en we genoten van een lekkere koffie. De rest van de wandeling was tamelijk vlak maar de laatste 3 km moesten we nog 250 m dalen en dit door steile'gorges' tot we reeds om 14 u in het prachtige maar helaas regenachtige Conques arriveerden, onze eindbestemming waarvan ik een paar keer gedacht had het nooit te zullen halen met zijn beidjes.
Een hele dikke proficiat aan Brigitte die ondanks de pijn van de blaren toch doorgezet heeft en de laatste 2 etappes tot een goed einde bracht.
Waar ze eerst sprak van nooit meer te wandelen begon ze nu zelfs al dingen aan te halen die we volgend jaar beter moeten aanpakken zoals het vervoer van bagage en dergelijke.
Dat belooft, het was in elk geval een prachtig avontuur, een aanrader voor iedereen die graag wandelt en een uitstekende manier om alles eens op een rijtje te zetten en te relativeren en ook te beseffen hoe gelukkig en dankbaar mogen zijn over een goede fysieke en mentale gezondheid te beschikken...
Een dag eerder dan gepland heeft Br besloten te wandelen. Haar blaren zijn zo goed als genezen en ze heeft lichtere schoenen. Gisteren heeft zij zich beter gevoeld alleen dan eergisteren; Estaing is een heel mooi plaatsje en ze heeft goed haar plan getrokken betreffende de communicatie met het plaatselijk horecapersoneel.
De weergoden waren ons iets minder gezind en we konden voor het eerst onze regenjasjes aantrekken. Spoedig begon het hevig te donderen en te regenen, door het klimwerk warm gekregen besloten we tussen de vlagen telkens de jasjes uit te doen doordat de regen eigenlijk nog meeviel; zo hebben we heel de tijd van kledij verwisseld. Toen we onszelf eens bekeken stelden we tot onze verbazing vast dat we volledig in de Belgische kleuren waren. Toen we daarvan een selfie wilden maken besloot een bevallige voorbijgangster die ons zag sukkelen ons een handje te helpen en ons te "trekken".
Weinig te vertellen over de wandeling zelf die door de mooie vallei van de Lot liep. Plots kwamen we voorbij een hoopje rotsjes dat duidelijk als zitplaats gediend had; een vrouw van ik schat vooraan in de zeventig kwam nader en vertelde ons dat vele pelgrims bloemen die ze langs de weg hadden geplukt plantten in de groene emmer die daar stond en elke dag bracht zij een fles water naar de plaats zodat de voorbijkomende pelgrims de bloemen konden water geven. Het was een heilige plaats voor haar want haar in 2008 overleden vader had daar jarenlang elke dag gezeten om de pelgrims op te wachten om naar hun verhalen te luisteren. De foto die er hing bleek de laatste van hem te zijn en was genomen door een vrouw die de foto dan opstuurde. Op de vraag of wij ge!ovig waren antwoordden we negatief en toch maande ze ons aan even mee te komen naar haar auto. We kregen elk een klein wit zakdoekje dat in Italie was gewijd en dat ons en onze familie moest beschermen tegen allerlei onheil. Ze vroeg om een kus en iedereen werd emotioneel, de een al wat meer dan de andere...
We namen de tissues dankbaar in ontvangst en beloofden er goed voor te zorgen.
Nog anderhalf uur stappen en we kwamen in het piepkleine Golinhac. In het enig restaurant aten we een heel lekkere pastasalade voor 7,5 euro en dan zochten we onze slaapplaats op : la Landelle, helemaal bovenaan het dorp en uitgebaat door een Vlaamse dierenarts en zijn Nederlandse vrouw.
Morgen vatten wij met veel moed maar ook enigzins opgelucht de laatste etappe aan, we beginnen ook onze kindjes te missen voor wie we de zakdoekjes gekregen hebben...
VIA PODIENSIS DAG 9 SAINT CHELY d'AUBRAC- ESTAING 21,5KM
Voor de tweede dag op rij in mijn eentje.
Het hotel was het beste wat we tot hiertoe gehad hebben, 'les jardins d'Eliane' was een topper: super vriendelijke mensen, heel mooie en propere kamers, een heel lekker diner en ontbijt en dit voor 105 euro voor twee personen , het wasje van onze kleren en een compostelabroche als toemaatje inbegrepen, bovendien konden we bij het ontbijt vanop het boventerras het vertrek van de tranhumanes aanschouwen en zelfs filmen.
De wandeling was er weer eenje dat erkend is als werelderfgoed en dus van begin tot einde boeiend en prachtig. Er was wel een klimmetje even voorbij Espalion dat kon tellen qua lastigheidsgraad, ik heb wel twee keer moeten rusten door het grote stijgingspercentage.
Rond 14 u kwam in aan in Estaing , een dorp gelegen in een grote meander van de Lot, een 'village' dat ook als één der mooiste van Frankrijk beschouwd wordt.
Het feit dat er iemand van ver op een terras aan de overkant van het water enthousiast zat te zwaaien maakte de finish alleen maar mooier en intenser.
Morgen vliegt de zwaaister er terug in, we denken dat de blaren voldoende genezen zijn en we hebben van een Frans koppel dat we onderweg leerden kennen goede raad en een paar lichte wandelschoenen in bruikleen gekregen.
VIA PODIENSIS DAG 8 SAINT CHELY d'AUBRAC - SAINT COME d'OLT
We hebben de wijze beslissing genomen om Br de etappe te laten doen met de compostelabus. Ze spartelde wel tegen maar ik was vastberaden. Met een teen die "schorteblauw" zit kun je niet wandelen, ze heeft ook pijn rond de nagel.
Doordat ze geen woord Frans spreekt was ze wel lichtjes in paniek en ik noteerde enkele woorden in het Frans voor de buschaufeur en de mensen van het hotel waar we zouden slapen. Het zou voor haar een vervelende dag worden omdat ze reeds om 10.30 u ter bestemming was.
Ik dus alleen de baan op voor een etappe van 16 km. De start lag op 1350 m hoogte en de eindbestemming op 350, dat was dus meer dan 1000 meter dalen van de Aubrac naar de vallei van de Lot.
Tussendoor heb ik nog geinformeerd naar die feesten en ze heten " les transhumanes" , feestelijkheden die gepaard gaan met het van de stallen naar de hoog gelegen weides brengen van de aubracrunderen voor de hele zomer.
De wandeling liep dus door de Aveyronstreek, een gebied met hoofdzakelijk naaldbossen die dan lager overging op loofbossen. Ik vergat nog te melden dat de wandeling van gisteren door de Unesco erkend werd als werelderfgoed, je kunt geloven in wat voor prachtige streken ik hier mag wandelen, zeer diverse landschappen die naadloos in elkaar overlopen, Jacques en Coen, jullie weten niet wat jullie missen en ik moet toegeven: nu ik hier zo alleen liep miste ik jullie ook wel.
Het was voortdurend dalen op smalle paadjes met de ondertussen bekende rotsblokken bezaaid en nu en dan bijna een beekje vormend door het naar beneden stromende water uit de bergen; nu en dan kwam ik voorbij prachtige bronnen en bescheiden watervalletjes.
Terwijl we de vorige dagen regelmatig voorbijgestoken werden door groepjes pelgrims van allerlei pluimage was het nu mijn beurt om iedereen in te halen zodat het zweet spoedig van mijn machokop druipte, spijts de vele slogans onderweg over stilstaan, genieten en nadenken over de grote levensvragen.
Om iets na enen reeds bereikte ik het prachtige middeleeuwse Saint Come d'Olt met zijn typische gedraaide kerktoren in de vorm van een vlam.
Na een terrasje gedaan te hebben met mijn teruggevonden liefde en na een schitterende maaltijd konden we gaan rusten, niet voordat we besloten hadden dat zij nog eens met de bus meeging om haar verwondingen beter te laten genezen. Onze hoop was dat ze misschien maandag de laatste etappe zou kunnen meewandelen.
IK HEB GEZIEN DAT IK DRIEMAAL DEZELFDE FOTO HEB GEUPLOAD, IK HEB STEEDS PROBLEMEN MET HET UPLOADEN OP MIJ TABLET EN ZAL MOETEN WACHTEN TOT WE THUIS ZIJN OM DIT TE WIJZIGEN OP DE LAPTOP
VIA PODIENSIS DAG 7 NASBINALS - SAINT CHELY d'AUBRAC 17 km
Na de rustdag hoopten we dat Br eindelijk relatief zonder pijn zou kunnen wandelen. Na het ontbijt vertrokken we met volle moed richting "boulanger" om een baguette te kopen en te vertrekken. Br zei dat het tamelijk goed ging maar niet zoals ze verwacht had. Het zou één van de mooiste etappes worden in de Aubrac; eigenlijk zaten we hier op de grens van de Aubrac, de Aveyron en de Cantal.
De eerste 9 km tot het dorpje Aubrac verliep hoofdzakelijk bergop op weides , gedeeltelijk ook privegronden. We moesten ongeveer 400 hoogtemeters overwinnen en dat bleek lastiger dan eerst gedacht. Uiteindelijk bereikten we rond 11 u Aubrac waar naast de eeuwenoude gebouwen een modern bouwsel stond met een uitnodigend terras. Binnenin bleek er een permanente tentoonstelling te zijn over alles wat met pelgrimage naar Compostelata te maken had. De geroosterde boterham met tomaten en kaas smaakte voortreffelijk.
In het dorp werden voorbereidingen getroffen voor grootse feesten die te maken hebben met het naar de weides brengen van de runderen, die dan met allerlei versieringen en de Franse vlag behangen, in stoet door de dorpen trekken. Al de hotels zijn volgeboekt voor het weekend van 26 mei en honderden mobilhomes stonden om de campings rond het kleine dorpje.
We trokken verder en nu moesten we de hele weg dalen. Brigitte kreeg terug veel pijn mede door de forse dalingen op smalle paadjes die met grote stenen bezaaid waren. Een koppel vrouwen raadde ons aan eens een halfuurtje haar sokken uit te doen en haar voeten te verluchten, iets wat we prompt deden. Dit bracht echter weinig soelaas en toen we rond 14.30 arriveerden bleek haar kleine teen helemaal ontstoken zodat hij bijna purper kleurde. De plaatselijke apotheker gaf me een soort ether mee waarmee we de pijnlijke teen moesten behandelen en de morgen afwachten. Als het niet betert zal ze verplicht zijn de volgende etappe met een taxi te doen . Daar ziet ze vreselijk tegen op zeker ook doordat ze de taal niet beheerst en dan de hele dan moet doorbrengen in een weliswaar prachtig dorp maar waar eigenlijk niets te beleven valt. Als het nu niet betert tegen de ochtend zal er echter niets anders opzitten.
Ze zal niet de enige zijn want als je de verhalen hoort zijn er veel mensen die na bijna 150 km zodanig onder de blaren zitten dat ze mee met de bagage naar de volgende stopplaats gebracht worden.